Gebrauchsanweisung für Doppeltür-Kühl-Gefrier-Automat, NoFrost
Operating instructions for double door fridge-freezer appliance, NoFrost
Consignes d'utilisation pour réfrigérateurs-congélateur à double porte, NoFrost
Gebruiksaanwijzing voor dubbeldeurse koel-vries-automat, NoFrost
Istruzione d'uso per apparecchio frigo-congelatore a due sportelli, NoFrost
Instrucciones de manejo para combinado frigorífico-congelador de dos puertas,
NoFrost
Instruções de utilização para frigorífico de duas portas com congelador
independente,NoFrost
Kullaným Kýlavuzu Çift Kapýlý-Soðutucu-Dondurucu-Otomat, NoFrost
7081 855-00
CUN 3021
4704
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
1
Aan/Uit en temperatuurregelaar
"1" = warm
Draai de temperatuurregelaar bij voorkeur in de middelste stand.
2
CoolPlus-schakelaar*. Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of
minder inschakelen.
"7" = koud
Binnenverlichting
Gloeilampgegevens: max. 15 W, het stroomsoort en de spanning
dienen met de gegevens op het typeplaatje overeen te stemmen,
fitting: E14.
Vervangen van de gloeilamp, afb. A1a: Schakel het apparaat uit.
l
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de
meterkast uit.
Door de flessen- en conservenhouder te verschuiven kunt u de
flessen tegen omvallen bij het openen en sluiten van de deuren
beschermen. Voor het reinigen kan de houder afgenomen worden. Bij de uitvoering volgens fig. A2: de voorste rand van de
houder omhoogschuiven en uit laten klikken.
Alle opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar, afb. A2: vak
omhoog schuiven en naar voren eruit tillen.
De draagplateaus* kunt u naar gelang de hoogte van de te
koelen producten verstellen, afb. A3.
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk het weg.
- Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter naar
boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders aan de
achterwand vast kunnen vriezen.
Lades uittrekken: tot aan de aanslag uittrekken en van voren
optillen, afb. A4.
Gegevens op het typeplaatje, Afb. A5
1
Aanduiding van het apparaat
2
Servicenummer
3
Apparaatnummer
4
Vriesvermogen in kg/24 uur.
Overzicht van apparaat en uitrusting
Afb. A
Koelgedeelte, ca. 5 0C
Boter- en kaasvak
Verplaatsbare draagplateaus
Aan/Uit en temperatuurregelaar, binnenverlichting
Eierrekje*
Dooiwaterafvoer
Verplaatsbare opbergvakken*
Verplaatsbare flessen- en conservenhouder
Koudste zone van de koelingsruimte, voor gevoelige en licht
bederfelijke levensmiddelen
Laden voor groente, sla, fruit
Opbergvak voor hoge flessen
Typeplaatje
Vriesgedeelte, ca. -18 0C
Info-systeem*
VarioSpace*
20
Hoge lades
Ijsblokjeshouder*
Stelpoten voor, transportwieltjes achter
* afhankelijk van model en uitvoering
Page 3
Het apparaat in vogelvlucht
InhoudPagina
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in vogelvlucht ................................... 20
De ingevroren levensmiddelen dienen binnen de aanbevolen bewaartijden te worden gebruikt.
De cijfers tussen de symbolen geven de bewaartijd in maanden aan. Dit steeds voor meerdere diepgevroren producten.
De aangegeven bewaartijden zijn richtlijnen voor vers in te
vriezen levensmiddelen. Of de onderste of de bovenste
waarde geldig is ligt aan de kwaliteit van de levensmiddelen
en hoe deze voor het invriezen zijn voorbehandeld. Voor
vettere levensmiddelen gelden altijd de onderste waarden.
De symbolen van het info-systeem hebben de volgende
betekenis:
kant-en-klare
maaltijden
ijs
vis
varkensvlees
groente
fruit
worstjes
brood
paddestoelen
wild
gevogelte
rund-/kalfsvlees
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. U heeft
met uw aankoop voor alle voordelen van de modernste koelingstechniek beslist, die u hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een grote
functieveiligheid garandeert.
De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag
opnieuw optimaal bedieningscomfort.
Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren u
en wij gezamenlijk een actieve bijdrage aan het
behoud van ons milieu.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren
kennen, gelieve de opmerkingen in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door te nemen.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
eventueel aan de volgende eigenaar door.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen
geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Bepalingen
Het apparaat werd ontworpen voor het koelen,
invriezen en bewaren van levensmiddelen evenals
het maken van ijs. Het is bestemd voor huishoudelijk
gebruik. Bij ander gebruik kan er geen garantie voor de
onberispelijke werking worden verleend.
Het apparaat is naar gelang de klimaatklasse voor de
werking bij beperkte omgevingstemperaturen bedoeld.
Deze temperaturen dienen niet te worden onder- of
overschreden! De voor uw apparaat geldige klimaatklasse
is op het typeplaatje vermeld. Het betekent:
Klimaatklasseontworpen voor
omgevingstemperaturen van
SN+10 °C tot +32 °C
N+16 °C tot +32 °C
ST+18 °C tot +38 °C
T+18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 73/23/EEG en
89/336/EEG.
§
Tips voor energiebesparing
Houd de ventilatieopeningen vrij.
Laat de deur nooit onnodig lang open staan.
Sorteer de levensmiddelen. Ga de aangegeven bewaarduur niet te boven.
Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt.
Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
Bewaar eendere producten altijd bij elkaar. Hiermee wordt
voorkomen dat de deur onnodig lang open moet en
energie bespaard.
Laat diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
Houd de deur van het apparaat bij een storing gesloten.
Het koudeverlies wordt daardoor vertraagd. De kwaliteit
van de ingevroren producten blijft langer behouden.
21
Page 4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De verpakking als transportbescherming van het
apparaat en afzonderlijke onderdelen is van recyclebare materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van PS (geschuimd, cfk-vrij
polystyreen)
- Folies en plastic zakken van PE (polyetheen)
- Spanbanden van PP (polypropeen)
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen
- verstikkingsgevaar door folies!
Breng a.u.b. het verpakkingsmateriaal naar het dichtstbijzijnde officiële inzamelpunt zodat de verschillende
materialen hergebruikt resp. verwerkt kunnen worden.
Het afgedankte apparaat
bevat nog waardevolle materialen en moet
gescheiden van het ongesorteerde afval
worden afgevoerd.
- Afgedankte apparaten onmiddellijk
onbruikbaar maken, stekker uit het
stopcontact trekken en aansluitkabel
doorknippen.
- Verwijder een evt. snap- of grendelslot,
zodat spelende kinderen zich niet zelf kunnen opsluiten ze stikken.
- Let erop dat het koelmiddelcircuit van het afgedankte
apparaat voor afhaling of afgifte bij de door de gemeenten
ingerichte depots niet beschadigd wordt. Op deze wijze is
gewaarborgd dat het koelmiddel in het circuit of olie niet
ongecontroleerd ontsnapt.
- Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op
het typeplaatje. De warmte-isolatiestof is PU met pentaan.
- Informatie over ophaaldata of inzamelpunten is de
plaatselijke stadsreiniging of bij de gemeente verkrijgbaar.
Technische veiligheid
Om persoonlijk letsel en materiële schade te
voorkomen, het apparaat alleen verpakt transporteren en
met twee personen neerzetten.
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk,
maar brandbaar.
Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of
ontbranden.
Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of ontstekingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed
ventileren.
Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aansluiten - bij de leverancier reclameren.
Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen
volgens de informatie in de gebruiks-aanwijzing monteren en aansluiten.
Wanneer er een fout optreedt dient de netstekker te worden uitgetrokken (hierbij niet aan het aansluitingskabel
trekken) of zekering activeren resp. uitdraaien.
Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door
de technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Hetzelfde
geldt voor het vervangen van het netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pentaan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen
zouden door elektrische componenten kunnen ontbranden.
U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte
inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed
afgesloten en staande bewaren.
In het inwendige van het apparaat geen open vuur of ontstekingsbronnen gebruiken.
Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken
(bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsapparatuur,
ijsmakers enz.).
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken.
Kinderen niet met het apparaat laten spelen, bijv. door ze in
laden te laten zitten of aan de deur laten hangen.
Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze
kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Opstellen
Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen leidingen
van het koelsysteem beschadigd raken.
Apparaat in de nis met een steeksleutel 10 boven
de poten vast en horizontaal uitlijnen.
Voorkom plaatsingsruimtes met directe zonin
straling, naast fornuis, verwarming en dergelijke,
evenals in de buurt van vocht of spettervorming.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de
norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke
m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in
de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer! Lees de
informatie in de opstel- en ombouwaanwijzingen.
Geen warmte afgevende apparaten, bijv. megatron,
toaster enz. op het koels-/diepvriesapparaat plaatsen!
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning
op de opstelplaats moeten overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt
zich aan de linker binnenkant, naast de groenteladen.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd
randaardestopcontact aansluiten.
Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of
zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het
apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
Bij het loshalen van het netsnoer van de achterzijde van
het apparaat de kabelhouder verwijderen, om rammelen
te voorkomen!
22
Page 5
KoelgedeelteVriesgedeelte
Het is aan te raden om het apparaat voor de inwerkingstelling
te reinigen. Hierover vindt u meer in het hoofdstuk "Reinigen".
In-/uitschakelen, temperatuur instellen
Aan: temperatuurregelaar 1 door draaien
naar rechts van positie "0" naar positie "4"
draaien. De binnenverlichting brandt, het
apparaat is ingeschakeld.
Uit: positie "0" - de binnenverlichting is uit.
De temperatuurinstellingen betekenen:
"1" = warm, kleinste koelvermogen
"7" = koud, grootste koelvermogen
Draai de temperatuurregelaar bij voorkeur in de middelste
stand.
Wanneer er diepvriesproducten worden bewaard en de
lage diepvriestemperaturen zijn gewenst, dan is een stand
van de temperatuurregelaar van "4" tot "7" aan te bevelen.
CoolPlus-schakelaar*
Bij lage kamertemperaturen, kleiner of gelijk
aan 18 °C, de CoolPlus-schakelaar 2 aan
de temperatuurregelaarbehuizing inschakelen
Daardoor worden de noodzakelijke lage
temperaturen in het vriesgedeelte gewaarborgd.
Bij normale kamertemperaturen van hoger dan 18 °C, is
het niet noodzakelijk om in te schakelen, de CoolPlusschakelaar moet dan uit zijn.
Opmerking: Gelieve erop te letten dat de binnentemperaturen van de kamertemperatuur, de standplaats, hoe vaak de
deur wordt geopend en de vulling worden beïnvloed.
Aanwijzingen m.b.t. het koelen
Door de luchtcirculatie worden er verschillende
temperatuurbereiken gecreëerd, die voor de bewaring
van de verschillende levensmiddelen gunstig zijn.
- Direct boven de groentelades en aan de achterwand is het
het koudst - gunstig voor bijv. worst- en vleeswaren.
- In het bovenste voorste bereik en in de deur is het het
warmst - gunstig voor bevoorbeeld zachte boter en kaas,
zie "Voorbeeld voor het bewaren van levensmiddelen"
afb. A.
Bewaar de levensmiddelen zodanig, dat de lucht goed kan
circuleren, dus niet te dicht op elkaar en met een afstand
van ca. 2 cm t.o.v. de binnenverlichting.
Bewaar de levensmiddelen altijd in gesloten reservoirs of
verpakt; hoogprocentige alcohol alleen goed gesloten en
rechtop bewaren.
Als verpakkingsmateriaal zijn herbruikbare kunststoffen,
metalen, aluminium of glazen reservoirs of keukenfolie
geschikt.
Sterk ethylgas afgevende en gevoelige levensmiddelen als
fruit, groenten en sla altijd scheiden of verpakken, om de
bewaarduur niet te verlagen; bijv. tomaten niet samen met
kiwi´s of kool bewaren.
!
In het -vriesgedeelte kunt u bij een bewaartemperatuur
van -18 °C en lager (d.w.z. vanaf de middelste stand van de
temperatuurregelaar) diepvriesproducten en levensmiddelen
verscheidene maanden lang bewaren, ijsblokjes maken en
bovendien verse levensmiddelen invriezen.
Opmerking: De temperatuur van de lucht in het vriesgedeelte
(gemeten met een thermometer of andere meetapparatuur)
kan schommelen. Dit heeft bij een gevuld vak echter weinig
invloed op de ingevroren levensmiddelen. De kerntemperatu-ur van de ingevroren levensmiddelen ligt dan rond het
gemiddelde van deze schommelingen.
IJsblokjes maken
Vul de ijsblokjeshouder* voor driekwart met water en laat
dit bevriezen. De ijsblokjes komen los uit de houder door
deze te buigen, of wanneer de ijsblokjeshouder korte tijd
onder stromend water wordt gehouden.
Invriezen van verse levensmiddelen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door
bevroren worden. Voedingswaarde, vitaminen, uiterlijk en
smaak van de levensmiddelen blijven zo het beste bewaard.
Ga bij het invriezen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen als volgt te werk:
Stel de temperatuurregelaar ca. 24 uur vóór het erin leggen
op een gemiddelde tot koude stand (ca. 6) in.
- CoolPlus
ducten krijgen een "koudereserve".
Leg vervolgens de verse levensmiddelen erin. Op het
typeplaatje (zie onder "Invriescapaciteit ... kg/24h") vindt u
hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur
maximaal kunt invriezen*.
Verdeel de verse levensmiddelen zo breed mogelijk over
de bodem van het vriesgedeelte en laat ze niet in aanraking komen met reeds ingevroren diepvriesproducten.
Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe, in te vriezen levensmiddelen door en door bevroren.
- Draai de temperatuurregelaar weer in de oorspronkelijke
stand terug. CoolPlus
koelproces komt weer op gang. Het invriezen is voltooid.
2
inschakelen. Reeds ingevroren diepvriespro-
2
weer uitschakelen. Het normale
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
Diepvriesproducten (reeds ingevroren levensmiddelen) kunt
u onmiddellijk in het koude vriesgedeelte leggen, hetzelfde
geldt voor tot ca. 1 kg verse levensmiddelen per dag.
De volgende levensmiddelen kunt u invriezen: vlees,
wild, gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelproducten,
brood, bakkerijproducten, kant-en-klare maaltijden.
Ongeschikt zijn: kropsla, rammenas, druiven, hele appels
en peren, vet vlees.
Vries eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur niet
opnieuw in, maar bereid ze direct na het ontdooien.
Bewaren: De aparte schap kan met max. 25 kg diepvriesproducten worden beladen.
VarioSpace: Door het uitnemen van de 2e en 3e lade en
schap verkrijgt u een twee schappen hoge plaats voor grote
diepvriesproducten. Gevolgelte, vlees, grote parten wild en
hoge bakkerijproducten kunnen in hun geheel worden
ingevroren en net zo ook worden bereid.
Wanneer u het maximale volume wilt gebruiken, dan kunt u
de lades uitnemen en de diepvriesproducten direct op de
schappen bewaren.
- Alleen de onderste lade moet altijd in het apparaat blijven.
- Wanneer de bovenste lade uitgenomen is, mogen de ventilatiespleten aan de achterwand niet worden
afgedekt. Dat is belangrijk voor een onberispelijke
werking!
- Lades uittrekken, afb. G1: tot aan de aanslag
uittrekken en van voren optillen.
- Schap uitnemen, afb. G2: de 2e en 3e lade
uitnemen, schap van voren optillen en uittrekken. Weer plaatsen: schap gewoon inschuiven,
van voren in laten klikken.
* Afhankelijk van model en uitvoering verschillend
23
Page 6
Storingen - problemen?Ontdooien, reinigen
Ontdooien
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
In de koelruimte
Het vrijkomende water verdampt door de vrijkomende warmte
van de compressor - waterdruppels op de achterwand zijn
normaal en wijzen niet op een storing.
U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater ongehinderd door de afvoeropening (pijl in afb. A) in de achterwand kan wegstromen.
In de diepvriesruimte
Het vrijkomende vocht slaat zich op de verdamper neer, wordt
periodisch ontdooit en verdampt.
Door het automatische ontdooiingsprincipe blijft de diepvriesruimte altijd vrij van ijs, daardoor wordt er tijd voor werkzaamheden bij het handmatige ontdooien bespaard.
Reinigen
Voor het reinigen dient het apparaat altijd buiten
werking te worden gezet. Netstekker uittrekken of
de voorgeschakelde zekeringen uitdraaien resp.
activeren.
Buitenwand, binnenruimte en delen van het interieur met
lauwwarm water en een beetje schoonmaakmiddel met de
hand reinigen. Gebruik geen stoomreinigingsapparaat
teneinde verwondingen en beschadigingen te voorkomen.
Gebruik nooit schurende/krassende sponsjes of geconcentreerde schoonmaakmiddelen en gebruik geen producten
die zand, zuren of chemische oplosmiddelen bevatten.
- Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neutrale allesreiniger.
- Let erop dat geen schoonmaakwater in de ventilatieopeningen, de afvoergoot* en elektrische delen dringt. Wrijf
het apparaat droog.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat nooit: het is belangrijk voor de technische dienst.
Reinig de afloopopening aan de achterwand boven de groentelades regelmatig, afb. A, pijl.
Gebruik indien nodig een spits
hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje.
Maak het aggregaat en de warmtewisselaar (het metalen rooster aan de
achterkant van hat apparaat) minimaal
één keer per jaar stofvrij en schoon.
Stof verhoogt het energieverbruik.
Let erop dat u geen kabels of andere
onderdelen lostrekt, knikt of beschadigt.
Steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact (of
schakel de zekering in de meterkast weer in) en schakel
het apparaat in.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld worden,
maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact, maak
het op de hierboven beschreven manier schoon en laat de
deur van het apparaat open staan om geurvorming te voorkomen.
Uw toestel is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat er
van storingsvrijheid en een lange levensduur kan worden
uitgegaan.
Mocht zich ondanks dat tijdens de werking een storing
voordoen, dan controleer of de storing door een bedieningsfout is opgetreden. In dit geval moeten wij ook tijdens de
garantieduur de hierdoor veroorzaakte kosten in rekening
brengen.
De volgende storingen kunt u door het nagaan van de
mogelijke oorzaken zelf verhelpen:
Storing- mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat werkt niet.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De binnenverlichting brandt niet.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder
"Binnenverlichting" beschreven.
Binnenverlichting brandt bij ingeschakelde CoolPlus:
-
Dit is noodzakelijk voor de Cool-Plus-functie en is in
orde.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende aggregaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat
eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet
de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: Stromingsgeluiden (borrelen of ruisen). Deze
zijn afkomstig van het koelmiddel, dat in het koelmiddelcircuit stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet laag genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld? Stel indien nodig een
lagere temperatuur in.
- De losse thermometer in het apparaat geeft een foute
temperatuur weer.
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting? Ventilatierooster
eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage
"Bepalingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Technische dienst en typeplaatje
Wanneer geen van de boven genoemde oorzaken van
toepassing zijn en u de storing niet zelf kunt verhelpen,
neem dan contact op met de dichtsbijzinde klantenservice
(register bijgesloten). Vermeld hierbij de
Aanduiding van het apparaat
het service- 2
appraatnummer 3van het
typeplaatje. Dit maakt een snelle en
doelmatige service mogelijk. Het
typeplaatje vindt u op de linker
binnenkant van het apparaat.
und
1
,
24
* afhankelijk van model en uitvoering
Page 7
Opstel- en ombouwaanwijzingen
De uitwendige afmetingen vindt u in afb. S.
Het apparaat niet side-by-side met een andere koel-/vrieskast
plaatsen! Belangrijk voor het vermijden van condensatiewater
en daaruit resulterende schade.
Draairichting deur veranderen
Afb. T: Desgewenst kan de draairichting worden veranderd.
Ga hiervoor volgens afb. T/T1 en in de volgorde van de positienummers te werk.
Inbouw in het keukenblok
Afb. U: De apparaten kunnen door de keukeninrichting
omgeven worden. Om het apparaat aan de hoogte van het
keukenblok aan te passen kunt u er een opbouwkast 1 op
plaatsen.
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
ventilatieruimte van ten minste 50 mm diepte vrij voor de
toevoer en afvoer van lucht. De ventilatieruimte moet een
minimale oppervlakte van 300 cm
oppervlakte van de ventilatieruimte, des te energiezuiniger
werkt het apparaat.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een
muur
4
neem dan een afstandlijst (breedte min. 30 mm)
tussen apparaat en muur op.
Wilt u het apparaat aan de aangrenzende keukenmeubelen bevestigen of een afstandlijst tussen apparaat en muur
aanbrengen, dan gaat u als volgt te werk:
- Controleer of de deur vrij draait.
- Boor nooit binnen de gearceerde oppervlakte, afb. U. Dit
is van belang omdat u anders ingeschuimde componenten
beschadigt!
- Bevestig het apparaat met parkerschroeven aan de
aangrenzende keukenelementen. Maximale schroefdiepte
10 mm!
1
opbouwkast
3
keukenmeubel
2
hebben. Hoe groter de
2
koel-/vrieskast
4
muur
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip
voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
25
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.