• Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen -
verstikkingsgevaar door folies!
• Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materialen
en moet gescheiden van het ongesorteerde afval worden afgevoerd.
• Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en
zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet
kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport
van het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
• Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het
typeplaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren
overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen. In het geval van het industriële koelen van levensmiddelen
moeten de geldige wettelijke bepalingen in acht worden genomen.
Het apparaat is niet bedoeld voor het bewaren en koelen van geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumspreparaten of eendere
aan de Europese Richtlijn medische hulpmiddelen 2007/47/EG ten
grondslag liggende stoen en producten.
Een abusievelijk gebruik van het apparaat kan schade aan de
bewaarde producten of het bederf ervan veroorzaken.
Bovendien is het apparaat niet geschikt voor werking in explosiegevaarlijke omgevingen.
Overzicht van apparaat en uitrusting
Bedienings- en
controleelementen
Boter- en kaasvak
Verplaatsbare plateaus
Flessendraagrooster
Binnenverlichting
Verplaatsbare opbergvakken
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd met
twee personen uit en stel hem samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór het
aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
op en houd u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn van een
goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de
stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar pak
de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door de
technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien anders
grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan. Hetzelfde
geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen. Let
er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat goed
op dat het koelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het koelcircuit
des ondanks beschadigd raken, houd het apparaat dan uit de buurt
van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het vertrek.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om ergens
bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met
fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet
over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een
persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik
van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht
uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om
te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te
koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of
dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact
veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
• Eet consumptieijs, met name waterijsjes of ijsblokjes, niet direct op
nadat u het uit het apparaat genomen hebt. Extreem lage temperaturen kunnen blaren aan uw handen of in uw mond veroorzaken.
• Consumeer geen levensmiddelen die al over de verbruiksdatum
heen zijn of te lang in het apparaat liggen aangezien u hierdoor een
voedselvergiftiging kunt oplopen.
• Het apparaat is bedoeld voor het koelen, invriezen en bewaren van
levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het apparaat werd ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel gebruik (in de
horeca, detailhandel enz.) moeten de op de betreffende bedrijfstak
van toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
• Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat. Eventueel
vrijkomend gas kan door de elektrische componenten ontstoken
worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan het waarschuwingssymbool bestaande uit enkele vlammen met eronder de tekst "Licht
ontvlambaar" dan wel aan de tekst op de spuitbus.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
14
Groenteladen
Typeplaatje
Koudeaccu's
Diepvriesladen
Diepvriesplan
Dooiwaterafvoer
Stelpoten
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z.
een maximale temperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt
mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het
typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperaturen
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +16 °C tot +38 °C
T +16 °C tot +43 °C
Page 3
Opstellen
• Plaats het apparaat bij voorkeur niet in direct zonlicht, naast het
fornuis, een radiator enz.
• De ondergrond moet vlak en waterpas zijn. Gelieve oneenheden
met behulp van de bijgevoegde steeksleutel via de stelpootjes te
compenseren.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd voor een goede
luchttoevoer en -afvoer!
• Plaats geen apparaten die warmte afgeven op het apparaat, bijv.
magnetron, broodrooster enz.
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten
zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen
ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het
apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel
vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via
een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats
moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het
typeplaatje vindt u links op de binnenwand. Het stopcontact moet
d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de
achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaardestopcontact aansluiten.
Apparaat in- en uitschakelen
Wij adviseren u om de apparaat te reinigen voordat u hem in gebruik
neemt (zie verder onder "Reinigen").
Inschakelen:
Stekker in het stopcontact steken - het apparaat is ingeschakeld.
• Het temperatuurdisplay D toont de ingestelde binnentemperatuur
(links voor koelgedeelte, rechts voor vriesgedeelte).
• Het rode waarschuwingslampje
wingslampje gaat uit, zodra het koud genoeg is in het vriesgedeelte.
Uitschakelen:
Trek de stekker uit het stopcontact of zet de temperatuurregelaar
voor het vriesgedeelte op de stand "0". De LED's in het display
zijn uit - het volledige apparaat is uitgeschakeld.
Koelgedeelte uitschakelen:
Draai de temperatuurregelaar voor het koelgedeelte in de stand
"0". De LED's links op het display zijn uit - het koelgedeelte is
uitgeschakeld. Het vriesgedeelte blijft ingeschakeld.
brandt. Het rode waarschu-
NL
Afmetingen
Energie sparen
- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
- Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigheden
b.v. de omgevingstemperatuur.
- Open het apparaat zo kort mogelijk.
- Zet de levensmiddelen soort bij soort.
- Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan. Rijpvorming wordt vermeden.
- Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamertemperatuur.
- Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
- Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat ontdooien.
- Bij langere vakanties koelgedeelte legen en uitschakelen.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
- de koelmachine met warmtewisselaar - metalen rooster aan de
achterkant van het apparaat - eens per jaar afstoffen.
De temperatuur kan met de temperaturregelaar worden ingesteld
(links voor koelgedeelte, rechts voor vriesgedeelte).
Al naar gelang de stand van de regelaar verandert de op het display
D getoonde temperatuur.
Opmerking: De indicatie op het display toont niet de heersende
binnentemperatuur maar de gewenste temperatuurinstelling.
Alarm-toets
Het apparaat is met een alarmfunctie uitgerust.
Als de temperatuur in het vriesgedeelte te hoog is, weerklinkt het
geluidssignaal en de LED in de Alarm-toets knippert.
Door het indrukken van de Alarm-toets wordt de waarschuwingstoon uitgeschakeld en de LED knippert niet meer maar brandt
continu. De LED gaat uit zodra het in het vriesgedeelte weer koud
genoeg is.
Dit geval kan optreden:
• Wanneer de deur van het vriesgedeelte lang open blijft zodat er
warme lucht naar binnen stroomt;
• Na een langdurige stroomonderbreking;
• Bij een defect van het apparaat.
Controleer in alle gevallen of er levensmiddelen opgedooid of
bedorven zijn. Als de Alarm-LED niet uitgaat, gelieve u met de
technische dienst contact op te nemen (zie hoofdstuk Storingen).
Alarm-toets
15
Page 4
Uitvoering
Desgewenst kunt u de draagplateaus
verplaatsen. Til de plateaus van voren op,
trek ze er half uit en kantel ze omhoog/
omlaag om ze eruit te halen.
Bij het terugzetten moet de aanslagrand
achter omhoog wijzen aangezien er anders
levensmiddelen aan de achterwand kunnen vastvriezen.
Opbergvakken in de deur verplaatsen
- Druk het opbergvak omhoog (1) en
neem het naar voren weg. Zet het in de
omgekeerde volgorde op de gewenste
hoogte terug (2).
- Desgewenst kunt u de essenhouder F verschuiven om te voorkomen dat de
essen bij het openen/sluiten van de
deur kantelen.
Hebt u ruimte voor grote essen nodig dan
kunt u een half glasplaat eenvoudig naar
achteren schuiven.
Flessenrooster
Met het essenrooster creëert
u extra ruimte voor het koelen
van dranken.
• Bewaar vloeistoffen en levensmiddelen die snel geur of smaak
afgeven of aannemen altijd in een
gesloten koelkastdoos of afgedekt. Bewaar sterke alcoholica
uitsluitend in een goed gesloten,
rechtop staande fles.
• Fruit, groente en sla kunt u onverpakt in de groenteladen bewaren.
• Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: koelkastdozen van kunststof, metaal (bijv. aluminium), glas en voor hergebruik geschikte
kunststof folie en zakken.
Koelen met ventilator
Hiermee bereikt u op alle niveaus een betrekkelijk gelijkmatige
temperatuurverdeling; alle levensmiddelen zijn even koel, bij
kiesbare temperatuur. Door de geforceerde luchtcirculatie worden
de verschillende temperatuurbereiken van de normale werking
opgeheven.
In principe is het altijd aan te bevelen om:
- bij hoge kamertemperaturen (vanaf
ca. 30 °C),
- bij hoge luchtvochtigheid, bijv. op
zomerdagen.
In-/uitschakelen:
Ventilator-schakelaar te bedienen.
= aan, 0 = uit.
Binnenverlichting
Type lampje: gloeilamp 25 W, E14-tting. Draai in geen geval een
lamp van meer dan 25 W in de tting. Zie voor de spanningsgegevens het typeplaatje.
Lampje in het apparaat vervangen:
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de
meterkast uit.
• Druk de boven- en onderkant van
het afdekkapje, in 1 en wip het
kapje aan de achterkant los 2.
• De gloeilamp vervangen. Let er bij
het indraaien op dat de afdichting
correct in de lampfitting zit.
• Zet het afdekkapje achter terug en
druk de boven- en onderkant vast.
Invriezen
Op het typeplaatje Invriescapaciteit vindt u hoeveel kilo verse
levensmiddelen u binnen 24 uur
mag invriezen. De invriescapaciteit
is afhankelijk van het model en de
klimaatklasse van het apparaat.
Invriezen
• Druk de Superfrost-toets S in - het Superfrostlampje gaat branden.
• 24 uur wachten.
• Leg de verse levensmiddelen erin.
• De automatische Superfrost-voorziening schakelt het invriezen
automatisch 65 uur na het inschakelen van Superfrost uit.
Schakel Superfrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het apparaat
legt;
- bij het invriezen van minder dan 1 kg verse levensmiddelen per
dag.
16
Page 5
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
• Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgemeten porties.
Om deze porties meteen door en door te laten bevriezen, doet u
er goed aan de volgende maximale hoeveelheden per portie aan
te houden:
fruit, groente: max. 1 kg, vlees: max. 2,5 kg.
• Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes, voor
hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of metaal (bijv.
aluminium).
• Breng in te vriezen levensmiddelen niet in contact met reeds
ingevroren produkten. Leg uitsluitend droge verpakkingen in het
apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
• Noteer altijd datum en inhoud op de verpakkingen. Houd u aan
de maximale houdbaarheid.
• Vries geen flessen en pakken met koolzuurhoudende dranken in
aangezien deze kunnen exploderen.
• Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit het
apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide
levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
– in de hete-luchtoven
– in de magnetron
– bij kamertemperatuur
– in de koelkast: de warmte die voor het ontdooien nodig is, wordt
aan de overige produkten in de koelkast onttrokken.
IJsblokjes maken
• IJsblokjeshouder met water vullen.
• IJsblokjeshouder in het apparaat zetten
en laten bevriezen.
• Vervorm de lade enigszins om de ijsblokjes
eruit te laten springen of houd hem even onder
stromend water.
NL
Ontdooien
Het koelgedeelte
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het vrijkomende water stroomt
via de dooiwaterafvoer in de achterwand in een verdampingsschaal
buiten het apparaat. Hier verdampt
het water door de vrijkomende warmte
van de compressor.
Het enige wat u hoeft te doen, is van tijd
tot tijd te controleren of het dooiwater
door de dooiwaterafvoer boven de
groenteladen ongehinderd kan wegstromen.
Het vriesgedeelte
Op de wanden van de vriesruimte wordt na een langere bedrijfstijd
een laag rijp resp. ijs gevormd. Hierdoor stijgt het energieverbruik.
Ontdooi daarom regelmatig.
• Schakel de kast uit om hem te ontdooien: Trek de stekker uit het
stopcontact of draai de temperatuurregelaar naar `0´.
• Wikkel de levensmiddelen in oude kranten of een deken en bewaar
ze op een koele plaats.
• Trek het lekwaterpijpje ➊ eruit en plaats
een opvangpak eronder.
• Plaats een pan heet water op de bodem
van de vriesruimte om het apparaat
sneller te laten ontdooien.
• Laat de deur van de kast tijdens het
ontdooien open staan. Neem het laatste
restje dooiwater met een doek op en
maak de kast vervolgens schoon.
Gebruik voor het ontdooien geen mechanische of andere hulpmiddelen tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Het diepvriesplan
Het diepvriesplan geeft de houdbaarheid in maanden voor enkele
symbolisch weergegeven produkten.
De werkelijke houdbaarheid
d.w.z. of de kortste of de langste bewaartijd van toepassing
is hangt af van de kwaliteit van
de levensmiddelen, de behandeling vóór het invriezen,
en de kwaliteit die u na het
ontdooien wenst. Voor de wat
vettere levensmiddelen geldt
steeds de kortste bewaartijd.
De koudeaccu's
Bij stroomuitval voorkomen de bijgevoegde
koudeaccu's dat de temperatuur in de
kast te snel oploopt - de kwaliteit van
de levensmiddelen blijft langer bewaard.
Wilt u ingevroren levensmiddelen bij een
eventuele storing zo lang mogelijk kunnen bewaren, leg dan de accu's in de bovenste lade direct op
de ingevroren levensmiddelen.
Reinigen
Voor het reinigen altijd het apparaat uitschakelen. Stekker uit
het stopcontact trekken of de voorgeschakelde zekeringen
eruit schroeven resp. laten aanspringen.
• Zijwanden en deuroppervlakken uitsluitend met een schone,
zachte, zonodig licht vochtige doek (water + afwasmiddel) reinigen.
Optioneel kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
- Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcentreerde
reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakproducten die zand,
chloride of zuur bevatten of chemische oplosmiddelen: die beschadigen de oppervlakte en kunnen corrosie veroorzaken.
• Reinig de binnenruimte van het apparaat en de delen van het
interieur met lauw water waaraan een beetje afwasmiddel is
toegevoegd.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten!
Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen of de ventilatierooster dringt.
• Maak alles goed droog met een doek.
• Reinig de dooiwater-afvoeropening in de koelruimte met een spits
hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje.
• Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat nooit: het is belangrijk voor onze technische dienst.
17
Page 6
Storingen
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
• Het apparaat werkt niet. Controleer:
– of het apparaat is ingeschakeld;
– of de stekker goed in het stopcontact zit;
– of de zekering in de meterkast nog goed is.
• Het apparaat maakt te veel lawaai. Controleer:
– of het apparaat stabiel staat;
– of meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen worden gebracht. Let wel dat stromingsgeluiden in het koelmiddelcircuit niet te voorkomen zijn.
• De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
– of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder "Temperatuur
instellen");
– of er te grote hoeveelheden verse levensmiddelen in het apparaat
gelegd werden;
– of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
– of de ventilatie in orde is;
– of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
Neem, indien geen van de bovengenoemde oorzaken van toepassing zijn en u de storing niet zelf
verhelpen kunt, contact op met
de dichtstbijzijnde technische
dienst van de leverancier van
het apparaat. Geef de volgende
gegevens op het typeplaatje
door: de typeaanduiding
servicenummer
raatnummer
bevindt zich aan de linker binnenkant.
2 en het appa-
3. Het typeplaatje
1, het
Deur ombouwen
1. Haal het afdekdeel eraf.
2. Schroef het scharnier eraf.
3. Haal de onderste deur eraf.
4. Zet het afdekplaatje over naar de
andere kant.
Inbouw in het keukenblok
Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te passen
kunt u er een opbouwkast
Houd achter de gehele
breedte van de opbouwkast
een ventilatieruimte van ten
minste 50 mm diepte vrij
voor de toevoer en afvoer
van lucht. De ventilatieruimte moet een minimale
doorsnede van 300 cm²
hebben.
Plaatst u het apparaat met
de scharnierkant naast een
muur
4 neem dan een af-
standlijst (breedte ongeveer
50 mm) tussen kast en muur
op. Dit in verband met het
uitsteken van de deurgreep
bij een geopende deur.
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel
het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de zeke ringen
in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat de apparaatdeur
open staan om geurvorming te voorkomen.
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2004/108/EG en 2006/95/EG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van
alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij
wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
5. Zet de scharnierdelen van het
scharnier over naar de andere kant.
6. Trek de middelste lagerpen er
naar beneden uit.
7. Haal de bovenste deur eraf.
8. Zet het stopje over naar de
andere kant.
9. Drukplaatjes vooraan losha-
len en wegduwen.
10. Zet de deurgrepen en stopjes
over naar de andere kant.
18
Page 7
11. Schroef het scharnier eraf.
12. Zet het stopjes over naar de
andere kant.
13. Schroef scharnier 180° gedraaid weer vast.
14. Trek de lagerbus eruit en zet hem
er van boven weer in.
NL
18. Zet de plaathoek en afdekdeel over naar de andere
kant.
19. Schroef scharnier op de linkerkant van het apparaat. De
schroef M4 moet in het linker
gat van het scharnier worden
geschroefd. De twee andere
schroeven hebben de maat M5.
20. Afdekdeel monteren.
15. Haal het afdekdeel eraf.
16. Schroef het scharnier eraf.
17. Zet scharnierpen van het scharnier
over naar de andere kant.
21. Schuif de bovenste deur over scharnierpen en sluit hem.
22. Schuif de middelste lagerpen van
onder door het scharnier in het
deurlager.
23. Schuif de onderste deur over scharnier
en sluit hem.
24. Steek scharnier in het onderste deurlager
en schroef het scharnier vast.
25. Afdekdeel vastduwen.
19
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.