LG S5200 Owner’s Manual [nl]

S5200 GEBRUIKERSHANDLEIDING
GEBRUIKERSHANDLEIDING
S5200
GEBRUIKERSHANDLEIDING
S5200
De inhoud van deze handleiding kan op bepaalde punten afwijken van uw telefoon, afhankelijk van de software op de telefoon of uw service provider.
P/N : MMBB0192705(1.0
)
H
De inhoud van deze handleiding kan op bepaalde punten afwijken van uw telefoon, afhankelijk van de software op de telefoon of uw service provider.
S5200
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Uw oude toestel wegdoen
1. Als het symbool met de doorgekruiste verrijdbare afvalbak op een product staat, betekent dit dat het product valt onder de Europese Richtlijn 2002/96/EC.
2. Elektrische en elektronische producten mogen niet worden meegegeven met het huishoudelijk afval, maar moeten worden ingeleverd bij speciale inzamelingspunten die door de lokale of landelijke overheid zijn aangewezen.
3. De correcte verwijdering van uw oude toestel helpt negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
4. Wilt u meer informatie over de verwijdering van uw oude toestel? Neem dan contact op met uw gemeente, de afvalophaaldienst of de winkel waar u het product hebt gekocht.
NEDERLANDS
INHOUDSOPGAVE
2
INHOUDSOPGAVE
INTRODUCTIE 6 RICHTLIJNEN VOOR JUIST
EN VEILIG GEBRUIK 7 S5200 FUNCTIES 11
Onderdelen van de telefoon Scherminformatie 15
TOESTEL KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK 17
De SIM-kaart en de batterij installeren 16
De batterij opladen 18 Adapter loskoppelen 19 Telefoon aan-en uitzetten 20 Toegangscodes
Blokkeerwachtwoord 21
HOOFDFUNCTIES 22
Bellen en gebeld worden 19 Contacten 27 Menu in gesprek Conferentiegesprekken 29
MENU-OVERZICHT 31 SELECTEREN VAN
FUNCTIES EN OPTIES 34 PROFIELEN 35
Activeren Personaliseren Naam wijzigen 36
OPROEP-INFO 37
Gemiste oproepen 32 Ontvangen oproepen 32 Uitgaande oproepen 32 Laatste oproepen
verwijderen 38 Oproeptarieven 33
Oproepduur 33 Oproepkosten 33 Instellingen 33
GPRS info. 39
Oproepduur 34 Gegevensvolumes 34
3
INHOUDSOPGAVE
EXTRA 40
Alarmklok Bluetooth 36
Gekoppelde apparaten Handsfree-apparaten 36 Instellingen 41
Calculator 35 Conversieprogr. Wereldtijd 35 Modem 42
PLANNER 43
Contacten 38
Zoeken 38 Nieuw toevoegen 44 Bellersgroepen Snelkiezen 45 Instellingen Alles Kopiëren Alles verwijderen 46 Informatie 41
Kalender 47
Nieuwe toevoegen Bekijk dagelijkse planning Laatste verwijderen Alles verwijderen 48 Ga naar datum Waarschuwingsgeluid instellen 42
Memo 43
BERICHTEN 49
Nieuw bericht
SMS schrijven MMS schrijven 50
Inbox 52 Outbox 53 Concepten 54 Voicemail beluisteren 55 Info-bericht
Lezen 49 Onderwerpen 51
Sjablonen
Tekstsjablonen 56 MMS-sjablonen Mijn visitekaartje 57
Instellingen
SMS 50 MMS Voicemail centrale 58 Info-bericht Push-berichten
52
INHOUDSOPGAVE
4
MULTIMEDIA 59
Foto maken 53 Videocamera Mijn foto's 60 Mijn video's MP3 61
MP3-speler 62 Afspeellijst 63 Instellingen
Spraakrecorder
Opnemen Lijst bekijken
Instellingen 64
Camera Videocamera
INSTELLINGEN 65
Datum & tijd 57
Datum instellen 57 Tijd instellen 57
Telefooninstellingen 57
Instellingen weergeven 57 Thema instellingen 66 Taal
Oproepinstellingen 58
Oproep doorschakelen 58 Antwoordmodus 67 Mijn nummer meezenden Oproep in wacht 68 Minuutmelder 60 Automatische nummerherhaling 60
Beveiligingsinstellingen 68
PIN-code vragen 62 Telefoonblokkering 69 Time-out autom.
toetsenvergrendeling Oproepblokkering Vast oproepnummer 70 Codes wijzigen
Netwerkinstellingen
Netwerkkeuze 71 Bandkeuze
GPRS-Instellingen 64 Instellingen resetten Geheugenstatus 64
Toestel geheugen Multimedia geheugen
INHOUDSOPGAVE
5
SERVICE 72
Internet 73
Startpagina 66 Favorieten Ga naar URL Instellingen 74
SIM-service 76
DOWNLOADS 77
Games en toepassingen
Games en toepassingen 66 Profielen 78
Afbeeldingen Geluiden Bestandsopslag 79
ACCESSOIRES 82
TECHNISCHE GEGEVENS 83
INHOUDSOPGAVE
Gefeliciteerd met de aanschaf van de geavanceerde en compacte mobiele telefoon S5200, met de laatste digitale mobiele communicatietechnologie.
Deze gebruikershandleiding bevat belangrijke informatie over het gebruik en de bediening van uw telefoon. Lees alle informatie aandachtig door om het toestel optimaal te benutten en schade aan of misbruik van de telefoon te voorkomen. Bij aanpassingen aan de telefoon die niet uitdrukkelijk in deze gebruikershandleiding zijn vermeld, kan de garantie op het toestel vervallen.
INTRODUCTIE
6
INTRODUCTIE
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
7
Lees deze eenvoudige richtlijnen door. Het niet respecteren van de voorschriften kan gevaarlijk of illegaal zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding.
BLOOTSTELLING AAN RF­ENERGIE
Informatie over blootstelling aan radiogolven en over SAR (Specific Absorption Rate)
Deze mobiele telefoon, model S5200, is ontworpen in overeenstemming met de limiet voor blootstelling aan radiogolven. Deze limiet is gebaseerd op wetenschappelijke richtlijnen waarbij veiligheidsmarges zijn ingebouwd om de veiligheid van alle personen te kunnen waarborgen, ongeacht hun leeftijd of gezondheidstoestand.
]
De richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven maken gebruik van de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate). SAR-testen worden uitgevoerd volgens een standaardmethode, waarbij de telefoon in alle frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt.
]
Hoewel er verschillen kunnen zijn tussen de SARniveaus van verschillende modellen LG­telefoons, voldoen deze allemaal aan de eisen op het gebied van blootstelling aan radiogolven.
]
De door de ICNIRP (International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection) geadviseerde SAR-limiet is gemiddeld 2 W/kg per tien (10) gram weefsel.
]
De hoogst gemeten SAR-waarde voor dit type telefoon tijdens tests tegen het oor is 0.117 W/kg (per 10 gram).
ONDERHOUD
WAARSCHUWING! Gebruik uitsluitend originele
batterijen, opladers en accessoires die zijn goedgekeurd voor dit specifieke type telefoon. Het gebruik van andere types kan gevaarlijk zijn en kan de garantie op het toestel doen vervallen.
]
Haal het toestel niet uit elkaar. Raadpleeg voor reparaties een erkend technicus.
]
Houd het toestel uit de buurt van elektrische apparaten zoals tv, radio en pc.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
8
]
Houd het toestel uit de buurt van warmtebronnen zoals radiators en fornuizen.
]
Laat het toestel niet vallen.
]
Stel het toestel niet bloot aan mechanische trillingen of schokken.
]
Het omhulsel van het toestel kan beschadigd raken als het wordt verpakt in papier of vinylpapier.
]
Gebruik een droge doek om de buitenkant van het toestel te reinigen. (Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzeen, thinner of alcohol.)
]
Stel het toestel niet bloot aan overmatige rook of stof.
]
Houd het toestel uit de buurt van creditcards en andere pasjes; dit kan de informatie op de magnetische strips beïnvloeden.
]
Tik niet op het scherm met scherpe objecten, dit kan de telefoon beschadigen.
]
Stel het toestel niet bloot aan vocht.
]
Gebruik de accessoires zoals de oortelefoon zorgvuldig. Raak de antenne niet onnodig aan.
ELEKTRONISCHE APPARATEN
Alle mobiele telefoons kunnen onderhevig zijn aan storingen die de prestaties nadelig beïnvloeden.
]
Gebruik uw telefoon niet in de buurt van medische apparatuur zonder hiervoor vooraf toestemming te vragen. Houd de telefoon op afstand van uw pacemaker, draag deze niet in een borstzak.
]
Sommige gehoorapparaten kunnen storing ondervinden van mobiele telefoons.
]
De telefoon kan ook enige storing veroorzaken bij tv’s, radio’s, pc’s, enz.
VEILIGHEID OP DE WEG
Kijk de bestaande wetten en regels na over het gebruik van mobiele telefoons in uw voertuig in de landen waar u rijdt.
]
Houd de telefoon niet in de hand terwijl u aan het rijden bent.
]
Houd uw aandacht bij de weg.
]
Maak gebruik van een handsfree kit, indien beschikbaar.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
9
]
Als dit gezien de rijomstandigheden verstandiger is, verlaat dan de weg en parkeer uw auto alvorens een telefoongesprek te gaan voeren.
]
RF-energie kan sommige elektronische systemen in uw gemotoriseerde voertuig, zoals autoradio en beveiligingsapparatuur, nadelig beïnvloeden.
]
Als uw voertuig is voorzien van een airbag, plaats dan geen geïnstalleerde of draadloze apparatuur in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Dit kan ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen.
GEBIED WAAR ONTPLOFFINGEN PLAATSVINDEN
Gebruik de telefoon niet op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan de geldende voorschiften en regels.
MOGELIJK EXPLOSIEVE ATMOSFEER
]
Gebruik de telefoon niet in de nabijheid van tankstations. Gebruik hem niet in de buurt van brandstof of chemicaliën.
]
Vervoer of bewaar geen brandbaar gas, vloeistof of ander materiaal op dezelfde plaats in uw voertuig als uw mobiele telefoon en accessoires.
VLIEGTUIG
Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
]
Schakel uw mobiele telefoon uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat.
]
Gebruik de telefoon niet aan de grond zonder toestemming van de bemanning.
KINDEREN
Bewaar de telefoon op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. De telefoon bevat kleine afneembare onderdelen die tot verstikking kunnen leiden.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
10
ALARMNUMMERS
Alarmnummers kunt u niet via alle GSM-netwerken bellen. Zorg daarom dat u in noodsituaties nooit alleen afhankelijk bent van de telefoon. Neem contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie.
INFORMATIE EN ONDERHOUD BATTERIJ
]
U hoeft de batterij niet volledig te ontladen voor u deze oplaadt. In tegenstelling tot andere batterijsystemen heeft dit systeem geen geheugeneffect dat de capaciteit van de batterij beïnvloedt.
]
Gebruik uitsluitend LG-batterijen en -laders. LG­laders zorgen voor een maximale levensduur van de batterij.
]
Haal de batterij niet uit elkaar en voorkom kortsluiting in de batterij.
]
Houd de metalen contactpunten van de batterij schoon.
]
De batterij kan honderden malen worden opgeladen voordat deze aan vervanging toe is.
]
Laad de batterij opnieuw op als deze lange tijd niet is gebruikt, voor een optimale betrouwbaarheid.
]
Stel de batterijlader niet bloot aan direct zonlicht en gebruik deze niet in vochtige ruimtes, zoals de badkamer.
]
Bewaar de batterij niet op warme of koude plaatsen, omdat dit de capaciteit van de batterij nadelig kan beïnvloeden.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
S5200 FUNCTIES
11
ONDERDELEN VAN DE TELEFOON
Voorkant
1. Hoofdtelefoon aansluiting
] Hoofdtelefoon hier aansluiten
2. Zijtoetsen omhoog/omlaag
] Hiermee regelt u het volume van de
toetsentonen in de standby-modus bij geopende klep.
] Hiermee regelt u het volume van de
oormicrofoon tijdens een telefoongesprek.
3. Scherm voorzijde
S5200 FUNCTIES
Zijtoetsen omhoog/ omlaag
Hoofdtelefoon aansluiting
Scherm voorzijde
!
@
#
S5200 FUNCTIES
12
Rechterkant Achterkant
S5200 FUNCTIES
Camera/MP3
]
Houd deze toets ingedrukt als u de cameramodus, MP3 of videcamera wilt activeren. Gebruik deze toets ook om een opname te maken.
Opening voor een draagkoord
Ruimte voor SIM-kaart
Batterijcontacten
SIM-kaart-terminals
Ontgrendelingsknop
] Druk op deze knop om de
batterijklep te verwijderen.
Cameralens
] Vuil op de cameralens kan de
beeldkwaliteit beïnvloeden.
Batterij
Flitser
Opladeraansluiting/ Kabelaansluiting
Microfoon (Video)
13
Klep open
S5200 FUNCTIES
!
@
$
Menu Contacten
Oortelefoon
Linker softkey
Verzendtoets
Alfanumerieke toetsen
%
Microfoon
Hoofdscherm
^
&
Navigatietoetsen Rechter softkey
* (
Annuleertoets
Speciale functietoetsen
Einde-/Aan-uit-toets
)
Bevestigingstoets
#
Opmerking
]
Als het geluid niet goed overkomt, schuift u de klep open tijdens het gebruik van de telefoon.
1. Oortelefoon 2, 8. Linker softkey/ Rechter softkey: Elk van deze
toetsen verricht de functie die erboven in het scherm wordt weergegeven.
3. Verzendtoets: U kunt een telefoonnummer kiezen
en een oproep beantwoorden. In de standby­modus hebt u ook snel toegang tot de laatste inkomende, uitgaande en gemiste oproepen.
4. Alfanumerieke toetsen: U kunt cijfers, letters en
speciale tekens invoeren.
5. Microfoon: U kunt het geluid van de microfoon
tijdens een oproep uitschakelen.
6. Hoofdscherm: Geeft icoontjes met telefoonstatus
weer, evenals menuopties, webinformatie, foto’s en meer, in kleur.
7. Navigatietoetsen: Hiermee kunt u door menu's
bladeren en de cursor verplaatsen.
9. Bevestigingstoets: Selecteert en bevestigt opties
en bevestigt acties.
10. Einde-/Aan-uit-toets: U kunt een oproep
beëindigen of weigeren met deze toets, en tevens teruggaan naar de standby-modus. U houdt de toets ingedrukt om de telefoon aan of uit te zetten.
11. Annuleertoets: Als u de toets kort indrukt
worden de tekens een voor een gewist, als u de toets ingedrukt houdt worden alle tekens op het scherm gewist. U kunt met deze toets ook teruggaan naar het vorige scherm.
12. Speciale functietoetsen
]
: Door deze toets lang in te drukken
wordt het internationale oproep- teken “+” ingevoerd.
]
: Door tijdens het intoetsen van een
telefoonnummer lang op deze toets te drukken wordt er een pauze ingelast.
S5200 FUNCTIES
14
S5200 FUNCTIES
SCHERMINFORMATIE
Op het scherm worden verschillende pictogrammen weergegeven. Hieronder vindt u een beschrijving van elk pictogram of icoontje dat op het scherm kan verschijnen.
Schermpictogrammen
15
Schermpictogram Beschrijving
Geeft aan hoe sterk het netwerksignaal is.
Verschijnt wanneer er een gesprek wordt gevoerd.
Geeft aan dat u gebruik maakt van een roamingdienst.
Geeft aan dat GPRS-diensten beschikbaar zijn.
Geeft aan dat de alarmklok is ingesteld en actief is.
Geeft de status van de batterij aan.
S5200 FUNCTIES
Schermpictogram Beschrijving
Duidt het ontvangstbewijs van een bericht aan.
Geeft aan dat u een spraakbericht hebt ontvangen.
Geeft aan dat de trilfunctie is ingesteld.
Luid menu in profiel. Stil menu in profiel. Headsetmenu in profiel. Normaal menu in profiel. Geeft aan dat u de diensten voor
push-berichten kunt beheren. Geeft aan dat de telefoon
verbinding maakt met WAP.
S5200 FUNCTIES
16
Schermpictogram Beschrijving
Geeft aan dat u GPRS gebruikt. U kunt uw planning bekijken. U kunt een oproep doorschakelen. U hebt het Bluetooth-menu
geactiveerd.
S5200 FUNCTIES
Opmerking
]
Gebruik de camera- of de multimediafuncties niet als de batterijstatus aangeeft dat de batterij bijna leeg is.
]
Wanneer u de multimediafuncties gebruikt, verandert de batterijstatus mogelijk.
TOESTEL KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
17
DE SIM-KAART EN DE BATTERIJ INSTALLEREN
Zorg ervoor dat de telefoon is uitgeschakeld voor u de batterij verwijdert.
1. De batterij verwijderen
Neem de batterij aan de boven- en onderzijde vast en trek deze uit het batterijvak.
2. De SIM-kaart installeren
Plaats de SIM-kaart in de kaarthouder. Schuif de SIM-kaart volledig in de houder. Plaats de kaart met het metalen stukje naar beneden. Om de SIM­kaart te verwijderen drukt u enigszins op de kaart en trekt u deze uit de houder.
Opmerking
]
Verwijdering van de batterij als het toestel aanstaat, kan tot storingen of defecten leiden.
TOESTEL KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
Plaatsen van de SIM-kaart
Verwijderen van de SIM-kaart
Let op!
]
Het metalen stukje in de SIM-kaart kan gemakkelijk worden beschadigd door krassen. Behandel de SIM-kaart daarom voorzichtig en volg de bij de kaart geleverde instructies op.
TOESTEL KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
18
3. De batterij installeren
DE BATTERIJ OPLADEN
Als u de reisadapter wilt aansluiten op de telefoon, dient de batterij te zijn geïnstalleerd.
1. Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen voor u de telefoon voor het eerst gebruikt.
2. Sluit het andere uiteinde van de reisadapter aan op een stopcontact. Gebruik alleen de meegeleverde batterijoplader.
3. Als de balkjes van het batterijpictogram niet meer bewegen, is de batterij volledig opgeladen.
Let op!
]
Oefen niet te veel druk uit op de aansluiting om beschadiging van telefoon en/of oplader te voorkomen.
]
Plaats de batterijoplader verticaal in het stopcontact.
]
Gebruikt u de batterijoplader in het buitenland, zorg er dan voor dat u de juiste aansluitingsadapter hebt en de lader van de correcte netspanning word voorzien.
]
Verwijder de batterij of de SIM-kaart nooit terwijl het toestel aan het opladen is.
TOESTEL KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
19
ADAPTER LOSKOPPELEN
1. Als de balkjes van het batterijpictogram niet meer bewegen en ‘Vol’ op het scherm verschijnt, is de batterij volledig opgeladen.
2. Haal de adapter uit het stopcontact. Koppel de adapter los van de telefoon door op de grijze toetsen aan de zijkant van de aansluiting te drukken terwijl u deze uit de telefoon trekt.
Waarschuwing!
]
Koppel bij onweer het stroomsnoer en de oplader los, om elektrische schokken of brand te voorkomen.
]
Zorg dat er geen scherpe voorwerpen zoals tanden en nagels van huisdieren in contact komen met de batterij. Hierdoor zou brand kunnen ontstaan.
]
Gebruik de telefoon niet tijdens het opladen. Dit kan leiden tot kortsluiting en/of elektrische schokken of brand.
Opmerking
]
Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen voor u de telefoon voor het eerst gebruikt.
]
Verwijder de batterij of de SIM-kaart nooit terwijl het toestel aan het opladen is.
]
ls de batterij niet voldoende opgeladen, probeer deze dan nogmaals op te laden nadat u de telefoon uit en aan hebt gezet met de aan­/uit-toets. Verwijder eventueel de batterij uit het toestel. Plaats de batterij terug en probeer opnieuw op te laden.
TOESTEL KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
TOESTEL KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
20
TELEFOON AAN-EN UITZETTEN
Telefoon aanzetten
1. Sluit de telefoon aan op bijvoorbeeld de reisadapter, de aanstekeradapter of de handsfree carkit. Of plaats een opgeladen batterij in de telefoon.
2. Druk enkele seconden op tot het LCD-scherm oplicht.
3. Afhankelijk van de PIN-code-instellingen, dient u al dan niet de PIN-code in te toetsen.
Telefoon uitzetten
1. Druk enkele seconden op tot het LCD-scherm wordt uitgeschakeld.
TOEGANGSCODES
Met de in dit hoofdstuk beschreven toegangscodes voorkomt u dat er ongeoorloofd gebruik wordt gemaakt van uw telefoon. De toegangscodes (met uitzondering van de PUK- en PUK2-codes) kunnen worden gewijzigd via de functie Codes wijzigen [Menu 7-4-6].
PIN-code (4 tot 8 cijfers)
De PIN-code (Personal Identification Number) beveiligt de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Gewoonlijk wordt deze code samen met de SIM-kaart geleverd. Als u PIN-code invoeren hebt geactiveerd, moet u telkens als u het toestel aanzet deze code intoetsen. Is de functie PIN-code invoeren gedeactiveerd, dan maakt het toestel rechtstreeks verbinding met het netwerk zonder om de PIN-code te vragen.
TOESTEL KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
21
PIN2-code (4 tot 8 cijfers)
De PIN2-code, die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd, hebt u nodig om toegang te krijgen tot bepaalde functies zoals Overzicht telefoonrekening of Beperkt kiezen. Deze functies zijn alleen beschikbaar als ze door uw SIM-kaart worden ondersteund.
PUK-code (4 tot 8 cijfers)
De PUK-code (Personal Unblocking Key) is vereist om een geblokkeerde PIN-code te wijzigen. Mogelijk zit de PUK-code al bij de SIM-kaart. Is dat niet het geval, neem dan contact op met de netwerkexploitant om de code aan te vragen. Neem ook bij verlies van de PUK-code contact op met uw netwerkexploitant.
PUK2-code (4 tot 8 cijfers)
De PUK2-code, die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd, hebt u nodig om een geblokkeerde PIN2­code te wijzigen. Neem ook bij verlies van de PUK2­code contact op met uw netwerkexploitant.
Beveiligingscode (4 tot 8 cijfers)
De beveiligingscode voorkomt dat onbevoegden gebruik kunnen maken van uw telefoon. De code is standaard op ‘0000’ ingesteld en u hebt de code nodig om alle ingevoerde telefoongegevens te wissen en om het menu Instellingen resetten te activeren. U hebt deze tevens nodig om de telefoonbeveiliging te activeren en deactiveren. Door de telefoonbeveiliging te activeren voorkomt u ongeoorloofd gebruik van uw telefoon. U kunt de standaardcode wijzigen in het menu Beveiligingsinstellingen.
BLOKKEERWACHTWOORD
Het blokkeerwachtwoord hebt u nodig als u gebruik wilt maken van de functie oproepen blokkeren. Het wachtwoord krijgt u van uw netwerkexploitant nadat u zich op deze dienst hebt geabonneerd.
TOESTEL KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
HOOFDFUNCTIES
22
BELLEN EN GEBELD WORDEN
Een oproep verrichten
1. Controleer of uw telefoon is ingeschakeld.
2. Toets het volledige telefoonnummer in, dus inclusief het netnummer.
]
Houd de annuleertoets ( ) enige tijd ingedrukt om het volledige nummer te wissen.
3. Druk op de verzendtoets ( ) om het nummer dat wordt weergegeven te bellen.
4. Om het gesprek te beëindigen drukt u op ( ) of de rechter.
Bellen via de verzendtoets
1. Als u in de standby-modus op de verzendtoets ( ) drukt worden de telefoonnummers van de laatste inkomende, uitgaande en gemiste oproepen weergegeven.
2. Selecteer het gewenste nummer met de navigatietoetsen.
3. Druk op .
Internationaal bellen
1. Houd de toets ngedrukt om de internationale toegangscode in te voeren. Het teken ‘+’ kunt u vervangen door de internationale toegangscode.
2. Voer de landcode, het netnummer en het telefoonnummer in.
3. Druk op .
Een oproep beëindigen
Als u een oproep wilt beëindigen, drukt u op de toets () .
Bellen via het Telefoonboek
U kunt namen en telefoonnummers die u regelmatig belt opslaan op de Sim-kaart of in het telefoongeheugen, in de Contacten.
U kunt een nummer bellen door simpelweg de bijbehorende naam op te zoeken in de Contacten en vervolgens op ( ) te drukken.
HOOFDFUNCTIES
23
Volume aanpassen
U kunt tijdens een gesprek het volume aanpassen met behulp van de zijtoetsen ( ) . Druk op de bovenste zijtoets om het geluid harder te zetten en op de onderste zijtoets om het geluid zachter te zetten.
Een oproep beantwoorden
Als u wordt gebeld gaat de telefoon over en verschijnt een knipperend telefoontje op het scherm. Als de beller bekend is wordt het telefoonnummer (of de naam, als het nummer is opgeslagen in het Telefoonboek) weergegeven.
1. Als u een binnenkomende oproep wilt beantwoorden, klapt u de telefoon open. (Als de antwoordmodus is ingesteld op Schuifklep open. [Menu 7-3-2].)
]
U kunt een inkomende oproep weigeren door een van de zijtoetsen aan de linkerkant van het toestel ingedrukt te houden terwijl de klep gesloten is.
]
U kunt een oproep beantwoorden terwijl u het adresboek of andere menufuncties gebruikt.
2. Om het gesprek te beëindigen sluit u de klep of drukt u op .
Stijlmodus (snel)
U kunt de stijlmodus activeren door na het openklappen van de telefoon de toets ingedrukt te houden.
Opmerking
]
In de standby-modus, als de schuifklep open is, kunt u het volume van het toetsenbord aanpassen met de zijtoetsen.
Opmerking
]
Als Willekeurige toets is ingesteld als antwoordmodus kunt u een inkomende oproep beantwoorden door op een willekeurige toets te drukken, behalve of de rechter softkey.
HOOFDFUNCTIES
HOOFDFUNCTIES
24
Sterkte netwerksignaal
U hoeft de antenne niet uit te trekken, deze zit vast. Als u zich in een gebouw bevindt kan het zijn dat u een betere ontvangst hebt als u bij een raam staat. U kunt de sterkte van uw netwerksignaal aflezen aan de signaalsterkte-indicator ( ) op het scherm van uw telefoon.
Tekst invoeren
U kunt alfanumerieke tekens invoeren met behulp van het toetsenbord. Om bijvoorbeeld namen op te slaan in het Telefoonboek, een bericht te schrijven, een persoonlijke welkomsttekst op te stellen of afspraken in de agenda te zetten, moet u tekst invoeren.
Op uw telefoon kunt u tekst op de volgende manieren invoeren:
T9-invoermodus
In deze modus hoeft u maar één keer op de juiste toets te drukken om een letter in te geven. Onder elke toets zitten meerdere letters. In T9 worden uw toetsaanslagen automatisch vergeleken met woorden in een ingebouwd woordenboek, waarin wordt gezocht naar overeenkomende woorden.
U kunt snel en eenvoudig woorden invoeren, met een minimaal aantal toetsaanslagen.
ABC-invoermodus
In deze modus kunt u letters ingeven door de toets waar de gewenste letter onder zit een, twee, drie of vier keer kort in te drukken, tot de gewenste letter op het scherm verschijnt.
123-invoermodus (numerieke modus)
U kunt met behulp van het toetsenbord nummers invoeren. Om de modus te wijzigen van een tekstmodus naar 123 drukt u op de toets tot op het scherm 123-modus wordt weergegeven.
Verander de modus voor tekstinvoer
1. Al u in een veld staat waarin tekens ingevoerd kunnen worden, ziet u rechtsonder op het scherm de huidige invoermodus.
HOOFDFUNCTIES
tekstinvoer modus
Opties Invoegen
25
2. U kunt de modus voor tekstinvoer veranderen door op . te drukken. Rechtsonder in het scherm ziet u de huidige invoermodus.
Gebruik T9-modus
De T9-modus voor tekstinvoer met woordenlijst maakt het mogelijk woorden snel en eenvoudig in te voeren, met een minimaal aantal toetsaanslagen. Om een letter in te voeren, drukt u gewoon eenmaal op de bijbehorende toets en het toestel kiest de letter die hoort bij het woord dat het denkt dat u aan het ingeven bent, gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst. U kunt ook nieuwe woorden aan de lijst toevoegen. Het woord verandert telkens als u een letter toevoegt in het woord dat het toestel denkt dat u aan het ingeven bent.
1. In de T9-modus voor tekstinvoer met woordenlijst kunt u woorden invoeren met behulp van de toetsen tot . Druk eenmaal op een toets voor een letter.
]
Het woord verandert naarmate u meer letters invoert. Negeer wat op het scherm staat tot u het volledige woord hebt ingegeven.
]
Als daarna niet het juiste woord op het scherm staat, drukt u een of meerdere keren op de onderste navigatietoets om door de andere mogelijke woorden te bladeren.
Voorbeeld: Toets om Hond
in te voeren.
Toets en vervolgens [onderste navigatietoets] om Home in te voeren.
]
Als het gewenste woord niet in de woordenlijst voorkomt, kunt u het toevoegen in de ABC­modus.
]
U kunt de taal voor de T9-invoermodus selecteren. Druk op de linker softkey [Opties] en selecteer vervolgens T9-talen. Kies nu de gewenste taal voor de T9-invoermodus. U kunt de T9-modus ook uitschakelen door T9 uit te selecteren. De telefoon is standaard ingesteld op de T9-invoermodus.
2. Voer het volledige woord in voor u toetsaanslagen bewerkt of wist.
HOOFDFUNCTIES
26
3. Voer aan het einde van elk woord een spatie in door op toets te drukken. Druk op om letters te wissen. Houd de toets enige tijd ingedrukt om volledige woorden te wissen.
Gebruik ABC-modus
Voer woorden in met behulp van de toetsen tot
.
1. Druk op de toets waarop de gewenste letter staat:
]
een keer voor de eerste letter,
]
twee keer voor de tweede letter,
]
enzovoort.
2. Druk eenmaal op om een spatie in te voegen. Druk op om letters te wissen. Houd de toets
enige tijd ingedrukt om het scherm leeg te
maken.
To e t s
Hoofdletters Kleine letters
. , / ? ! - : ' '' 1 @ . , / ? ! - : ' '' 1 @
A B C 2 Ä À Á Â Ã Å Æ Ç a b c 2 ä à á â ã å æ ç
D E F 3 Ë È É Ê d e f 3 ë è é ê
G H I 4 Ï Ì Í Î ˝ g h i 4 ï ì í î ©
J K L 5 j k l 5
M N O 6 Ñ Ö Ø Ò Ó Ô Õ Œ m n o 6 ñ ö ø ò ó ô õ œ
P Q R S 7 ß Í p q r s 7 ß ß
T U V 8 Ü Ù Ú Û t u v 8 ü ù ú û
W X Y Z 9 w x y z 9
Spatietoets, 0 Spatietoets, 0
Beschrijving tekens Hoofdletters
HOOFDFUNCTIES
HOOFDFUNCTIES
Opmerking
]
In de onderstaande tabel vindt u een beschrijving van de beschikbare tekens onder de alfanumerieke toetsen.
Opmerking
]
Om de modus voor tekstinvoer te verlaten zonder de ingevoerde tekst op te slaan, drukt u op . keert terug naar het vorige scherm.
27
Gebruik 123(nummer)-modus
In de 123-modus kunt u nummers invoeren in een tekstbericht (bijvoorbeeld een telefoonnummer).
Druk op de gewenste nummertoetsen voor u handmatig teruggaat naar de juiste modus voor tekstinvoer.
CONTACTEN
U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van uw SIM-kaart.
Bovendien kunt u tot 1000 namen en nummers opslaan in het telefoongeheugen.
Het totale geheugen van de SIM-kaart en de telefoon, hoewel op andere plaatsen opgeslagen, omvat alle contacten.
MENU IN GESPREK
Uw toestel biedt u toegang tot extra functies terwijl u een gesprek voert. Voor toegang tot deze functies drukt u op de linker softkey [Opties] tijdens het gesprek.
Tijdens een oproep
Het menu dat tijdens een oproep op het scherm wordt weergegeven, verschilt van het standaard hoofdmenu in de standby-modus. Hieronder vindt u een beschrijving van de opties.
Een tweede oproep verrichten
U kunt een nummer opvragen uit het Telefoonboek om een tweede nummer te bellen. Druk op de rechter softkey en selecteer vervolgens Zoeken. Om een nummer tijdens een oproep in het Telefoonboek op te slaan, drukt u op de rechter softkey en selecteert u Nieuw toevoegen.
Tussen twee oproepen wisselen
Als u tussen de twee gesprekken wilt wisselen, drukt u op de linker softkey en kiest u Wisselgesprek.
HOOFDFUNCTIES
HOOFDFUNCTIES
28
Een inkomende oproep beantwoorden
Om bij een belsignaal een inkomende oproep aan te nemen, drukt u op de toets . U kunt ook worden gewaarschuwd als u een oproep ontvangt wanneer u reeds in gesprek bent. Er klinkt dan een geluid in de oortelefoon en op het scherm wordt aangegeven dat er een tweede oproep in de wacht staat. De functie Oproep in wacht is alleen beschikbaar als het netwerk deze ondersteunt. Zie Oproep in wacht [Menu 7-3-4] voor meer informatie over het activeren en deactiveren van deze functie.
Als Oproep in wacht is geactiveerd, kunt u de eerste oproep in de wachtstand zetten en de tweede oproep beantwoorden door op te drukken of door op de linker softkey te drukken en vervolgens In wacht & Beantwoorden te selecteren. U kunt de huidige oproep beëindigen en de oproep in de wachtstand beantwoorden door op de linker softkey te drukken en vervolgens Einde & Beantwoorden.
Een inkomende oproep weigeren
U kunt een inkomende oproep weigeren zonder deze eerst te beantwoorden door op de toets te drukken.
Wanneer u in gesprek bent, kunt u een inkomende oproep weigeren door op de linker softkey [Menu] te drukken en vervolgens Conferentie/Weigeren te selecteren of door op de toets e te drukken.
Microfoon uitschakelen
U kunt het geluid van de microfoon tijdens een oproep uitschakelen door op de toets [Menu] te drukken en vervolgens Microfoon uit te selecteren. U kunt het geluid opnieuw aanzetten door Microfoon aan te selecteren. Als het geluid op het toestel wordt uitgeschakeld, kan de beller u niet horen, maar u hem of haar wel.
DTMF-tonen aanzetten tijdens een oproep
Om tijdens een oproep DTMF-tonen in te schakelen, drukt u op de linker softkey en vervolgens selecteert u DTMF aan. U kunt DTMF-tonen op dezelfde wijze uitschakelen. Met DTMF-tonen kan uw telefoon gebruik maken van een automatische centrale.
HOOFDFUNCTIES
29
CONFERENTIEGESPREKKEN
De ‘multiparty’- of conferentieservice biedt u de mogelijkheid om tegelijkertijd met meer dan één beller te praten, mits uw netwerkexploitant deze functie ondersteunt. Een conferentiegesprek kan alleen worden opgezet als u reeds één actieve oproep hebt en er een oproep in de wacht staat en wanneer beide oproepen zijn beantwoord. Als een conferentiegesprek is opgezet, kunnen daar andere oproepen aan worden toegevoegd. Ook kunnen er verbindingen worden verbroken of gescheiden (d.w.z uit het conferentiegesprek worden gehaald maar nog steeds in verbinding zijn) door de persoon die het conferentiegesprek heeft opgezet. Deze opties zijn beschikbaar vanuit het menu Inkomende oproepen en worden beschreven in het desbetreffende hoofdstuk. Er kunnen maximaal vijf personen deelnemen aan een conferentiegesprek. Als u het conferentiegesprek hebt opgezet, hebt u de leiding over het gesprek en kunt alleen u oproepen aan het conferentiegesprek toevoegen.
Een tweede oproep verrichten
U kunt een tweede oproep verrichten terwijl u reeds in gesprek bent. Geef het nummer in en druk op de toets . Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt de eerste oproep automatisch in de wacht gezet. U kunt tussen de twee oproepen wisselen door op de linker softkey te drukken en vervolgens Wisselen te selecteren.
Een conferentiegesprek opzetten
U kunt een nummer bellen en een actieve oproep in de wacht plaatsen om een conferentiegesprek op te zetten door de linker softkey in te toetsen en vervolgens Conferentie/Allen deelnemen te kiezen.
Een conferentiegesprek in de wacht zetten
Druk op de linker softkey en selecteer vervolgens Conferentie/Allen in wacht.
HOOFDFUNCTIES
Loading...
+ 231 hidden pages