Lexmark Z42 User Manual [da]

Lexmark Z42
Color Jetprinter
Gebruikershandleiding voor Windows 95 en 98
TM
Uitgavebericht: februari 2000
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving:
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien; wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma's die worden beschreven kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd.
Wanneer in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma's of diensten, betekent dit niet dat deze beschikbaar zijn of zullen komen in alle landen waarin de fabrikant actief is. Een verwijzing naar een product, programma of dienst betekent niet noodzakelijk dat alleen dat product, programma of die dienst kan worden gebruikt. Elk functioneel gelijkwaardig product, programma dat of elke gelijkwaardige dienst die geen inbreuk maakt op een bestaand intellectueel-eigendomsrecht kan worden gebruikt. De gebruiker is verantwoordelijk voor de evaluatie en controle van de werking in samenhang met andere producten, programma's of diensten, behalve voor die producten, programma's of diensten die uitdrukkelijk worden vermeld door de fabrikant.
Lexmark, Lexmark met het diamant-ontwerp en ColorFine zijn alle als handelsmerk van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. Color Jetprinter is een handelsmerk van Lexmark International, Inc.
Andere handelsmerken zijn eigendom van de desbetreffende eigenaren.
© Copyright 2000 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden. BEPERKTE RECHTEN MET BETREKKING TOT DE OVERHEID VAN DE VERENIGDE STATEN
Op deze software en documentatie zijn Beperkte Rechten van toepassing. Op gebruik, vermenigvuldiging of verspreiding door de overheid van de Verenigde Staten, zijn de beperkingen van toepassing die worden beschreven in subartikel (c)(1)(ii) van het artikel The Rights in Technical Data and Computer Software onder DFARS 252.227-7013 en in de van toepassing zijnde FAR-bepalingen: Lexmark International, Inc., Lexington, KY 40550.
LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE

Inhoudsopgave

Basisafdrukmogelijkheden 1
Stap 1: Papier in de papierinvoer plaatsen 2 Stap 2: De printer instellen 5 Stap 3: Het document afdrukken 8
Geavanceerde afdrukmogelijkheden 9
Dubbelzijdig afdrukken 9 Hand-outs afdrukken 12 Brochures afdrukken 15 Posters afdrukken 18
Onderhoud van de printer 21
Inhoudsopgave
Printerbeheer 21 Cartridges installeren of vervangen 22 De afdrukkwaliteit verbeteren 24 De cartridges beschermen 26
Problemen oplossen 27
De printer drukt langzaam of niet af 29 Het papier wordt verkeerd ingevoerd of loopt vast 31 Het document wordt verkeerd of met lage kwaliteit
afgedrukt 33 Problemen met transparanten, foto's of enveloppen 36 Foutberichten en knipperende lampjes 37
Inhoudsopgave
iii
Bijlage 39
De printersoftware installeren 39 De printersoftware verwijderen 40 Afdrukken uit DOS 40 Energy Star 43 Netvoedingsadapter 43 Veiligheidsvoorschriften 43
Register 45
iv
Inhoudsopgave

Basisafdrukmogelijkheden

1
Basisafdrukmogelijkheden
In deze handleiding wordt beschreven hoe u de printer gebruikt met de besturingssystemen Windows 95 en 98.
Voor informatie over het gebruik van de printer in Windows NT 4.0 of Windows 2000 klikt u op de knop Gebruikershandleiding in het startvenster van de cd-rom met printer software voor Windows.
Als u gewone documenten wilt afdrukken, hoeft u slechts drie stappen uit te voeren:
1
Papier in de papierinvoer plaatsen (zie pagina 2)
2
De printer instellen (zie pagina 5)
3
Het document afdrukken (zie pagina 8)
Basisafdrukmogelijkheden
1

Stap 1: P apier in de papierinvoer plaatsen

U kunt maximaal 100 vellen papier (afhankelijk van de dikte) in de printer plaatsen.
Plaats het papier tegen de rechterkant van de automatische
1
papierinvoer met de afdrukzijde naar u toe.
Opmerking:
u het in de printer plaatst. A4- of Letter-papier, bijvoorbeeld, moet boven de papiersteun uitsteken.
Oefen niet teveel druk uit op het papier wanneer
Papiersteun
Druk de ontgrendelingslip en de papiergeleider in en schuif de
2
Papierinvoer
papiergeleider tegen de rand van het papier.
Ontgrendelingslip
Papiergeleider
2
Hoofdstuk 1
Speciaal papier in de printer plaatsen
Volg deze richtlijnen bij het plaatsen van speciaal papier:
Maximumaantal: Aandachtspunten:
Basisafdrukmogelijkheden
10 enveloppen
10 wens-, brief-, index- of fotokaarten
25 vellen fotopapier
20 vellen kettingpapier
Plaats de afdrukzijde naar
u toe. Plaats de enveloppen ver-
ticaal tegen de rechterkant van de papierinvoer.
Zorg ervoor dat de plaats
voor de postzegel linksboven ligt. Schuif de papiergeleider tegen de rand van de
enveloppen.
Plaats de afdrukzijde naar u toe.
Plaats de kaarten verticaal tegen de rechterkant
van de papierinvoer. Schuif de papiergeleider tegen de rand van de
kaarten.
Voer de vellen in met de glanzende of gecoate
zijde naar u toe. Schuif de papiergeleider tegen de rand van het
fotopapier.
Leg het papier achter
de printer. Pak nu het losse uiteinde van de eerste pagina en plaats dit (bovenlangs de printer) in de pa­pierinvoer.
Schuif de papiergeleider tegen de rand van het
papier.
Opmerking: Kies Kettingpapier A4 of Ketting pa p ie r Le t te r in Printereigenschappen.
Basisafdrukmogelijkheden
3
Maximumaantal: Aandachtspunten:
10 transparanten
100 vellen aangepast papier
25 opstrijk-transfers
Plaats de transparanten met de ruwe zijde naar
u toe (gladde zijde naar onderen). Schuif de papiergeleider tegen de rand van het
transparanten.
Plaats de afdrukzijde naar u toe.
Houd rekening met de volgende minimum – en
maximumafmetingen voor het papier:
Breedte:
-
76 t/m 216 mm
Lengte:
-
127 t/m 432 mm
Schuif de papiergeleider tegen de rand van het
papier.
Voer de instructies uit op de verpakking van de
opstrijk-transfers. Schuif de papiergeleider tegen de rand van de
opstrijk-transfers.
4
Hoofdstuk 1

Stap 2: De printer instellen

De printersoftware bestaat uit verschillende toepassingen waarmee u eenvoudig afdruktaken kunt uitvoeren. Een van deze toepassingen is (Eigenschappen voor Lexmark Z42).
Printereigenschappen bestaat uit vier tabbladen:
Taakvoltooiing, Papier, Document/kwaliteit Geavanceerd
beheren van de printer en de printersoftware.
Printereigenschappen openen vanuit een toepassing
Het venster Printereigenschappen kan vanuit vrijwel elke toepassing worden geopend. U kunt via Printereigen­schappen ALLEEN de afdrukinstellingen wijzigen voor de documenten die u op dat moment aan het bewerken bent in de toepassing.
Printereigenschappen
en
. Elk tabblad bevat instellingen voor het
Basisafdrukmogelijkheden
1
Open het menu
2 3
Afdrukken, Instellen
Kies Klik in het dialoogvenster Printerinstelling op
Eigenschappen, Opties
Bestand
van de toepassing.
Printerinstelling
of
Instellen
of
(afhankelijk van
de toepassing).
Printereigenschappen openen vanuit Windows
Als u Printereigenschappen opent vanuit Windows, zijn de instellingen van toepassing op ALLE documenten.
1
Klik op het menu
2
Klik in de map Printers met de rechtermuisknop op het printerpictogram van de Lexmark printer.
3
Eigenschappen
Kies
Start
en kies
in het snelmenu.
Instellingen, Printers
Basisafdrukmogelijkheden
.
.
5
Functies van de tabbladen
Ta bb la d
Het papierformaat en de afdrukstand
instellen Het aantal af te drukken exemplaren
instellen Omgekeerde afdrukvolgorde instellen
voor het document (de eerste pagina van het document ligt bovenop de stapel in de uitvoerlade) Afgedrukte exemplaren sorteren
Tabblad
Taakvoltooiing
Hand-outs
afdrukken Posters
afdrukken Brochures
afdrukken Documenten
dubbelzijdig afdrukken
Papier
:
:
Tabblad
Document/kwaliteit
Kleurinstellingen kiezen voor het af te drukken document Het papiersoort selecteren Een afdrukkwaliteit instellen Glad maken van Internet­afbeeldingen in – of uitschakelen Pagina’s langer laten drogen De standaardinstellingen herstellen
:
Tabblad
Geavanceerd
De raster-
methode instellen Afbeeldingen
aanpassen
:
6
Hoofdstuk 1
Knop Printereigenschappen de printerstuurprogramma openen
: vanuit elk tabblad in
Help
Help bij het
Printerinstellingen kiezen voor speciaal papier
Tijdens de installatie van de printersoftware zijn de opties in Printereigenschappen ingesteld op de standaardwaar­den. Deze standaardinstellingen kunt u gebruiken voor het afdrukken op de meeste normale papiersoorten. Raadpleeg de onderstaande tabel als u de printerinstel­lingen wilt wijzigen voor het afdrukken op speciaal papier.
Tabblad in Speciaal papier:
Enveloppen Papier Selecteer het juiste envelopformaat in het vak
Printer-
eigenschappen:
Instellingen:
Papierformaat.
Opmerking: De envelopinstellingen in Printereigenschappen kunnen door sommige toepassingen worden overschreven.
Basisafdrukmogelijkheden
Wens-, brief-, index- of fotokaarten
Fotopapier Document/kwaliteit Selecteer
Papier
Document/kwaliteit
Selecteer de juiste instelling bij Papierformaat.
Selecteer Papiersoort.
Papiersoort.
Opmerkingen:
U kunt foto’s van hoge kwaliteit afdrukken
met de zwarte cartridge en kleurencart­ridge die bij de printer zijn geleverd. Voor een nog betere afdrukkwaliteit, kunt u echter ook de zwarte cartridge vervangen door een fotocartridge (artikelnummer 12A1990 van Lexmark). Zie pagina 22 voor meer informatie.
Pak elke foto meteen uit de printer en laat de foto’s drogen voordat u ze op elkaar legt.
W en s kaarten
Glossy/fotopapier
in het vak
Basisafdrukmogelijkheden
in het vak
7
Speciaal papier:
Tabblad in Printer­eigenschappen:
Instellingen:
Kettingpapier Papier Selecteer
Kettin gpa pier Letter
papierformaten.
Aangepast papier Papier
Opstrijk-transfers Document/kwaliteit Selecteer
Transparanten Document/kwaliteit
Selecteer
papierformaten. Geef de afmetingen van het aangepaste
papier op. Zie pagina 4 voor meer informatie.
Papiersoort.
Opmerking: Afhankelijk van de gebruikte toepassing kunnen opstrijk-transfers verschillend worden afgedrukt. Druk daarom het document eerst af op normaal papier.
Selecteer
Papiersoort. Stel de afdrukkwaliteit in op
• Normaal (600×600dpi) Hoog (1200×1200 dpi) Maximum (2400×1200 dp i)
Opmerking: Pak elke transparant meteen uit de printer en laat de transparanten drogen voordat u ze op elkaar legt.
Kettingpapier A4
in de lijst met
Aangepast
Opstrijk-transfers
Transparanten
in de lijst met
of
in het vak
in het vak
,
of
.

Stap 3: Het document afdrukken

Kies
8
1 2
Hoofdstuk 1
Afdrukken
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK of (afhankelijk van de toepassing).
in het menu
Bestand
van de toepassing.
Afdrukken
2

Geavanceerde afdrukmogelijkheden

De printer beschikt over de volgende geavanceerde afdrukmogelijkheden:
Dubbelzijdig afdrukken (zie het volgende gedeelte)
Hand-outs afdrukken (zie pagina 12)
Brochures afdrukken (zie pagina 15)
Posters afdrukken (zie pagina 18)

Dubbelzijdig afdrukken

U kunt met de Lexmark printer afdrukken op beide zijden van een vel papier. Deze functie is handig voor het afdruk­ken van brochures of als u papier wilt besparen.
Stap 1: Papier in de papierinvoer plaatsen
Geavanceerde afdrukmogelijkheden
Plaats maximaal 100 vellen papier tegen de rechterkant van de papierinvoer en schuif de papiergeleider tegen de rand van het papier. Zie pagina 2 voor meer informatie.
Geavanceerde afdrukmogelijkheden
9
a Klik op de tab
Taakvoltooiing.
Stap 2: Printereigenschappen instellen voor dubbelzijdig afdrukken
Open Printereigenschappen. Zie pagina 5 voor meer
1
informatie. Stel de afdrukstand en het papierformaat in:
2
Klik op de tab
a
Selecteer de juiste instelling bij
b
Stel de afdrukstand in op
c
Stel Printereigenschappen in op dubbelzijdig afdrukken:
3
Papier
.
Papierformaat
Staand
of
Liggend
.
.
b Selecteer
Dubbelzijdig afdrukken.
c Selecteer een
inbindrand.
Wanneer u de afdrukstand
Staand hebt
gekozen, beschikt u over deze inbindopties.
Opmerking:
Wanneer u de afdrukstand
Liggend
gekozen, beschikt u over deze inbindopties:
Lange zijde
Korte zijde
d Selecteer
Instructies afdrukken als
u wilt dat er na het afdrukken van de eerste zijde instructies worden afge­drukt voor de papierinvoer.
e Klik op OK.
hebt
10
Hoofdstuk 2
Stap 3: Het document dubbelzijdig afdrukk en
1
Afdrukken
Kies
in het menu
Bestand
van de toepass-
ing. De oneven pagina’s worden eerst afgedrukt.
2
Als de oneven pagina’s van de dubbelzijdige afdruktaak zijn afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw in de printer te plaatsen.
Pak de hele stapel papier uit
a
de printer zodra de eerste zijde van de afdruktaak is voltooid.
Draai de stapel papier om.
b
Plaats de stapel papier en de
c
instructiepagina opnieuw in de printer met de bedrukte zijde
van u af
naar beneden
Opmerking: De richting van de pijlen op de pagina met aanwij­zingen hoeft niet overeen te ko­men met de richting van de pijlen in het voorbeeld. Plaats het pak papier en de instructiepagina altijd met de pijlen naar beneden gericht in de pr in te r.
en de pijlen
.
Geavanceerde afdrukmogelijkheden
3
Klik op OK. De even pagina’s worden op de andere zijde afgedrukt.
4
U stelt als volgt enkelzijdig afdrukken weer in:
a
Klik in Printereigenschappen op de tab
Taakvoltooiing
b
Maak de selectie van de optie
afdrukken
c
Klik op OK.
.
Dubbelzijdig
ongedaan.
Geavanceerde afdrukmogelijkheden
11

Hand-outs afdrukken

U kunt papier besparen door hand-outs of meerdere pagina­afbeeldingen op één vel papier af te drukken.
Vier pagina­afbeeldingen op één vel papier.
Stap 1: P apier in de papierinvoer plaatsen
Plaats maximaal 100 vellen papier tegen de rechterkant van de papierinvoer. Zie pagina 2 voor meer informatie.
Stap 2: Printereigenschappen instellen voor hand-outs
U kunt hand-outs afdrukken op een of op beide zijden van een vel papier.
Open Printereigenschappen. Zie pagina 5 voor meer
1
informatie. Selecteer de afdrukstand voor de pagina-afbeeldingen:
2
Opmerking: Papier
papier waarop wordt afgedrukt.
Klik op de tab
a
Selecteer bij Afdrukstand de optie
b
Selecteer bij
3
gebruiken.
De afdrukstand die u opgeeft op het tabblad
, geldt voor de pagina-a fbeeldingen,
.
Papier
niet
Staand
Papierformaat
het papierformaat dat u gaat
voor het
of
Liggend
.
12
Hoofdstuk 2
Loading...
+ 36 hidden pages