Lexmark Z32 User's Guide [nl]

Lexmark Z22/Z32
Color Jetprinter
Gebruikershandleiding voor
Windows 95, Windows 98, Mac OS 8.6 en Mac OS 9
Uitgave: april 2000 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met
de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE
VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In sommige rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties niet toegestaan; het is mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien; wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma's die worden beschreven kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd.
Verwijzingen in deze publicatie naar producten, programma's of diensten houden niet in dat de fabrikant deze producten op de markt wil brengen in alle landen waar de fabrikant actief is. Een verwijzing naar een product, programma of dienst betekent niet dat alleen dat product, dat programma of die dienst kan worden gebruikt. Ieder functioneel gelijkwaardig product, programma of dienst dat of die geen inbreuk maakt op een bestaand intellectueel­eigendomsrecht kan in plaats daarvan worden gebruikt. De gebruiker is verantwoordelijk voor de evaluatie en controle van de werking in combinatie met andere producten, programma's of diensten, behalve die welke uitdrukkelijk zijn aangegeven door de fabrikant.
ColorFine, Lexmark en Lexmark met het diamant-ontwerp zijn alle als handelsmerk van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. Color Jetprinter is een handelsmerk van Lexmark International, Inc.
Andere handelsmerken zijn eigendom van hun desbetreffende eigenaren.
© Copyright 2000 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Inhoud
Basisafdrukmogelijkheden in Windows 1
Stap 1: Het papier plaatsen 2
Stap 2: De printerinstellingen aanpassen 4
Stap 3: Het document afdrukken 7
Basisafdrukmogelijkheden voor Macintosh 9
Stap 1: Het papier plaatsen 10
Stap 2: De printerinstellingen aanpassen 12
Stap 3: Het document afdrukken 18
Inhoud
Onderhoud van de printer 19
Printerbeheer voor Windows 19
Printerbeheer voor Macintosh 20
Inktcartridges installeren of vervangen 21
Afdrukkwaliteit verbeteren 24
Problemen oplossen 29
Printer drukt langzaam of in het geheel niet af 29
Papier wordt verkeerd geladen of loopt vast 32
Document wordt verkeerd of met een lage kwaliteit afgedrukt 33
iii
Bijlage 39
Register 47
Problemen met transparanten, foto's of enveloppen 36
Foutberichten en knipperende lampjes 37
Printersoftware installeren 39
Installatie printersoftware ongedaan maken (Windows) 41
Installatie printersoftware ongedaan maken (Macintosh) 41
Afdrukken uit DOS 41
Voorschriften voor elektronische emissie 41
Energy Star 42
Informatie netvoeding 42
Veiligheidsvoorschriften 42
Klantenondersteuning en garantie 43
iv

Basisafdrukmogelijkheden in Windows

1
Basisafdrukmogelijkheden in Windows
In dithoofdstuk wordt beschreven hoe u de printer gebruikt in combinatie met Windows 95 en Windows 98. Zie pagina 9 voor informatie over het gebruik van de printer met Mac OS
8.6 of Mac OS 9. Gebruik de optie
Gebruikershandleiding
printersoftware als u informatie wilt over het gebruik van de printer in combinatie met Windows NT 4.0 of Windows 2000.
Het uitvoeren van standaardafdruktaken is bijzonder eenvoudig:
1 Het papier plaatsen (zie het volgende gedeelte). 2 De printerinstellingen aanpassen (zie pagina 4) 3 Het document afdrukken (zie pagina 7).
van de cd-rom met de
Basisafdrukmogelijkheden in Windows
1

Stap 1: Het papier plaatsen

1 Plaats maximaal 100 vellen papier (afhankelijk van de
papierdikte) tegen de rechterzijde van de papierinvoer, met de afdrukzijde naar u toe. Zie pagina 2 voor informatie over het plaatsen van speciaal papier.
Markeringen voor papieruitlijning
Papierinvoer
Ontgrendelingslip
2 Druk de ontgrendelingslip en de papiergeleider in en schuif de
papiergeleider tegen de rand van het papier.
Speciaal papier in de printer plaatsen
Maximumaantal: Aandachtspunten:
10 enveloppen • Plaats de afdrukzijde naar u toe.
• De plaats voor de postzegel bevindt zich linksboven.
• Plaats de enveloppen tegen de rechterzijde van de papierinvoer.
• De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de enveloppen.
verticaal
Papiergeleid
2
10 wenskaarten, indexkaarten, briefkaarten of fotokaarten
Hoofdstuk 1
• Plaats de afdrukzijde naar u toe.
• Plaats de kaarten papierinvoer.
• De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de kaarten.
verticaal
tegen de rechterzijde van de
Maximumaantal: Aandachtspunten:
25 vellen fotopapier, glossy papier of coated
Plaats de glanzende zijde of de zijde met de coating naar u toe.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het fotopapier.
papier
20 vellen kettingpapier Plaats het kettingpapier aan de
achterzijde van de printer. Haal vervolgens de losse rand van de eerste pagina over de printer heen en plaats de pagina in de papierinvoer.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
Opmerking:
papierformaat Ketting of Ketting (A4) hebt geselecteerd. Zie pagina 6 voor meer informatie.
Controleer of u in Printereigenschappen het
10 transparanten Plaats de ruwe zijde van de transparanten naar u toe (gladde zijde
onder).
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de transparanten.
Basisafdrukmogelijkheden in Windows
100 vellen papier met aangepast formaat
Plaats de afdrukzijde naar u toe en zorg dat de papiergeleider zich tegen de rand van het papier bevindt.
Het papierformaat voldoet aan de volgende afmetingen:
- Breedte: - Lengte
76 mm tot 215,9 mm 127 mm tot 432 mm 3,0 inch tot 8,5 inch 5,0 inch tot 17,0 inch
25 opstrijk-transfers Volg de instructies op de verpakking voor het plaatsen van de
opstrijk-transfers.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de opstrijk­transfers.
Basisafdrukmogelijkheden in Windows
3

Stap 2: De printerinstellingen aanpassen

Als u afdrukt met de printer, wordt de printersoftware gebruikt in combinatie met het besturingssysteem van de computer. Hierdoor krijgt u documenten van uitzonderlijke kwaliteit. De printerinstellingen kunt u aanpassen met het dialoogvenster voor printereigenschappen.
Klik op de tab volgende:
Een papierformaat en afdrukstand selecteren.
Het aantal af te drukken exemplaren instellen.
De afdrukvolgorde van de pagina's omkeren. De eerste pagina van het document wordt het bovenste vel op de stapel in de papieruitvoerlade.
Het document sorteren.
Klik op de knop Printereigenschappen om de Help bij het printerstuurprogramma te openen.
Klik op de tab voor het volgende:
Bepalen welke soort document wordt afgedrukt.
Een papiersoort selecteren.
Een instelling voor afdrukkwaliteit
selecteren.
De optie Internet-afbeelding glad selecteren (wanneer u vanaf het internet afdrukt).
De standaardinstellingen selecteren.
De versie van de printersoftware
weergeven met de knop Info.
voor het
Papier
op een tabblad in
Help
Document/kwaliteit
4
Hoofdstuk 1
Printereigenschappen wijzigen vanuit een toepassing
Het venster Printereigenschappen kan vanuit vrijwel elke toepassing worden geopend. Met deze procedure kunt u printerinstellingen alleen wijzigen voor het document dat u op dat moment maakt in de toepassing. U opent als volgt Printereigenschappen vanuit een toepassing:
1 Open het menu Bestand van de toepassing. 2 Kies Afdrukken of Printerinstelling. 3
Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van de toepassing).
4 Wijzig instellingen naar wens (zie pagina 4).
Printereigenschappen wijzigen vanuit Windows
Als u Printereigenschappen opent vanuit Windows, worden de instellingen op alle documenten toegepast, tenzij u de instellingen vanuit de toepassing wijzigt.
Basisafdrukmogelijkheden in Windows
1
Instellingen
Kies
en vervolgens
Printers
in het
menu Start.
2
Klik in de map Printers met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer.
3
Eigenschappen
Kies
in het snelmenu.
Basisafdrukmogelijkheden in Windows
5
Printerinstellingen wijzigen voor speciaal papier
Gewoonlijk kunt u de standaardwaarden van Printereigenschappen gebruiken voor de documenten die u afdrukt op normaal papier. Gebruik de volgende tabel als u de instellingen voor speciaal papier wilt wijzigen.
Speciaal papier: Tabblad: Instellingen:
Enveloppen Papier Selecteer het gewenste
envelopformaat in de keuzelijst Papierformaat.
Opmerking:
worden de envelopinstellingen in Printereigenschappen genegeerd. Zorg dat u in de toepassing de liggende afdrukstand hebt geselecteerd.
In veel toepassingen
6
Hoofdstuk 1
10 wenskaarten, indexkaarten, briefkaarten of fotokaarten
Fotopapier, glossy papier of coated papier
Document/kwaliteit
Selecteer de optie Papiersoort.
Papier
Selecteer de gewenste instelling bij Papierformaat.
Document/kwaliteit Selecteer de optie
bij Papiersoort.
Opmerkingen:
gebruikt, kunt afdrukken van fotokwaliteit maken wanneer u afdrukt met een combinatie van een zwarte cartridge en een kleurencartridge. Voor de beste afdrukkwaliteit moet u echter de zwarte cartridge, Lexmark artikelnummer 17G0050, vervangen door een fotocartridge, Lexmark artikelnummer 12A1990. Zie pagina 21 voor meer informatie.
Bij het afdrukken van foto’s verwijdert u elke foto zodra deze uit de printer komt. Laat de foto’s drogen voor u ze op elkaar legt.
Als u twee cartridges
Wenskaarten
bij
Glossy/fotopapier
Speciaal papier: Tabblad: Instellingen:
Kettingpapier Papier Selecteer de optie
in de keuzelijst Papierformaat.
(A4)
Ketting
of
Basisafdrukmogelijkheden in Windows
Ketting
Vellen papier van aangepast formaat
Opstrijk-transfers Document/kwaliteit Selecteer bij Papiersoort de optie
Transparanten Document/kwaliteit
Papier
Selecteer in de keuzelijst Papierformaat de optie Aangepast.
Geef de afmetingen van het aangepaste papier op. Zie "Speciaal papier in de printer plaatsen" op pagina 2 voor meer informatie.
Opstrijk-transfers
Opmerking:
af te drukken op normaal papier zodat u kunt controleren of opstrijk­transfers correct worden afgedrukt.
Selecteer de optie Papiersoort.
Selecteer
1200 dpi
Opmerking:
transparanten verwijdert u de transparanten zodra deze uit de printer komen. Laat de transparanten drogen voor u ze op elkaar legt.
.
Het is verstandig eerst
Transparanten
Normaal 600 dpi
bij Afdrukkwaliteit.
Bij het afdrukken van
of
bij
Hoog

Stap 3: Het document afdrukken

1 2 Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op OK of
Afdrukken
Kies
in het menu Bestand van de toepassing.
Afdrukken (afhankelijk van de toepassing).
Opmerking:
kleurencartridge voor het afdrukken met hoge resolutie geleverd. U kunt de afdruksnelheid en -kwaliteit verbeteren door tevens een zwarte cartridge met waterbestendige inkt (art. 17G0050) te installeren.
Bij de Lexmark Z22 wordt alleen een
Basisafdrukmogelijkheden in Windows
7
8
Hoofdstuk 1
2

Basisafdrukmogelijkheden voor Macintosh

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de printer gebruikt in combinatie met Mac OS 8.6 en Mac OS 9. Zie pagina 1 voor informatie over het gebruik van de printer met Windows 95 of Windows 98. Gebruik de optie
Gebruikershandleiding
printersoftware als u informatie wilt over het gebruik van de printer in combinatie met Windows NT 4.0 of Windows 2000.
Het uitvoeren van standaardafdruktaken is
bijzonder eenvoudig: 1 Het papier plaatsen (zie het volgende gedeelte). 2 De printerinstellingen aanpassen (zie pagina 12) 3 Het document afdrukken (zie pagina 18).
van de cd-rom met de
Basisafdrukmogelijkheden voor Macintosh
Basisafdrukmogelijkheden voor Macintosh
9

Stap 1: Het papier plaatsen

1 Plaats maximaal 100 vellen papier (afhankelijk van de
papierdikte) tegen de rechterzijde van de papierinvoer, met de afdrukzijde naar u toe. Zie pagina 10 voor informatie over het plaatsen van speciaal papier.
Markeringen voor papieruitlijning
2 Druk de ontgrendelingslip en de papiergeleider in en schuif de
papiergeleider tegen de rand van het papier.
Speciaal papier in de printer plaatsen
Papiergeleider
Papierinvoer
Ontgrendelingslip
10
Maximumaantal: Aandachtspunten:
10 enveloppen Plaats de afdrukzijde naar u toe.
De plaats voor de postzegel bevindt
zich linksboven.
Plaats de enveloppen de rechterzijde van de papierinvoer.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de enveloppen.
10 wenskaarten, indexkaarten, briefkaarten of fotokaarten
Plaats de afdrukzijde naar u toe.
Plaats de kaarten
papierinvoer.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de kaarten.
Hoofdstuk 2
verticaal
verticaal
tegen
tegen de rechterzijde van de
Maximumaantal: Aandachtspunten:
25 vellen fotopapier, glossy papier of
Plaats de glanzende zijde of de zijde met de coating naar u toe.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
coated papier
20 vellen kettingpapier Plaats het kettingpapier aan de
achterzijde van de printer, met de afdrukzijde naar u toe. Haal vervolgens de losse rand van de eerste pagina over de printer heen en plaats de pagina in de papierinvoer.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
Opmerking:
Kettingpapier (A4) in het dialoogvenster Lexmark Z22/Z32 Pagina-instelling. Zie pagina 14 voor meer informatie.
Selecteer het papierformaat Kettingpapier (Letter) of
10 transparanten Plaats de ruwe zijde van de transparanten naar u toe (gladde zijde
onder).
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de transparanten.
100 vellen papier met aangepast formaat
Plaats de afdrukzijde naar u toe en zorg dat de papiergeleider zich tegen de rand van het papier bevindt.
Het papierformaat voldoet aan de volgende afmetingen:
- Breedte: - Lengte
76 mm tot 215,9 mm 127 mm tot 432 mm 3,0 inch tot 8,5 inch 5,0 inch tot 17,0 inch
Basisafdrukmogelijkheden voor Macintosh
25 opstrijk-transfers Volg de instructies op de verpakking voor het plaatsen van de
opstrijk-transfers.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de opstrijk-transfers.
Basisafdrukmogelijkheden voor Macintosh
11

Stap 2: De printerinstellingen aanpassen

Als u afdrukt met de printer, wordt de printersoftware gebruikt in combinatie met het besturingssysteem van de computer. Hierdoor krijgt u documenten van uitzonderlijke kwaliteit. De printerinstellingen kunt u aanpassen met de dialoogvensters Pagina-instelling en Afdrukken.
Pagina-instelling
Klik op de knop Help om de Help bij het printerstuurprogramm a te openen.
Klik op dit voorgrondmenu om een papierformaat te selecteren.
12
{
Voorgrondmenu: Optie: Handeling:
Algemeen Papierformaat
Schaal
Afdrukstand
Watermerk Watermerk het gewenste watermerk instellen.
Hoofdstuk 2
beschikbare papierformaten weergeven.
de schaal van het document wijzigen. Geldige waarden liggen tussen 25% en 400%.
liggende of staande afdrukstand instellen.
Klik op een van deze pictogrammen om een afdrukstand in te stellen.
Afdrukken
Klik op de knop Help om de Help bij het printerstuurprogramma te openen.
Klik op dit voorgrond menu om printerinstel lingen op te geven.
Hier wordt een samenvatting weergegeven van de huidige instellingen.
Voorgrondmenu: Optie: Handeling:
{
Basisafdrukmogelijkheden voor Macintosh
Algemeen Exemplaren
Pagina's
Omgekeerde volgorde
Pagina’s laten drogen
Papiersoort/kwaliteit Papiersoort
Afdrukkwaliteit
het aantal exemplaren (1-99) invoeren.
alle pagina's of een bepaalde reeks pagina's afdrukken.
pagina's in omgekeerde volgorde afdrukken.
tijd tussen uitvoer van pagina's uit de printer verlengen.
de papiersoort Normaal, Coated, Glossy/fotopapier, Transparanten of Opstrijk­transfers selecteren.
de afdrukkwaliteit Snel afdrukken (600 dpi), Normaal (600 dpi) of Hoog (1200 dpi) selecteren.
Basisafdrukmogelijkheden voor Macintosh
13
Loading...
+ 39 hidden pages