November 2008
De volg ende ali nea i s ni et va n toepassi ng op landen w aar d e vo lgen de vo orwa arden stri jdig zijn met de plaat selijk e wetg evin g: LEXMARK
INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET,
NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL. Some states do not allow disclaimer of express or implied warranties in certain transactions; therefore, this statement may not apply to you.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien,
wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma's die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden
verbeterd of gewijzigd.
This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer software and documentation
developed exclusively at private expense.
Inhoudsopgave
Informatie over deze uitgave..........................................................2
Gebruik de volgende stappen om uw printer te
configureren
LET OP—KANS OP LETSEL: zie de bijgesloten Veiligheidsinformatie voor u een elektrische verbinding of een
kabelverbinding maakt.
Opmerking: sluit de kabels pas aan als dit wordt aangegeven.
1 Installeer de printerhardware. Voor meer informatie, zie de Setup-Guide.
2 Volg de aanwijzingen voor uw besturingssysteem.
• Windows: zie “Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk” op
pagina 5 en “De printer installeren op een draadloos netwerk (Windows)” op pagina 7.
• Macintosh: zie “Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk” op
pagina 5 en “De printer installeren op een draadloos netwerk (Macintosh)” op pagina 10.
Benodigde gegevens voor het instellen van een
printer op een draadloos netwerk
Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de installatiesoftware.
• SSID: er wordt ook naar de SSID verwezen als de netwerknaam.
• Draadloze modus (of netwerkmodus): de modus is infrastructuur of ad-hoc.
• Kanaal (voor ad-hocnetwerken): het kanaal wordt standaard ingesteld op automatisch voor
infrastructuurnetwerken.
Voor sommige ad-hocnetwerken is de instelling automatisch ook vereist. Raadpleeg de systeembeheerder als u
niet zeker bent over het kanaal dat u moet selecteren.
Draadloze verbinding voorbereiden
5
• Beveiligingsmethode: er zijn drie opties voor de beveiligingsmethode:
– WEP-sleutel
Als uw netwerk meerdere WEP-sleutels gebruikt, kunt u er maximaal vier opgegeven in de daarvoor bestemde
plaatsen. Selecteer de sleutel die momenteel wordt gebruikt op het netwerk door de standaardsleutel voor
WEP-verzending te selecteren.
of
– WPA- of WPA2-wachtwoorden
WPA bevat codering als een extra beveiligingsniveau. U kunt kiezen uit AES of TKIP. Codering moet op de
router en op de printer zijn ingesteld voor hetzelfde type anders kan de printer niet communiceren op het
netwerk.
– Geen beveiliging
Als uw draadloze netwerk geen beveiliging gebruikt, hebt u geen beveiligingsgegevens.
Opmerking: het is onverstandig om een niet-beveiligd draadloos netwerk te gebruiken.
Als u de printer installeert op een 802.1X-netwerk met de geavanceerde methode, hebt u wellicht de volgende
gegevens nodig:
• Verificatietype
• Interne-verificatietype
• 802.1X-gebruikersnaam en -wachtwoord
• Certificaten
Opmerking: Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en docu mentatie voor meer informatie over het
configureren van de 802.1X-beveiliging.
De printer toevoegen aan een netwerk dat gebruik
maakt van filteren op MAC-adres
Elk netwerkapparaat beschikt over een uniek hardware-identificatienummer waarmee het kan worden
onderscheiden van andere apparaten op het netwerk. Dit identificatienummer wordt het MAC-adres (Media Access
Control) genoemd.
Er kan een lijst met MAC-adressen worden ingesteld op een draadloze router zodat alleen apparaten met dezelfde
MAC-adressen gebruik kunnen maken van het netwerk. Dit wordt filteren op MAC-adres genoemd. Als u de printer
installeert op een netwerk waar op een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de print er
opnemen in de lijst met adressen die toegang hebben tot de draadloze router. Als dit specifieke adres geen toegang
geeft tot het draadloze netwerk, kunt u de printer niet draadloos gebruiken.
Als de printer wordt geleverd met een in de fabriek geïnstalleerde interne afdrukserver, is het MAC-adres een reeks
letters en cijfers op het vel met het MAC-adres dat bij de printer is geleverd.
Het MAC-adres heeft de volgende notatie:
00:04:12:34:56:78
Opmerking: druk een pagina met netwerkinstellingen af als u het MAC-adres van uw printer niet kunt vinden. Het
wordt weergegeven op de pagina met netwerkinstellingen. Raadpleeg de Gebruikershandleiding op de cd Softwareen documentatie voor meer informatie over het afdrukken van een pagina met netwerkinstellingen.
Draadloze verbinding voorbereiden
6
Aansluiten op een draadloos netwerk via
Windows
De printer installeren op een draadloos netwerk
(Windows)
Controleer het volgende voor u de printer installeert op een draadloos netwerk:
• In uw printer is een draadloze kaart geïnstalleerd.
• Het draadloze netwerk is geconfigureerd en functioneert correct.
• De computer die u gebruikt is aangesloten op het draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren.
1 Sluit het netsnoer aan op de printer en daarna op een geaard stopcontact en zet vervolgens de printer aan.
Zorg ervoor dat de printer en computer zijn ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven.
Sluit de USB-kabels pas aan als dit op het scherm wordt aangegeven.
2 Selecteer op het bedieningspaneel van de printer uw taal en land of regio en raak dan Doorgaan aan.
3 Selecteer uw tijdzone en raak dan Doorgaan aan.
Aansluiten op een draadloos netwerk via Windows
7
4 Maak de selectie van elke functie die u op een later tijdstip wil instellen ongedaan en raak dan Doorgaan aan.
5 Selecteer eventueel extra knoppen waarvan u wilt dat die op het beginscherm worden weergegeven en raak
Doorgaan aan.
6 Als Faxen is ingeschakeld, typ dan de naam van uw faxstation en raak Enter aan. Neem contact op met uw
systeembeheerder voor meer informatie over de naam en het nummer van uw faxstation of raak Terug aan om
terug te gaan en de selectie van Faxen ongedaan te maken.
7 Als Faxen is ingeschakeld, geeft u het (telefoon)nummer van het faxstation en raakt u Doorgaan aan.
8 Als e-mail is ingeschakeld, typt u het Gatewayadres van de primaire SMTP (mailserver) en raakt u Enter aan. Neem
contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie over het inschakelen van e-mail of raak Terug aan
om terug te gaan en de selectie van e-mail ongedaan te maken.
9 Wanneer hierom wordt gevraagd, stelt u de datum en de tijd in en raakt u Doorgaan aan.
10 Plaats de cd Software en documentatie in de computer.
11 Klik op Printer en software installeren.
12 Klik op Akkoord om de licentieovereenkomst te accepteren.
13 Selecteer Aanbevolen en klik vervolgens op Volgende.
14 Klik op Aangesloten op draadloos netwerk.
Aansluiten op een draadloos netwerk via Windows
8
15 Verwijder het etiket op de USB-poort aan de achterzijde van de printer.
16 Sluit de kabels aan in de onderstaande volgorde:
a Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer.
Opmerking: nadat u de printer hebt geconfigureerd, geeft de software aan dat u de tijdelijke USB-kabel
kunt losmaken, zodat u draadloos kunt afdrukken.
b Sluit de faxkabels aan als u de faxfunctie nu wilt instellen. Bekijk de Gebruikershandleiding op de cd Software
en documentatie voor meer informatie over het aansluiten van de kabels.
17 Volg de aanwijzingen op het scherm om de software-installatie te voltooien.
Opmerking: Standaard is het pad dat wordt aangeraden. Kies alleen voor Geavanceerd als u de installatie
wilt aanpassen of als uw netwerk gebruik maakt van 802.1x-beveiliging.
18 Als u wilt dat andere computers op het draadloze netwerk ook gebruik kunnen maken van de draadloze printer,
volgt u stap 10 tot en met 14 .
Aansluiten op een draadloos netwerk via Windows
9
Aansluiten op een draadloos netwerk via
Macintosh
De printer installeren op een draadloos netwerk
(Macintosh)
Controleer het volgende voor u de printer installeert op een draadloos netwerk:
• In uw printer is een draadloze kaart geïnstalleerd.
• Het draadloze netwerk is geconfigureerd en functioneert correct.
• De computer die u gebruikt is aangesloten op het draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren.
Configuratie van de printer voorbereiden
1 Zoek naar het MAC-adres op het vel dat bij de printer is geleverd. Noteer hieronder de laatste zes cijfers van het
MAC-adres:
MAC-adres: ___ ___ ___ ___ ___ ___
2 Sluit het netsnoer aan op de printer en daarna op een geaard stopcontact en zet vervolgens de printer aan.
3 Selecteer op het bedieningspaneel van de printer uw taal en land en raak dan Continue (Doorgaan) aan.
4 Selecteer uw tijdzone en raak dan Continue (Doorgaan) aan.
Aansluiten op een draadloos netwerk via Macintosh
10
5 Maak de selectie van elke functie die u op een later tijdstip wil instellen ongedaan en raak dan Continue
(Doorgaan) aan.
6 Selecteer de extra knoppen waarvan u wilt dat die op het beginscherm worden weergegeven en raak Continue
(Doorgaan) aan.
7 Als Faxen is ingeschakeld, typ dan de naam van uw faxstation en raak Enter aan. Neem contact op met uw
systeembeheerder voor meer informatie over de naam en het nummer van uw faxstation of raak Back (Terug)
aan om terug te gaan en de selectie van Faxen ongedaan te maken.
8 Als Faxen is ingeschakeld, geeft u het (telefoon)nummer van het faxstation en raakt u Continue (Doorgaan) aan.
9 Als e-mail is ingeschakeld, typt u het Gatewayadres van de primaire SMTP (mailserver) en raakt u Enter aan. Neem
contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie over het inschakelen van e-mail of raak Back
(Terug) aan om terug te gaan en de selectie van e-mail ongedaan te maken.
10 Wanneer hierom wordt gevraagd, stelt u de datum en de tijd in en raakt u Continue (Doorgaan) aan.
Voer de printerinformatie in
1 Open de opties voor AirPort.
In Mac OS X versie 10.5
a Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu.
b Klik op Network (Netwerk).
c Klik op AirPort.
Aansluiten op een draadloos netwerk via Macintosh
11
In Mac OS X versie 10.4 en eerder
a Klik in het bureaublad van de Finder op Go (Ga) >Applications (Toepassingen).
b Dubbelklik in de map Programma's op Internet Connect (Internetverbinding).
c Klik in de werkbalk op AirPort.
2 Selecteer print server xxxxxx (afdrukserver xxxxxx) in het pop-upmenu Netwerk, waarbij de x-en de laatste
zes cijfers aangeven van het MAC-adres op het vel met het MAC-adres.
3 Open de Safari-browser.
4 Kies Show (Toon) in het menu Bladwijzers.
5 Selecteer Bonjour of Rendezvous bij Verzamelingen en dubbelklik op de printernaam.
Opmerking: in Mac OS X wordt naar de toepassing verwezen als Rendezvous, maar nu wordt deze Bonjour
genoemd door Apple Computer.
6 Ga vanaf de hoofdpagina van de Embedded Web Server naar de pagina met de gegevens van het draadloze
netwerk.
Printer configureren voor draadloze toegang
1 Typ de netwerknaam (SSID) in het betreffende veld.
2 Selecteer de netwerkmodus Infrastructure (Infrastructuur) als u een draadloze router gebruikt.
3 Selecteer het type beveiliging dat voor het draadloze netwerk wordt gebruikt.
4 Voer de beveiligingsgegevens in waarmee de printer kan worden toegevoegd aan het draadloze netwerk.
5 Klik op Submit (Verzenden).
6 Open de toepassing AirPort op de computer:
In Mac OS X versie 10.5
a Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu.
b Klik op Network (Netwerk).
c Klik op AirPort.
In Mac OS X versie 10.4 en eerder
a Klik in het bureaublad van de Finder op Go (Ga) >Applications (Toepassingen).
b Dubbelklik in de map Programma's op Internet Connect (Internetverbinding).
c Klik in de werkbalk op AirPort.
7 Selecteer uw draadloze netwerk in het pop-upmenu Netwerk.
Aansluiten op een draadloos netwerk via Macintosh
12
Computer configureren voor draadloos gebruik van de printer
Als u wilt afdrukken op een netwerkprinter, moet elke Macintosh-gebruiker een aangepast PPD-bestand (Postscript
Printer Description) installeren en een afdrukwachtrij maken in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie.
1 Installeer een PPD-bestand op de computer:
a Plaats de cd Software en documentatie in het cd- of dvd-station.
b Dubbelklik op het installatiepakket voor de printer.
c Klik in het welkomstvenster op Continue (Doorgaan).
d Klik nogmaals op Continue (Doorgaan) nadat u het Leesmij-bestand hebt gelezen.
e Lees de licentieovereenkomst door, klik op Continue (Doorgaan) en klik vervolgens op Agree (Akkoord)
om hiermee akkoord te gaan.
f Kies een bestemming en klik op Continue (Doorgaan).
g Klik in het scherm voor eenvoudige installatie op Install (Installeren).
h Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK.
Alle benodigde software wordt op de computer geïnstalleerd.
i Klik op Close (Sluiten) wanneer de installatie is voltooid.
2 Voeg de printer toe:
a Voor afdrukken via IP:
In Mac OS X versie 10.5
1 Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu.
2 Klik op Print & Fax (Afdrukken en faxen).
3 Klik op +.
4 Selecteer de printer uit de lijst.
5 Klik op Toevoegen.
In Mac OS X versie 10.4
1 Klik in het bureaublad van de Finder op Go (Ga) >Applications (Toepassingen).
2 Dubbelklik op de map Utilities (Hulpprogramma's).
3 Dubbelklik op Printer Setup Utility (Printerconfiguratie) of Print Center (Afdrukbeheer).
4 Kies Add (Voeg toe) in de printerlijst.
5 Selecteer de printer uit de lijst.
6 Klik op Toevoegen.
b Voor afdrukken via AppleTalk:
In Mac OS X versie 10.5
1 Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu.
2 Klik op Print & Fax (Afdrukken en faxen).
3 Klik op +.
4 Klik op AppleTalk.
5 Selecteer de printer uit de lijst.
6 Klik op Toevoegen.
Aansluiten op een draadloos netwerk via Macintosh
13
In Mac OS X versie 10.4
1 Klik in het bureaublad van de Finder op Go (Ga) >Applications (Toepassingen).
2 Dubbelklik op de map Utilities (Hulpprogramma's).
3 Dubbelklik op Print Center (Afdrukbeheer) of Printer Setup Utility (Printerconfiguratie).
4 Kies Add (Voeg toe) in de printerlijst.
5 Selecteer het tabblad Default Browser (Standaardbrowser).
6 Klik op More Printers (Meer printers).
7 Kies AppleTalk in het eerste pop-upmenu.
8 Selecteer Local AppleTalk zone (Lokale AppleTalk-zone) in het tweede pop-upmenu.
9 Selecteer de printer uit de lijst.
10 Klik op Toevoegen.
Aansluiten op een draadloos netwerk via Macintosh
14
Problemen met draadloze installatie
oplossen
Raadpleeg de Gebruikershandleiding op de cd Software en documentatie voor meer informatie over
netwerkterminologie en -concepten.
Controlelijst voor het oplossen van problemen met
draadloze netwerken
Controleer het volgende voor u begint met het oplossen van problemen met de draadloze printer:
• De printer is ingeschakeld en aangesloten op een werkend stopcontact.
• De SSID is juist.
Druk een netwerkconfiguratiepagina af om te controleren welke SSID de printer gebruikt.
Voer het hulpprogramma voor draadloze configuratie opnieuw uit als u niet zeker weet of de SSID juist is.
• De beveiligingsgegevens zijn juist (als u een beveiligd netwerk gebruikt).
Voer het hulpprogramma voor draadloze configuratie opnieuw uit als u niet zeker weet of de
beveiligingsgegevens juist zijn.
• Het draadloze netwerk functioneert correct.
Controleer of u toegang hebt tot andere computers op het netwerk.
Als het netwerk internettoegang heeft, probeert u verbinding te maken met internet via een draadloze
verbinding.
• De coderingsmethode (AES of TKIP) is gelijk voor de printer en het draadloze toegangspunt (bij netwerken met
WPA-beveiliging).
• De printer bevindt zich binnen het bereik van het draadloze netwerk.
Bij de meeste netwerken moet de printer zich binnen 30 meter van het draadloze toegangspunt (draadloze
router) bevinden.
• De printer staat niet in de buurt van obstakels die het draadloze signaal kunnen blokkeren.
Controleer of er tussen het toegangspunt en de printer geen grote metalen object aanwezig zijn.
Controleer of er zich tussen de printer en het draadloze toegangspunt geen stangen, muren of steunpilaren met
beton of metaal bevinden.
• De printer is uit de buurt gep laatst van andere elektronische app araten die het draadlo ze signaal zouden kunnen
storen.
Het draadloze signaal kan worden verstoord door ver schillende apparaten, zoals babyfoons, motoren, draadloze
telefoons, beveiligingscamera's, andere draadloze netwerken en bepaalde Bluetooth-apparaten.
• Het printerstuurprogramma is geïnstalleerd op de computer waarmee u de taak uitvoert.
• De juiste printerpoort is geselecteerd.
• De computer en de printer zijn beide verbonden met hetzelfde draadloze netwerk.
Problemen met draadloze installatie oplossen
15
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken
De pagina met netwerkinstellingen vermeldt de configuratie-instellingen van de printer, inclusief het IP-adres en
het MAC-adres. Deze informatie is erg nuttig bij het oplossen van problemen bij de netwerkconfiguratie van de
printer.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding op de cd Software en documentatie voor meer informatie over het afdrukken
van een netwerkconfiguratiepagina.
De verbinding met de printer is verbroken toen er
een verbinding was met VPN (Virtual Private
Network)
De verbinding met een draadloze printer op uw locale netwerk zal worden verbroken als er een verbinding is met
de meeste VPN’s (Virtual Private Networks). De meeste VPN’s zorgen ervoor dat de gebruiker alleen kan
communiceren met de VPN en niet tegelijkertijd met een ander netwerk. Om verbinding te maken met uw locale
netwerk en tegelijkertijd met een VPN, moet de systeembeheerder van de VPN split tunneling inschakelen. Houd er
rekening mee dat sommige organisaties split tunneling niet toestaan vanwege beveiliging of om technische redenen.
Kan niet afdrukken via draadloos netwerk
Als u problemen hebt ondervonden tijdens het installeren, of als de printer niet wordt weergegeven in de printermap
of beschikbaar is als printeroptie w anneer u een taak verzen dt, kunt u de software v erwijderen en opnieuw in stalleren.
Controleer, voordat u de software opnieuw installeert, de “Controlelijst voor het oplossen van problemen met
draadloze netwerken” op pagina 15 en doe dan het volgende:
CONTROLEEROFDECOMPUTERISVERBONDENMETHETDRAADLOZE
TOEGANGSPUNT
• Controleer of u toegang hebt tot internet door uw webbrowser te openen en naar een website te gaan.
• Als er andere computers of bronnen aanwezig zijn op het netwerk, controleert u of hier toegang toe hebt vanaf
De mogelijke afstand tussen apparaten in een 802.11b- of 802.11g-netwerk is ongeveer 90 meter (300 feet), maar
doorgaans is het maximale bereik voor optimale prestaties 30-45 meter (100-150 feet).
Het signaal kan tijdelijk worden gestoord door elektronische apparaten zoals magnetrons, draadloze telefoons,
babyfoons of beveiligingscamera's. Zorg dat uw toegangspunt niet te dicht bij dergelijke apparaten staat.
Als de printer geen gebruik maakt van hetzelfde draadloze netwerk als de computer, is het niet mogelijk draadloos
te printen. De SSID van de printer moet overeenkomen met de SSID van het draadloze netwerk, als de computer
al op het draadloze netwerk is aangesloten.
NETWERK
Voor Windows-gebruikers
1 Verkrijg de SSID van het netwerk waar de computer op is aangesloten.
a Typ het IP-adres van uw draadloze toegangspunt (draadloze router) in het adresveld van uw webbrowser.
Als u het IP-adres van het draadloze toegangspunt niet weet:
1 Klik op of op Start en klik vervolgens op Run (Uitvoeren).
2 Typ bij Start > Zoeken of Start > Uitvoeren cmd.
3 Druk op Enter of klik op OK.
Het opdrachtpromptvenster wordt geopend.
4 Typ ipconfig en druk dan op Enter. Controleer het gedeelte Draadloze netwerkverbindingen:
• De vermelding bij 'Standaardgateway' is doorgaans het draadloze toegangspunt.
• Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, zoals in: 192.168.2.134
b Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord van de router als u hierom wordt gevraagd.
c Klik op OK.
d Klik op de hoofdpagina op Wireless (Draadloos) of op een andere optie waar instellingen worden
opgeslagen. De SSID wordt weergegeven.
e Noteer de SSID.
Opmerking: zorg ervoor dat u het precies overneemt, inclusief eventuele hoofdletters.
2 Druk de pagina met netwerkinstellingen voor de printer af.
Zoek naar SSID in het gedeelte Draadloos.
3 Vergelijk de SSID van de computer met de SSID van de printer.
Als beide SSID’s hetzelfde zijn, dan zijn de computer en de printer beide verbonden met hetzelfde draadloze
netwerk.
Als de SSID’s niet overeenkomen, voert u het hulpprogramma opnieuw uit om zo de printer in te stellen op
hetzelfde draadloze netwerk als de computer.
Voor gebruikers van Macintosh met een AirPort-basisstation
In Mac OS X versie 10.5
1
Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu.
2 Klik op Network (Netwerk).
3 Klik op AirPort.
De SSID van het netwerk waarmee de computer is verbonden wordt weergegeven in het pop-upmenu
Netwerknaam.
4 Noteer de SSID.
Problemen met draadloze installatie oplossen
17
In Mac OS X versie 10.4 en eerder
1
Klik in de Finder op Go (Ga) > Applications (Programma's).
2 Dubbelklik in de map Programma's op Internet Connect (Internetverbinding).
3 Klik in de werkbalk op AirPort.
De SSID van he t netwerk waarmee de computer is v erbonden wordt weergegeven in het pop-upmenu Netwerk.
4 Noteer de SSID.
Voor gebruikers van Macintosh met een draadloos toegangspunt
1 Typ het IP-adres van uw draadloze toegangspunt in het adresveld van uw webbrowser en ga verder met stap
2.
Als u het IP-adres van het draadloze toegangspunt niet weet, doet u het volgende:
a Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu.
b Klik op Network (Netwerk).
c Klik op AirPort.
d Klik op Advanced (Geavanceerd) > TCP/IP of TCP/IP.
De vermelding bij “Router” is doorgaans het draadloze toegangspunt.
2 Typ uw gebruikersnaam en als u hierom wordt gevraagd.
3 Klik op OK.
4 Klik op de hoofdpagina op Wireless (Draadloos) of op een andere optie waar instellingen worden opgeslagen.
De SSID wordt weergegeven.
5 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord (indien weergegeven).
Opmerkingen:
• Zorg ervoor dat u deze netwerkinformatie nauwkeurig noteert, inclusief eventuele hoofdletters.
• Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plek, zodat u deze later kunt
raadplegen.
CONTROLEERDE WEP-SLEUTELOFHET WPA-WACHTWOORD
Als voor uw draadloze toegangspunt WEP-beveiliging (Wireless Equivalent Privacy) wordt gebruikt, bestaat de
WEP-sleutel uit:
• Precies 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
of
• Precies 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen op het toetsenbord. ASCII-tekens in
een WEP-sleutel zijn hoofdlettergevoelig.
Problemen met draadloze installatie oplossen
18
Als voor uw draadloze toegangspunt WPA-beveiliging (Wi-Fi Protected Access) wordt gebruikt, bestaat het WPAwachtwoord uit:
• 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig.
of
• Precies 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
Opmerking: als u niet beschikt over deze informatie, raadpleegt u de documentatie bij het draadloze netwerk of
neemt u contact op met degene die uw draadloze netwerk heeft geconfigureerd.
VERBREEKDEVERBINDINGMETDE VPN-SESSIE
Als u via een VPN-verbinding bent verbonden met een ander netwerk, hebt u geen toegang tot de printer via uw
draadloze netwerk. Beëindig de VPN-sessie en druk opnieuw af.
CONTROLEERDEGEAVANCEERDEBEVEILIGINGSINSTELLINGEN
• Als u een filter voor MAC-adressen gebruikt om toegang tot uw draadloze netwerk te beperken, moet u het
MAC-adres van de printer toevoegen aan de lijst van adressen die toestemming hebben voor een verbinding
met het draadloze toegangspunt.
• Als u het draadloze toegangspunt instelt zodat een beperkt aantal IP-adressen wordt toegewezen, moet u dit
aanpassen zodat de printer kan worden toegevoegd.
Opmerking: als u niet weet hoe u deze wijzigingen moet uitvoeren, raadpleegt u de documentatie bij het
draadloze netwerk of neemt u contact op met degene die uw draadloze netwerk heeft geconfigureerd.
Draadloze configuratie wordt niet hervat nadat de
USB-kabel is aangesloten
Controleer de USB-kabel
Als de configuratiesoftware voorkomt dat u kunt doorgaan met de draadloze configuratie van de printer nadat u de
USB-kabel hebt aangesloten, is er mogelijk een probleem met de kabel. Probeer een van de volgende opties:
• Controleer de USB-kabel op beschadigingen. Als de USB-kabel zichtbaar beschadigd is, probeert u een nieuwe
kabel.
• Sluit de kabel rechtstreeks aan op de computer en de printer. Hubs, schakelkastjes en dockingstations kunnen
de USB-verbinding soms storen.
• Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten.
1 Sluit de grote, rechthoekige stekker aan op een USB-poort op de computer. USB-
poorten bevinden zich aan de voor- of achterkant van de computer en kunnen
horizontaal of verticaal geplaatst zijn.
Problemen met draadloze installatie oplossen
19
2 Sluit de kleine, vierkante stekker aan op de printer.
WEP-sleutel of vooraf gedeelde WPA-sleutel is niet
geldig
ERISEENFOUTGEMAAKTBIJHETINVOERENVANDESLEUTEL
• Voer de sleutel opnieuw in.
• Controleer of de sleutel het juiste aantal en de juiste soort tekens bevat.
WEP-sleutel
Een geldige WEP-sleutel moet de volgende kenmerken hebben:
• Precies 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
of
• Precies 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen op het toetsenbord.
Vooraf gedeelde WPA-sleutel
Een geldige, vooraf gedeelde WPA-sleutel moet de volgende kenmerken hebben:
• 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens in een vooraf gedeelde WPA-sleutel zijn hoofdlettergevoelig.
of
• Precies 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
Opmerking: ASCII-sleutels zijn hoofdlettergevoelig. Gebruik voor de sleutel ook hoofdletters.
Netwerk wordt niet weergeven in de lijst Draadloze
netwerken
Er is een aantal redenen waarom het doelnetwerk bij de printerconfiguratie niet wordt weergegeven in de lijst met
netwerken.
Problemen met draadloze installatie oplossen
20
NETWERKKANDE SSID NIETUITZENDEN
Sommige netwerken worden niet weergegeven in de netwerklijst omdat deze geen SSID uitzenden.
1 Selecteer I want to enter a different network (Ik wil een ander netwerk invoeren).
2 Klik op Next (Volgende).
3 Voer de gegevens in van de SSID, de draadloze modus en het kanaal (als ad-hoc is geselecteerd).
4 Klik op Next (Volgende) en ga verder met de installatie.
DEPRINTERWORDTNAAREENEXTERNNETWERKVERPLAATST
• Het is niet nodig het draadloze netwerk te verwijderen uit de lijst Draadloze netwerken als de instellingen en
beveiligingsgegevens voor dat netwerk kloppen.
• Ga door met het instellen van de printer. De printer krijgt verbinding met het externe netwerk wanneer het
dicht bij dat netwerk wordt geplaatst:
1 Selecteer I want to enter a different network (Ik wil een ander netwerk invoeren).
2 Klik op Next (Volgende) en vul de rest van de vereiste netwerkgegevens in.
Opmerking: Het hulpprogramma voor draadloze configuratie geeft in het laatste venster aan dat de configuratie
niet is gelukt, maar de printer wordt correct geconfigureerd voor het externe netwerk. Als u dit scherm niet wilt
weergeven, moet u de methode Geavanceerde installatie gebruiken en Do not verify the printer can join the
network (for remote installations) (Niet controleren of de printer verbinding kan maken met het netwerk
(voor externe installaties)) selecteren.
• Zet de printer en/of de computer dichter bij het toegangspunt.
• Voeg een ander toegangspunt toe als een nieuw gebied draadloos bereik moet krijgen.
HETDRAADLOZENETWERKFUNCTIONEERTNIET
Controleer of de netwerkapparatuur correct functioneert:
• Probeer andere bronnen op het netwerk aan te sluiten.
• Probeer te pingen of een ander toegangspunt te gebruiken.
Opmerking: Als u niet kunt communiceren met apparaten in het draadloze netwerk, is er een probleem met de
configuratie van de computer of met het draadloze netwerk. Neem contact op met uw systeembeheerder of
raadpleeg de documentatie bij het toegangspunt voor meer informatie.
Beperk het aantal bronnen van radiostoring tussen het draadloze toegangspunt en de installatiecomputer door
het netwerk en objecten die in de weg staan, anders op te stellen. Bronnen van radiostoring zijn onder andere:
• Magnetrons
• Draadloze telefoons
Problemen met draadloze installatie oplossen
21
• Ham-radio's
• Bluetooth-apparaten
• Garagedeuropeners
• Beveiligingscamera's
Opmerking: Als u problemen met storing wilt op lossen, kan het helpen om het draadloze kanaal te wijzigen dat
het toegangspunt gebruikt om uit te zenden.
ERSTAATEENOBJECTTUSSENDEPRINTERENHETTOEGANGSPUNT
Het draadloze signaal kan ook worden vervormd of geblokkeerd doordat er objecten staan tussen het
toegangspunt en de printer.
• Steunpilaren of metalen of betonnen muren
• Vloeren
• Afscheidingen van metaal
• Grote metalen archiefkasten, bureaus, boekenkasten of andere grote metalen objecten
• Objecten met een groot vochtpercentage, zoals aquariums, grote planten, stapels papier of een groep mensen
Opmerking: Plaats het toegangspunt boven of voor obstakels.
ERZIJNTEVEELAPPARATENINHETDRAADLOZENETWERK
Een draadloos apparaat communiceert alleen met het netwerk als geen ander apparaat tegelijk communiceert.
Als er te veel computers, printers en andere draadloze apparaten zijn, kan het draadloze netwerk zo druk zijn dat
een nieuw apparaat geen informatie kan verzenden of ontvangen.
• U kunt dit probleem wellicht oplossen door een ander toegangspunt toe te voegen.
• Configureer de printer voor het netwerk door handmatig alle netwerkgegevens in te voeren. De printer werkt
misschien wel als deze is geconfigureerd voor het netwerk.
• Probeer een aantal draadloze apparaten uit te schakelen om het netwerkverkeer terug te dringen.
Hulpprogramma voor draadloze installatie kan niet
communiceren met de printer
Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties:
De printer is uitgeschakeld
• Zet de printer aan.
• Controleer of de printer is aangesloten op een verlengsnoer of een stopcontact.
Opmerking: Als het aan/uitlampje niet brandt, ontvangt de printer geen stroom.
Er is een probleem met de USB-verbinding
• Controleer of de installatiekabel is aangesloten op de computer en de printer.
• Controleer of het vierkante uiteinde van de installatiekabel is aangesloten op de printer en niet het platte,
rechthoekige uiteinde.
Problemen met draadloze installatie oplossen
22
• Maak de USB-kabel los en sluit deze weer aan.
• Probeer een andere USB-poort op de computer. USB-poorten kunnen zich op de achter- of voorzijde van de
printer bevinden.
• Probeer een andere USB-kabel.
Het hulpprogramma voor draadloze configuratie
reageert niet meer tijdens de daadloze
printerconfiguratie
Als het hulpprogramma voor draadloze configuratie niet reageert tijdens het draadloze configuratieproces, moet u
de computer opnieuw opstarten. Plaats de cd Software en documentatie in de computer en voer het hulpprogramma
voor draadloze configuratie opnieuw uit.
Printer drukt niet af nadat de draadloze configuratie
is voltooid
Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties:
CONTROLEEROFDEPRINTERISINGESCHAKELD
• Controleer of de printer is ingeschakeld en of het aan/uit-lampje aan is.
• Controleer of de printer is aangesloten op een werkend verlengsnoer of stopcontact.
CONTROLEEROFDEPRINTERGEREEDIS
• Controleer de status van de printer en controleer of deze klaar is om af te drukken.
• Als de printer niet klaar is, schakelt u deze uit en vervolgens weer in.
FIREWALLSVANDERDENUITSCHAKELEN
• Als er een softwarefirewall die niet van Microsoft is op uw computer is geïnstalleerd, kunt u proberen deze
tijdelijk uit te schakelen. Probeer of u kunt afdrukken als de firewall is uitgeschakeld. Schakel de firewall weer
in en ga door om de problemen op te lossen.
• Werk firewallsoftware die niet van Microsoft is op uw computer bij.
• Voeg programma's die aan de printer gekoppeld zijn, toe aan de witte lijst.
Op computers die de draadloze printer gebruiken om af te drukken, moet het printerstuurprogramma zijn
geïnstalleerd.
Plaats de cd Software en documentatie en installeer vervolgens het printerstuurprogramma.
Kan niet afdrukken en er is een firewall op de
computer
Firewalls van derden (niet van Microsoft) kunnen het draadloos afdrukken storen. Als de printer en de computer
correct zijn geconfigureerd en het draadloze netwerk functioneert, maar de printer kan niet draadloos afdrukken,
dan is h et mogelijk dat een firew all het probleem veroorzaak t. Als er een firewall (een andere dan de Win dows firewall)
is geïnstalleerd op de computer, probeer dan één of meer van de volgende opties:
• Werk de firewall bij met de meest recente update die beschikbaar is bij de fabrikant. Zie de documentatie die bij
uw firewall is geleverd voor instructies voor het bijwerken.
• Als programma’s toegang vragen aan de firewall terwijl u de printer installeert of probeert af te drukken, zorg er
dan voor dat die programma’s kunnen worden uitgevoerd.
• Schakel de firewall tijdelijk uit en installeer de draadloze printer op de computer. Schakel de firewall weer in als
de draadloze installatie is voltooid.
Netwerkprinter wordt tijdens de installatie niet
weergeven in de printerselectielijst (Windows)
De SSID van de printer moet overeenkomen met de SSID van het draadloze netwerk.
Problemen met draadloze installatie oplossen
24
De netwerk-SSID zoeken
1 Typ het IP-adres van uw draadloze toegangspunt in het adresveld van uw browser.
a Als u het IP-adres van het draadloze toegangspunt niet weet, ga dan op één van de volgende manieren te
werk:
In Windows Vista
1
Klik op .
2 Klik op All Programs (Alle programma's) Accessories (Bureau-accessoires).
3 Klik op Command Prompt (Opdrachtprompt).
In Windows XP en eerder
1
Klik op Start.
2 Klik op All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) Accessories (Bureau-
accessoires) Command Prompt (Opdrachtprompt).
b Typ ipconfig.
c Druk op Enter.
• De vermelding bij “Standaardgateway” is doorgaans het toegangspunt.
• Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, zoals 192.168.1.1.
2 Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het toegangspunt op wanneer daarom wordt gevraagd.
3 Klik op OK.
4 Zoek de pagina waar de SSID wordt weergegeven.
5 Schrijf de SSID, het beveiligingstype en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op indien deze worden
weergegeven.
Opmerking: zorg ervoor dat u ze nauwkeurig opschrijft, inclusief eventuele hoofdletters.
Voer het hulpprogramma voor draadloze configuratie opnieuw uit
1 Voer een van de volgende stappen uit:
• Klik in Windows Vista op .
• Klik in Windows XP en eerdere versies op Start.
2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de printermap in de lijst.
3 Klik op Wireless Setup Utility (Hulpprogramma voor draadloze configuratie).
Opmerking: als het hulpprogramma voor draadloze configuratie niet op de computer is geïnstalleerd, plaatst
u de cd Software en documentatie en volgt u het pad van de draadloze verbinding.
4 Volg de instructies op het computerscherm, inclusief het invoeren van de SSID van het draadloze toegangspunt
en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord wanneer daarom wordt gevraagd.
Opmerking: tijdens de installatie wordt u mogelijk gevraagd de printer weer op de computer aan te sluiten met
de USB-kabel.
5 Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plek, zodat u deze later kunt
raadplegen.
Problemen met draadloze installatie oplossen
25
Verklarende woordenlijst voor netwerken
ad-hocmodus
ad-hocnetwerk
AutoIP-adresEen IP-adres dat automatisch wordt toegewezen door een netwerkapparaat.
beveiligingssleutelEen wachtwoord, zoals een WEP-sleutel of een WPA-wachtwoord, waarmee een
BSS (Basic Service Set)
DHCP (Dynamic Host Configuration
Protocol)
DHCP IP-adresEen IP-adres dat automatisch wordt toegewezen door een DHCP-server
DHCP-server
draadloos toegangspunt
draadloze routerEen router die ook dient als draadloos toegangspunt
Filteren op MAC-adres
Een instelling voor een draadloos apparaat waarmee het rechtstreeks kan
communiceren met andere draadloze apparaten zonder een toegangspunt of
router
Een draadloos netwerk dat geen toegangspunt gebruikt
Als het apparaat is ingesteld op DHCP, maar er geen DHCP-server beschikbaar
is, kan er een AutoIP-adres worden toegewezen door het apparaat.
netwerk wordt beveiligd
BSS beschrijft het type draadloos netwerk dat u gebruikt. Er zijn twee BSS-typen:
infrastructuurnetwerk of ad-hocnetwerk.
Een taal die wordt gebruikt door DHCP-servers
Een computer of router die een uniek IP-adres toewijst aan elk apparaat op het
netwerk. Unieke adressen voorkomen conflicten.
Een apparaat dat draadloze apparaten verbindt om een draadloos infrastructuurnetwerk te maken
Een methode waarmee u de toegang tot uw draadloze netwerk kunt beperken
door op te geven welke MAC-adressen op het netwerk mogen communiceren.
Deze instelling kan worden opgegeven op draadloze routers of toegangspunten.
infrastructuurmodus
interne draadloze afdrukserver
IP-adres (Internet Protocol)
ipconfig
kanaal
MAC-adres (Media Access Control)
netwerkadapter/-kaart
Verklarende woordenlijst voor netwerken
Een instelling voor een draadloos apparaat waarmee het rechtstreeks kan
communiceren met andere draadloze apparaten via een toegangspunt of
router
Een apparaat waarmee computers en printers met elkaar kunnen communiceren via een netwerk zonder kabels
Het netwerkadres van een computer of printer. Elk apparaat op het netwerk
heeft een eigen netwerkadres. De adressen kunnen handmatig worden toegewezen (statisch IP-adres), automatisch door de DHCP-server (DHCP IP-adres) of
automatisch door het apparaat (AutoIP-adres).
Een opdracht die het IP-adres en andere netwerkgegevens van een Windowscomputer weergeeft
Een specifieke radiofrequentie die door twee of meer draadloze apparaten
wordt gebruikt om te communiceren. Alle apparaten op het netwerk moeten
hetzelfde kanaal gebruiken.
Een hardware-adres dat een unieke aanduiding is voor elk apparaat op een
netwerk
Een apparaat dat ervoor zorgt dat computers of printers met elkaar kunnen
communiceren via een netwerk
26
netwerkhubEen apparaat dat meerdere apparaten met elkaar verbindt op een bedraad
netwerk
netwerknaam
persoonlijke naam van een printerEen apparaat dat de communicatie tussen twee of meer netwerken beheert.
pingen
routerEen apparaat dat één internetverbinding deelt met meerdere computers of
signaalsterkte
SSID (Service Set Identifier)De naam van een dr aadloos netwerk. Als u een printer aansluit op een draadloos
Statisch IP-adresEen IP-adres dat handmatig wordt toegewezen
switch
UAA (Universally Administered
Address)
USB-kabel
USB-poortEen kleine, rechthoekige poort op de achterkant van de printer waarop de
Raadpleeg “SSID (Service Set Identifier)” op pagina 27.
Een test waarmee u kunt bepalen of uw computer kan communiceren met een
ander apparaat
andere apparaten. De hoofdrouter beheert het netwerkverkeer.
Indicatie van de sterkte waarmee een uitgezonden signaal wordt ontvangen
netwerk, moet de printer dezelfde SSID gebruiken als het netwerk. Dit wordt
ook netwerknaam of BSS (Basic Service Set) genoemd.
Een apparaat dat vergelijkbaar is met een netwerkhub waarmee, verschillende
netwerken met elkaar kunnen worden verbonden
Een adres dat door de fabrikant aan een netwerkprinter of afdrukserver wordt
toegewezen. Als u de UAA nodig hebt, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u de UAA-vermelding op.
Een lichtgewicht, flexibele kabel waarmee de printer veel sneller kan communiceren met de computer dan met parallelle kabels
randapparaten kunnen worden aangesloten met een USB-kabel en die gebruikt
kan worden voor communicatie met hoge snelheden
WEP (Wired Equivalent Privacy)Een beveiligingsinstelling waarmee niet-geautoriseerde toegang tot een
draadloos netwerk wordt voorkomen. Andere mogelijke beveiligingsinstellingen zijn WPA en WPA2.
Wi-FiEen term waarmee de technologie wordt beschreven die wordt gebruikt voor
een draadloos lokaal netwerk (WLAN)
WPA (Wi-Fi Protected Access)
WPA2Een nieuwere versie van WPA. Oudere routers bieden hiervoor waarschijnlijk
Een beveiligingsinstelling waarmee niet-geautoriseerde toegang tot een
draadloos netwerk wordt voorkomen. WPA wordt niet ondersteund op
draadloze ad-hocnetwerken. Andere mogelijke beveiligingsinstellingen zijn
WEP en WPA2.
geen ondersteuning. Andere mogelijke beveiligingsinstellingen zijn WPA en
WEP.
Verklarende woordenlijst voor netwerken
27
Index
A
afdrukken
pagina met
netwerkinstellingen 16
C
configuratiegegevens
draadloos netwerk 5
D
de printer instellen 5
draadloos
printer drukt niet af 24
problemen oplossen 16
draadloos netwerk
configuratiegegevens 5
installatie, met Macintosh 10
installeren, met Windows 7
komt niet voor in de
netwerklijst 20
problemen oplossen 15
draadloze installatie
wordt niet hervat nadat USB-kabel
is aangesloten 19
draadloze storing 20
N
netwerk dat gebruik maakt van
filteren op MAC-adres
printer toevoegen aan 6
P
pagina met netwerkinstellingen
afdrukken 16
printer drukt niet af 23
draadloos 24
printer toevoegen
aan een netwerk dat gebruik
maakt van filteren op MAC-
adres 6
problemen met draadloze functies
oplossen
hulpprogramma reageert niet
meer 23
kan niet afdrukken via draadloos
netwerk 16
netwerkprinter wordt tijdens de
installatie niet weergeven in de
printerselectielijst
(Windows) 24
problemen oplossen
draadloos netwerk 15
W
WEP
sleutel 20
Windows
draadloos netwerk installeren 7
WPA
sleutel 20
Z
zoeken
MAC-adres 6
F
firewall op computer 24
I
installatie
draadloos netwerk 7, 10
installatiekabel 22
K
kan niet communiceren 22
M
MAC-adres, filteren op 6
MAC-adres, zoeken 6
Macintosh
draadloos netwerk installeren 10
S
sleutel
WEP 20
WPA 20
stappen
printer configureren 5
stroom 22
U
USB 22
V
Virtual Private Network 16
VPN
verbinding met printer
verbroken 16
Index
28
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.