Lexmark E340, E342N Quick reference Manual [da]

Naslagkaart
Papier of ander afdrukmateriaal plaatsen
Bron Formaten Soorten Capaciteit1
(vellen)
Lade 1 (lade voor 250 vel)
Lade 2* (lade voor
550 vel)
Handinvoer A4, A5, JIS B5,
A4, A5, JIS B5, Letter, Legal, Executive, Folio, Statement, Universal
Letter, Legal, Executive, Folio, Statement,
Universal
7¾, 9, 10, DL, C5, B5, overig
2
2
Normaal papier, etiketten, transparanten
Normaal papier, transparanten, etiketten
Normaal papier, etiketten, transparanten, karton
Enveloppen
250 vel papier; 50 etiketten; 50 transparanten
550 vel papier; 50 etiketten; 50 transparanten
1
Papierstoringen voorkomen:
Buig de stapel afdrukmateriaal een paar keer heen en weer om
de vellen los te maken. Waaier de stapel uit en plaats vervolgens de stapel papier in de printer. Vouw of kreuk het afdrukmateriaal niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
Zorg dat de stapel niet boven de aangegeven maximale hoogte
uitkomt.
Gebruik nooit verschillende soorten afdrukmateriaal door elkaar
in één lade.
Papier in de papierlade plaatsen
1Verwijder de lade.
Opmerking: Als u papier van A4- of Folio-formaat gaat invoeren,
dient u de lade langer te maken. Raadpleeg “De lade langer maken voor papier van Legal- of Folio-formaat” voor instructies.
2Pak een stapel papier en buig de stapel heen en weer of waaier
deze uit voordat u het papier in de printer plaatst. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.
3Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde naar
beneden.
5Plaats de lade weer in de printer.
De lade langer maken voor papier van Legal­of Folio-formaat
1Druk op het drukpunt achter op de lade. 2Trek het verlengstuk uit de lade tot het vastklikt.
De handmatige invoer gebruiken
De handmatige invoer kan slechts een vel per keer verwerken.
1
Verstuur uw printopdracht naar de printer (raadpleeg de Gebruikershandleiding op de cd met documentatie voor instructies).
Wanneer de printer gereed is, wordt op het display van het bedieningspaneel aangegeven dat u het afdrukmateriaal kunt plaatsen.
2
Plaats een vel van het gekozen afdrukmateriaal met de te bedrukken zijde naar boven in het midden van de handmatige invoer. De voorkant van de stapel mag de papiergeleiders net raken.
3Stel de papiergeleiders af op de breedte van de papiergeleiders. 4Houd beide kanten van de stapel dicht bij de lade voor
handmatige invoer en schuif de stapel voorzichtig in de printer tot deze de stapel vanzelf invoert.
Tussen het moment dat de printer de stapel verwerkt en invoert, is er een korte pauze.
Houd transparanten bij de randen vast en raak de afdrukzijde
niet aan. Vettige substanties die van uw vingers op de transparanten terechtkomen, kunnen de afdrukkwaliteit beïnvloeden.
Voer briefpapier in met de voorbedrukte zijde naar boven,
met de bovenkant van het papier eerst.
De achterste uitvoer gebruiken
De achterste uitvoer is een rechte papierdoorvoer dat één vel per keer verwerkt, waardoor papier minder snel kreukelt of vastloopt. Dit is met name handig voor speciaal afdrukmateriaal, zoals transparanten, enveloppen, etiketten, karton en indexkaarten.
* Lade 2 niet beschikbaar op alle modellen.
1
Capaciteit voor afdrukmateriaal van 75 g/m2, tenzij anders aangegeven.
2
Universele maten:
Lade 1: 89–216 x 210–356 mm – Lade 2: 148–216 x 210–356 mm – Handinvoer: 76–216 x 127–356 mm (inclusief kaarten van 76 x 127 mm)
Opmerking: Plaats papier met een briefhoofd in de lade met de
voorbedrukte zijde naar beneden. De bovenste rand van het vel met het logo moet tegen de voorzijde van de lade worden geplaatst.
Zorg dat de stapel niet boven de aangegeven maximale hoogte uitkomt. Als er te veel papier is geplaatst, kan het papier in de printer vastlopen.
4Verschuif de geleiders aan de zij- en achterkant tot deze goed
tegen het papier aanliggen.
Als de klep van de achteruitvoer is geopend, komen alle afdrukken aan deze kant de printer uit. Als de klep gesloten is, komen alle afdrukken in de bovenste uitvoerlade terecht.
Waarschuwing: Schuif de stapel niet met veel kracht in de printer.
Doet u dit wel, dan kan het papier vastlopen.
Voer enveloppen in met de flap naar beneden en de zijde met
de postzegel als weergegeven.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Volg deze aanwijzingen om afdrukken te maken op speciaal afdrukmateriaal zoals transparanten, karton, etiketten of enveloppen. Aan de hand van de soort afdrukmateriaal bepaalt u welke lade of invoer u gebruikt.
1Plaats het afdrukmateriaal volgens de specificaties van de lade
die u gebruikt. Raadpleeg Papier of ander afdrukmateriaal
plaatsen voor hulp.
2Stel in de softwaretoepassing op de computer de papiersoort,
het papierformaat en de bron in voor het afdrukmateriaal dat u hebt geplaatst.
a Selecteer in de toepassing op uw computer Bestand Æ
Afdrukken.
b Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer, of Instellingen,
afhankelijk van de toepassing) om de instellingen van het printerstuurprogramma te bekijken.
c Klik op het tabblad Paper (Papier). d Kies de gewenste soort afdrukmateriaal (transparanten,
enveloppen, enzovoort) in de lijst met papiersoorten.
e Kies de lade of invoer waarin zich het speciale
afdrukmateriaal bevindt in de lijst met invoerbronnen.
f Kies het formaat van het speciale afdrukmateriaal in de lijst
met papierformaten.
g Klik op OK en verstuur de afdruktaak zoals u dat altijd doet.
Papierstoringen verhelpen
In geval van een papierstoring stopt de printer en wordt op het bedieningspaneel het bericht Papier vast weergegeven. Verwijder het vastgelopen papier en druk op Start (Go) om door te gaan met afdrukken. Wij raden u aan de gehele papierbaan vrij te maken als een papierstoring optreedt.
Een papierstoring verhelpen:
1Als u papier invoert vanuit een lade, verwijder de lade en
verwijder vervolgens het vastgelopen papier.
2Open de voorklep en verwijder het printercartridgemechanisme.
3Verwijder eventueel vastgelopen papier in het gebied achter het
printercartridgemechanisme.
4Til de klep aan de voorkant van de printer op en verwijder
eventueel vastgelopen papier achter de klep.
5Open de achteruitvoer en verwijder eventueel vastgelopen
papier.
6Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, drukt u op Start
(Go)
om het afdrukken te hervatten.
Bedieningspaneel
Afdruktaak annuleren
Als de afdruktaak die u wilt annuleren op dat moment wordt afgedrukt en Bezig op het display wordt weergegeven:
1Druk op Menu totdat u Menu Taak ziet en druk vervolgens op
Selecteren (Select).
2Druk op Menu totdat u Taak annuleren ziet en druk vervolgens
op Selecteren (Select).
Pagina met menu-instellingen afdrukken
1Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed
op het display wordt weergegeven.
2Druk enkele malen op Menu totdat u menu Extra ziet en druk dan
op Selecteren (Select).
3Druk enkele malen op Menu totdat u Menu’s afdrukken ziet en
druk dan op Selecteren (Select).
Veelvoorkomende berichten op het bedieningspaneel
Raadpleeg de cd met documentatie voor een uitgebreid overzicht van de berichten op het bedieningspaneel.
Bericht Actie
Handmatig laden
De printer wacht tot u afdrukmateriaal in de universeellader hebt geplaatst.
Wachten
De printer heeft gegevens om af te drukken ontvangen, maar wacht op een opdracht of extra gegevens.
Niet gereed
De printer is niet gereed om gegevens te verwerken.
Buffer wordt gewist
De printer verwijdert de huidige afdruktaak.
• Plaats in de universeellader het type afdrukmateriaal dat in de tweede regel op het display wordt weergegeven.
•Druk op om het verzoek om handmatige invoer te negeren en af te drukken op het afdrukmateriaal dat reeds in een van de laden is geplaatst.
• Annuleer de huidige taak.
• Druk op buffer af te drukken.
• Annuleer de huidige taak.
Druk op maken voor het ontvangen van taken.
• Wacht tot het bericht is verdwenen.
• Soms wil dit bericht zeggen dat de stuurprogrammagegevens niet overeenkomen met wat de printer verwachtte. Als dit zich blijft voordoen, probeert u af te drukken vanuit een ander printerstuurprogramma.
Selecteren (Select) of Start (Go)
Start (Go) om de inhoud van de
Start (Go) om de printer gereed te
P/N 28S1842 E.C. 28S013
© 2005 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
*28S1842*
Gedrukt in China
Voor meer informatie
Raadpleeg de cd met documentatie die bij uw printer is geleverd
voor bruikbare informatie over gebruik en onderhoud van uw printer.
Neem contact op met de systeembeheerder of de helpdesk als
u vragen hebt over afdrukken via het netwerk.
6/05
Loading...