Lexmark E340, E342N User Manual [nl]

E340, E342n
Gebruikershandleiding
juni 2005
Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. © 2005 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550

Kennisgevingen

Informatie over deze uitgave

Uitgave: juni 2005
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar dergelijke voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE
PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In bepaalde rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties niet toegestaan. Het is daarom mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is. Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien. Wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma’s die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd. Opmerkingen kunnen worden gestuurd naar Lexmark International, Inc., Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, Verenigde Staten. Als u in het Verenigd Koninkrijk of Ierland woont, kunt u eventuele opmerkingen sturen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark behoudt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder hiermee enige verplichting op zich te nemen tegenover u. In België en Nederland kunnen extra exemplaren van publicaties die op dit product betrekking hebben, worden verkregen door contact op te nemen met de leverancier. Vanuit de Verenigde Staten of Canada kan worden gebeld naar 1­800-553-9727 en vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland kan worden gebeld naar +44 (0)8704 440 044. Neem in andere landen contact op met de leverancier. Als in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma's of diensten, impliceert dit niet dat de producent het voornemen heeft deze beschikbaar te stellen in alle landen waarin de producent actief is. Geen enkele verwijzing naar een product, programma of dienst moet worden opgevat als een verklaring of suggestie dat alleen dat product, dat programma of die dienst mag worden gebruikt. Het staat u vrij functioneel gelijkwaardige producten, programma's of diensten te gebruiken, mits deze geen inbreuk maken op enig bestaand intellectueel eigendomsrecht. Het beoordelen en controleren van de werking in combinatie met andere producten, programma’s of diensten, met uitzondering van die producten, programma’s of diensten die uitdrukkelijk door de producent worden genoemd, behoort tot de verantwoordelijkheden van de gebruiker.
© 2005 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden. RECHTEN M.B.T. DE OVERHEID VAN DE VERENIGDE STATEN
Deze software en alle bijbehorende documentatie die onder deze overeenkomst worden geleverd, zijn commerciële computersoftware en documentatie die op eigen kosten zijn ontwikkeld.

Handelsmerken

Lexmark en Lexmark met het diamantontwerp en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
PictureGrade is een handelsmerk van Lexmark International, Inc.
®
PCL
is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. PCL is een aanduiding van Hewlett-Packard Company voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en -functies in haar producten. Deze printer is ontworpen om ondersteuning te bieden voor de PCL-taal. De printer herkent PCL-opdrachten die in diverse toepassingen worden gebruikt en emuleert de functies die met deze opdrachten corresponderen. PostScript Incorporated. PostScript 3 is een aanduiding van Adobe Systems voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en -functies in softwareproducten van Adobe Systems. Deze printer is compatibel met de PostScript 3-taal. De printer herkent PostScript 3-opdrachten die in diverse toepassingen worden gebruikt en emuleert de functies die met deze opdrachten corresponderen.
Raadpleeg de Technical Reference voor meer informatie over compatibiliteit.
Overige handelsmerken zijn het eigendom van hun respectievelijke houders.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems

Informatie over het gebruiksrecht

De printer bevat software die is ontwikkeld door Lexmark en waarvan het copyright bij Lexmark berust. Bovendien kan de software in de printer het volgende bevatten:
door Lexmark aangepaste software welke in licentie is
verkregen onder de voorwaarden in de GNU General Public License version 2 en/of de GNU Lesser General Public License version 2.1
software die in licentie is verkregen onder de licentie van BSD
software die in licentie is verkregen onder andere
licentievoorwaarden
2
Kennisgevingen
Klik op de titel van het document dat u wilt bekijken:
BSD License and Warranty statements
GNU General Public License
Overige licenties
De door Lexmark aangepaste software van derden die Lexmark in licentie heeft gekregen is gratis software. U mag deze software zelf distribueren en/of aanpassen onder de voorwaarden van de hierboven genoemde licenties. Deze licenties verschaffen u geen rechten met betrekking tot de software in deze printer waarop Lexmark het auteursrecht heeft. Aangezien de software die door derden aan Lexmark in licentie is gegeven en die door Lexmark is aangepast, uitdrukkelijk zonder enige vorm van garantie wordt geleverd, is op het gebruik van de door Lexmark aangepaste versie ook geen garantie van toepassing. Zie voor meer informatie de afwijzingen van garantie in de bovengenoemde licentieovereenkomsten.
Start de cd met stuurprogramma's die bij de printer is geleverd en klik op Contact Lexmark als u in het bezit wilt komen van de broncodes van de door GNU in licentie gegeven software welke door Lexmark is aangepast.

Veiligheidsinformatie

Het netsnoer moet worden aangesloten op een geaard
stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat eenvoudig bereikbaar is. VOORZICHTIG: Schakel tijdens onweer dit product niet in en sluit geen elektrische kabels of stroomkabels aan, zoals het netsnoer of een telefoonkabel.
Onderhoudswerkzaamheden en reparaties die niet in de
bedieningsinstructies worden beschreven, dienen uitsluitend door een professionele onderhoudsmonteur te worden uitgevoerd.
Dit product is met specifieke Lexmark-onderdelen ontwikkeld,
getest en goedgekeurd op basis van strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen.
Uw product maakt gebruik van een laser. VOORZICHTIG: Het toepassen van andere bedieningswijzen,
aanpassingsmethoden of procedures dan in die dit document worden vermeld, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Dit product gebruikt een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal wordt verhit. Hierdoor kan het afdrukmateriaal bepaalde stoffen afgeven. Bestudeer het gedeelte in de bedieningsinstructies waarin de richtlijnen voor het selecteren van afdrukmaterialen worden besproken om schadelijke emissies te voorkomen.

Laserinformatie

Deze printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als een product dat voldoet aan de vereisten van DHHS 21 CFR paragraaf J voor laserproducten van klasse I (1). Elders is de printer gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1. Laserproducten van klasse I worden geacht geen gevaar op te leveren. De printer bevat intern een laser van klasse IIIb (3b), een galliumarsenide laser met een nominaal vermogen van 5 milliwatt en een golflengtebereik van 770-795 nanometer. Het lasersysteem en de printer zijn zodanig ontworpen dat gebruikers nooit blootstaan aan laserstraling die hoger is dan het toegestane niveau voor klasse I-apparaten, tijdens normaal gebruik, onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker of voorgeschreven servicewerkzaamheden.

The United Kingdom Telecommunications Act 1984

This apparatus is approved under the approval number NS/G/1234/J/ 100003 for the indirect connections to the public telecommunications systems in the United Kingdom.

Conventies

Opmerking: Een opmerking bevat nuttige informatie. VOORZICHTIG: De aanduiding voorzichtig heeft betrekking op
gevaar voor letsel. Waarschuwing: Een waarschuwing geeft aan dat het product of de bijbehorende software kan worden beschadigd.

Informatie over elektronische emissie

Verklaring van FCC-conformiteit (Federal Communications Commission)
Uit tests is gebleken dat de Lexmark E340, type 4511-600 en de Lexmark E342n, type 4511-610 voldoen aan de normen voor digitale apparaten van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Voor wat betreft de bediening, moet het apparaat voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit apparaat moet bestand zijn tegen eventuele interferentie die wordt veroorzaakt door andere apparatuur, inclusief interferentie die kan leiden tot ongewenst functioneren. De FCC-normen voor apparaten van klasse B zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een thuisomgeving wordt gebruikt. Dit apparaat genereert en gebruikt radiogolven en kan radiogolven uitzenden die, bij installatie en gebruik anders dan in de instructiehandleiding is aangegeven, communicatie via radiogolven
Veiligheidsinformatie
3
Kennisgevingen
kunnen verstoren. Er is echter geen garantie dat er in een bepaalde omgeving geen interferentie zal optreden. Als dit apparaat interferentie veroorzaakt in de ontvangst van radio of televisie, hetgeen kan worden vastgesteld door het apparaat uit en in te schakelen, wordt de gebruiker verzocht een of meer van de volgende maatregelen te nemen om deze interferentie op te heffen:
Richt de antenne anders of geef deze een andere plaats.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een ander circuit
dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
Neem contact op met de leverancier van het apparaat of met een servicevertegenwoordiger voor meer suggesties.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor interferentie in de ontvangst van radio of televisie die wordt veroorzaakt door het gebruik van een andere dan de aanbevolen kabel of door ongeoorloofde wijzigingen of modificaties aan het apparaat. Ongeoorloofde wijzigingen of modificaties aan het apparaat kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet meer gerechtigd is het apparaat te gebruiken.
Opmerking: Voor een digitaal apparaat van klasse B is het gebruik van een goed afgeschermde en geaarde kabel, zoals de kabel van Lexmark met artikelnummer 1329605 voor parallelle verbindingen of 12A2405 voor USB-verbindingen, noodzakelijk om te voldoen aan de FCC-voorschriften met betrekking tot elektromagnetische interferentie. Het gebruik van een vervangende kabel die niet op de juiste wijze is afgeschermd en geaard, kan leiden tot een overtreding van de FCC-voorschriften.
Eventuele vragen over deze verklaring kunt u richten aan:
Director of Lexmark Technology & Services Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, KY 40550, Verenigde Staten (859) 232-3000
Industry Canada Compliance Statement
Japanse VCCI-verklaring
Als dit symbool op uw product staat, geldt de desbetreffende verklaring.
Verklaring van het Koreaanse Ministerie van Informatie en Communicatie
Als dit symbool op uw product staat, geldt de desbetreffende verklaring.
Deze apparatuur is volgens de EMC geregistreerd als een huishoudelijk product. Het kan in alle gebieden worden gebruikt, waaronder woonwijken.
Geluidsniveaus
De volgende metingen zijn verricht in overeenstemming met ISO 7779 en zijn gerapporteerd conform ISO 9296.
1-meter gemiddelde geluidsdruk, dBA
Afdrukken 53—Type 4511-600, 4511-610
Ingeschakeld, maar niet actief 30
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
Avis de conformité aux normes de l’industrie du Canada
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Voorschriften van de Europese Gemeenschap (EG)
Dit product voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van richtlijnen 89/336/EEC en 72/23/EEC van de Raad van de Europese Gemeenschap aangaande de onderlinge aanpassing van de wetten in de lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit en de veiligheid van elektrische apparaten die zijn ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik. Een verklaring waarin staat dat het product voldoet aan de veiligheidseisen van de EG-richtlijnen kan worden verkregen bij de Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A. in Boigny, Frankrijk.
Dit product voldoet aan de eisen van EN 55022; de veiligheidsvoorschriften van EN 60950; de radiospectrumvereisten van ETSI EN 300 330-1 en ETSI EN 300 330-2; en de EMC-vereisten van EN 55024, ETSI EN 301 489-1 en ETSI EN 301 489-3.
ENERGY STAR
Het programma EPA ENERGY STAR Office Equipment is een samenwerkingsverband van fabrikanten van kantoorapparatuur met als doelstelling het bevorderen van het gebruik van energiebesparende producten en het beperken van luchtvervuiling die wordt veroorzaakt door het opwekken van energie.
Bedrijven die aan dit programma deelnemen, brengen producten op de markt die automatisch worden uitgeschakeld als ze niet worden gebruikt. Hierdoor wordt het energieverbruik van de apparatuur met maximaal 50 procent teruggebracht. Lexmark is een enthousiast deelnemer aan dit programma.
Lexmark International, Inc. heeft als Energy Star Partner vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Star-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
Informatie over elektronische emissie
4
Kennisgevingen
WEEE
Het WEEE-symbool verwijst naar specifieke recyclingprogramma's en -procedures voor elektronische producten in landen binnen de Europese Unie. Wij verzoeken u onze producten te recyclen. Voor verder vragen over mogelijkheden tot recyclen kunt u de website van Lexmark bezoeken op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale winkel.

Energieverbruik van de printer

In de volgende tabel worden de eigenschappen voor het stroomverbruik van de printer beschreven.
Modus Beschrijving Energieverbruik
Afdrukken
Gereed
Spaarstand
Uit
De niveaus betreffende energieverbruik die in de vorige tabel staan geven metingen aan van gemiddelde tijden. Onmiddellijke energieafnames kunnen substantieel hoger zijn dan het gemiddelde.
Spaarstand
Deze printer werd ontworpen met een energiebesparende modus, genaamd Spaarstand. De spaarstand is het equivalent van de modus Slapen van EPA. De spaarstand bespaart energie door het energieverbruik te verlagen tijdens langdurige periodes waarin de printer niet wordt gebruikt. De spaarstand wordt automatisch ingeschakeld als de printer niet wordt gebruikt tijdens een opgegeven tijdsduur, die de time-out voor de spaarstand wordt genoemd. Standaard is de time-out voor de spaarstand voor de Lexmark E320 en de Lexmark E342n ingesteld op 60 minuten.
U kunt de time-out voor de spaarstand via de configuratiemenu's van de printer instellen tussen 1 minuut en 240 minuten. Als u de time­out voor de spaarstand instelt op een lage waarde, vermindert het energieverbruik, maar kan de responstijd van de printer toenemen. Als u de time-out voor de spaarstand instelt op een hoge waarde, reageert de printer snel, maar wordt meer energie verbruikt.
Wanneer de energiebesparingsmodus van invloed is op het effectieve gebruik van deze printer, kunt u deze modus uitschakelen in het hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen (zie pagina 14) of, bij een netwerkmodel, via de webpagina van de printer (zie pagina 98).
Printer is hard copy-output aan het genereren 475 W
Printer wacht op een afdruktaak 85 W
Printer staat in de modus Energie besparen 8 W
Printer is aangesloten op een stopcontact, maar het stopcontact werkt niet 0 W
Totale energieverbruik
Het is soms handig om het totale energieverbruik van de printer te berekenen. Omdat het energieverbruik wordt berekend in Watt, dient het energieverbruik te worden vermenigvuldigd met de tijd die de printer in elke modus heeft verbruikt om zo het totale energieverbruik te berekenen. Het totale energieverbruik van de printer is de optelsom van het energieverbruik van elke modus.

Verklaring van beperkte garantie

Lexmark International, Inc., Lexington, KY
Deze beperkte garantie is van toepassing in de Verenigde Staten en Canada. Klanten buiten de Verenigde Staten en Canada wordt verzocht de landspecifieke garantiegegevens te raadplegen die bij het product zijn geleverd.
Lexmark E340, E342n
Deze beperkte garantievoorwaarden zijn alleen op dit product van toepassing als het product oorspronkelijk voor uw gebruik, en niet voor wederverkoop, is aangeschaft van Lexmark of een Lexmark­leverancier, in deze publicatie 'leverancier' genoemd.
Beperkte garantie
Lexmark garandeert dat dit product:
is vervaardigd uit nieuwe onderdelen of uit nieuwe en
bruikbare gebruikte onderdelen die als nieuwe onderdelen functioneren;
bij normaal gebruik vrij is van materiaal- en fabricagefouten.
Als dit product tijdens de garantieperiode niet volgens deze garantie functioneert, kunt u voor reparatie of vervanging (naar keuze van Lexmark) contact opnemen met een leverancier of met Lexmark. Als dit product een functie of optie is, is deze verklaring alleen van toepassing wanneer die functie of optie wordt gebruikt in combinatie met het product waarvoor de functie of optie is bedoeld. Om service uit hoofde van garantie te verkrijgen, is het mogelijk dat u de functie of optie samen met het product zult moeten aanbieden. Als u dit product aan een andere gebruiker overdraagt, heeft die gebruiker gedurende de resterende garantieperiode recht op service uit hoofde van garantie volgens de voorwaarden in deze verklaring. U moet het oorspronkelijke aankoopbewijs en deze verklaring aan die gebruiker overleggen.
Service uit hoofde van beperkte garantie
De garantieperiode gaat in op de datum van oorspronkelijke aankoop en eindigt 12 maanden later, zoals weergegeven op het bewijs van aankoop. De garantieperiode voor supplies en onderdelen die zijn meegeleverd met de printer eindigt eerder als deze, of de oorspronkelijke inhoud, voor een belangrijk deel leeg of opgebruikt zijn. Verhittingsstations, overdrachtbanden, onderdelen voor papierinvoer en andere onderdelen waarvoor een onderhoudskit beschikbaar is, zijn in wezen opgebruikt wanneer er op de printer het bericht "Bijna versleten" of "Onderhoud gepland" wordt weergegeven.
Energieverbruik van de printer
5
Kennisgevingen
Ten behoeve van service uit hoofde van garantie kan u worden gevraagd om een bewijs van aankoop. Mogelijk moet u het product afleveren bij de leverancier of bij Lexmark of dit portovrij en op de juiste wijze verpakte opsturen naar een door Lexmark aangewezen locatie. De verantwoordelijkheid voor verlies of beschadiging van een product tijdens het transport naar de leverancier of naar de door Lexmark aangewezen locatie berust bij u. Wanneer de service die voortlvloeit uit de garantie de vervanging van een product of onderdeel omvat, wordt het vervangen onderdeel eigendom van de leverancier of van Lexmark. Het vervangende onderdeel kan een nieuw of een gerepareerd onderdeel zijn. Op het vervangende onderdeel rust de resterende garantieperiode van het oorspronkelijke product. Vervanging behoort niet tot de mogelijkheden als het product dat u ter vervanging aanbiedt aan de buitenkant is beschadigd, gewijzigd, een reparatie behoeft die niet onder de garantie valt of onherstelbaar is beschadigd. Ook is vervanging niet mogelijk als het product niet vrij is van juridische verplichtingen, beperkingen, pandrechten en andere lasten. Voordat u dit product aanbiedt voor service uit hoofde van garantie, moet u alle cartridges, programma’s, gegevens en verwijderbare opslagmedia verwijderen (tenzij anders aangegeven door Lexmark). Voor een nadere uitleg van uw garantiemogelijkheden en de dichtstbijzijnde door Lexmark geautoriseerde serviceverlener in uw regio kunt u terecht op de website van Lexmark op http:// support.lexmark.com. Gedurende de garantieperiode is technische ondersteuning op afstand beschikbaar voor dit product. Voor producten die niet meer onder een Lexmark-garantie vallen, is het mogelijk dat technische ondersteuning niet of alleen tegen betaling beschikbaar is.
Omvang van beperkte garantie
Lexmark staat niet garant voor de ononderbroken of foutvrije werking van enig product of voor de duurzaamheid of houdbaarheid van afdrukken die zijn vervaardigd door enig product. Onder service uit hoofde van garantie vallen geen reparaties van storingen veroorzaakt door:
wijzigingen of ongeoorloofde toevoegingen
ongelukken of foutief gebruik, misbruik of gebruik dat in strijd
is met de richtlijnen, handleidingen, instructies of adviezen voor Lexmark-gebruikers
ongeschikte fysieke omgeving of werkomgeving
onderhoud door iemand anders dan een medewerker van
Lexmark of een door Lexmark geautoriseerde serviceverlener
gebruik van een product na de verwachte levensduur
gebruik van afdrukmateriaal dat niet binnen de Lexmark-
specificaties valt
Revisie, reparatie, hervulling of herfabricage van producten van derden, supplies of onderdelen
producten, supplies, onderdelen, materialen (zoals toner- en inktsoorten), software of interfaces die niet door Lexmark zijn geleverd
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE GELDENDE WETGEVING, BIEDEN LEXMARK NOCH HAAR EXTERNE LEVERANCIERS ENIGE ANDERE GARANTIE OF WAARBORG VAN WELKE AARD DAN OOK, HETZIJ UITDRUKKELIJK, HETZIJ IMPLICIET, TEN AANZIEN VAN DIT PRODUCT. MET NAME DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL EN VOLDOENDE KWALITEIT WORDEN AFGEWEZEN. ALLE GARANTIES DIE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN ONDER DE GELDENDE WETGEVING, ZIJN UITSLUITEND VAN KRACHT VOOR DE DUUR VAN DE GARANTIEPERIODE. NA HET VERSTRIJKEN VAN DEZE PERIODE ZIJN GEEN GARANTIES, NADRUKKELIJKE OF IMPLICIETE, NOG VAN TOEPASSING. ALLE INFORMATIE, SPECIFICATIES, PRIJZEN EN SERVICES KUNNEN OP ELK GEWENST MOMENT ZONDER KENNISGEVING WORDEN GEWIJZIGD.
Beperking van aansprakelijkheid
In dit document wordt uw enige verhaalsmogelijkheid onder deze Verklaring van beperkte garantie uiteengezet. Voor een claim met betrekking tot het optreden of niet-optreden van Lexmark of een leverancier voor dit product onder deze Verklaring van beperkte garantie kunt u de werkelijk geleden schade verhalen tot de in de volgende paragraaf vermelde limiet. De aansprakelijkheid van Lexmark voor werkelijk geleden schade door welke oorzaak dan ook is beperkt tot het bedrag dat u hebt betaald voor het product dat de schade heeft veroorzaakt. Deze beperking van aansprakelijkheid is niet van toepassing op claims door u wegens lichamelijk letsel of schade aan onroerende goederen of materiële roerende goederen waarvoor Lexmark wettelijk aansprakelijk is. LEXMARK IS IN GEEN GEVAL
AANSPRAKELIJK VOOR DERVING VAN WINST OF BESPARINGEN, INCIDENTELE SCHAE OF ANDERE ECONOMISCHE OF GEVOLGSCHADE. Dit is zelfs geldig als u
Lexmark of een leverancier van de mogelijkheid van dergelijke schade in kennis stelt. Lexmark is niet aansprakelijk voor enige claim die door u is gebaseerd op een claim van derden.
Deze beperking van verhaal is ook van toepassing op enige leverancier van Lexmark.. De beperking van verhaal van Lexmark en die van haar leveranciers zijn niet cumulatief. Dergelijke leveranciers zijn beoogde begunstigden van deze beperking.
Overige rechten
In sommige rechtsgebieden is een beperking van de duur van impliciete garantie of de uitsluiting of beperking van aansprakelijkheid voor incidentele of gevolgschade niet toegestaan. Deze beperkingen zijn in dat geval niet op u van toepassing.
Deze beperkte garantie geeft u specifieke wettelijke rechten. Het is mogelijk dat u ook andere rechten hebt die van land tot land kunnen verschillen.
Verklaring van beperkte garantie
6

Inhoud

Kennisgevingen .............................................................................................2
Informatie over deze uitgave ............................................................................................ 2
Handelsmerken ................................................................................................................ 2
Informatie over het gebruiksrecht ..................................................................................... 2
Veiligheidsinformatie ........................................................................................................ 3
Laserinformatie ................................................................................................................3
The United Kingdom Telecommunications Act 1984 ....................................................... 3
Conventies ....................................................................................................................... 3
Informatie over elektronische emissie .............................................................................. 3
Energieverbruik van de printer ......................................................................................... 5
Verklaring van beperkte garantie ..................................................................................... 5
Hoofdstuk 1: Printeroverzicht ....................................................................11
Hoofdstuk 2: Software installeren voor lokaal afdrukken .......................13
Voordat u de printersoftware installeert ......................................................................... 13
Windows ........................................................................................................................13
De printersoftware installeren vanaf de cd met stuurprogramma's .......................... 13
De printersoftware installeren via de wizard Printer toevoegen ............................... 13
Optionele printersoftware installeren ........................................................................ 14
Macintosh ....................................................................................................................... 14
Een wachtrij maken in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie (Macintosh OS X) ........ 14
UNIX/Linux .....................................................................................................................15
Hoofdstuk 3: Software installeren voor afdrukken via het netwerk .......16
Windows ........................................................................................................................16
Software installeren voor rechtstreeks afdrukken .................................................... 16
Gedeeld afdrukken instellen ..................................................................................... 17
Optionele printersoftware installeren ........................................................................ 18
Macintosh ....................................................................................................................... 20
Mac OS X ................................................................................................................. 20
Mac OS 9.x .............................................................................................................. 22
7
Inhoud
UNIX/Linux .....................................................................................................................22
NetWare ......................................................................................................................... 23
Hoofdstuk 4: Tips voor afdruktaken en -materiaal ..................................24
Welke soorten afdrukmateriaal kunnen worden geplaatst? ........................................... 24
Waar kan het afdrukmateriaal in de printer worden geplaatst? ...................................... 25
Tips voor het kiezen van het juiste afdrukmateriaal ....................................................... 26
Papier ....................................................................................................................... 26
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier ......................................................... 26
Transparanten .......................................................................................................... 26
Enveloppen .............................................................................................................. 26
Etiketten ................................................................................................................... 27
Karton ....................................................................................................................... 28
Tips voor het bewaren van afdrukmateriaal en supplies ................................................ 28
Papier bewaren ........................................................................................................ 28
Supplies bewaren ..................................................................................................... 28
Tips voor het voorkomen van papierstoringen ............................................................... 29
Papier in de lade voor 250 vel en de lade voor 550 vel plaatsen ................................... 30
De lade vergroten voor papier van Legal- of Folio-formaat ...................................... 33
Papier in de handmatige invoer plaatsen ....................................................................... 34
De achteruitvoer gebruiken ............................................................................................ 35
Papierstoringen verhelpen ............................................................................................. 36
Hoofdstuk 5: Taken afdrukken ..................................................................39
Afdrukken via de handmatig invoer ................................................................................ 39
Op beide zijden van het papier afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken) ............. 41
Meerdere pagina-afbeeldingen op één vel afdrukken (N/vel afdrukken) ....................... 43
Een boekje afdrukken .................................................................................................... 44
Een poster afdrukken ..................................................................................................... 45
Afdrukken op briefhoofdpapier ....................................................................................... 46
Afdrukken met een overlay of watermerk ....................................................................... 46
Een overlay gebruiken ............................................................................................. 46
Een watermerk gebruiken ........................................................................................ 47
Een afdruktaak annuleren .............................................................................................. 48
Vanaf het bedieningspaneel van de printer .............................................................. 48
Vanaf een Windows-computer ................................................................................. 48
Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer ........................................... 48
Inhoud
8
Inhoud
Hoofdstuk 6: Opties installeren .................................................................49
Toegang tot de systeemkaart ........................................................................................ 49
Een geheugenkaart toevoegen ...................................................................................... 51
Een flashgeheugenkaart toevoegen .............................................................................. 52
Een lader voor 550 vel installeren .................................................................................. 53
Geïnstalleerde opties herkennen ................................................................................... 55
Hoofdstuk 7: Bedieningspaneel ................................................................56
Bedieningspaneel .......................................................................................................... 56
Indicatielampje ......................................................................................................... 57
Knoppen ................................................................................................................... 57
Printerinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel ................................................... 58
Menu's zijn uitgeschakeld .............................................................................................. 59
Printermenu’s ................................................................................................................. 60
Menu Papier ............................................................................................................. 61
Menu Afwerking ....................................................................................................... 65
Menu Extra ............................................................................................................... 67
Menu Taak ............................................................................................................... 68
Menu Kwaliteit .......................................................................................................... 69
Menu Instelling ......................................................................................................... 70
Menu PCL Emul ....................................................................................................... 74
Menu PostScript ....................................................................................................... 77
Menu PPDS ............................................................................................................. 77
Menu Parallel ........................................................................................................... 80
Menu Netwerk .......................................................................................................... 82
Menu USB ................................................................................................................ 84
Hoofdstuk 8: Printerberichten ...................................................................86
Hoofdstuk 9: Printerconfiguratiemenu's ..................................................93
Menu Netwerk .......................................................................................................... 93
Menu Parallel ........................................................................................................... 94
Menu Instelling ......................................................................................................... 94
Menu USB ................................................................................................................ 95
Menu Extra ............................................................................................................... 95
Inhoud
9
Inhoud
Hoofdstuk 10: Software en netwerktaken .................................................96
De pagina's met menu- en netwerkinstellingen afdrukken ............................................. 96
Testpagina’s voor afdrukkwaliteit afdrukken .................................................................. 97
Configureren voor TCP/IP .............................................................................................. 97
IP-adres toewijzen aan de printer ............................................................................ 97
De IP-instellingen controleren .................................................................................. 98
De webpagina van de printer gebruiken ........................................................................ 98
Hoofdstuk 11: Supplies ..............................................................................99
Welke supplies heb ik nodig en hoe kan ik deze bestellen? .......................................... 99
Supplies bewaren ................................................................................................... 100
Zuinig omspringen met toner en papier ....................................................................... 100
Wanneer hebt u nieuwe supplies nodig? ..................................................................... 101
Het toner- en fotoconductorniveau controleren ...................................................... 101
Een tonercartridge vervangen ...................................................................................... 102
Recycling van Lexmark-producten ............................................................................... 105
Een fotoconductor vervangen ...................................................................................... 106
Hoofdstuk 12: Beheer ...............................................................................109
De menu's op het bedieningspaneel uitschakelen ....................................................... 109
De menu's inschakelen .......................................................................................... 109
De fabriekswaarden herstellen ..................................................................................... 110
Hoofdstuk 13: Problemen oplossen ........................................................111
Algemene problemen ................................................................................................... 111
Problemen met de afdrukkwaliteit ................................................................................ 113
De lens van de printkop reinigen ............................................................................ 116
Register .......................................................................................................119
Inhoud
10
1

Printeroverzicht

Uitvoerlade voor 150 vel
Papiersteun
Voor kl ep
Handmatige invoer
Lade voor 250 vel
Bedieningspaneel
Optionele lader voor
550 vel
Achterste papieruitvoer
Aan/Uit-knop
Stofkap
Printeroverzicht
11
Printeroverzicht
Op het bedieningspaneel van de printer bevindt zich een LCD (liquid crystal display) waarop twee regels tekst van maximaal zestien tekens kunnen worden weergegeven, vijf knoppen en een indicatorlampje dat knippert wanneer de printer bezig is met een taak, aangeduid met het bericht Bezig.
LCD
Lampje
Printeroverzicht
12
2

Software installeren voor lokaal afdrukken

Voordat u de printersoftware installeert

Een lokale printer is een printer die op de computer is aangesloten via een USB-kabel of een parallelle kabel. U dient de printersoftware te installeren voordat u de USB-kabel aansluit.

Windows

Op de cd met stuurprogramma's vindt u printersoftware voor de meeste Windows-besturingssystemen. Bevat de cd geen printersoftware voor uw besturingssysteem, dan gebruikt u de wizard Printer toevoegen om de nodige printersoftware te installeren. Updates van de printersoftware worden beschikbaar gesteld op de Lexmark-website op www.lexmark.com.

De printersoftware installeren vanaf de cd met stuurprogramma's

U kunt stuurprogramma's en software voor de volgende besturingssystemen installeren vanaf de cd met stuurprogramma's:
Windows Server 2003
Windows Server 2003 x64
Windows XP
Windows XP x64 bit Edition
Windows 2000
Windows 98 Second Edition
Windows Me
Windows NT 4.x (geen USB-ondersteuning)
1 Plaats de cd met stuurprogramma's. Als de cd niet wordt gestart, klikt u op Start Æ Uitvoeren en typt u
D:\Setup.exe (waarbij D de letter van het cd-romstation is) in het dialoogvenster Uitvoeren.
2 Selecteer de optie om de software lokaal te installeren en volg de instructies op het scherm. 3 Sluit de USB-kabel aan en schakel de printer in. Het plug-en-play-scherm wordt weergegeven en er wordt een
printerobject gemaakt in de printermap van de computer.

De printersoftware installeren via de wizard Printer toevoegen

Voor de volgende besturingssystemen dient u gebruik te maken van de wizard Printer toevoegen om de printersoftware te installeren:
Windows 95 (geen USB-ondersteuning)
Windows 98 First Edition (geen USB-ondersteuning)
1 Plaats de cd met stuurprogramma's. Als de cd automatisch wordt gestart, klikt u op Afsluiten. 2 Start de wizard Printer toevoegen. 3 Selecteer Lokale printer wanneer u wordt gevraagd welk type printer u wilt toevoegen en klik vervolgens op Diskette. 4 Geef aan waar de printersoftware zich op de cd met stuurprogramma's bevindt. Het pad zou ongeveer als volgt
moeten zijn: D:\Drivers\Print\Win_9xMe\<taal> waarbij D de letter van het cd-romstation is.
5 Klik op OK.
Software installeren voor lokaal afdrukken
13
Software installeren voor lokaal afdrukken

Optionele printersoftware installeren

Als u nog andere toepassingen van de cd met stuurprogramma's wilt installeren, is dit een goed moment om dat te doen.
Local Printer Settings Utility (Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen)
Met het Local Printer Settings Utility (Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen) kunt u de printerinstellingen van een lokaal aangesloten printer (via USB of parallelle kabel) wijzigen en opslaan. De door de gebruiker gekozen standaardwaarden blijven van kracht tot u deze wijzigt of tot u de fabrieksinstellingen herstelt. De instellingen zijn ondergebracht in menu's. U kunt onder andere de tonerintensiteit, de spaarstand, het standaardpapierformaat en de standaardpapiersoort wijzigen.
Local Printer Settings Utility (Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen) installeren
1 Start de cd met stuurprogramma's. 2 Klik op Install Printer Software (Printersoftware installeren). 3 Selecteer het installatiepad Custom (Aangepast). 4 Selecteer onder Tools (Extra) de optie Local Printer Settings Utility (Hulpprogramma voor lokale-
printerinstellingen).
5 Klik op Finish (Voltooien) om de installatie af te ronden.
Wijzig de instellingen voor afzonderlijke afdruktaken in het printerstuurprogramma. Deze hebben voorrang boven de standaardinstellingen van de printer. Om de Local Printer Settings Utility te openen via het bureaublad, klikt u op
Æ Programma's Æ Lexmark Æ Local Printer Settings Utility.
Start

Macintosh

Voor afdrukken via USB is Mac OS 9.x of een latere versie vereist. Als u lokaal wilt afdrukken op een printer die is aangesloten op een USB-poort, dient u een printersymbool op het bureaublad te maken (Mac OS 9) of een wachtrij te maken in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie (Mac OS X).
Opmerking: U kunt het PPD-bestand voor de printer ook als onderdeel van een softwarepakket downloaden vanaf
de website van Lexmark: www.lexmark.com.
Een wachtrij maken in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie (Macintosh OS X)
1 Installeer een PPD-bestand (PostScript-printerbeschrijvingsbestand) op de computer. Een PPD-bestand geeft
Macintosh-computers gedetailleerde informatie over de mogelijkheden van de printer.
a Plaats de cd met stuurprogramma's. b Dubbelklik op het installatiepakket voor de printer. c Klik in het welkomstscherm op Continue (Ga door) en klik nogmaals op Ga door nadat u het Leesmij-bestand
hebt gelezen.
d Lees de licentieovereenkomst door, klik op Continue (Ga door) en klik op Agree (Akkoord) om akkoord te
gaan met de voorwaarden van de licentieovereenkomst.
e Kies een bestemming en klik op Continue (Ga door). f Klik in het scherm Easy Install (Standaard) op Install (Installeer). g Voer uw wachtwoord in en klik op OK. Alle benodigde software wordt op de computer geïnstalleerd. h Klik op Close (Sluit) wanneer de installatie is voltooid.
2 Open de Finder, klik op Programma's en vervolgens op Hulpprogramma's.
Macintosh
14
Software installeren voor lokaal afdrukken
3 Dubbelklik op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 4 Voer een van de volgende handelingen uit:
Als de USB-printer wordt weergegeven in de printerlijst, kunt u Afdrukbeheer of Printerconfiguratie afsluiten.
Er is nu een wachtrij voor de printer gemaakt.
Als de USB-printer niet wordt weergegeven in de lijst met printers, controleert u of de USB-kabel goed is
aangesloten en de printer is ingeschakeld. Wanneer de printer in de lijst wordt weergegeven, sluit u Afdrukbeheer of Printerconfiguratie af.
Een printersymbool op het bureaublad maken (Mac OS 9.x)
1 Installeer een PPD-bestand (PostScript-printerbeschrijvingsbestand) op de computer. Een PPD-bestand geeft
Macintosh-computers gedetailleerde informatie over de mogelijkheden van de printer.
a Plaats de cd met stuurprogramma's. b Dubbelklik op Classic en vervolgens op het installatiepakket voor de printer. c Kies de benodigde taal en klik vervolgens op Continue (Ga door). d Lees het Leesmij-bestand door en klik op Continue (Ga door). e Lees de licentieovereenkomst door, klik op Continue (Ga door) en klik op Agree (Akkoord) om hiermee
akkoord te gaan.
f Klik in het scherm Easy Install (Standaard) op Install (Installeer). Alle benodigde bestanden worden op de
computer geïnstalleerd.
g Klik op Close (Sluit) wanneer de installatie is voltooid.
2 Voer de volgende stappen uit:
Voo r Mac OS 9.0: Open Apple LaserWriter.
Voo r Mac OS 9.19.x: Open Programma's en klik vervolgens op Hulpprogramma's.
3 Dubbelklik op Desktop Printer Utility. 4 Selecteer Printer (USB) en klik vervolgens op OK. 5 Klik bij Selectie USB-printer op Wijzig. Als de printer niet in de lijst Selectie USB-printer wordt weergegeven,
controleert u of de USB-kabel goed is aangesloten en of de printer is ingeschakeld.
6 Selecteer de naam van de printer en klik op OK. De printer wordt weergegeven in het originele printervenster (USB). 7 Klik in het gedeelte met het PPD-bestand (PostScript-printerbeschrijvingsbestand) op Autoconfig. Controleer of
het PPD-bestand overeenkomt met de printer.
8 Klik op Maak aan en vervolgens op Bewaar. 9 Geef een printernaam op en klik op Bewaar. De printer is nu opgeslagen als bureaubladprinter.

UNIX/Linux

Veel UNIX- en Linux-platforms, zoals Sun Solaris en Red Hat, ondersteunen lokaal afdrukken. De softwarepakketten voor Sun Solaris en Linux zijn beschikbaar op de cd met stuurprogramma's en op de website van
Lexmark op www.lexmark.com. De Gebruikershandleiding voor UNIX/Linux in elk pakket bevat gedetailleerde instructies voor de installatie en het gebruik van printers van Lexmark in UNIX- en Linux-omgevingen.
Alle pakketten met printerstuurprogramma's ondersteunen lokaal afdrukken via een parallelle aansluiting. Het pakket voor Sun Solaris ondersteunt bovendien USB-aansluitingen met Sun Ray-apparaten en Sun-werkstations.
Op de website van Lexmark (www.lexmark.com) vindt u een compleet overzicht van ondersteunde UNIX- en Linux-platforms.
UNIX/Linux
15
Software installeren voor afdrukken
3
via het netwerk

Windows

In een Windows-omgeving kunt u netwerkprinters configureren voor rechtstreeks afdrukken of voor gedeeld gebruik. Voor beide manieren van afdrukken via een netwerk dient u printersoftware te installeren en een printerpoort te maken in het netwerk.
Configureer de netwerkprinter aan de hand van de stappen die van toepassing zijn op de gebruikte printerconfiguratie en het besturingsprogramma:
Ga naar
Printerconfiguratie
Rechtstreeks afdrukken via IP
• De printer is rechtstreeks op het netwerk aangesloten via een netwerkkabel (bijv. Ethernet).
• De printerstuurprogramma's worden op elke netwerkcomputer geïnstalleerd.
Printer
pagina
16
Clients
Gedeeld afdrukken
• De printer wordt via een lokale kabel (bijvoorbeeld USB) aangesloten op een van de computers in het netwerk.
• De printerstuurprogramma's worden geïnstalleerd op de computer die is aangesloten op de printer.
• Tijdens de installatie van de stuurprogramma's wordt de computer ingesteld op “delen”, zodat andere computers in het netwerk hun afdruktaken via deze computer kunnen leiden.
Server
Printer
Clients

Software installeren voor rechtstreeks afdrukken

1 Start de cd met stuurprogramma's. 2 Volg de instructies op het scherm. Selecteer Suggested (Aanbevolen) als u de standaardinstellingen wilt
gebruiken. Selecteer Custom (Aangepast) als u zelf wilt kiezen welke software u installeert. De printer wordt automatisch gedetecteerd op het netwerk, er wordt een IP-adres toegekend en er wordt een netwerkprinterobject gemaakt in de map Printers.
3 Druk een testpagina af om te controleren of de printer goed is geïnstalleerd. 4 Herhaal de stappen 1 tot 4 voor elke computer die u rechtstreeks wilt laten afdrukken op de netwerkprinter.
17
Software installeren voor afdrukken via het netwerk
16
Software installeren voor afdrukken via het netwerk

Gedeeld afdrukken instellen

Voor gedeeld afdrukken dient u verschillende stappen in deze volgorde te doorlopen:
1 Installeer de software op de computer die verbonden is met de printer. 2 Deel de printer in het netwerk. 3 Sluit de overige computers in het netwerk aan op de printer.
De software installeren op de computer die verbonden is met de printer
1 Start de cd met stuurprogramma's. 2 Volg de instructies op het scherm.
3 Sluit de USB-kabel aan op de printer. Als plug-en-play is voltooid, wordt in de map Printers een printerobject
weergegeven.
4 Druk een testpagina af om te controleren of de lokale printer goed is geïnstalleerd.
De printer delen op het netwerk
1 Open de map Printers van het besturingssysteem. 2 Selecteer het printerobject. 3 Open het dialoogvenster met de eigenschappen van de printer en klik op de optie om de printer te delen. Geef de
printer een gedeelde naam.
4 Klik op OK. Als er bestanden ontbreken, wordt u mogelijk gevraagd om de cd met het besturingssysteem te plaatsen. 5 Controleer op de volgende wijze of de printer correct is gedeeld.
Het printerpictogram in de map Printers en faxapparaten wordt nu aangegeven als 'gedeeld'. Dit wordt in
Windows NT 4.0 bijvoorbeeld weergegeven met een handje onder het pictogram.
Ga naar Netwerkomgeving. Zoek de hostnaam van de aangesloten computer en zoek de gedeelde naam die
aan de printer is toegewezen.
Overige computers in het netwerk op de printer aansluiten
Het printerstuurprogramma of een subset van de stuurprogramma-informatie moet worden geïnstalleerd op elke netwerkcomputer die u wilt laten afdrukken via de gedeelde printer.
De peer-to-peer-methode gebruiken
Met deze methode wordt op elke netwerkcomputer het volledige printerstuurprogramma geïnstalleerd. Vanaf elke netwerkcomputer kunnen de instellingen van het stuurprogramma worden gewijzigd. De netwerkcomputer handelt het verwerken van de afdruktaken af.
1 Start de wizard Printer toevoegen. 2 Selecteer de optie om een netwerkprinter toe te voegen. 3 Voer de naam van de printer in of de URL (als de printer zich op het internet of op een intranet bevindt) en klik op
Volg en de . Als de printernaam of URL onbekend is, laat u het tekstvak leeg en klikt u op Volgende.
4 Selecteer de netwerkprinter in de lijst met gedeelde printers. Als de printer niet in de lijst staat, geeft u het pad
naar de printer op. Het pad zou ongeveer als volgt moeten zijn: \\<serverhostnaam>\<naam gedeelde printer>. De naam van de hostserver is de naam van de server die als host voor de printer in het netwerk optreedt. De
naam van de gedeelde printer is de naam die tijdens de installatie op de server is toegekend.
5 Klik op OK. Geef bij de aanwijzing aan of u deze printer als standaardprinter voor de client wilt instellen. 6 Wanneer de installatie is voltooid, drukt u een testpagina af om te controleren of de printer goed is geïnstalleerd. 7 Herhaal de stappen 1 tot 6 voor elke netwerkcomputer die u wilt laten afdrukken op de gedeelde printer.
Windows
17
Software installeren voor afdrukken via het netwerk
De point-en-print-methode gebruiken
Opmerking: Deze methode wordt m ogelijk niet on dersteund in s ommige 64-bi ts omge vingen. Ga na ar de website
van Lex m ark op www.lexmark.com voor de meest recente informatie. Zoek een Knowledgebase- artikel met informatie over 64-bits ondersteuning voor de printer.
Deze methode is meestal het minst belastend voor de systeembronnen. De computer die verbonden is met de printer handelt alle stuurprogrammawijzigingen en de verwerking van de afdruktaken af, inclusief de afdruktaken die van andere netwerkcomputers worden gerouteerd. Zo kunnen netwerkcomputers veel sneller terugkeren naar de toepassingen. Bij deze methode wordt een gedeelte van de stuurprogramma's via het netwerk gekopieerd van de computer die met de printer is verbon den na ar de o v erige c ompute rs . Dit b e v at p recies genoe g inf o rmatie v oor he t v e rsturen v an een afdruktaak naar de printer .
1 Dubbelklik op het bureaublad van de volgende netwerkcomputer die u wilt laten afdrukken op de printer op
Netwerkomgeving of Mijn netwerklo caties.
2 Zoek de hostnaam van de computer die met de printer is verbonden en dubbelklik op de hostnaam. 3 Klik met de rechtermuisknop op de naam van de gedeelde printer en selecteer de optie om de printer te
installeren op uw computer. Wacht tot de printersoftware van de computer die is verbonden met de printer naar de tweede computer is
gekopieerd en er een nieuw printerpictogram is toegevoegd aan de map Printers. Dit kan enkele minuten duren. Hoe lang dit duurt, hangt af van het netwerkverkeer en andere factoren.
4 Sluit Netwerkomgeving of Mijn netwerklocaties. 5 Druk een testpagina af om te controleren of de printer goed is geïnstalleerd. 6 Herhaal de stappen 1 tot en met 5 voor elke netwerkcomputer die u wilt laten afdrukken op de gedeelde printer.

Optionele printersoftware installeren

Als u nog andere toepassingen van de cd met stuurprogramma's wilt installeren, is dit een goed moment om dat te doen. Selecteer hiervoor het installatiepad Custom (Aangepast).
Windows
18
Software installeren voor afdrukken via het netwerk
Nuttige tips om af te drukken via het netwerk
Een IP-adres toewijzen
Als uw netwerk gebruik maakt van DHCP, wordt automatisch een IP-adres toegewezen nadat u de netwerkkabel op de printer hebt aangesloten.
1 Zoek het adres in het gedeelte "TCP/IP" van de pagina met netwerkinstellingen. Raadpleeg Een pagina met
netwerkinstellingen afdrukken.
2 Ga naar De IP-instellingen controleren op pagina 20.
Als uw netwerk geen gebruik maakt van DHCP, moet het IP-adres handmatig aan de printer worden toegewezen. U kunt dit op eenvoudige wijze doen met bedieningspaneel van de printer. Als u een printer hebt aangeschaft met een netwerkpoort op de systeemkaart van de printer, verschijnt Std-Netwerk.
Als u een MarkNet-afdrukserver hebt geïnstalleerd in sleuf 1 of 2 voor optionele kaarten, verschijnt Netwerkoptie 1 of Netwerkoptie 2.
1 Druk op Menu totdat u Menu Netwerk ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). 2 Druk op Menu totdat u Std-Netwerk ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). 3 Druk op Menu totdat u Inst Std-Net, Netwerk Inst 1 of Netwerk Inst 2 ziet en druk vervolgens op
Selecteren (Select).
4 Druk op Menu totdat u TCP/IP ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). 5 Druk op Menu totdat u Instal. IP-adres ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). 6 Wijzig het adres door op Menu te drukken en zo ieder nummer hoger of lager te maken. Druk op Selecteren
(Select) om door te gaan naar het volgende segment. Druk wanneer u klaar bent op Selecteren (Select). Het bericht Opgeslagen wordt kort weergegeven.
7 Druk op Menu totdat u Inst IP-netmask ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). 8 Herhaal stap 6 om het IP-netmasker in te stellen.
9 Druk op Menu totdat u Inst IP-gateway ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). 10 Herhaal stap 6 om de IP-gateway in te stellen. 11 Druk wanneer u klaar bent op Start (Go) om de printer terug te brengen in de werkstand Gereed. 12 Ga naar De IP-instellingen controleren op pagina 20.
Een pagina met netwerkinstellingen afdrukken
Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij het configureren van het afdrukken in een netwerk.
Opmerking: Als een optionele MarkNet-afdrukserver is geïnstalleerd, ziet u mogelijk Ntwrk1 afdrukken
(of Ntwrk2 afdrukken).
1 Controleer of de printer is ingeschakeld.
2 Druk op Menu totdat u Menu Extra ziet en druk vervolgens op Select (Selecteren).
3 Druk op Menu tot u Ntwrk afdrukken ziet en druk dan op Select (Selecteren) om de pagina af te drukken.
Opmerking: Bewaar de afgedrukte pagina met netwerkinstellingen. U hebt deze pagina nodig voor andere
stappen.
Windows
19
Software installeren voor afdrukken via het netwerk
4 Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt aangegeven
dat de printer is aangesloten. Als bij Status wordt aangegeven dat de printer niet is aangesloten, is het mogelijk dat het LAN-aansluitpunt niet
actief is of dat de netwerkkabel niet goed functioneert. Vraag de netwerkbeheerder om dit probleem op te lossen. Controleer daarna de netwerkaansluiting door de pagina met netwerkinstellingen nogmaals af te drukken.
Pagina's met instellingen afdrukken
De IP-instellingen controleren
Druk opnieuw een pagina met netwerkinstellingen af. Zoek het kopje “TCP/IP” en controleer of voor IP-adres, netmasker en gateway de verwachte waarden worden weergegeven. Zie De pagina's met menu- en netwerkinstellingen afdrukken op
pagina 96 voor meer informatie.
Opmerking: Om op een Windows-computer de MS-DOS-prompt weer te geven, klikt u achtereenvolgens op
Start
Æ Programma's Æ MS-DOS-prompt (of Bureau-accessoires Æ MS-DOS-prompt als
u Windows 2000 gebruikt).
Stuur een ping-opdracht naar de printer en controleer of deze reageert. Typ bijvoorbeeld bij de prompt van een computer in het netwerk ping gevolgd door het nieuwe IP-adres van de printer (bijvoorbeeld: ping 192.168.0.11): Als de printer actief is in het netwerk, ontvangt u een antwoord.

Macintosh

Als Macintosh-gebruikers willen afdrukken op een netwerkprinter, moeten zij een speciaal PPD-bestand (PostScript­printerbeschrijvingsbestand) installeren en een bureaubladprinter maken op de computer (Mac OS 9.x) of een afdrukwachtrij maken in Afdrukbeheer (Mac OS X).
Opmerking: Een PPD-bestand (PostScript-printerbeschrijvingsbestand) geeft UNIX- of Macintosh-computers
gedetailleerde informatie over de mogelijkheden van de printer.

Mac OS X

Stap 1: Aangepast PPD-bestand installeren
1 Installeer een PPD-bestand (PostScript-printerbeschrijvingsbestand) op de computer.
a Plaats de cd met stuurprogramma's. b Dubbelklik op het installatiepakket voor de printer. c Klik in het welkomstscherm op Continue (Ga door) en klik nogmaals op Ga door nadat u het Leesmij-bestand
hebt gelezen.
d Lees de licentieovereenkomst door, klik op Continue (Ga door) en klik op Agree (Akkoord) om akkoord te
gaan met de voorwaarden van de licentieovereenkomst.
e Kies een bestemming en klik op Continue (Ga door). f Klik in het scherm Easy Install (Standaard) op Install (Installeer). g Voer uw wachtwoord in en klik op OK. Alle benodigde software wordt op de computer geïnstalleerd. h Klik op Close (Sluit) wanneer de installatie is voltooid.
Macintosh
20
Software installeren voor afdrukken via het netwerk
Stap 2: Afdrukwachtrij maken in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie
Afdrukken via AppleTalk gebruiken
Voer de volgende stappen uit om een afdrukwachtrij te maken met behulp van Afdrukken via AppleTalk.
1 Open de Finder, klik op Programma's en vervolgens op Hulpprogramma's.
2 Dubbelklik op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie.
3 Kies Voeg pr i nter toe in het menu Printers.
4 Kies AppleTalk in het pop-upmenu. Zoek op de pagina met netwerkinstellingen onder het kopje AppleTalk welke
zone of printer moet worden geselecteerd.
5 Selecteer de AppleTalk-zone in de lijst.
6 Selecteer de nieuwe printer in de lijst en klik op Voeg to e .
7 Printerinstallatie controleren:
a Open de Finder, klik op Programma's en vervolgens op Teksteditor. b Kies de optie Druk af in het menu Archief. c Kies Overzicht in het pop-upmenu Aantal en pagina's. Als u niet weet welke printer u moet selecteren, zoekt
u op de pagina met netwerkinstellingen onder het kopje AppleTalk naar de standaardnaam van de printer.
Als het PPD-bestand dat wordt weergegeven in het venster Overzicht het juiste bestand is voor de
printer, is de installatie voltooid.
Als het PPD-bestand dat wordt weergegeven in het venster Overzicht niet het juiste bestand is voor de printer, verwijdert u de printer uit de lijst in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie en herhaalt u Stap 1: Aangepast PPD-bestand installeren.
Afdrukken via IP gebruiken
Voer de volgende stappen uit om een afdrukwachtrij te maken met behulp van Afdrukken via IP.
1 Open de Finder, klik op Programma's en vervolgens op Hulpprogramma's. 2 Dubbelklik op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 3 Kies Voeg pr i nter toe in het menu Printers. 4 Kies Afdrukken via IP in het pop-upmenu. 5 Typ in het vak Printeradres het IP-adres of de DNS-naam van de printer. 6 Kies Lexmark in het pop-upmenu Printermodel. 7 Selecteer de nieuwe printer in de lijst en klik op Voeg to e . 8 Printerinstallatie controleren:
a Open de Finder, klik op Programma's en vervolgens op Teksteditor. b Kies de optie Druk af in het menu Archief. c Kies Overzicht in het pop-upmenu Aantal en pagina's. d Voer een van de volgende handelingen uit:
Als het PPD-bestand dat wordt weergegeven in het venster Overzicht het juiste bestand is voor de
printer, is de installatie voltooid.
Als het PPD-bestand dat wordt weergegeven in het venster Overzicht niet het juiste bestand is voor de printer, verwijdert u de printer uit de lijst in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie en herhaalt u de stap voor het installeren van een speciaal PPD-bestand.
Macintosh
21
Software installeren voor afdrukken via het netwerk
Mac OS 9.x
Stap 1: Een aangepast PPD-bestand installeren
1 Plaats de cd met stuurprogramma's.
a Dubbelklik op Classic en vervolgens op het installatiepakket voor de printer. b Kies de benodigde taal en klik vervolgens op Continue (Ga door). c Lees het Leesmij-bestand door en klik op Continue (Ga door). d Lees de licentieovereenkomst door, klik op Continue (Ga door) en klik op Agree (Akkoord) om hiermee
akkoord te gaan.
e Klik in het scherm Easy Install (Standaard) op Install (Installeer). Alle benodigde bestanden worden op de
computer geïnstalleerd.
f Klik op Close (Sluit) wanneer de installatie is voltooid.
Opmerking: U kunt het PPD-bestand voor de printer ook als onderdeel van een softwarepakket downloaden vanaf
de website van Lexmark: www.lexmark.com.
Stap 2: Een bureaubladprinter maken
1 Selecteer in de Kiezer het stuurprogramma voor de LaserWriter 8. 2 Als u een netwerk met routers hebt, selecteert u de standaardzone in de lijst. Voor het selecteren van de zone
zoekt u in de pagina met netwerkinstellingen onder AppleTalk naar Zone.
3 Selecteer de nieuwe printer. 4 Voor het selecteren van de printer zoekt u op de pagina met netwerkinstellingen onder het kopje AppleTalk naar
de standaardnaam van de printer.
5 Klik op Maak aan. 6 Controleer of er in de Kiezer naast de printernaam een pictogram verschijnt. 7 Sluit het venster Kiezer. 8 Controleer de printerinstallatie.
a Klik op het pictogram van de bureaubladprinter dat zojuist is toegevoegd. b Kies Afdrukken Als in het gedeelte van het menu over het PPD-bestand (PostScript-printerbeschrijvingsbestand) het juiste
bestand voor de printer wordt weergegeven, is de printerinstallatie voltooid.
Als het PPD-bestand dat wordt weergegeven in het gedeelte met het PPD-bestand van het menu niet
overeenkomt met uw printer, herhaalt u de stap voor het installeren van een aangepast PPD-bestand.
Æ Wijzig configuratie.

UNIX/Linux

De printer ondersteunt vele UNIX- en Linux-platforms, zoals Sun Solaris en Red Hat. Bezoek de website van Lexmark op
www.lexmark.com voor een volledige lijst met ondersteunde UNIX- en Linux-platforms.
Opmerking: De softwarepakketten voor Sun Solaris en Linux zijn beschikbaar op de cd met stuurprogramma's en
op de website van Lexmark op www.lexmark.com.
Lexmark levert een pakket met printerstuurprogramma's voor elk ondersteund UNIX- en Linux-platform. Elk pakket bevat tevens een Gebruikershandleiding met gedetailleerde instructies voor de installatie en het gebruik van Lexmark printers in UNIX- en Linux-omgevingen.
UNIX/Linux
22
Software installeren voor afdrukken via het netwerk
U kunt deze pakketten downloaden via de website van Lexmark. U kunt het pakket met de benodigde stuurprogramma's ook vinden op de cd met stuurprogramma's.

NetWare

De printer ondersteunt Novell Distributed Print Services (NDPS/iPrint). De meest recente informatie over het installeren van een netwerkprinter in een NetWare-omgeving vindt u op de cd met stuurprogramma's. Klik op View Documentation (Documentatie bekijken).
NetWare
23
4

Tips voor afdruktaken en -materiaal

Welke soorten afdrukmateriaal kunnen worden geplaatst?

De printer functioneert optimaal wanneer het afdrukmateriaal correct in de laden wordt geplaatst. Gebruik nooit verschillende soorten afdrukmateriaal door elkaar in één lade.
Bron Formaten Soorten Gewicht Capaciteit* (vellen)
Lade 1 (lade voor
250 vel)
A4, A5, JIS B5, Letter, Legal, Executive, Folio, Statement, Universal
Normaal papier, transparanten, etiketten
60–90 g/m
2
• 250 vel papier
• 50 etiketten
• 50 transparanten
Lade 2 (lade voor
550 vel)
Handmatige invoer
* Capaciteit voor afdrukmateriaal van 75 g/m2 tenzij anders aangegeven.
Breedlopend wordt aanbevolen. Gebruik de achteruitvoer voor het beste resultaat.
Universele maten:
Lade 1: 89–216 x 210–356 mm – Lade 2: 148–216 x 210–356 mm – Handmatige invoer: 76–216 x 127–356 mm (inclusief kaarten van 76,2 x 127 mm)
A4, A5, JIS B5, Letter, Legal, Executive, Folio, Statement, Universal
A4, A5, JIS B5, Letter, Legal, Executive, Folio, Statement, Universal
7¾, 9, 10, DL, C5, B5, overig (aangepast formaat)
Normaal papier, transparanten,
etiketten
Normaal papier, transparanten,
etiketten
Karton
Enveloppen 90 g/m
60–90 g/m2 • 550 vel papier
60–163 g/m2 1
• 120–163 g/m2 Index Bristol
• 75–163 g/m
2
2
• 50 etiketten
• 50 transparanten
Tag
Tips voor afdruktaken en -materiaal
24
Tips voor afdruktaken en -materiaal

Waar kan het afdrukmateriaal in de printer worden geplaatst?

De printer is uitgerust met twee standaardpapierbronnen: een lade voor automatische papierinvoer (lade 1) waarin maximaal 250 vel papier kan worden geplaatst en een sleuf voor handmatige invoer waarin één vel per keer kan worden geplaatst. Voor de meeste afdruktaken kunt u lade 1 gebruiken. Gebruik de sleuf voor handmatige invoer voor één vel papier of voor één transparant, envelop, etiket, vel karton of indexkaart. U kunt de papiercapaciteit van de printer uitbreiden met de optionele lader voor 550 vel.
De uitvoerlade op de printer kan maximaal 150 vel bevatten. De achteruitvoer is een rechte papierdoorvoer die één vel per keer verwerkt, waardoor papier minder snel kreukelt of vastloopt. Dit is vooral handig voor bijzonder afdrukmateriaal, zoals transparanten, enveloppen, etiketten, karton en indexkaarten.
Uitvoerlade voor 150 vel
Voorste papiersteun
Voorklep
Bedieningspaneel
Handmatige invoer
Lade voor 250 vel
Optionele lader voor
550 vel
Achterste papieruitvoer
Waar kan het afdrukmateriaal in de printer worden geplaatst?
25
Tips voor afdruktaken en -materiaal

Tips voor het kiezen van het juiste afdrukmateriaal

De kans op problemen bij het afdrukken neemt af door het juiste papier of ander afdrukmateriaal te kiezen. Voor optimale afdrukkwaliteit is het raadzaam een proefafdruk te maken op het papier of het afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat u grote hoeveelheden van het papier of afdrukmateriaal aanschaft.
Raadpleeg voor meer informatie over het optimale papier voor uw configuratie de Card Stock & Label Guide op de website van Lexmark op dit adres: www.lexmark.com.

Papier

Gebruik langlopend kopieerpapier van 75 g/m2 voor afdrukken van optimale kwaliteit.
De printer kan automatisch langlopend papier met een gewicht van 60 - 90 g/m
2
60 g/m kunnen optreden. Papier dat zwaarder is dan 90 g/m invoer worden ingevoerd.
Tijdens het afdrukproces van de laserprinter wordt het papier verhit tot temperaturen van 170 °C voor niet-MICR-
toepassingen. Gebruik uitsluitend papier dat deze temperaturen kan weerstaan zonder dat het verkleurt, doorloopt of gevaarlijke stoffen afgeeft. Vraag de fabrikant of verkoper of het papier dat u hebt gekozen, geschikt is voor laserprinters.
, is mogelijk niet stevig genoeg; het wordt mogelijk niet correct ingevoerd, waardoor papierstoringen
2
, moet via de optionele lade voor 550 vel of de handmatige
2
invoeren. Papier dat lichter is dan

Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier

Gebruik uitsluitend formulieren en briefhoofdpapier dat is bedrukt door middel van een lithografisch of graverend
drukproces.
Kies papier dat inkt absorbeert, maar waarop inkt niet uitloopt.
Vermijd papier met een ruw of sterk vezelig oppervlak.
Gebruik papier met hittebestendige inkt, dat is ontworpen voor gebruik in kopieerapparaten. De inkt moet temperaturen van 170 °C kunnen weerstaan zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te geven. Gebruik inkt die niet wordt aangetast door de hars in de toner. Inktsoorten op water- of oliebasis voldoen aan deze vereisten. Latex-inkten kunnen smelten. Neem bij twijfel contact op met uw papierleverancier.
Voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 170 °C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te geven.

Transparanten

Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten temperaturen van
170 °C kunnen weerstaan zonder te smelten, te verkleuren, te verschuiven of gevaarlijke stoffen af te geven. U wordt aangeraden Lexmark-transparanten voor laserprinters te gebruiken: artikelnummer 70X7240 voor
transparanten van het formaat Letter en artikelnummer 12A5010 voor transparanten van A4-formaat.
Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een slechte afdrukkwaliteit
tot gevolg hebben.

Enveloppen

Gebruik enveloppen gemaakt van bankpostpapier van 90 g/m2.
Gebruik nooit enveloppen die: gemakkelijk krullen;
aan elkaar zijn vastgeplakt;
Tips voor het kiezen van het juiste afdrukmateriaal
26
Tips voor afdruktaken en -materiaal
zijn beschadigd; vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëfwerk bevatten; metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten; postzegels bevatten; een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt.
Gebruik enveloppen die bestand zijn tegen temperaturen van 170 °C zonder dat deze: worden dichtgeplakt;
sterk omkrullen; kreuken; gevaarlijke stoffen afgeven.
Neem bij twijfel over de enveloppen contact op met de leverancier.
Het is mogelijk dat de hoge temperatuur tijdens het afdrukken in combinatie met een hoge vochtigheid (meer dan 60%) ertoe leiden dat de enveloppen worden dichtgeplakt.

Etiketten

Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
Druk geen grote hoeveelheden etiketten achter elkaar af.
Gebruik geen vinyletiketten.
Gebruik etiketten die bij blootstelling aan temperaturen van 170 °C niet sluiten, omkrullen, kreuken of gevaarlijke
stoffen afscheiden. Lijm voor etiketten, voorbladen (bedrukbaar karton) en toplagen moeten eveneens bestand zijn tegen een druk van 172 kilopascal (25 psi).
Tips voor het kiezen van het juiste afdrukmateriaal
27
Tips voor afdruktaken en -materiaal

Karton

Houd er rekening mee dat voorbedrukte gedeelten, perforaties en kreuken de afdrukkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden en problemen kunnen veroorzaken bij de verwerking of de doorvoer van het afdrukmateriaal.
Gebruik geen karton dat bij verhitting schadelijke stoffen kan afgeven.
Gebruik geen voorbedrukt karton dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer. Als u karton
voorbedrukt, dringen half-vloeibare en vluchtige stoffen de printer binnen.
Gebruik karton met een maximumgewicht van 163 g/m
2
en een minimumformaat van 76 x 127 mm.

Tips voor het bewaren van afdrukmateriaal en supplies

Papier bewaren

Houd de volgende richtlijnen aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er problemen met papierinvoer ontstaan.
Sla papier op in een ruimte waar de temperatuur ongeveer 21 °C is en waar de relatieve vochtigheid 40% bedraagt.
Bewaar dozen afdrukmateriaal liever niet op de vloer, maar plaats ze op een pallet of een plank.
Als u pakken papier buiten de originele doos bewaart, zorg er dan voor dat u de pakken op een vlakke ondergrond
plaatst, zodat de randen niet omkrullen, worden omgevouwen of beschadigd raken.
Plaats niets op de pakken afdrukmateriaal.

Supplies bewaren

Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Bewaar supplies in de originele verpakking met de juiste zijde naar boven gericht.
Stel de printersupplies niet bloot aan:
direct zonlicht;
temperaturen boven 35 °C;
hoge vochtigheidsgraad (boven 80%);
zilte lucht;
corroderende gassen;
grote hoeveelheden stof.
Tips voor het bewaren van afdrukmateriaal en supplies
28
Tips voor afdruktaken en -materiaal

Tips voor het voorkomen van papierstoringen

U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het papier en bijzonder afdrukmateriaal correct in de printer te plaatsen. Met de onderstaande tips kunt u papierstoringen voorkomen:
Plaats geen gekreukeld, gevouwen of vochtig papier in de printer.
Gebruik nooit verschillende soorten afdrukmateriaal door elkaar in één lade.
Buig het papier naar voren en naar achteren, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het plaatst.
Zorg dat de stapel niet hoger is dan de aangegeven maximale hoogte.
Druk alle laden stevig in de printer nadat u het afdrukmateriaal hebt geplaatst.
Plaats de geleiders in de laden dicht tegen het papier of het bijzondere afdrukmateriaal.
Verwijder papierladen niet tijdens het afdrukken.
Waaier de stapel uit voordat u transparanten plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken.
Gebruik nooit enveloppen die: gemakkelijk krullen;
aan elkaar zijn vastgeplakt; zijn beschadigd; vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëfwerk bevatten; metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten; postzegels bevatten; een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt.
Gebruik uitsluitend aanbevolen papier. Raadpleeg voor meer informatie over het optimale papier voor uw configuratie de Card Stock & Label Guide op de website van Lexmark op dit adres: www.lexmark.com.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer informatie voordat u grote hoeveelheden speciaal papier gaat
aanschaffen.
Tips voor het voorkomen van papierstoringen
29
Tips voor afdruktaken en -materiaal
Papier in de lade voor 250 vel en de lade voor 550 vel plaatsen
Volg de onderstaande instructies voor het plaatsen van papier in de lade voor 250 vel en de lade voor 550 vel.
1 Verwijder de lade.
Opmerking: Als u papier van Legal- of Folio-formaat wilt plaatsen, dient u de lade langer te maken. Raadpleeg De
lade vergroten voor papier van Legal- of Folio-formaat op pagina 33 voor instructies.
2 Bereid een stapel papier voor om in te voeren door deze van voren naar achteren te buigen en uit te waaieren.
Maak op een vlakke ondergrond een rechte stapel.
Papier in de lade voor 250 vel en de lade voor 550 vel plaatsen
30
Loading...
+ 95 hidden pages