Lexmark E321, E323 Installation Manual [nl]

Page 1
E321, E323
Installatiehandleiding
Oktober 2002
www.lexmark.com
Page 2
Uitgave: oktober 200 2
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijd ig zijn met de plaat se lijke wetgeving:LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien; wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma’s die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd.
Opmerkingen kunnen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc, Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, Verenigde Staten. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark behoudt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder hiermee enige verplichting op zich te nemen tegenover u. In België en Nederland kunnen extra exemplaren van publicaties die op dit product betrekking hebben, worden verkregen door contact op te nemen met de leverancier. Vanuit de Verenigde Staten of Canada kan worden gebeld naar 1-800­553-9727 en v an ui t het Verenigd K on ink rijk en Ie rlan d k an w ord en gebe ld naar +44 (0)8704 440 044. Neem in andere landen contact op met de leverancier.
Als in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma's of diensten, impliceert dit niet dat de producent het voornemen heeft deze beschikbaar te stellen in alle landen waarin de producent actief is. Geen enkele verwijzing naar een product, programma of dienst moet worden opgevat als een verklaring of suggestie dat alleen dat product, dat programma of die dienst mag worden gebruikt. Het staat u vrij functioneel gelijkwaardige producten, programma's of diensten te gebruiken, mits die geen inbreuk maken op enig bestaand intellectueel eigendomsrecht. Het beoordelen en controleren van de werking in combinatie met andere producten, programma’s of diensten, met uitzondering van die producten, programma’s of diensten die uitdrukkelijk door de producent worden genoemd, behoort tot de verantwoordelijkheden van de gebruiker.
Lexmarken Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
®
PCL
is een gedeponeerd handels merk van Hewlett-Packard Company.
®
PostScript Incorporated.
Overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
© Copyright 2002 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
UNITED STATES GOVERNMENT RIGHTS
This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer software and documentation developed exclusively at private expense.
is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems
FCC-informatie ov er em is si es
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking van de printer is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden:
(1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit apparaat moet eventuele interferentie die wordt veroorzaakt door andere apparatuur accepteren, inclusief interferentie die kan leiden tot een ongewenste werking.
Eventuele vragen over deze verklaring kunt u richten aan:
Director of Lexmark Technology and Services Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, KY 40550, U.S.A. (859) 232-3000
Raadpleeg deLexmark E321, E323 Publications cd voor meer informatie.
Veiligheidsinformatie
Als uw product NIET met dit symbool is gemarkeerd, MOET
het product op een stopcontact worden aangesloten dat op de juiste wijze is geaard.
VOORZICHTIG: Tijdens een onweersbui moet u dit product niet installeren, geen elektrische verbindingen tot stand brengen en geen faxmodem gebruiken.
Het netsnoer moet worden aangesloten op een stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat makkelijk kan worden bereikt.
Onderhoudswerkzaamheden en reparaties die niet in de bedieningsinstructies worden beschreven, dienen uitsluitend door een professionele onderhoudsmonteur te worden uitgevoerd.
Dit product is samen met specifieke Lexmark onderdelen ontwikkeld, getest en goedgekeurd op basis van strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen.
Uw product maakt gebruik van een laser.
VOORZICHTIG: Het toepassen van bedieningswijzen,
aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Dit product maakt gebruik van een afdrukproces waarbij het afdrukmediu m wor dt ve rhit. Door de hitte kan het af drukme dium bepaalde stoffen afgeven.
Conventies
In dit boek worden speciale conventies aangehouden voor veiligheidsadviezen, waarschuwingen en opmerkingen. Deze worden in de linkerkolom weergegeven, zodat u deze gemakkelijk kunt terugvinden.
VOORZICHTIG:
betrekking op gevaar voor letsel.
Waarschuwing:
printer of de bijbehorende software kan worden beschadigd.
Opmerking:
De veiligheidsadviezen hebben
Een waarschuwing geeft aan dat de
Een opmerking bevat nuttige informatie.
Page 3

Inhoud

Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v
Stap 1: Printer uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1
Stap 2: Optionele lader voor 250 vel installeren . . . . . . . . .3
Stap 3: Supplies installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Stap 4: Geheugenkaarten installeren . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Bij de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .v
Overige informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vii
Overlay aanbrengen op bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . .2
Tonercartridge installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Zijklep van de printer verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Afdekplaatje van de systeemkaart verwijderen . . . . . . . . . . .10
Een geheugenkaart installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Afdekplaatje van de systeemkaart terugplaatsen . . . . . . . . . .12
Zijklep van de printer terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Stap 5: Papier laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Lade 1 vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Optionele lader voor 250 vel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Handmatige invoer vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Stap 6: Kabels en snoere n aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . .24
Een lokale kabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Een netwerkkabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Inhoud
iii
Page 4
Stap 7: Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken
installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Macintosh . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
UNIX/Linux . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Stap 8: Printerinstallatie controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Printer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Pagina's met instellingen afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Stap 9: Configureren voor TCP/IP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
IP-adres toewijzen aan de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
IP-instellingen controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Stap 10: Stuurprogramma's voor afdrukken in
een netwerk installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Macintosh . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
UNIX/Linux . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
NetWare . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Stap 11: Informatie doorgeven aan gebruikers . . . . . . . . .43
Kenmerken van printergebruikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Handige informatie snel vinden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Informatie verspreiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Gefeliciteerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel . . . . 45
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Inhoud
iv
Page 5

Inleiding

Bij de printer

Kenmerk Lexmark E321 Lexmark E323 Lexmark E323n
Basisgeheugen 8 MB 16 MB 16 MB Maximaal geheugen 72 MB 144 MB 144 MB Emulaties PCL 5e en
Aansluitmogelijkhe den Para llel en Unive rsal
Geleverd met een tonercartridge die bij een tonerdekking van ongeveer 5% dit rendement oplevert
compatibel met Macintosh
Serial Bus (USB)
1.500 pagina's (eerste tonercartridge)
Deze printer is verkrijgbaar in drie modellen: de Lexmark™ E321, de Lexmark E323 en de Lexmark E323n. De verschillen tussen deze drie modellen worden in de volgende tabel aangegeven.
PostScript 3, PCL 6 en compatibel met Windows/ Macintosh/Linux
Parallel en USB 10/100 Base-TX
3.000 pagina's 3.000 pagina's
PostScript 3, PCL 6 en compatibel met Windows/ Macintosh/Linux
Ethernet en USB
Inleiding
v
Page 6
Lade 1
Papiersteun
Handma­tige invoer
Papier­geleider
Lampjes op het bedieningspaneel
Bovenste uitvoerlade
Klep van de voor­uitvoer
Papiersteun
optionele lader voor 250 vel
Gebruik dit printeronderdeel:
Als u dit wilt doen:
Lade 1 Maximaal 150 vel papier of 10 vel van een ander afdrukmateriaal laden. Papiersteun Het ondersteunen van afdrukmateriaal in lade 1 of in de bovenste
uitvoerlade.
Handmatige invoer Eén vel papier of één vel van een ander afdrukmateriaal laden. Gebruik
deze mogelijkheid voor transparanten, enveloppen en karton.
Papierge leiders Het instellen v an de bree dte v an het afd rukmateriaal in lad e 1 en de sle uf
voor handmatige invoer.
Lampjes op het
De status van de printer controleren.
bedieningspaneel Bovenste uitvoerlade Afgedrukte documenten stapelen met de bedrukte zijde omlaag. Klep van de vooruitvoer Het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, bijvoorbeeld etiketten of
karton.
optionele lader v oor 250 v el De papiercapaciteit vergroten.
Inleiding
vi
Page 7
Lexmark E321 en Lexmark E323
Connector voor parallelle kabel
Connector voor USB-kabel
Lexmark E323n
Connector voor Ethernet-kabel
Connector voor netsnoer
Gebruik dit printeronderdeel:
Connector voor par al lelle kabel
Connector voor USB­kabel
Connector voor Ethernet­kabel
Connector voor netsnoer Sluit de printer met het netsnoer aan op een goed geaard stopcontact
Aan/uit-schakelaar Het aan- en uitzetten van de printer.
Overige informatie
Aan/uit-schakelaar
Als u dit wilt doen:
De computer met een par allelle kabel aansluite n op de parallelle poort van de Lexmark E321 of de Lexmark E323.
Sluit de computer aan op de USB-poort van de printer met een USB­kabel.
De computer met een Ethe rnet-kabel aan sl uite n o p d e netwerkpoort van de Lexmark E323n.
(nadat alle overige randapparatuur is aangesloten).
Connector voor netsnoer
Aan/uit-schakelaar
Raadpleeg de overige documentatie bij de printer als u na het installeren nog meer informatie wenst.
Inleiding
vii
Page 8
Publications cd
Naslagkaart
De Publications cd, die bij de
Installatiehandleiding
meegeleverd, biedt informatie over het kiezen van het juiste afdrukmateriaal, het begrijpen van de lampjespatronen op het bedieningspaneel, het verwijderen van vastgelopen papier en het oplossen van problemen met afdrukken.
De informatie op de Publications cd is ook beschikbaar op de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com/ publications.
De
Naslagkaart
laden van papier, het verwijderen van vastgelopen papier en uitleg van veelvoorkomende lampjespatronen op het bedieningspaneel.
wordt
biedt informatie over het
Cd met stuurprogramma's
Lexmark weblocatie
De cd met stuurprogramma's bevat de stuurprogramma's die u nodig hebt om de printer bedrijfsklaar te maken.
De cd bevat eventueel ook hulpprogramma's, schermle ttertypen en aanvullende documentatie.
Bezoek onze weblocatie op www.lexmark.com voor de recentste versies van stuurprogramma’s, hulpprogramma’s en andere documentatie.
Inleiding
viii
Page 9
Stap 1: Printer uitpakken
Kies een locatie voor de printer.
1
Laat voldoende ruimte open
om de printerklep, de uitvoerklep en de optionele lader voor 250 vel te openen. Ook is het belangrijk dat er voldoende ruimte is voor een goede ventilatie van de printer.
Zorg voor een juiste omgeving:
• –
een stevige en vlakke ondergrond;
de printer mag niet in de directe luchtstroom van de airconditioning, warmtebronnen of ventilators worden geplaatst;
de ruimte mag niet extreem droog of vochtig, rechtstreeks in de zon liggen en de temperatuur mag niet sterk schommelen;
de omgeving moet schoon, droog en stofvrij zijn.
Printer uitpakken
1
Page 10
Netsnoer
s
Installatiehandleiding
en Publications cd
Neem alle onderdelen uit de doos,
2
behalve de printer. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn:
printer met een reeds
geïnstalleerde tonercartridge; netsnoer;
Installatiehandleiding
Overlay
Cd met stuurprogramma'
Naslagkaart
Publications cd;
Naslagkaart
cd met stuurprogramma's;
overlay voor het
kaart;
bedieningspaneel (alleen niet-Engelse versies).
met
Opmerking:
De Lexmark E321 wordt geleverd met een
eerste tonercartridge voor 1500 vel.

Overlay aanbrengen op bedieningspaneel

Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, kunt u contact opnemen met Lexmark. U vindt het telefoonnummer van de plaatselijke vestiging op de Publications cd.
Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor het geval u de printer opnieuw moet inpakken.
Als u in de doos een niet-Engelstalige overlay aantreft en deze wilt gebruiken, verwijdert u de bescherming aan de achterzijde, lijnt u de overlay goed uit met het bedieningspaneel en brengt u de overlay aan.
Printer uitpakken
2
Page 11
Stap 2: Optionele lader voor 250
vel installeren
U kunt de papiercapaciteit eventueel uitbreiden met een optionele lader voor
Ladehuis
Lade
250 vel die u onder de printer installeert. Een lader bestaat uit een papierlade en
een ladehuis.
Verwijder de papierlade uit het
1
ladehuis. Verwijder al het
2
verpakkingsmateriaal en tape van zowel het ladehuis als de papierlade.
Plaats het ladehuis op de locatie
3
die u voor de printer hebt gekozen.
Optionele lader voor 250 vel installeren
3
Page 12
Opmerking:
zet de printer dan uit voordat u met de installatie begint.
Als u de lader voor 250 vel later installeert,
Houd de voorzijde van de printer
4
precies boven de voorzijde van het ladehuis en plaats de printer weer terug op het ladehuis.
Controleer of de printer goed op het ladehuis is aangebracht.
Nadat u de printer hebt ingesteld, moet u een pagina met menu­instellingen afdrukken om te controleren of de ladekast voor 250 vel is opgenomen in het overzicht van geïnstalleerde functies (zie pagina 36).
5
Optionele lader voor 250 vel installeren
4
Plaats de lade in het ladehuis.
Page 13
Stap 3: Supplies installeren

Tonercartridge installeren

Tonercartridge uit verpakking halen
Open de printerklep via de
1
uitsparing op het apparaat.
Handgreep van cartridge
Supplies installeren
5
Pak de cartridge aan de
2
handgreep beet en trek de cartridge omhoog uit het apparaat.
Verwijder de schuimrubber
3
bescherming van de printer.
Page 14
Trek de plastic onderdelen van de
4
uiteinden van de tonercartridge. Gooi het plastic plaatje, het
schuimrubber en het papier weg.
Opmerking:
de tonercartridge niet aan.
Raak de fotoconductortrommel onder aan
Schud de cartridge heen en weer
5
om de toner gelijkmatig te verdelen.
Supplies installeren
6
Page 15
U plaatst de cartridge als volgt:
6
Lijn de gekleurde pijlen aan
a
beide zijden van de tonercartridge uit met de overeenkomstige pijlen in de printer.
Pak de tonercartridge vast bij
b
de handgreep, kantel de cartridge naar beneden en plaats de cartridge op de juiste manier in de car tridgesleuven.
Druk de cartridge naar
c
beneden totdat deze stevig vastzit.
Sluit de printerklep.
7
Wat moet ik nu doen?
Taak Ga naar pagina ...
Geheugenkaarten installeren Papier laden
Supplies installeren
7
8 14
Page 16
Stap 4: Geheugenkaarten
installeren
U kunt de geheugencapaciteit van de printer aanpassen en de aansluitingsmogelijkheden vergroten door optiekaarten toe te voegen.
VOORZICHTIG:
installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u de printer uitzetten en het netsnoer loskoppelen voordat u verdergaat.
Als u de geheugenkaarten wilt

Zijklep van de printer verwijderen

Verwijder eerst de zijklep van de printer voordat u geheugenopties installeert.
Open de voorklep van de printer.
1
Geheugenkaarten installeren
8
Page 17
Druk de twee ovalen nokjes in en
2
trek de zijklep open.
Verwijder de klep voorzichtig en
3
leg deze weg.
Geheugenkaarten installeren
9
Page 18

Afdekplaatje van de systeemkaart verwijderen

Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 2 om het afdekplaatje van de systeemkaart te verwijderen.
Verwijder de bovenste schroef en
1
leg deze weg. Draai de onderste drie schroeven
2
los, maar verwijder ze niet.
Schuif het afdekplaatje van de
3
systeemkaart langs de boven- en benedengroef en leg het opzij.
Een geheugenkaart installeren
Geheugenkaarten installeren
V olg de instructies in dit gedeelte om een printergeheugenkaart te installeren of een flasgeheugenkaart als u een Lexmark E323 of Lexmark E323n, hebt.
Op de systeemkaart bevinden zich twee connectoren voor optionele geheugenkaarten. U kunt in elke connector een kaart installeren.
10
Page 19
Waarschuwing:
gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een geheugenkaart aanraakt.
Geheugenkaarten kunnen
Voer de stappen uit die worden
1
beschreven in “Afdekplaatje van de systeemkaart verwijderen” op pagina 10.
Pak de geheugenkaart uit.
2
Vergrendeling
AansluitpuntenUitsparingen
Vergrendeling
Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. Bewaar de verpakking.
Houd de uitsparingen aan de
3
onderkant van de kaart boven de uitsparingen op de connector.
Plaats de kaart tussen de
4
vergrendelingen aan beide uiteinden van de connector en duw de kaart goed in de connector.
Zorg ervoor dat beide
5
vergrendelingen in de uitsparingen aan beide uiteinden van de kaart passen.
Geheugenkaarten installeren
11
Breng het metalen afdekplaatje en
6
de zijklep weer aan. Raadpleeg pagina 12 voor instructies.
Page 20

Afdekplaatje van de systeemkaart terugplaatsen

Plaats het metalen afdekplaatje in
1
de boven- en ondergroef en schuif het helemaal naar achteren.
Draai de onderste drie schroeven
2
vast en breng de bovenste schroef weer aan om het afdekplaatje op zijn plaats te houden.
Geheugenkaarten installeren
12
Page 21

Zijklep van de printer terugplaatsen

Nokje
Nokje
Lijn het boven- en ondernokje uit
1
met de corresponderende slots. Sluit de zijklep van de printer en
2
druk de ovalen nokjes stevig aan. Sluit de voorklep van de printer.
3
Geheugenkaarten installeren
13
Page 22
Stap 5: Papier laden
e
Papiersteun
Handmatig invoer
Bovenste uitvoerlade
Klep van de vooruitvoer
Lade 1
Papiersteun
Optionele lader voor 250 vel
De printer is uitgerust met twee standaardpapierbronnen: lade 1 waarin maximaal 150 vel normaal papier geladen kan worden en de handmatige papierinvoer waarin steeds één vel kan worden ingevoerd. Voor de meeste afdruktaken kunt u lade 1 gebruiken. De handmatige invoer is met name geschikt voor het afdrukken op één pagina, transparanten, enveloppen, etikettenvellen of karton.
U kunt de papiercapaciteit van de printer uitbreiden met de optionele lader voor 250 vel.
De uitvoerlade op de printer kan maximaal 100 vel bevatten. Aan de voorkant van de printer bevindt zich een uitvoerklep voor één vel. Deze biedt een directe papierbaan voor speciale media waardoor de kans op gekreukeld papier en papierstoringen afneemt.
In de volgende tabel worden de paginanummers vermeld waar u de vulinstructies voor elke lade kunt vinden.
Capaciteit
Bron
Lade 1 150 A4, A5, B5, Letter,
Optionele lader voor 250 vel
Handmatige invoer 1 Normaal papier,
(vellen)
250 Normaal papier
Ondersteunde papierformaten
Legal, Executi ve, Folio
Ondersteunde papiersoorten
Normaal papier, transparanten, etiketten, karton
transparanten, enveloppen, etiketten, karton
Papier laden
14
Ga naar pagina ...
15
18
21
Page 23

Lade 1 vullen

Lade 1 (achter de handmatige invoer) is geschikt voor de invoer van papier speciale media.
Lade 1 heeft een capaciteit van maximaal 150 vel papier, 10 transparanten of etikettenvellen, 10 enveloppen of 10 vel karton.
Trek de achterste papiersteun uit
1
tot u een
klik
hoort.
en
Papier laden
15
Buig de vellen enkele malen, laat
2
ze aan alle kanten uitwaaieren en buig ze nogmaals.
Page 24
Papier laden:
3
bij briefhoofdpapier plaatst u het
papier met de bedrukte zijde omlaag en het briefhoofd naar u toe in de lade;
bij enveloppen plaatst u deze
verticaal met de klep naar beneden en de ruimte voor de postzegel in de linkerbovenhoek.
Papier laden
16
U verkleint de kans op papierstoringen door geen enveloppen te gebruiken die:
gemakkelijk krullen;
aan elkaar zijn vastgeplakt;
zijn beschadigd;
vensters, gaten, perforaties,
uitsnijdingen of reliëfwerk bevatten;
metalen klemmetjes, strikken
of vouwklemmetjes bevatten; zijn voorzien van postzegels;
een (gedeeltelijk) onbedekte
plakstrook hebben als de klepzijde is dichtgeplakt.
Page 25
Schuif de voorste papiersteun op
4
de papieruitvoerlade uit totdat u een
klik
hoort.
Als u afdrukt op Legal-papier,
5
moet u de voorste papiersteun in zijn geheel uittrekken.
Als u afdrukt op speciale media,
6
opent u de uitvoerklep aan de voorkant zodat u de beschikking hebt over een directe papierbaan.
Schuif de papiergeleiders tegen
7
de randen van het papier of de enveloppen.
Selecteer het papierformaat en de
8
papiersoort in de toepassing die u gebruikt.
Opmerking:
formaat dan A4 of Letter, moet u de instellingen voor Papiersoort en Papierformaat voor die lade wijzigen. Raadpleeg de Publications cd voor meer informatie.
Als u de lade vult met papier van een ander
Papier laden
17
Als u meerdere exemplaren
9
afdrukt, moet u het aantal instellen. Dit kunt doen in de toepassin g die u geb ruikt of in het printerstuurprogramma.
Start de afdruktaak.
10
Page 26

Optionele lader voor 250 vel

Pak de nokjes aan beide zijden
1
van de lade en trek de lade in zijn geheel uit de printer.
Controleer ook of de metalen plaat
2
naar beneden is gedrukt voordat u de lade in de printer schuift.
Nadat de lade in de printer is geschoven, springt de metalen plaat weer omhoog zodat het papier in de printer kan worden ingevoerd.
Papier laden
18
Page 27
Als u de lade vult met A4- of Legal-
3
papier, moet u de papiersteun aan de voorkant van de lade uittrekken.
Buig de vellen enkele malen, laat
4
ze aan alle kanten uitwaaieren en buig ze nogmaals.
Als u briefhoofdpapier wilt
5
gebruiken, moet u het papier met de afdrukzijde naar beneden plaatsen en zorgen dat de bovenkant van de pagina als eerste de printer binnengaat.
Papier laden
19
Page 28
.
Hoekklemmen
Zorg ervoor dat het papier plat in
6
lade ligt en niet boven de hoekplaatjes uit komt.
Opmerking:
de maximumstapelhoogte die op de lade is aangegeven met een label. Als u te veel papier laadt, kan dat leiden tot papierstoringen.
Overschrijd bij het vullen van de lade niet
Schuif de papiergeleiders tegen
7
de randen van het papier of de envelop .
Papier laden
20
Page 29
Plaats de lade opnieuw en
8
controleer of de lade helemaal in de printer is geschoven.
Selecteer het papierformaat en de
9
papiersoort in de toepassing die u gebruikt.
Start de afdruktaak.
10

Handmatige invoer vullen

Als u media met de handmatige invoer in de printer invoert, moet u dit vel voor vel doen.
Als u problemen ondervindt bij de invoer van enveloppen of karton vanuit lade 1, probeert u het dan eens door ze een voor een met de handmatige invoer in te voeren.
Schuif de voorste papiersteun op
1
de papieruitvoerlade uit totdat u een
klik
hoort.
Als u Legal-papier laadt, moet u de
2
papiersteun helemaal omhoog trekken.
Open de klep van de vooruitvoer
3
als u op speciaal afdrukmateriaal afdrukt.
Papier laden:
4
bij briefhoofdpapier plaatst u een
vel met het briefhoofd omlaag en naar u toe in de lade;
bij karton plaatst u een kaart of vel
verticaal in de invoer;
Papier laden
21
Page 30
bij enveloppen plaatst u een
envelop verticaal met de klep naar beneden en de ruimte voor de postzegel in de linkerbovenhoek.
U verkleint de kans op papierstoringen door geen enveloppen te gebruiken die:
gemakkelijk krullen;
aan elkaar zijn vastgeplakt;
zijn beschadigd;
vensters, gaten, perforaties,
uitsnijdingen of reliëfwerk bevatten;
metalen klemmetjes, strikken
of vouwklemmetjes bevatten; zijn voorzien van postzegels;
een (gedeeltelijk) onbedekte
plakstrook hebben als de klepzijde is dichtgeplakt.
Schuif de papiergeleiders tegen
5
de randen van het papier of de envelop .
Papier laden
22
Selecteer het papierformaat en de
6
papiersoort in de toepassing die u gebruikt.
Start de afdruktaak.
7
Druk op
8
het afdrukken te starten.
Doorgaan
(Coninue) o m
Page 31
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Als de lampjes voor het laden van
9
papier en Doorgaan branden, kunt u een nieuw vel in de handmatige invoer plaats en.
10
Druk op
Doorgaan
(Coninue) o m
nog een pagina af te drukken.
Continue
Cancel
Papier laden
23
Page 32
Stap 6: Kabels en snoeren
aansluiten
VOORZICHTIG:
een onweersbui moet u geen communicatiepoort, telefoonpoort of andere connector aanslui ten of loskoppelen.
Tijdens
Een lokale kabel aansluiten
USB-kabel
Het USB-symbool op de kabel moet overeenkomen met het USB­symbool op de printer.
De printer kan worden aangesloten op en netwerk of rechtstreeks op een computer om lokaal af te drukken.
U kunt uw printer lokaal aansluiten met behulp van een USB of parallelle aansluiting.
Een USB-poort is standaard op de meeste basismodellen. USB-aansluitingen worden ondersteund door Windows 98 SE,
Windows Me, Windows 2000 en Windows XP. Sommige UNIX-, Linux­en Macintosh-computers ondersteunen ook USB-aansluitingen. Raadpleeg de documentatie bij het besturingsysteem van uw computer om na te gaan of uw systeem USB ondersteunt.
U sluit als volgt de printer aan op de computer:
Gebruik een USB- of parallelle kabel om de printer aan te
1
sluiten op de computer. Voor een USB-poort is een USB-kabel nodig, zoals de kabel
van Lexmark met artikelnummer 12A2405 (2 m). Het USB­symbool op de kabel moet overeenkomen met het USB­symbool op de printer.
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer van de printer aan op de
2
connector aan de achterkant van de printer en steek de stekker aan het andere uiteinde in een geaard stopcontact.
Schakel de printer in.
3
Kabels en snoeren aansluiten
24
Page 33
Nadat de interne testen zijn uitgevoerd, geeft het bericht Gereed aan dat de printer gereed is om taken te ontvangen.
Als u een ander bericht dan Gereed op de display ziet, raadpleegt u de Publications cd voor instructies over het wissen van het bericht. Klik op Printing en klik vervolgens op
Understanding printer messages
Schakel de computer en eventuele randapparatuur in.
4
Ga naar “Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren”
5
op pagina 27.
.
Parallelle kabel
Een netwerkkabel aansluiten
Ethernet-kabel
Gebruik een Categorie 5-kabel met een RJ-45-connector voor de standaardnetwerkpoort.
V oor een parallelle poort is een IEEE-1284 compatibele kabel vereist, zoals de Lexmark kabel met artikelnummer 1329605 (3 m) of 1427498 (6 m).
U kunt standaardnetwerkkabels gebruiken om de Lexmark E323n printer aan te sluiten.
Het netwerkmodel is standaard uitgerust met een 10BaseT/ 100BaseTx Fast Ethernet-poort.
De printer aansluiten op een netwerk:
Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker uit het
1
stopcontact is gehaald. Steek het ene uiteinde van de standaardnetwerkkabel in een
2
aansluitpunt van het LAN of een hub en het andere uiteinde in de Ethernet-poort aan de achterkant van de printer. De printer past zichzelf automatisch aan aan de netwerksnelheid.
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer van de printer aan op de
3
connector aan de achterkant van de printer en steek de stekker aan het andere uiteinde in een geaard stopcontact.
Schakel de printer in.
4
Nadat de interne testen zijn uitgevoerd, geeft het bericht Gereed aan dat de printer gereed is om taken te ontvangen.
Kabels en snoeren aansluiten
25
Page 34
Opmerking:
ander bericht dan Gereed op de display ziet, raadpleegt u de Publications cd voor instructies over het wissen van het bericht. Zoek naar informatie over printerberichten.
Als u een
Schakel de computer en eventuele randapparatuur in.
5
Ga door met “Printerinstallatie controleren” op pagina 36.
6
Kabels en snoeren aansluiten
26
Page 35
Stap 7: Stuurprogramma's voor
lokaal afdrukken installeren
Een lokale printer is een printer die op uw computer is aangesloten via een USB- of parallelle kabel.
netwerk in plaats van op de computer, slaat u deze stap over en gaat u naar Stap 8: “Printerinstallatie controleren” op pagina 36.
Als de printer is aangesloten op een
Opmerking:
Windows­besturingssystemen kunt u de hardware-wizard en de cd met stuurprogramma's gebruiken om de printerstuurprogramma's te installeren. Start de cd en volg de instructies om de printersoftware te installeren.
Voor
Een printerstuurprogramma is software die voor de communicatie tussen de computer en de printer zorgt. De procedure voor het installeren van stuurprogramma's is afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt.
Selecteer uw besturingssysteem en kabel uit de tabel hieronder voor installatie-instructies.
Ga naar pagina
Besturingssysteem Kabel
*
Windows XP USB Windows 2000 USB Windows Me USB* of parallel Windows 98 USB Windows NT 4.x Alleen parallel Windows 95 Alleen parallel Macintosh Alleen USB UNIX/Linux USB
*Als u een USB-printerkabel aansluit terwijl de printer en de computer zijn ingeschakel d, wordt de hardw are-wizard v an Window s onmiddel lijk gesta rt. Zoek de instructies v oor uw bes turingssysteem en gebruik deze o m de plug­and-play-schermen te doorlopen.
of parallel
*
of parallel
*
of parallel
...
28 29 29 30 31 32 32 35
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
27
Page 36

Windows

Naast de volgende instructies voor de installatie van stuurprogramma's moet u mogelijk de documentatie raadplegen die bij de computer en de Windows-software is geleverd.
Voor de installatie
Opmerking:
speciale stuurprogramma installeert, vervangt deze het systeemstuurprogramma. Een afzonderlijk printerobject wordt gemaakt en verschijnt in de map Printers.
Als u het
Windows XP gebruiken met een USB- of parallelle kabel
Opmerking:
professionele versie van Windows XP moet u beschikken over toegang als beheerder om de printerstuurprogramma's op de computer te installeren.
Bij de
Sommige latere versies van de Windows-software bevatten al een systeemstuurprogramma waardoor de installatie automatisch wordt uitgevoerd. Systeemstuurprogramma's werken goed voor eenvoudige afdruktaken, maar bieden minder functionaliteit dan ons verbeterde speciale stuurprogramma.
Om alle functies van het speciale stuurprogramma te kunnen gebruiken, installeert u het speciale stuurprogramma met behulp van de cd met stuurprogramma's die bij de printer is geleverd.
Stuurprogramma's zijn ook beschikbaar in softwarepakketten die u kunt downloaden van de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com.
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt:
Plaats de cd met de stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af. Klik op Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd
2
met stuurprogramma's en klik vervolgens op
D:\drivers\win_2000\
Negeer de twee volgende meldingen en klik op
3
doorgaan
Windows XP. Alle benodigde bestanden worden door de wizard gekopieerd en het printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd.
. De printer is grondig getest en is compatibel met
Volgende.
Volgende
.
Toch
Klik op
4
Druk een testpagina af om de installatie van de printer te
5
controleren.
a b c d
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
Voltooien
Klik op Selecteer de printer die u zojuist hebt geïnstalleerd. Klik op Klik op
voltooid wanneer de testpagina met succes is afgedrukt.
Start Instellingen Printers
Bestand Testpagina afdrukken
28
wanneer de software is geïnstalleerd.
Eigenschappen
. De installatie van de printer is
.
.
Page 37
Windows 2000 gebruiken met een USB-
of parallelle kabel
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt:
Plaats de cd met de stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af. Klik op Volgende.
Opmerking:
toegang als beheerder nodig om de printerstuurprogramma's op de computer te installeren.
U hebt
Selecteer Zoeken naar een geschikt stuurprogramma en klik
2
op Volgende. Selecteer
3
Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd
4
met stuurprogramma's.
D:\Drivers\Win_2000\
Klik op Openen en klik vervolgens op OK.
5
Klik op Volgende om het weergegeven stuurprogramma te
6
installeren.
digitaal is ondertekend.
Klik op Voltooien wanneer de software is geïnstalleerd.
7
Druk een testpagina af om de installatie van de printer te
8
controleren.
a
Klik op
b
Selecteer de printer die u zojuist hebt geïnstalleerd.
c
Klik op
d
Klik op voltooid wanneer de testpagina met succes is afgedrukt.
alleen
Een locatie opgeven en klik op Volgende.
Negeer het bericht dat het stuurprogramma niet
Start Instellingen
Bestand Eigenschappen Testpagina afdrukken
Printers
. De installatie van de printer is
.
.
Windows Me gebruiken met een USB- of parallelle kabel
Opmerking:
van de software en printers die al zijn geïnstalleerd op de computer, kunnen de schermen afwijken van de schermen die in de instructies worden getoond.
Afhankelijk
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
U moet zowel een stuurprogramma voor een USB-poort installeren als het verbeterde speciale printerstuurprogramma.
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt.
Plaats de cd met stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af. Klik op Volgende. Selecteer Automatisch zoeken naar het beste
2
stuurprogramma (aanbevolen) en klik op Volgende. De
wizard zoekt naar een stuurprogramma voor de USB-poort. De naam hiervan lijkt op de naam van de printer.
29
Page 38
Nadat het stuurprogramma voor de USB-poort is gevonden,
3
klikt u op Voltooien. Selecteer Automatisch zoeken naar het beste
4
stuurprogramma (aanbevolen) en klik op Volgende. De
wizard zoekt nu naar het printerstuurprogramma. Selecteer uw printer en het stuurprogramma uit de lijst en klik
5
vervolgens op OK. Zorg dat u het stuurprogramma kiest in de taal die u wilt gebruiken.
D:\Drivers\WIN_9X\<TAAL> Nadat het printerstuurprogramma is gevonden, klikt u op
6
Voltooien.
Gebruik de standaard printernaam of geef een unieke naam
7
voor de printer op en klik op Volgende. Klik op Ja (aanbevolen) en klik op Voltooien om een
8
testpagina af te drukken. Nadat de testpagina is afgedrukt, klikt u op Ja om het venster te
9
sluiten. Klik op Voltooien om de installatie te voltooien en de wizard te
10
sluiten. U kunt nu afdrukken.
Windows 98 gebruiken met een USB- of parallelle kabel
Opmerking:
van de software en printers die al zijn geïnstalleerd op de computer, kunnen de schermen afwijken van de schermen die in de instructies worden getoond.
Afhankelijk
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
U moet zowel een stuurprogramma voor een USB-poort installeren als het verbeterde speciale printerstuurprogramma.
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Nieuwe hardware verschijnt:
Plaats de cd met stuurprogramma's en klik op Volgende. Als de
1
cd automatisch wordt gestart, sluit u de cd af. Selecteer Zoeken naar het beste stuurprogramma
2
(aanbevolen) en klik op Volgende.
Selecteer
3
Nadat het stuurprogramma voor de USB-poort is gevonden,
4
klikt u op Voltooien. Selecteer he t bijgewerkte stuurprogramma (aanbevolen) en
5
klik op Volgende.
alleen
30
Cd-rom drive en klik op Volgende.
Page 39
Selecteer
6
het printerstuurprogramma op de cd met stuurprogramma's en klik op OK.
D:\Drivers\WIN_9X\<taal>
Een locatie opgeven
en blader naar de locatie van
Windows NT gebruiken met een parallelle kabel
Opmerking:
ondersteuning is niet beschikbaar voor het Windows NT­besturingssysteem.
USB-
Selecteer
7
klik op Nadat het printerstuurprogramma is gevonden, klikt u op
8
Voltooien
Gebruik de standaard printernaam of geef een unieke naam
9
voor de printer op en klik op Selecteer
10
Voltooien
geïnstalleerd. Nadat de testpagina is afgedrukt, klikt u op Ja om het venster te
11
sluiten. Klik op
12
afdrukken.
U kunt een stuurprogramma het gemakkelijkste installeren als u de cd met stuurprogramma's gebruikt die bij de printer worden geleverd.
Plaats de cd met de stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af. Klik op Klik op
2
het bijgewerkte stuurprogramma (aanbevolen)
Volgende
.
. Alle benodigde bestanden worden op de computer
Voltooien
Software installeren
.
Volgende
om een testpagina af te drukken en klik op
Ja
om de installatie af te ronden. U kunt nu
.
.
Volgende.
en
Opmerking:
toegang als beheerder nodig om de printerstuurprogramma's op de computer te installeren.
U hebt
Klik op
3
Selecteer
4
Controleer of de juiste printer en poort worden vermeld en klik
5
op OK. U kunt nu afdrukken.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
Akkoord
31
om de licentieovereenkomst te accepteren.
Lokale printer
en klik op
Volgende
.
Page 40
Windows 95 gebruiken met een parallelle kabel
Opmerking:
ondersteuning is niet beschikbaar voor het Windows 95­besturingssysteem.
USB-
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Apparaatstuurprogramma bijwerken verschijnt:
Plaats de cd met de stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af.
Als een compatibel stuurprogramma op het besturingssysteem wordt gevonden
Als geen compatibel stuurprogramma op het besturingssysteem wordt gevonden
Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd
2
met stuurprogramma's en klik vervolgens op
D:\drivers\win_9x\english
Klik op
3
verschijnt. Gebruik de standaard printernaam of geef een unieke naam
4
voor de printer op en klik op Klik op Ja om een testpagina af te drukken.
5
Voltooien
, zal dit door de Wizard worden geïnstalleerd.
, klikt u op
. Het scherm Wizard Printer toevoegen
Volgende
.
Andere locaties
.
K
O
.

Macintosh

Een printerpictogram op het bureaublad maken (Macintosh 8.6–9.x)
Klik op
6
verzonden nadat de bestanden van het stuurprogramma naar de computer zijn gekopieerd. U kunt nu afdrukken.
Macintosh OS 8.6 of hoger is vereist voor afdrukken via de USB­poort. Als u lokaal wilt afdrukken op een printer die op de USB-poort is aangesloten, moet u een pictogram voor de printer op het bureaublad maken (Macintosh 8.6–9.x) of een wachtrij maken in Print Center (Macintosh OS X).
Installeer een PostScript Printer Description-bestand (PPD) op
1
de computer.
a b
Voltooien
Plaats de cd met de stuurprogramma's. Dubbelklik op
voor uw printer.
. Er wordt een testpagina naar de printer
Classic
en vervolgens op het installatiepakket
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
32
Page 41
Opmerking:
bestand geeft gedetailleerde informatie over de mogelijkheden van de printer voor de Macintosh­computer.
Een PDD-
Kies de taal waarin u wilt werken en klik op OK.
c
Klik op
d
hebt gelezen. Klik op
e
hebt doorgenomen. Kies een standaard papierformaat.
f
Klik op het scherm Easy Install (Standaardinstallatie) op
g
Install
computer geïnstalleerd.
Accept
Continue
(Installeer). Alle benodigde bestanden worden op de
(Accepteer) nadat u de licentieovereenkomst
(Ga door) nadat u het Leesmij-bestand
Opmerking:
voor uw printer is ook beschikbaar in een softwarepakket dat u kunt downloaden van de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com.
Een PPD
Klik op
h
Doe nu het volgende (afhankelijk van de versie van het
2
besturingssysteem):
Macintosh 8.6 - 9.0: Macintosh 9.1 - 9.x:
vervolgens Dubbelklik
3
hulpprogramma). Selecteer
4
Klik op
5
USB-printer.
Als uw printer niet verschijnt in het gedeelte voor het selecteren van de USB-printer
aangesloten en of de printer is ingeschakeld. Selecteer de naam van uw printer en klik op OK. De printer
6
verschijnt in het oorspronkelijke venster Printer (USB). Klik in het PPD-bestand (PostScript Printer Description) op
7
Auto Setup
nu wel met uw printer overeenkomt
Change
(Stop) wanneer de installatie is voltooid.
Quit
Open
Apple LaserWriter
Open
Applications
Utilities
Desktop Printer Utility
Printer (USB)
(Automatische configuratie). Controleer of de PPD
(Hulpprogramma's).
(Desktopprinter-
en klik vervolgens op OK.
(Wijzig) in het gedeelte voor de selectie van de
, controleert u of de USB-kabel goed is
.
(Programma's) en
Klik eerst op
8
(Bewaar). Geef een naam voor de printer op en klik op
9
printer is nu opgeslagen als een desktopprinter.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
Create
33
(Aanmaken) en vervolgens op
(Bewaar).
Save
Sav
e
De
Page 42
Een wachtrij maken in Print Center (Macintosh OS X)
Installeer een PostScript Printer Description-bestand (PPD) op
1
de computer.
Plaats de cd met stuurprogramma's in het station.
a
Opmerking:
bestand geeft gedetailleerde informatie over de mogelijkheden van de printer voor de Macintosh­computer.
Opmerking:
voor uw printer is ook beschikbaar in een softwarepakket dat u kunt downloaden van de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com.
Een PDD-
Een PPD
Dubbelklik op
b
installatiepakket voor uw printer. Kies op het autorisatiescherm
c
changes
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
d
Klik op
e
nogmaals als u het Leesmij-bestand hebt gezien. Klik op
f
accepteren. Selecteer een bestemming en klik op
g
Klik op het scherm Easy Install (Standaardinstallatie) op
h
Install
computer geïnstalleerd. Klik op
i
Open Finder en klik eerst op
2
vervolgens op Dubbelklik op
3
Ga als volgt te werk (afhankelijk van de situatie die op u van
4
toepassing is):
Als een printer die op de USB-poort is aangesloten wordt vermeld in de li jst met printers
een wachtrij voor de printer gemaakt.
Als in de lijst met printers geen printer wordt vermeld die op de USB-poort is aangesloten
is aangesloten en of de printer is ingeschakeld. Als de printer in de lijst met printers verschijnt, kunt u Print Center sluiten.
Continue
Agree
(Installeer). Alle benodigde bestanden worden op de
Close
Mac OS X
(Klik op vergrendeling voor wijzigen).
(Ga door) op het welkomstscherm en
(Akkoord) om de licentieovereenkomst te
(Sluit) wanneer de installatie is voltooid.
Utilities
Print Center
en vervolgens op het
Click the lock to make
Continue
Applications
(Hulpprogramma's).
.
, kunt u Print Center sluiten. Er is
, controleert u of de USB-kabel goed
(Programma's) en
(Ga door).
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
34
Page 43

UNIX/Linux

De printer ondersteunt lokaal afdrukken op vele UNIX- en Linux­platforms, zoals Sun Solaris en Red Hat.
De Sun Solaris- en Linux-pakketten zijn beschikbaar op de cd met printerstuurprogramma's en op de Lexmark weblocatie op www .lexmark.com. Elk pakket bev at tevens een gebruikershandleiding met gedetailleerde instructies voor de installatie en het gebruik van printers in UNIX- en Linux-omgevingen.
Alle pakketten met printerstuurprogramma's ondersteunen lokaal afdrukken via een parallelle aansluiting. Het pakket voor Sun Solaris ondersteunt bovendien USB-aansluitingen met Sun Ray-apparaten en Sun-werkstations.
Bezoek de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com voor een volledige lijst met ondersteunde UNIX- en Linux-platforms.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
35
Page 44
Stap 8: Printerinstallatie
controleren
Steek het ene uiteinde van het netsnoer van de printer in de

Printer inschakelen

1
connector aan de achterkant van de printer en het andere uiteinde in een geaard stopcontact.
Zet de printer aan.
2
Alle lampjes gaan een voor een branden (alle lampjes knipperen van boven naar beneden en gaan vervolgens weer een voor een branden).

Pagina's met instellingen afdrukken

U kunt een overzicht afdrukken met de huidige printerinstellingen. Als u over een Lexmark E323n beschikt, worden een pagina met menu­instellingen en een pagina met het IP-ad res en ande re netwerkinstellin gen afge drukt.
Druk op
1
Op de pagina met menu-instellingen:
2
Controleer op de pagina met netwerkinstellingen of bij Status
3
wordt aangegeven dat de printer is aangesloten.
Printerinstallatie controleren
Doorgaan
Controleer of de opties die u hebt geïnstalleerd, juist worden weergegeven onder “Geïnstall functies”.
Als een optie die u hebt geïnstalleerd, niet op de pagina wordt weergegeven, schakelt u de printer uit, verwijdert u het netsnoer uit het stopcontact en installeert u de optie opnieuw.
Controleer of de geïnstalleerde hoeveelheid geheugen juist wordt weergegeven onder "Printerinformatie". Controleer of de papierladen zijn geconfigureerd voor de papierformaten en papiersoorten die u hebt geladen.
om de pagina('s) af te drukken.
36
Page 45
Als bij Status wordt aangegeven dat de printer niet is aangesloten, is het mogelijk dat het LAN-drop niet actief is of dat de netwerkkabel niet goed functioneert. Neem contact op met de netwerkbeheerder en druk daarna de pagina met netwerkinstellingen opnieuw af om te zien of de status is gewijzigd.
Bewaar de pagina met netwerkinstellingen, zodat u deze later kunt gebruiken.
Wat moet ik nu doen?
Taak Ga naar pagina ...
Configureren voor TCP/IP
38
Informatie doorgeven aan gebruikers
43
Printerinstallatie controleren
37
Page 46
Stap 9: Configureren voor TCP/IP
Als TCP/IP beschikbaar is in uw netwerk, raden wij u aan om een IP­adres toe te wijzen aan de printer.

IP-adres toewijzen aan de printer

Als u werkt met een DHCP-netwerk,
toegewezen nadat u de netwerkkabel op de printer hebt aangesloten.
Zoek in dat geval het adres in het gedeelte TCP/IP van de
1
pagina met netwerkinstellingen die u hebt afgedrukt in “Pagina's met instellingen afdrukken” op pagina 36.
Ga naar “IP-instellingen controleren” op pagina 39 en begin met
2
stap 2.
Als uw netwerk geen gebruikmaakt van DHCP,
handmatig toewijzen aan de printer. Het gemakkelijkst gaat dit met het hulpprogramma Print Server TCP/
IP Setup dat u vindt op de cd met stuurprogramma's. Start de cd, klik op
View Documentation Network Printer Install
informatie over het hulpprogramma Print Server TCP/IP Setup. Als u dit hulpprogramma wilt gebruiken, hebt u het 12-cijferige fysieke
adres van de printer nodig of het
(UAA)
. Het UAA staat vermeld op de pagina met netwerkinstellingen die u eerder hebt afgedrukt. U kunt kiezen tussen de MSB- of de canonieke vorm van het UAA.
wordt automatisch een IP-adres
moet u het IP-adres
. Zoek naar
Universally Administered Address
Configureren voor TCP/IP
38
Page 47
IP-instellingen controleren
Druk nog een pagina met netwerkinstellingen af. Kijk onder het
1
kopje TCP/IP en controleer het IP-adres, het netmasker en de gateway.
Raadpleeg “Pagina's met instellingen afdrukken” op pagina 36 als u meer hulp nodig hebt.
Opmerking:
Windows-computers op Start Programma's MS­DOS-prompt (of Bureau­accessoires MS-DOS­prompt onder Windows 2000).
Klik op
Stuur een ping-opdracht naar de printer en controleer of deze
2
reageert. Typ na de opdrachtprompt op een netwerkcomputer "ping" gevolgd door het nieuwe IP-adres van de printer (bijvoorbeeld 192.168.0.11):
ping xxx.xxx.x.xx
Als de printer actief is in het netwerk, ontvangt u een antwoord.
Configureren voor TCP/IP
39
Page 48
Stap 10: Stuurprogramma's voor
afdrukken in een netwerk installeren
Nadat u de TCP/IP-instellingen hebt toegewezen en gecontroleerd, kunt u de printerstuurprogramma's gaan installeren op elke netwerkcomputer.

Windows

Poorten maken en stuurprogramma's installeren
In Windows-omgevingen kunnen netwerkprinters worden geconfigureerd voor direct afdrukken of gedeeld afdrukken.
Direct afdrukken
aangesloten op het netwerk via een beschikbare LAN­aansluiting of open poort op een hub. Voor direct afdrukken worden meestal op elke netwerkcomputer printerstuurprogramma's geïnstalleerd.
Een
Meer informatie over elk van deze netwerkafdrukmethoden vindt u op de cd met stuurprogramma's die bij de printer is geleverd.
Zie de gedetailleerde instructies op de cd met stuurprogramma's
op
View Documentation
van netwerkprinters voor uw specifieke Windows-omgeving.
gedeelde printer
computers op het netwerk via een lokale printerkabel zoals USB. De printer wordt geïnstalleerd op de netwerkcomputer die is aangesloten op de printer. Tijdens het installeren van de stuurprogramma's wordt de printer ingesteld als "gedeeld" zodat andere netwerkcomputers hiernaar kunnen afdrukken.
betekent dat de printer direct wordt
wordt lokaal aangesloten op een van de
. Klik
en zoek naar informatie over de installatie
Stuurprogramma's voor afdrukken in een netwerk installeren
40
Page 49
Opmerking:
een speciaal printerstuurprogramma en een speciale netwerkpoort gebruikt, beschikt u over extra functionaliteit, zoals statusmeldingen van de printer.
Wanneer u
Als u de installatie wilt uitvoeren zonder de instructies op de cd met stuurprogramma's
van het afdrukken in een TCP/IP-netwerk, het installeren van printerstuurprogramma's en het maken van nieuwe netwerkpoorten.
te raadplegen, moet u beschikken over basiskennis
Ondersteunde netwerkpri nter poorten
Microsoft IP-poort (Windows NT 4.0, Windows 2000 en
Windows XP) Lexmark netwerkpoort (Windows 95/98/Me, Windows NT 4.0,
Windows 2000 en Windows XP)
Ondersteunde printerstuurprogramma's
Systeemstuurprogramma van Windows
Speciaal Lexmark printerstuurprogramma
Systeemstuurprogramma's zijn ingebouwd in de Windows­besturingssystemen. Speciale stuurprogramma's zijn beschikbaar op de cd met stuurprogramma's.
De nieuwste versies van de systeemstuurprogramma's en de speciale stuurprogramma's zijn te vinden op de Lexmark weblocatie: www.lexmark.com.

Macintosh

Opmerking:
PostScript Printer Description-bestand (PPD) geeft gedetailleerde informatie over de mogelijkheden van de printer voor de UNIX- of Macintosh-computer.
Een
Stuurprogramma's voor afdrukken in een netwerk installeren
Om naar een netwerkprinter te kunnen afdrukken, moet iedere Macintosh-netwerkgebruiker de volgende twee taken uitvoeren op de computer:
Installeer een speciaal PostScript Printer Description-bestand
(PPD). U vindt dit PPD-bestand op de cd met stuurprogramma's die bij
de printer is geleverd. Een PPD voor uw printer is ook beschikbaar in een
softwarepakket dat u kunt downloaden van de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com.
Maak een printerpictogram op het bureaublad (Mac OS 8.6–
9.x) of maak een wachtrij in Print Center (Mac OS X).
Gedetailleerde instructies voor deze taken vindt u in de online documentatie op de cd met stuurprogramma's.
41
Page 50

UNIX/Linux

De printer ondersteunt vele UNIX- en Linux-platforms, zoals Sun Solaris en Red Hat. Bezoek de Lexmark webloctie op www .lexmark.com voor een volledige lijst met ondersteunde UNIX- en Linux-platforms.
Opmerking:
Solaris- en Linux-pa kketten zijn beschikbaar op de cd met stuurprogramma's en op de weblocatie van Lexmark: w ww .lexma rk.com.
De Sun

NetWare

Lexmark biedt een stuurprogrammapakket voor elk UNIX- en Linux­platform. Elk pakket bevat een gedetailleerde instructies voor de installatie en het gebruik van Lexmark printers in UNIX- en Linux-omgevingen.
U kunt deze pakketten downloaden van de Lexmark weblocatie. Het is ook mogelijk dat de cd met stuurprogramma's het stuurprogrammapakket bevat, dat u nodig hebt.
Uw printer ondersteunt NetWare-netwerkomgevingen. Voor de recentste informatie over het installeren van een
netwerkprinter in een NetWare-omgeving, start u de cd met stuurprogramma's en klikt u op informatie over de installatie van netwerkprinters.
Gebruikershandleiding
View Documentation
met
. Zoek naar
Stuurprogramma's voor afdrukken in een netwerk installeren
42
Page 51
Stap 11: Informatie doorgeven
aan gebruikers

Kenmerken van printergebruikers

Handige informatie snel vinden

Opmerking:
Publications cd wordt geleverd bij de
Installatiehandleiding
De
.
Het kan zijn dat gebruikers behoefte hebben aan de informatie over de printer die op de Publications cd is opgeslagen:
gebruikers die afdrukopdrachten versturen;
beheerders van netwerkprinters;
helpdeskmedewerkers;
ondersteunend IT-person eel .
Start de Publications cd en blader door de inhoud om de volledige lijst met beschikbare informatie te bekijken. Als u beschikt over een versie van Acrobat met de functie voor zoeken in alle tekst, kunt u de catalogusingangen gebruiken om te zoeken naar de gewenste informatie.
U vindt de volgende informatie op de Publications cd:
afdruktips;
methoden voor het verbeteren van de afdrukkwaliteit;
informatie over het bedieningspaneel van de printer;
instructies voor het vervangen van supplies;
oplossingen voor veelvoorkomende afdrukproblemen;
methoden voor het verhelpen van papierstoringen;
overzicht van printermenu's;
uitleg over meldingen op de printer.
Informatie doorgeven aan gebruikers
43
Page 52

Informatie verspreiden

U kunt gebruikers op verschillende manieren toegang geven tot de informatie op de Publications cd:
Geef de Publications cd aan de beheerder of de medewerkers
van de helpdesk. Kopieer de volledige inhoud van de cd (of een paar specifieke
onderwerpen) naar een gedeelde netwerkschijf of een intranetsite.
Elk onderwerp op de Publications cd is opgenomen in een apart
PDF-bestand. Start de cd klik op vervolgens op
Geef de URL naar de printerdocumentatie van Lexmark door
aan de gebruikers van de printer (www.lexmark.com/ publications). Gebruikers met toegang tot het internet kunnen deze weblocatie bekijken.
Druk de informatie op de Publications cd af en leg de afdruk in
de buurt van de printer. Start de cd en klik op instructies over het afdrukken.
File locations
Other resources
.
en
Navigation
voor

Gefeliciteerd

U kunt nu aan de slag met uw nieuwe printer. Bewaar deze handleiding als u van plan bent in de toekomst printeropties aan te schaffen.
Informatie doorgeven aan gebruikers
44
Page 53

Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel

De betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel is afhankelijk van de combinatie waarin de lampjes branden of knipperen. Deze
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
patronen kunnen aangeven dat de printer gereed is om af te drukken, dat interventie van de gebruiker is gewenst of dat de printer onderhoud nodig heeft.
Een aantal van de gebruikelijke lampjespatronen wordt in het volgende gedeelte weergegeven. Raadpleeg het gedeelte
bedieningspaneel
alle lampjespatronen.
van de Publications cd voor een volledige uitleg van
Lampjes op
Continue
Cancel
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
45
Page 54
Termen bedieningspaneel
Lampje brandt
Lampje is uit
Lampje knippert
Lampje knippert langzaam
Continue
Druk op
Doorgaan
Druk kort (circa één seconde) op
Doorgaan
(Continue).
(Continue) om de printer
opnieuw te starten. Druk tweemaal kort op
(Continue) om een foutcode weer te geven.
Druk op
Druk op
Annuleren
(Cancel).
Annuleren
(Cancel) om de
afdruktaak te annuleren. Druk op
Annuleren
(Cancel) totdat alle lampjes branden en de printer weer op de standaardwaarden wordt ingesteld.
Cancel
Doorgaan
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
46
Page 55
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken.
Continue
Continue
Cancel
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Cancel
De printer is bezig
met het ontvangen of verwerken van gegevens.
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
47
Page 56
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
De printer wacht tot extra gegevens zijn ontvangen.
Continue
Continue
Cancel
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Cancel
Lade 1 of de optionele lader voor 250 vel is leeg of het afdrukmateriaal is niet goed ingevoerd.
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
48
Page 57
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
U wordt verzocht om een nieuw vel afdrukmateriaal in de handmatige invoer te plaatsen.
Continue
Continue
Cancel
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Cancel
De printer heeft een papierstoring gedetecteerd. Druk tweemaal op
Doorgaan
(Continue) om de combinatie van lampjes weer te geven die
een secundaire papierstoring aanduidt.
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
49
Page 58
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
De printer waarschuwt u dat de toner bijna op is. Om de resterende toner te gebruiken haalt u de tonercartridge uit de printer, schudt u de cartridge voorzichtig heen en weer en plaatst u de cartridge weer in de printer. Als de afdruk vaag wordt of als de kwaliteit van de afdruk minder wordt, vervangt u de tonercartridge.
Continue
Paper Jam
Error
Press Continue
Cancel
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
(Als de standaardtonercartridge voor 1500 pagina's is geïnstalleerd in de Lexmark E321, gaat het lampje dat aangeeft dat de toner bijna op is, niet branden.)
Er is een secundaire fout opgetreden:
Druk tweemaal kort op
1
Doorgaan
(Continue) om de combinatie van lampjes weer te geven die een secundaire foutcode vertegenwoordigt.
Raadpleeg het gedeelte
2
Lampjes op het bedieningspaneel
op de Publications cd voor de betekenis van het bericht en welke actie u kunt ondernemen.
Continue
Cancel
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
50
Page 59
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Er heeft zich een fout voorgedaan die onderhoud vergt. Schakel de printer uit en weer in. Neem contact op met de leverancier van de printer als de lampjes blijven knipperen.
Continue
Cancel
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
51
Page 60

Problemen oplossen

Probleem: Oplossing:
Tonercartridge installeren
Tekens worden te licht of vaag weergegeven.
Het lijkt alsof de printer afdrukt, maar de pagina's zijn leeg.
De printer staat aan, maar er wordt niets afgedrukt.
Er worden geen ta ken af gedrukt en het Fout
-lampje brandt zonder onderbreking.
Kabels en snoeren aansluiten
Er worden onverwachte tekens afgedrukt of er ontbreken tekens.
De lampjes op het bedieningspaneel gaan niet branden als de printer wordt aangezet.
Papier laden
Er zitten tonervlekken op de pagina. Het papier plakt aan elkaar/er worde n
meerdere vellen tegelijk in de printer ingevoerd.
Het papier wordt scheefgetrok ken of opgekruld.
De tonercartridge is misschien bijna leeg. Vervang de cartridge.
De tonercartridge is defect. Vervang de cartridge.
Controleer of de tonercartridge is geïnstalleerd.
Controleer of de parallelle, Ethernet- of USB-kabel goed is
aangesloten aan de achterkant van de printer. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de achterkant
van de printe r en op een stopcontact.
Zorg ervoor dat het papier recht is en niet is gekreukeld.
Haal het papier uit lade 1 of de optionele lader voor 250 vel en
waaier het papier uit. Plaats niet te veel papier in lade 1 of de optionele lader voor 250
vel. Zorg dat het papier in de optionele lader voor 250 vel plat ligt en
niet
boven de hoekplaatjes uitkomt.
Plaats niet te veel papier in lade 1 of de optionele lader voor 250
vel. De papiergeleiders moeten goed tegen de randen van het papier
worden gedrukt.
Problemen oplossen
52
Page 61
Probleem: Oplossing:
Papier in lade 1 wordt niet ingevoerd.
Er wordt geen papier ingevoerd vanuit de optionele lader voor 250 vel.
Controleer of la de 1 i s gesele cteerd in he t p rinterstuurprogr amma.
Haal het papier uit lade 1 en waaier het papier uit.
Controleer of de optionele lader voor 2 50 ve l is gesele cteerd in het
printerstuurprogramma. Controleer of de lade helemaal in de printer is geduwd.
Zorg ervoor dat de metalen plaat omlaag is gedrukt.
Zorg ervoor dat het papier niet boven de hoekplaatjes uitkomt.
Controleer of de stapel papier niet hoger is dan de stapelhoogte-
indicator aangeeft. Haal het papier uit de optionele lader voor 250 vel en waaier het
papier uit.
Problemen oplossen
53
Page 62
Artikelnummer 21S0271 E.C. 1SP 004
Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken v an Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. © 2002 Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550
www.lexmark.com
Loading...