De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de
volgende voorwaarden strijd ig zijn met de plaat se lijke
wetgeving:LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE
PUBLICA TIE IN DE STA A T W AARIN DEZE VERKEER T , ZONDER ENIGE
VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET,
INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT T O T IMPLI CIETE GARANTIES VAN
VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL. In bepaalde rechtsgebieden is afwijzing van exp liciete of impliciete
garanties in bepaalde transacties niet toegestaan; het is daarom mogelijk
dat deze verklaring niet op u van toepassing is.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten
bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien;
wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of
programma’s die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden
verbeterd of gewijzigd.
Opmerkingen kunnen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc,
Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky
40550, Verenigde Staten. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt
u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and
Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7
3RQ. Lexmark behoudt zich het recht voor de door u verstrekte informatie
naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder hiermee
enige verplichting op zich te nemen tegenover u. In België en Nederland
kunnen extra exemplaren van publicaties die op dit product betrekking
hebben, worden verkregen door contact op te nemen met de leverancier.
Vanuit de Verenigde Staten of Canada kan worden gebeld naar 1-800553-9727 en v an ui t het Verenigd K on ink rijk en Ie rlan d k an w ord en gebe ld
naar +44 (0)8704 440 044. Neem in andere landen contact op met de
leverancier.
Als in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma's of
diensten, impliceert dit niet dat de producent het voornemen heeft deze
beschikbaar te stellen in alle landen waarin de producent actief is. Geen
enkele verwijzing naar een product, programma of dienst moet worden
opgevat als een verklaring of suggestie dat alleen dat product, dat
programma of die dienst mag worden gebruikt. Het staat u vrij functioneel
gelijkwaardige producten, programma's of diensten te gebruiken, mits die
geen inbreuk maken op enig bestaand intellectueel eigendomsrecht. Het
beoordelen en controleren van de werking in combinatie met andere
producten, programma’s of diensten, met uitzondering van die producten,
programma’s of diensten die uitdrukkelijk door de producent worden
genoemd, behoort tot de verantwoordelijkheden van de gebruiker.
Lexmarken Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van
Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in
andere landen.
®
PCL
is een gedeponeerd handels merk van Hewlett-Packard Company.
®
PostScript
Incorporated.
Overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
This software and any accompanying documentation provided under this
agreement are commercial computer software and documentation
developed exclusively at private expense.
is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems
FCC-informatie ov er em is si es
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking van de
printer is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden:
(1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit
apparaat moet eventuele interferentie die wordt veroorzaakt door andere
apparatuur accepteren, inclusief interferentie die kan leiden tot een
ongewenste werking.
Eventuele vragen over deze verklaring kunt u richten aan:
Director of Lexmark Technology and Services
Lexmark International, Inc.
740 West New Circle Road
Lexington, KY 40550, U.S.A.
(859) 232-3000
Raadpleeg deLexmark E321, E323 Publications cd voor meer informatie.
Veiligheidsinformatie
•Als uw product NIET met dit symbool is gemarkeerd, MOET
het product op een stopcontact worden aangesloten dat op de
juiste wijze is geaard.
VOORZICHTIG: Tijdens een onweersbui moet u dit
product niet installeren, geen elektrische verbindingen tot
stand brengen en geen faxmodem gebruiken.
•Het netsnoer moet worden aangesloten op een stopcontact dat
zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat makkelijk
kan worden bereikt.
•Onderhoudswerkzaamheden en reparaties die niet in de
bedieningsinstructies worden beschreven, dienen uitsluitend
door een professionele onderhoudsmonteur te worden
uitgevoerd.
•Dit product is samen met specifieke Lexmark onderdelen
ontwikkeld, getest en goedgekeurd op basis van strikte,
wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De
veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd
duidelijk zichtbaar. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het
gebruik van andere, vervangende onderdelen.
•Uw product maakt gebruik van een laser.
VOORZICHTIG: Het toepassen van bedieningswijzen,
aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze
publicatie worden beschreven kan blootstelling aan
gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
•Dit product maakt gebruik van een afdrukproces waarbij het
afdrukmediu m wor dt ve rhit. Door de hitte kan het af drukme dium
bepaalde stoffen afgeven.
Conventies
In dit boek worden speciale conventies aangehouden voor
veiligheidsadviezen, waarschuwingen en opmerkingen. Deze worden in
de linkerkolom weergegeven, zodat u deze gemakkelijk kunt terugvinden.
VOORZICHTIG:
betrekking op gevaar voor letsel.
Waarschuwing:
printer of de bijbehorende software kan worden
beschadigd.
Basisgeheugen 8 MB 16 MB 16 MB
Maximaal geheugen 72 MB 144 MB 144 MB
EmulatiesPCL 5e en
Aansluitmogelijkhe denPara llel en Unive rsal
Geleverd met een
tonercartridge die bij een
tonerdekking van ongeveer
5% dit rendement oplevert
compatibel met
Macintosh
Serial Bus (USB)
1.500 pagina's
(eerste
tonercartridge)
Deze printer is verkrijgbaar in drie
modellen: de Lexmark™ E321, de
Lexmark E323 en de Lexmark E323n.
De verschillen tussen deze drie modellen
worden in de volgende tabel
aangegeven.
PostScript 3, PCL 6
en compatibel met
Windows/
Macintosh/Linux
Parallel en USB10/100 Base-TX
3.000 pagina's3.000 pagina's
PostScript 3, PCL 6
en compatibel met
Windows/
Macintosh/Linux
Ethernet en USB
Inleiding
v
Page 6
Lade 1
Papiersteun
Handmatige invoer
Papiergeleider
Lampjes op het
bedieningspaneel
Bovenste
uitvoerlade
Klep van
de vooruitvoer
Papiersteun
optionele lader voor 250 vel
Gebruik dit
printeronderdeel:
Als u dit wilt doen:
Lade 1Maximaal 150 vel papier of 10 vel van een ander afdrukmateriaal laden.
PapiersteunHet ondersteunen van afdrukmateriaal in lade 1 of in de bovenste
uitvoerlade.
Handmatige invoerEén vel papier of één vel van een ander afdrukmateriaal laden. Gebruik
deze mogelijkheid voor transparanten, enveloppen en karton.
Papierge leidersHet instellen v an de bree dte v an het afd rukmateriaal in lad e 1 en de sle uf
voor handmatige invoer.
Lampjes op het
De status van de printer controleren.
bedieningspaneel
Bovenste uitvoerladeAfgedrukte documenten stapelen met de bedrukte zijde omlaag.
Klep van de vooruitvoerHet afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, bijvoorbeeld etiketten of
karton.
optionele lader v oor 250 v el De papiercapaciteit vergroten.
Inleiding
vi
Page 7
Lexmark E321 en Lexmark E323
Connector voor
parallelle kabel
Connector voor USB-kabel
Lexmark E323n
Connector voor
Ethernet-kabel
Connector voor netsnoer
Gebruik dit
printeronderdeel:
Connector voor par al lelle
kabel
Connector voor USBkabel
Connector voor Ethernetkabel
Connector voor netsnoerSluit de printer met het netsnoer aan op een goed geaard stopcontact
Aan/uit-schakelaarHet aan- en uitzetten van de printer.
Overige informatie
Aan/uit-schakelaar
Als u dit wilt doen:
De computer met een par allelle kabel aansluite n op de parallelle poort van
de Lexmark E321 of de Lexmark E323.
Sluit de computer aan op de USB-poort van de printer met een USBkabel.
De computer met een Ethe rnet-kabel aan sl uite n o p d e netwerkpoort van
de Lexmark E323n.
(nadat alle overige randapparatuur is aangesloten).
Connector voor netsnoer
Aan/uit-schakelaar
Raadpleeg de overige documentatie bij
de printer als u na het installeren nog
meer informatie wenst.
Inleiding
vii
Page 8
Publications cd
Naslagkaart
De Publications cd, die bij de
Installatiehandleiding
meegeleverd, biedt informatie over het
kiezen van het juiste afdrukmateriaal, het
begrijpen van de lampjespatronen op het
bedieningspaneel, het verwijderen van
vastgelopen papier en het oplossen van
problemen met afdrukken.
De informatie op de Publications cd is
ook beschikbaar op de Lexmark
weblocatie op www.lexmark.com/
publications.
De
Naslagkaart
laden van papier, het verwijderen van
vastgelopen papier en uitleg van
veelvoorkomende lampjespatronen op
het bedieningspaneel.
wordt
biedt informatie over het
Cd met stuurprogramma's
Lexmark weblocatie
De cd met stuurprogramma's bevat de
stuurprogramma's die u nodig hebt om
de printer bedrijfsklaar te maken.
De cd bevat eventueel ook
hulpprogramma's, schermle ttertypen en
aanvullende documentatie.
Bezoek onze weblocatie op
www.lexmark.com voor de recentste
versies van stuurprogramma’s,
hulpprogramma’s en andere
documentatie.
Inleiding
viii
Page 9
Stap 1: Printer uitpakken
Kies een locatie voor de printer.
1
Laat voldoende ruimte open
•
om de printerklep, de
uitvoerklep en de optionele
lader voor 250 vel te openen.
Ook is het belangrijk dat er
voldoende ruimte is voor een
goede ventilatie van de printer.
Zorg voor een juiste omgeving:
•
–
–
–
–
een stevige en vlakke
ondergrond;
de printer mag niet in de
directe luchtstroom van de
airconditioning,
warmtebronnen of
ventilators worden
geplaatst;
de ruimte mag niet extreem
droog of vochtig,
rechtstreeks in de zon
liggen en de temperatuur
mag niet sterk
schommelen;
de omgeving moet schoon,
droog en stofvrij zijn.
Printer uitpakken
1
Page 10
Netsnoer
s
Installatiehandleiding
en Publications cd
Neem alle onderdelen uit de doos,
2
behalve de printer. Controleer of
de volgende onderdelen aanwezig
zijn:
printer met een reeds
•
geïnstalleerde tonercartridge;
netsnoer;
•
Installatiehandleiding
Overlay
Cd met
stuurprogramma'
Naslagkaart
•
Publications cd;
Naslagkaart
•
cd met stuurprogramma's;
•
overlay voor het
•
kaart;
bedieningspaneel (alleen
niet-Engelse versies).
met
Opmerking:
De Lexmark E321 wordt geleverd met een
eerste tonercartridge voor 1500 vel.
Overlay aanbrengen op
bedieningspaneel
Als er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn, kunt u contact opnemen
met Lexmark. U vindt het
telefoonnummer van de plaatselijke
vestiging op de Publications cd.
Bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor het geval u de
printer opnieuw moet inpakken.
Als u in de doos een niet-Engelstalige
overlay aantreft en deze wilt gebruiken,
verwijdert u de bescherming aan de
achterzijde, lijnt u de overlay goed uit met
het bedieningspaneel en brengt u de
overlay aan.
Printer uitpakken
2
Page 11
Stap 2: Optionele lader voor 250
vel installeren
U kunt de papiercapaciteit eventueel
uitbreiden met een optionele lader voor
Ladehuis
Lade
250 vel die u onder de printer installeert.
Een lader bestaat uit een papierlade en
een ladehuis.
Verwijder de papierlade uit het
1
ladehuis.
Verwijder al het
2
verpakkingsmateriaal en tape van
zowel het ladehuis als de
papierlade.
Plaats het ladehuis op de locatie
3
die u voor de printer hebt gekozen.
Optionele lader voor 250 vel installeren
3
Page 12
Opmerking:
zet de printer dan uit voordat u met de installatie begint.
Als u de lader voor 250 vel later installeert,
Houd de voorzijde van de printer
4
precies boven de voorzijde van het
ladehuis en plaats de printer weer
terug op het ladehuis.
Controleer of de printer goed op
het ladehuis is aangebracht.
Nadat u de printer hebt ingesteld,
moet u een pagina met menuinstellingen afdrukken om te
controleren of de ladekast voor
250 vel is opgenomen in het
overzicht van geïnstalleerde
functies (zie pagina 36).
5
Optionele lader voor 250 vel installeren
4
Plaats de lade in het ladehuis.
Page 13
Stap 3: Supplies installeren
Tonercartridge installeren
Tonercartridge uit verpakking halen
Open de printerklep via de
1
uitsparing op het apparaat.
Handgreep van
cartridge
Supplies installeren
5
Pak de cartridge aan de
2
handgreep beet en trek de
cartridge omhoog uit het apparaat.
Verwijder de schuimrubber
3
bescherming van de printer.
Page 14
Trek de plastic onderdelen van de
4
uiteinden van de tonercartridge.
Gooi het plastic plaatje, het
schuimrubber en het papier weg.
Opmerking:
de tonercartridge niet aan.
Raak de fotoconductortrommel onder aan
Schud de cartridge heen en weer
5
om de toner gelijkmatig te
verdelen.
Supplies installeren
6
Page 15
U plaatst de cartridge als volgt:
6
Lijn de gekleurde pijlen aan
a
beide zijden van de
tonercartridge uit met de
overeenkomstige pijlen in de
printer.
Pak de tonercartridge vast bij
b
de handgreep, kantel de
cartridge naar beneden en
plaats de cartridge op de juiste
manier in de car tridgesleuven.
Druk de cartridge naar
c
beneden totdat deze stevig
vastzit.
Sluit de printerklep.
7
Wat moet ik nu doen?
TaakGa naar pagina ...
Geheugenkaarten installeren
Papier laden
Supplies installeren
7
8
14
Page 16
Stap 4: Geheugenkaarten
installeren
U kunt de geheugencapaciteit van de
printer aanpassen en de
aansluitingsmogelijkheden vergroten
door optiekaarten toe te voegen.
VOORZICHTIG:
installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt,
moet u de printer uitzetten en het netsnoer loskoppelen
voordat u verdergaat.
Als u de geheugenkaarten wilt
Zijklep van de printer verwijderen
Verwijder eerst de zijklep van de printer
voordat u geheugenopties installeert.
Open de voorklep van de printer.
1
Geheugenkaarten installeren
8
Page 17
Druk de twee ovalen nokjes in en
2
trek de zijklep open.
Verwijder de klep voorzichtig en
3
leg deze weg.
Geheugenkaarten installeren
9
Page 18
Afdekplaatje van de systeemkaart
verwijderen
Gebruik een kruiskopschroevendraaier
nummer 2 om het afdekplaatje van de
systeemkaart te verwijderen.
Verwijder de bovenste schroef en
1
leg deze weg.
Draai de onderste drie schroeven
2
los, maar verwijder ze niet.
Schuif het afdekplaatje van de
3
systeemkaart langs de boven- en
benedengroef en leg het opzij.
Een geheugenkaart installeren
Geheugenkaarten installeren
V olg de instructies in dit gedeelte om een
printergeheugenkaart te installeren of
een flasgeheugenkaart als u een
Lexmark E323 of Lexmark E323n, hebt.
Op de systeemkaart bevinden zich twee
connectoren voor optionele
geheugenkaarten. U kunt in elke
connector een kaart installeren.
10
Page 19
Waarschuwing:
gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit.
Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer
aan voordat u een geheugenkaart aanraakt.
Geheugenkaarten kunnen
Voer de stappen uit die worden
1
beschreven in “Afdekplaatje van
de systeemkaart verwijderen” op
pagina 10.
Pak de geheugenkaart uit.
2
Vergrendeling
AansluitpuntenUitsparingen
Vergrendeling
Raak de aansluitpunten aan de
rand van de kaart niet aan. Bewaar
de verpakking.
Houd de uitsparingen aan de
3
onderkant van de kaart boven de
uitsparingen op de connector.
Plaats de kaart tussen de
4
vergrendelingen aan beide
uiteinden van de connector en
duw de kaart goed in de
connector.
Zorg ervoor dat beide
5
vergrendelingen in de uitsparingen
aan beide uiteinden van de kaart
passen.
Geheugenkaarten installeren
11
Breng het metalen afdekplaatje en
6
de zijklep weer aan. Raadpleeg
pagina 12 voor instructies.
Page 20
Afdekplaatje van de systeemkaart
terugplaatsen
Plaats het metalen afdekplaatje in
1
de boven- en ondergroef en schuif
het helemaal naar achteren.
Draai de onderste drie schroeven
2
vast en breng de bovenste schroef
weer aan om het afdekplaatje op
zijn plaats te houden.
Geheugenkaarten installeren
12
Page 21
Zijklep van de printer terugplaatsen
Nokje
Nokje
Lijn het boven- en ondernokje uit
1
met de corresponderende slots.
Sluit de zijklep van de printer en
2
druk de ovalen nokjes stevig aan.
Sluit de voorklep van de printer.
3
Geheugenkaarten installeren
13
Page 22
Stap 5: Papier laden
e
Papiersteun
Handmatig
invoer
Bovenste
uitvoerlade
Klep van de
vooruitvoer
Lade 1
Papiersteun
Optionele lader voor 250 vel
De printer is uitgerust met twee
standaardpapierbronnen: lade 1 waarin
maximaal 150 vel normaal papier
geladen kan worden en de handmatige
papierinvoer waarin steeds één vel kan
worden ingevoerd. Voor de meeste
afdruktaken kunt u lade 1 gebruiken. De
handmatige invoer is met name geschikt
voor het afdrukken op één pagina,
transparanten, enveloppen,
etikettenvellen of karton.
U kunt de papiercapaciteit van de printer
uitbreiden met de optionele lader voor
250 vel.
De uitvoerlade op de printer kan
maximaal 100 vel bevatten. Aan de
voorkant van de printer bevindt zich een
uitvoerklep voor één vel. Deze biedt een
directe papierbaan voor speciale media
waardoor de kans op gekreukeld papier
en papierstoringen afneemt.
In de volgende tabel worden de
paginanummers vermeld waar u de
vulinstructies voor elke lade kunt vinden.
Capaciteit
Bron
Lade 1150A4, A5, B5, Letter,
Optionele lader voor 250
vel
Handmatige invoer1Normaal papier,
(vellen)
250Normaal papier
Ondersteunde
papierformaten
Legal, Executi ve,
Folio
Ondersteunde
papiersoorten
Normaal papier,
transparanten, etiketten,
karton
transparanten, enveloppen,
etiketten, karton
Papier laden
14
Ga naar
pagina ...
15
18
21
Page 23
Lade 1 vullen
Lade 1 (achter de handmatige invoer) is
geschikt voor de invoer van papier
speciale media.
Lade 1 heeft een capaciteit van
maximaal 150 vel papier, 10
transparanten of etikettenvellen, 10
enveloppen of 10 vel karton.
Trek de achterste papiersteun uit
1
tot u een
klik
hoort.
en
Papier laden
15
Buig de vellen enkele malen, laat
2
ze aan alle kanten uitwaaieren en
buig ze nogmaals.
Page 24
Papier laden:
3
bij briefhoofdpapier plaatst u het
•
papier met de bedrukte zijde
omlaag en het briefhoofd naar u
toe in de lade;
bij enveloppen plaatst u deze
•
verticaal met de klep naar
beneden en de ruimte voor de
postzegel in de linkerbovenhoek.
Papier laden
16
U verkleint de kans op
papierstoringen door geen
enveloppen te gebruiken die:
gemakkelijk krullen;
–
aan elkaar zijn vastgeplakt;
–
zijn beschadigd;
–
vensters, gaten, perforaties,
–
uitsnijdingen of reliëfwerk
bevatten;
metalen klemmetjes, strikken
–
of vouwklemmetjes bevatten;
zijn voorzien van postzegels;
–
een (gedeeltelijk) onbedekte
–
plakstrook hebben als de
klepzijde is dichtgeplakt.
Page 25
Schuif de voorste papiersteun op
4
de papieruitvoerlade uit totdat u
een
klik
hoort.
Als u afdrukt op Legal-papier,
5
moet u de voorste papiersteun in
zijn geheel uittrekken.
Als u afdrukt op speciale media,
6
opent u de uitvoerklep aan de
voorkant zodat u de beschikking
hebt over een directe papierbaan.
Schuif de papiergeleiders tegen
7
de randen van het papier of de
enveloppen.
Selecteer het papierformaat en de
8
papiersoort in de toepassing die u
gebruikt.
Opmerking:
formaat dan A4 of Letter, moet u de instellingen voor
Papiersoort en Papierformaat voor die lade wijzigen.
Raadpleeg de Publications cd voor meer informatie.
Als u de lade vult met papier van een ander
Papier laden
17
Als u meerdere exemplaren
9
afdrukt, moet u het aantal
instellen. Dit kunt doen in de
toepassin g die u geb ruikt of in het
printerstuurprogramma.
Start de afdruktaak.
10
Page 26
Optionele lader voor 250 vel
Pak de nokjes aan beide zijden
1
van de lade en trek de lade in zijn
geheel uit de printer.
Controleer ook of de metalen plaat
2
naar beneden is gedrukt voordat u
de lade in de printer schuift.
Nadat de lade in de printer is
geschoven, springt de metalen
plaat weer omhoog zodat het
papier in de printer kan worden
ingevoerd.
Papier laden
18
Page 27
Als u de lade vult met A4- of Legal-
3
papier, moet u de papiersteun aan
de voorkant van de lade
uittrekken.
Buig de vellen enkele malen, laat
4
ze aan alle kanten uitwaaieren en
buig ze nogmaals.
Als u briefhoofdpapier wilt
5
gebruiken, moet u het papier met
de afdrukzijde naar beneden
plaatsen en zorgen dat de
bovenkant van de pagina als
eerste de printer binnengaat.
Papier laden
19
Page 28
.
Hoekklemmen
Zorg ervoor dat het papier plat in
6
lade ligt en niet boven de
hoekplaatjes uit komt.
Opmerking:
de maximumstapelhoogte die op de lade is aangegeven
met een label. Als u te veel papier laadt, kan dat leiden tot
papierstoringen.
Overschrijd bij het vullen van de lade niet
Schuif de papiergeleiders tegen
7
de randen van het papier of de
envelop .
Papier laden
20
Page 29
Plaats de lade opnieuw en
8
controleer of de lade helemaal in
de printer is geschoven.
Selecteer het papierformaat en de
9
papiersoort in de toepassing die u
gebruikt.
Start de afdruktaak.
10
Handmatige invoer vullen
Als u media met de handmatige invoer in
de printer invoert, moet u dit vel voor vel
doen.
Als u problemen ondervindt bij de invoer
van enveloppen of karton vanuit lade 1,
probeert u het dan eens door ze een voor
een met de handmatige invoer in te
voeren.
Schuif de voorste papiersteun op
1
de papieruitvoerlade uit totdat u
een
klik
hoort.
Als u Legal-papier laadt, moet u de
2
papiersteun helemaal omhoog
trekken.
Open de klep van de vooruitvoer
3
als u op speciaal afdrukmateriaal
afdrukt.
Papier laden:
4
bij briefhoofdpapier plaatst u een
•
vel met het briefhoofd omlaag en
naar u toe in de lade;
bij karton plaatst u een kaart of vel
•
verticaal in de invoer;
Papier laden
21
Page 30
bij enveloppen plaatst u een
•
envelop verticaal met de klep naar
beneden en de ruimte voor de
postzegel in de linkerbovenhoek.
U verkleint de kans op
papierstoringen door geen
enveloppen te gebruiken die:
gemakkelijk krullen;
–
aan elkaar zijn vastgeplakt;
–
zijn beschadigd;
–
vensters, gaten, perforaties,
–
uitsnijdingen of reliëfwerk
bevatten;
metalen klemmetjes, strikken
–
of vouwklemmetjes bevatten;
zijn voorzien van postzegels;
–
een (gedeeltelijk) onbedekte
–
plakstrook hebben als de
klepzijde is dichtgeplakt.
Schuif de papiergeleiders tegen
5
de randen van het papier of de
envelop .
Papier laden
22
Selecteer het papierformaat en de
6
papiersoort in de toepassing die u
gebruikt.
Start de afdruktaak.
7
Druk op
8
het afdrukken te starten.
Doorgaan
(Coninue) o m
Page 31
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Als de lampjes voor het laden van
9
papier en Doorgaan branden, kunt
u een nieuw vel in de handmatige
invoer plaats en.
10
Druk op
Doorgaan
(Coninue) o m
nog een pagina af te drukken.
Continue
Cancel
Papier laden
23
Page 32
Stap 6: Kabels en snoeren
aansluiten
VOORZICHTIG:
een onweersbui moet u geen
communicatiepoort,
telefoonpoort of andere
connector aanslui ten of
loskoppelen.
Tijdens
Een lokale kabel
aansluiten
USB-kabel
Het USB-symbool op de kabel moet
overeenkomen met het USBsymbool op de printer.
De printer kan worden aangesloten op en netwerk of rechtstreeks op
een computer om lokaal af te drukken.
U kunt uw printer lokaal aansluiten met behulp van een USB of
parallelle aansluiting.
Een USB-poort is standaard op de meeste basismodellen.
USB-aansluitingen worden ondersteund door Windows 98 SE,
Windows Me, Windows 2000 en Windows XP. Sommige UNIX-, Linuxen Macintosh-computers ondersteunen ook USB-aansluitingen.
Raadpleeg de documentatie bij het besturingsysteem van uw
computer om na te gaan of uw systeem USB ondersteunt.
U sluit als volgt de printer aan op de computer:
Gebruik een USB- of parallelle kabel om de printer aan te
1
sluiten op de computer.
Voor een USB-poort is een USB-kabel nodig, zoals de kabel
van Lexmark met artikelnummer 12A2405 (2 m). Het USBsymbool op de kabel moet overeenkomen met het USBsymbool op de printer.
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer van de printer aan op de
2
connector aan de achterkant van de printer en steek de stekker
aan het andere uiteinde in een geaard stopcontact.
Schakel de printer in.
3
Kabels en snoeren aansluiten
24
Page 33
Nadat de interne testen zijn uitgevoerd, geeft het bericht
Gereed aan dat de printer gereed is om taken te ontvangen.
Als u een ander bericht dan Gereed op de display ziet,
raadpleegt u de Publications cd voor instructies over het wissen
van het bericht. Klik op Printing en klik vervolgens op
Understanding printer messages
Schakel de computer en eventuele randapparatuur in.
4
Ga naar “Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren”
5
op pagina 27.
.
Parallelle kabel
Een netwerkkabel
aansluiten
Ethernet-kabel
Gebruik een Categorie 5-kabel met
een RJ-45-connector voor de
standaardnetwerkpoort.
V oor een parallelle poort is een IEEE-1284 compatibele kabel vereist,
zoals de Lexmark kabel met artikelnummer 1329605 (3 m) of 1427498
(6 m).
U kunt standaardnetwerkkabels gebruiken om de Lexmark E323n
printer aan te sluiten.
Het netwerkmodel is standaard uitgerust met een 10BaseT/
100BaseTx Fast Ethernet-poort.
De printer aansluiten op een netwerk:
Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker uit het
1
stopcontact is gehaald.
Steek het ene uiteinde van de standaardnetwerkkabel in een
2
aansluitpunt van het LAN of een hub en het andere uiteinde in
de Ethernet-poort aan de achterkant van de printer. De printer
past zichzelf automatisch aan aan de netwerksnelheid.
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer van de printer aan op de
3
connector aan de achterkant van de printer en steek de stekker
aan het andere uiteinde in een geaard stopcontact.
Schakel de printer in.
4
Nadat de interne testen zijn uitgevoerd, geeft het bericht
Gereed aan dat de printer gereed is om taken te ontvangen.
Kabels en snoeren aansluiten
25
Page 34
Opmerking:
ander bericht dan Gereed op
de display ziet, raadpleegt u
de Publications cd voor
instructies over het wissen
van het bericht. Zoek naar
informatie over
printerberichten.
Als u een
Schakel de computer en eventuele randapparatuur in.
5
Ga door met “Printerinstallatie controleren” op pagina 36.
6
Kabels en snoeren aansluiten
26
Page 35
Stap 7: Stuurprogramma's voor
lokaal afdrukken
installeren
Een lokale printer is een printer die op uw computer is aangesloten via
een USB- of parallelle kabel.
netwerk in plaats van op de computer, slaat u deze stap over en gaat
u naar Stap 8: “Printerinstallatie controleren” op pagina 36.
Als de printer is aangesloten op een
Opmerking:
Windowsbesturingssystemen kunt u
de hardware-wizard en de cd
met stuurprogramma's
gebruiken om de
printerstuurprogramma's te
installeren. Start de cd en
volg de instructies om de
printersoftware te
installeren.
Voor
Een printerstuurprogramma is software die voor de communicatie
tussen de computer en de printer zorgt. De procedure voor het
installeren van stuurprogramma's is afhankelijk van het
besturingssysteem dat u gebruikt.
Selecteer uw besturingssysteem en kabel uit de tabel hieronder voor
installatie-instructies.
Ga naar pagina
BesturingssysteemKabel
*
Windows XPUSB
Windows 2000USB
Windows MeUSB* of parallel
Windows 98USB
Windows NT 4.xAlleen parallel
Windows 95Alleen parallel
MacintoshAlleen USB
UNIX/LinuxUSB
*Als u een USB-printerkabel aansluit terwijl de printer en de computer zijn
ingeschakel d, wordt de hardw are-wizard v an Window s onmiddel lijk gesta rt.
Zoek de instructies v oor uw bes turingssysteem en gebruik deze o m de plugand-play-schermen te doorlopen.
of parallel
*
of parallel
*
of parallel
...
28
29
29
30
31
32
32
35
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
27
Page 36
Windows
Naast de volgende instructies voor de installatie van
stuurprogramma's moet u mogelijk de documentatie raadplegen die bij
de computer en de Windows-software is geleverd.
Voor de installatie
Opmerking:
speciale stuurprogramma
installeert, vervangt deze het
systeemstuurprogramma.
Een afzonderlijk printerobject
wordt gemaakt en verschijnt
in de map Printers.
Als u het
Windows XP gebruiken
met een USB- of
parallelle kabel
Opmerking:
professionele versie van
Windows XP moet u
beschikken over toegang als
beheerder om de
printerstuurprogramma's op
de computer te installeren.
Bij de
Sommige latere versies van de Windows-software bevatten al een
systeemstuurprogramma waardoor de installatie automatisch wordt
uitgevoerd. Systeemstuurprogramma's werken goed voor eenvoudige
afdruktaken, maar bieden minder functionaliteit dan ons verbeterde
speciale stuurprogramma.
Om alle functies van het speciale stuurprogramma te kunnen
gebruiken, installeert u het speciale stuurprogramma met behulp van
de cd met stuurprogramma's die bij de printer is geleverd.
Stuurprogramma's zijn ook beschikbaar in softwarepakketten die u
kunt downloaden van de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com.
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Nieuwe hardware
gevonden verschijnt:
Plaats de cd met de stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af. Klik op
Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd
2
met stuurprogramma's en klik vervolgens op
D:\drivers\win_2000\
Negeer de twee volgende meldingen en klik op
3
doorgaan
Windows XP. Alle benodigde bestanden worden door de wizard
gekopieerd en het printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd.
. De printer is grondig getest en is compatibel met
Volgende.
Volgende
.
Toch
Klik op
4
Druk een testpagina af om de installatie van de printer te
5
controleren.
a
b
c
d
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
Voltooien
Klik op
Selecteer de printer die u zojuist hebt geïnstalleerd.
Klik op
Klik op
voltooid wanneer de testpagina met succes is afgedrukt.
Start Instellingen Printers
Bestand
Testpagina afdrukken
28
wanneer de software is geïnstalleerd.
Eigenschappen
. De installatie van de printer is
.
.
Page 37
Windows 2000
gebruiken met een USB-
of parallelle kabel
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Nieuwe hardware
gevonden verschijnt:
Plaats de cd met de stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af. Klik op Volgende.
Opmerking:
toegang als beheerder nodig
om de
printerstuurprogramma's op
de computer te installeren.
U hebt
Selecteer Zoeken naar een geschikt stuurprogramma en klik
2
op Volgende.
Selecteer
3
Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd
4
met stuurprogramma's.
D:\Drivers\Win_2000\
Klik op Openen en klik vervolgens op OK.
5
Klik op Volgende om het weergegeven stuurprogramma te
6
installeren.
digitaal is ondertekend.
Klik op Voltooien wanneer de software is geïnstalleerd.
7
Druk een testpagina af om de installatie van de printer te
8
controleren.
a
Klik op
b
Selecteer de printer die u zojuist hebt geïnstalleerd.
c
Klik op
d
Klik op
voltooid wanneer de testpagina met succes is afgedrukt.
alleen
Een locatie opgeven en klik op Volgende.
Negeer het bericht dat het stuurprogramma niet
Start Instellingen
Bestand Eigenschappen
Testpagina afdrukken
Printers
. De installatie van de printer is
.
.
Windows Me gebruiken
met een USB- of
parallelle kabel
Opmerking:
van de software en printers
die al zijn geïnstalleerd op
de computer, kunnen
de schermen afwijken van
de schermen die in de
instructies worden getoond.
Afhankelijk
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
U moet zowel een stuurprogramma voor een USB-poort installeren als
het verbeterde speciale printerstuurprogramma.
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Nieuwe hardware
gevonden verschijnt.
Plaats de cd met stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af. Klik op Volgende.
Selecteer Automatisch zoeken naar het beste
2
stuurprogramma (aanbevolen) en klik op Volgende. De
wizard zoekt naar een stuurprogramma voor de USB-poort. De
naam hiervan lijkt op de naam van de printer.
29
Page 38
Nadat het stuurprogramma voor de USB-poort is gevonden,
3
klikt u op Voltooien.
Selecteer Automatisch zoeken naar het beste
4
stuurprogramma (aanbevolen) en klik op Volgende. De
wizard zoekt nu naar het printerstuurprogramma.
Selecteer uw printer en het stuurprogramma uit de lijst en klik
5
vervolgens op OK. Zorg dat u het stuurprogramma kiest in de
taal die u wilt gebruiken.
D:\Drivers\WIN_9X\<TAAL>
Nadat het printerstuurprogramma is gevonden, klikt u op
6
Voltooien.
Gebruik de standaard printernaam of geef een unieke naam
7
voor de printer op en klik op Volgende.
Klik op Ja (aanbevolen) en klik op Voltooien om een
8
testpagina af te drukken.
Nadat de testpagina is afgedrukt, klikt u op Ja om het venster te
9
sluiten.
Klik op Voltooien om de installatie te voltooien en de wizard te
10
sluiten. U kunt nu afdrukken.
Windows 98 gebruiken
met een USB- of
parallelle kabel
Opmerking:
van de software en printers
die al zijn geïnstalleerd op
de computer, kunnen
de schermen afwijken van
de schermen die in
de instructies worden
getoond.
Afhankelijk
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
U moet zowel een stuurprogramma voor een USB-poort installeren als
het verbeterde speciale printerstuurprogramma.
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Nieuwe hardware
verschijnt:
Plaats de cd met stuurprogramma's en klik op Volgende. Als de
1
cd automatisch wordt gestart, sluit u de cd af.
Selecteer Zoeken naar het beste stuurprogramma
2
(aanbevolen) en klik op Volgende.
Selecteer
3
Nadat het stuurprogramma voor de USB-poort is gevonden,
4
klikt u op Voltooien.
Selecteer he t bijgewerkte stuurprogramma (aanbevolen) en
5
klik op Volgende.
alleen
30
Cd-rom drive en klik op Volgende.
Page 39
Selecteer
6
het printerstuurprogramma op de cd met stuurprogramma's en
klik op OK.
D:\Drivers\WIN_9X\<taal>
Een locatie opgeven
en blader naar de locatie van
Windows NT gebruiken
met een parallelle kabel
Opmerking:
ondersteuning is niet
beschikbaar voor het
Windows NTbesturingssysteem.
USB-
Selecteer
7
klik op
Nadat het printerstuurprogramma is gevonden, klikt u op
8
Voltooien
Gebruik de standaard printernaam of geef een unieke naam
9
voor de printer op en klik op
Selecteer
10
Voltooien
geïnstalleerd.
Nadat de testpagina is afgedrukt, klikt u op Ja om het venster te
11
sluiten.
Klik op
12
afdrukken.
U kunt een stuurprogramma het gemakkelijkste installeren als u de cd
met stuurprogramma's gebruikt die bij de printer worden geleverd.
Plaats de cd met de stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af. Klik op
Klik op
2
het bijgewerkte stuurprogramma (aanbevolen)
Volgende
.
. Alle benodigde bestanden worden op de computer
Voltooien
Software installeren
.
Volgende
om een testpagina af te drukken en klik op
Ja
om de installatie af te ronden. U kunt nu
.
.
Volgende.
en
Opmerking:
toegang als beheerder nodig
om de
printerstuurprogramma's op
de computer te installeren.
U hebt
Klik op
3
Selecteer
4
Controleer of de juiste printer en poort worden vermeld en klik
5
op OK. U kunt nu afdrukken.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
Akkoord
31
om de licentieovereenkomst te accepteren.
Lokale printer
en klik op
Volgende
.
Page 40
Windows 95 gebruiken
met een parallelle kabel
Opmerking:
ondersteuning is niet
beschikbaar voor het
Windows 95besturingssysteem.
USB-
Ga als volgt te werk als het scherm Wizard Apparaatstuurprogramma
bijwerken verschijnt:
Plaats de cd met de stuurprogramma's. Als de cd automatisch
1
wordt gestart, sluit u de cd af.
Als een compatibel stuurprogramma op het besturingssysteem
wordt gevonden
Als geen compatibel stuurprogramma op het
besturingssysteem wordt gevonden
Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd
2
met stuurprogramma's en klik vervolgens op
D:\drivers\win_9x\english
Klik op
3
verschijnt.
Gebruik de standaard printernaam of geef een unieke naam
4
voor de printer op en klik op
Klik op Ja om een testpagina af te drukken.
5
Voltooien
, zal dit door de Wizard worden geïnstalleerd.
, klikt u op
. Het scherm Wizard Printer toevoegen
Volgende
.
Andere locaties
.
K
O
.
Macintosh
Een printerpictogram op
het bureaublad maken
(Macintosh 8.6–9.x)
Klik op
6
verzonden nadat de bestanden van het stuurprogramma naar
de computer zijn gekopieerd. U kunt nu afdrukken.
Macintosh OS 8.6 of hoger is vereist voor afdrukken via de USBpoort. Als u lokaal wilt afdrukken op een printer die op de USB-poort
is aangesloten, moet u een pictogram voor de printer op het
bureaublad maken (Macintosh 8.6–9.x) of een wachtrij maken in Print
Center (Macintosh OS X).
Installeer een PostScript Printer Description-bestand (PPD) op
1
de computer.
a
b
Voltooien
Plaats de cd met de stuurprogramma's.
Dubbelklik op
voor uw printer.
. Er wordt een testpagina naar de printer
Classic
en vervolgens op het installatiepakket
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
32
Page 41
Opmerking:
bestand geeft gedetailleerde
informatie over de
mogelijkheden van de
printer voor de Macintoshcomputer.
Een PDD-
Kies de taal waarin u wilt werken en klik op OK.
c
Klik op
d
hebt gelezen.
Klik op
e
hebt doorgenomen.
Kies een standaard papierformaat.
f
Klik op het scherm Easy Install (Standaardinstallatie) op
g
Install
computer geïnstalleerd.
Accept
Continue
(Installeer). Alle benodigde bestanden worden op de
(Accepteer) nadat u de licentieovereenkomst
(Ga door) nadat u het Leesmij-bestand
Opmerking:
voor uw printer is ook
beschikbaar in een
softwarepakket dat u kunt
downloaden van de Lexmark
weblocatie op
www.lexmark.com.
Een PPD
Klik op
h
Doe nu het volgende (afhankelijk van de versie van het
2
besturingssysteem):
Macintosh 8.6 - 9.0:
Macintosh 9.1 - 9.x:
vervolgens
Dubbelklik
3
hulpprogramma).
Selecteer
4
Klik op
5
USB-printer.
Als uw printer niet verschijnt in het gedeelte voor het selecteren
van de USB-printer
aangesloten en of de printer is ingeschakeld.
Selecteer de naam van uw printer en klik op OK. De printer
6
verschijnt in het oorspronkelijke venster Printer (USB).
Klik in het PPD-bestand (PostScript Printer Description) op
7
Auto Setup
nu wel met uw printer overeenkomt
Change
(Stop) wanneer de installatie is voltooid.
Quit
Open
Apple LaserWriter
Open
Applications
Utilities
Desktop Printer Utility
Printer (USB)
(Automatische configuratie). Controleer of de PPD
(Hulpprogramma's).
(Desktopprinter-
en klik vervolgens op OK.
(Wijzig) in het gedeelte voor de selectie van de
, controleert u of de USB-kabel goed is
.
(Programma's) en
Klik eerst op
8
(Bewaar).
Geef een naam voor de printer op en klik op
9
printer is nu opgeslagen als een desktopprinter.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
Create
33
(Aanmaken) en vervolgens op
(Bewaar).
Save
Sav
e
De
Page 42
Een wachtrij maken in
Print Center
(Macintosh OS X)
Installeer een PostScript Printer Description-bestand (PPD) op
1
de computer.
Plaats de cd met stuurprogramma's in het station.
a
Opmerking:
bestand geeft gedetailleerde
informatie over de
mogelijkheden van de
printer voor de Macintoshcomputer.
Opmerking:
voor uw printer is ook
beschikbaar in een
softwarepakket dat u kunt
downloaden van de Lexmark
weblocatie op
www.lexmark.com.
Een PDD-
Een PPD
Dubbelklik op
b
installatiepakket voor uw printer.
Kies op het autorisatiescherm
c
changes
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
d
Klik op
e
nogmaals als u het Leesmij-bestand hebt gezien.
Klik op
f
accepteren.
Selecteer een bestemming en klik op
g
Klik op het scherm Easy Install (Standaardinstallatie) op
h
Install
computer geïnstalleerd.
Klik op
i
Open Finder en klik eerst op
2
vervolgens op
Dubbelklik op
3
Ga als volgt te werk (afhankelijk van de situatie die op u van
4
toepassing is):
Als een printer die op de USB-poort is aangesloten wordt
vermeld in de li jst met printers
een wachtrij voor de printer gemaakt.
Als in de lijst met printers geen printer wordt vermeld die op de
USB-poort is aangesloten
is aangesloten en of de printer is ingeschakeld. Als de printer in
de lijst met printers verschijnt, kunt u Print Center sluiten.
Continue
Agree
(Installeer). Alle benodigde bestanden worden op de
Close
Mac OS X
(Klik op vergrendeling voor wijzigen).
(Ga door) op het welkomstscherm en
(Akkoord) om de licentieovereenkomst te
(Sluit) wanneer de installatie is voltooid.
Utilities
Print Center
en vervolgens op het
Click the lock to make
Continue
Applications
(Hulpprogramma's).
.
, kunt u Print Center sluiten. Er is
, controleert u of de USB-kabel goed
(Programma's) en
(Ga door).
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
34
Page 43
UNIX/Linux
De printer ondersteunt lokaal afdrukken op vele UNIX- en Linuxplatforms, zoals Sun Solaris en Red Hat.
De Sun Solaris- en Linux-pakketten zijn beschikbaar op de cd met
printerstuurprogramma's en op de Lexmark weblocatie op
www .lexmark.com. Elk pakket bev at tevens een gebruikershandleiding
met gedetailleerde instructies voor de installatie en het gebruik van
printers in UNIX- en Linux-omgevingen.
Alle pakketten met printerstuurprogramma's ondersteunen lokaal
afdrukken via een parallelle aansluiting. Het pakket voor Sun Solaris
ondersteunt bovendien USB-aansluitingen met Sun Ray-apparaten en
Sun-werkstations.
Bezoek de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com voor een
volledige lijst met ondersteunde UNIX- en Linux-platforms.
Stuurprogramma's voor lokaal afdrukken installeren
35
Page 44
Stap 8: Printerinstallatie
controleren
Steek het ene uiteinde van het netsnoer van de printer in de
Printer
inschakelen
1
connector aan de achterkant van de printer en het andere
uiteinde in een geaard stopcontact.
Zet de printer aan.
2
Alle lampjes gaan een voor een branden (alle lampjes
knipperen van boven naar beneden en gaan vervolgens weer
een voor een branden).
Pagina's met
instellingen
afdrukken
U kunt een overzicht afdrukken met de huidige printerinstellingen. Als
u over een Lexmark E323n beschikt, worden een pagina met menuinstellingen en een pagina met het IP-ad res en ande re
netwerkinstellin gen afge drukt.
Druk op
1
Op de pagina met menu-instellingen:
2
•
•
Controleer op de pagina met netwerkinstellingen of bij Status
3
wordt aangegeven dat de printer is aangesloten.
Printerinstallatie controleren
Doorgaan
Controleer of de opties die u hebt geïnstalleerd, juist worden
weergegeven onder “Geïnstall functies”.
Als een optie die u hebt geïnstalleerd, niet op de pagina
wordt weergegeven, schakelt u de printer uit, verwijdert u het
netsnoer uit het stopcontact en installeert u de optie
opnieuw.
Controleer of de geïnstalleerde hoeveelheid geheugen juist
wordt weergegeven onder "Printerinformatie". Controleer of
de papierladen zijn geconfigureerd voor de papierformaten
en papiersoorten die u hebt geladen.
om de pagina('s) af te drukken.
36
Page 45
Als bij Status wordt aangegeven dat de printer niet is
aangesloten, is het mogelijk dat het LAN-drop niet actief is of
dat de netwerkkabel niet goed functioneert. Neem contact op
met de netwerkbeheerder en druk daarna de pagina met
netwerkinstellingen opnieuw af om te zien of de status is
gewijzigd.
Bewaar de pagina met netwerkinstellingen, zodat u deze later
kunt gebruiken.
Wat moet ik nu doen?
TaakGa naar pagina ...
Configureren voor TCP/IP
38
Informatie doorgeven aan gebruikers
43
Printerinstallatie controleren
37
Page 46
Stap 9: Configureren voor TCP/IP
Als TCP/IP beschikbaar is in uw netwerk, raden wij u aan om een IPadres toe te wijzen aan de printer.
IP-adres toewijzen
aan de printer
Als u werkt met een DHCP-netwerk,
toegewezen nadat u de netwerkkabel op de printer hebt aangesloten.
Zoek in dat geval het adres in het gedeelte TCP/IP van de
1
pagina met netwerkinstellingen die u hebt afgedrukt in
“Pagina's met instellingen afdrukken” op pagina 36.
Ga naar “IP-instellingen controleren” op pagina 39 en begin met
2
stap 2.
Als uw netwerk geen gebruikmaakt van DHCP,
handmatig toewijzen aan de printer.
Het gemakkelijkst gaat dit met het hulpprogramma Print Server TCP/
IP Setup dat u vindt op de cd met stuurprogramma's. Start de cd, klik
op
View Documentation Network Printer Install
informatie over het hulpprogramma Print Server TCP/IP Setup.
Als u dit hulpprogramma wilt gebruiken, hebt u het 12-cijferige fysieke
adres van de printer nodig of het
(UAA)
. Het UAA staat vermeld op de pagina met netwerkinstellingen
die u eerder hebt afgedrukt. U kunt kiezen tussen de MSB- of de
canonieke vorm van het UAA.
wordt automatisch een IP-adres
moet u het IP-adres
. Zoek naar
Universally Administered Address
Configureren voor TCP/IP
38
Page 47
IP-instellingen
controleren
Druk nog een pagina met netwerkinstellingen af. Kijk onder het
1
kopje TCP/IP en controleer het IP-adres, het netmasker en de
gateway.
Raadpleeg “Pagina's met instellingen afdrukken” op pagina 36
als u meer hulp nodig hebt.
Opmerking:
Windows-computers op
Start Programma's MSDOS-prompt (of Bureauaccessoires MS-DOSprompt onder
Windows 2000).
Klik op
Stuur een ping-opdracht naar de printer en controleer of deze
2
reageert. Typ na de opdrachtprompt op een netwerkcomputer
"ping" gevolgd door het nieuwe IP-adres van de printer
(bijvoorbeeld 192.168.0.11):
ping xxx.xxx.x.xx
Als de printer actief is in het netwerk, ontvangt u een antwoord.
Configureren voor TCP/IP
39
Page 48
Stap 10: Stuurprogramma's voor
afdrukken in een
netwerk installeren
Nadat u de TCP/IP-instellingen hebt toegewezen en gecontroleerd,
kunt u de printerstuurprogramma's gaan installeren op elke
netwerkcomputer.
Windows
Poorten maken en
stuurprogramma's
installeren
In Windows-omgevingen kunnen netwerkprinters worden
geconfigureerd voor direct afdrukken of gedeeld afdrukken.
Direct afdrukken
•
aangesloten op het netwerk via een beschikbare LANaansluiting of open poort op een hub. Voor direct afdrukken
worden meestal op elke netwerkcomputer
printerstuurprogramma's geïnstalleerd.
Een
•
Meer informatie over elk van deze netwerkafdrukmethoden vindt u op
de cd met stuurprogramma's die bij de printer is geleverd.
Zie de gedetailleerde instructies op de cd met stuurprogramma's
op
View Documentation
van netwerkprinters voor uw specifieke Windows-omgeving.
gedeelde printer
computers op het netwerk via een lokale printerkabel zoals
USB. De printer wordt geïnstalleerd op de netwerkcomputer die
is aangesloten op de printer. Tijdens het installeren van de
stuurprogramma's wordt de printer ingesteld als "gedeeld"
zodat andere netwerkcomputers hiernaar kunnen afdrukken.
betekent dat de printer direct wordt
wordt lokaal aangesloten op een van de
. Klik
en zoek naar informatie over de installatie
Stuurprogramma's voor afdrukken in een netwerk installeren
40
Page 49
Opmerking:
een speciaal
printerstuurprogramma en
een speciale netwerkpoort
gebruikt, beschikt u over
extra functionaliteit, zoals
statusmeldingen van de
printer.
Wanneer u
Als u de installatie wilt uitvoeren zonder de instructies op de cd met
stuurprogramma's
van het afdrukken in een TCP/IP-netwerk, het installeren van
printerstuurprogramma's en het maken van nieuwe netwerkpoorten.
te raadplegen, moet u beschikken over basiskennis
Ondersteunde netwerkpri nter poorten
Microsoft IP-poort (Windows NT 4.0, Windows 2000 en
•
Windows XP)
Lexmark netwerkpoort (Windows 95/98/Me, Windows NT 4.0,
•
Windows 2000 en Windows XP)
Ondersteunde printerstuurprogramma's
Systeemstuurprogramma van Windows
•
Speciaal Lexmark printerstuurprogramma
•
Systeemstuurprogramma's zijn ingebouwd in de Windowsbesturingssystemen. Speciale stuurprogramma's zijn beschikbaar op
de cd met stuurprogramma's.
De nieuwste versies van de systeemstuurprogramma's en de speciale
stuurprogramma's zijn te vinden op de Lexmark weblocatie:
www.lexmark.com.
Macintosh
Opmerking:
PostScript Printer
Description-bestand (PPD)
geeft gedetailleerde
informatie over de
mogelijkheden van de
printer voor de UNIX- of
Macintosh-computer.
Een
Stuurprogramma's voor afdrukken in een netwerk installeren
Om naar een netwerkprinter te kunnen afdrukken, moet iedere
Macintosh-netwerkgebruiker de volgende twee taken uitvoeren op de
computer:
Installeer een speciaal PostScript Printer Description-bestand
•
(PPD).
U vindt dit PPD-bestand op de cd met stuurprogramma's die bij
de printer is geleverd.
Een PPD voor uw printer is ook beschikbaar in een
softwarepakket dat u kunt downloaden van de Lexmark
weblocatie op www.lexmark.com.
Maak een printerpictogram op het bureaublad (Mac OS 8.6–
•
9.x) of maak een wachtrij in Print Center (Mac OS X).
Gedetailleerde instructies voor deze taken vindt u in de online
documentatie op de cd met stuurprogramma's.
41
Page 50
UNIX/Linux
De printer ondersteunt vele UNIX- en Linux-platforms, zoals Sun
Solaris en Red Hat. Bezoek de Lexmark webloctie op
www .lexmark.com voor een volledige lijst met ondersteunde UNIX- en
Linux-platforms.
Opmerking:
Solaris- en Linux-pa kketten
zijn beschikbaar op de
cd met stuurprogramma's en
op de weblocatie van
Lexmark: w ww .lexma rk.com.
De Sun
NetWare
Lexmark biedt een stuurprogrammapakket voor elk UNIX- en Linuxplatform. Elk pakket bevat een
gedetailleerde instructies voor de installatie en het gebruik van
Lexmark printers in UNIX- en Linux-omgevingen.
U kunt deze pakketten downloaden van de Lexmark weblocatie. Het is
ook mogelijk dat de cd met stuurprogramma's het
stuurprogrammapakket bevat, dat u nodig hebt.
Uw printer ondersteunt NetWare-netwerkomgevingen.
Voor de recentste informatie over het installeren van een
netwerkprinter in een NetWare-omgeving, start u de cd met
stuurprogramma's en klikt u op
informatie over de installatie van netwerkprinters.
Gebruikershandleiding
View Documentation
met
. Zoek naar
Stuurprogramma's voor afdrukken in een netwerk installeren
42
Page 51
Stap 11: Informatie doorgeven
aan gebruikers
Kenmerken van
printergebruikers
Handige informatie
snel vinden
Opmerking:
Publications cd wordt
geleverd bij de
Installatiehandleiding
De
.
Het kan zijn dat gebruikers behoefte hebben aan de informatie over de
printer die op de Publications cd is opgeslagen:
gebruikers die afdrukopdrachten versturen;
•
beheerders van netwerkprinters;
•
helpdeskmedewerkers;
•
ondersteunend IT-person eel .
•
Start de Publications cd en blader door de inhoud om de volledige lijst
met beschikbare informatie te bekijken. Als u beschikt over een versie
van Acrobat met de functie voor zoeken in alle tekst, kunt u de
catalogusingangen gebruiken om te zoeken naar de gewenste
informatie.
U vindt de volgende informatie op de Publications cd:
afdruktips;
•
methoden voor het verbeteren van de afdrukkwaliteit;
•
informatie over het bedieningspaneel van de printer;
•
instructies voor het vervangen van supplies;
•
oplossingen voor veelvoorkomende afdrukproblemen;
•
methoden voor het verhelpen van papierstoringen;
•
overzicht van printermenu's;
•
uitleg over meldingen op de printer.
•
Informatie doorgeven aan gebruikers
43
Page 52
Informatie
verspreiden
U kunt gebruikers op verschillende manieren toegang geven tot de
informatie op de Publications cd:
Geef de Publications cd aan de beheerder of de medewerkers
•
van de helpdesk.
Kopieer de volledige inhoud van de cd (of een paar specifieke
•
onderwerpen) naar een gedeelde netwerkschijf of een
intranetsite.
Elk onderwerp op de Publications cd is opgenomen in een apart
•
PDF-bestand. Start de cd klik op
vervolgens op
Geef de URL naar de printerdocumentatie van Lexmark door
•
aan de gebruikers van de printer (www.lexmark.com/
publications). Gebruikers met toegang tot het internet kunnen
deze weblocatie bekijken.
Druk de informatie op de Publications cd af en leg de afdruk in
•
de buurt van de printer. Start de cd en klik op
instructies over het afdrukken.
File locations
Other resources
.
en
Navigation
voor
Gefeliciteerd
U kunt nu aan de slag met uw nieuwe printer. Bewaar deze
handleiding als u van plan bent in de toekomst printeropties aan te
schaffen.
Informatie doorgeven aan gebruikers
44
Page 53
Betekenis van de lampjes op het
bedieningspaneel
De betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel is afhankelijk
van de combinatie waarin de lampjes branden of knipperen. Deze
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
patronen kunnen aangeven dat de printer gereed is om af te drukken,
dat interventie van de gebruiker is gewenst of dat de printer onderhoud
nodig heeft.
Een aantal van de gebruikelijke lampjespatronen wordt in het
volgende gedeelte weergegeven. Raadpleeg het gedeelte
bedieningspaneel
alle lampjespatronen.
van de Publications cd voor een volledige uitleg van
Lampjes op
Continue
Cancel
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
45
Page 54
Termen
bedieningspaneel
Lampje brandt
Lampje is uit
Lampje knippert
Lampje knippert langzaam
Continue
Druk op
Doorgaan
Druk kort (circa één seconde) op
•
Doorgaan
(Continue).
(Continue) om de printer
opnieuw te starten.
Druk tweemaal kort op
•
(Continue) om een foutcode weer
te geven.
Druk op
Druk op
•
Annuleren
(Cancel).
Annuleren
(Cancel) om de
afdruktaak te annuleren.
Druk op
•
Annuleren
(Cancel) totdat
alle lampjes branden en de printer
weer op de standaardwaarden
wordt ingesteld.
Cancel
Doorgaan
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
46
Page 55
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken.
Continue
Continue
Cancel
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Cancel
De printer is bezig
met het ontvangen of verwerken van gegevens.
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
47
Page 56
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
De printer wacht tot extra gegevens zijn ontvangen.
Continue
Continue
Cancel
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Cancel
Lade 1 of de optionele lader voor 250 vel is leeg of het afdrukmateriaal
is niet goed ingevoerd.
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
48
Page 57
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
U wordt verzocht om een nieuw vel afdrukmateriaal in de handmatige
invoer te plaatsen.
Continue
Continue
Cancel
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Cancel
De printer heeft een papierstoring gedetecteerd. Druk tweemaal op
Doorgaan
(Continue) om de combinatie van lampjes weer te geven die
een secundaire papierstoring aanduidt.
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
49
Page 58
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
De printer waarschuwt u dat de toner bijna op is. Om de resterende
toner te gebruiken haalt u de tonercartridge uit de printer, schudt u de
cartridge voorzichtig heen en weer en plaatst u de cartridge weer in de
printer. Als de afdruk vaag wordt of als de kwaliteit van de afdruk
minder wordt, vervangt u de tonercartridge.
Continue
Paper Jam
Error
Press Continue
Cancel
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
(Als de standaardtonercartridge voor 1500 pagina's is geïnstalleerd in
de Lexmark E321, gaat het lampje dat aangeeft dat de toner bijna op
is, niet branden.)
Er is een secundaire fout opgetreden:
Druk tweemaal kort op
1
Doorgaan
(Continue) om de combinatie
van lampjes weer te geven die een secundaire foutcode
vertegenwoordigt.
Raadpleeg het gedeelte
2
Lampjes op het bedieningspaneel
op
de Publications cd voor de betekenis van het bericht en welke
actie u kunt ondernemen.
Continue
Cancel
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
50
Page 59
Ready/Data
Toner Low
Load Paper
Paper Jam
Error
Press Continue
Er heeft zich een fout voorgedaan die onderhoud vergt. Schakel de
printer uit en weer in. Neem contact op met de leverancier van de
printer als de lampjes blijven knipperen.
Continue
Cancel
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
51
Page 60
Problemen oplossen
Probleem:Oplossing:
Tonercartridge installeren
Tekens worden te licht of vaag
weergegeven.
Het lijkt alsof de printer afdrukt, maar de
pagina's zijn leeg.
De printer staat aan, maar er wordt niets
afgedrukt.
Er worden geen ta ken af gedrukt en het Fout
-lampje brandt zonder onderbreking.
Kabels en snoeren aansluiten
Er worden onverwachte tekens afgedrukt of
er ontbreken tekens.
De lampjes op het bedieningspaneel gaan
niet branden als de printer wordt aangezet.
Papier laden
Er zitten tonervlekken op de pagina.
Het papier plakt aan elkaar/er worde n
meerdere vellen tegelijk in de printer
ingevoerd.
Het papier wordt scheefgetrok ken of
opgekruld.
De tonercartridge is misschien bijna leeg. Vervang de cartridge.
•
De tonercartridge is defect. Vervang de cartridge.
•
Controleer of de tonercartridge is geïnstalleerd.
•
Controleer of de parallelle, Ethernet- of USB-kabel goed is
•
aangesloten aan de achterkant van de printer.
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de achterkant
•
van de printe r en op een stopcontact.
Zorg ervoor dat het papier recht is en niet is gekreukeld.
•
Haal het papier uit lade 1 of de optionele lader voor 250 vel en
•
waaier het papier uit.
Plaats niet te veel papier in lade 1 of de optionele lader voor 250
•
vel.
Zorg dat het papier in de optionele lader voor 250 vel plat ligt en
•
niet
boven de hoekplaatjes uitkomt.
Plaats niet te veel papier in lade 1 of de optionele lader voor 250
•
vel.
De papiergeleiders moeten goed tegen de randen van het papier
•
worden gedrukt.
Problemen oplossen
52
Page 61
Probleem:Oplossing:
Papier in lade 1 wordt niet ingevoerd.
Er wordt geen papier ingevoerd vanuit de
optionele lader voor 250 vel.
Controleer of la de 1 i s gesele cteerd in he t p rinterstuurprogr amma.
•
Haal het papier uit lade 1 en waaier het papier uit.
•
Controleer of de optionele lader voor 2 50 ve l is gesele cteerd in het
•
printerstuurprogramma.
Controleer of de lade helemaal in de printer is geduwd.
•
Zorg ervoor dat de metalen plaat omlaag is gedrukt.
•
Zorg ervoor dat het papier niet boven de hoekplaatjes uitkomt.
•
Controleer of de stapel papier niet hoger is dan de stapelhoogte-
•
indicator aangeeft.
Haal het papier uit de optionele lader voor 250 vel en waaier het