KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Uw Lenovo-notebook ontdekken . . . . iii
Hoofdstuk 1. Leer uw computer
kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Voorkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Zijkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
USB-specificaties . . . . . . . . . . . . . 6
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Toegang tot netwerken . . . . . . . . . . . . . 9
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken . . . . 9
Verbinding maken met een bekabeld
Ethernet . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Verbinding maken met een mobiel netwerk
(voor bepaalde modellen) . . . . . . . . . . 9
De vliegtuigstand inschakelen . . . . . . . 10
Communiceren met uw computer. . . . . . . . 10
De sneltoetsen gebruiken . . . . . . . . . 10
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken . . 12
De trackpad gebruiken . . . . . . . . . . 13
Het aanraakscherm gebruiken (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . 15
Een extern beeldscherm aansluiten . . . . . 16
Hoofdstuk 3. Uw computer
verkennen . . . . . . . . . . . . . . . 19
Lenovo-apps . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Intelligent koelen . . . . . . . . . . . . . . 20
Energie beheren . . . . . . . . . . . . . . 20
De status van de batterij controleren . . . . . 20
De computer opladen. . . . . . . . . . . 21
De energie-instellingen wijzigen. . . . . . . 22
Gegevens overbrengen . . . . . . . . . . . . 22
Een Bluetooth-verbinding instellen . . . . . 22
Een NFC-verbinding instellen (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . 22
Een smartcard of microSD kaart gebruiken
(voor bepaalde modellen) . . . . . . . . . 23
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Accessoires aanschaffen . . . . . . . . . 24
Dockingstation . . . . . . . . . . . . . 24
Hoofdstuk 4. De computer en
computergegevens beveiligen. . . . . 29
De computer vergrendelen . . . . . . . . . . 29
Aanmelden met uw vingerafdruk . . . . . . . . 29
Aanmelden met uw gezichts-ID (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Gegevens beschermen tegen stroomuitval (voor
bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . . . 30
UEFI BIOS-wachtwoorden . . . . . . . . . . 30
Wachtwoordtypen . . . . . . . . . . . . 30
Een wachtwoord instellen, wijzigen of
wissen . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Uw vingerafdrukken aan wachtwoorden
koppelen (voor bepaalde modellen) . . . . . 33
Hoofdstuk 5. Geavanceerde
instellingen configureren . . . . . . . 35
UEFI BIOS . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Het UEFI BIOS-menu openen . . . . . . . 35
Navigeren in de UEFI BIOS-interface. . . . . 35
De systeemdatum en -tijd instellen . . . . . 35
De opstartvolgorde wijzigen . . . . . . . . 35
UEFI BIOS bijwerken . . . . . . . . . . . 36
Herstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Systeembestanden en -instellingen herstellen
naar een eerder punt . . . . . . . . . . . 36
Uw bestanden herstellen vanuit een back-
up . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
De computer opnieuw instellen . . . . . . . 36
Geavanceerde opties gebruiken . . . . . . 36
Automatisch herstel van Windows . . . . . . 37
Een USB-herstelapparaat maken en
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 37
Windows 10 en stuurprogramma's installeren . . . 38
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt . . . . 57
Zelfhulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . 58
Windows-label . . . . . . . . . . . . . . . 58
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . . . 59
Voordat u contact opneemt met Lenovo . . . 59
Klantsupportcentrum van Lenovo . . . . . . 60
Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 61
Bijlage A. Informatie over
toegankelijkheid en ergonomie . . . . 63
Bijlage B. Informatie over naleving . . 67
Bijlage C. Kennisgevingen en
handelsmerken . . . . . . . . . . . . 71
iiL14 Gen 2 en L15 Gen 2 Gebruikershandleiding
Uw Lenovo-notebook ontdekken
Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor een Lenovo-notebook! We streven ernaar u de beste oplossing
te bieden.
Lees de volgende informatie door voordat u begint met de rondleiding:
• De afbeeldingen in dit document kunnen er anders uitzien dan uw product.
• Afhankelijk van het model zijn bepaalde optionele accessoires, voorzieningen, softwareprogramma's en
instructies voor de gebruikersinterface mogelijk niet van toepassing op uw computer.
• De inhoud van de documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Verkrijg de nieuwste
documentatie op
Schuif ThinkShutter om de cameralens te bedekken of onthullen. Deze voorziening is bedoeld om uw privacy
te beschermen.
Verwante onderwerpen
• 'Aanmelden met uw gezichts-ID (voor bepaalde modellen)' op pagina 30
• 'Het aanraakscherm gebruiken (voor bepaalde modellen)' op pagina 15
• 'Aanmelden met uw vingerafdruk' op pagina 29
• 'Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken' op pagina 12
• 'De trackpad gebruiken' op pagina 13
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen3
Zijkant
Audioaansluiting
Voedingsaansluiting
Nano-SIM-kaartlade*
Sleuf voor smartcard*microSD-kaartsleuf
Sleuf voor veiligheidsslot
Thunderbolt™ 4-aansluiting (USB-C®)
Ethernet-aansluiting
* voor bepaalde modellen
Verwante onderwerpen
• 'De computer vergrendelen' op pagina 29
• 'De computer opladen' op pagina 21
• 'USB-specificaties' op pagina 6
• 'Verbinding maken met een bekabeld Ethernet' op pagina 9
• 'Verbinding maken met een mobiel netwerk (voor bepaalde modellen)' op pagina 9
• 'Een smartcard of microSD kaart gebruiken (voor bepaalde modellen)' op pagina 23
4
L14 Gen 2 en L15 Gen 2 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen5
Onderkant
Luidspreker
Specificaties
Ga voor gedetailleerde specificaties van uw computer naar https://psref.lenovo.com.
USB-specificaties
Opmerking: Afhankelijk van uw model zijn sommige USB-aansluitingen mogelijk niet beschikbaar op uw
computer.
6
L14 Gen 2 en L15 Gen 2 Gebruikershandleiding
Naam van aansluitingBeschrijving
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord,
USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
• USB 2.0-aansluiting
•
• USB-C-aansluiting (3.2 Gen 1)
• USB-C-aansluiting (3.2 Gen 2)
•
•
USB 3.2 Gen 1-aansluiting
Thunderbolt 3-aansluiting (USB-C)
Thunderbolt 4-aansluiting (USB-C)
• USB-C-apparaten opladen met de uitvoerspanning en stroom van
5 V en 1,5 A.
• Een extern beeldscherm aansluiten:
– USB-C naar VGA: maximaal 1920 x 1200 pixels, 60 Hz
– USB-C naar DP: maximaal 5120 x 3200 pixels, 60 Hz
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw
computer uit te breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat
https://www.lenovo.com/accessories.
u naar
Verklaring op USB overdrachtssnelheid
Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten,
bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en
gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USBaansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk
onderstaand overeenkomstig apparaat.
USB-apparaatGegevenssnelheid (Gbit/s)
3.2 Gen 1 / 3.1 Gen 1
3.2 Gen 2 / 3.1 Gen 2
3.2 Gen 2 × 2
Thunderbolt 3-aansluiting (USB-C)
Thunderbolt 4-aansluiting (USB-C)
5
10
20
40
40
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen7
8L14 Gen 2 en L15 Gen 2 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2.Aan de slag met uw computer
Toegang tot netwerken
In dit gedeelte vindt u hulp om een verbinding tot stand te brengen met een draadloos of bekabeld netwerk.
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
Klik op het netwerkpictogram in het Windows®-systeemvak en selecteer een netwerk om verbinding te
maken. Verstrek, indien nodig, de vereiste informatie.
Verbinding maken met een bekabeld Ethernet
Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernetaansluiting op uw computer.
Verbinding maken met een mobiel netwerk (voor bepaalde modellen)
Als uw computer is uitgerust met een draadloos-WAN-kaart (wide area network) en een nano-SIM-kaart,
kunt u overal verbinding maken met een mobiel datanetwerk en online gaan.
Opmerking: De mobiele service wordt in sommige landen of regio's aangeboden door geautoriseerde
serviceproviders. U moet een mobiel abonnement van een serviceprovider hebben om verbinding met het
mobiele netwerk te kunnen maken.
2. Zoek de nano-SIM-kaartsleuf en plaats de nano-SIM-kaart zoals weergegeven. Let op de juiste richting
van de kaart en zorg ervoor dat de kaart goed wordt geplaatst.
3. Zet de computer aan.
4. Klik op het netwerkpictogram en selecteer vervolgens het pictogram van het mobiele netwerk
in de
lijst. Verstrek, indien nodig, de vereiste informatie.
De vliegtuigstand inschakelen
Als de vliegtuigstand is ingeschakeld, zijn alle functies voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
1. Klik op het pictogram van het Actiecentrum
in het systeemvak van Windows.
2. Klik op Vliegtuigstand om de Vliegtuigstand in of uit te schakelen.
Communiceren met uw computer
Uw computer biedt verschillende manieren om op het beeldscherm te navigeren.
De sneltoetsen gebruiken
Met de speciale toetsen op het toetsenbord kunt u effectiever werken.
Activeer de speciale functie die als pictogram op elke toets is afgebeeld, of
activeer de standaardfunctie van de functietoetsen F1-F12.
+
FnLock-lampje aan: standaardfunctie
FnLock-indicator uit: speciale functie
Luidsprekers in-/uitschakelen
Volume verlagen
Volume verhogen
Microfoon in-/uitschakelen
Beeldscherm donkerder maken
Beeldscherm lichter maken
Externe beeldschermen beheren
10L14 Gen 2 en L15 Gen 2 Gebruikershandleiding
Draadloos in-/uitschakelen
Meldingscentrum openen/samenvouwen
Binnenkomende gesprekken beantwoorden
Deze functie werkt alleen met sommige apps, zoals Skype voor Bedrijven 2016 en
Microsoft Teams 1.0.
Standaard werkt de functie met Skype voor Bedrijven 2016. U kunt de
standaardinstellingen wijzigen met de Vantage-app.
Binnenkomende gesprekken afwijzen
Deze functie werkt alleen met sommige apps, zoals Skype voor Bedrijven 2016 en
Microsoft Teams 1.0.
Standaard werkt de functie met Skype voor Bedrijven 2016. U kunt de
standaardinstellingen wijzigen met de Vantage-app.
Opmerking: U kunt ook F11 indrukken om uitgaande gesprekken voor Skype
voor Bedrijven 2016 op te hangen.
De functie van deze toets aanpassen in de Vantage-app.
Druk op de Fn of de aan/uit-knop om de computer uit de slaapstand te halen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer11
Ga naar begin
+
Ga naar einde
+
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het
aanwijzen, klikken en bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
TrackPoint-aanwijsknopje
Gebruik uw vinger om parallel aan het toetsenbord druk uit te oefenen op het antislipdopje van het
aanwijsknopje. De aanwijzer op het scherm wordt dienovereenkomstig verplaatst. Hoe meer druk u uitoefent,
hoe sneller de aanwijzer beweegt.
TrackPoint-knoppen
De linker- en rechterklikknop corresponderen met de linker- en rechterknoppen van een traditionele muis.
Houd de gestippelde middelste knop ingedrukt terwijl u met uw vinger in de verticale of horizontale richting
druk uitoefent op het aanwijsknopje. Vervolgens kunt u door het document, de website of apps bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat uitschakelen
Het TrackPoint-aanwijsapparaat is standaard ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik dan op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Muis.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om TrackPoint uit te schakelen.
12
L14 Gen 2 en L15 Gen 2 Gebruikershandleiding
Het dopje van het aanwijsknopje vervangen
Opmerking: Zorg ervoor dat het nieuwe dopje groeven heeft
a .
De trackpad gebruiken
U kunt de trackpad gebruiken om alle aanwijs-, klik- en bladerfuncties van een traditionele muis uit te voeren.
De trackpad gebruiken
LinkerklikgebiedRechterklikgebied
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer13
De aanraakbewegingen gebruiken
Tik één keer om een item te selecteren of te openen.
Zoom in of uit met twee vingers.Blader door items.
Open de taakweergave om alle geopende vensters te
bekijken.
Tik twee keer snel om een snelmenu weer te geven.
Geef het bureaublad weer.
Opmerkingen:
• Als u twee of meer vingers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw vingers enigszins uit elkaar staan.
• Sommige gebaren zijn niet beschikbaar als de laatste actie met het TrackPoint-aanwijsapparaat is
uitgevoerd.
• Sommige gebaren zijn alleen beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
• Als er olie op het oppervlak van de trackpad zit, zet dan eerst de computer uit. Veeg daarna het oppervlak
van de trackpad schoon met een zachte, pluisvrije doek die vochtig is gemaakt met lauw water of
reinigingsmiddel voor computers.
Raadpleeg voor meer bewegingen de Help-informatie van het aanwijsapparaat.
De trackpad uitschakelen
Standaard is de trackpad ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik Instellingen ➙ Apparaten ➙ Touchpad.
2. In de sectie Touchpad de Touchpad uitschakelen.
14
L14 Gen 2 en L15 Gen 2 Gebruikershandleiding
Het aanraakscherm gebruiken (voor bepaalde modellen)
Als het beeldscherm van uw computer de multitouch-functie ondersteunt, kunt u met eenvoudige
aanraakbewegingen op het scherm navigeren.
Opmerking: Sommige gebaren zijn mogelijk niet beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
Tik één keer om één keer te klikkenTik twee keer snel om te dubbelklikken
Tik en houd vast om met de rechtermuisknop te klikken
UitzoomenInzoomen
Schuif om door voorwerpen te bladeren
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer15
Veeg vanaf links: alle geopende vensters weergeven
Kort met uw vinger omlaag vegen: de titelbalk weergeven
Omlaag vegen: de huidige app sluiten
Veeg vanaf rechts: het actiecentrum openen
Slepen
Onderhoudstips:
• Zet de computer uit voordat u het aanraakscherm schoonmaakt.
• Verwijder met een droge, zachte en pluisvrije doek of met een stuk absorberend katoen vingerafdrukken
of stof van het aanraakscherm. Gebruik geen oplosmiddelen.
• Het aanraakscherm is gemaakt van glas met daaroverheen een plastic folie. Oefen nooit druk uit op of
plaats geen metalen voorwerp op het scherm omdat het multitouch-scherm beschadigd of defect kan
raken.
• Voer geen handelingen op het scherm uit met nagels of vingers in handschoenen of dode voorwerpen.
• Kalibreer de nauwkeurigheid van de vinger regelmatig om discrepanties te voorkomen.
Een extern beeldscherm aansluiten
Sluit uw computer aan op een projector of een beeldscherm om presentaties te geven of om uw werkruimte
uit te breiden.
Aansluiten op een bekabeld beeldscherm
Als uw computer het externe beeldscherm niet kan detecteren, klikt u met de rechtermuisknop op een leeg
gedeelte op het bureaublad en klikt u vervolgens op Beeldscherminstellingen ➙ Detecteren.
16
L14 Gen 2 en L15 Gen 2 Gebruikershandleiding
Ondersteunde resolutie
In de volgende tabel staat de ondersteunde maximale resolutie van het externe beeldscherm.
Het externe beeldscherm aansluiten op
USB-C-aansluiting (USB 3.2 Gen 1 / Thunderbolt 4)Maximaal 5120 x 3200 pixels/60 Hz
HDMI™-aansluitingMaximaal 4096 x 2160 pixels/24 Hz
Ondersteunde resolutie
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm
Als u een draadloos beeldscherm wilt gebruiken, zorg dan dat uw computer en het externe beeldscherm de
functie Miracast
Druk op de
®
ondersteunen.
+ en selecteer vervolgens een draadloos beeldscherm om verbinding mee te maken.
De weergavemodus van het beeldscherm instellen
Druk op
of op en selecteer vervolgens de gewenste weergavemodus.
Beeldscherminstellingen wijzigen
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer
Beeldscherminstellingen.
2. Selecteer het beeldscherm dat u wilt configureren.
3. Wijzig de gewenste weergave-instellingen.
U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt
bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is. U kunt ook
de resolutie en oriëntatie wijzigen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer17
18L14 Gen 2 en L15 Gen 2 Gebruikershandleiding
Loading...
+ 54 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.