Lenovo NetVista A40p, NetVista A40, A40 684, A40 6830, A40 6831 Handboek Voor De Gebruiker [fr]

...
NetVista
Handboek voor de gebruiker A40 Type 6830, 6831, 6840 A40p Type 6837, 6841, 6847 A40i Type 2251, 2271
򔻐򗗠򙳰
NetVista
Handboek voor de gebruiker A40 Type 6830, 6831, 6840 A40p Type 6837, 6841, 6847 A40i Type 2251, 2271
򔻐򗗠򙳰
Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften” op pagina v en “Bijlage F. Kennisgevingen en merken” op pagina 85.
Eerste uitgave (september 2000)
Deze publicatie is een vertaling van de Engelstalige publicatie User Guide (onderdeelnummer 19K8208). De informatie in deze publicatie is onderhevig aan wijzigingen. Wijzigingen zullen in nieuwe uitgaven van deze
publicatie worden opgenomen. Voor technische informatie en het aanvragen van publicaties kunt u zich wenden tot uw IBM-leverancier of IBM
Nederland N.V.
© Copyright IBM Corp. 2000.
Inhoudsopgave
Veiligheidsvoorschriften........v
Kennisgeving lithiumbatterij .........vi
Veiligheidsvoorschriften voor de modem ....vii
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen . . vii
Over dit boek ............ix
Hoe dit boek is ingedeeld..........ix
Informatiebronnen ............x
Hoofdstuk 1. Overzicht ........1
Het computermodel vaststellen ........1
Desktopmodel .............2
Minitower ..............2
Microtower ..............3
Voorzieningen ..............3
Specificaties ..............5
Fysieke specificaties desktopmodel .....6
Fysieke specificaties minitowermodel ....7
Fysieke specificaties microtowermodel....8
Beschikbare opties ............9
Benodigd gereedschap ...........9
Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor stati-
sche elektriciteit .............9
Hoofdstuk 2. Externe opties installeren 11
De plaats van de aansluitingen aan de voorkant van
de computer ..............11
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant
van de computer ............14
High-performance video-adapter ......18
High-performance audio-adapter ......19
ADSL-modem ............19
PNA-thuisnetwerkadapter ........20
Stuurprogrammas............20
Hoofdstuk 3. Interne opties installeren
— desktopmodel ..........21
De kap verwijderen............21
De plaats van componenten .........22
Opties installeren op de systeemplaat......22
Toegang tot de systeemplaat........22
Onderdelen van de systeemplaat ......22
installeren geheugen ..........24
Adapters installeren ..........26
Interne stations installeren .........27
Stationsspecificaties...........28
Voedings- en signaalkabels voor interne stations 29
Interne stations installeren ........30
Een beveiligingsbeugel installeren .......32
Kap terugplaatsen en kabels aansluiten .....33
Hoofdstuk 4. Interne opties installeren
— minitower ............35
De kap verwijderen............35
De plaats van componenten .........37
Opties installeren op de systeemplaat......37
Toegang toot de systeemplaat .......37
Onderdelen van de systeemplaat systeemplaat . 37
installeren geheugen ..........38
Adapters installeren ..........43
Interne stations .............44
Stationsspecificaties...........45
Netsnoer en signaalkabels voor interne stations 46 Interne stations installeren in vak 1, 2 en 3 . . . 48
Interne stations installeren in vak 4, 5, 6 en 7 . . 49
Een beveiligingsbeugel installeren .......52
De kap vervangen en de kabels aansluiten ....53
Hoofdstuk 5. Interne opties installeren
— microtower............55
De kap verwijderen............55
De plaats van componenten .........56
De voedingseenheid verplaatsen .......56
Opties installeren op de systeemplaat......58
Toegang tot de systeemplaat........58
Onderdelen van de systeemplaat ......58
Geheugen installeren ..........60
Adapters installeren ..........61
Interne stations installeren .........62
Stationsspecificaties...........62
Voedings- en signaalkabels voor interne stations 63
Interne stations installeren ........65
Een beveiligingsbeugel installeren .......66
Kap terugplaatsen en kabels aansluiten .....67
Hoofdstuk 6. De configuratie van de
computer bijwerken .........69
Controleren of een optie correct is geïnstalleerd . . 70
PCI-adapters configureren .........70
Opstartapparaten apparaten devices ......71
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) 71
Bijlage A. Extra beveiliging ......73
Bijlage B. De batterij vervangen ....75
Bijlage C. Systeemprogramma’s bijwer-
ken................77
Systeemprogrammas...........77
Herstellen van een POST/BIOS-bijwerkfout . . . 77
Bijlage D. Systeemadrestoewijzing. . . 79
Systeemgeheugen toewijzing ........79
I/O adrestoewijzing ...........79
DMA I/O adrestoewijzing .........81
© Copyright IBM Corp. 2000 iii
Bijlage E. IRQ- en DMA-
kanaaltoewijzingen .........83
Bijlage F. Kennisgevingen en merken 85
Merken................87
Trefwoordenregister .........89
iv
Handboek voor de gebruiker
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk.
Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: v Voer tijdens onweer geen kabels aan te sluiten of installatie-, onderhouds- of
configuratiewerkzaamheden aan dit product uit.
v Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten. v Sluit ook het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aangeslo-
ten aan op een correct geaard stopcontact.
v Gebruik indien mogelijk slechts één hand bij het aansluiten en loskoppelen
van signaalkabels.
v Zet een apparaat nooit aan als dit brand-, water- of structuurschade vertoont. v Ontkoppel alle netsnoeren, telecommunicatiesystemen, netwerken en modems
voordat u de kap van het apparaat opent, tenzij de installatie- of configuratie­instructies expliciet anders voorschrijven.
v Als u dit product of een aangesloten apparaat installeert, verplaatst of opent,
houd u dan bij het aansluiten en loskoppelen van de kabels aan het volgende:
Aansluiten:
1. Zet alles UIT.
2. Sluit eerst alle kabels aan op de
apparaten.
3. Sluit de signaalkabels aan.
4. Steek de stekker in het stopcontact.
5. Zet het apparaat AAN.
Ontkoppelen:
1. Zet alles UIT.
2. Haal eerst de stekker uit het
stopcontact.
3. Ontkoppel de signaalkabels.
4. Ontkoppel alle kabels van de apparaten.
DANGER
Le courant électrique provenant de l’alimentation, du téléphone et des câbles de transmission peut présenter un danger.
Pour éviter tout risque de choc électrique : v Ne manipulez aucun câble et n’effectuez aucune opération d’installation,
d’entretien ou de reconfiguration de ce produit au cours d’un orage.
v Branchez tous les cordons d’alimentation sur un socle de prise de courant
correctement câblé et mis à la terre.
v Branchez sur des socles de prise de courant correctement câblés tout équipe-
ment connecté à ce produit.
v Lorsque cela est possible, n’utilisez qu’une seule main pour connecter ou
déconnecter les câbles d’interface.;
v Ne mettez jamais un équipement sous tension en cas d’incendie ou
d’inondation, ou en présence de dommages matériels.
v Avant de retirer les carters de l’unité, mettez celle-ci hors tension et décon-
nectez ses cordons d’alimentation, ainsi que les câbles qui la relient aux
© Copyright IBM Corp. 2000 v
réseaux, aux systèmes de té lécommunication et aux modems (sauf instruction contraire mentionnée dans les procédures dinstallation et de configuration).
v Lorsque vous installez, que vous déplacez, ou que vous manipulez le présent
produit ou des périphériques qui lui sont raccordés, reportez-vous aux instructions ci-dessous pour connecter et déconnecter les différents cordons.
Connexion :
1. Mettez les unités hors tension.
2. Commencez par brancher tous les cor-
dons sur les unités.
3. Branchez les câbles dinterface sur des
connecteurs.
4. Branchez les cordons dalimentation sur
des prises.
5. Mettez les unités sous tension.
Kennisgeving lithiumbatterij
Waarschuwing: Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Gebruik ter vervanging alleen IBM-batterijen met onderdeelnummer 33F8354 of een gelijksoortige batterij die door de leverancier wordt aanbevolen. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen.
Houd u aan het volgende:
v Gooi de batterij niet in het water v Verwarm de batterij niet boven 100°C v Haal de batterij niet uit elkaar
Déconnexion :
1. Mettez les unités hors tension.
2. Débranchez les cordons dalimentation
des prises.
3. Débranchez les câbles dinterface des
connecteurs.
4. Débranchez tous les câbles des unités.
Gooi de batterij niet bij het huisvuil weg, maar behandel hem als klein che­misch afval.
ATTENTION
Danger dexplosion en cas de remplacement incorrect de la batterie.
Remplacer uniquement par une batterie IBM de type ou dun type équivalent recommandé par le fabricant. La batterie contient du lithium et peut exploser en cas de mauvaise utilisation, de mauvaise manipulation ou de mise au rebut inappropriée.
Ne pas :
v Lancer ou plonger dans leau v Chauffer à plus de 100°C (212°F) v Réparer ou désassembler
Mettre au rebut les batteries usagées conformément aux règlements locaux.
vi Handboek voor de gebruiker
Veiligheidsvoorschriften voor de modem
Neem ter voorkoming van brand, elektrische schokken of verwondingen bij het gebruik van telefonische apparatuur altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
v Installeer geen telefoonbedrading tijdens onweer. v Installeer geen telefoonaansluitingen in natte ruimtes tenzij de aansluiting spe-
ciaal ontworpen is voor gebruik in natte ruimtes.
v Raak geen telefoonkabels of -stekkers aan die niet geïsoleerd zijn. v Wees voorzichtig bij het installeren of doortrekken van telefoonlijnen. v Gebruik de telefoon niet tijdens onweer, tenzij u een draadloos model hebt. Er
bestaat een kleine kans op een elektrische schok als gevolg van blikseminslag.
v Geef gaslekken in de buurt van de telefoon niet telefonisch door.
Consignes de sécurité relatives au modem
Lors de lutilisation de votre matériel téléphonique, il est important de respecter les consignes ci-après afin de réduire les risques dincendie, d’électrocution et dautres blessures :
v Ninstallez jamais de cordons téléphoniques durant un orage. v Les prises téléphoniques ne doivent pas être installées dans des endroits
humides, excepté si le modèle a été conçu à cet effet.
v Ne touchez jamais un cordon téléphonique ou un terminal non isolé avant que
la ligne ait été déconnectéeduréseau téléphonique.
v Soyez toujours prudent lorsque vous procédez à linstallation ou à la
modification de lignes téléphoniques.
v Si vous devez téléphoner pendant un orage, pour éviter tout risque de choc
électrique, utilisez toujours un téléphone sans fil.
v En cas de fuite de gaz, nutilisez jamais un téléphone situéàproximité de la
fuite.
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen
Sommige IBM PC-modellen worden standaard geleverd met een CD-ROM-station of een DVD-station. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn ook los als optie te verkrijgen. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn laserproducten. De stations voldoen aan de eisen gesteld in de International Electrotechnical Commission (IEC) 825 en CENELEC EN 60 825 bedoeld voor laserproducten van klasse 1.
Let bij het installeren van een CD-ROM- of DVD-station op het volgende.
Waarschuwing: Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Als u de behuizing van het CD-ROM-station of het DVD-station opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. Het CD-ROM-station of het DVD-station bevat geen onderdelen die moeten worden vervangen of onderhou­den. Verwijder de behuizing van het station niet.
Sommige CD-ROM-stations of DVD-stations bevatten een ingebouwde laserdiode van categorie 3A of 3B. Houd rekening met de volgende waarschuwing.
Veiligheidsvoorschriften vii
GEVAAR Laserstraling indien geopend.Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de
laserstraal.
DANGER:
Certains modèles dordinateurs personnels sont équipésd’origine d’une unité de CD-ROM ou de DVD-ROM. Mais ces unités sont également vendues séparément en tant quoptions. Lunité de CD-ROM/DVD-ROM est un appareil à laser. Aux État-Unis, lunité de CD-ROM/DVD-ROM est certifiée conforme aux normes indiquées dans le sous-chapitre J du DHHS 21 CFR relatif aux produits à laser de classe 1. Dans les autres pays, elle est certifiée être un produit à laser de classe 1 conforme aux normes CEI 825 et CENELEC EN 60 825.
Lorsquune unité de CD-ROM/DVD-ROM est installée, tenez compte des remar­ques suivantes:
ATTENTION: Pour éviter tout risque dexposition au rayon laser, respectez les consignes de réglage et dutilisation des commandes, ainsi que les procédures décrites.
Louverture de lunité de CD-ROM/DVD-ROM peut entraîner un risque dexposition au rayon laser. Pour toute intervention, faites appel à du personnel qualifié.
Certaines unités de CD-ROM/DVD-ROM peuvent contenir une diode à laser de classe 3A ou 3B. Tenez compte de la consigne qui suit:
DANGER Rayonnement laser lorsque le carter est ouvert. Évitez toute exposition directe des yeux
au rayon laser. Évitez de regarder fixement le faisceau ou de lobserver à laide dinstruments optiques.
viii Handboek voor de gebruiker
Over dit boek
Deze publicatie bevat instructies voor het installeren van de meeste opties in de NetVista™computer. Het bevat ook informatie die u helpt bij de keuze van de opties die u aan de computer wilt toevoegen.
Hoe dit boek is ingedeeld
Dit boek bevat de volgende hoofdstukken en bijlagen: v “Hoofdstuk 1. Overzichtbevat een inleiding over de opties die beschikbaar zijn
voor uw computer.
v “Hoofdstuk 2. Externe opties installerenbevat informatie over de aansluitingen
van de computer en instructies voor het installeren van externe opties en rand­apparaten.
v “Hoofdstuk 3. Interne opties installeren desktopmodelbevat instructies voor
het verwijderen van de kap het het installeren van vaste-schijfstations, geheugen en adapters in het desktopmodel.
v “Hoofdstuk 4. Interne opties installeren minitowerbevat instructies voor het
verwijderen van de kap het het installeren van vaste-schijfstations, geheugen en adapters in het minitowermodel.
v “Hoofdstuk 5. Interne opties installeren microtowerbevat instructies voor
het verwijderen van de kap het het installeren van vaste-schijfstations, geheugen en adapters in het microtowermodel.
v “Hoofdstuk 6. De configuratie van de computer bijwerkenbevat instructies
voor het bijwerken van de computerconfiguratie.
v “Bijlage A. Extra beveiligingbevat informatie over het verwijderen van de kap
of componenten bij het computermodel A40p.
v “Bijlage B. De batterij vervangenbeschrijft hoe u de de batterij kunt vervangen
als dit nodig mocht zijn.
v “Bijlage C. Systeemprogrammas bijwerkenbeschrijft wat u moet doet in het
geval dat er fouten optreden bij het bijwerken van het POST/BIOS.
v “Bijlage D. Systeemadrestoewijzingbevat informatie over de adrestoewijzingen
van de computer voor programmeurs.
v “Bijlage E. IRQ- en DMA-kanaaltoewijzingenbevat informatie over de IRQ- en
DMA-toewijzingen.
v “Bijlage F. Kennisgevingen en merkenbevat kennisgevingen en informatie over
merken.
© Copyright IBM Corp. 2000 ix
Informatiebronnen
Deze publicatie bevat instructies voor het installeren van de meeste opties in de NetVista computer. Deze publicatie bevat ook een overzicht van de voorzieningen van de computer en informatie over de plaats van de aansluitingen en het bijwer­ken van de configuratie instellingen.
Raadpleeg Access IBM op het bureaublad voor nadere informatie over de uw computer.
Als u beschikt over Internet-toegang kunt u op Internet de meest recente handboe­ken voor uw computer bekijken. Deze vindt u op:
http://www.ibm.com/pc/support
Typ het machinetype en het modelnummer in het veld Quick Path en klik op Go.
x Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 1. Overzicht
Door hardwareopties in d NetVista computer te installeren kunt u de mogelijkhe­den van de computer eenvoudig uitbreiden. In deze publicatie vindt instructies voor het installeren van externe en interne opties. Raadpleeg bij het toevoegen van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
Dit hoofdstuk bevat een korte inleiding over de opties en voorzieningen die voor de computer beschikbaar zijn. U vindt hier ook belangrijke informatie over vereiste hulpprogrammas, veiligheidsrichtlijnen en apparatuur die gevoelig is voor stati­sche elektriciteit.
Belangrijk
Lees voordat u een optie installeert Veiligheidsvoorschriftenop pagina v. Deze voorzorgsmaatregelen en richtlijnen zorgen dat u veilig kunt werken.
Algemene informatie over het gebruik en het onderhoud van de computer vindt u in Access IBM. Access IBM bevat tevens informatie die u helpt bij het oplossen van problemen en het aanvragen van reparatieservice en andere technische hulp.
Het computermodel vaststellen
Om opties correct te kunnen installeren, moet u het model van de computer weten. Het model van de computer kan het eenvoudigst worden vastgesteld aan de hand van het machinetype/modelnummer. Het machinetype/modelnummer geeft de verschillende voorzieningen van de computer aan, zoals het type microprocessor of het aantal vakken voor stations. Dit nummer staat op het kleine plaatje aan de voorkant van de computer. Een voorbeeld van een machinetype/modelnummer is 6840-110.
Deze publicatie bevat informatie voor het desktopmodel, het minitowermodel en het microtowermodel.
v Het desktopmodel is type 6837. v Het minitowermodel is type 2271, 6840, 6841 of 6847. v Het microtowermodel is type 2251, 6830 of 6831.
Wanneer er onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende modellen, wordt steeds het model genoemd. Wordt er geen model aangegeven, dan is de informatie van toepassing op alle modellen. Op de volgende paginas vindt u een beschrijving van de drie basismodellen.
© Copyright IBM Corp. 2000 1
Desktopmodel
Alle desktopmodellen hebben een diskettestation en een vaste-schijfstation. Som­mige modellen worden geleverd met een CD-ROM-station. De aan/uit-knop bevindt zich links op de voorkant van de computer.
Minitower
Minitowermodellen hebben een diskettestation en een vaste-schijfstation. Sommige modellen worden geleverd met een CD- of DVD-station. De aan/uit-knop bevindt zich rechts op de voorkant van de computer.
2 Handboek voor de gebruiker
Microtower
Microtowermodellen hebben een diskettestation en een vaste-schijfstation. Som­mige modellen worden geleverd met een CD- of DVD-station. De aan/uit-knop bevindt zich rechts op de voorkant van de computer.
Voorzieningen
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen van de computer, de vooraf geïnstalleerde software en de specificaties.
Niet alle modellen beschikken over alle hier genoemde voorzieningen.
Microprocessor
®
Pentium™III microprocessor met 256 kB intern L2-cachegeheugen
Intel
Geheugen
v Ondersteuning van DIMMs (dual inline memory modules) of RIMMs (dual
inline memory modules), afhankelijk van het model. – 3,3 volt, synchroon, 168-pens, ongebufferd, 133 MHz SDRAM-geheugen
(synchronous dynamic random access memory) of RDRAM-geheugen (Ram­bus dynamic random access memory), afhankelijk van het model
– 64, 128 en 256 MB ongebufferd non-parity DIMMs of RIMMs tot maximaal
512 MB
– DIMM- of RIMM-hoogte van 38,1 mm (1.5 inch)
v 512 kB flashgeheugen voor systeemprogrammas
Interne stations
v 3,5-inch diskettestation van 1,44 MB v Intern vaste-schijfstation v EIDE CD-station of DVD-station (bepaalde modellen)
Videocontroller
v Dynamisch-videogeheugentechnologie
Hoofdstuk 1. Overzicht 3
v AGP-adapter (Accelerated graphics port) (bepaalde modellen)
Audiosubsysteem
16-bits geïntegreerd Sound Blaster Pro-compatibel audiosubsysteem
Connectiviteit
v 10/100 Mbps Ethernet-adapter met ondersteuning van Wake on LAN
®
(bepaalde
modellen)
v Modem (bepaalde modellen)
Voorzieningen voor systeembeheer
v RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN (indien er een netwerkadapter geïnstalleerd is die Wake on LAN
ondersteunt)
v Wake on Ring (in het BIOS-configuratieprogramma heet deze voorziening Serial
Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een interne modem)
v Wake on Alarm v Beheer op afstand (de mogelijkheid om POST en BIOS bij te werken via het
netwerk)
v Opstartvolgorde bij automatisch opstarten v System Management (SM) BIOS en software v Mogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de zelftest bij aanzetten
(POST)
Input/output-voorzieningen
v 25-pens ECP/EPP-parallelle poort v Een of twee 9-pens seriële poorten v Vierr 4-pens USB-poorten v PS/2-muispoort v PS/2-toetsenbordpoort v 15-pens beeldschermaansluiting v Drie audioaansluitingen (lijn/hoofdtelefoonuitgang, lijningang en microfoon) v Joystick/MIDI-aansluitingen (bepaalde modellen)
Uitbreidingsmogelijkheden
v Stationsvakken:
Desktopmodel: 4Minitower: 7Microtower: 4
v PCI-uitbreidingssleuven
Desktopmodel: 3Minitower: 5Microtower: 3
v n AGP-uitbreidingssleuf
Voeding
v 155 W of 200 W voedingseenheid met handmatige voltageschakelaar v Automatische instelling invoerfrequentie (50/60 Hz)
4 Handboek voor de gebruiker
v Advanced Power Management v Ondersteuning van ACPI (advanced configuration and power interface)
Beveiligingsvoorzieningen
v Systeemwachtwoord en configuratiewachtwoord v Kap met beveiligingsslot v Mogelijkheid voor het toevoegen van een beugel en een kabel met een slot v Instelbare opstartvolgorde v Opstarten zonder diskettestation, toetsenbord of muis v Werkstand Onbewaakt starten v I/O-besturing diskette en vaste schijf v I/O-besturing van seriële en parallelle poort v Beveiligingsprofiel voor de apparatuur
Door IBM vooraf geïnstalleerde software
Mogelijk is de computer geleverd met vooraf geïnstalleerde software. Deze bestaat uit een besturingssysteem, stuurprogrammas voor de ingebouwde voorzieningen en overige ondersteunende software.
Specificaties
Ondersteunde besturingssystemen
v Microsoft
®
Windows®2000 Professional
v Microsoft Windows NT®Workstation Versie 4.0 met Service Pack 6 v Microsoft Windows 98 SE v Microsoft Windows Millennium Edition (Me) v Novell NetWare Versie 3.2, 4.11, 5.0
Geteste besturingssystemen
1
v Microsoft Windows 95 v DOS 2000 v SCO OpenServer 5.0.2 en hoger v IBM OS/2
®
Warp Connect 3.0
v IBM OS/2 Warp 4.0 v IBM OS/2 LAN Server 3.0 en 4.0 v Linux: Red hat, Caldera, S.U.S.E. en Pacific High Tech v Sun Solaris 2.5.1 of hoger
In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van de NetVista computer. Het desk­topmodel en het microtowermodel heeft drie 32-bits PCI-uitbreidingssleuven, één AGP-sleuf en vier stationsvakken. Het minitowermodel heeft vijf 32-bits PCI­uitbreidingssleuven, één AGP-sleuf en zeven stationsvakken.
1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat onderworpen aan een compatibiliteitstest. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
Hoofdstuk 1. Overzicht
5
Opmerking: Deze computer is gekwalificeerd als een digitaal apparaat van klasse
A of B. Raadpleeg het Naslagboekje voor nadere informatie over deze classificatie.
Fysieke specificaties desktopmodel
Afmetingen
Hoogte: 140 mm (5,5 inch) Breedte: 425 mm (16,7 inch) Diepte: 425 mm (16,7 inch)
Gewicht
Minimumconfiguratie bij levering: 9,4 kg Maximumconfiguratie: 11,3 kg
Omgevingsvoorwaarden
Luchttemperatuur:
Systeem aan: 10° tot 35° C Systeem uit: 10° to 43° C
Maximumhoogte: 2134 m
Opmerking: De maximumhoogte van 2134 m is de maximumhoogte waarbij de opgegeven lucht­temperatuur van toepassing is. Wanneer deze hoogte wordt overschreden, zal de lucht­temperatuur lager zijn dan de opgegeven tempera­tuur.
Luchtvochtigheid:
Systeem aan: 8% tot 80% Systeem uit 8 tot 80%
Elektrische invoer
Invoerspanning:
Laag:
Minimum: 90 V Maximum: 137 V Invoerfrequentie: 57–63 Hz Instelling voltageschakelaar: 115 V
Hoog:
Minimum: 180 V Maximum: 265 V Invoerfrequentie: 47–53 Hz Instelling voltageschakelaar: 230 V
Opgenomen vermogen (bij benadering):
Minimumconfiguratie bij levering: 0,08 kWatt Maximumconfiguratie: 0,30 kWatt
Warmte-afgifte (bij benadering):
Minimumconfiguratie: 75 watt Maximumconfiguratie: 207 watt
Luchtverplaatsing
Ongeveer 0,5 kubieke meter per minuut
Geluidsniveau
Gemiddelde geluidsproductie:
Op de werkplek:
Niet actief: 38 dBA In bedrijf: 43 dBA
Op één 1 meter
Niet actief: 33 dBA In bedrijf: 37 dBA
Gedeclareerde geluidslimiet:
Niet actief: 4,8 bels In bedrijf: 5,1 bels
Opmerking: Het geluidsniveau werd vastgesteld in een gecontroleerde omgeving volgens de procedures van American National Standards Institute (ANSI) S12.10 en ISO 7779 en voldoet aan ISO 9296. De werkelijke geluidsniveaus kunnen de hier genoemde waarden overtreffen als gevolg van reflecterend geluid en andere geluidsbronnen. Het gedeclareerde geluidsniveau is een limiet; bij de meeste computers blijft het geluidsniveau onder deze waarde.
Opmerking: Stroomverbruik en warmte-afgifte kun­nen variëren en zijn afhankelijk van het aantal en het soort geïnstalleerde optionele voorzieningen en de gebruikte optionele voorzieningen voor energiebeheer.
6 Handboek voor de gebruiker
Fysieke specificaties minitowermodel
Afmetingen
Hoogte: 165 mm Breedte: 445 mm Diepte: 499 mm
Gewicht
Minimumconfiguratie bij levering: 14 kg Maximumconfiguratie: 17,3 kg
Omgevingsvoorwaarden
Luchttemperatuur:
Systeem aan: 10° tot 35° C Systeem uit: 10° to 43° C
Maximumhoogte: 2134 m Opmerking: De maximumhoogte van 2134 m is de maximumhoogte waarbij de opgegeven lucht­temperatuur van toepassing is. Wanneer deze hoogte wordt overschreden, zal de lucht­temperatuur lager zijn dan de opgegeven tempera­tuur.
Luchtvochtigheid:
Systeem aan: 8% tot 80% Systeem uit 8 tot 80%
Elektrische invoer
Invoerspanning:
Laag:
Minimum: 90 V Maximum: 137 V Invoerfrequentie: 57–63 Hz Instelling voltageschakelaar: 115 V
Hoog:
Minimum: 180 V Maximum: 265 V Invoerfrequentie: 47–53 Hz Instelling voltageschakelaar: 230 V
Opgenomen vermogen (bij benadering):
Minimumconfiguratie bij levering: 0,08 kWatt Maximumconfiguratie: 0,3 kVA
Warmte-afgifte (bij benadering):
Minimumconfiguratie: 75 watt Maximumconfiguratie: 940 275 watt)
Luchtverplaatsing
Ongeveer 0,34 kubieke meter per minuut
Geluidsniveau
Gemiddelde geluidsproductie:
Op de werkplek:
Niet actief: 38 dBA In bedrijf: 43 dBA
Op één 1 meter
Niet actief: 33 dBA In bedrijf: 37 dBA
Gedeclareerde geluidslimiet:
Niet actief: 4,8 bels In bedrijf: 5,1 bels
Opmerking: Het geluidsniveau werd vastgesteld in een gecontroleerde omgeving volgens de procedures van American National Standards Institute (ANSI) S12.10 en ISO 7779 en voldoet aan ISO 9296. De werkelijke geluidsniveaus kunnen de hier genoemde waarden overtreffen als gevolg van reflecterend geluid en andere geluidsbronnen. Het gedeclareerde geluidsniveau is een limiet; bij de meeste computers blijft het geluidsniveau onder deze waarde.
Opmerking: Stroomverbruik en warmte-afgifte kun­nen variëren en zijn afhankelijk van het aantal en het soort geïnstalleerde optionele voorzieningen en de gebruikte optionele voorzieningen voor energiebeheer.
Hoofdstuk 1. Overzicht 7
Fysieke specificaties microtowermodel
Afmetingen
Hoogte: 140 mm (5,5 inch) Breedte: 425 mm (16,7 inch) Diepte: 425 mm (16,7 inch)
Gewicht
Minimumconfiguratie bij levering: 9,4 kg Maximumconfiguratie: 11,3 kg
Omgevingsvoorwaarden
Luchttemperatuur:
Systeem aan: 10° tot 35° C Systeem uit: 10° tot 43° C
Maximumhoogte: 2134 m Opmerking: De maximumhoogte van 2134 m is de maximumhoogte waarbij de opgegeven lucht­temperatuur van toepassing is. Wanneer deze hoogte wordt overschreden, zal de lucht­temperatuur lager zijn dan de opgegeven tempera­tuur.
Luchtvochtigheid:
Systeem aan: 8% tot 80% Systeem uit 8 tot 80%
Elektrische invoer
Invoerspanning:
Laag:
Minimum: 90 V Maximum: 137 V Invoerfrequentie: 57–63 Hz Instelling voltageschakelaar: 115 V
Hoog:
Minimum: 180 V Maximum: 265 V Invoerfrequentie: 47–53 Hz Instelling voltageschakelaar: 230 V
Opgenomen vermogen (bij benadering):
Minimumconfiguratie bij levering: 0,08 kWatt Maximumconfiguratie: 0.3 kVA
Warmte-afgifte (bij benadering):
Minimumconfiguratie: 75 watt Maximumconfiguratie: 207 watt
Luchtverplaatsing
Ongeveer 0,5 kubieke meter per minuut
Geluidsniveau
Gemiddelde geluidsproductie:
Op de werkplek:
Niet actief: 38 dBA In bedrijf: 43 dBA
Op één 1 meter
Niet actief: 33 dBA In bedrijf: 37 dBA
Gedeclareerde geluidslimiet:
Niet actief: 4,8 bels In bedrijf: 5,1 bels
Opmerking: Het geluidsniveau werd vastgesteld in een gecontroleerde omgeving volgens de procedures van American National Standards Institute (ANSI) S12.10 en ISO 7779 en voldoet aan ISO 9296. De werkelijke geluidsniveaus kunnen de hier genoemde waarden overtreffen als gevolg van reflecterend geluid en andere geluidsbronnen. Het gedeclareerde geluidsniveau is een limiet; bij de meeste computers blijft het geluidsniveau onder deze waarde.
Opmerking: Stroomverbruik en warmte-afgifte kun­nen variëren en zijn afhankelijk van het aantal en het soort geïnstalleerde optionele voorzieningen en de gebruikte optionele voorzieningen voor energiebeheer.
8 Handboek voor de gebruiker
Beschikbare opties
Enkele beschikbare opties: v Externe opties
Parallelle apparaten, zoals printers en externe stationsSeriële apparaten, zoals externe modems en digitale camerasAudioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteemUSB-apparaten, zoals printers en scannersBeveiligsbeugelBeeldscherm
v Interne opties
Systeem geheugen
Adapters
Interne stations
- Dual in-line memory modules (DIMMs)
- Rambus in-line memory modules (RIMMs)
- PCI-adapters (peripheral component interconnect)
- AGP-adapters (accelerated graphics port)
- CD- of DVD-station -station
- Vaste schijf
- Diskettestations en andere station voor verwisselbare media
Op de volgende webpaginas vindt u de meest recente informatie over de beschik­bare opties:
v http://www.ibm.com/pc/us/options/ v http://www.ibm.com/pc/support/
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen:
v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-465-7999. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM-
vertegenwoordiger.
Benodigd gereedschap
Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig. Bij een aantal opties is hiervoor ook nog ander gereedschap vereist. Raad­pleeg de instructies bij de optie.
Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit
Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen.
Als u een optie installeert, maak de antistatische verpakking ervan dan nooit open voordat de installatieaanwijzingen u hiertoe opdracht geven.
Neem bij het omgaan met opties en computeronderdelen de volgende voorzorgs­maatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen:
v Beweeg zo min mogelijk. Door beweging kan er statische elektriciteit ontstaan.
Hoofdstuk 1. Overzicht 9
v Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters en geheugenmodules bij de
randen vast. Raak nooit onbeschermde elektronische componenten aan.
v Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking
met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
v Installeer zo mogelijk de optie direct in de computer zonder deze neer te leggen.
Als u de optie neer moet leggen nadat u deze uit de verpakking hebt gehaald, leg hem dan op de antistatische verpakking op een horizontaal vlak.
v Leg de optie niet op de kap van de computer of op een metalen oppervlak.
10 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 2. Externe opties installeren
In dit hoofdstuk worden de externe aansluitingen van de computer beschreven, waarop u externe opties kunt aansluiten, zoals externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor sommige externe opties moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie toevoegt, kunt u in dit hoofdstuk vinden werken aanslui­ting u moet gebruiken. Met behulp van de instructies die bij de optie zijn geleverd, kunt u vervolgens de optie aansluiten en de vereiste stuurprogrammas installeren.
Belangrijk
Raadpleeg Veiligheidsvoorschriftenop pagina v voordat u een optie instal­leert of verwijdert. Deze voorzorgsmaatregelen en richtlijnen zorgen dat u veilig kunt werken.
De plaats van de aansluitingen aan de voorkant van de computer
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van het desktopmodel bevinden.
1 Hoofdtelefoonaansluiting voor CD-ROM 2 Voorste USB-aansluiting 1 3 Voorste USB-aansluiting 2
© Copyright IBM Corp. 2000 11
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van het minitowermodel bevinden.
1 Hoofdtelefoonaansluiting voor CD-ROM 2 Voorste USB-aansluiting 1 3 Voorste USB-aansluiting 2
12 Handboek voor de gebruiker
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van het microtowermodel bevinden.
1 Hoofdtelefoonaansluiting voor CD-ROM 2 Voorste USB-aansluiting 1 3 Voorste USB-aansluiting 2
Hoofdstuk 2. Externe opties installeren 13
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de computer
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van het desktopmodel bevinden. Mogelijk beschikt uw computer niet over alle afgebeelde aansluitingen.
2
1
1 Voedingsaansluiting 9 Audio-uitgang 2 Muisaansluiting 10 Audio-ingang 3 USB-aansluiting 2 11 Microfoonaansluiting 4 Parallelle poort 12 Seriële poort 2 5 PCI-aansluiting 1 13 Seriële poort 1 6 PCI-aansluiting 2 14 USB-aansluiting 1 7 Ethernet-aansluiting 15 Toetsenbordaansluiting 8 Beeldschermaansluiting (AGP-adapter)
Opmerking: De meeste aansluitingen op de achterkant van de computer zijn
voorzien van een pictogram met een kleurcode. Dit vereenvoudigt het aansluiten van de kabels.
14 Handboek voor de gebruiker
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de minitovermodel type 2271, 6840 en 6841. Mogelijk beschikt uw computer niet over alle afgebeelde aansluitingen.
112
2
1 Voedingsaansluiting 8 Beeldschermbeeldscherm 2 Muisaansluiting 9 Microfoonaansluiting 3 Toetsenbordaansluiting 10 Audio-ingang 4 USB-aansluiting 1 11 Audio-uitgang 5 USB-aansluiting 2 12 Seriële poort 2 6 Seriële poort 1 13 AGP-beeldschermaansluiting 7 Parallelle poort 14 PCI-sleuven
Opmerking: De meeste aansluitingen op de achterkant van de computer zijn
voorzien van een pictogram met een kleurcode. Dit vereenvoudigt het aansluiten van de kabels.
Hoofdstuk 2. Externe opties installeren 15
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de minitovermodel type 6847. Mogelijk beschikt uw computer niet over alle afgebeelde aansluitingen.
112
2
1 Voedingsaansluiting 8 Seriële poort 2 2 Muisaansluiting 9 Microfoonaansluiting 3 Toetsenbordaansluiting 10 Audio-ingang 4 USB-aansluiting 1 11 Audio-uitgang 5 USB-aansluiting 2 12 AGP-beeldschermaansluiting 6 Seriële poort 1 13 PCI-sleuven 7 Parallelle poort
Opmerking: De meeste aansluitingen op de achterkant van de computer zijn
voorzien van een pictogram met een kleurcode. Dit vereenvoudigt het aansluiten van de kabels.
16 Handboek voor de gebruiker
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van het microtovermodel bevinden. Mogelijk beschikt uw computer niet over alle afgebeelde aansluitingen.
1
1
2
2
1 Muisaansluiting 8 Microfoonaansluiting 2 Toetsenbordaansluiting 9 Audio-ingang 3 USB-aansluiting 2 10 Audio-uitgang 4 USB-aansluiting 1 11 Seriële poort 2 5 Seriële poort 1 12 SVGA-beeldschermaansluiting (AGP-adapter) (bepaalde modellen) 6 Parallelle poort 13 DVI-beeldschermaansluiting (AGP-adapter) (bepaalde modellen) 7 Beeldschermaansluiting
Opmerking: De meeste aansluitingen op de achterkant van de computer zijn
voorzien van een pictogram met een kleurcode. Dit vereenvoudigt het aansluiten van de kabels.
Hoofdstuk 2. Externe opties installeren 17
Aansluiting Beschrijving
Muis aansluiting Hierop kunt u een muis, trackball of een ander aanwijsapparaat aansluiten dat
geschikt is voor een muisaansluiting.
Toetsenbord aansluiting Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een toetsenbord-
aansluiting.
USB-aansluitingen Hierop kunt u een apparaat aansluiten waarvoor een USB-aansluiting (Universal
Serial Bus) vereist is, bijvoorbeeld een USB-scanner of een USB-printer. Als u meer dan vier USB-apparaten hebt, kunt u een USB-hub aanschaffen om extra USB­apparaten aan te sluiten.
Seriële aansluitingen Hierop sluit u een externe modem, seriële printer of een ander apparaat aan dat
gebruik maakt van een 9-pens seriële aansluiting.
Parallelle poort Hierop kunt u een parallelle printer, parallelle scanner of een ander apparaat
aansluiten waarvoor een 25-pens parallelle aansluiting vereist is.
Beeldschermaansluiting Hierop kunt u een beeldscherm aansluiten. Sommige modellem hebben twee
beeldschermaansluitingen. Eén aansluiting bevindt zich op de systeemplaat en som­mige modellen hebben AGP-adapter met een beeldschermaansluiting. De AGP­adapter ondersteunt een DVI-beeldscherm, een SVGA-beeldscherm of beide.
Microfoonaansluiting Hiermee kunt u een microfoon aansluiten op de computer als u geluid wilt opnemen
of als u wilt werken met spraakherkenningssoftware.
Audiolijnuitgang Hiermee kunt u audiosignalen ontvangen van een extern audioapparaat, zoals een
stereosysteem. Als u een extern audioapparaat aansluit, verbindt u de audiolijnuitgang van het apparaat met een kabel met de audiolijningang van de computer.
Audiolijnuitgang Via deze uitgang worden audiosignalen van de computer verzonden naar externe
apparaten, zoals actieve stereo luidsprekers (luidsprekers met ingebouwde versterker), hoofdtelefoon, multimediatoetsenborden of de audiolijningang van een stereosysteem of een ander extern opnameapparaat. Opmerking: De interne luidspreker van de computer is uitgeschakeld als er externe luidsprekers zijn aangesloten op de audiolijnuitgang van de computer.
High-performance video-adapter
Sommige modellen worden geleverd met een high-performance AGP-videoadapter.
18 Handboek voor de gebruiker
Loading...
+ 74 hidden pages