Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk.
•
De lens, de LCD-monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij
gebruik onder de volgende omstandigheden.
Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet
wordt opgenomen.
– Het toestel laten vallen of er tegen stoten.
– Hard duwen op de lens of op de LCD-monitor.
• Tijdens het dragen, of tijdens het gebruik van de afspeelfunctie, dient
u er zeker van te zijn dat de lens in de opgeborgen stand staat, met
aangebrachte lensdop.
• Soms produceert het toestel ratelgeluiden of trillingen, hetgeen te
wijten is aan de beweging van het diafragma, de zoom en de motor. Ze
duiden niet op een defect.
Dit toestel is niet stof-/druppel-/waterbestendig.
Vermijd het dit toestel te gebruiken op plaatsen waar veel stof,
water, zand enz., aanwezig is.
Vloeistoffen, zand en andere substanties kunnen in de ruimte rondom de
•
lens, de knoppen, enz., terechtkomen. Let bijzonder goed op omdat dit niet
alleen storingen kan veroorzaken, maar het toestel ook onherstelbaar kan beschadigen.
– Plaatsen met veel zand of stof.
– Plaatsen waar water in contact kan komen met dit apparaat zoals wanneer u het gebruikt op een
regenachtige dag of op het strand.
∫ Over condensvorming (als de lens of de zoeker bewasemd zijn)
•
Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid
wijzigt. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of
storing veroorzaakt.
• Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze gedurende
2 uur uit laten staan. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer
de temperatuur van het toestel in de buurt komt van de kamertemperatuur.
- 6 -
Voor Gebruik
Doel van Levering/Accessoires
∫ Doel van Levering∫ Accessoires
Bestellingsnr.Bestellingsnr.
Oplaadbare batterij
BP-DC12-E
BP-DC12-U
Batterijoplader
BC-DC12-E
BC-DC12-U
Hoofdkabel
EU
UK
AUS
TW
CN
KR
Schouderriem423-094.001-014
Lensbescherming423-111.001-015
Lensdop met koord423-111.001-018
CD met instr. PDF’s423-111.001-016
USB-kabel423-106.001-010
AV-kabel423-105.001-010
Knoppenmodel voor
Canada / Taiwan
Korte instructies93 483 -486
Garantiekaart439-399.100-026
18 728
18 729
423-111.001-012
423-111.002-010
423-111.001-006
423-111.001-007
423-068.801-023
423-111.001-009
423-111.001-010
423-111.001-008
(levering verschilt
afhankelijk van de
markt)
423-111.001-025/-026
(alleen met camera
modellen 18 191 /
18 192)
(levering verschilt
afhankelijk van de
markt)
Klein systeemkastje18 746
Leica CF 22
Flitseenheid
HDMI-minikabel14 491
Tafelstatief14 100
Bal en Aansluitingskop 14 110
18 694
Aantekeningen:
• Kaarten zijn optioneel. U kunt opnamen maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u
geen kaart gebruikt.
• Controleer dat alle voorwerpen die tot het doel van levering behoren er zijn voordat u de camera
gebruikt.
• De voorwerpen en hun vorm zouden kunnen verschillen afhankelijk van het land of gebied waar de
camera aangeschaft is.
• Bewaar kleine onderdelen op een veilige plaats waar kinderen niet bij kunnen.
• Gooit u a.u.b. alle verpakking op gepaste wijze weg.
De LCD-monitor is op het ogenblik van de aankoop van de camera in de body van de camera
geduwd. Draai de LCD-monitor naar buiten, zie hieronder.
1 Open de LCD-monitor. (Maximaal 180o)
2 Deze kan 180o vooruit gedraaid worden.
3 De monitor terugzetten in zijn originele positie.
Draai de LCD-monitor pas nadat u deze voldoende geopend heeft, en let erop geen
•
excessieve kracht te gebruiken aangezien deze beschadigd kan worden.
• De AF-lamp niet met uw vingers of andere voorwerpen bedekken.
∫ Opnamen maken op een hoge hoek
•
Dit is handig wanneer er iemand voor u staat en u kunt niet dichter bij het onderwerp komen.
• Het kan alleen 90o naar u toe gedraaid worden.
∫ Opnamen maken op een lage hoek
•
Dit is handig wanneer u opnamen maakt van bloemen enz. die laag bij de grond staan.
• Het kan 180o naar voren gedraaid worden.
- 10 -
Voor Gebruik
A
Aantekening
•
Pas op want dit apparaat zou krassen kunnen krijgen als u de LCD-monitor draait zonder de
LCD-monitor geheel te openen.
• Wanneer u de LCD-monitor niet gebruikt wordt het aangeraden dat u deze sluit met het scherm naar
binnen geklapt om vuil en krassen te voorkomen.
• Houd u er rekening mee dat een werkgeluid opgenomen kan worden als u bewegende beelden
opneemt terwijl de LCD-monitor gedraaid is.
Zoeker
∫ Overschakelen van LCD-monitor naar zoeker
Druk op [EVF/LCD].
Het schakelen via de [EVF/LCD]-knop zal behouden worden
•
zelfs wanneer de stroom van dit toestel uitgeschakeld wordt.
∫ Diopter afstellen
Kijk naar de zoeker en draai de diopterstelring daar waar het
scherm het lichtst is.
A Diopterinstelring
- 11 -
Voor Gebruik
Cursorknoppen/[MENU/SET] knop
Cursorknop:
Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit.
[MENU/SET] knop:
De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd.
Dit handleiding geeft de op-, neer-, links- en rechtsbeweging van de cursorknop als volgt weer, of als
•
3/4/2/1.
bijv.: Wanneer u op de 4 (neer) knopdrukt
ofDruk op 4
Functieknop achterop
Er zijn 2 handelingen die u moet uitvoeren bij het gebruiken van de functieknop achterop, deze
dient links- of rechtsom gedraaid te worden en vervolgens moet deze voor het beslissen
ingedrukt worden.
Draaien:
De selectie van items of de instelling van waarden wordt uitgevoerd tijdens de diverse
instellingen.
Indrukken:
Handelingen die hetzelfde zijn als die van de [MENU/SET]-knop, zoals het vaststellen
van instellingen, enz., worden tijdens de verschillende instellingen uitgevoerd.
Functieknop achterop wordt als volgt beschreven in deze handleiding.
•
bijv.: Naar links of rechts draaienbijv.: De functieknop achterop indrukken
- 12 -
Voorbereiding
A
De lensdop/schouderriem vastmaken
∫ Bevestiging van de lensdop
•
Als u de camera uitzet of vervoert, maakt u lensdop erop vast om het lensoppervlak te beschermen.
Steek het riempje door de opening op de camera.
1
Steek hetzelfde
2
riempje door de
opening op de
lensdop.
Bevestig de lensdop.
3
• Dit toestel niet ophangen of ermee zwaaien.
• Wees er zeker van dat de lensdop losgemaakt is als u
het toestel inschakelt.
• Zorg ervoor dat het koord van de lensdop niet met de
schouderriem verward raakt.
∫ Het bevestigen van de Schouderriem
•
We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het vallen
ervan tegen te gaan.
Steek de schouderriem door de opening in de ring
1
van de schouderriem.
Steek de schouderriem door de stopgesp en maak
2
de schouderriem vast.
A Trek de schouderriem 2cm of meer aan.
• Maak de schouderriem vast aan de andere kant van de camera
maar zonder de riem te verdraaien.
- 13 -
Voorbereiding
A
Bevestiging van de lenskap
Bij fel zonlicht of fel achtergrondlicht zal de lensbescherming de effecten van lens flare en
ghosting minimaliseren. De lenskap houdt het overtollige licht tegen en verbetert de
beeldkwaliteit en moet daarom voor de meeste fotografische omstandigheden gemonteerd
blijven (uitzonderingen: zie verderop).
•
Controleer dat het toestel uitstaat.
• Sluit de flits.
Steek de lenskap in de lens, met de korte zijde
1
uitgelijnd op de onderkant van het toestel zelf.
• Houd de lenskap niet vast zodat deze vervormd raakt of buigt.
Draai de lenskap in de richting van de pijl.
2
U voelt misschien wat stijfheid vlak voordat het
3
merkteken bereikt wordt. Ga echter door met het
draaien van de lenskap richting A waar de
merktekens op elkaar uitgelijnd staan.
(De lenskap zal stoppen met een “klik”.)
• Controleer of de lenskap stevig vastgezet is en niet op het beeld
verschijnt.
Aantekening
•
Als u flitsopnamen maakt terwijl de lenskap op de camera zit, kan het onderste gedeelte van de foto
donker worden (vignetteneffect) en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt door de
lenskap. Verwijder in dit geval de lenskap.
• Als u de lenskap tijdelijk losmaakt en meeneemt, bevestig de lenskap dan in omgekeerde richting op
de lens.
- 14 -
Voorbereiding
90°
Opladen van de Batterij
∫ Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken in
omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit
soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te voldoen aan de
eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze
batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. Houd u er rekening mee dat
Leica Camera AG niet aansprakelijk is voor ongeacht welke ongelukken of defecten
die optreden als gevolg van het gebruik van een niet originele batterij. Om er zeker
van te zijn dat veilige producten gebruikt worden, adviseren wij u dringend om alleen
de Leica batterij BP-DC12 te gebruiken (P7).
•
Gebruik hiervoor de lader en de batterij.
Opladen
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
• Laad de batterij binnenshuis op met de lader.
• Er wordt aanbevolen de batterij te laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10oC en 30oC
(dezelfde temperatuur als de batterijtemperatuur).
Steek de batterij in de goede richting.
1
• De aansluitingen dienen naar de contacten van de
oplader gericht te zijn en het Leica-logo dient naar
boven toe gericht te zijn.
Sluit de lader aan op het elektrische
2
stopcontact.
• Het [CHARGE] lampje A gaat branden en het laden
begint.
Plug-in-type
Inlaattype
- 15 -
Voorbereiding
∫ Over het [CHARGE] lampje
Het [CHARGE] lampje wordt ingeschakeld:
Het [CHARGE] lampje is tijdens het laden ingeschakeld.
Het [CHARGE] lampje gaat uit:
Het [CHARGE] lampje zal uitgaan als het laden zonder problemen voltooid is. (Sluit de lader af
van het stopcontact en verwijder de batterij als het laden geheel klaar is.)
Als het [CHARGE] lampje knippert
•
– De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te laden
bij een omgevingstemperatuur tussen 10oC en 30oC.
– De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
∫ Oplaadtijd: ongeveer 140 min
•
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De oplaadtijd
kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de batterij in hete/
koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer kunnen zijn dan
anders.
∫ Batterijaanduiding
De batterijaanduiding wordt op het beeldscherm weergegeven.
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. (De stroomlamp
•
knippert ook) Laad de batterij op of vervang deze met een geheel opgeladen batterij.
Aantekening
•
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden
door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm
tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het wordt
niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog helemaal
opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
- 16 -
Voorbereiding
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
∫ Opnemen van stilstaande beelden (met gebruik van de LCD-monitor)
Aantal beeldenongeveer 540 beelden
opnametijdongeveer 270 min
(Met CIPA-standaard in
programma-AE-functie)
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
•
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Temperatuur: 23oC/Vochtigheid: 50% RH wanneer de LCD-monitor aan staat.
• Met een SD-geheugenkaart (32MB).
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator
ingesteld is op [ON].)
• Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Wide of andersom zetten bij elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen afgekoeld
zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de
pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af.
(Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal
beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die
hierboven gegeven wordt.)
- 17 -
Voorbereiding
∫ Maken van bewegende beelden (wanneer u de LCD-monitor gebruikt)
(Opnemen terwijl de beeldkwaliteit
Opneembare tijdongeveer 160 minongeveer 200 min
Huidige opnametijdongeveer 80 minongeveer 100 min
Deze tijden gelden voor een omgevingstemperatuur van 23oC en een vochtigheid van 50% RH.
•
Gelieve erop letten dat deze tijden bij benadering gelden.
[AVCHD]
(Opnemen terwijl de beeldkwaliteit
op [PSH] staat)
[MP4]
op [FHD] staat)
• De huidige opneembare tijd is de tijd die voor de opname beschikbaar is als handelingen, zoals het
in- en uitschakelen van dit toestel, het starten/stoppen van de opname, de bediening van de zoom,
enz. herhaald worden.
• Met cameramodel 18 190:
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [AVCHD] is 29 minuten en .
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [MP4] bedraagt 29 minuten en of tot 4GB.
U kunt de opneembare tijd op het scherm controleren (voor [FHD] in het [MP4]-formaat is het
bestandformaat groot en zal de opneembare tijd ingekort worden tot minder dan 29 minuten en.)
• Met cameramodellen 18 191 / 18 192:
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [MP4] bedraagt 29 minuten en of tot 4GB.
U kunt de opneembare tijd op het scherm controleren (voor [FHD] in het [MP4]-formaat is het
bestandformaat groot en zal de opneembare tijd ingekort worden tot minder dan 29 minuten en.)
∫ Terugspelen (wanneer u de LCD-monitor gebruikt)
Terugspeeltijdongeveer 440 min
Aantekening
•
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de omgeving
en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te maken
beelden verminderd.
– In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.
– Wanneer u [LCD mode] gebruikt.
– Als [Live View Modus] op [NORMAL] staat.
– Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is,
zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
- 18 -
Voorbereiding
B
De kaart /batterij in het toestel doen en eruit halen
• Schakel dit toestel uit en bevestig dat de lenscilinder ingetrokken is.
• Sluit de flits.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting van de
1
pijl en open de batterij/kaartklep.
• Gebruik alleen de Leica-batterij BP-DC12 (P7).
• Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de
kwaliteit van dit product niet.
Plaats batterij en kaart.
2
Controleer of ze in de correcte richting
geplaatst worden.
Batterij: duw de batterij naar binnen tot deze
door hendel A geblokkeerd wordt. Om de
batterij uit te nemen duwt u deze hendel in de
richting van de pijl.
Kaart: duw de kaart omlaag tot hij op zijn
plaats klikt. Om de kaart uit te nemen, duwt u
hem verder omlaag tot hij klikt waarna u hem
rechtop wegneemt.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet
aanraken.
1: Sluit de kaart/batterijklep.
3
2: Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl.
Aantekening
•
Verwijder de batterij na gebruik. (Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.)
• Verwijder de kaart of batterij nadat dit toestel uitgeschakeld is, met het stroomlampje volledig uit en
de lenscilinder volledig ingetrokken (het toestel kan misschien niet correct werken of de kaart of de
opgenomen inhouden kunnen beschadigd geraakt zijn).
- 19 -
Voorbereiding
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat.
Wanneer er geen kaart
ingedaan is
Wanneer er een kaart ingedaan is
Er kunnen beelden gemaakt op het ingebouwde geheugen en
deze kunnen afgespeeld worden.
Er kunnen beelden gemaakt op de kaart en deze kunnen
afgespeeld worden.
• Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
>ð (toegangsaanduiding
k
• Als u de kaart gebruikt
(toegangslampje
¢ De kaartaanduiding wordt rood weergegeven als er opnames op het interne
geheugen (of de kaart) worden gemaakt.
¢
)
¢
)
Ingebouwd geheugen
• U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P166)
• De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
Geheugengrootte ongeveer 70MB
- 20 -
Voorbereiding
2
Kaart
De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt worden
met dit toestel.
SD-geheugenkaart
(8MB tot 2GB)
SDHC-geheugenkaart
(4GB tot 32GB)
Opmerkingen
• Gebruik een kaart met SD-snelheidsklassen
of hoger wanneer u bewegende beelden opneemt.
• De SDHC-geheugenkaart kan gebruikt worden met uitrustingen
die compatibel zijn met SDHC-geheugenkaarten of
SDXC-geheugenkaarten.
• SDXC-geheugenkaarten kunnen alleen gebruikt worden met
uitrustingen die compatibel zijn met SDXC-geheugenkaarten.
¢
met “Klasse 4”
• Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn
SDXC-geheugenkaart
(48GB tot 64GB)
wanneer u de SDXC-geheugenkaarten gebruikt.
• Dit toestel is compatibel met UHS-I standaard SDHC/
SDXC-geheugenkaarten.
• Alleen de kaarten met de links vermelde capaciteit kunnen
gebruikt worden.
¢ SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven. Controleer dit op het etiket
op de kaart, enz.
b.v.:
Aantekening
Zet de camera niet uit en verwijder de batterij of kaart ervan niet wanneer de
•
toegangsaanduiding brandt (wanneer er beelden geschreven, gelezen of gewist worden of
het interne geheugen of de kaart geformatteerd worden). Verder de camera niet blootstellen
aan vibratie, stoten of statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat zou
niet langer normaal kunnen werken.
Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie opnieuw
uitvoeren.
• Schrijfbescherming-schakelaar A voorzien: Wanneer deze schakelaar op de [LOCK]
positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of formattering mogelijk.
Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te formatteren wordt hersteld
wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn originele positie.
• De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of
verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het
toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel
zelf zodat er niets kan mislopen. (P65)
•
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart inslikken.
- 21 -
Voorbereiding
313
0+3
A
R
1m41
s
R
1m41
s
0+3
B
Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd
∫ Over de weergave van het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd
•
Men kan tussen de weergave van het aantal opneembare beelden en de weergave van de
beschikbare opnametijd schakelen in [Restaanduid.] (P58) in het [Set-up] menu.
A Aantal opnamen
B Beschikbare opnametijd
• Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering. (Ze wijzigen afhankelijk
van de opnamecondities en het kaarttype.)
• Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd variëren afhankelijk van de
onderwerpen.
∫ Aantal opnamen
•
[i99999] wordt weergegeven als er meer dan 100.000 foto’s gemaakt kunnen worden.
• Beeldverhouding [X], Kwaliteit [A]
Ingebouwd
[Fotoresolutie]
12M13380626012670
5M (EZ)246501062021490
0,3M (EZ)38010050162960247150
geheugen
(ongeveer 70MB)
2GB32GB64GB
- 22 -
Voorbereiding
∫ Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen)
•
“h” is een afkorting voor uur, “m” voor minuut en “s” voor seconde.
De opneembare tijd is de totale tijd van alle films die opgenomen zijn.
• Met cameramodel 18 190:
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [AVCHD] is 29 minuten en .
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [MP4] bedraagt 29 minuten en of tot 4GB.
U kunt de opneembare tijd op het scherm controleren (voor [FHD] in het [MP4]-formaat is het
bestandformaat groot en zal de opneembare tijd ingekort worden tot minder dan 29 minuten en.)
• Met cameramodellen 18 191 / 18 192:
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [MP4] bedraagt 29 minuten en of tot 4GB.
U kunt de opneembare tijd op het scherm controleren (voor [FHD] in het [MP4]-formaat is het
bestandformaat groot en zal de opneembare tijd ingekort worden tot minder dan 29 minuten en.)
• De maximaal beschikbare continue opnametijd wordt op het beeldscherm weergegeven.
- 23 -
Voorbereiding
1
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
• De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Zet het toestel aan.
1
• De stroomlamp 1 gaat branden wanneer u dit apparaat aanzet.
• Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, overgaan op stap 4.
Op [MENU/SET] drukken.
2
Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET].
3
Op [MENU/SET] drukken.
4
Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand,
5
dag, uur, minuut, displayvolgorde afbeelden of
formaat tijddisplay) te selecteren en dan op
3/4 drukken om in te stellen.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
De instelling van de klok kan gewist worden door op
•
[] te drukken.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
6
Op [MENU/SET] drukken.
7
- 24 -
Voorbereiding
De klokinstelling veranderen
Selecteer [Klokinst.] in het [Opname] of [Set-up]-menu en druk op 1. (P49)
•
Deze kan veranderd worden in stappen 5 en 6 om de klok in te stellen.
• De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde klokbatterij
zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten gedurende 24 uur om de
ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
•
Als de klok niet ingesteld is, kan de correcte datum niet afgedrukt worden als u een fotostudio
opdracht geeft om de foto af te drukken, of als u de datum op de beelden wilt afdrukken met
[Datum afdr.] (P140) of [Tekst afdr.] (P155).
• Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op het
scherm van de camera wordt weergegeven.
- 25 -
Voorbereiding
AB
Tips om mooie opnamen te maken
Het toestel voorzichtig vasthouden met beide
handen, armen stil houden en uw benen een
beetje spreiden.
• Zorg ervoor dat u de flitser, de AF-assistlamp A de
microfoon B, de luidspreker, de lens, enz., niet met uw
vingers aanraakt.
• Pas op de luidspreker niet te bedekken met uw vinger. Dat
zou het geluid moeilijk hoorbaar kunnen maken. (P9)
• Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
• Wanneer u beelden maakt, ervoor zorgen dat u stabiel
staat en dat er geen gevaar is van het tegen iemand of
iets, enz. aan stoten.
• Houd de body van de lens niet vast wanneer u
fotografeert. U loopt het risico dat uw vinger komt vast te
zitten wanneer de lens ingetrokken wordt.
∫ Richtingfunctie ([Lcd roteren])
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid)
afgespeeld. (Alleen wanneer [Lcd roteren](P64) ingesteld is)
Als het toestel verticaal gehouden wordt en omhoog en omlaag gekanteld wordt om beelden op te
•
nemen, kan het zijn dat de functie voor richtingsdetectie niet correct werkt.
• Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
• U kunt 3D-beelden niet verticaal opnemen.
MIC
REMOTE
MIC
REMOTE
Golfstoring (camerabeweging)
Wanneer de waarschuwing m.b.t. het bewegen van de camera [] verschijnt, gebruik dan
[Stabilisatie] (P136), een statief of de zelfontspanner (P80).
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
•
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit
geval het gebruik van een statief aan.
– Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect
– [Nachtportret]/[Nachtl.schap] (Scènemodus)
– Als de sluitertijd langzamer wordt in [Korte sluitert.]
- 26 -
Basiskennis
A
Selecteren van de opnamemodus
De functie schakelen door de
functieknop te draaien.
Lijn een gewenste functie uit met deel A.
Draai de functieknop langzaam maar zeker
•
om elke functie af te stellen. (De functieknop
draait 360o)
∫ Basiskennis
Programma AE-modus (P28)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Snapshotmode (P32)
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch gebruikt
worden door het toestel.
∫ Gevorderd
Lensopening-Prioriteit AE-modus (P99)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald volgens de openingswaarde die u ingesteld hebt.
Sluiter-Prioriteit AE-modus (P100)
De openingswaarde wordt automatisch ingesteld volgens de sluitertijd die u ingesteld hebt.
Handmatige belichtingsfunctie (P101)
De belichting wordt aangepast aan de sluitertijd en de openingswaarde die u handmatig hebt
ingesteld.
Creatieve bewegende beeldfunctie (P118)
Bewegend beeld opnemen met handmatige instellingen.
Klantmodus (P120)
Gebruik deze functie om opnamen te maken met eerder geregistreerde instellingen.
Scènemodus (P102)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
Creative Control modus (P112)
Opnemen terwijl het beeldeffect gecontroleerd wordt.
- 27 -
Basiskennis
1
00
1
00
2.8
D
ABC
Programma AE-modus
Opnamemodus:
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het
object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu te
veranderen.
Stel de functieknop in op [].
1
Richt de AF-zone op het punt waar u op wilt scherpstellen.
2
De ontspanknop tot de helft indrukken om
3
scherp te stellen.
A Lensopening
B Sluitertijd
C ISO-gevoeligheid
• De focusaanduiding D (groen) gaat branden als op het
onderwerp scherp gesteld wordt.
• De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp kunt
komen) zal veranderen afhankelijk van de zoomfactor.
Controleer dit aan de hand van het opnamebereik dat op
het scherm weergegeven wordt. (P31)
• De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden rood
weergegeven als de correcte belichting niet bereikt wordt.
(tenzij een flitser gebruikt wordt)
2.8
2.8 303030
00
1
00
1
00
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
4
indrukken), en maak het beeld.
- 28 -
Basiskennis
PP
4.0 15
A
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
1 1
/
2
1
/
4
1
/
8
1
/
15
1
/
30
1
/
60
1
/
125
1
/
250
1
/
500
1
/
1000
1
/
2000
2
2.8
4
5.6
8
11
14
(B)
(A)
Programmaschakeling
In programma AE-functie kunt u de ingestelde openingswaarde en de sluitertijd wijzigen zonder
de belichting te wijzigen. Dit heet programmaschakeling.
U kunt de achtergrond waziger maken door de openingswaarde kleiner te maken of een
bewegend voorwerp met meer beweging opnemen door de sluitertijd langzamer in te stellen
als u een opname maakt in de AE-programmafunctie.
Druk de sluiterknop tot halverwege in om de diafragmawaarde en de
1
waarde van de sluitersnelheid op het beeldscherm weer te geven.
Terwijl de waarden (ongeveer 10 seconden
2
lang) afgebeeld worden, de
Programmawisseling uitvoeren door de
functieknop achterop te draaien.
• Deze zal schakelen tussen Programmawisseling-werking
en Belichtingscompensatie-werking (P76) elke keer dat de functieknop achterop ingedrukt
wordt terwijl de waarden afgebeeld worden.
• De aanduiding voor de programmaschakeling A verschijnt op het scherm als deze functie
geactiveerd is.
• Program shift wordt geannuleerd:
– wanneer het toestel uitgeschakeld wordt.
– wanneer de knop op de achterkant gedraaid wordt tot de betreffende aanduiding verdwijnt.
EV is een afkorting voor [Exposure Value] (Belichtingswaarde). Het is de mate van belichting. De
•
EV-waarde verandert al naargelang de lensopening of de sluitertijd.
• Programma schakeling is geannuleerd en het toestel keert terug naar normaal programma
AE-functie als er meer dan 10 seconden voorbijgaan nadat programmaschakeling geactiveerd is.
De instelling van de programmaschakeling is echter opgeslagen in het geheugen.
• Afhankelijk van de helderheid van het object kan het zijn dat de programmaschakeling niet werkt.
• Programme Shift is in alle instellingen van de ISO-gevoeligheid beschikbaar, met uitzondering van
[].
- 29 -
Basiskennis
1
0000100100100
2.82.82.8 303030
B
A
Scherpstellen
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk de
sluiterknop tot halverwege in.
Focus
Focusaanduiding AAanKnippert
AF-zone BWit>GroenWit>Rood
GeluidBiept 2 keerBiept 4 keer
Wanneer er scherpgesteld is
op het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
• De AF-zone zou niet groter afgebeeld kunnen worden voor bepaalde zoomvergrotingen en op
donkere plekken.
- 30 -
Loading...
+ 176 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.