Leica M-P Instruction Manual [nl]

LEICA M / M-P
Gebruiksaanwijzing
5
4 3
2
1
14 13 12
11a 11
10
7
6
2
8
9
15 15a 11c 11b 17
17a
18 16
19
20 39
28 29
27
26 25 24 23 22 21
30
31
32
33 34 35
37
36
38
42
41
40
Leica M / M-P
Handleiding
NL
VOORWOORD
Geachte klant Leica dankt u voor de aanschaf van de Leica M / Leica M-P en feliciteert u met deze beslissing. U hebt met deze unieke digitale meetzoekercamera een uitstekende keuze gemaakt. Wij wensen u veel plezier en succes bij het fotograferen met uw
Voorwoord
nieuwe camera. Om de mogelijkheden van deze camera volledig te kunnen benutten, adviseren wij u eerst deze handleiding te lezen.
Aanwijzingen:
• Leica werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling en optimalisering van de Leica M / M-P. Omdat bij digitale camera’s zeer veel functies door software worden gestuurd, kunnen verbeteringen en uitbreidingen van functies en opties naderhand in de camera worden geïnstalleerd. Om deze reden biedt Leica in onregelmatige intervallen zogenaamde firmware­updates aan. Deze camera's zijn af fabriek altijd uitgerust met de nieuwste firmware, maar u kunt de firmware ook zelf eenvoudig van onze homepage downloaden en naar uw camera overdragen. Als u zich als eigenaar op de Leica Camera homepage registreert, dan wordt u via de newsletter van de beschikbaarheid van een firmware-update op de hoogte gesteld. Verdere informatie omtrent de registratie en de firmware­updates van uw camera evenals eventuele wijzigingen en toevoegingen bij de uitleg in de handleiding vindt u in het „Kundenbereich“ onder: https://owners.leica-camera.com Of uw camera is uitgerust met de actuele Firmware-versie, kunt u onder het hoofdmenupunt Firmware nakijken (pagina 5, sectie
SETUP , zie pag. 154, 225).
• Controleer, voordat u uw camera in gebruik neemt, de meegeleverde accessoires op volledigheid.
130
NL
131
NL
INHOUD
Voorwoord .....................................................................................130
Waarschuwingen ............................................................................ 134
Juridische opmerkingen .................................................................. 134
Milieuvriendelijk afvoeren van elektrische en
elektronische apparatuur................................................................136
Inhoudsopgave
Aanduiding van de onderdelen ...........................................................8
Verkorte handleiding ......................................................................138
Uitvoerige handleiding
Voorbereidingen
Aanbrengen van de draagriem .................................................140
Opladen van de batterij ............................................................141
Vervangen van batterij en geheugenkaart .................................144
Leica M-objectieven ................................................................147
Objectief plaatsen .................................................................149
Objectief verwijderen ............................................................ 149
De belangrijkste instellingen / bedieningselementen
In- en uitschakelen van de camera ...........................................150
De ontspanner .........................................................................151
Serieopnamen ......................................................................152
Het tijd-draaiwiel .....................................................................153
De menubediening ...................................................................154
Voorinstellingen
Camera-basisinstellingen
Menutaal .................................................................................158
Datum en tijd ..........................................................................158
Automatisch uitschakelen ........................................................ 160
Signaalgeluiden ....................................................................... 161
Opname-basisinstellingen
Herkenning van het objectieftype .............................................162
Compressiepercentage/bestandsformaat ................................ 164
Resolutie .................................................................................165
Witbalans ................................................................................166
ISO-filmgevoeligheid ................................................................168
Beeldeigenschappen / contrast, scherpte, kleurverzadiging .....170
Filmstijlen ................................................................................171
Kleurruimte .............................................................................171
De lichtkader-meetzoeker ........................................................ 174
De beeldveldkiezer ................................................................174
Het LCD-scherm ...................................................................... 176
Live View-modus .....................................................................176
Waterpas ..............................................................................177
132
Afstandsmeting .......................................................................178
Met de optische afstandsmeter ............................................. 178
Met LCD-schermbeeld in Live View-modus .........................180
Met aanduiding van scherp afgebeeldegebieden .................. 181
In- / uitschakelen van de belichtingsmeter ..............................182
Belichtingsmeetmethoden .......................................................182
De belichtingsprogramma's .....................................................184
Tijdautomaat ........................................................................184
Meetwaardegeheugen ........................................................ 185
Belichtingscorrecties .......................................................... 186
Automatische belichtingsseries .............................................188
Handmatige instelling van de belichting ................................. 190
De
B-instelling / De T-functie ...............................................190
Over- en onderschrijding van meetbereik .................................191
Flitsmodus ...............................................................................192
Overige functies
Video-opnamen ....................................................................... 198
Geluidsopname .......................................................................199
Fotograferen met de zelfontspanner ........................................200
Kenmerken van beeldgegevens ter bescherming van het
auteursrecht ............................................................................ 201
Registratie van opnamelocatie met GPS .................................... 201
Gebruikers- / programmaprofielen ..........................................203
Terugzetten van alle individuele instellingen .............................205
Overige functies
Mappenbeheer ........................................................................218
Formatteren van de geheugenkaart .......................................... 220
Gegevensoverdracht naar een computer ..................................221
®
Adobe
Photoshop® Lightroom® ..............................................224
Leica Image Shuttle
®
...............................................................224
Met onbewerkte gegevens DNG werken ................................... 224
Installeren van firmware-updates .............................................225
Overige zaken
Systeem-accessoires .................................................................. 226
Vervangende onderdelen ............................................................ 229
Veiligheidsmaatregelen en onderhoud
Algemene voorzorgsmaatregelen ................................................230
Onderhoud ................................................................................. 232
Reinigen van de sensor / stofdetectie ........................................ 236
Opbergen ................................................................................... 238
Storingen en oplossingen ...............................................................238
Bijlage
De indicaties ..............................................................................240
De menuopties ........................................................................... 248
Trefwoordenregister .......................................................................250
NL
Inhoudsopgave
De weergavemodus ....................................................................206
Technische gegevens .....................................................................252
Leica Service-adressen .................................................................256
133
NL
De CE-markering van onze producten geeft aan dat de basiseisen van de geldende EU-richtlijnen in acht worden genomen.
WAARSCHUWINGEN
• Moderne elektronische elementen reageren gevoelig op elektrostatische ontlading. Omdat mensen bijv. bij het lopen over synthetisch tapijt zonder moeite een lading van tienduizenden Volt kunnen ontwikkelen, kan het bij aanraking van uw camera tot een ontlading komen, vooral als deze op een gemakkelijk geleidende ondergrond ligt. Wanneer het alleen de camerabehuizing betreft, is deze ontlading voor de elektronica absoluut ongevaarlijk. De naar buiten gebrachte contacten als batterij- of achterwandcontacten moeten echter, ondanks extra ingebouwde veiligheidsschakelingen, om veiligheidsredenen zo mogelijk niet worden aangeraakt.
• Gebruik voor het schoonmaken van de contacten geen
Waarschuwingen / Juridische opmerkingen
optiek-microvezeldoek (synthetisch), maar een katoenen of linnen doek! Wanneer u van tevoren bewust een verwarmingsbuis of waterleiding (geleidend, met „aarde“ verbonden materiaal) aanraakt, wordt daardoor een eventueel aanwezige elektrostatische lading veilig ontladen. Vermijd vervuiling en oxidatie van de contacten, ook door uw camera altijd met een objectief of bajonetdeksel op de camera droog op te bergen!
• Gebruik uitsluitend aanbevolen accessoires om storing, kortsluiting of een elektrische schok te vermijden.
• Probeer nooit onderdelen van de body (afdekkingen) te verwijderen; vakkundige reparaties kunnen alleen door een erkend servicepunt worden uitgevoerd.
JURIDISCHE OPMERKINGEN
• Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het kopiëren en publiceren van zelf opgenomen media, zoals banden, cd's, of door anderen uitgegeven of gepubliceerd materiaal kan het auteursrecht schenden.
• Dit geldt ook voor alle meegeleverde software.
• De SD-, HDMI- en USB-logo*s zijn gedeponeerde merken.
• Overige namen, firma- en productnamen die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerk, resp. gedeponeerd handelsmerk van de betreffende ondernemingen.
134
MILIEUVRIENDELIJK AFVOEREN VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR
(geldt voor de EU en overige Europese landen met gescheiden inzameling)
Dit toestel bevat elektrische en/of elektronische onderdelen en mag daarom niet met het normale huisvuil worden meegegeven! In plaats daarvan moet het voor recycling op door de gemeenten beschikbaar gestelde inzamelpunten worden afgegeven. Dit is voor u gratis. Als het toestel zelf verwisselbare batterijen of accu’s bevat, moeten deze vooraf worden verwijderd en evt. volgens de voorschriften milieuvriendelijk worden afgevoerd. Meer informatie over dit onderwerp ontvangt u bij uw gemeentelijke instantie, uw afvalverwerkingsbedrijf of de zaak waar u het toestel hebt gekocht.
De productiedatum van uw camera vindt u op de stickers in de garantiekaart ofwel op de verpakking.
De schrijfwijze is: jaar/maand/dag.
NL
Milieuvriendelijk afvoeren elektrische en elektronische apparatuur
135
NL
AANDUIDING VAN DE ONDERDELEN
Afbeeldingen op de voorste en achterste omslag
Vooraanzicht
1. Objectief-ontgrendelingsknop
2. Ogen voor draagriem
3. Focusknop
4. Kijkvenster van de afstandsmeter
5. Helderheidssensor
6. Kijkvenster van de zoeker
7. Zelfontspanner-lichtdiode
8. Beeldveldkiezer
9. Borglip van het bodemdeksel
Aanduiding van de onderdelen
1
2
Bovenaanzicht
10. Microfoon
11. Vaststaande ring met
a. index voor afstandsinstelling b. scherptediepteschaal c. rode indexknop voor het wisselen van objectief
12. Diafragma-instelring
13. Witte indexpunt voor diafragma-instelling
14. Tegenlichtkap
15. Afstandsinstelring met
a. greep
16. Hoofdschakelaar met klikstanden voor
OFF (camera uitgeschakeld)
S (enkele opnamen)
C (serieopnamen)
(zelfontspanner)
17. Ontspanner met
a. Schroefdraad voor draadontspanner
18. Video-ontspanner
19. Tijdinstelwiel met klikstanden voor
A voor automatische regeling van de sluitertijd
– Sluitertijden –
B (Langdurige belichting)
Flitssynchronisatiesnelheid (1/180s)
1
/
- 8s (inclusief tussenwaarden)
4000
20. Flitsschoen
136
1
Leica M-objectieven met zoekeradapter verbergen de helderheidssensor.
Informatie over de werkwijze met deze en andere objectieven vindt u in de hoofdstukken „De indicaties / In de zoeker“, pag. 240, en „Leica M-Objectieven“, pag. 147.
2
Alleen de Leica M-P
Achteraanzicht
21.
SET-knop
– voor het oproepen van het Opnameparameter-menu – voor het oproepen van het submenu in de menubediening – voor overname van de in de submenu's geselecteerde
instellingen/opties
22.
MENU-knop om de hoofd- en submenu's op te roepen of te
verlaten
23.
ISO-knop voor het oproepen van de gevoeligheidsinstelling
24.
DELETE-knop voor selectie van de wisfunctie
25.
PL AY-knop
– voor het inschakelen van de (continu) weergave – voor terugkeer naar volledig beeld
26.
LV-knop om de Live View-modus mee aan of uit te zetten
27. Zoekeropening
28. Aansluiting voor de externe elektronische zoeker/ microfoon-
1
adapter
(deksel verwijderd)
29. Helderheidssensor voor LCD-scherm
30. Instelwiel – voor het navigeren door de menu's – voor het instellen van de geselecteerde menuopties – voor het instellen van een belichtingscorrectie – voor het vergroten/verkleinen van de weergegeven opname – voor het bladeren in het opnamegeheugen
31. Kruisknop – voor het navigeren door de menu's – voor het instellen van de geselecteerde menuopties – voor het bladeren in het opnamegeheugen
32.
INFO-knop
– voor weergave van instellingen/gegevens bij opname – voor weergave van de opnamegegevens bij beeldweergave – voor het accepteren van de instellingen
33. Luidspreker
34. Lichtdiode voor opnameregistratie / gegevensopslag op kaart
35. LCD-scherm
Beeld van onder
(bodemdeksel is geplaatst)
36. Vergrendelingsknop voor bodemkap
37. Statiefschroefdraad A ¼, DIN 4503 (¼“)
38. Bodemdeksel
(bij verwijderde bodemdeksel)
39. Aansluiting voor multifunctionele handgreep M
1
40. Geheugenkaartsleuf
41. Batterijvak
42. Batterij-vergrendelingsschuif
NL
Aanduiding van de onderdelen
1
Verkrijgbaar als accessoire, zie pag. 228
137
NL
BEKNOPTE HANDLEIDING
Verkorte handleiding
HOUD DE VOLGENDE ONDERDELEN GEREED:
– Camera – Batterij – Geheugenkaart (niet meegeleverd) – Laadapparaat en netsnoer
138
VOORBEREIDINGEN
1. Batterij laden (zie pag. 141)
2. Batterij plaatsen (zie pag. 144)
3. Geheugenkaart plaatsen (zie pag. 146)
4. Camera inschakelen (zie pag. 150)
5. Menutaal instellen (zie pag. 158)
6. Datum en tijd instellen (zie pag. 158)
7. Geheugenkaart evt. formatteren (zie pag. 220)
FOTOGRAFEREN
8. Objectief plaatsen (zie pag. 149)
9. Tijdinstelwiel op A instellen (zie pag. 153)
10. Scherpte instellen (zie pag. 178)
11. Camera inschakelen (zie pag. 150)
12. Belichtingsmeting inschakelen (zie pag. 151)
13. Belichting evt. formatteren (zie pag. 186)
14. Ontspannen (zie pag. 151)
Opmerking:
Over de juiste procedure bij video-opnamen, zie pag. 198
BEKIJKEN VAN DE OPNAMEN
De camera is af fabriek ingesteld op de automatische, kortstondige weergave van de laatste opname (zie pag. 206). U kunt de weergave altijd met de tijdlimiet) (zie pag. 206). Om andere opnamen te bekijken, hoeft u maar op de linker- of rechterzijde van de kruisknop te drukken (zie pag. 212). Om de opnamen te vergroten, drukt u het instelwiel naar rechts (zie pag. 213).
PL AY-knop inschakelen (geen
WISSEN VAN OPNAMEN
Druk op de DELETE-knop en volg de aanwijzingen op het scherm (zie pag. 214).
NL
Verkorte handleiding
139
NL
UITVOERIGE HANDLEIDING
VOORBEREIDINGEN
Voorbereidingen
AANBRENGEN VAN DE DRAAGRIEM
140
BATTERIJ LADEN
De camera wordt door een lithium-ionen batterij van de nodige energie voorzien.
• Als bevestiging van het oplaadproces begint de groene, met
CHARGE gemarkeerde LED te knipperen. Zodra de batterij tot
minstens de gele, met
4
/5 van zijn capaciteit is opgeladen, brandt bovendien
80% gemarkeerde LED. Als de batterij volledig is
opgeladen, gaat ook de groene LED permanent branden.
Opmerking:
De
80%-LED zal vanwege het werkingsprincipe van het laadproces
al na ca. 2 uur gaan banden.
Het laadapparaat dient van het net te worden gescheiden als het opladen is voltooid. Er is geen gevaar voor overlading.
NL
Voorbereidingen
141
NL
Let op:
• Er mogen in deze camera uitsluitend batterijen (Best.-Nr. 14
499) worden gebruikt die in deze handleiding of door Leica Camera AG worden genoemd en beschreven.
• Deze batterijen mogen uitsluitend met de speciaal daarvoor bestemde apparaten en alleen precies zoals hierna beschreven worden opgeladen.
• Als deze batterijen niet volgens de voorschriften worden gebruikt
Voorbereidingen
of als batterijen worden gebruikt die niet hiervoor zijn bestemd, kan onder bepaalde omstandigheden een explosie ontstaan!
• Deze batterijen mogen niet voor langere tijd aan hitte of zonlicht en vooral ook nooit aan vochtigheid of water worden blootgesteld. Bovendien mogen deze batterijen nooit in een magnetron of in een omgeving met hoge druk worden geplaatst wegens gevaar voor brand of explosie!
• Een veiligheidsventiel in de batterij zorgt ervoor dat bij onjuiste omgang met de batterij eventuele overdruk gecontroleerd kan ontwijken.
• Er mag uitsluitend het Leica laadapparaat dat in deze handleiding wordt genoemd (Bestelnr. 14 494) worden gebruikt. Het gebruik van andere, niet door Leica Camera AG goedgekeurde batterijladers kan tot schade aan de batterijen leiden en in een extreem geval ook tot ernstige, levensgevaarlijke verwondingen.
• Het meegeleverde laadapparaat mag uitsluitend voor het opladen van deze batterijen worden gebruikt. Probeer het niet voor andere doeleinden te gebruiken.
• De meegeleverde autolaadkabel mag in geen geval worden aangesloten als de batterijlader met het net is verbonden.
• Zorg ervoor dat de gebruikte stopcontact tijdens het laden vrij toegankelijk is.
• Het oplaadapparaat mag niet worden geopend. Reparaties mogen alleen door erkende werkplaatsen worden uitgevoerd.
142
Aanwijzingen:
• De batterij moet worden opgeladen voordat de camera voor de eerste keer wordt gebruikt.
• De batterij moet een temperatuur tussen 10°-30°C hebben om te kunnen worden opgeladen (anders schakelt het oplaadapparaat niet in, resp. weer uit).
• Lithium-ionen batterijen kunnen altijd en onafhankelijk van de batterijconditie worden opgeladen. Als een batterij maar ten dele is ontladen voordat hij weer wordt opgeladen, zal de volledige oplading sneller worden bereikt.
• Tijdens het oplaadproces worden de batterijen warm. Dit is normaal en geen storing.
• Indien beide LEDs van de lader snel gaan knipperen (>2Hz) net nadat het laden is begonnen, duidt dit op een laadfout (bijv. wegens overschrijden van de maximale laadtijd, spanningen of temperaturen buiten het toegestane gebied, of kortsluiting). Haal in zo’n geval het laadapparaat van de netvoeding en verwijder de batterij. Zorg ervoor dat aan de hiervoor genoemde temperatuurvoorwaarden wordt voldaan en start het oplaadproces opnieuw. Als het probleem niet kan worden opgelost, neem dan contact op met uw dealer, de nationale vertegenwoordiging van Leica of Leica Camera AG.
• Een nieuwe batterij bereikt zijn volledige capaciteit pas na 2-3 maal volledig opladen en ontladen door gebruik in de camera. Dit ontladingsproces moet telkens na ca. 25 keer laden worden herhaald. Voor een maximale levensduur van de batterij moet deze niet permanent aan extreem hoge of lage temperaturen (bijv. 's zomers resp. 's winters in een geparkeerde auto) worden blootgesteld .
• De levensduur van elke batterij is – zelfs bij optimaal gebruik – begrensd! Na enkele honderden keren opladen wordt dit duidelijk door de korter wordende ontladingstijden.
• Na hoogstens vier jaar dient u de batterij te vervangen, omdat de prestaties afnemen en u vooral bij koude niet meer verzekerd bent van een betrouwbare werking.
• Defecte batterijen moeten volgens de betreffende voorschriften (zie pag. 233) worden afgevoerd.
• De verwisselbare batterij voedt een vast in de camera ingebouwde bufferbatterij die de opslag van de ingevoerde datum/tijd gedurende maximaal 2 maanden verzekert. Als de bufferbatterij uitgeput is, moet deze door het plaatsen van de verwisselbare batterij weer worden opgeladen. De volledige capaciteit van de bufferbatterij is – met geplaatste verwisselbare batterij - na enkele dagen weer bereikt. De camera hoeft hiervoor niet ingeschakeld te blijven.
NL
Voorbereidingen
143
NL
VERVANGEN VAN BATTERIJ EN GEHEUGENKAART
Zet de hoofdschakelaar (16) op
Belangrijk:
Open het bodemdeksel niet en verwijder de geheugenkaart of batterij niet zolang als teken van opname­registratie en/of gegevensopslag op de kaart de rode LED (34) rechtsonder naast het LCD-scherm (35) knippert. Anders
Voorbereidingen
kunnen nog niet (volledig) opgeslagen opnamegegevens verloren gaan.
Bodemdeksel verwijderen
OFF.
Batterij plaatsen
Batterij verwijderen
144
Indicaties batterijconditie
De batterijconditie verschijnt - in de opnamemodus - op het scherm (35) als u de
Aanwijzingen:
• Verwijder de batterij als u de camera een tijd lang niet gebruikt.
• Uiterlijk 2 maanden nadat de capaciteit van een batterij in de camera uitgeput is (zie hiervoor ook de laatste opmerking onder „Opladen van de batterij“, pag. 143), moeten de datum/tijd opnieuw worden ingevoerd.
• Als de batterijcapaciteit afzwakt, ofwel als u een oude batterij gebruikt, zullen de waarschuwingen, indicaties en opties eventueel beperkt of geblokkeerd blijven, afhankelijk van de gebruikte camera-optie.
INFO-knop (32) indrukt.
Bruikbare geheugenkaarten
De camera slaat de opnamen op een SD- (Secure Digital), ofwel SDHC- (High Capacity), ofwel SDXC- (eXtended Capacity) kaart op. SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten worden door verschillende producenten en met uiteenlopende capaciteit en schrijf-/ leessnelheid aangeboden. Vooral die met een grote capaciteit en hoge schrijf-/leessnelheid maken een aanzienlijk snellere registratie en weergave van gegevens mogelijk. Ze hebben een schakelaar voor schrijfbeveiliging, waarmee de gegevens tegen onopzettelijk opslaan en wissen kunnen worden beschermd. Deze schakelaar is als schuif op de niet-afgeschuinde kant van de kaart uitgevoerd en beveiligt gegevens op de kaart in zijn onderste stand die met LOCK is gemarkeerd.
Opmerking:
Raak de contacten van de geheugenkaart niet aan.
NL
Voorbereidingen
145
NL
Geheugenkaart plaatsen
Voorbereidingen
Geheugenkaart verwijderen
Aanwijzingen:
• Het aanbod van SD/SDHC/SDXC-kaarten is zo groot dat Leica Camera AG alle verkrijgbare typen niet volledig op compatibiliteit en kwaliteit kan controleren. Bij gebruik van andere kaarttypen is beschadiging van camera of kaart weliswaar niet te verwachten, maar omdat vooral zogenoemde „No-Name“­kaarten ten dele niet aan de SD-/SDHC/SDXC-standaards voldoen, kan Leica Camera AG geen garantie bieden voor een goede werking.
• Vooral video-opnamen vereisen een hoge schrijfsnelheid.
• Als de geheugenkaart niet is te plaatsen, controleert u de juiste uitlijning.
• Wanneer u bij ingeschakelde camera de bodemdeksel of de geheugenkaart verwijdert, verschijnen op het LCD-scherm de betreff ende waarschuwingen in plaats van de indicaties: –
Attention Bottom cover removed.
Attention No card inserted.
• Omdat elektromagnetische velden, elektrostatische lading evenals defecten aan de camera en de kaart tot beschadiging of verlies van gegevens op de geheugenkaart kunnen leiden, is het raadzaam de gegevens naar een computer te kopiëren en daar op te slaan (zie pag. 222).
• Om dezelfde reden wordt geadviseerd de kaart in principe in een antistatisch foedraal te bewaren.
146
LEICA M-OBJECTIEVEN
In principe geldt: De meeste Leica M-objectieven kunnen worden gebruikt. Bijzonderheden over de enkele uitzonderingen en beperkingen worden in de volgende opmerkingen toegelicht. Het gebruik is onafhankelijk van de objectief-uitrusting – met of zonder 6-bit codering in de bajonet. Ook zonder deze extra uitrusting, d.w.z. ook bij gebruik van Leica M-objectieven zonder code, zal de camera in de meeste gevallen goede opnamen maken. Om ook in zulke gevallen optimale beeldkwaliteit te bereiken, adviseren wij u het objectieftype in te voeren (zie pag. 163).
Belangrijk:
• Niet geschikt: – Hologon 1:8/15mm, – Summicron 1:2/50mm met dichtbij-instelling, – Elmar 1:4/90mm met uitschuifbare buis (productieperiode
1954-1968)
– Sommige exemplaren van de Summilux-M 1.4/35mm (niet
asferisch, productieperiode 1961-1995, Made in Canada) kunnen niet op de camera worden gezet, resp. niet tot oneindig focusseren. De Leica Customer Care kan deze objectieven dusdanig modifi ceren dat ze ook op de camera kunnen worden gebruikt.
• Geschikt, maar met risico van beschadiging van de camera,
resp. het objectief Objectieven met verzinkbare tubus kunnen uitsluitend met uitgetrokken tubus worden gebruikt, d.w.z. hun tubus mag op de camera in geen geval worden verzonken. Dit geldt niet voor de huidige Makro-Elmar-M 1:4/90mm, waarvan de buis ook in ingeschoven toestand niet in de camera steekt en daarom onbeperkt kan worden gebruikt.
NL
Voorbereidingen
147
NL
• Beperkt bruikbaar Ondanks de grote nauwkeurigheid van de meetzoeker van de camera kan precies focusseren met 135mm-objectieven bij open diafragma als gevolg van de zeer geringe scherptediepte niet worden gegarandeerd.. Wij raden u aan minstens 2 stops te diafragmeren. Daarentegen kunt u dankzij de Live View-modus (zie pag. 176)
Voorbereidingen
van de camera en haar verscheidene instellingshulpjes dit objectief onbeperkt gebruiken.
Aanwijzingen:
• Leica Customer Care kan vele Leica M-objectieven achteraf van de 6-bit codering voorzien. (Adres, zie pag. 256).
• Er kunnen aan de Leica M, behalve Leica M-objectieven met en zonder codering, m.b.v. de als toebehoren verkrijgbare Leica M-adapter R (zie pag. 226) ook Leica R-objectieven worden ingezet.
148
• Bruikbaar, maar uitgezonderd van de (zie pag. 182)
– Super-Angulon-M 1:4/21mm – Super-Angulon-M 1:3,4/21mm – Elmarit-M 1:2,8/28mm met fabr.nr. onder 2 314 921.
Classic-belichtingsmeting
Objectief plaatsen
Objectief verwijderen
NL
Voorbereidingen
1. Camera uitschakelen
2. Het objectief aan de starre ring (11) vasthouden.
3. De rode indexknop (11c) van het objectief tegenover de
ontgrendelingsknop (1) op de camerabody houden
4. Het objectief in deze stand passend op de camera plaatsen.
5. Met een korte draai naar rechts wordt het objectief hoor- en
voelbaar vergrendeld.
1. Camera uitschakelen
2. Het objectief aan de starre ring (11) vasthouden.
3. De ontgrendelingsknop (1) op de camerabody indrukken
4. Het objectief naar links draaien tot zijn rode indexknop (11c)
tegenover de ontgrendelingsknop staat
5. Objectief dan zonder te wrikken verwijderen
Aanwijzingen:
• In principe geldt: Ter bescherming tegen het binnendringen van stof moet u altijd een objectief of de cameradop op de camera laten zitten.
• Om dezelfde reden moet het verwisselen van een objectief zo mogelijk in een stofvrije ruimte plaatsvinden.
• Camera- of objectiefkappen moeten niet in een broekzak worden bewaard, omdat ze daar stof aantrekken dat bij het plaatsen van het objectief in de camera terecht kan komen.
149
NL
DE BELANGRIJKSTE INSTELLINGEN / BEDIENINGSELEMENTEN
IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE CAMERA
Camerabediening
16 17
c. C - Opnameserie-stand
Zolang u de ontspanner ingedrukt houdt en de capaciteit van de gebruikte geheugenkaart en het interne geheugen het toelaten, (zie „Geheugenkaart vervangen“) zullen er continu opnamen worden gemaakt. Eerst minstens 16 snel achter elkaar, daarna met vertraagde frequentie.
d.
- Zelfontspanner Het bedienen van de ontspanner (zie hierna) start de ingestelde voorlooptijd (zie pag. 200) waarna de opname wordt gemaakt.
INSCHAKELEN
Na het inschakelen, d.w.z. na het instellen van een van de drie functies
S, C of licht de LED (34) even op en de indicaties in de
zoeker worden zichtbaar (zie pag. 240).
150
De camera wordt met de hoofdschakelaar (16) in- en uitgeschakeld. Deze bevindt zich onder de ontspanner (17) en is als hendel met vier klikstanden uitgevoerd:
a.
OFF –Camera uitgeschakeld
b.
S – Enkele opname-stand
Door de ontspanner in te drukken (zie hierna) maakt u telkens één opname, of u hem nu ingedrukt houdt of niet.
Opmerking:
De camera is vanaf ca.1s na het inschakelen paraat.
UITSCHAKELEN
Ook als de hoofdschakelaar niet op
OFF is gezet, zal de camera
automatisch worden uitgeschakeld als u via het menu een automatische uitschakeltijd hebt ingesteld (
Auto P ower Off , zie
pag. 160) en de camera binnen deze tijd niet wordt bediend.
Opmerking:
Wanneer de camera langere tijd niet wordt gebruikt of in een tas wordt opgeborgen, moet deze altijd met de hoofdschakelaar worden uitgeschakeld. Hierdoor wordt elk stroomverbruik voorkomen dat ook in de stand-by modus na het automatisch uitschakelen van de belichtingsmeter en het verdwijnen van de indicaties toch nog plaatsvindt. Onbedoelde opnamen worden hiermee ook verhinderd.
Opmerking:
De ontspanner blijft geblokkeerd
– als het interne geheugen (tijdelijk) vol is, bijv. na een serie van ≥
16 opnamen, of
– als de geplaatste geheugenkaart en het interne geheugen
(tijdelijk) vol zijn, of
– als de batterij zijn grenzen heeft bereikt (capaciteit, temperatuur,
leeftijd).
NL
Camerabediening
DE ONTSPANNER
De ontspanner (17) heeft drie indrukstanden:
1. Indrukken tot het 1e drukpunt – activeert de belichtingsmeting en de zoekerweergave – start in tijdautomaat de registratie van de gemeten
belichtingswaarde, d.w.z. de door de camera berekende sluitertijd (meer hierover staat in het hoofdstuk “Het meetwaardegeheugen“ op pag. 185)
– start de tijd van een eventueel lopende zelfontspanner
opnieuw (zie pag. 200)
Als de ontspanner op deze indrukstand wordt vastgehouden, blijft de indicatie zichtbaar, ofwel als vooraf de weergavemodus was ingesteld, zal de camera teruggaan naar de opnamemodus. Als de camera vooraf in stand-by stond, zal hij weer worden geactiveerd en de weergave worden ingeschakeld. Na het loslaten van de ontspanner blijven het meetsysteem en de indicaties nog ca. 30s ingeschakeld en kunt u opnieuw een meting uitvoeren (meer hierover vindt u in het hoofdstuk „De belichtingsmeting“ vanaf pag. 182).
2. Als de ontspanner helemaal wordt doorgedrukt, wordt de opname gemaakt, ofwel de eventueel ingestelde tijd van de zelfontspanner begint af te lopen. De gegevens worden daarna op de geheugenkaart opgeslagen.
De ontspanner heeft genormeerde schroefdraad (17a) voor draadontspanners.
Aanwijzingen:
• Als vooraf de weergavemodus (zie pag. 206) of de
menubediening (zie pag. 154) geactiveerd was, zal door aantippen van de ontspanner meteen de opnamemodus worden ingeschakeld.
• De ontspanner moet, om bewegingsonscherpte te voorkomen,
voorzichtig – niet met een ruk – worden ingedrukt, totdat de sluiter met licht klikken gaat aflopen.
• U kunt de sluiter zelfs tijdens een video-opname indrukken om
een of meerdere foto-opnamen te maken. Meer informatie over video-opnamen en de video-startknop (18), vindt u op pagina
198.
151
NL
Serieopnamen
U kunt niet alleen afzonderlijke opnamen maken - hoofdschakelaar 16 op (
S [single]), maar ook opnameseries - hoofdschakelaar op (C
[continuous]), bijv. om een bewegingsproces in meerdere stappen vast te leggen. Afgezien van de bediening van de ontspanner (17) maakt u serieopnamen op dezelfde wijze als enkele opnamen: zolang u de hem helemaal ingedrukt houdt (en de capaciteit van de geheugenkaart dit toelaat) worden er serieopnamen gemaakt.
Camerabediening
Wanneer u een hem slechts kort indrukt, zullen er steeds afzonderlijke opnamen worden gemaakt.
Er kunnen maximaal ca. 3 foto’s per seconde worden gemaakt. Eerst minstens 16 snel achter elkaar, daarna met iets vertraagde frequentie.
Aanwijzingen:
• De genoemde opnamen per seconde en het maximaal mogelijke aantal opnamen in een serie baseren op de standaardinstelling
-
ISO 200 en als formaat JPEG fine . In andere instellingen ofwel
afhankelijk van de gebruikte geheugenkaart kunnen de frequentie en het aantal lager zijn.
• Onafhankelijk van het aantal opnamen in een serie, wordt in beide weergavemodi (zie pag. 206) eerst de laatste foto van de serie resp. de laatste foto van de serie getoond die op de geheugenkaart is opgeslagen – mits op dit tijdstip nog niet alle opnamen van de serie door het interne geheugen van de camera op de kaart zijn overschreven.
152
DE TIJD-INSTELKNOP
Met het tijd-draaiwiel (19) worden de belichtingsmodi geselecteerd:
– tijdautomaat door instelling op de rood gemarkeerde
A-stand
(zie pag. 184),
– handmatig door het kiezen van een sluitertijd tussen
1
/
s t/m
4000
8s, (tussenwaarden die in ½ stappen vastklikken zijn eveneens beschikbaar), alsook
– de met het
synchronisatietijd
B voor lange belichtingstijden (zie pag. 190).
-symbool gemarkeerde, kortst mogelijke
1
/
s voor de fl itsmodus (zie pag. 193) en
180
Het tijd-draaiwiel heeft geen aanslag, d.w.z. dat het vanuit elke stand in een willekeurige richting kan worden gedraaid. Deze klikt bij alle gegraveerde standen en tussenwaarden in. Tussenstanden buiten de klikposities mogen niet worden gebruikt. Meer informatie over de instelling van de juiste belichting staat in het hoofdstuk: vanaf pag. 182.
NL
Camerabediening
153
NL
DE MENUBEDIENING
Vele instellingen worden op de camera in twee van elkaar onafhankelijke menu’s (zie pag. 248/249) uitgevoerd. Door de verdeling in 2 menu’s en de groepering binnen het hoofdmenu kunnen de menu-items die in de praktijk het meest worden gebruikt zeer snel en eenvoudig worden opgeroepen en ingesteld. De betreffende instellingen resp. instellingsstappen van deze menu-items worden bij ingeschakelde camera overzichtelijk en
Camerabediening
stap voor stap op het LCD-scherm (35) getoond. In beide menu’s vinden de instellingen in principe op dezelfde wijze plaats, alleen het oproepen en verlaten is verschillend.
HOOFDMENU
Het hoofdmenu bestaat uit 35 punten. Het is verdeeld in 3 functionele groepen:
CAMERA (Camera–basisinstellingen – pagina 1)
IMAGE (Opname-instellingen – pagina 2)
SETUP (Secundaire opties - pagina's 3-5)
OPNAMEPARAMETER-MENU
Het opnameparameter-menu bestaat uit 8 punten. Het bevat, behalve de basisinstellingen voor de opname, 2 punten die op de belichtingsmeting en -instelling van invloed zijn, en één waarmee gebruikersprofielen kunnen worden aangemaakt en opgeroepen.
154
Loading...
+ 103 hidden pages