NL
NEDERLANDS
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding ................................................................................................................. 3
1.1. Veilige hantering ................................................................................................... 3
1.2. Veiligheid ............................................................................................................. 3
1.3. ESO-voorzorgsmaatregelen ................................................................................... 3
1.4. Voorzorgsmaatregelen reksysteem .......................................................................... 3
2. Voorbereiding ........................................................................................................3
2.1. Voordat u begint ................................................................................................... 3
2.2. Uitpakken ............................................................................................................ 4
3. Installatie ................................................................................................................ 4
3.1. Het systeem in een rek monteren ............................................................................ 4
3.2. Modules plaatsen ................................................................................................. 5
3.3. Voedingseenheden plaatsen ..................................................................................5
3.4. Voedingseenheden verwijderen .............................................................................. 5
3.5. Een ventilator vervangen ....................................................................................... 6
3.6. Batterijveiligheid ................................................................................................... 6
3.7. Stations plaatsen .................................................................................................. 6
3.8. Bedieningspaneel ................................................................................................. 7
4. Uw RAID beheren ................................................................................................... 8
4.1. Opstarten en aanmelden ...................................................................................... 8
4.2. Een RAID-configuratie migreren ............................................................................. 8
4.3. Een schijfarray met RAID-bescherming maken ......................................................... 9
4.4. De array activeren .............................................................................................. 10
4.5. Het volume delen ............................................................................................... 10
LaCie Snelle installatiegids 2
1. INLEIDING
1.1. Veilige hantering
1.3. ESO-voorzorgsmaatregelen
Het is raadzaam om een geschikt antistatisch pols- of enkelbandje te
dragen en alle gebruikelijke ESO-voorzorgsmaatregelen in acht te nemen
bij de hantering van de insteekmodules en onderdelen. Vermijd contact
met connectoronderdelen en moduleconnectoren, enz.
De behuizing kan tot 36 kg wegen. Til de behuizing niet alleen op.
Til de behuizing niet op met de handgrepen van de
batterijmodules. Deze zijn niet ontworpen voor het optillen van
een dergelijk gewicht.
1.2. Veiligheid
Alle insteekmodules en lege platen zijn onderdeel van de
brandbeschermende behuizing en mogen alleen worden verwijderd
wanneer een vervangend onderdeel onmiddellijk kan worden geplaatst.
Het systeem mag niet in werking worden gesteld als niet alle eenheden
zich op hun plaats bevinden. Om aan de geldende veiligheids-, emissieen temperatuurvereisten te voldoen, mogen geen afdekkingen worden
verwijderd.
Koppel de eenheid definitief los als u denkt dat de eenheid beschadigd is
en voordat u de eenheid verplaatst.
De eenheid mag alleen in werking worden gesteld met een
ingangsspanning van 100-240 VAC, 50-60 Hz.
De stekker van het netsnoer wordt gebruikt om de stroomvoorziening
naar het systeem te onderbreken. Zorg ervoor dat de stopcontacten
zich in de buurt van de apparatuur bevinden en gemakkelijk
toegankelijk zijn.
De stroomvoorziening moet altijd worden losgekoppeld voordat
een voedingseenheid uit de behuizing wordt verwijderd.
Het netsnoer moeten zijn voorzien van een veilige elektrische
aarding. Controleer de aarding van de behuizing voordat u de
stroom inschakelt.
Zorg voor een geschikte voedingsbron met elektrische
overbelastingsbeveiliging om aan de vereisten in de technische
specificaties te voldoen.
Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik met twee werkende
voedingseenheden in de voedingsmodule. Voordat een
voedingseenheid wordt verwijderd/vervangen, moet de stroom
worden afgesloten voor een spanningsloze toestand.
Een defecte voedingseenheid moet binnen 24 uur worden
vervangen door een naar behoren werkend exemplaar.
1.4. Voorzorgsmaatregelen
reksysteem
De volgende veiligheidsvoorschriften moeten in acht worden genomen bij
montage in een rek.
Het rekontwerp moet zijn voorzien van stabilisatie-inrichtingen die
voorkomen dat het rek kantelt of overhelt tijdens de installatie of
normaal gebruik.
Bij het laden van de eenheden in een rek vult u het rek van onder
naar boven en haalt u het rek van boven naar onder leeg.
Het rekontwerp moet rekening houden met de maximale
bedrijfsomgevingtemperatuur voor de eenheid, die 35ºC
bedraagt.
Het systeem moet worden geplaatst met een lagedrukaflaatinstal-
latie aan de achterkant (tegendruk veroorzaakt door rekdeuren
en obstakels mag niet meer dan 5 pascal bedragen (0,5 mm
waterpeilglas)).
Het rek moet een veilig elektrisch verdeelsysteem hebben. Er moet
een overbelastingsbeveiliging zijn voorzien voor de eenheid,
en het rek mag niet worden overbelast door het totaal aantal
geïnstalleerde eenheden in het rek. U dient rekening te houden
met het elektrisch stroomverbruik op het naamplaatje van de
eenheid bij het doorlopen van de vorige punten.
Het elektrisch verdeelsysteem moet voorzien zijn van een
betrouwbare aarding voor elke eenheid in het rek.
Elke voeding in elke eenheid heeft een aardlekstroom van
0,75 mA. In het ontwerp van het elektrisch verdeelsysteem
moet rekening worden gehouden met de totale aardlekstroom
van alle voedingseenheden in alle eenheden. Het rek moet
worden voorzien van het label ‘HOGE LEKSTROOM. Aarding is
noodzakelijk vóór het aansluiten van een voedingseenheid’.
Zodra het rek is geconfigureerd met de eenheden, moet het aan
de veiligheidsvoorschriften UL 60950-1 en IEC 60950-1 voldoen.
LET OP: Als deze apparatuur wordt gebruikt op een manier die niet
door LaCie wordt aangegeven, kan de door de apparatuur geboden
bescherming mogelijk aangetast zijn.
BELANGRIJK: De bovenste afdekking van de behuizing moet worden
vastgezet wanneer de behuizing normaal wordt gebruikt, door de
vergrendeling 90º te draaien naar de ’vergrendelde’ stand. Zo krijgen
gebruikers/operators geen toegang tot de onderhoudszones.
LET OP: De RJ45-aansluitingen op het moederbord/PCI-kaarten
dienen alleen voor een Ethernet-verbinding en mogen niet met een
telecommunicatienetwerk worden verbonden.
BELANGRIJK: Verwijder de afdekkingen van de voedingseenheid niet.
U wordt mogelijk blootgesteld aan elektrische schokken. Retourneer de
voedingseenheid naar LaCie voor reparatie.
BELANGRIJK: Gesplitste netsnoeren mogen NIET worden gebruikt met
de 12big Rack Storage Server.
LaCie Snelle installatiegids 3
2. VOORBEREIDING
2.1. Voordat u begint
Voordat u begint, zorgt u ervoor dat de plaats waar u de behuizing wilt
installeren en gebruiken voorzien is van het volgende:
Standaardwisselstroomvoeding van een zelfstandige bron of een
rekstroomverdeler met een UPS.
Netsnoer
Rekkit (bij installatie in een rek)
Raadpleeg LaCie voor een lijst met geschikte accessoires voor gebruik
met de behuizing.
De accessoiredoos bevat de netsnoeren en andere bestelde accessoires.
2.2. Uitpakken
1. Controleer de verpakking op stoten, scheuren, waterschade of elk
ander bewijs van een verkeerde hantering tijdens het transport. Bij
eventuele schade neemt u foto’s van de verpakking voordat u de
verpakking opent, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
2. Haal het systeem uit de verpakking. Zie Afbeelding 1.
3. INSTALLATIE
3.1. Het systeem in een rek monteren
OPMERKING: De railkit is alleen geschikt voor rekken van 19 inch met
vierkante en ronde gaten. De minimale afstand tussen verticale rekstijlen
is 610 mm (24 inch); de maximale afstand is 914 mm (36 inch). De
raillocatiepennen zijn voorgemonteerd en zijn geschikt voor rekken met
vierkanten of ronde gaten. De pennen mogen niet worden verwijderd.
1. Haal de railmontagekit voor rekken uit de doos met accessoires en
controleer deze op schade.
2. Zorg ervoor dat de voorgemonteerde rails op hun kortste stand
staan.
3. Zoek de raillocatiepennen in de voorkant van het rek en verleng de
rails zodat de achterste locatiepennen kunnen worden vastgezet.
Zorg ervoor dat de pennen zich volledig in de gaten in de rekstijlen
bevinden (zie Afbeelding 2).
4. Installeer de klemschroeven aan de voor- en achterkant (zie
Afbeelding 2). De schroeven moeten niet te strak worden
aangedraaid, zodat de rail nog zijwaarts naar de sleuven kan
bewegen.
5. Schuif de behuizing op de rails volledig in het rek.
6. Trek de behuizing circa 200 mm uit en draai de klemschroeven aan
de voor- en achterkant volledig vast (zie Afbeelding 2).
7. Bevestig de voorkant van de behuizing met de twee borgschroeven,
zoals in Afbeelding 2 wordt getoond.
Afbeelding 1 - De behuizing uitpakken
Afbeelding 2 - Rekinstallatie
LaCie Snelle installatiegids 4