Niet weergegeven: gebruikershandleiding (eventueel op cd), handleiding
Begin hier!, cd met Kodak EasyShare-software. De inhoud kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
5 Audio-/videokabel (voor het bekijken
van foto's en video's op een
televisiescherm)
6 USB-kabel
4
52
6
NL
1
Aan de slag
Eerst de software installeren
BELANGRIJK:
Voordat u de camera of het camerastation op de computer
aansluit, dient u de software die op de CD met Kodak EasySharesoftware staat te installeren. Anders bestaat de kans dat de
software verkeerd wordt geïnstalleerd. Zie de handleiding Begin
hier! of Software installeren, pagina 43.
De batterij opladen
Voordat u met de camera aan de slag kunt, dient u de oplaadbare
li-ionbatterij op te laden.
123
1 Plaats de batterij in de lader.
2 Installeer de stekker die geschikt is voor uw stopcontact.
3 Stop de stekker van de lader in het stopcontact.
Het indicatorlampje licht rood op. Zodra het indicatorlampje groen oplicht, kunt
u de batterij verwijderen en de stekker van de lader uit het stopcontact trekken.
Het opladen duurt ongeveer drie uur.
U kunt de batterij ook opladen met een optioneel Kodak EasyShare-printerstation of -camerastation. U kunt deze en andere accessoires kopen bij
winkels die Kodak-producten verkopen, of via het web op
www.kodak.com/go/accessories.
NL
2
Aan de slag
De batterij plaatsen
LET OP:
Gebruik uitsluitend de oplaadbare Kodak EasyShare
li-ionbatterij.
1 Draai de keuzeschakelaar naar Off (uit).
2 U kunt de batterijklep onder aan de camera
openen door deze opzij te schuiven en
vervolgens omhoog te trekken.
3 Plaats de batterij zoals weergegeven. Kantel
de batterij zodat de batterijvergrendeling opzij
wordt geduwd. Druk de batterij in de
batterijruimte.
De batterijvergrendeling houdt de batterij op zijn
plaats.
Batterijvergrendeling
4 Sluit de batterijklep.
Belangrijke informatie over de batterijen
Typen vervangende Kodak-batterijen en levensduur
batterijen
De werkelijke levensduur van de batterijen hangt af van het gebruik.
Oplaadbare li-ionbatterij,
1700 mAh (geleverd met camera)
Oplaadbare li-ionbatterij,
1050 mAh
160-210
275-325
0400
Levensduur batterij (gemi
ddeld aantal foto's)
We raden u aan uitsluitend de oplaadbare Kodak EasyShare li-ionbatterij te
gebruiken. Niet alle merken oplaadbare li-ionbatterijen van 3,7 V zijn
compatibel met de camera. Schade veroorzaakt door niet-erkende accessoires
valt niet onder de garantie.
NL
3
Aan de slag
De levensduur van batterijen verlengen
■ Beperk de volgende activiteiten, omdat ze veel batterijvoeding vergen:
– Foto's op het camerascherm bekijken
– Het camerascherm als zoeker gebruiken
– Veelvuldig gebruik van de flitser
■ Vuil op de contacten van de batterijen kan de levensduur van de batterij
nadelig beïnvloeden. Reinig de contacten met een schone, droge doek
voordat u de batterijen in de camera plaatst.
■ Batterijen presteren minder bij temperaturen onder 5°C (41°F). Wanneer u
de camera bij koud weer gebruikt, neem dan reservebatterijen mee en
houd deze warm. Gooi koude batterijen die niet werken niet weg. Zodra ze
weer op kamertemperatuur zijn gekomen, kunt u ze mogelijk
opnieuw gebruiken.
Ga naar www.kodak.com/go/dx7630accessories voor:
Kodak EasyShare-camerastation—Hiermee kunt u de camera van stroom
voorzien, foto's overbrengen naar de computer en de batterij opladen.
Kodak EasyShare-printerstation—Hiermee kunt u de camera van stroom
voorzien, afdrukken maken van 10 cm x 15 cm met of zonder computer, foto's
overbrengen en de batterij opladen.
5-volt Kodak AC-adapter—Hiermee kunt u de camera van stroom
voorzien.
Richtlijnen voor batterijgebruik
■ Zorg dat batterijen niet in aanraking komen met metalen objecten,
waaronder muntstukken. Anders kan een batterij zich ontladen, heet
worden of gaan lekken, of kan er kortsluiting in de batterij ontstaan.
■ Ga voor informatie over het weggooien van oplaadbare batterijen naar de
website van de Rechargeable Battery Recycling Corporation op
www.rbrc.com.
Ga naar www.kodak.com/global/en/service/batteries/batteryUsage.jhtml voor
meer informatie over batterijen.
NL
4
De camera aan- en uitzetten
■ Draai de keuzeschakelaar van Off (uit) naar
Auto terwijl u op de vergrendeling van de
keuzeschakelaar drukt .
Het voedingslampje licht groen op. Het
camerascherm wordt ingeschakeld. Het
klaar-lampje knippert groen als de camera een
zelftest uitvoert. Als de camera klaar is, gaat het
Keuzeschakelaarvergrendeling
Het camerascherm op automodus zetten
Als u het volgende wilt doen: Gaat u als volgt te werk:
Het camerascherm in- of
uitschakelen
Het camerascherm altijd
inschakelen (of altijd
uitschakelen) in auto-modus
lampje uit.
■ Zet de keuzeschakelaar op Off (uit) als u de
camera wilt uitschakelen.
Druk op de Display-/Info-knop:
■ Eenmaal om de pictogrammen te verbergen.
■ Nogmaals om het camerascherm uit te
schakelen.
■ Nogmaals om het camerascherm en de
pictogrammen in te schakelen.
Zie Liveview (Auto) (automatisch), pagina 30.
Aan de slag
NL
5
Aan de slag
Datum en tijd instellen
Datum en tijd instellen - eerste keer
Het bericht
ingesteld) verschijnt op de camera wanneer u die voor de eerste keer gebruikt
of wanneer de batterij lange tijd uit de camera werd verwijderd.
1 SET DATE & TIME (datum en tijd instellen) wordt gemarkeerd. Druk op de
OK-knop.
2 Ga naar stap 4 in Datum en tijd instellen.
Datum en tijd instellen
1 Zet de camera aan. Druk op de Menu-knop.
2 Druk op om Setup Menu (instelmenu) te markeren en druk
vervolgens op de OK-knop.
3 Druk op om Date & Time (datum en tijd) te markeren en druk
vervolgens op de OK-knop.
4 Druk op om de datum en tijd te wijzigen. Druk op om verder
te gaan naar de volgende instelling.
5 Druk op de OK-knop wanneer u klaar bent.
6 Druk op de Menu-knop om het menu te verlaten.
OPMERKING: Afhankelijk van uw besturingssysteem kunt u met de Kodak EasyShare-software en
Date and Time have been reset
uw computer de cameraklok gelijkzetten als u de camera aansluit. Zie de Help van
de EasyShare-software voor meer informatie.
(datum en tijd zijn opnieuw
NL
6
Aan de slag
De status van de camera en foto's controleren
De pictogrammen die op het camerascherm verschijnen, geven de actieve
camera- en foto-instellingen weer.
Scherm Opnamemodus
Alleen actieve camera-instellingen worden weergegeven:
De camera heeft een intern geheugen van 32 MB. U kunt desgewenst
herbruikbare SD-/MMC-kaarten kopen waarop u foto's en video's kunt
opslaan.
LET OP:
Er is maar een manier om de kaart te plaatsen. Als u de
kaart op een andere manier plaatst, beschadigt u mogelijk
de camera of de kaart. Als het klaar-lampje groen knippert,
mag u geen kaarten plaatsen of verwijderen om schade
aan uw foto's, kaart of camera te vermijden.
1 Schakel de camera uit en open de kaartklep.
2 Plaats de kaart zoals op de behuizing van de
camera wordt aangegeven.
Afgesneden
hoek
Zie pagina 63 voor informatie over opslagcapaciteit. SD-/MMC-kaarten kunt u
kopen bij winkels die Kodak-producten verkopen of via
www.kodak.com/go/dx7630accessories.
OPMERKING: Als u een kaart de eerste keer gebruikt, is het raadzaam deze te formatteren
voordat u foto's gaat maken. (Zie pagina 33.) Er kan geen compatibiliteit
gegarandeerd worden met SD-kaarten met hoge snelheid, zoals xSD of Ultra-2,
omdat deze kaarten in de eerste plaats zijn ontworpen voor audio en video.
3 Druk de kaart volledig in de sleuf.
4 Sluit de klep.
Zet de camera uit om de kaart te verwijderen.
Druk de kaart in en laat hem dan weer los. De
kaart wordt nu deels uitgeworpen, zodat u de
kaart kunt verwijderen.
NL
8
2Foto's en video's maken
Een foto maken
1 Zet de keuzeschakelaar op Auto (automatisch) . (Zie pagina 13 voor
andere modusbeschrijvingen.)
Op het camerascherm verschijnt de naam van de modus en een beschrijving.
Druk op een willekeurige knop om de beschrijving te verwijderen. Druk op de
OK-knop om de beschrijving opnieuw weer te geven.
2 Druk op de Display-/Info-knop om het
Display-/
Info-
knop
OPMERKING: Het camerascherm wordt in alle modi automatisch ingeschakeld, behalve in de
auto-modus. Om het camerascherm automatisch in te laten schakelen in de
auto-modus, zie Liveview (Auto) (automatisch), pagina 30.
camerascherm in te schakelen, of gebruik de
zoeker om het onderwerp in beeld te brengen.
3 Druk de sluiterknop half in om de belichting
en de scherpstelling in te stellen.
4 Druk de sluiterknop geheel in om de foto te
maken zodra het klaar-lampje groen oplicht.
Laat uw vinger los als het klaar-lampje
onafgebroken rood is of rood knippert, richt
vervolgens opnieuw op het onderwerp en ga
terug naar stap 3.
Wanneer het klaar-lampje groen knippert, wordt
de foto opgeslagen. U kunt ondertussen foto's
blijven maken.
NL
9
Foto's en video's maken
De zoekermarkeringen voor automatisch scherpstellen
gebruiken
Wanneer u het camerascherm gebruikt als zoeker, geven zoekermarkeringen
aan waarop de camera wordt scherpgesteld. Om de beste foto's te krijgen,
dient u scherp te stellen op onderwerpen op de voorgrond (ook als deze
onderwerpen niet in het midden staan).
1 Houd de sluiterknop half ingedrukt als het camerascherm is
ingeschakeld.
Het onderwerp is scherpgesteld wanneer de zoekermarkeringen rood worden.
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt u scherp op:
het midden
het midden in groothoek
de zijkant
het midden en de zijkant
Zoeker-
markeringen
links en rechts
2 Druk de sluiterknop helemaal in om de foto te maken.
3 Als de camera niet wordt scherpgesteld op het gewenste onderwerp (of als
de zoekermarkeringen verdwijnen en het klaar-lampje rood knippert), laat
dan uw vinger los, richt opnieuw op het onderwerp en ga terug naar
stap 2.
OPMERKING: De zoekermarkeringen verschijnen niet in de modi Panorama of Video.
Een video maken
1 Zet de keuzeschakelaar op Video .
2 Gebruik de zoeker of het camerascherm om de camera op het onderwerp
te richten.
3 Druk de sluiterknop helemaal in en laat de knop vervolgens los. Druk als u
de opname wilt beëindigen nogmaals op de sluiterknop en laat deze
vervolgens weer los.
NL
10
Foto's en video's maken
OPMERKING: U kunt de sluiterknop ook helemaal indrukken en langer dan 2 seconden ingedrukt
houden om de opname te starten. Laat de sluiterknop los om met opnemen te
stoppen.
U kunt de optische zoom alleen vóór de video-opname wijzigen, niet tijdens de
opname.
De zojuist gemaakte foto of video bekijken
Nadat u een foto of video hebt gemaakt, verschijnt er gedurende 5 seconden
een Quickview op het camerascherm. Zolang de foto of video in beeld is, kunt
u deze:
Delete (verwijderen)
Share (delen)
OK
■ Review (bekijken): als u niets doet, wordt
de foto/video automatisch opgeslagen.
■ Play (afspelen [video]): druk op de
OK-knop om de video af te spelen. Druk op
om het volume aan te passen.
■ Share (delen): druk op de Share-knop
(delen) om een foto/video te labelen voor
e-mail of als favoriet, of om een foto te
labelen voor afdrukken. (Zie pagina 46.)
■ Delete (verwijderen): druk op de
Delete-knop terwijl de foto/video en op het
scherm staan.
OPMERKING: Alleen de laatste foto in een burst-serie (zie
pagina 24) wordt tijdens Quickview op het
scherm weergegeven. Als u Delete
(verwijderen) selecteert, worden alle foto's in
de burst-serie verwijderd. In Review (bekijken)
kunt u foto's één voor één verwijderen. (Zie
pagina 37.)
NL
11
Foto's en video's maken
Optische zoom gebruiken
Met de optische zoom kunt u het onderwerp driemaal dichterbij halen. De
optische zoom is pas doeltreffend wanneer de lens zich verder dan 60 cm van
het onderwerp bevindt. U kunt de optische zoom alleen vóór de
video-opname wijzigen, niet tijdens de opname.
1 Gebruik de zoeker of het camerascherm om de
camera op het onderwerp te richten.
2 Gebruik de Zoom-knop om in (T) of uit te
zoomen (W).
Als het camerascherm aanstaat, geeft de
zoom-indicator aan of de zoom op optisch of
Zoom-indicator
Digitale zoombereik
Optische zoombereik
digitaal staat.
3 Houd de sluiterknop half ingedrukt om de
belichting en de scherpstelling in te stellen.
Druk de sluiterknop vervolgens helemaal in
om de foto te maken. (Als u video's wilt
maken, dient u de sluiterknop in te drukken en
weer los te laten.)
Digitale zoom gebruiken
Met de digitale zoom in een willekeurige fotomodus kunt u het beeld nog
eens 4 maal vergroten nadat u de optische zoom al hebt toegepast. De
beschikbare instellingen voor de gecombineerde zoom variëren van 3,6 x tot
12 x. Het camerascherm moet aanstaan om de digitale zoom te activeren.
1 Druk op de Display-/Info-knop als u het camerascherm wilt aanzetten.
2 Druk op Zoom-knop tot de limiet voor de optische zoom is bereikt (3
maal). Laat de knop los en druk er dan nogmaals op.
Op het camerascherm ziet u nu de uitvergrote foto en de zoom-indicator.
3 Houd de sluiterknop half ingedrukt om de belichting en de scherpstelling
in te stellen. Druk de sluiterknop vervolgens helemaal in om de foto te
maken.
OPMERKING: De digitale zoom is niet bruikbaar voor het opnemen van video's.
12
NL
Foto's en video's maken
BELANGRIJK:
Als u de digitale zoom gebruikt, is het mogelijk dat de
afdrukkwaliteit minder goed is. De blauwe schuiver op de
zoom-indicator stopt en wordt vervolgens rood wanneer de
fotokwaliteit ongeveer 1 MP bedraagt. Voor een aanvaardbare
afdruk van 10 cm x 15 cm, moet de schuiver blauw blijven.
Cameramodi
Gebruik deze modus: Voor het volgende:
Auto
(automatisch)
Scene (scène) Voor het maken van foto's met een eenvoudig richt-en-klik
Program
(programma)
Aperture
Priority
(diafragmaprioriteit)
Voor het maken van gewone foto's. Belichting,
scherpstelling en flitser worden automatisch ingesteld.
systeem in 16 uitzonderlijke omstandigheden. (Zie
Opname-instellingen, pagina 15.)
Voor het bepalen van de belichtingscompensatie (hoeveel
licht de camera binnenkomt) en flitsercompensatie. De
camera stelt de sluitersnelheid en het diafragma (f-stop)
automatisch in op basis van de lichtomstandigheden. In de
programmamodus kunt u heel eenvoudig automatisch
foto's maken, terwijl u toch toegang hebt tot alle
menu-opties. Gebruik het keuzewieltje om instellingen te
selecteren. (Zie Modi P, A, S, M en C, pagina 16.) Druk op
de Menu-knop om de andere instellingen te wijzigen.
Voor het bepalen van het diafragma,
belichtingscompensatie, flitsercompensatie en
ISO-snelheid. Deze modus wordt in de eerste plaats
gebruikt om de scherptediepte (het scherptebereik) te
controleren.
OPMERKING: De diafragma-instelling wordt mogelijk
beïnvloed wanneer de optische zoom wordt gebruikt.
Gebruik het keuzewieltje om instellingen te selecteren.
(Zie Modi P, A, S, M en C, pagina 16.) Druk op de
Menu-knop om de andere instellingen te wijzigen.
NL
13
Foto's en video's maken
Gebruik deze modus: Voor het volgende:
Shutter
Priority
(sluiterprioriteit)
Manual
(handmatig)
Custom
(aangepast)
Favorites
(favorieten)
VideoVoor het opnemen van videobeelden met geluid.
Voor het bepalen van de sluitersnelheid, ISO-snelheid en
belichtingscompensatie. De camera stelt het diafragma
automatisch in voor de juiste belichting. Deze modus wordt
in de eerste plaats gebruikt om wazige foto's te vermijden
wanneer u bewegende onderwerpen fotografeert. Voor de
beste resultaten is het raadzaam de camera op een statief
te plaatsen als u fotografeert met lage sluitersnelheden.
Gebruik het keuzewieltje om instellingen te selecteren. (Zie
Modi P, A, S, M en C, pagina 16.) Druk op de Menu-knop
om de andere instellingen te wijzigen.
Om uw creativiteit de vrije loop te laten. U stelt zelf
de diafragma-, sluiter- en ISO-snelheid in. De
belichtingscompensatie werkt als een belichtingsmeter
en informeert u over de correcte combinatie van de
diafragma- en sluitersnelheid om een acceptabele
belichting te produceren. Voor de beste resultaten is het
raadzaam de camera op een statief te plaatsen als u
fotografeert met lage sluitersnelheden. Gebruik het
keuzewieltje om instellingen te selecteren. (Zie Modi P, A,
S, M en C, pagina 16.) Druk op de Menu-knop om de
andere instellingen te wijzigen.
Voor de modus gemaakt door de gebruiker. Voor het
toepassen van P, A, S en M, plus aangepaste instellingen
(belichtingscompensatie, flitsercompensatie, ISO-snelheid)
die onafhankelijke van de overige camera-instellingen
worden opgeslagen. Gebruik het keuzewieltje om
instellingen te selecteren. (Zie Modi P, A, S, M en C,
pagina 16.) Druk op de Menu-knop om een opnamemodus
te selecteren. (Zie Custom Exposure Mode (aangepaste
belichtingsmodus), pagina 25.) Druk op de Menu-knop om
de andere instellingen te wijzigen.
Voor het bekijken van uw favorieten. (Zie pagina 48.)
(Zie pagina 10.)
14
NL
Foto's en video's maken
Opname-instellingen
1 Zet de keuzeschakelaar op Scene (scène).
2 Druk op beschrijvingen van de scène-modus weer te geven.
3 Druk op de OK-knop om een scène-modus te selecteren.
Gebruik deze
SCN-modus
Portrait
(portret)
Sports
(sport)
Landscape
(panorama)
Close-upOnderwerpen op minder dan 70 cm afstand.
Voor het volgende:
Foto's van mensen en andere onderwerpen.
Bewegende onderwerpen. De sluitertijd is kort.
Vergezichten. De flitser gaat niet af tenzij u deze aanzet.
De zoekermarkeringen voor automatisch scherpstellen
(pagina 10) zijn niet beschikbaar in deze modus.
Night
Portrait
(nachtportret)
Night
Landscape
(nachtpanorama)
Snow
(sneeuw)
Beach
(strand)
Text (tekst) Documenten.
Fireworks
(vuurwerk)
Flower
(bloemen)
Manner
(stil)
Vastleggen van het onderwerp en de achtergrond bij nacht.
Plaats de camera op een vlakke, stabiele ondergrond of
gebruik een statief. Raad mensen aan enkele seconden te
blijven stilstaan nadat de flitser is afgegaan wanneer u met
trage sluitersnelheden fotografeert.
Vergezichten bij nacht. Plaats de camera op een vlakke,
stabiele ondergrond of gebruik een statief.
Heldere sneeuwscènes.
Heldere strandscènes.
Vuurwerk. Plaats de camera op een vlakke, stabiele
ondergrond of gebruik een statief.
Close-ups van bloemen bij helder licht.
Rustige gelegenheden, zoals een huwelijk of lezing. De
flitser en het geluid zijn uitgeschakeld.
NL
15
Foto's en video's maken
Gebruik deze
SCN-modus
Self Portrait
(zelfportret)
PartyMensen binnenshuis.
Children
(kinderen)
Backlight
(achtergrondlicht)
Voor het volgende:
Close-ups van uzelf.
Foto's van spelende kinderen bij helder licht.
Onderwerpen die zich in de schaduw bevinden of in
tegenlicht (wanneer het licht achter het onderwerp staat).
Modi P, A, S, M en C
Diafragma—ook wel f-stop genoemd,
bepaalt de lensopening, die weer de
scherptediepte bepaalt.
ISO
Grotere diafragma-instellingen (hoger
Diafragma
Sluitersnelheid
Belichtingscompensatie
Flitsercompensatie
instelling
Keuze-
Sluitersnelheid—bepaalt hoe lang de sluiter open blijft. Een pictogram
met een bibberende hand waarschuwt dat de sluitersnelheid laag ligt.
(Plaats de camera op een statief als u fotografeert met lage
sluitersnelheden.)
Belichtingscompensatie—bepaalt hoeveel licht de camera binnenkomt
en is handig voor opnamen met tegenlicht. Als de foto te licht is, dient u
een lagere instelling te kiezen. Als de foto te donker is, dient u een hogere
instelling te kiezen.
f-nummer) stellen zowel de voorgrond als de
achtergrond scherp en zijn geschikt voor
landschappen en omstandigheden met goede
verlichting. Kleinere diafragma-instellingen
stellen het onderwerp scherp (de achtergrond
wordt wazig) en zijn geschikt voor
portretfoto's en omstandigheden met weinig
licht. Zowel de hoogste als de laagste
diafragma-instelling kunnen worden
beïnvloed door de optische zoom.
16
NL
Foto's en video's maken
Flitsercompensatie—bepaalt de helderheid van de flitser (+0,5, +1,0,
-0,5, -1,0). U dient zich binnen het flitsbereik te bevinden. Niet
beschikbaar als de flitserinstelling op Off (uit) staat.
ISO—bepaalt de gevoeligheid van de camerasensor (100, 200, 400, 800).
Hogere instellingen zijn gevoeliger voor licht, maar kunnen ongewenste
ruis veroorzaken in een foto. U kunt ISO 800 alleen gebruiken als het
fotoformaat op 1,7 MP is ingesteld. (Zie Picture Size (fotoformaat),
pagina 26.)
Instellingen gelden alleen in de modi P, A, S, M en C
Instellingen die u in de modi P, A, S en M verandert, worden alleen toegepast
op foto's die in deze modi worden gemaakt. Instellingen die u in de C-modus
verandert, worden alleen toegepast op foto's die in deze modus worden
gemaakt.
Als u bijvoorbeeld in de modi P, A, S, en M de kleurmodus wijzigt naar sepia,
behouden de auto- en scènemodus hun standaardinstelling voor kleur.
OPMERKING: De instellingen, waaronder die van de flitser, blijven actief voor de modi P, A en S,
zelfs wanneer u een andere modus instelt of de camera uitzet. Gebruik de optie
Reset to Default (herstellen naar standaardinstellingen) (zie pagina 29) om de modi
P, A, S, M, en C
terug te zetten naar de standaardinstellingen.
Met het keuzewieltje de instellingen van de modi P, A, S,
en M wijzigen
Keuzewieltje
Draai om de cursor
te bewegen of de
instellingen te
veranderen.
Druk om de
instellingen
te openen of op
te slaan.
1 Zet de keuzeschakelaar in de modi P, A, S, M, of C.
De modusopties worden weergegeven.
NL
17
Foto's en video's maken
2 Gebruik het keuzewieltje:
■ Draai aan het draaiwieltje om de cursor te verplaatsen.
■ Druk op het keuzewieltje om een instelling te openen.
■ Draai aan het keuzewieltje om een instelling te veranderen.
■ Druk op het keuzewieltje om een instelling op te slaan.
OPMERKING: De beschikbare opties zijn wit gekleurd. Opties die niet beschikbaar zijn, worden
grijs weergegeven. Rood gekleurde opties geven aan dat het maximale bereik is
overschreden, wat kan resulteren in een gebrekkige beeld-/afdrukkwaliteit. Pas de
waarde omhoog of omlaag aan tot deze geel wordt.
3 Druk op de Menu-knop om de andere instellingen te wijzigen. (Zie
pagina 25.)
4 Een foto maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u 's nachts of binnen foto's maakt of wanneer er
buiten diepe schaduwen zijn. U kunt de flitserinstelling in elke willekeurige
fotomodus wijzigen. De standaardflitserinstelling wordt hersteld wanneer u de
modus verlaat of de camera uitzet.
Flitserbereik
Groothoek 0,6 m - 4,2 m
Telefoto0,6 m - 2,5 m
18
NL
Loading...
+ 53 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.