Kern AES-A01N User guide [nl]

KERN & Sohn GmbH
Ziegelei 1 E-mail: info@kern-sohn.com
Gebruiksaanwijzing Set voor dichtheidsbepalingen
KERN AES-A01N
Versie 1.0
09/2012
NL
D-72336 Balingen
Fax: +49-[0]7433-9933-149
AES-A01N-BA-nl-1210
KERN AES_N/AEJ_N
KERN AES-A01N
NL
Inhoudsopgave:
1 INLEIDING ...................................................................................................................................... 3
1.1 LEVERINGSOMVANG .................................................................................................................. 3
1.2 AFMETINGEN [MM] .................................................................................................................... 4
2 DE REGEL VAN DICHTHEIDSBEPALING .................................................................................... 5
2.1 INVLOEDGROOTHEDEN EN FOUTBRONNEN .................................................................................. 6
3 INSTALLATIE VAN DE SET VOOR DICHTHEIDSBEPALINGEN ................................................. 7
4 DICHTHEIDSBEPALING VAN VASTE STOFFEN ......................................................................... 9
4.1 DE MODUS “DICHTHEIDSBEPALING VAN VASTE STOF OPVRAGEN .............................................. 10
4.2 UITVOERING VAN DE DICHTHEIDSBEPALING .............................................................................. 12
4.3 DICHTHEIDSBEPALING VAN VASTE STOFFEN MET EEN DICHTHEID KLEINER DAN 1 G/CM3 .............. 14
Versie 1.0 09/2012
Gebruiksaanwijzing Set voor dichtheidsbepalingen voor de analyseweegschalen
5 DICHTHEIDSBEPALING VAN VLOEIST O FF EN ......................................................................... 15
5.1 DE MODUS “DICHTHEIDSBEPALING VOOR VLOEISTOFFEN OPVRAGEN ........................................ 16
5.2 UITVOERING VAN DE DICHTHEIDSBEPALING .............................................................................. 18
6 VOORWAARDEN VOOR PRECI EZ E METINGEN ...................................................................... 20
6.1 RESULTATEN BEREKENEN ....................................................................................................... 20
6.2 DE FACTOREN DIE OP DE METINGFOUT INVLOED HEBBEN .......................................................... 20
6.2.1 Luchtbellen ....................................................................................................................... 20
6.2.2 Het monster van de vaste stof ......................................................................................... 20
6.2.3 Vloeistoffen ...................................................................................................................... 21
6.2.4 De oppervlakte ................................................................................................................. 21
6.3 ALGEMENE INFORMATIE .......................................................................................................... 21
6.3.1 Dichtheid/ relatieve dichtheid ........................................................................................... 21
6.3.2 Drijf van de weegschaalaanduiding ................................................................................. 21
7 TABEL VAN VLOEISTOFDICHTHEID ......................................................................................... 22
8 GEBRUIKSOPMERKINGEN ........................................................................................................ 23
AES-A01N-BA-nl-1210 2
12

1 Inleiding

Om een betrouwbaar en storingvrij bedrijf te verzekeren dient de
elke weegschaal.
1
Haak van het zinklood
9
Draad
10
Extra statief (neerleggen van schalen voor monsters/zinkloden)
Onderste schaal met zeef van de dompelkorf
Dompelkorf voor drijvende vaste lichamen (dichtheid < 1 g/cm³)
Thermometer, niet op de tekeni ng weergegeven
Extra lasten (zie hoofdstuk 4 en
5)
Thermometergreep, niet op de tekening weergegeven
Onderbouw voor de glazen maatbeker
Bovenste schaal voor monsters van de dompelkorf
gebruiksaanwijzing nauwkeurig te worden gelezen.
In onderhavige gebruiksaanwijzing worden enkel werkzaamheden

1.1 Leveringsomvang

Direct na uitpakken dient men te controleren of de verpakking en de set voor
dichtheidsbepalingen geen eventuele zichtbare uiterlijke beschadigingen vertonen.
Men dient zeker te gaan dat alle toegankelijke elementen compleet zijn.
beschreven die met de set voor dichtheidsbepalingen worden uitgevoerd. Verdere informatie betreffende de weegschaalbediening bevindt zich in de gebruiksaanwijzing van
Nr. Bepaling
2 Statief 3 Draad 11 4 Glazen maatbeker 400 ml 12 5 Glazen zinklood 6 7 8
Pincet, niet op de tekening w eer g egeven Gebruiksaanwijzing
3 AES-A01N-BA-nl-1210

1.2 Afmetingen [mm]

AES-A01N-BA-nl-1210 4
ρ =
A
A-B
o
ρ
ρ =
m V

2 De regel van dich theidsbepaling

1
g
cm
3
1
kg
m
3
1
g
l
Drie belangrijke natuurkundige grootheden zijn: het volume en het gewicht van de lichamen als ook de dichtheid van stoffen. Het gewicht en het volume worden met elkaar door de dichtheid gekoppeld.
De dichtheid [ρ] is de verhouding van het gewicht [m] ten opzichte van het
volumen [V].
De dichtheid wordt in het SI uitgedrukt in kilogram per kubieke meter (kg/m3). 1 kg/m3 is gelijk aan de dichtheid van een homogeen lichaam dat bij het gewicht van 1 kg het volumen van 1 m3 inneemt. Andere vaak gebruikte eenheden zijn:
,
,
Door het gebruik van onze set voor dichtheidsbepalingen in combinatie met onze weegschalen KERN AES_N/AEJ_N kan men snel en zeker de dichtheid van vaste en vloeistoffen bepalen. De werkwijze van de set voor dichtheidsbepaling gebruikt de “wet van Archimedes”:
DE OPWAARTSE KRACHT IS EEN KRACHT. ZE TAST EEN LICHAAM AAN DAT IN VLOEISTOF IS ONDERGEDOMPELD. DE OPWAARTSE KRACHT IS EVEN GROOT ALS HET GEWICHT VAN DE VERPLAATSTE VLOEISTOF. DE OPWAARTSE KRACHT WERKT LOODRECHT NAAR BOVEN.
Daardoor wordt de dichtheid volgens de volgende formules berekend:
Bij de dichtheidsbepaling van vaste stoffen
Met behulp van onze weegschalen kan men een vaste stof zowel in de lucht [A] als ook in het water [B] wegen. Indien de dichtheid van het verplaatste medium [ρo] bekend is, wordt de dichtheid van vaste stof [ρ] als volgt berekend:
ρ = Monsterdichtheid A = Het monstergewicht in de lucht B = Het monstergewicht in de hulpvloeistof
ρ
= De dichtheid in de hulpvloeisto f
o
5 AES-A01N-BA-nl-1210
ρ =
V
A-B
L
ρ
+
Bij dichtheidsbepaling van vloeistoffen
ρ =
G V
De dichtheid van een vloeistof wordt bepaald met behulp van een zinklood waarvan het volumen ([ V ] zie markering) bekend is. Het zinklood wordt zowel in de lucht [A] als ook in de gemeten vloeistof [B] gewogen.
Conform de wet van Archimedes werkt op een ondergedompeld lichaam een opwaartse kracht [G]. Deze kracht is even groot als de gewichtkracht (het gewicht) van de verplaatste vloeistof. Het volumen [V] van het ondergedompelde lichaam is gelijk aan het volumen van de verplaatste vloeistof.
G = Opwaartse kracht van zinklood Opwaartse kracht van zinklood =
Het gewicht van zinklood in de lucht [A] – Het gewicht van zinklood in de gemeten
vloeistof [B]
Dus:
ρ = Dichtheid van gemeten vloeistof A = Het gewicht van het zinklood in de lucht B = Het gewicht van het zinklood in de gemeten vloeistof V = Volumen van zinklood

2.1 I nvloedgrootheden en foutbronnen

Luchtdruk Temperatuur Wijziging van het zinkloodvolumen Oppervlaktespanning van de vloeistof Luchtbellen Indompeldiepte van de monsterschaal of zinklood Porositeit van de vaste stof
AES-A01N-BA-nl-1210 6

3 Installatie van de set voor dich theidsbepalingen

De weegschaal uitzetten en van de voeding scheiden.
3
1
2
Indien nodig dient het vereist justeren vóór de installatie van de set voor
Van de weegschaal de volgende elementen verwijderen:
dichtheidsbepalingen worden doorgevoerd.
Bij de geïnstalleerde set voor dichtheidsbepalingen is correct justeren niet mogelijk.
Om te justeren dient de set voor dichtheidsbepaling en te w or den a fg enom en en het standaard weegschaalplateau te worden opgezet.
(1) Standaard
weegschaalplateau
(2) Greep van het
weegschaalplateau
(3) Beschermende ring
7 AES-A01N-BA-nl-1210
De set voor dichtheidsbepaling installeren.
of
of
AES-A01N-BA-nl-1210 8

4 Dichtheidsbepaling van vaste stoffen

Extra last
Bij de dichtheidsbepaling van de vaste stoffen dient de vaste stof eerst in de lucht te worden gewogen en vervolgens in de hulpvloeistof met bekende dichtheid. Uit het verschil van de gewichten vloeit de opwaartse kracht voort die door het programma naar de dichtheid wordt omgerekend. Als hulpvloeistof worden meestal gedistilleerd water of ethanol gebruikt, dichtheidstabellen, zie hoofdstuk 7.
De weegschaal voorbereiden zoals beschreven in hoofdstuk 3 “Installatie van de set voor dichtheidsbepalingen”.
Onderbouw voor de glazen container zo plaatsen dat hij het
weegschaalplateau niet aanraakt.
De glazen maatbeker in het midden van de onderbouw plaatsen. Deze kan de
houder niet aanraken.
De dompelkorf op de houder ophangen. Hij moet centrisch in de opening
worden opgehangen.
De vloeistof in een glazen meetbeker gieten. De invulhoogte dient ca. ¾ van
het volumen te bedragen. De thermometer indompelen.
De temperatuur van de vloeistof en van de instrumenten zo lang afstellen
totdat deze vast is. De opwarmingstijd van de weegschaal in aanmerking nemen.
De glazen deur sluiten. De weegschaal aan de voedingspanning aansluiten,
de weegschaal wordt zelfgediagnosticeerd. Ingeval van de weegschalen serie AEJ wordt een aanvullend justeren uitgevoerd met behulp van het interne kalibratiegewicht. Afwachten totdat de aandui ding in gram verschijnt.
Indien de foutmelding “Er 1 Hi” verschijnt of de aanduiding niet reageert, extra
lasten aanzetten.
9 AES-A01N-BA-nl-1210

4.1 De modus “Dichtheidsbepaling van vaste stof” opvragen

; de eerste functie “F1 basic” verschijnt.
; meermals drukken totdat de
aanduiding “F6 d_Co” verschijnt.
Met de toets aanduiding “Liq-id” en de naam van de actueel ingestelde hulpvloeistof verschijnen achter elkaar.
bevestigende
De toets of totdat de gewenste hulpvloeistof verschijnt.
Aanduiding Hulpvloeistof H20 Gedestilleerd water C2H5OH Ethanol Another Willekeurige hulpstof
De keuze met de toets bevestigen.
AES-A01N-BA-nl-1210 10
Of
Indien gedistilleerd water of ethanol wordt gekozen, de temperatuur op de thermometer aflezen en de numerieke waarde met de toets verhogen of met de toets verlagen.
De ingevoerde waarde met de toets bevestigen; vanaf dat moment wordt de dichtheidsbepaling van vaste stof aangezet (zie hoofdstuk 4.2).
of
Bij de keuze van de instelling “Another” willekeurige dichtheid van de hulpvloeistof invoeren.
De actueel ingestelde dichtheid van de hulpvloeistof verschijnt. De actieve positie blinkt.
Om de waarde met de toets of te wijzigen, de te wijzigen positie kiezen en de numerieke waarde met de toets vergroten of met de toets verkleinen.
De ingevoerde waarde met de toets bevestigen; vanaf dat moment wordt de dichtheidsbepaling van vaste stof aangezet (zie hoofdstuk 4.2).
11 AES-A01N-BA-nl-1210

4.2 Uitvoering van de dichtheidsbepaling

1. Terwijl de aanduiding “LOAD A” en de nulaanduiding achter elkaar verschijnen, de vaste stof op de bovenste schaal voor mons ter s pl aa t sen. Het monstergewicht in de lucht verschijnt.
2. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding ( ) verschijnt en vervolgens de toets drukken. Het monstergewicht in de lucht wordt opgeslagen.
AES-A01N-BA-nl-1210 12
3. Terwijl de aanduiding “LOAD L” en de nul aa n duiding achter elkaar verschijnen, het monster van de bovenste schaal voor monsters afnemen en op de onderste schaal met zeef plaatsen. Daarvoor dient het meegeleverde pincet te worden gebruikt. Controleren dat er zo mogelijk geen luchtbellen aan de vaste stof vastzitten. Het monstergewicht in de hulpvloeistof verschijnt.
4. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding ( ) verschijnt en vervolgens de toets drukken. De dichtheid van de vaste stof wordt door de weegschaal
bepaald en afgelezen [g /c m3].
Nadat een optionele printer wordt aangesloten kunnen de gegevens door het
drukken van de toets worden geprint.
2.3456 g/cm3
Het monster afnemen. Om volgende metingen uit te voeren de toets
drukken en de procedure v an stap 1 begi nnen .
Met de toets naar het menu terugkeren en vervolgens met de toets
naar de weegmodus.
13 AES-A01N-BA-nl-1210
4.3 Dichtheidsbepaling van vaste stoffen met een dichtheid kleiner dan
1 g/cm3
Ingeval van vaste stoffen met de dichtheid kleiner dan 1 g/cm3 wordt het mogelijk om de dichtheid met twee verschillende methodes te bepalen.
Methode 1:
Als hulpvloeistof wordt een vloeistof gebruikt met een dichtheid kleiner dan de dichtheid van de vaste stof, bv. ethanol ca. 0,8 g/cm3.
Deze methode dient te worden toegepast indien de dichtheid van de vaste stof niet veel van de dichtheid van het gedestilleerde water verschilt.
Voordat ethanol wordt toegepast dient men te controleren of de vaste stof niet beschadigd werd.
Tijdens de werkzaamheden met ethanol dient men absoluut de geldende veiligheidsvoorschriften op te volgen.
Methode 2:
In dit geval wordt het monster niet op de onderste schaal voor monsters gezet, maar eronder. Daarvoor dient de dompelkorf voor drijvende vaste stoffen te worden gebruikt [zie afb. 1.1, nr. 12].
De modus “Dichtheidsbepaling voor vaste stof” opvragen en de parameters van
de hulpvloeistof invoeren, zie hoofdstuk 4.1.
De dichtheidsbepaling uitvoeren, zie hoofdstuk 4.2, in de stap 3 het monster
onder de schaal met zeef plaatsen. Indien de opwaartse kracht van het mo ns ter zo groot is dat het indompelkorf omhoog wordt geduwd, dient men hem met een schijngewicht te belasten en tijdens wegen in de lucht tarreren.
AES-A01N-BA-nl-1210 14

5 Dichtheidsbepaling van vloeistof fen

Ingeval van de dichtheidsbepaling van vloeistoffen wordt een glazen zinklood met bekend volumen toegepast (zie markering op de haak). Het glazen zinklood wordt eerst in de lucht gewogen en vervolgens in de vloeistof waarvan de dichtheid bepaald dient te worden. Uit het verschil van de gewichten vloeit de opwaartse kracht voort die door het programma naar de dichtheid wordt omgerekend.
De weegschaal voorbereiden zoals beschreven in hoofdstuk 3 “Installatie van de set voor dichtheidsbepalingen”.
De thermometergreep op de rand van de glazen maatbeker plaatsen. De thermometer ophangen. De meetvloeistof in een glazen meetbeker gieten. De invulhoogte dient ca. ¾ van
het volumen te bedragen.
De temperatuur van de meetvloeistof zo lang afstellen totdat deze vast is. Het glazen zinklood voorbereiden.
15 AES-A01N-BA-nl-1210
Indien de foutmelding “Er 1 Hi” verschijnt of de aanduiding niet reageert, extra
Extra last
lasten aanzetten.

5.1 De m odus “Dichtheidsbepaling voor vloeistoffen” opvragen

; de eerste functie “F1 basic” verschijnt.
; meermals drukken totdat de
aanduiding “F7 d_Li” verschijnt.
Met de toets
bevestigen.
AES-A01N-BA-nl-1210 16
Bij de aanduiding “vol” is het vereist om het volumen van het glazen zinklood
in te voeren (zie markering op de haak). Zo veel decimalen invoeren als vereist door de weegschaal. Het volumen van het laatst gebruikte zinklood verschijnt.
Om de waarde met de toets of te wijzigen, de te wijzigen positie
kiezen (de actieve positie blinkt) en de numerieke waarde met de toets vergroten of met de toets verkleinen.
De ingevoerde waarde met de toets bevestigen; het volumen van het glazen
zinklood wordt opgeslagen. Vanaf dat moment wordt de dichtheidsbepaling voor vloeistoffen aangezet (zie hoofdstuk 5.2).
17 AES-A01N-BA-nl-1210

5.2 Uitvoering van de dichtheidsbepaling

1. Terwijl de aanduiding “LOAD A” en de nulaanduiding achter elkaar verschijnen, het zinklood ophangen. Het zinkloodgewicht in de lucht verschijnt.
2. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding ( ) verschijnt en vervolgens de toets drukken. Het zinkloodgewicht in de lucht wordt opgeslagen.
AES-A01N-BA-nl-1210 18
3. Terwijl de aanduiding “LOAD L” en de nul aa n dui di ng acht er elkaar verschijnen, de glazen maatbeker met de gemeten vloeistof op de onderbouw plaatsen. Het glazen zinklood compleet in de vloeistof indompelen, voor zover mogelijk zonder luchtbellen te laten ontstaan. Het glazen zinklood dient ca. 10–15 mm met de gemeten vloeistof te worden gedekt.
5. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding ( ) verschijnt en vervolgens de toets drukken. De dichtheid van de vloeistof wordt door de weegschaal
bepaald en afgelezen [g /c m3].
Nadat een optionele printer wordt aangesloten kunnen de gegevens door het
drukken van de toets worden geprint.
2.3456 g/cm3
Het monster afnemen. Om volgende metingen uit te voeren de toets
drukken en de procedure v an stap 1 begi nnen .
Met de toets naar het menu terugkeren en vervolgens met de toets
naar de weegmodus.
19 AES-A01N-BA-nl-1210
ρ =
A
A-B
o
ρ

6 Voorwaarden voor precieze metingen

Tijdens de dichtheidsbepaling bestaan er meerdere kansen op een fout. Om precieze resultaten bij toepassing van deze set voor dichtheids b epal i ng en m et de weegschaal te bereiken, zijn goede kennis en voorzichtigheid noodzakelijk.

6.1 Resultaten berekenen

Tijdens de dichtheidsbepaling door de weegschaal verschijnen de resultaten altijd met 4 decimalen. Dat betekent echter niet dat de resultaten tot de laatste decimalen, zoals bij waardeberekening, precies zijn. Daarom dient men kritisch naar de omrekeningen van de gebruikte weegresultaten te kijken. Een voorbeeld van dichtheidsbepaling van een vaste stof: Om de hoogste kwaliteit van de resultaten te garanderen, dienen zowel de teller als ook de noemer van de volgende formule de gewenste precisie vertonen. Indien één daarvan niet stabiel of foutief is, wordt het resultaat tevens onstabiel of foutief.
ρ = Monsterdichtheid A = Het monstergewicht in de lucht B = Het monstergewicht in de hulpvloeistof
ρ
= De dichtheid in de hulpvloeistof
o

6.2 De factoren die op de metingfout invloed hebben

6.2.1 Luchtbellen

Een kleine luchtbel met een diameter van 1 mm veroorzaakt een opwaartse kracht van 0,5 mg, terwijl een luchtbel met een diameter van 2 mm veroorzaakt al een opwaartse kracht van 4 mg. Daarom is het van groot belang dat er geen luchtbellen aan de vaste stof of aan het zinklood in de vloeistof aankleven. Een geoliede oppervlakte veroorzaakt het ontstaan van luchtbellen bij indompelen in een vloeistof, daarom:
het monster van de vaste stof bestand tegen oplosmiddelen ontvetten, alle in te dompelen elementen regelmatig reinigen en niet met ving ers
aanraken.
De monsters van vaste stoffen (in het bijzonder vlakke voorwerpen) dienen niet op de schaal voor monster buiten de vloeistof te worden geplaatst om dat er tijdens het indompelen luchtbellen kunnen ontstaan.

6.2.2 Het monster van de vaste stof

Indien het monster een te groot volumen heeft en in de vloeistof in ingedompeld, stijgt het vloeistofpeil in de glazen maatcilinder. Daardoor wordt een deel van het ophangelement van de schaal voor monsters ingedompeld en daarmee is de opwaartse kracht groter. Daardoor wordt het monstergewicht in de vloeistof kleiner. Monsters met variabel volumen of die vloeistoffen absorberen, kunnen niet worden gemeten.
AES-A01N-BA-nl-1210 20

6.2.3 Vloeistoffen

De vaste stoffen zijn in beginsel niet zeer gevoelig op de temperatuurschommelingen, daarom worden de dichtheidschommelingen die daaruit voortvloeien niet in acht genomen. Omdat de dichtheidsbepaling voor vaste stoffen wordt echter met de toepassing van “de wet van Archimedes” uitgevoerd met behulp van een hulpvloeistof, dient de te mper a tuur ervan in rekening te worden gehouden. Ingeval van vloeistoffen is de temperatuur van grotere invloed en veroorzaakt in de meeste gevallen verandering van de dichtheid van 0,1 tot 1‰ op elk °C. Dat heeft invloed op de resultaten al bij de derde decimaal.

6.2.4 De oppervlakte

Het ophangen van de schaal voor monsters dringt de vloeistofoppervlakte door. De toestand verandert continu. Indien het monster of het zinklood redelijk klein zijn, wordt de reproduceerbaarheid van de resultaten door oppervlaktespanning verslechterd. Door toevoegen van een kleine hoeveelheid oppervlakte-actieve stof (afwasmiddel) kan de oppervlaktespanning worden overgeslagen en de reproduceerbaarheid worden vergroot.

6.3 Algeme ne informatie

6.3.1 Dichtheid/ relatieve dichtheid

De relatieve dichtheid is het gewicht van de gemeten stof gedeeld door het watergewicht (bij 4°C) met hetzelf de volumen. Daarom heeft de relatieve dichtheid geen eenheid. De dichtheid is het gewicht gedeeld door het volumen. Indien er in plaats van de vloeistofdichtheid in de formule de relatieve dichtheid wordt gebruikt, bereikt men een foutief resultaat. Voor de vloeistof is enkel haar dichtheid maatgevend.

6.3.2 Drijf van de weegschaalaanduiding

Het drijven (systematisch veranderen van de resultaten in een bepaalde richting) heeft geen invloed op het eindresultaat van de dichtheidsbepaling hoewel het afgelezen gewicht op het wegen in de lucht betrekking heeft. Precieze waarden worden enkel dan vereist indien de vloeistofdichtheid met behulp van een zinklood wordt bepaald. Ingeval van temperatuurwijziging van de omgeving of de wijziging van lokalisatie, is het justeren van de weegschaal vereist. Daarvoor dient men de set voor dichtheidsbepalingen af te nemen en het justeren van de weegschaal met standaard weegschaalplateau uit te voeren.
21 AES-A01N-BA-nl-1210

7 Tabel van vloeistofdichtheid

Temperatuur
Dichtheid ρ [g/cm
3
]
Water
Ethanol
Methanol
10
0,9997
0,7978
0,8009
11
0,9996
0,7969
0,8000
12
0,9995
0,7961
0,7991
13
0,9994
0,7953
0,7982
14
0,9993
0,7944
0,7972
15
0,9991
0,7935
0,7963
16
0,9990
0,7927
0,7954
17
0,9988
0,7918
0,7945
18
0,9986
0,7909
0,7935
19
0,9984
0,7901
0,7926
20
0,9982
0,7893
0,7917
21
0,9980
0,7884
0,7907
22
0,9978
0,7876
0,7898
23
0,9976
0,7867
0,7880
24
0,9973
0,7859
0,7870
25
0,9971
0,7851
0,7870
26
0,9968
0,7842
0,7861
27
0,9965
0,7833
0,7852
28
0,9963
0,7824
0,7842
29
0,9960
0,7816
0,7833
30
0,9957
0,7808
0,7824
31
0,9954
0,7800
0,7814
32
0,9951
0,7791
0,7805
33
0,9947
0,7783
0,7896
34
0,9944
0,7774
0,7886
35
0,9941
0,7766
0,7877
[℃]
AES-A01N-BA-nl-1210 22

8 Gebruiksopmerkingen

Om een reproduceerbare gemiddelde waarde te bereiken zijn enkele
dichtheidsmetingen no di g .
Oplosmiddelbestendige monster/ glazen zinklood/ glazen maatbeker ontvetten.
Schalen voor monsters/ glazen zinklood/ glazen maatbeker dienen regelmatig te
worden gereinigd, aan het onderdompelde deel niet aanr aken.
Monster/ glazen zinklood/ pincet na elke meting drogen.
De monstergrootte dient aan de monsterschaal te worden aangepast (ideale
monstergrootte > 5 g).
Enkel gedestilleerd water gebruiken.
Bij eerste onderdompeling de monsterschaal en zinklood licht schudden om
eventuele luchtbellen vrij te laten.
Absoluut opletten dat bij volgende onderdompeling geen nieuwe luchtbellen
ontstaan; het monster het liefst met een pincet inzetten.
De vast aanliggende luchtbellen met een pincet of een ander hulpm iddel
afnemen.
Om te voorkomen dat de luchtbellen plakken, het monster met ruwe oppervlakte
eerst glad maken.
Opletten dat er tijdens weging geen water van pincet op de bovenschaal voor
monsters druppelt.
Om de oppervlaktespanning van het water en de wrijving van water met draad te
reduceren, drie druppels van toegankelijke oppervlakte-actieve stof (afwasmiddel) in de meetvloeistof toevoegen (de wijziging van de dichtheid van gedestilleerd water na toevoegen van een oppervlakte-actieve stof kan worden genegeerd).
Ovale monsters kunnen makkelijk met een pincet door kerven worden gevat.
De dichtheid van poreuze vaste stoffen kan enkel bij benadering worden bepaald.
Bij onderdompelen in een meetvloeistof wordt niet de gehele lucht van de poriën verdreven, waardoor f oute n in de opwaartse kracht ontstaan.
Om sterke stoten van de weegschaal te mijden dient het monster voorzichtig te
worden ingedaan.
Statische ladingen mijden, bv. het corpus (het zinklood) enkel met een katoenen
doek reinigen.
Indien de dichtheid van de vaste stof niet veel van de dichtheid van gedestilleerd
water verschilt, kan ethanol als meetvloeistof worden gebruikt. M en di ent ec ht er eerder te controleren of het monster oplosmiddelbestendig is. Tijdens de werkzaamheden met ethanol dient men bovendien absoluut de geldende veiligheidsvoorschriften op te volgen.
Voorzichtig met de glazen corpussen (zinklood) omgaan (geen
garantievorderingen bij beschadiging).
Om beschadigingen door corrosie van de set voor dichtheidsbepalingen te
vermijden, dient hij in de vloeistof niet voor langere periode te worden ondergedompeld.
23 AES-A01N-BA-nl-1210
Loading...