Deze gebruiksaanwijzing is van toepassing op het volgende
model:
TS-870S: HF Zendontvanger
TOELICHTING BIJ HET GEBRUIK VAN DEZE
HANDLEIDING
Om de aanwijzingen in deze handleiding zo eenvoudig
mogelijk te houden en onnodige herhalingen te voorkomen, is
gekozen voor de hieronder aangegeven beknopte schrijfstijl.
Dit overzichtelijk formaat zal u als lezer tijd besparen bij het
vertrouwd raken met de bediening van het toestel. Het
voornaamste is dat u spoedig praktisch met het toestel leert
omgaan, zodat u de handleiding niet meer voortdurend hoeft
te raadplegen, maar dit boek slechts voor naslag bij de hand
kunt houden.
Belangrijke opmerkingen zijn als volgt in de tekst aangegeven:
WAARSCHUWING:
Opmerking:
Punt om op te letten, ter voorkoming van
schade aan het toestel
Belangrijke informatie of
bedieningsaanwijzing
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze
leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren
als KCA
Breng deze zender/ontvanger terug naar uw KENWOOD
dealer, zodat de lege lithium battery kan worden vervangen.
Wanneer de zender/ontvanger niet langer nodig is, breng
deze dan terug naar uw dealer zodat deze battery veilig kan
opruimen.
AanwijzingGa Als Volgt Te Werk:
Druk op [TOETS].
Druk op
[TOETS1]+[TOETS2].
Druk op [TOETS1],
[TOETS2].
Druk op [TOETS]+[ ].
Opmerking:
volgorde om u stap-voor-stap bij de bediening te begeleiden.
Aanvullende informatie die wel van belang is, maar niet essentieel
voor het volbrengen van de bedieningsprocedure, wordt na alle
stappen van de basisbediening puntsgewijs aangegeven.
De basisaanwijzingen zijn genummerd in de vereiste
Druk op de TOETS en laat deze
los.
Houd TOETS1 ingedrukt en druk
daarbij tevens TOETS2 in. Waar
het om meer dan twee toetsen
gaat, houdt u alle genoemde
toetsen ingedrukt totdat u ook de
laatste toets hebt ingedrukt.
Druk TOETS1 even kort in, laat
TOETS1 los en druk vervolgens
TOETS2 in.
Met de zendontvanger
uitgeschakeld, houdt u de TOETS
ingedrukt en dan schakelt u de
zendontvanger in met een druk
op de [ ] (STROOM) schakelaar.
VOORZORGEN
U wordt verzocht alle veiligheidsvoorschriften en
gebruiksaanwijzingen goed door te lezen alvorens u het
toestel in gebruik neemt. U kunt zondermeer een optimale
werking van het toestel verwachten als u de
veiligheidswenken en aanwijzingen in de handleiding goed
opvolgt. Bewaar de handleiding goed. U zult deze later vast
nogmaals willen raadplegen.
1 Gebruik alleen een voorgeschreven voedingsbron
Sluit dit toestel alleen aan op een voorgeschreven
voedingsbron welke is aangegeven in de
gebruiksaanwijzing of op het toestel zelf.
2Wees voorzichtig met de stroomsnoeren
Breng de stroomsnoeren op een veilige manier aan. Zorg
dat er niet op de snoeren gestaan wordt, en dat de
snoeren niet door voorwerpen worden afgeklemd. Let hier
in het bijzonder goed op in de buurt van het stopcontact,
een verloopstekker of op het punt waar de snoeren op het
toestel zijn aangesloten.
3Voorkom elektrische schokken
Pas op dat er geen voorwerpen of vloeistoffen via de
ventilatieroosters in het toestel terecht komen. Als er
metalen voorwerpen als haarspelden of naalden in het
inwendige van het toestel terecht komen, kan elektrische
sluiting worden veroorzaakt, hetgeen zal leiden tot een
gevaarlijke elektrische schok. Pas op dat kinderen geen
voorwerpen in het toestel steken.
4 Aarding en polarisatie
Negeer de in deze handleiding gevolgde methode voor
aarding en elektrische polarisatie niet. Dit geldt in het
bijzonder voor het stroomsnoer.
5 Aard de buitenantenne goed
De met dit toestel gebruikte buitenantenne’s dienen op
afdoende wijze te worden geaard. Een goede aarding zal
het systeem beschermen tegen spanningspieken zoals bij
onweer. Juiste aarding zal tevens de kans tot statische
ontladingen verminderen.
Voorbeeld aarden van antenne
Antenneaansluitdraad
Aardeklem
Antenneontlaadeenheid
Aarden van
geleiders
Elektrisch
onderhoudtoestel
Aardeklemmen
Spanning aarden van
elektrode systeem
6 Afstand van antenne tot elektriciteitsleidingen
De afstand van een buitenantenne tot een
elektriciteitsleiding dient tenminste anderhalf maal de
verticale hoogte van de antenne inclusief steunstructuur te
zijn. Mocht de antenne bij een dergelijke afstand
omvallen, dan kan met zekerheid worden aangenomen
dat de elektriciteitsleiding niet wordt geraakt.
7Ventilatie
Plaats het toestel zodanig dat een goede
luchtdoorstroming mogelijk is. Plaats geen boeken of
andere voorwerpen op het toestel die de ventilatie kunnen
belemmeren. Houd een minimale afstand van 10 cm
tussen de achterzijde van het toestel en de muur of de
kast aan.
8 Pas op voor water en vocht
Gebruik het toestel niet in de buurt van water of andere
vochtige plaatsen. Houd het toestel uit de buurt van een
doucheruimte, het aanrecht of het zwembad, en stel het
toestel niet op in een vochtige kelder of zolderkamer.
9Vreemde geur of rook
Schakel het toestel onmiddellijk uit als een vreemde geur
of rook wordt waargenomen. Neem zo spoedig mogeljk
contact op met een KENWOOD service-centrum of uw
dealer.
10 Vermijd hoge temperaturen
Houd het toestel uit de buurt van warmtebronnen als
verwarmingselementen, versterkers of andere apparaten
die veel warmte kunnen opwekken.
11 Reiniging
Gebruik geen vluchtige stoffen zoals alcohol, thinner of
wasbenzine om de behuizing van het toestel te reinigen.
Gebruik hiervoor een schone, zachte doek gedrenkt in
een oplossing van water met een mild
schoonmaakmiddel.
12 Als het toestel lang niet wordt gebruikt
Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het toestel
voor langere tijd niet te zullen gebruiken.
13 Onderhoud
Verwijder de ombouw van dit toestel alleen als dit voor
aansluiting van een accessoire of dergelijke in deze
handleiding of in aanverwante documentatie wordt
gevraagd. Volg de bijgeleverde aanwijzingen strikt op.
Indien u niet vertrouwd bent met dit soort
werkzaamheden, dan raden wij u aan de hulp van een
meer ervaren persoon in te schakelen, of de
werkzaamheden toe te vertrouwen aan een deskundig
vakman.
14 Beschadiging waarvoor service is vereist
Raadpleeg een deskundig vakman in de volgende
gevallen:
a) Als de stroomvoorziening of het netsnoer is
beschadigd.
b) Als er voorwerpen of vloeistoffen in het toestel terecht
zijn gekomen.
c) Als het toestel door regen nat is geworden.
d) Als het toestel abnormaal of zeer slecht werkt.
e) Als het toestel is gevallen of als de ombouw is
beschadigd.
N-i
INHOUDSOPGAVE
BESCHREVEN MODEL ............... Voordeksel (binnenzijde)
De TS-870S werd ontwikkeld door ons technisch team in een
streven naar perfectie, voortbouwend op KENWOOD’s trotse
traditie van kwaliteit en vernieuwing, zoals die tot uitdrukking
komt in alle KENWOOD HF zendontvangers.
Volledig de voordelen benuttend van de DSP digitale
signaalverwerkings-technologie, introduceert de TS-870S een
aantal nuttige functies zoals de Auto Notch filterfunctie, Beat
Cancel zwevingsonderdrukking en Noise Reducer
ruisonderdrukking. Gekoppeld aan de IF Shift
(middenfrequentie-verschuiving), Noise Blanker (stoorpulsdemping) en Advanced Intercept Point
(gevoeligheidsregeling), beschikt u over een indrukwekkend
technisch arsenaal in het komend gevecht met de QRM en
QRN effecten van de nieuwe zonnevlekken-cyclus. En de
ingebouwde RS-232C interface-aansluiting biedt uw shack
toegang tot de wereld van de computergestuurde transceiverbediening.
Maar bedwing eerst even uw enthousiasme en begrijpelijk
ongeduld — lees a.u.b. elke bladzijde van deze handleiding
aandachtig door. Beschouw deze gebruiksaanwijzing als een
persoonlijke introductie van het toestel door de ontwerpers
ervan; volg de tekst eerst stap voor stap in een leerproces en
dan zult u dit boek verder jarenlang alleen nodig hebben om
af en toe nog eens iets op te zoeken. Wij hebben getracht
zoveel mogelijk bedieningsgemak in het toestel in te bouwen,
maar de TS-870S is en blijft een geavanceerd technisch
apparaat, met diverse functies die wellicht nieuw voor u zijn. U
zult uw geduld volop beloond zien in een compleet begrip en
functionele beheersing van de TS-870S, in de kortst mogelijke
tijd, leerzaam en naar wij hopen ook aangenaam besteed.
Bij uw exploratie van het wereldomspannend netwerk van de
radio-amateur danken wij u hartelijk voor uw keuze van
KENWOOD als uw gids en metgezel in deze fase van uw
avontuur.
DSP—
MAXIMAAL SIGNAAL/ MINIMALE RUIS
Het ontwerp van de TS-870S omvat een 2-kanaals Sigmadelta analoog-digitaal omzetter, twee 2-kanaals Sigma-delta
digitaal-analoog omzetters, en een 2-kanaals geavanceerde
enkel-bit digitaal-analoog omzetter. Met een kloksnelheid van
40 MHz staat de DSP u terzijde bij het gebruik van de SSB,
CW, FM of welke andere mode dan ook. De bijbehorende
filterfuncties omvatten Auto Notch filtering, Line Enhance lijnverbetering en Beat Cancel zwevingsonderdrukking.
DSP biedt de meest effectieve toepassing van de huidige
technologie voor het scheiden van de gewenste en de
ongewenste signalen. Bij ontvangst hoort u een maximaal
signaal bij slechts minimale ruis. Bij het zenden geeft u alleen
de gewenste audiocomponenten van de modulatie door,
zonder dat daar vervorming bij komt. De zend-equalizer
combineert hoogversterking, laagversterking en een kamfilter, voor verdere signaalverbetering.
Met de DSP functies zult u duidelijk ook de zwakkere signalen
horen, die op conventionele apparatuur vaak schuil gaan in
ruis. De versterking van het ontvangen signaal is te danken
aan de onderdrukking van atmosferische storing en witte ruis
en het tegenhouden van interferentie door nabije frequenties,
inclusief heterodynes. Dit vermogen van DSP om de
omgeving van het gewenste signaal “schoon te houden” is
zeer doeltreffend. Het signaal dat u tracht te ontvangen zal
helderder en krachtiger klinken, ook al geeft de S-meter
dezelfde uitslag aan. Uw oren, vermoeid door het luisteren
naar allerlei soorten interferenties, zullen u dankbaar zijn voor
het wonderbaarlijk heldere geluid.
KENMERKEN
•Voorzien van Digitale Signaal Processing (DSP)
technieken die de kwaliteit van de ontvangen en
verzonden signalen aanzienlijk verbeteren.
•Uitgerust met diverse door u zelf instelbare digitale en
analoge filterfuncties voor het bestrijden van alle vormen
van interferentie in de ontvangst.
•Complete aanpassing van de verzonden audio door het
gebruik van functies als de Transmit Equalizer.
•Ingebouwde RS-232C interface-aansluiting voor het
rechtstreeks aansluiten op een computer. Dit maakt
computersturing van functies mogelijk bij een vrij
instelbare overdrachtsnelheid van 1200 tot en met
57600 bits per seconde.
•Gestroomlijnde functieregeling via een intuïtief werkend
menusysteem voor configuratie en bediening.
•Handige antenne-omschakeling tussen ANTENNE 1 en
ANTENNE 2, op het voorpaneel.
•Tegemoetkomend aan de wensen van veel CW operators
door de inbouw van een multifunctionele K-1 Logikey,
compleet met testfunctie, half-automatische instelling en
populaire seinsleutel-emulaties. Op het achterpaneel vindt
u een PADDLE en een KEY aansluiting voor het
aansluiten van een paddle, een externe seinsleutel of een
toetsenbord.
•Uitgerust met een antennetuner die gemakkelijk kan
worden ingevoegd of uitgesloten uit het zendkanaal èn het
ontvangstkanaal.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
Accessoire
Microfoon
Gelijkstroomvoedingskabel
7-polige DIN stekker
13-polige DIN stekker
Zekering (25 A)
Zekering (4 A)
Afstandshouder
Schroef
Gebruiksaanwijzing
Schematische/
blokdiagrammen
Garantiebewijs (alleen
voor Europa, de V.S. en
Canada)
1
Frankrijk, Nederland: B52-0607-XX
Indien gewenst, kunt u de lengte van
de voorste voetjes van de TS-870S
langer maken. Verwijder de
schroeven waarmee de voorste
voesjes aan de zendontvanger zijn
bevestigd. Monteer vervolgens de
bijgeleverde afstandshouders en de
voetjes aan de zendontvanger met
behulp van de bijgeleverde
schroeven (zie afbeelding). De
verwijderde schroeven heeft u niet
nodig, maar het verdient aanbeveling
deze te bewaren voor het geval u in
de toekomst besluit om de
afstandshouders weer te
verwijderen.
1
Onderdeel-
nummer
T91-0352-XX
E30-3157-XX
E07-0751-XX
E07-1351-XX
F05-2531-XX
F06-4029-XX
J02-0479-XX
N91-3016-XX
B62-1541-XX
B52-0606-XX
—
Deze kanten moeten
naar de behuizing van de
TS-870S worden
gekeerd.
Aantal
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
Bijgeleverde
afstandshouder
Bijgeleverde
schroef
N-1
INSTALLATIE
6,4
2,6
2,3
2,3
2,1
2,0
1,4
1,2
1,0
0,90
0,90
0,72
0,70
0,68
0,54
0,45
0,48
0,40
0,39
0,32
0,26
4,3
1,6
1,5
1,5
1,4
1,0
0,93
0,80
0,80
0,60
0,60
0,50
0,48
0,48
0,37
0,33
0,29
0,26
0,25
0,21
0,16
2,3
0,75
0,80
0,65
0,70
0,50
0,45
0,38
NV
0,29
0,29
0,24
0,24
NV
NV
NV
0,13
0,12
< 0,10
< 0,10
< 0,10
RG-174, -174A
RG-58A, -58C
3D-2V
RG-58, -58B
RG-58 schuim
RG-8X
5D-2V
RG-8, -8A, -9, -9A, 9B,
-213, 214, 215
5D-FB
RG-8 schuim
8D-2V
10D-2V
9913
8D-FB
10D-FB
12D-FB
RG-17, -17A
1/2-inch harde kabel
20D-2V
3/4-inch harde kabel
7/8-inch harde kabel
Transmissielijn
3,5 MHz
14 MHz30 MHz
NV: Niet verkrijgbaar
2 INSTALLATIE
AANSLUITEN VAN DE ANTENNE
Het gebruikte soort antennesysteem, bestaande uit de
antenne, het aardvlak en de voedingslijn, heeft grote invloed
op de kwaliteit van uw verbindingen. Gebruik een correct
afgeregelde 50 Ohm antenne van goede kwaliteit, opdat uw
zendontvanger maximale prestaties zou kunnen leveren.
Gebruik voor de 50 Ohm coaxkabel en de coaxiale
aansluitstekker slechts materialen van eerste beste. Zorg dat
de aanpassing tussen de coaxkabel en de antenne zodanig is
dat de staande-golf verhouding (SWR) beter is dan 1,5:1. Alle
verbindingen moeten degelijk zijn en stevig vastzitten.
Hoewel het beveiligingscircuit van de zendontvanger in
werking treedt wanneer de SWR groter wordt dan 2,5:1, mag
u dit niet beschouwen als een afdoende remedie voor een
slecht werkend antennesysteem. Door een hoge SWR
waarde zal het uitgangsvermogen van de zender afnemen.
Het kan tevens storing veroorzaken in radio-toestellen en
andere huiskamer-apparatuur zoals een TV-toestel en een
stereo-installatie. Het kan zelfs leiden tot HF-storingen in de
zendontvanger zelf. Rapporten dat uw signaal vervormd of
onverstaanbaar klinkt, met name bij maximale modulatie,
kunnen een aanwijzing vormen dat uw antennesysteem het
vermogen van de zender niet efficiënt uitstraalt in de ruimte.
Als u tijdens het moduleren een prikkelende tinteling voelt bij
het aanraken van de transceiver of metalen delen van de
microfoon, kunt u aannemen dat op z’n minst de coaxaansluiting aan de achterkant van de zendontvanger is
losgeraakt. En nog vervelender is het natuurlijk als uw
antennesysteem niet efficiënt blijkt uit te stralen.
Sluit uw antenneleiding aan op ANT 1. Gebruikt u twee
antennes, sluit de tweede antenne dan aan op ANT 2. De
EXT RX ANT aansluiting kan dienst doen voor het aansluiten
van een afzonderlijke ontvanger. Overigens dient u deze
aansluiting eerst voor gebruik beschikbaar te maken via de
menu-configuratie {zie blz. 24, 27}.
WAARSCHUWING:
◆
Als u gaat zenden zonder eerst een antenne of andere belasting
aan te sluiten, kan er schade aan de zendontvanger ontstaan.
Zorg voor het zenden altijd dat er een antenne naar behoren op
de zendontvanger is aangesloten.
◆
Sluit altijd ook een bliksemafleider aan, om het gevaar voor
brand, een elektrische schok of schade aan de zendontvanger te
voorkomen.
N-2
Installeren en aansluiten van een
antennesysteem {zie blz. 2}.
Installeren van een aardingssysteem
dat voldoet aan de vereisten van
gelijkstroom- en RF-aarding {zie blz. 3}.
Installeren van een bliksemafleider ter
beveiliging van het antennesysteem,
uw persoon en uw bezittingen {zie blz. 3}.
Installeren en aansluiten van een gelijkstroomvoedingssysteem {zie blz. 3}.
Aansluiten van alle accessoires op de transceiver
{zie blz. 4}. Op deze zendontvanger kunt u de
volgende accessoires aansluiten:
• Microfoon
• Antennetuner
• CW seinsleutel
• Computer
• TNC/Multimode communicatie-processor
• Hoofdtelefoon
• Externe luidspreker
• RTTY radio-teletype
apparatuur
• Lineaire versterker
SIGNAALVERLIES (in dB, bij benadering) PER 30 METER
TRANSMISSIELIJN VAN 50 Ω MET JUISTE AANPASSING
•Gebruik de onderstaande tabel slechts als algemene
richtlijn. De specifikaties kunnen voor verschillende
merken nogal uiteenlopen.
2 INSTALLATIE
Plaats van de Zekering
Stroomsterkte van de Zekering
Bijgeleverde gelijkstroom
-voedingskabel
25 A
TS-870S
4 A
(voor de AT-300 tuner)
AANSLUITEN VAN EEN AARDLEIDING
Een goed aardcontact is een minimale vereiste om de
gebruiker te beschermen tegen eventuele elektrische
schokken, en om te voorkomen dat andere elektronische
apparatuur in de nabije omgeving door de zendontvanger
kunnen worden gestoord. Voor een echt optimaal
communicatieresultaat verlangt de antenne tevens een
radiofrekwent (RF) aardcontact van goede kwaliteit. U kunt
aan beide vereisten voldoen door uw station te voorzien van
een goede aardleiding. Breng hiervoor een of meerdere
aardstaven of koperplaten aan onder de grond en verbind
hiermee de GND aansluiting van de transceiver. Gebruik voor
de verbinding een stevig stuk draad of koperen strook, die u
zo kort mogelijk houdt. Let er op dat alle verbindingen schoon
zijn en stevig contact maken.
INSTALLEREN VAN EEN BLIKSEMAFLEIDER
Ga zorgvuldig te werk bij het beveiligen van uw apparatuur en
uw woning tegen blikseminslag. Ook in gebieden waar maar
zelden onweer is, zal er toch enkele malen per jaar sprake
zijn van kans op onweer en blikseminslag. Neem het zekere
voor het onzekere, raadpleeg een expert of vraag officiële
informatie aan en bestudeer deze om de beste beveiliging
tegen blikseminslag voor uw woonomstandigheden te
bepalen.
Het installeren van een bliksemafleider is een goed begin,
maar er is meer dat u kunt doen. Zo kunt u bijvoorbeeld de
transmissielijnen van uw antennesysteem aansluiten op een
ingangspaneel dat u buitenshuis installeert. Zorg voor een
goede aarding van het ingangspaneel en sluit uw
zendontvanger dan met geschikte toevoerleidingen aan op dit
paneel. Als er dan onweer dreigt of losbarst, kunt u voor de
beste beveiliging de toevoerleidingen van het paneel op uw
transceiver losmaken.
WAARSCHUWING:
maken van een gasbuis (hetgeen uiteraard gevaarlijk is), van een
plastic waterleidingsbuis of de randaarde van het elektriciteitsnet, die
verbonden is met de bedrading van de gehele woning en derhalve
als antenne kan gaan werken.
Probeer NIET om voor aarding gebruik te
AANSLUITEN VAN DE
GELIJKSTROOMVOORZIENING
Sluit eerst de gelijkstroomvoedingskabel aan op de
gelijkstroomvoedingsbron en controleer de polariteit (rood:
positief, zwart: negatief). Sluit vervolgens de stekker van de
gelijkstroomvoedingskabel aan op de DC 13.8 V
gelijkstroomingang op het achterpaneel van de
zendontvanger. Druk de gelijkstroomstekker stevig in de
aansluitbus van de zendontvanger tot het vergrendelnokje
vastklikt.
Zekeringhouders
Zwart
Gelijkstroomvoeding
Rood
TS-870S
DC 13,8 V
gelijkstroomingang
VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
Als er een zekering doorslaat, dient u de oorzaak daarvan op
te sporen en het probleem te verhelpen. Pas daarna mag u
de zekering door een nieuwe vervangen. Als er herhaaldelijk
zekeringen doorslaan, ontkoppel dan de voedingsstekker en
raadpleeg uw dealer of de dichtstbijzijnde onderhoudsdienst
voor technische bijstand.
WAARSCHUWING:
een nieuwe nadat u de oorzaak van het doorslaan hebt opgespoord
en verholpen. Gebruik ter vervanging uitsluitend een nieuwe zekering
van het aangegeven amperage.
Vervang een doorgeslagen zekering pas door
Voor gebruik van deze zendontvanger als een vast station
dient u een in de handel verkrijgbare 13,8 V gelijkstroomvoedingsbron aan te sluiten. Sluit de transceiver NIET
rechtstreeks op het lichtnet aan. Gebruik de bijgeleverde
gelijkstroom-voedingskabel om de zendontvanger op een
passende voedingsbron aan te sluiten. Vervang de kabel niet
door een snoer met kleinere diameter. De
stroomleveringscapaciteit van uw voedingsbron moet 20,5 A
of meer bedragen.
WAARSCHUWING:
◆
Alvorens de voeding op de zendontvanger aan te sluiten, dient u
eerst zowel de voeding als de zendontvanger uit te schakelen.
◆
Steek de netsnoerstekker van de gelijkstroomvoeding pas in het
stopcontact nadat alle aansluitingen tot stand zijn gebracht.
◆
Deze zendontvanger is niet getest voor het gebruik in mobiele
toepassingen.
N-3
2 INSTALLATIE
AANSLUITEN VAN ACCESSOIRES
VOORPANEEL
■ Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES)
Gebruik een hoofdtelefoon met een impedantie van 4 tot
32 Ohm. U kunt ook een stereo hoofdtelefoon aansluiten.
Zodra u de hoofdtelefoon aansluit, zal de ingebouwde
luidspreker (en een optionele externe luidspreker) geen
geluid meer geven. Sluit een hoofdtelefoon aan met een
6,0 mm diameter 2-polige (mono) of 3-polige (stereo)
klinkstekker.
■ Microfoon-aansluiting (MIC)
Voor het voeren van gesprekken tijdens de communicatie
sluit u op de MIC aansluiting een microfoon aan met een
impedantie van 250 tot 600 Ohm. Steek de stekker van
uw microfoon stevig in de aansluitbus en draai vervolgens
de borgring vast. Geschikte microfoons zijn bijvoorbeeld
de modellen MC-43S, MC-60A, MC-80, MC-85 en
MC-90. Gebruik niet de modellen MC-44, MC-44DM,
MC-45, MC-45E, MC-45DM of MC-45DME, want deze
microfoons zijn niet geschikt.
ACHTERPANEEL
■ Externe Luidspreker-uitgang (EXT SP)
Hoofdtelefoon
Microfoon
5
7
3
9
1
20
S
40
25
10
50
PWR
0
100
FILTER
ALC
SWR
10 2
1.5
3
COMP
20
1
MICq
PTTw
DOWNe
UPr
60
FULLVOX
dB
SEMI AIP AGC AUTO
PROC
MONI MENU
M.CH
W
dB
SPLIT
TONE
A B
NB
RIT
CTRL
XIT
WIDTH
FM AM M. SCR PRG SCAN
F. LOCK FINE MHz
SHIFT
LSBAUTO
USB CW R FSK
TS-870S
iGND(STBY)
uGND(MIC)
yNC
t 8 V
(max. 10 mA)
MIC microfoon-aansluiting
(vooraanzicht)
Voor het aansluiten van een externe luidspreker dient u te
controleren of deze een impedantie van 8 Ohm heeft.
Gebruik voor het aansluiten een 2-polige (mono)
ministekker met een diameter van 3,5 mm. Bij gebruik van
een externe luidspreker zal de ingebouwde luidspreker
geen geluid weergeven.
WAARSCHUWING:
Sluit op de luidsprekeruitgang geen
hoofdtelefoon aan. Het hoge audio-uitgangsvermogen zou uw
gehoor kunnen beschadigen.
■ Aansluitingen voor een Seinsleutel en
Toetsenbord voor de CW Bediening
(PADDLE en KEY)
Voor de CW bediening met de interne elektronische
sleutel sluit u een “paddle” bedieningseenheid aan op de
PADDLE aansluitbus. Voor CW bediening zonder de
interne elektronische sleutel sluit u een gewone rechte
seinsleutel, een halfautomatische sleutel (“bug”), een
losse elektronische sleutel of de CW seinsleutel-uitgang
van een MCP multimode communicatie-processor aan op
de KEY aansluiting. Deze aansluitbussen zijn geschikt
voor resp. een 6,0 mm 3-polige ministekker en een 3,5mm
2-polige klinkstekker. Een externe elektronische sleutel
moet positieve signalen kunnen leveren om geschikt te
zijn voor deze zendontvanger. Sluit de seinsleutel e.d. aan
op de zendontvanger met een afgeschermd snoer.
Opmerking:
elektronische sleutel, zult u wellicht besluiten dat het niet nodig is
zowel een “paddle” bedieningseenheid als een ander type sleutel
aan te sluiten, tenzij u speciaal een toetsenbord wilt gebruiken
voor de CW bediening. Het is aanbevolen dat u zich vertrouwd
maakt met de werking van de interne elektronische sleutel, door
het doorlezen van de beschrijving onder “ELEKTRONISCHE
SLEUTEL” {zie blz. 32}, alvorens u besluit een andere
bedieningseenheid aan te sluiten.
Dankzij de veelzijdige functionaliteit van de interne
Externe luidspreker
TS-870S
Aarde
+
•Rechte sleutel
•Bug
•Elektronische sleutel
•MCP CW
uitgangssignaal
Aarde
•Paddle
Strepen
Punten
N-4
2 INSTALLATIE
Luidspreker-uitgang
Gemeenschappelijke aansluiting
Standby; bij aarden komt de
zendontvanger in de TX mode te staan.
Bij verbinding met de gemeenschappelijke aansluiting
komt de versterker in de TX mode te staan.
Bij verbinding met de gemeenschappelijke aansluiting
komt de versterker in de RX mode te staan.
1
2
3
4
5
ALC ingangssignaal vanaf versterker
Ca. +12 V gelijkspanning wordt afgegeven in
de TX mode (max. 10 mA).
6
7
Pen
nr.
Functie
■ Computer-interface (COM Poort)
Deze aansluiting stelt u in staat de zendontvanger rechtstreeks aan te sluiten op een computer of een processorloze terminal
met behulp van een RS-232C kabel voorzien van een 9-polige contrastekker. Voor deze aansluiting is geen extra apparatuur
vereist, mits uw computer beschikt over een nog niet gebruikte RS-232C seriële communicatie-poort. Zie Aanhangsel D
zieblz.83 voor nadere bijzonderheden over deze aansluiting.
RS-232C
seriële poort
Personal computer/
TS-870S
COM aansluiting
processorloze terminal
■ RTTY Apparatuur (RTTY en ACC 2 Aansluitingen)
Voor de bediening van RTTY seinapparatuur met frequentieverschuiving sluit u de RTTY apparatuur aan zoals hieronder
aangegeven. Verbind de RTTY toetssignaal-uitgang van uw RTTY apparatuur met de RTTY aansluiting en verbind de
demodulatie-ingang van uw RTTY apparatuur met ACC 2, Pen 3. In de oorspronkelijke standaard-instelling genereert een
gemaakte verbinding een spatie; een open verbinding genereert een mark. Dit kunt u echter via de menu-instellingen zelf
wijzigen.
Gebruik niet hetzelfde voedingsapparaat voor de stroomvoorziening van de zendontvanger en de RTTY apparatuur. Houd een
zo groot mogelijke afstand open tussen de zendontvanger en de RTTY apparatuur, om het oppikken van stoorsignalen door de
zendontvanger te voorkomen.
Voeding voor MCP
Demod.
ingang
(ontvangst)
TS-870S
ACC 2RTTY
Personal computer/
processorloze terminal
processor
MCP
RTTY
toetssignaaluitgang
(uitzending)
■ Lineaire Versterker (REMOTE Aansluiting)
De REMOTE aansluiting stelt u in staat een externe eindversterker voor het zenden aan te sluiten. Bij gebruik van een
dergelijke versterker dient u te controleren of de menu-instelling nummer 51 (LINEAR) staat ingesteld op “1” (snel) of “2”
(langzaam) {zie blz. 24, 27}. Dit menu-onderdeel regelt de responstijd van de lineaire versterker bij het overschakelen tussen
zenden en ontvangst. Gebruik de snelle instelling, tenzij er schakelproblemen optreden bij het gebruik van de versterker voor de
semi break-in bediening.
Opmerking:
mode ingeschakeld wanneer de bedieningsaansluiting geaard wordt. Bij die versterkers verbindt u pen 2 van de
GND aansluiting van de versterker en pen 4 van de
De TX/RX bedieningsmethode verschilt afhankelijk van de gebruikte externe versterker. Bij sommige versterkers wordt de TX
TS-870S
Zwart
Rood
Besturingsrelais
R
T
REMOTE aansluiting (Aanzicht
vanaf achterpaneel)
REMOTE
Lineaire versterker
Netsnoer
RF uitgangssnoer
2
4
5
1
3
67
GND
aansluiting met de bedieningsaansluiting van de versterker.
REMOTE
REMOTE aansluiting
aansluiting met de
N-5
2 INSTALLATIE
■ Antennetuner (AT)
Bij gebruik van een externe AT-300 antennetuner kunt u deze op dit punt aansluiten met behulp van de kabel die bij de
antennetuner is bijgeleverd. De AT-300 mag alleen worden aangesloten op ANT 1; het apparaat zal niet functioneren als het
wordt aangesloten op ANT 2.
AT-300
TS-870S
■ SM-230 Stationsmonitor (IF OUT 1)
Sluit een kabel aan van de IF OUT 1 uitgangsaansluiting naar de IF IN aansluiting van de SM-230 stationsmonitor. Deze kabel
koppelt de 8,83 MHz middenfrekwent van uw TS-870S door voor panoramische weergave op de stationsmonitor.
Naar
antenne
TS-870S
SM-230
■ Accessoires (ACC 2)
Als u van plan bent deze zendontvanger te gebruiken voor een van de digitale zend/ontvangstfuncties, kunt u deze aansluiting
verbinden met de in/uitgangsaansluitingen van een Terminal Node Controller (TNC) voor packetradio, een Multimode
Communications Processor (MCP) voor gebruik met Packet, PacTOR, AMTOR, G-TOR of FAX, of deze verbinden met een
Clover interface.
SSTV en telefoon-patch apparatuur zijn ook aan te sluiten op ACC 2. De SSTV bediening wordt mogelijk gemaakt door
aansluiten van de in/uitgangen van een computer-geluidskaart op de ACC 2 aansluiting en door vervolgens op de computer
een SSTV programma te draaien.
Voor het gebruik van de digitale functies hebt u de volgende apparatuur nodig:
•Een personal computer met een communicatie-programma (of een processorloze terminal die geschikt is voor het
versturen van ASCII commando’s)
•Een Terminal Node Controller (TNC) of een Multimode Communications Processor (MCP)
•Een voeding voor de TNC of de MCP
•Een RS-232C kabel
•Een kabel met 13-polige DIN stekker
Sluit de TNC of MCP aan op de ACC 2 aansluiting op het achterpaneel van de zendontvanger via de kabel met de 13-polige
DIN stekker.
Gebruik niet hetzelfde voedingsapparaat voor de stroomvoorziening van de zendontvanger en de TNC of MCP. Houd een zo
groot mogelijke afstand open tussen de zendontvanger en de personal computer, om het oppikken van stoorsignalen door de
zendontvanger te voorkomen. Zie de volgende tabel voor nadere bijzonderheden over het aansluiten.
N-6
2 INSTALLATIE
Nummer
Stekkerpen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Alkorling
Funktienaam
NC
NC
ANO
GND
PSQ
SMET
NC
GND
PKS
NC
PKD
GND
SS
Funktie-omschrijving
Niet aangesloten
Niet aangesloten
Audio-uitgang van ontvanger
•Aansluiting op de TNC of MCP data-ontvangst stekkerpen voor digitale bediening.
•Het audio-niveau is onafhankelijk van de AF gevoeligheids/sterkteregeling
•U kunt het audio-niveau instellen via menu-nummer 21 (PKT.OUT) {zieblz.25}.
•Uitgangsimpedantie: 4,7 kOhm
Afscherming voor stekkerpen 3
Squelch kontrole
•Aansluiting op de TNC of MCP squelch-regeling stekkerpen voor digitale bediening.
•Voorkomt dat de TNC kan zenden terwijl de squelch van de ontvanger open staat.
•Squelch open: lage impedantie•Squelch dicht: hoge impedantie
S-meter uitgangssignaal
Niet aangesloten
Chassis-aarde
Zendontvanger PTT-lijn kontrole
•Aansluiting op de TNC of MCP zend/ontvangst schakel-pen voor digitale bediening.
•Het microfoon audio-ingangssignaal wordt gedempt wanneer u de zendontvanger overschakelt op
zenden.
Niet aangesloten
Microfoon audio-ingangssignaal
•Aansluiting op de TNC of MCP data-verzending stekkerpen voor digitale bediening.
Afscherming voor stekkerpen 11
Spreekcircuit (Push-to-talk, parallel met de MIC microfooningang) voor het aansluiten van een
voetschakelaar of andere externe bedieningseenheid.
Personal computer/
processorloze terminal
Voeding voor
TNC of MCP
TNC of MCP
Zwart
Rood
TS-870S
PS-52
13
9101112
56 78
12 34
ACC 2 aansluiting
(Aanzicht vanaf achterpaneel)
N-7
3 EERSTE VERKENNING
UW EERSTE QSO
Nu u de TS-870S hebt geïnstalleerd, kunt u het toestel gaan uitproberen. De onderstaande aanwijzingen zijn zo kort mogelijk
gehouden en dienen slechts ter kennismaking met de functies. Als er iets niet geheel duidelijk is of niet naar wens verloopt,
maakt u zich geen zorgen, u zult de betreffende functie later weer tegenkomen in een veel uitgebreider omschrijving.
ONTVANGST
w
9
2
7
0
5
LC
A
25
FILTER
10
100
40
50
16
27
8
38
49
50
8
M.IN
60
d
B
1
00
W
CH 1M.IN
CH 2 M>VFO
CH 3 SCAN
CH 4CLR
REC F.LOCK
QUICK MEMO
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
MR
3
1
S
0
HF TRANSCEIVERTS-870
PROCMONI
46
2
0
MICPWR
46
8
2
0
10
Opmerking:
ATT
ANT DOWNUP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
SEND
PHONES
MIC
AIP
THRU/AUTO
AGCKEY SPEED
SLOWFAST
OFF
CARDELAY
46
2
METERPROCMONI
10
Hieronder worden alleen de toetsen en regelaars
behandeld die nodig zijn voor een vluchtige eerste kennismaking
met de zendontvanger.
q Stel de volgende regelaars in als aangegeven:
•AF sterkteregelaar: geheel naar links
•RF sterkteregelaar: geheel naar rechts
•SQL squelch-regelaar: geheel naar links
w Schakel de gelijkstroomvoeding in en druk vervolgens
] (STROOM) schakelaar in en houd deze even
de [
ingedrukt.
•De zendontvanger zal nu inschakelen. De
aanduidingen en frequentiecijfers zullen in het
display oplichten.
AGC
USB
MODE
LSB
/USB
CW/— R
FSK
/— R
FM/AM
e
A=B MENU
RXTX
t
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
BEAT
CANCEL
LO/WIDTH
XITCLEARNB
RIT/XIT
N.R. TX EQ.
FILTER
HI/SHIFT
AFRF
46
2
0
NBSQL
46
2
0
8
10
8
10
NOTCH
RIT
A
B
M.CH/VFO.CH
M.CH
y
AGC
USB
1MHzDOWNUP
u
e Er moet nu zijn ingesteld op VFO A voor het zenden
en ontvangen, zoals aangegeven door de oplichtende
indicatorlampjes van de [RX A] toets en de [TX A]
toets. Is dit niet het geval, drukt u dan op de [RX A]
toets.
r Draai nu de AF sterkteregelaar geleidelijk naar rechts
tot u een redelijk niveau van achtergrondruis hoort.
t Stel in op een amateurband door indrukken van de
[UP] of [DOWN] toets rechtsonder.
•Als u op de [1MHz] toets drukt voor u de [UP] of
[DOWN] toets indrukt, zal de afstemband worden
doorlopen in stappen van 1 MHz, in plaats van het
kiezen uit de amateurbanden.
y Kies een afstemfunctie door indrukken van de
[LSB/USB] toets of de [CW/–R] toets.
•Druk nogmaals op dezelfde toets om de tweede
functie in te stellen. Zo kunt u bijvoorbeeld door
meermalen indrukken van de [LSB/USB] toets
heen en weer schakelen tussen de onderste
zijband en de bovenste zijband.
u Draai aan de centrale Afstemknop om op een zender
af te stemmen. Als u geen zender kunt horen terwijl er
wel een antenne op de zendontvanger is aangesloten,
staat er wellicht ingesteld op de verkeerde antenneaansluiting. Door indrukken van de [ANT] toets
schakelt u over tussen de ANT 1 en de ANT 2
antenne-aansluitingen.
qr
q
q
UW EERSTE QSO
N-8
u
r
i
t
w
ATT
ANT DOWNUP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
THRU/AUTO
SEND
PHONES
SLOWFAST
MIC
e
y
AIP
METERPROCMONI
AGCKEY SPEED
OFF
CARDELAY
46
2
10
w
1
0
PWR
HF TRANSCEIVERTS-870
PROCMONI
46
2
0
MICPWR
46
8
2
0
i
w
3 EERSTE VERKENNING
UW EERSTE QSO
ZENDEN
w
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
9
20
7
5
ALC
50
25
FILTER
8
10
8
100
40
60
dB
100
W
CH 1M.IN
16
CH 2 M>VFO
27
CH 3 SCAN
38
49
CH 4CLR
50
REC F.LOCK
QUICK MEMO
M.IN
MR
3
10
AGC
USB
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
1MHzDOWNUP
LSB
/USB
MODE
CW/— R
FSK
/— R
FM/AM
A=B MENU
RXTX
q
AUTO
BEAT
CANCEL
LO/WIDTH
FILTER
XITCLEARNB
RIT/XIT
N.R. TX EQ.
HI/SHIFT
AFRF
46
2
0
NBSQL
46
2
0
8
10
8
10
NOTCH
RIT
A
B
M.CH/VFO.CH
M.CH
Nadat u hebt afgestemd op enkele zenders, zoals
beschreven in de voorgaande paragraaf “ONTVANGST”,
kunt u proberen om zelf contact te leggen.
q Laten we aannemen dat u al heeft ingesteld op de
juiste afstemband en de juiste afstemfunctie (zie de
stappen 1 t/m 7 hierboven), dan kunt u met de centrale
Afstemknop afstemmen op een zender of instellen op
een niet-gebruikte frequentie.
w Maak de volgende instellingen zoals aangegeven:
•[PROC] toets:UIT
•[MONI] toets:UIT
•PWR regelaar:Geheel naar rechts
•KEY SPEED regelaar:Instellen op een
(alleen voor CW gebruik)comfortabele
seinsnelheid
e Druk op de [METER] toets om in te stellen op de
“SWR” meter.
r Druk op de [THRU/AUTO] toets.
•De “
” indicator licht op.
9
7
5
3
1
S
SWR
25
10
0
FILTER
3
2
1.5
1
20
40
60
50
dB
100
W
t Druk op de [AT TUNE] toets om de ingebouwde
antennetuner in te schakelen.
•De “ON AIR” en “AT TUNE” indicators lichten op.
•De tuner hoort nu in minder dan 20 seconden te
stoppen, zodat de “ON AIR” en “AT TUNE”
indicators doven.
•Als de tuner blijft zoeken naar een geschikte
frequentie en geen juiste aanpassing kan vinden
tussen de zendontvanger en uw antennesysteem,
stop dan de bediening en controleer eerst uw
antennesysteem, alvorens u verder gaat.
y Druk op de [METER] toets om in te stellen op de
“ALC” meter.
u Druk op de [SEND] toets.
•De “ON AIR” indicator gaat branden.
ON AIR
i Nu kunt U in de microfoon spreken of voor de CW
band met de seinsleutel gaan seinen. Stel voor het
zenden op de SSB band de MIC microfoon-
sterkteregelaar in, en voor het CW zenden de CAR
regelaar, zodanig dat de ALC meter tijdens het zenden
tot in het “ALC” bereik uitslaat, maar niet hoger. Druk
nogmaals op de [SEND] toets wanneer u wilt
terugkeren naar ontvangst.
Hiermee is uw eerste kennismaking met de TS-870S
compleet, maar natuurlijk is er nog enorm veel te
ontdekken. Lees de rest van dit hoofdstuk door, om een
goed overzicht te verkrijgen van de mogelijkheden van de
TS-870S. In de hoofdstukken volgend op deze “EERSTE
VERKENNING” vindt u een volledige beschrijving van alle
functies van de zendontvanger, te beginnen met de meest
essentiële en meest gebruikte functies.
ON AIRAT TUNE
N-9
3 EERSTE VERKENNING
VOORPANEEL
POWER
ATT
THRU/AUTO
AGCKEY SPEED
SLOWFAST
OFF
CARDELAY
2
!0
w
AIP
METER PROCMONI
46
8
10
HF TRANSCEIVERTS-870
PROCMONI
46
2
0
10
MICPWR
46
2
0
100
!2!1!3
16
27
8
38
49
50
8
CH 1M.IN
CH 2 M>VFO
CH 3 SCAN
CH 4CLR
REC F.LOCK
QUICK MEMO
M.IN
MR
t
e
r
y
i
o
u
q
ANT DOWNUP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
SEND
PHONES
MIC
q aan/uit-schakelaar
Druk deze schakelaar in en houd de knop even ingedrukt om
de zendontvanger in te schakelen. Nogmaals drukken om het
toestel weer uit te schakelen {zie blz. 19}.
w ATT DOWN/UP signaalsterktetoetsen
Druk op een van deze toetsen om de sterkte van het
ontvangen signaal in een aantal stappen te versterken of te
verzwakken. De aanpassing is uitgeschakeld wanneer geen
van de drie bijregel-aanduidingen, voor 6, 12 of 18 dB, wordt
aangegeven {zie blz. 53}.
e ANT antennekeuzetoets
Druk op deze toets om te kiezen voor antenne 1 of antenne 2,
aangesloten op de ANT 1 of ANT 2 antenne-aansluiting op het
achterpaneel {zie blz. 2, 63}.
r VOX stemgeschakelde zendstarttoets
Bij de “Mode” waarbij u spreekt, dient deze toets voor het inen uitschakelen van de Voice-Operated Transmit functie om
te beginnen met zenden wanneer u spreekt {zie blz. 45}. Bij
de CW afstemming dient de toets voor het in- en uitschakelen
van de Break-in functie {zie blz. 31}.
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
1MHzDOWNUP
u AT TUNE antennetuner-inschakeltoets
Na het toegankelijk maken van de inwendige antennetuner
met de THRU/AUTO toets, drukt u op deze AT TUNE toets
om de inwendige antennetuner in te schakelen. Deze tuner
zorgt dan voor de juiste aanpassing tussen de zendontvanger
en het antennesysteem {zie blz. 49}.
i SEND zend/ontvangtoets
Druk op deze toets om de transceiver over te schakelen
tussen zenden en ontvangen {zie blz. 23}.
o PHONES hoofdtelefoon-aansluiting
Sluit op deze stekkerbus een hoofdtelefoon aan. Bij het
insteken van de stekker in deze aansluitbus wordt het geluid
van de luidspreker automatisch gedempt {zie blz. 4}.
!0 THRU/AUTO antennetuner-toegangstoets
Druk op deze toets om de inwendige antennetuner voor
gebruik toegankelijk te maken. Deze toets zorgt echter niet
voor het beginnen met afstemmen (zie onder u). De
antennetuner kan naar keuze alleen in het circuit worden
gekoppeld tijdens het zenden, of ingeschakeld blijven tijdens
zowel zenden als ontvangen {zie blz. 49}.
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
BEAT
CANCEL
LO/WIDTH
XITCLEARNB
RIT/XIT
N.R. TX EQ.
FILTER
HI/SHIFT
AFRF
46
2
0
NBSQL
46
2
0
8
10
8
10
NOTCH
MODE
A=B MENU
LSB
/USB
RXTX
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
RIT
A
B
M.CH/VFO.CH
M.CH
t FULL/SEMI Break-in keuzetoets
Bij de CW afstemming drukt u op deze toets om te kiezen
voor Full of Semi Break-in, hetgeen de zend/ontvangst
omschakeltijd na afloop van het het zenden beïnvloedt
{zie blz. 31}.
y AIP onderscheppingspunttoets
Druk op deze toets om de Advanced Intercept Point functie in
of uit te schakelen. Bij inschakelen zorgt de AIP functie voor
vermindering van de interferentie door extreem krachtige
signalen. Deze functie vermindert de ontvangstgevoeligheid
met ongeveer 10 dB; de functie wordt automatisch
ingeschakeld bij keuze van een frequentie onder de 7490 kHz
{zie blz. 53}.
N-10
!1 METER functiekeuzetoets
Druk hierop om de meter in het display tussen de diverse
beschikbare functies om te schakelen {zie blz. 22}.
!2 PROC spraakprocessortoets
Bij de SSB of AM mode kunt u met deze toets de
spraakprocessor in- en uitschakelen {zie blz. 23, 46}.
!3 MONI zendmonitortoets
Druk op deze toets om de zendmonitor in of uit te schakelen,
voor het al dan niet controleren van uw verzonden signaal
{zie blz. 46}.
!5
!7
!9
!6
!8
POWER
ANT DOWNUP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
THRU/AUTO
SEND
PHONES
SLOWFAST
MIC
@0
ATT
AIP
AGCKEY SPEED
OFF
CARDELAY
46
2
@1
HF TRANSCEIVERTS-870
METER PROCMONI
PROCMONI
46
2
0
MICPWR
46
8
2
0
10
10
100
16
27
8
38
49
50
8
M.IN
@2 @3@4 @5
!4
CH 1M.IN
CH 2 M>VFO
CH 3 SCAN
CH 4CLR
REC F.LOCK
QUICK MEMO
MR
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
MODE
A=B MENU
LSB
/USB
RXTX
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
1MHzDOWNUP
3 EERSTE VERKENNING
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
BEAT
CANCEL
LO/WIDTH
XITCLEARNB
RIT/XIT
N.R. TX EQ.
FILTER
HI/SHIFT
AFRF
46
2
0
NBSQL
46
2
0
8
10
8
10
NOTCH
RIT
A
B
M.CH/VFO.CH
M.CH
!4 Multifunctioneel cijfertoetsenpaneel
Deze dubbele rij toetsen links van de afstemknop dient onder
andere voor het invoeren van numerieke gegevens. De
toetsen hebben daarnaast nog een aantal andere functies:
•[M.IN]: Voor het vastleggen van gegevens in de
geheugenkanalen {zie blz. 54}, het kiezen van de
geheugendoorloopfunctie {zie blz. 56} en het toevoegen
van functies aan het snelkeuzemenu {zie blz. 24}.
•[M>VFO]: Voor het overbrengen van gegevens van een
geheugenkanaal naar een VFO {zie blz. 56}.
•[SCAN]: Voor het starten en stoppen van de Scan-
functies {zie blz. 60}.
•[CH 1], [CH 2], [CH 3], [CH 4]: Voor de keuze van
functies die te maken hebben met de ingebouwde
elektronische sleutel {zie blz. 32} en de DRU-3 digitale
opname-eenheid {zie blz. 67}.
•[REC]: Voor keuze van de opnamefunctie voor de DRU-
3 digitale opname-eenheid {zie blz. 67}.
•[F.LOCK]: Voor de bediening van de Frequency Lock
frequentie-vergrendeling {zie blz. 64}.
•[CLR]: Voor het verlaten, annuleren of terugstellen van
diverse functies. Tevens voor het wissen van
geheugenkanalen {zie blz. 57} of de Lock-out {zie blz. 62}
voor het uitsluiten van geheugenkanalen van de scan-lijst.
!8 MONI zendmonitor-volumeregelaar
Bij het gebruik van de zendmonitor stelt u hiermee het
geluidsvolume van het beluisterde verzonden audio-signaal
in. Ook stelt u met deze regelaar het volume van de CW
meeluister-zijtoon in. Voor een hoger volumeniveau draait u
de regelaar naar rechts {zie blz. 30, 46}.
!9 MIC microfoon-aansluiting
Steek de stekker van een geschikte microfoon in deze
stekkerbus en draai dan de borgring van de stekker stevig
vast {zie blz. 4}.
@0 CAR draaggolf/processor-regelaar
Bij CW, FSK en AM mode stelt u hiermee het niveau van de
draaggolf in {zie blz. 23, 30, 40, 41}. Bij het gebruik van de
spraakprocessor voor SSB mode stelt u hiermee het
uitgangssignaal van de processor in {zie blz. 46}. Naar rechts
draaien van de knop geeft een krachtiger draaggolf of
processorsignaal.
@1 DELAY wachttijdregelaar
Bij het gebruik van de VOX stemgeschakelde zendfunctie of
de CW Break-in functie stelt u hiermee de tijdsduur in die de
zendontvanger wacht, alvorens van het zenden terug te
schakelen naar ontvangst. Naar rechts draaien van de
regelaar geeft een langere wachttijd {zie blz. 31, 45}.
!5 AGC tijdconstante-regelaar
Draai aan deze regelaar om de AGC-tijdconstante bij te
regelen, na instellen op de handmatige AGC bijregeling
{zie blz. 44}.
!6 KEY SPEED seinsnelheidsregelaar
Bij de CW afstemming draait u deze regelaar naar rechts om
de snelheid van de ingebouwde elektronische sleutel te
verhogen of naar links om de snelheid van het seinen te
verlagen {zie blz. 32}.
!7 PROC spraak-compressieregelaar
Bij het gebruik van de spraakprocessor in de SSB of AM
mode kunt u met deze regelaar de compressie naar wens
instellen. Naar rechts draaien van de knop geeft een hogere
compressie {zie blz. 23, 46}.
@2 MIC microfoon-sterkteregelaar
Bij SSB of AM mode stelt u met deze regelaar de
gevoeligheid van de microfoon in. Naar rechts draaien van de
knop geeft een hogere microfoongevoeligheid
{zie blz. 23, 29, 40}.
@3 PWR zendvermogenregelaar
Voor het instellen van het uitgangsvermogen bij het zenden in
alle afstemfuncties. Naar rechts draaien van de regelaar geeft
een hoger uitgangsvermogen {zie blz. 23}.
@4 QUICK MEMO M.IN snelgeheugen-vastlegtoets
Druk op deze toets voor het vastleggen van gegevens in het
snelle-toegangsgeheugen {zie blz. 59}.
@5 QUICK MEMO MR snelgeheugen-oproeptoets
Druk op deze toets voor het oproepen van gegevens uit het
snelle-toegangsgeheugen {zie blz. 59}.
N-11
3 EERSTE VERKENNING
POWER
ATT
ANT DOWNUP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
SEND
PHONES
MIC
THRU/AUTO
AGCKEY SPEED
SLOWFAST
OFF
CARDELAY
46
2
AIP
METER PROCMONI
8
10
HF TRANSCEIVERTS-870
PROCMONI
46
0
MICPWR
46
0
8
10
8
100
2
2
CH 1M.IN
16
CH 2 M>VFO
27
CH 3 SCAN
38
49
CH 4CLR
50
REC F.LOCK
QUICK MEMO
MR
M.IN
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
@6 Programmeerbare functietoetsen
De functies van deze vier toetsen kunt u zelf kiezen, om zo de
zendontvanger naar eigen inzicht in te richten op de
gemakkelijkste bediening van de door u gewenste functies
{zie blz. 63}. De oorspronkelijke instelling van de toetsen is als
volgt:
ENTER invoertoets
Voor het invoeren van frequenties via het toetsenpaneel
{zie blz. 22}.
TF-SET zendfrequentie-insteltoets
Bij het duplex gebruik met gescheiden frequenties drukt U
op deze toets om de ontvangstfrequentie te controleren.
Tevens kunt U, bij het werken met gescheiden frequenties,
tijdens het ingedrukt houden van deze toets de
zendfrequentie wijzigen, zonder dat dit van invloed is op
de ontvangstfrequentie {zie blz. 43}.
FINE fijnafstemtoets
Druk op deze toets om het afsteminterval van de
afstemknop tot een-tiende van de standaardwaarde te
verminderen, voor een nauwkeuriger afstemming
{zie blz. 21}.
1MHz instelkeuzetoets
Druk op deze toets om over te schakelen tussen de 1MHz
intervalfunctie en de amateurbandkeuze {zie blz. 20}.
Tevens kunt u met deze toets de zoekfuncties voor de
geprogrammeerde kanalen en de vrije kanalen
inschakelen {zie blz. 55}.
@7 Afstemknop
Draai aan deze knop om de gewenste frequentie te kiezen.
Door een vingertop in de uitholling te plaatsen kunt u de knop
continu doordraaien voor het zoeken over een groter
afstembereik {zie blz. 21}.
@6
1MHzDOWNUP
@8
MODE
LSB
/USB
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
@9
A=B MENU
RXTX
M.CH
#0
A
B
AUTO
NOTCH
RIT
M.CH/VFO.CH
LO/WIDTH
RIT/XIT
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
BEAT
N.R. TX EQ.
CANCEL
FILTER
XITCLEARNB
2
NBSQL
2
HI/SHIFT
AFRF
46
0
10
46
0
10
8
8
@7
@8 Modetoetsen
Met deze toetsen kiest u de gewenste mode {zie blz. 20}.
LSB/USB zijband-keuzetoets
Voor het kiezen van de onderste zijband of de bovenste
zijband voor de gesprekfuncties {zie blz. 29} of de digitale
bediening {zie blz. 41}.
CW/–R omkeertoets
Voor het kiezen van CW {zie blz. 30} of omgekeerde CW
afstemming {zie blz. 31}.
FSK/–R frequentieverschuivingstoets
Voor het kiezen van de frequentieverschuiving {zie blz. 40}
of de omgekeerde frequentieverschuiving bij de RTTY
functies {zie blz. 41}.
FM/AM bandkeuzetoets
Voor het kiezen van de FM {zie blz.38} of de AM
afstemband {zie blz. 40}.
@9 A=B toets
Druk op deze toets om de gegevens in beide VFO’s gelijk te
maken. De gegevens in de op dat moment gekozen VFO
worden dan gekopieerd naar de andere VFO; de gegevens in
de huidige VFO veranderen hierbij niet {zie blz. 20}. Tevens
dient deze toets voor de volledige terugstelfunctie
{zie blz. 57, 63}.
#0 MENU oproeptoets
Voor het instellen op, of uitschakelen van het instelmenu
waarmee u een aantal ingebouwde functies kunt in- en
uitschakelen en naar wens instellen {zie blz. 24}. Tevens dient
deze toets voor het wijzigen van de grensfrequenties voor de
automatische functieregeling {zie blz. 48}.
N-12
POWER
ANT DOWN UP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
THRU/AUTO
SEND
PHONES
SLOWFAST
MIC
ATT
AIP
AGCKEY SPEED
OFF
CARDELAY
46
2
HF TRANSCEIVERTS-870
METER PROCMONI
PROCMONI
46
2
0
MICPWR
46
8
2
0
10
10
100
16
27
8
38
49
50
8
CH 1 M.IN
CH 2 M>VFO
CH 3 SCAN
CH 4CLR
REC F.LOCK
QUICK MEMO
M.IN
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
MR
#1#2 #3 #4 #5
MODE
A=B MENU
LSB
/USB
RXTX
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
1MHzDOWNUP
$0
3 EERSTE VERKENNING
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
BEAT
CANCEL
LO/WIDTH
XIT CLEARNB
RIT/XIT
N.R. TX EQ.
FILTER
HI/SHIFT
AFRF
46
2
0
NBSQL
46
2
0
#6
#7
#8
8
10
8
10
#9
NOTCH
RIT
A
B
M.CH/VFO.CH
M.CH
Opmerking:
Van de Auto Notch #2, de Beat Cancel #3 en de Noise Reduction #4 kunt u er
slechts één tegelijk inschakelen. Deze functies kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld.
#1 VFO/Geheugenkanaaltoetsen
Druk op deze toetsen om VFO A, VFO B of een
geheugenkanaal te kiezen voor het zenden of ontvangen. Als
u op een ontvangsttoets drukt, wordt dezelfde VFO of
hetzelfde geheugenkanaal gekozen voor zowel zenden als
ontvangen. Door het indrukken van een zendtoets echter kiest
u de betreffende VFO of het geheugenkanaal alleen voor het
zenden {zie blz. 42}.
RX A toets
Kiest VFO A voor het zenden en ontvangen {zie blz. 19}.
TX A toets
Kiest VFO A alleen voor het zenden {zie blz. 42}.
RX B toets
Kiest VFO B voor het zenden en ontvangen {zie blz. 19}.
TX B toets
Kiest VFO B alleen voor het zenden {zie blz. 42}.
RX M.CH toets
Kiest de geheugenkanaal-instelling voor het zenden en
ontvangen {zie blz. 55}.
TX M.CH toets
Kiest de geheugenkanaal-instelling alleen voor het zenden
{zie blz. 42}.
#5 TX EQ. zend-equalizertoets
Bij SSB of AM mode drukt men op deze toets om de zendequalizerfunctie in of uit te schakelen. Deze equalizerfunctie
combineert hoogversterking, laagversterking en een kamfilter
{zie blz. 47}.
#6 FILTER LO/WIDTH en HI/SHIFT digitale filterregelaars
Deze regelaars bieden bij alle moden een ongekende
flexibiliteit voor het zodanig aanpassen van de ontvangstdoorlaatband dat u optimale ontvangst verkrijgt
{zie blz. 51, 52}.
#7 RIT ontvangstfrequentietoets
Druk op deze toets om de Receive Incremental Tuning functie
in of uit te schakelen. Met de RIT functie kunt u de
ontvangstfrequentie veranderen zonder dat dit invoed heeft
op de zendfrequentie {zie blz. 44}.
#8 CLEAR terugsteltoets
Druk hierop om de RIT/XIT frequentieverschuiving op nul
terug te stellen {zie blz. 44, 45}. Bovendien kunt u met deze
toets ingebrachte onjuiste cijfers wissen bij het invoeren van
gegevens via het toetsenpaneel {zie blz. 22, 48}.
#2 AUTO NOTCH filtertoets
Bij SSB mode drukt men op deze toets om de Auto Notch
filtering in of uit te schakelen. Het Auto Notch filter kan
automatisch de interferentiesignalen uit de IF
middenfrequentie-doorlaatband voor de ontvangst opsporen
en verwijderen {zie blz. 52}.
#3 BEAT CANCEL zwevingsonderdrukkingstoets
Bij SSB of AM mode drukt men op deze toets om de Beat
Cancel zwevingsonderdrukking in of uit te schakelen. De Beat
Cancel zorgt dat interferentiesignalen op het AF
audiofrequentie-niveau worden onderdrukt {zie blz. 52}.
#4 N.R. ruisonderdrukkingstoets
Bij SSB, CW, FSK en AM mode drukt men op deze toets om
de ruisonderdrukking in of uit te schakelen. Deze functie biedt
een keuze aan digitale filteringswijzen voor ontvangst
{zie blz. 53}.
#9 XIT zendfrequentietoets
Druk op deze toets om de Transmit Incremental Tuning
functie in of uit te schakelen. Met de XIT functie kunt u de
zendfrequentie veranderen zonder dat dit invoed heeft op de
ontvangstfrequentie {zie blz. 45}.
$0 UP/DOWN instel/afstemtoetsen
Druk op deze toetsen om alle amateurbanden in volgorde te
doorlopen {zie blz. 20}. Na inschakelen van de 1MHz
intervalfunctie kunt u met deze toetsen de frequentie van de
zendontvanger in stappen van 1 MHz verhogen of verlagen
{zie blz. 20}. Verder dienen deze toetsen voor het maken van
een keuze uit het instelmenu {zie blz. 24} en voor het
controleren van de begin- en eindfrequenties voor de scanfunctie {zie blz. 60}.
N-13
3 EERSTE VERKENNING
POWER
ATT
ANT DOWN UP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
SEND
PHONES
MIC
AIP
THRU/AUTO
AGCKEY SPEED
SLOWFAST
OFF
CARDELAY
46
2
HF TRANSCEIVERTS-870
METER PROCMONI
PROCMONI
46
2
0
MICPWR
46
8
2
0
10
8
10
8
100
CH 1M.IN
16
CH 2 M>VFO
27
CH 3 SCAN
38
49
CH 4CLR
50
REC F.LOCK
QUICK MEMO
M.IN
MR
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
1MHzDOWNUP
LSB
/USB
MODE
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
A=B MENU
RXTX
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
BEAT
CANCEL
LO/WIDTH
XITCLEARNB
RIT/XIT
N.R. TX EQ.
FILTER
HI/SHIFT
AFRF
46
2
0
NBSQL
46
2
0
$1
8
$2
10
8
10
$4
$5
$3
$6
NOTCH
RIT
A
B
M.CH/VFO.CH
M.CH
$7
$1 NB stoorpuls-dempingstoets
Druk op deze toets om de analoge Noise Blanker stoorpuls-
demping in of uit te schakelen. Deze functie is het meest
effectief tegen storing die in korte pulsen doorkomt
{zie blz. 53}.
$2 AF audio-sterkteregelaar
Voor instellen van de audio-versterking of -gevoeligheid. Draai
de knop naar rechts voor meer geluid; naar links voor minder
geluid {zie blz. 19}.
$3 RF radiofrequentie-sterkteregelaar
Voor instellen van de radiofrequentie-versterking of
gevoeligheid. Draai de knop naar rechts voor het versterken
van de RF; naar links voor het verzwakken van de RF
{zie blz. 19}.
$4 RIT/XIT frequentieregelaar
Na inschakelen van de XIT of RIT zendfrequentie- of
ontvangstfrequentie-regeling draait u aan deze regelaar om
de gewenste verschuiving te kiezen ten opzichte van de
huidige frequentie {zie blz. 44, 45}.
$5 NB stoorpuls-dempingsregelaar
Bij het gebruik van de Noise Blanker stoorpuls-demping draait
u aan deze regelaar om het dempingsniveau te kiezen
{zie blz. 53}. Om vervorming van uw ontvangen signaal tegen
te gaan, dient u de demping op het minimaal vereiste niveau
in te stellen.
$7 M.CH/VFO.CH kanaal/frequentie-regelaar
Bij de VFO afstemming draait u aan deze regelaar om de
frequentie hoger of lager in te stellen {zie blz. 21}. Bij het
gebruik van geheugenkanalen kiest u met de regelaar het
gewenste geheugenkanaal {zie blz. 55}. Verder dient de
regelaar voor het instellen van de grensfrequenties voor de
automatische functieregeling {zie blz. 48} en voor de keuze
van menu-nummers bij gebruik van het instelmenu
{zie blz. 24}.
MICROFOON
q UP/DWN druktoesten
Gebruik deze toetsen om de VFO frequentie hoger of lager in
te stellen of om een hoger of lager geheugenkanaal te kiezen.
De frequentie of het geheugenkanaal blijft voortdurend
veranderen in de richting van de toets wanneer u de toets
langer ingedrukt houdt.
w PTT (Push-to-Talk) praatschakelaar
De zendontvanger blijft in de zendstand zolang u deze
schakelaar (die geen vaste klikstand heeft) ingedrukt houdt.
Bij loslaten van de schakelaar keert de zendontvanger terug
in de ontvangststand.
q
DWN UP
$6 SQL squelch-regelaar
De squelch-regelaar kan dienen om de weergave van de
zendontvanger te dempen gedurende perioden dat er geen
signaal is. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, des te
hoger wordt de ruisdrempel onderdrukking. Des te hoger zal
dan ook het vereiste signaalniveau zijn om de squelch te
openen. Draai de regelaar geheel naar links om ook de
zwakste signalen te kunnen ontvangen {zie blz.-19}.
N-14
w
PTT
ACHTERPANEEL
3 EERSTE VERKENNING
qwer
ANT 2ANT 1
EXT
RX ANT
GND
IF OUT 1REMOTE
ty uoi
q GND aardaansluiting met vleugelmoer
Verbind deze aardaansluiting via een stevig stuk draad of een
koperen strook met het dichtstbijzijnde aardingspunt
{zie-blz.-3}. Sluit de aardleiding niet aan op het elektriciteitsnet
van uw woning en niet op een gasbuis of waterleiding. Door
het afdoende aarden van deze zendontvanger vermindert u
de kans op storing in de TV-ontvangst, gewone radioontvangst en de werking van andere elektronische
apparatuur. Een goede aarding leidt ook tot minder storing in
de ontvangst door statische elektriciteit.
w ANT 1 en ANT 2 antenne-aansluitingen
Sluit de voedingslijnen van uw antennes aan op deze twee
aansluitingen. Zie voor nadere bijzonderheden blz. 2 en 63.
e DC 13.8 V gelijkstroom-voedingsingang
Sluit hierop een 13,8 V gelijkstroomvoeding aan {zie blz. 3}.
Gebruik de bijgeleverde kabel met een gelijkgerichte
voedingsbron. De TS-870S neemt ook bij maximaal zenduitgangsvermogen minder dan 20,5 A stroom af.
r AT antennetuner-aansluiting
Hierop past de stekker van de kabel die wordt bijgeleverd bij
de AT-300 antennetuner. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing behorende bij deze antennetuner.
t EXT RX ANT extra ontvangstantenne-aansluiting
Hierop kunt u met een tulpstekkersnoer een afzonderlijke
ontvanger aansluiten. Via menu-nummer 53 stelt u deze
aansluiting in werking. Tracht nooit deze aansluiting te
gebruiken voor het insturen van signalen. De signalen die
door de TS-870S worden ontvangen, worden via een
scheidingstrap doorgegeven aan de ontvangsttrap van de
TS-870S en aan de hierop aangesloten externe ontvanger. Dit
betekent wel dat het aansluiten van een externe ontvanger
het signaalniveau vermindert.
y IF OUT 1 tussenfrequentie-uitgang
Hierop kunt u met een tulpstekkersnoer een SM-230
stationsmonitor aansluiten, voor “panoramische” weergave
van de 8,83 MHz middenfrekwent {zie blz. 6}.
EXT SP
Ω
8
ACC 2
DC 13.8V
20.5A
PADDLE
KEY
RT TY
AT
COM
!0!1!2
u REMOTE aansluiting
Hierop kunt u via een snoer met een 7-polige DIN penstekker
een lineaire versterker aansluiten {zie blz.-5}.
i EXT SP luidspreker-aansluiting
Geschikt voor een 2-polige (mono) ministekker met een
diameter van 3,5 mm, voor het aansluiten van een externe
luidspreker {zie blz. 4}. Overigens wordt bij aansluiten van een
externe luidspreker automatisch de weergave via de
ingebouwde luidspreker uitgeschakeld.
o ACC 2 accessoire-aansluiting
Geschikt voor een 13-polige DIN penstekker, voor het
aansluiten van verschillende accessoires {zie blz. 6}.
!0 PADDLE en KEY seinsleutel-aansluitingen
Geschikt voor resp. een 6,0 mm 3-polige ministekker en een
3,5 mm 2-polige klinkstekker, voor het aansluiten van een
“paddle” voor de interne elektronische sleutel en een ander
type seinsleutel, voor de CW bediening. Lees eerst de
beschrijving onder “Sleutels en toetsenborden voor de CW
bediening” {zie blz. 4} alvorens u een aansluiting maakt op
deze stekkerbussen.
!1 RTTY teletype-aansluiting
Geschikt voor een tulpstekkersnoer, voor het aansluiten van
de RTTY toetssignaal-uitgang van RTTY apparatuur voor de
bediening van werkelijke frequentieverschuivings-invoer
(directe invoer) {zie blz. 5}.
!2 COM computer-aansluiting
Geschikt voor een 9-polige RS-232C contrastekker, voor het
aansluiten op een van de seriële communicatiepoorten van
een computer {zie blz. 83}. Alle functies van de
zendontvanger zijn dan te bedienen via een
communicatieprogramma dat op de computer loopt
{zie blz. 5, 83}. Ook dient deze aansluiting voor gebruik van
de Quick Data Transfer gegevensoverdracht-functie
{zie blz. 65}.
Opmerking:
REMOTE, ACC2
Verwijder de beschermende doppen alvorens de
en
COM
aansluitingen te gebruiken.
N-15
3 EERSTE VERKENNING
DISPLAY
qwe
rty
9
20
7
S
10
0
PWR
SWR
1.5
1
COMP
HF TRANSCEIVERTS-870
50
25
FILTER
ALC
3
10 2
5
3
1
40
60
dB
100
W
20
dB
FULLVOXSEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
M.CH
ON AIRAT TUNE
!3!4
q METER
Bij ontvangst dient deze als een S-meter voor het meten en
aangeven van de sterkte van het ontvangen signaal. Ook
verschijnt bij ontvangst een uit 30 segmenten bestaande
aanduiding voor de breedte en de relatieve verschuiving van
de ontvangst-doorlaatband. Tijdens het zenden dient de meter
als geijkte vermogenmeter plus ALC meter, SWR meter of
compressiemeter voor de spraakprocessor. U kunt een piekvasthoudfunctie inschakelen die elke hogere uitslag van de
meter ca. 2,5 seconden vasthoudt {zie blz. 22}.
w
De of de zal oplichten wanneer is gekozen voor resp.
Antennen 1 of Antenne 2. U kunt slechts een van deze twee
antennes tegelijk gebruiken {zie blz. 2, 63}.
e M.CH
Deze licht op wanneer de geheugenkanaal-instelling is
ingeschakeld. Ook verschijnt de aanduiding tijdens gebruik
van de geheugendoorloopfunctie {zie blz. 56}.
ui o !0 !1 !2
TONE
NB
SPLIT
RIT
A B
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
XIT
i AIP
Deze licht op wanneer de Advanced Intercept Point functie is
ingeschakeld {zie blz. 53}.
o AGC
Deze licht op wanneer de Advanced Intercept Point functie is
ingeschakeld {zie blz. 44}.
!0 AUTO
Deze licht op wanneer er is ingesteld op “Automatic” voor de
automatische gevoeligheidsregeling {zie blz. 44}.
!1 PROC
Deze licht op wanneer de spraakprocessor is ingeschakeld
{zie blz. 23, 46}.
!2 MONI
Deze licht op wanneer de zendmonitorfunctie is ingeschakeld
{zie blz. 46}.
WIDTH
CTRL
SHIFT
r VOX
Deze aanduiding licht op wanneer de Voice-Operated
Transmit functie is ingeschakeld, voor zenden wanneer u
spreekt {zie blz. 45}. Bij de CW afstemming licht deze
aanduiding op bij inschakelen van de Break-in functie
{zie blz. 31}.
t
Dit licht op wanneer er een menu-onderdeel wordt
toegevoegd aan het snelkeuzemenu {zie blz. 24}.
y FULL
Deze aanduiding licht op wanneer er is ingesteld op CW Full
Break-in {zie blz. 31}.
u SEMI
Deze aanduiding licht op wanneer er is ingesteld op CW Semi
Break-in {zie blz. 31}.
N-16
!3
De aanduiding licht op wanneer de ingebouwde
antennetuner alleen voor het zenden wordt gebruikt. De
en lichten beide op wanneer de antennetuner zowel voor
zenden als voor ontvangst wordt gebruikt. Als beide
aanduidingen gedoofd zijn, betekent dit dat de antennetuner
is uitgeschakeld {zie blz. 49}. Bij de CW Full Break-in kan de
ingebouwde antennetuner alleen geheel uitgeschakeld
worden òf zowel voor zenden als voor ontvangst worden
ingeschakeld.
!4
De , of licht op wanneer de signaalsterktebijregeling is ingeschakeld. Het oplichtende getal geeft het
aantal dB aan waarmee de signaalsterkte is verzwakt. Als
geen van de getallen oplicht, is de signaalsterkte-bijregeling
uitgeschakeld {zie blz. 53}.
PWR
S
SWR
COMP
3 EERSTE VERKENNING
!5!6!7!8!9@0@1
@2@3@4
9
20
7
5
3
1
25
10
0
1
FILTER
ALC
10 2
1.5
40
60
50
3
20
dB
100
W
dB
FULLVOXSEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
M.CH
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
A B
SPLIT
RIT
TONE
NB
WIDTH
CTRL
SHIFT
XIT
HF TRANSCEIVERTS-870
ON AIRAT TUNE
@5 @6@7@8 @9#0#1
!5 MENU
Deze aanduiding licht op wanneer de instelmenu-functie is
ingeschakeld. De aanduiding knippert wanneer het menu
tijdelijk is teruggesteld {zie blz. 24}.
!6 A/B
De “A” licht op wanneer men gebruik maakt van menu A, en
de “B” licht op wanneer men gebruik maakt van menu B
{zie blz. 24}.
!7 SPLIT
Deze licht op wanneer er bij duplex gebruik is ingesteld op
verschillende zend- en ontvangstfrequenties {zie blz. 42}.
!8 RIT
Deze licht op wanneer de Receive Incremental Tuning functie
is ingeschakeld {zie blz. 44}.
!9 TONE
Bij FM afstemming licht deze aanduiding op wanneer tijdens
gebruik van gescheiden frequenties de onhoorbare
toonfunctie is ingeschakeld {zie blz. 39}.
@0 XIT
Deze licht op wanneer de Transmit Incremental Tuning functie
is ingeschakeld {zie blz. 45}.
@1 NB
Deze licht op wanneer de Noise Blanker stoorpuls-demping is
ingeschakeld {zie blz. 53}.
@2 WIDTH
Bij alle moden behalve de AM en de SSB enkele zijbandmode licht deze aanduiding op wanneer u de LO/WIDTH
regelaar hebt ingesteld. Dit geeft aan dat het getal onder deze
aanduiding in het display de ontvangst-bandbreedte is
{zie blz. 52}.
@3 CTRL
Deze aanduiding licht op wanneer er gegevens worden
uitgewisseld tussen een computer en de zendontvanger
wanneer u de laatste via de computer bedient {zie blz. 50} of
bij gegevensoverdracht tussen twee zendontvangers met de
snelle gegevensoverdracht-functie {zie blz. 65}.
@4 SHIFT
Bij CW mode licht deze aanduiding op wanneer u de
HI/SHIFT regelaar hebt ingesteld. Dit geeft aan dat het getal
onder deze aanduiding in het display de verschuiving van de
ontvangst-doorlaatband is {zie blz. 51}.
@5
Hier worden het gekozen geheugenkanaal {zie blz. 55}, het
menu-nummer {zie blz. 24} en de grensfrequentiewaarden
voor de automatische functieregeling aangegeven
{zie blz. 48}. De stip licht op wanneer het geheugenkanaal is
uitgesloten (Lock-out). Dit geeft aan dat het kanaal bij de
geheugen-scanfunctie zal worden overgeslagen {zie blz. 62}.
@6 AUTO
Deze aanduiding licht op wanneer de automatische mode is
ingeschakeld {zie blz. 48}. De automatische functie zorgt dat
de mode automatisch wordt bijgeregeld volgens de instructies
die u geeft.
@7
Hier wordt de afstemfrequentie tot op de 10 Hz nauwkeurig
aangegeven {zie blz. 20}. Tevens worden hier bij de menuinstelling de menu-onderdelen aangegeven {zie blz. 24}.
@8 LSB
Deze aanduiding licht op bij gebruik van de onderste zijbandafstemming {zie blz. 20}.
@9 USB
Deze aanduiding licht op bij gebruik van de bovenste zijbandafstemming {zie blz. 20}.
#0 CW
Deze aanduiding licht op bij gebruik van de CW afstemming
{zie blz. 20}.
#1 R
Deze aanduiding licht op bij gebruik van de omkeerfunctie
tijdens FSK of CW afstemming. Bij de FSK afstemming zorgt
de omkeerfunctie voor het verwisselen van de mark- en
space-frequenties {zie blz. 20} en bij de CW afstemming zorgt
de omkeerfunctie voor het gebruik van de tegenovergestelde
zijband {zie blz. 20}.
N-17
3 EERSTE VERKENNING
7
5
3
1
PWR
S
SWR
COMP
0
25
10
ALC
10 2
1.5
1
FILTER
9
20
40
60
50
3
20
dB
100
W
dB
FULLVOXSEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
M.CH
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
A B
SPLIT
RIT
TONE
NB
WIDTH
CTRL
SHIFT
XIT
$3
HF TRANSCEIVERTS-870
ON AIRAT TUNE
#2 ON AIR
Deze aanduiding licht op wanneer de zendontvanger aan het
zenden is {zie blz. 23}.
#3 AT TUNE
Deze licht op wanneer de ingebouwde antennetuner bezig is
de aanpassing tussen het antennesysteem en de
zendontvanger te regelen. Ook licht de aanduiding op
wanneer de zendontvanger de condensators van de
antennetuner instelt volgens de eerder opgeslagen gegevens
{zie blz. 49}.
#4 FSK
Deze aanduiding licht op bij gebruik van FSK (RTTY)
{zie blz. 20}.
#5 FM
Deze aanduiding licht op bij gebruik van de FM mode
{zie blz. 20}.
#6 AM
Deze aanduiding licht op bij gebruik van de AM mode
{zie blz. 20}.
#6
#2#3
#4
#5
#7
#8
#9 $0 $1
$2
#8 PRG
Deze licht op wanneer de Program Scan functie is
ingeschakeld {zie blz.60} of het geheugenkanaal 99 is
gekozen {zie blz. 58}.
#9 SCAN
Deze aanduiding licht op bij gebruik van een scan-functie
{zie blz. 60}.
$0 F.LOCK
Deze licht op wanneer de frequentievergrendeling is
ingeschakeld {zie blz. 64}.
$1 FINE
Deze licht op wanneer de fijnafstemming is ingeschakeld
{zieblz.21}.
$2 MHz
Deze licht op wanneer de 1-MHz intervalfunctie {zie blz. 20} of
snelkeuzemenufunctie {zie blz. 24} is ingeschakeld. Ook licht
deze aanduiding op wanneer de zoekfunctie voor
geprogrammeerde of vrije geheugenkanalen is ingeschakeld
{zie blz. 55}.
#7 M.SCR
Licht op bij gebruik van de geheugendoorloopfunctie
{zie blz. 56}.
N-18
$3
Hier worden de menu-onderdelen aangegeven bij gebruik van
de menufuncties {zie blz. 24}. Tevens verschijnt hier de
frequentie-informatie (zenden, ontvangen of verschil) bij
gebruik van gescheiden frequenties {zie blz. 42} en de RIT/
XIT frequentie-verschuiving wanneer deze functies zijn
ingeschakeld {zie blz. 44, 45}.
BASISBEDIENING
4 BASISBEDIENING
IN/UITSCHAKELEN VAN DE SPANNING
Schakel de gelijkstroomvoeding in en druk dan de
[ ] (STROOM) schakelaar in en houd deze ingedrukt tot in
het display de begroeting “HELLO” wordt aangegeven. Laat
] (STROOM) schakelaar los wanneer u “HELLO” ziet
de [
verschijnen.
ANT DOWN UP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
THRU/AUTO
SEND
PHONES
MIC
ATT
AIP
AGC KEY SPEED
SLOWFAST
OFF
CAR DELAY
46
2
S
PWR
SWR
COMP
HF TRANSCEIVER TS-870
METER PROC MONI
PROC MONI
2
MIC PWR
8
2
10
0
1
0
L
A
.5
1
1
46
0
46
0
M.CH
50
5
2
1
0
0
W
FILTER
C
3
2
0
0 2
1
d
B
USB CW R FSK FM AMLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
CH 1 M.IN
16
ENTERTF-SET
CH 2 M>VFO
27
8
CH 3 SCAN
38
49
CH 4 CLR
10
50
REC F.LOCK
QUICK MEMO
8
FINE
100
M.IN
MR
1MHz
9
2
7
0
5
FULLVOX SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI
4
0
3
1
6
0
d
B
•Na de eerste “HELLO” begroeting verschijnen de
frequentiecijfers en de andere aanduidingen in het display.
Bij te lang ingedrukt houden van de [
] (STROOM)
schakelaar wordt het apparaat UIT geschakeld. Als de
TS-870S geruime tijd niet in gebruik is geweest, kan het
even duren voor de begroeting “HELLO” verschijnt.
Om de zendontvanger uit te schakelen drukt u weer op de
] (STROOM) schakelaar.
[
•Nadat de zendontvanger eenmaal is ingeschakeld, kunt u
het apparaat ook uitschakelen met behulp van de aan/uitschakelaar van de gelijkstroomvoeding.
INSTELLEN VAN DE GELUIDSSTERKTE
AUDIO-FREQUENTIE (AF) VERSTERKING
Draai de AF sterkteregelaar naar rechts om het geluidsniveau
hoger in te stellen en naar links om het geluidsniveau lager in
te stellen.
AFRF
4
2
0
Opmerking:
6
8
10
De stand van de
FULL SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
AF
SPLIT
TONE
A B
RIT
XITNBWIDTH
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
MODE
LSB
/USB
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
1MHz DOWN UP
sterkteregelaar is niet van invloed
op de geluidssterkte van de pieptonen die klinken bij het indrukken
van de toetsen, evenmin als op de meeluister-zijtoon bij het CW
zenden. Ook het geluidsniveau bij het Packet-zenden is onafhankelijk
van de stand van de
AF
sterkteregelaar.
RADIO-FREQUENTIE (RF) VERSTERKING
Gewoonlijk kunt u de RF sterkteregelaar geheel naar rechts
gedraaid laten staan. Als het gewenste signaal echter moeilijk
te horen is vanwege extreme atmosferische storing of
interferentie van andere zenders, kan het terugdraaien van de
radio-frequentie versterking wel eens uitkomst brengen.
Hiervoor let u op de piek-aanduiding van de S-meter voor het
gewenste signaal en dan draait u de RF sterkteregelaar naar
links tot deze piek-aanduiding overeenkomt met de
oplichtende S-meter segmenten. De signalen die zwakker
doorkomen dan het niveau dat u hebt ingesteld met de RF
AFRF
46
2
7
5
3
1
S
8
0
10
9
20
40
60
dB
FULL SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
TONE
SPLIT
RIT
XITNBWIDTH
A B
MODE
LSB
/USB
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
1MHz DOWN UP
A=B MENU
RX TX
A=B MENU
RX TX
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
BEAT
CTRL
SHIFT
NOTCH
CANCEL
N.R. TX EQ.
LO/WIDTH
FILTER
HI/SHIFT
RIT
XIT CLEAR NB
AF RF
RIT/XIT
46
A
B
M.CH
AUTO
CTRL
SHIFT
NOTCH
A
B
M.CH
M.CH/VFO.CH
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
BEAT
CANCEL
LO/WIDTH FILTER HI/SHIFT
RIT
XIT CLEAR NB
RIT/XIT
M.CH/VFO.CH
2
NB SQL
2
N.R. TX EQ.
AF RF
2
NB SQL
2
0
46
0
46
0
46
0
8
10
8
10
8
10
8
10
sterkteregelaar zullen verzwakt worden. De ontvangst van de
gewenste zender zal hierdoor minder problemen opleveren.
Bovendien kunt u door het kiezen van een snellere AGC
instelling {zie blz.44} het blokkerend effect opheffen van het
hoge AGC voltage dat wordt veroorzaakt door een krachtige
aangrenzende zender.
Afhankelijk van het type en de gevoeligheid van uw antenne
en de omstandigheden op de afstemband kan het wel eens
aanbevolen zijn de RF sterkteregelaar niet geheel naar rechts
te laten staan, maar iets teruggedraaid.
INSTELLEN VAN DE SQUELCH
De squelch dient voor het onderdrukken van het geluid dat uit
de luidspreker komt wanneer er geen signaal wordt
ontvangen. Wanneer u de squelch drempelwaarde te hoog
instelt, zal de squelch ook gesloten blijven wanneer er een
zwak signaal doorkomt. Bij te laag instellen van de
drempelwaarde zal er tussen de uitzendingen van andere
stations teveel storing hoorbaar zijn. Veel radio- operateurs
geven er de voorkeur aan, de squelch regelaar geheel naar
links te draaien en daar te laten staan, behalve bij het gebruik
van volledige-draaggolf afstemming zoals voor FM of AM.
NBSQL
4
2
0
6
8
10
FULL SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
SPLIT
TONE
A B
RIT
XITNBWIDTH
MODE
LSB
/USB
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
1MHz DOWN UP
A=B MENU
RX TX
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
BEAT
CTRL
SHIFT
NOTCH
CANCEL
N.R. TX EQ.
LO/WIDTH FILTER HI/SHIFT
RIT
XIT CLEAR NB
AF RF
RIT/XIT
46
A
B
M.CH
8
2
0
10
NB SQL
M.CH/VFO.CH
46
8
2
0
10
Stel de SQL regelaar zo in dat de achtergrondstoring net niet
hoorbaar is wanneer er geen signaal doorkomt, of draai
desgewenst de regelaar geheel naar links en gebruik de
regelaar alleen wanneer het strikt noodzakelijk is.
DUBBELE DIGITALE VFO’s
De A en B VFO’s functioneren onafhankelijk van elkaar, zodat
u voor de beide VFO’s zowel verschillende als dezelfde
frequenties kunt kiezen. In de volgende paragrafen wordt
uiteengezet hoe u een VFO kiest en hoe u
frequentiegegevens van de ene VFO naar de andere kunt
kopiëren.
KIEZEN VAN EEN VFO ([RX A], [RX B])
Druk op de [RX A] toets om in te stellen op VFO A. Druk op
de [RX B] toets om in te stellen op VFO B.
RXTX
A
FULL SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
B
FINE
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
SPLIT
TONE
A B
RIT
XITNBWIDTH
MODE
LSB
/USB
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
1MHz DOWN UP
1 We gaan ervan uit dat u op dit moment VFO A gebruikt.
2 Druk op [RX B] toets.
•Er wordt ingesteld op VFO B en de huidige frequentieinstelling van VFO B wordt aangegeven.
3 Druk op [RX A] toets om terug te schakelen naar VFO A.
A=B MENU
RX TX
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
BEAT
CTRL
SHIFT
NOTCH
CANCEL
N.R. TX EQ.
LO/WIDTH
FILTER
HI/SHIFT
RIT
XIT CLEAR NB
AF RF
RIT/XIT
46
A
B
M.CH
8
2
10
0
NB SQL
M.CH/VFO.CH
46
8
2
0
10
N-19
4 BASISBEDIENING
GELIJKSCHAKELEN VAN DE VFO FREQUENTIES
([A=B])
Druk op [A=B] toets om de frequentie en de
modulatietoestand van de actieve VFO over te brengen naar
de inactieve VFO.
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
A=B
FULL SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
TONE
SPLIT
RIT
XITNBWIDTH
A B
MODE
LSB
/USB
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
1MHz DOWN UP
1 We gaan ervan uit dat u op dit moment VFO A gebruikt.
2 Druk op [RX B] toets.
•Er wordt ingesteld op de VFO B en de huidige
frequentie-instelling van VFO B wordt aangegeven.
3 Druk op [A=B] toets.
4 Druk op [RX A] toets.
•Nu wordt er weer ingesteld op VFO A. Merk op dat de
frequentie en de modulatietoestand van VFO B in Stap
3 zijn overgebracht (gekopieerd) naar VFO A.
A=B MENU
RX TX
BEAT
CTRL
SHIFT
NOTCH
CANCEL
N.R. TX EQ.
LO/WIDTH FILTER HI/SHIFT
RIT
XIT CLEAR NB
AF RF
RIT/XIT
46
A
B
M.CH
8
2
0
10
NB SQL
M.CH/VFO.CH
46
8
2
0
10
KIEZEN VAN EEN FREQUENTIE
Dit apparaat biedt twee mogelijkheden voor het kiezen van
een frequentie, die hieronder worden uiteengezet:
A Handmatige afstemming
Stel in op de gewenste afstemband of gebruik de 1-MHz
intervalfunctie om de gewenste frequentie in te stellen.
Draai vervolgens aan de M.CH/VFO.CH kanaal/
frequentie-regelaar voor de grove Afstemming en aan de
grote afstemknop (of druk op de [UP] en [DWN] toetsen
op de microfoon) voor het nauwkeurig kiezen van de
gewenste frequentie.
B Directe frequentiekeuze (via het toetsenpaneel)
Voer de waarde van de gewenste frequentie rechtstreeks
in met de nummertoetsen.
DOORLOPEN VAN DE BANDEN
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
1MHzDOWNUP
FULL SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
SPLIT
TONE
A B
RIT
XITNBWIDTH
MODE
LSB
/USB
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
1MHz DOWN UP
A=B MENU
RX TX
BEAT
CTRL
SHIFT
NOTCH
CANCEL
N.R. TX EQ.
LO/WIDTH FILTER HI/SHIFT
XIT CLEAR NB
RIT
AF RF
RIT/XIT
46
A
B
M.CH
8
2
10
0
NB SQL
M.CH/VFO.CH
46
8
2
0
10
KIEZEN VAN DE MODE
Om van mode te veranderen, drukt U eenvoudigweg op de
MODE functietoets voor de mode die U wilt gebruiken. De
tweede mode (of omkeerfunctie) kunt u inschakelen door
tweemaal op die toets te drukken.
Bijvoorbeeld: Om over te schakelen naar de LSB of
onderste zijband, drukt u eenmaal op de [LSB/USB] toets.
Voor de USB of bovenste zijband, drukt u nogmaals op de
[LSB/USB] toets.
MODE
LSB
/USB
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
FULL SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
SPLIT
TONE
A B
RIT
XITNBWIDTH
MODE
LSB /USB
CW/– R
FSK /– R
FM/AM
1MHz DOWN UP
De CW mode staat oorspronkelijk ingesteld op de bovenste
zijband. De “–R” aanduiding op de [CW/–R] toets geeft aan
dat U bij CW mode desgewenst ook kunt zenden en
ontvangen op de (tegenoverliggende) onderste zijband, door
een tweede maal drukken. De “–R” aanduiding op de
[FSK/–R] toets geeft aan dat U bij RTTY mode desgewenst
de signalen voor MARK en SPACE kan verwisselen, door een
tweede druk op deze toets.
Bij de SSB enkele zijband-afstemming zal de zendontvanger
automatisch de LSB onderste zijband kiezen voor frequenties
onder de 9,5 MHz en de USB bovenste zijband voor de
9,5MHz en hogere frequenties, als u de centrale
Afstemknop of de [UP]/[DWN] toetsen van de microfoon
gebruikt voor het overschrijden van de 9,5 MHz. Hetzelfde
geldt ook bij gebruik van de [UP] of [DOWN] toets.
A=B MENU
RX TX
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
AUTO
BEAT
CTRL
SHIFT
NOTCH
CANCEL
N.R. TX EQ.
LO/WIDTH FILTER HI/SHIFT
RIT
XIT CLEAR NB
AF RF
RIT/XIT
46
A
B
M.CH
8
2
0
10
NB SQL
M.CH/VFO.CH
46
8
2
10
0
1 Als de aanduiding “MHz” in het display oplicht, drukt u
eerst op de [1MHz] toets om de 1-MHz intervalfunctie uit
te schakelen.
•De aanduiding “MHz” dooft.
2 Druk op de [UP] of [DOWN] toets.
•Bij langer ingedrukt houden van een van deze toetsen
zal de zendontvanger de beschikbare banden sneller
doorlopen.
GEBRUIK VAN HET 1 MHz INTERVAL
De oorspronkelijke instelling voor de stappen waarmee de
intervalfunctie verspringt bedraagt 1 MHz; u kunt dit echter
omschakelen naar 500 of 100 kHz intervallen via het menunummer 52 (“1M/500k”). Zie voor nadere bijzonderheden over
de menufuncties de beschrijving beginnende op blz.24.
1 Druk op de [1MHz] toets om de 1-MHz intervalfunctie in te
schakelen.
•De aanduiding “MHz” licht op.
AGC AUTO
USBMHz
2 Druk op de [UP] of [DOWN] toets.
•De frequentie verspringt omhoog of omlaag in stappen
van 1 MHz (of in stappen van 500 of 100 kHz) telkens
wanneer u op de [UP] of [DOWN] toets drukt. Bij
ingedrukt houden van een van deze toetsen zal de
zendontvanger de frequenties sneller doorlopen.
N-20
4 BASISBEDIENING
Fijnafstemming
(Menu-nummer 41: 10 kHz)
SSB/ CW/ FSK
Afstemintervallen
AM/ FM
Afstemintervallen
UIT
AAN
10 Hz
1 Hz
100 Hz
10 Hz
SNEL DOORLOPEN VAN FREQUENTIES
Om de frequentie snel te verhogen of te verlagen, draait u aan
de M.CH/VFO.CH kanaal/frequentie-regelaar.
•Draai de M.CH/VFO.CH regelaar naar rechts voor een
hogere frequentie; naar links voor een lagere frequentie.
Dankzij de grote frequentiestappen kunt u de afstemband snel
doorlopen. Na het bereiken van de minimale of maximale
ontvangstfrequentie van de zendontvanger, zult u met de
M.CH/VFO.CH regelaar de frequentie niet verder kunnen
verlagen, resp. verhogen.
Menu-nummer 44 (STEP.ADJ) bepaalt of er al dan niet
afronding van de frequenties plaatsvindt bij het afstemmen
met de M.CH/VFO.CH regelaar. Wanneer het menu-nummer
44 is ingeschakeld (de oorspronkelijke stand), vindt de
afronding plaats bij het eerste stapje (“klikje”) van de
M.CH/VFO.CH regelaar, als volgt:
Stap-instelling
(Menu-nummer 44)
AAN
AAN
AAN
Voorbeeld 1: Met menu-nummer 44 (STEP.ADJ) AAN
geschakeld
•Menu-nummer 43 (CH.STEP): Kanaal-interval 10 kHz
•Gekozen frequentie: 14,261,73 MHz
Wanneer u de M.CH/VFO.CH regelaar één stapje naar rechts
draait, verspringt de frequentie naar 14,270,00 MHz, en bij het
volgende klikje van de regelaar naar 14,280,00 MHz. De
afronding vond dus al plaats bij de eerste stap.
Als u op dezelfde wijze vanaf een frequentie van
14,261,73MHz de M.CH/VFO.CH regelaar één stapje naar
links draait, verspringt de frequentie naar 14,260,00 MHz, en
bij het volgende terugwaartse klikje van de regelaar naar
14,250,00 MHz. Ook bij terugdraaien van de regelaar vond de
afronding dus plaats bij de eerste stap.
Voorbeeld 2: Met menu-nummer 44 (STEP.ADJ) UIT
geschakeld
•Menu-nummer 43 (CH.STEP): Kanaal-interval 10 kHz
•Gekozen frequentie: 14,261,73 MHz
Wanneer u de M.CH/VFO.CH regelaar één stapje naar rechts
draait, verspringt de frequentie naar 14,271,73 MHz, en bij het
volgende klikje van de regelaar naar 14,281,73 MHz. Er vindt
dus in ‘t geheel geen afronding plaats.
Als u op dezelfde wijze vanaf een frequentie van
14,261,73MHz de M.CH/VFO.CH regelaar één stapje naar
links draait, verspringt de frequentie naar 14,251,73 MHz, en
bij het volgende terugwaartse klikje van de regelaar naar
14,241,73 MHz. Ook bij terugdraaien van de regelaar vindt er
dus geen afronding plaats.
M.CH/VFO.CH
Kanaal-interval
(Menu-nummer 43)
10 kHz
5 kHz
1 kHz
AUTO
A=B MENU
RX TX
BEAT
CTRL
SHIFT
NOTCH
CANCEL
LO/WIDTH FILTER HI/SHIFT
RIT
XIT CLEAR NB
RIT/XIT
A
B
M.CH/VFO.CH
M.CH
FULL SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI MENU
USB CW R FSK FM AM M. SCR PRG SCAN F. LOCK FINE MHzLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
ENTERTF-SET
FINE
TONE
SPLIT
RIT
XITNBWIDTH
A B
MODE
LSB
/USB
CW/– R
FSK
/– R
FM/AM
1MHz DOWN UP
Afrondingseffect
De 1 kHz, 100 Hz en
10 Hz cijfers worden op
0 afgerond.
De 1 kHz cijfers worden
op 0 of 5 afgerond, en
de 100 Hz en 10 Hz
cijfers op 0.
De 100 Hz en 10 Hz
cijfers worden op 0
afgerond.
DIGITAL SIGNAL PROCESSOR
N.R. TX EQ.
2
2
AF RF
46
0
NB SQL
46
0
■ Wijzigen van de Grootte van de Stap
(Afsteminterval)
Kies de grootte van de stap voor de M.CH/VFO.CH
regelaar via het menu-nummer 43 (CH.STEP). De
keuzemogelijkheden zijn 1 kHz, 5 kHz en 10 kHz. De
oorspronkelijke instelling is 10 kHz.
8
10
8
10
Binnen de AM afstemband geldt automatisch een 9 kHz
afsteminterval (bij de modellen voor de V.S. en Canada
10kHz) bij de AM afstemming. Dit AM interval kunt u
desgewenst omschakelen tussen 9 kHz (AAN) en 10 kHz
(UIT) via het menu-nummer 42 (BC.STEP). Door instellen
op “UIT” voor menu-nummer 42 kunt u gebruik maken van
het interval dat is gekozen met menu-nummer 43 (dus 1, 5
of 10 kHz). Wanneer u tijdens gebruik van de AM
afstemband het afsteminterval via menu-nummer 42
omschakelt, zal de gekozen frequentie bij de
eerstvolgende draai aan de M.CH/VFO.CH regelaar
veranderen naar het dichtstbijzijnde uitzendkanaal.
Als u geniet van het luisteren naar de internationale
kortegolf-zenders, biedt de M.CH/VFO.CH regelaar ook
de handigste manier om deze golfbanden met de hand
door te nemen. Stel hiervoor in op het 5 kHz
afsteminterval via menu-nummer 43 (CH.STEP),
aangezien voor de meeste kortegolf-zenders een
tussenruimte van 5 kHz geldt. Zet menu-nummer 44 in de
AAN stand. Voor het luisteren naar een zender op een
kanaal dat geen veelvoud van 5 kHz is, gebruikt u dan de
Afstemknop om de exacte gewenste frequentie op te
zoeken.
FIJNAFSTEMMING
Bij de SSB, de CW en de FSK afstemming zorgt de centrale
Afstemknop normaal voor een frequentieverschuiving van
10kHz per volledige draai van de knop. Bij de FM en AM
afstemming zal de frequentie bij één draai aan de
Afstemknop met 100 kHz toe- of afnemen. Dit kunt u echter
halveren via menu-nummer 41 (F.STEP).
Bovendien kunt u met de fijnafstemfunctie de “snelheid” van
de Afstemknop verder verminderen, om nog voorzichtiger en
nauwkeuriger af te stemmen.
ENTERTF-SET
FINE
1MHz
ANT DOWN UP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
THRU/AUTO
SEND
PHONES
MIC
SLOWFAST
Druk op de [FINE] toets.
•De aanduiding “FINE” licht op.
AGC AUTO
USBFINE
•Bij elke druk op de [FINE] toets wordt de fijnafstemfunctie
beurtelings in- en uitgeschakeld.
ATT
AIP
AGC KEY SPEED
OFF
CAR DELAY
46
2
1
S
0
PWR
SWR
1
COMP
HF TRANSCEIVER TS-870
METER PROC MONI
PROC MONI
46
2
0
MIC PWR
46
8
2
0
10
9
2
7
0
5
FULLVOX SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI
4
0
3
6
0
d
B
M.CH
50
5
2
0
1
1
0
0
W
FILTER
C
L
A
3
2
0
10 2
.5
1
d
B
USB CW R FSK FM AMLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
CH 1 M.IN
16
ENTERTF-SET
CH 2 M>VFO
27
8
CH 3 SCAN
38
49
CH 4 CLR
10
50
REC F.LOCK
QUICK MEMO
8
FINE
100
MR
M.IN
1MHz
N-21
4 BASISBEDIENING
S
RX
(ontvangst)
FILTER
PWR
ALC
SWR
COMP
Sterkte van het
ontvangen signaal
Breedte en verschuiving
van de ontvangstdoorlaatband
Uitgangsvermogen bij
zenden
Toestand automatische
niveauregeling (ALC)
Staande-golfverhouding
antennesysteem
Spraakcompressie bij
gebruik van de
spraakprocessor
Ontvangst
Ontvangst; of Zenden
plus [METER] functie
AAN
Zenden
Zenden plus [METER]
functie AAN
Zenden plus [METER]
functie AAN
Zenden plus SSB/AM
plus [PROC] functie
AAN plus [METER]
functie AAN
AanduidingSchaal
Ingeschakelde
Functies
Opmerking:
Na het oproepen van geheugenkanaal nummer 99
waarin de begin- en eindfrequenties zijn vastgelegd {zie blz. 58}, kunt
u de ontvangstfrequentie wijzigen (net als een VFO) met behulp van
de
Afstemknop
.
DIRECTE FREQUENTIEKEUZE
Rechtstreeks invoeren van de frequentie met de
nummertoetsen is de snelste manier om over te schakelen
naar een frequentie die ver verwijderd is van uw huidige
frequentie.
Let op de volgende punten voor het juist invoeren van de
gewenste frequentie:
•Voor het eerste (10MHz) cijfer, dat een meervoud is van
10is, kunt u slechts de cijfers 0, 1, 2 of 3 kiezen. Wanneer
u als eerste een cijfer van 4 tot 9 invoert, komt dit
automatisch op de plaats voor de 1 MHz eenheden. Dit
betekent dat u voor het kiezen van een frequentie van
3MHz of minder eerst voor de 10 MHz tientallen het cijfer
0 moet invoeren.
•Bij invoeren van het laatste cijfer voor de 10 Hz zal er
automatisch voor het 1 Hz cijfer een 0 worden
toegevoegd, zodat de frequentie-invoer compleet is. Het
1Hz cijfer zal niet worden aangegeven.
•Wanneer u op de [ENTER] toets drukt tijdens het invoeren
van cijfers, wordt er automatisch voor de nog niet
ingevoerde cijfers een reeks nullen toegevoegd, waarmee
de frequentie-invoer dan compleet is.
•Als u een frequentie invoert die buiten het afstembereik
van de TS-870S valt, klinkt er een waarschuwingstoon. De
ingevoerde frequentie wordt niet geaccepteerd.
•Als u op een verkeerde cijfertoets drukt, kunt u terugkeren
naar de vorige frequentie met een druk op de [CLEAR] of
de [SEND] toets of de [PTT] praatschakelaar van de
microfoon.
•Bij het accepteren van een ingevoerde frequentie worden
de RIT {zie blz.44} en de XIT {zie blz. 45} automatisch
UIT geschakeld, maar de RIT of XIT frequentie zal niet
veranderen.
CH 1M.IN
16
CH 2 M>VFO
27
CH 3SCAN
38
CH 4CLR
49
REC F.LOCK
50
ENTER
ANT DOWN UP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
THRU/AUTO
SEND
PHONES
MIC
ATT
SLOWFAST
2
1 Druk op de [ENTER] toets.
•De aanduiding “– – . – – – . – –” verschijnt.
AIP
AGC KEY SPEED
OFF
CAR DELAY
46
1
S
0
PWR
SWR
1
COMP
HF TRANSCEIVER TS-870
METER PROC MONI
PROC MONI
46
2
0
MIC PWR
46
8
2
0
10
9
2
7
0
5
FULLVOX SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI
4
0
3
6
0
d
B
M.CH
50
25
0
1
1
0
0
W
FILTER
C
L
A
3
2
0
10 2
.5
1
d
B
USB CW R FSK FM AMLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
CH 1 M.IN
16
ENTERTF-SET
CH 2 M>VFO
27
8
CH 3 SCAN
38
CH 4 CLR
49
10
REC F.LOCK
50
QUICK MEMO
8
FINE
100
MR
M.IN
1MHz
METER OP HET VOORPANEEL
De multifunctionele meter dient voor het meten van de
parameters in de volgende tabel. De piekwaarden voor de
S-meter en de ALC, SWR, COMP en PWR functies worden
ongeveer 2,5 seconde lang vastgehouden als menufunctie
nummer 09 (P HOLD) is ingeschakeld (piek-vasthoudfunctie
AAN).
Bij indrukken van de [METER] toets worden de functies als
volgt doorlopen:
Ontvangst-functies:
Opmerking:
Tijdens ontvangst zijn de S-meter schaal en de
ontvangst-doorlaatband altijd zichtbaar.
Zend-functies:
Opmerkingen:
◆
Tijdens het zenden is de uitgangsvermogenmeter altijd zichtbaar.
◆
De COMP meter zal alleen werken wanneer de spraakprocessor
is ingeschakeld bij SSB of AM afstemming.
SWR\ALC
cd
OFFb COMP
SWR\ALC
c
Ontvangst-
doorlaatband
bCOMP
d
AGC AUTO
USB
2 Druk op de nummertoetsen [0] ~ [9] om de gewenste
frequentie in te voeren.
•De zendontvanger schakelt over naar de gekozen
frequentie na het invoeren van de waarde voor het
10 Hz cijfer.
Opmerking:
waarin de begin- en eindfrequenties zijn vastgelegd {zie blz. 58}, kunt
u de ontvangstfrequentie wijzigen met de directe frequentiekeuze. Bij
rechtstreeks invoeren van een frequentie met de nummertoetsen
kunt u echter nooit een frequentie kiezen die valt buiten het bereik
dat is afgebakend door de waarden in geheugenkanaal 99.
Na het oproepen van geheugenkanaal nummer 99
N-22
4 BASISBEDIENING
Ja
Nee
(Draaggolf-niveau staat vast)
Ja
Nee
CW, AM, FSK
FM
Spraak-
processor AAN
Spraak-
processor UIT
USB/
LSB
Afstemfunctie
Draaggolf Bijregelen
met CAR Regelaar?
–28 dB
–34 dB
–34 dB
Zend-equalizer
AAN
Zend-equalizer
UIT
USB/
LSB
Afstemfunctie
(Spraak-processor AAN)
Microfoon-gevoeligheid
vast Ingesteld op
AM
ZENDEN
De werkwijze voor het zenden verloopt als volgt:
•Druk op de [SEND] toets.
•Druk op de [PTT] praatschakelaar van de microfoon en
houd deze ingedrukt.
•Sluit een seinsleutel of “paddle” aan, kies de CW
afstemming, druk op de [VOX] toets om de Break-in
functie in te schakelen en druk op de seinsleutel of de
paddle.
VOX
ATT
ANT DOWN UP
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
AT TUNE
SEND
THRU/AUTO
SEND
PHONES
SLOWFAST
MIC
Zie voor nadere bijzonderheden over het zenden de
beschrijving onder “COMMUNICATIE”, beginnend op blz.29.
Opmerking:
U zult niet kunnen zenden wanneer de ingebouwde
antennetuner nog bezig is met de aanpassing van de zendontvanger
en het antennesysteem {zie blz. 49}.
AIP
AGC KEY SPEED
OFF
CAR DELAY
46
2
1
S
0
PWR
SWR
1
COMP
HF TRANSCEIVER TS-870
METER PROC MONI
PROC MONI
46
2
0
MIC PWR
46
8
2
0
10
9
2
7
0
5
FULLVOX SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI
4
0
3
6
0
d
B
M.CH
50
5
2
10
10
0
W
FILTER
C
L
A
3
2
0
10 2
.5
1
d
B
USB CW R FSK FM AMLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
CH 1 M.IN
16
ENTERTF-SET
CH 2 M>VFO
27
8
CH 3 SCAN
38
49
CH 4 CLR
10
50
REC F.LOCK
QUICK MEMO
8
FINE
100
M.IN
MR
1MHz
CARDELAY
ALC
46
2
0
ATT
ANT DOWN UP
8
10
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
SEND
PHONES
MIC
THRU/AUTO
SLOWFAST
AIP
AGC KEY SPEED
OFF
CAR DELAY
46
2
1
S
0
PWR
SWR
1
COMP
HF TRANSCEIVER TS-870
METER PROC MONI
PROC MONI
46
2
0
MIC PWR
46
8
2
0
10
9
2
7
0
5
FULLVOX SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI
4
0
3
6
0
d
B
M.CH
50
25
0
1
1
0
0
W
FILTER
C
L
A
3
2
0
2
10
5
.
1
d
B
ON AIRAT TUNE
CH 1 M.IN
16
ENTERTF-SET
CH 2 M>VFO
27
8
CH 3 SCAN
38
49
CH 4 CLR
10
50
REC F.LOCK
QUICK MEMO
8
FINE
100
MR
M.IN
Zie voor nadere bijzonderheden over de verschillende
functies de gedetailleerde aanwijzingen onder
“COMMUNICATIE”, beginnend op blz.29.
USB CW R FSK FM AMLSBAUTO
1MHz
KIEZEN VAN HET ZENDVERMOGEN
Het is wijs en bovendien bij de wet voorgeschreven, om het
laagste vermogen te kiezen dat nog een betrouwbare
communicatie mogelijk maakt. Door het beperkt houden van
het vermogen vermindert u het risico van interferentie met
anderen op dezelfde afstemband. De TS-870S biedt de
mogelijkheid ook tijdens het zenden het uitgangsvermogen
nog aan te passen.
Om uw uitgangsvermogen te wijzigen, draait u de PWR
zendvermogenregelaar naar links om vermogen te minderen
en naar rechts om het vermogen te verhogen. De PWR
schaal van de meter op het voorpaneel geeft tijdens het
zenden het uitgangsvermogen in aantal watt aan.
10
0
PWR
DRAAGGOLF VOOR HET ZENDEN
Voor het instellen van het draaggolf-niveau bij de CW, AM en
FSK afstemming gebruikt u de CAR regelaar. Deze regelaar
dient tevens voor het instellen van het uitgangsniveau van de
spraakprocessor, wanneer deze functie is ingeschakeld bij
SSB mode. Over het algemeen stelt u de CAR regelaar zo in
dat de ALC meter-uitslag binnen de grenzen van het ALC
bereik blijft. Bij het instellen van de draaggolf via het
computer-interface zal de stand van de CAR regelaar op het
voorpaneel oorspronkelijk worden genegeerd. Wanneer u aan
de CAR regelaar draait, zal de stand hiervan weer van
invloed zijn op de draaggolf.
MICPWR
46
2
0
25
ATT
ANT DOWN UP
VOX FULL/SEMI
8
10
50
100
W
AIP
METER PROC MONI
AT TUNE
THRU/AUTO
AGC KEY SPEED
SEND
PHONES
SLOWFAST
OFF
CAR DELAY
MIC
46
8
2
10
5
3
1
S
0
1
0
PWR
C
L
A
SWR
10 2
.5
1
1
COMP
HF TRANSCEIVER TS-870
PROC MONI
46
2
0
MIC PWR
46
2
0
MICROFOON-GEVOELIGHEID/VERSTERKING
De MIC microfoon-sterkteregelaar moet worden ingesteld,
telkens wanneer men SSB (onderste of bovenste zijband) of
AM afstemming gebruikt zonder de spraakprocessor. Zonder
de spraakprocessor dient men de microfoon-sterkteregelaar
zo in te stellen dat de ALC meter-uitslag voortdurend binnen
de grenzen van het ALC bereik blijft. Wanneer men de
spraakprocessor wel gebruikt, is de microfoon-gevoeligheid
vast ingesteld, zoals aangegeven in de onderstaande tabel,
ongeacht de stand van de microfoon-sterkteregelaar.
9
2
7
0
FULLVOX SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI
4
0
6
0
d
B
M.CH
50
5
2
1
0
0
W
FILTER
3
2
0
d
B
USB CW R FSK FM AMLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
CH 1 M.IN
16
ENTERTF-SET
CH 2 M>VFO
27
8
CH 3 SCAN
38
CH 4 CLR
49
10
REC F.LOCK
50
QUICK MEMO
8
FINE
100
MR
M.IN
1MHz
De stand van de MIC microfoon-sterkteregelaar is niet van
invloed tijdens de FM afstemming. Het menu-nummer 61 (FM
MIC) dient voor het omschakelen van de microfoongevoeligheid/versterking tussen laag (L) en hoog (H) bij de
FM afstemming.
Zie voor nadere bijzonderheden de aanwijzingen onder
“COMMUNICATIE”, beginnend op blz. 29.
MICPWR
ALC
46
2
0
ATT
ANT DOWN UP
8
10
VOX FULL/SEMI
AT TUNE
SEND
PHONES
MIC
THRU/AUTO
SLOWFAST
AIP
AGC KEY SPEED
OFF
CAR DELAY
46
2
1
S
0
PWR
SWR
1
COMP
HF TRANSCEIVER TS-870
METER PROC MONI
PROC MONI
46
2
0
MIC PWR
46
8
2
0
10
9
2
7
0
5
FULLVOX SEMI AIP AGC AUTO PROC MONI
4
0
3
60
d
B
M.CH
50
25
0
1
1
0
0
W
FILTER
C
L
A
3
2
0
2
10
.5
1
d
B
USB CW R FSK FM AMLSBAUTO
ON AIRAT TUNE
CH 1 M.IN
16
ENTERTF-SET
CH 2 M>VFO
27
8
CH 3 SCAN
38
CH 4 CLR
49
10
REC F.LOCK
50
QUICK MEMO
8
FINE
100
MR
M.IN
1MHz
N-23
MENU-INSTELLINGEN
5 MENU-INSTELLINGEN
WAARVOOR DIENEN DE MENU’S?
Diverse functies van deze zendontvanger worden gekozen of
bijgesteld via een eenvoudige programmering met behulp van
instelmenu’s, in plaats van met toetsen op het paneel van de
zendontvanger. Wanneer u zich eenmaal vertrouwd hebt
gemaakt met de bediening via het menusysteem, zult u de
veelzijdigheid ervan leren waarderen. Het aantal
mogelijkheden en de aanpassing ervan aan uw eisen is
immers niet langer gebonden aan de beperkingen van het
aantal toetsen en regelaars dat op het voorpaneel van het
toestel past.
MENU-BEDIENING
Ga als volgt te werk voor het controleren of wijzigen van een
menu-onderdeel.
1 Druk op de [MENU] toets.
2 Draai aan de M.CH/VFO.CH regelaar om in te stellen op
het gewenste menu-nummer.
3 Druk op de [UP] of [DOWN] toets, of op de [UP] of
[DOWN] toets van de microfoon, om de geldende instelling
van het menu-onderdeel te wijzigen.
4 Druk weer op [MENU] of op de [CLR] toets om het
instelmenu te verlaten.
•Als men het toestel uitschakelt voordat deze laatste
stap is uitgevoerd, zal de zojuist gemaakte keuze
komen te vervallen.
MENU A/ MENU B
snelkeuzemenu te vullen met die functies die u regelmatig
gebruikt.
■ Programmeren van het Snelkeuzemenu
1 Druk op de [MENU] toets.
2 Draai aan de M.CH/VFO.CH regelaar om in te stellen op
het gewenste menu-nummer.
3 Om het gekozen menu-onderdeel toe te voegen aan het
snelkeuzemenu, drukt u op de [M.IN] toets.
•In het display licht het sterretje op, om aan te geven
dat het onderdeel in het snelkeuzemenu is
opgenomen.
AGC AUTOMENU
•Bij meermalen indrukken van de [M.IN] toets wordt
het gekozen onderdeel beurtelings in en uit het
snelkeuzemenu gezet.
4 Druk weer op [MENU] of op de [CLR] toets om het
instelmenu te verlaten.
A B
■ Bediening van het Snelkeuzemenu
1 Druk op de [MENU] toets.
2 Druk op de [1MHz] toets.
•De “MHz” aanduiding licht op.
De TS-870S beschikt over twee afzonderlijke menu’s,
aangeduid als menu A en menu B. Deze beide instelmenu’s
omvatten precies dezelfde functies; ze zijn echter geheel
afzonderlijk in te stellen.
Stel dat u bijvoorbeeld uw zendontvanger het liefst gebruikt
voor twee verschillende activiteiten, waarvoor de
zendontvanger het best op een ander stel waarden kan
worden ingesteld. Dan kunt u voor menu A een configuratie
kiezen met bepaalde zendsignaal-karakteristieken, DSP
instellingen, programmeerbare toetsen, frequentie-intervallen,
enz. Menu B stelt u voor de andere functie op geheel andere
eigenschappen en waarden in. Vervolgens kunt u de
zendontvanger overschakelen tussen menu A en menu B, om
zo onmiddellijk de configuratie te kiezen die het best bij uw
activiteit van dat moment past. Ook kunnen deze dubbele
instellingen bijzonder goed van pas komen als U de
zendontvanger met een ander deelt. Ieder heeft zijn of haar
eigen voorkeuren; U zult beiden tot volle tevredenheid met het
toestel kunnen werken met elk uw eigen menu, voor uw
persoonlijke configuratie.
Laat er uw gedachten over gaan en U zult de zendontvanger
met de twee afzonderlijke menu’s optimaal kunnen instellen
voor uw eisen en omstandigheden. Nadat u een strategie hebt
gekozen, kiest U via menu-nummer 00 (MENU.A/B) het menu,
A of B, dat U als eerste wilt instellen. Vervolgens kunt u aan de
hand van de informatie in dit hoofdstuk en de bladzijden
waarnaar wordt verwezen, aan de slag gaan, om uw
werkomgeving geheel naar eigen inzicht in te richten.
SNELKEUZEMENU
Een handige aanvulling op de flexibele menu’s A en B vormt
het snelkeuzemenu, dat U in staat stelt de meest toegepaste
functies paraat te houden in een zelf te kiezen “afgekort” menu.
U kunt onderdelen van de gewone menu’s overkopiëren naar
het snelkeuzemenu, zonder dat dit enige invloed heeft op de
oorspronkelijke menu’s zelf. Het is aanbevolen het
AGC AUTOMENU
3 Draai aan de M.CH/VFO.CH regelaar om in te stellen op
het gewenste snelkeuzemenu-nummer.
•Als er nog niets in het snelkeuzemenu is
geprogrammeerd (zie de vorige paragraaf), zal er bij
het draaien aan de M.CH/VFO.CH regelaar een
waarschuwingssignaal klinken (gelijk aan “CHECK”
in morse-code, of een drievoudige pieptoon).
4 Druk op de [UP] of [DOWN] toets, of op de [UP] of
[DWN] toets van de microfoon, om de geldende
instelling van het snelkeuzemenu-onderdeel te wijzigen.
5 Druk weer op [MENU] of op de [CLR] toets om het
instelmenu te verlaten.
A B
MHz
TIJDELIJK TERUGSTELLEN VAN HET MENU
Deze handige functie stelt u in staat alle menu-onderdelen in
één keer op hun oorspronkelijke waarden terug te stellen. Zo
kunt u bijvoorbeeld controleren of een bepaalde menu-instelling
problemen veroorzaakt.
1 Houd de [CLR] toets ingedrukt en schakel dan met de
[
] (STROOM) schakelaar de zendontvanger in, om alle
menu-onderdelen op de fabrieksinstellingen terug te
zetten.
•De “MENU” aanduiding gaat knipperen.
2 Om alle menu-onderdelen weer op de door u gekozen
waarden in te stellen, schakelt u de zendontvanger eenmaal
uit en dan weer in.
N-24
Loading...
+ 72 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.