JVC UX-Z7MDR Instruction Manual [nl]

MICRO COMPONENT MD SYSTEM
MIKRO-KOMPONENTEN-MD-SYSTEM SYSTEME DE MICRO COMPOSANTES MD MICRO-COMPONENT MD-SYSTEEM
UX-Z7MDR—Consists of CA-UXZ7MDR and SP-UXZ7MD
TA/News/Info
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
For Customer Use:
Enter below the Model No. and Serial No. which are located either on the rear, bottom or side of the cabinet. Retain this information for future reference.
Model No.
Serial No.
[E]
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise
Mises en garde, précautions et indications diverses
Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung—Netzschalter !
Ziehen Sie den Netzstecker ab, um die Stromversorgung vollständig auszuschalten. Die Stromversorgung wird unabhängig davon, in welcher Stellung sich der Netzschalter befindet, nicht unterbrochen. Die Stromversorgung kann per Fernsteuerung ein- und ausgeschaltet werden.
Attention—Commutateur
Déconnectez la prise d’alimentation secteur pour mettre l’appareil complètement hors tension. L’interrupteur , sur n’importe quelle position, ne peut pas déconnecter l’appareil du secteur. L’alimentation peut être télécommandée.
Waarschuwing—
Verwijder de stekker uit het stopcontact om de stroomtoevoer helemaal uit te schakelen. Met de toets is het niet mogelijk om de stroomtoevoer naar de eenheid helemaal uit te schakelen. U moet hiertoe de stekker uit het stopcontact verwijderen. De stroomtoevoer kan met behulp van de afstandsbediening worden geregeld.
toets!
!
– G-1 –
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enlfernen und das Gehäuse nicht öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel het toestel niet bloot aan regen of vocht.
ACHTUNG
• Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen. (Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze nicht abgeführt werden.)
• Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise angezündete Kerzen, auf das Gerät.
• Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden.
• Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät gestellt werden.
Deutsch
Français
Nederlands
ATTENTION
• Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation. (Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée correctement de l’appareil.)
• Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une bougie, sur l’appareil.
• Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en considération les problèmes de l’environnement et suivre strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut des piles.
• N’exposez pas cet appareil à la pluie, à l’humidité, à un égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas des objets remplis de liquide, tels qu’un vase, sur l’appareil.
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
– G-2 –
Vorsicht: Ausreichende Belüftung
Zur Vermeidung von elektrischen Schlägen, Feuer und sonstigen Schäden sollte das Gerät unter folgenden Bedingungen aufgestellt werden: 1 Vorderseite:
Hindernisfrei und gut zugänglich.
2 Seiten- und Rückwände:
Hindernisfrei in allen gegebenen Abständen (s. Abbildung).
3 Unterseite:
Die Stellfläche muß absolut eben sein. Sorgen Sie für ausreichende Luftzufuhr durch Aufstellung auf einem Stand mit mindestens 10 cm Höhe.
Attention: Aération correcte
Pour prévenir tout risque de décharge électrique ou dincendie et éviter toute détérioration, installez lappareil de la manière suivante: 1 Avant:
Bien dégagé de tout objet.
2 Côtés/dessus/dessous:
Assurez-vous que rien ne bloque les espaces indiqués sur le schéma ci-dessous.
3 Dessous:
Posez lappareil sur une surface plane et horizontale. Veillez à ce que sa ventilation correcte puisse se faire en le plaçant sur un support dau moins dix centimètres de hauteur.
Voorzichtig: Goede ventilatie vereist
Om brand, elektrische schokken en beschadiging te voorkomen, moet u het toestel als volgt opstellen: 1 Voorkant:
Geen belemmeringen en voldoende ruimte.
2 Zijkanten/boven-/onderkant:
Geen belemmeringen plaatsen in de hieronder aangegeven zones.
3 Onderkant:
Op vlakke ondergrond plaatsen. Voldoende ventilatieruimte voorzien door het toestel op een onderstel met een hoogte van 10 cm of meer te plaatsen.
Vorderansicht Seitenansicht Face Côté Vooraanzicht Zijaanzicht
15 cm
15 cm
15 cm
1 cm
15 cm
1 cm
UX-Z7MDR UX-Z7MDR
10 cm
– G-3 –
15 cm
15 cm
WICHTIGER HINWEIS FÜR LASER-PRODUKTE / IMPORTANT POUR LES PRODUITS LASER / BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR LASERPRODUKTEN
ANBRINGUNGSORTE FÜR ETIKETTEN / REPRODUCTION DES ÉTIQUETTES / REPRODUCTIE VAN LABELS
1 KLASSIFIZIERUNGSHINWEIS BEFINDET SICH AUF DER AUSSENSEITE 1 ÉTIQUETTE DE CLASSIFICATION SUR LA SURFACE EXTÉRIEURE 1 CLASSIFICATIELABEL OP BEHUIZING
2 WARNETIKETT IM GERÄTEINNEREN 2 ETIQUETTE DAVERTISSEMENT À LINTERIEUR DE LAPPAREIL 2 WAARSCHUWINGSLABEL IN HET TOESTEL
Deutsch
Français
Nederlands
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
1. LASER-PRODUKT DER KLASSE 1
2. ACHTUNG: Unsichtbare Laserstrahlung bei Öffnung und fehlerhafter oder beschädigter Spre. Direkten
Kontakt mit dem Strahl vermeiden!
3. ACHTUNG: Das Gehäuse nicht öffnen. Das Gerät enthält keinerlei Teile, die vom Benutzer gewartet
werden können. Überlassen Sie Wartungsarbeiten bitte qualifizierten Kundendienst-Fachleuten.
1. PRODUIT LASER CLASSE 1
2. ATTENTION: Radiation laser invisible quand lappareil est ouvert ou que le verrouillage est en panne ou
désactivé. Eviter une exposition directe au rayon.
3. ATTENTION: Ne pas ouvrir le couvercle du dessus. Il n’y a aucune pièce utilisable à l’intérieur. Laisser à
un personnel qualifié le soin de réparer votre appareil.
1. KLAS 1 LASERPRODUKT
2. VOORZICHTIG: Onzichtbare laserstraling wanneer open en de beveiliging faalt of uitgeschakeld is.
Voorkom het direkt blootstaan aan de straal.
3. VOORZICHTIG: De bovenkap niet openen. Binnenin het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te
repareren onderdelen: laat onderhoud over aan bekwaam vakpersoneel.
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgå udsæt­telse for stråling (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
– G-4 –
Inleiding
We danken u voor de aanschaf van een van onze JVC-producten. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig en in zijn geheel door alvorens u deze eenheid
gaat gebruiken. Alleen zo kunt u het beste uit uw apparatuur halen. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is als volgt opgebouwd:
• In deze handleiding worden de afspeel- en bewerkingsfuncties over het algemeen uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening. De meeste andere functies, waaronder het maken van opnames, worden uitgelegd aan de hand van de toetsen op de eenheid zelf. Tenzij anders vermeld, kunt u voor de meeste handelingen zowel de toetsen op de afstandsbediening als de toetsen op de eenheid zelf gebruiken, mits de namen of symbolen van de betreffende toetsen met
Nederlands
elkaar overeenkomen of op elkaar lijken.
• De basisbediening en de bediening die voor veel functies hetzelfde is, worden op één plek in deze handleiding besproken en niet steeds opnieuw herhaald. We zullen u dus niet steeds vertellen hoe u de eenheid moet in- en uitschakelen, hoe u het volume regelt en hoe u bijvoorbeeld geluidseffecten kunt veranderen. Dit wordt allemaal uitgelegd in het hoofdstuk “Basisbediening en veelgebruikte toetsen en functies” op bladzijde 10 – 15.
• In deze gebruiksaanwijzing komt u de volgende symbolen tegen:
Dit symbool staat voor een waarschuwing, bijvoorbeeld om een elektrische schok, brand of schade aan de eenheid te voorkomen. U ziet dit symbool ook staan bij alinea’s waar u informatie kunt lezen over hoe u de best mogelijke prestaties met deze eenheid kunt bereiken.
Dit symbool staat voor tips en algemene informatie die de moeite waard is om te weten.
Voorzorgsmaatregelen
Installatie
• Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig mag zijn of nat kan worden. De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan—5˚C en niet hoger worden dan 35˚C.
• Plaats de eenheid op een locatie waar voldoende ventilatie kan plaatsvinden zodat zich geen hitte in de eenheid kan opbouwen.
• Zorg voor voldoende ruimte tussen de eenheid en een eventuele TV.
• Plaats de luidsprekers uit de buurt van de TV om te voorkomen dat deze de ontvangst van televisiesignalen negatief beïnvloeden.
Plaats de eenheid NIET in de buurt van een warmtebron of op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht, veel stof of trillingen.
Netspanningskabel
• Trek de netspanningskabel bij de stekker uit het stopcontact. Trek nooit aan het snoer zelf.
Raak de netspanningskabel NIET met natte handen aan!
Condensatie van vocht
In de volgende gevallen kan er condens op de lenzen in het toestel worden gevormd:
• Nadat de verwarming in de kamer is ingeschakeld
• In een vochtige kamer
• Wanneer de eenheid wordt verplaatst van een koude naar een warme omgeving
In de bovenstaande omstandigheden kan het voorkomen dat de eenheid niet wil functioneren. Laat de eenheid in dergelijke gevallen enkele uren aanstaan. Als het vocht is verdampt, moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen en deze er daarna weer insteken.
Overige opmerkingen
• De werking van het elektronische draaipaneel kan gestoord raken als u deze eenheid onder fel licht, zoals zonlicht, plaatst.
Stel deze eenheid NIET bloot aan fel licht.
• Mocht er een metalen voorwerp in de eenheid zijn gevallen of gestoken, haal dan de stekker uit het stopcontact en waarschuw de dealer voordat u andere stappen onderneemt.
• Als u de eenheid voor een langere periode niet gaat gebruiken, is het raadzaam de stekker uit het stopcontact te verwijderen.
Schroef de eenheid NOOIT openen. In de eenheid bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker hoeven te worden onderhouden.
Mocht er iets misgaan, haal dan de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer.
– 1 –
Inhoud
Plaatsing van de toetsen ................................. 3
Hoofdeenheid ......................................................... 3
De afstandsbediening ............................................. 5
Aan de slag ...................................................... 6
Uitpakken ............................................................... 6
Antennes aansluiten ............................................... 6
Luidsprekers aansluiten ......................................... 7
Externe apparatuur aansluiten ................................ 8
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ........... 9
Basisbediening en veelgebruikte toetsen
en functies ................................................. 10
De stroomtoevoer inschakelen ............................. 11
Instellen van de functie voor het automatisch
uitschakelen van de stroom ............................ 11
Activeren/uitschakelen van de toetsdruk-toon ..... 11
De klok instellen .................................................. 12
Afspeelbronnen selecteren en afspelen ................ 13
Het volume aanpassen .......................................... 13
Het basgeluid versterken ...................................... 14
Geluidsmodus selecteren ..................................... 14
Instellen van de displayverlichting ...................... 15
Luisteren naar FM- en AM-uitzendingen
(MG/LG)................................................... 16
Afstemmen op een station .................................... 17
Voorkeurzenders instellen .................................... 17
Afstemmen op een voorkeurzender ..................... 18
FM-stations met RDS ontvangen ......................... 18
De RDS-informatie wijzigen ............................... 19
Zoeken naar programma’s met behulp van
PTY-codes (de functie PTY Search) .............. 19
Tijdelijk overschakelen naar een
programmagenre van uw keuze ..................... 20
• Hoe de functie Enhanced Other
Networks in de praktijk werkt ............... 20
• Beschrijving van de PTY-codes ................. 21
Weergave van CD’s (CD-R/CD-RW) .......... 22
Voorzorgen voor weergave van een CD ............... 23
Weergave van de hele CD—Normale weergave ...
Basisbediening van de CD-speler ........................ 24
Programmeren van fragmenten voor
weergave in de gewenste volgorde
—Geprogrammeerde weergave ..................... 24
Weergave in een willekeurige volgorde
—Willekeurige weergave .............................. 25
Herhalen van fragmenten of CD
—Herhaalde weergave ................................... 25
23
Weergave van MD’s ...................................... 26
Weergave van de hele MD
—Normale weergave ..................................... 27
Basisbediening van de MD-decks ........................ 27
Programmeren van fragmenten voor
weergave in de gewenste volgorde
—Geprogrammeerde weergave ..................... 28
Weergave in een willekeurige volgorde
—Willekeurige weergave .............................. 29
Weergave van fragmenten in een groep
—Groepweergave .......................................... 30
Herhalen van fragmenten of MD
—Herhaalde weergave ................................... 30
Opzoeken van fragmenten voor weergave
—MD-titelzoeken .......................................... 31
Weergave van cassettes................................. 32
Weergave van een cassette ................................... 33
Luisteren naar externe apparatuur ............ 34
Luisteren naar externe apparatuur ........................ 35
Instellen van het audio-ingangsniveau ................. 35
Opname ......................................................... 36
Wat u dient te weten voordat u opnames gaat
maken op een MD .......................................... 37
Instellen van de opnamefuncties voor MD .......... 39
Opname van een CD op een MD
—CD-synchroonopname ............................... 39
Opname van andere bronnen op een MD ............ 40
Wat u dient te weten voordat u opnames gaat
maken op een cassette .................................... 41
Opname op een cassette ....................................... 42
Opname van een CD op een MD en cassette
—CD-synchroonopname ............................... 43
Monteren van MD’s ...................................... 44
Begeleiding—MD-groepfuncties ......................... 45
Introductie van groepmontagefuncties ................. 46
Vormen van een groep—FORM GR .................... 47
Toevoegen van een fragment aan een groep
—ENTRY GR ................................................ 48
Splitsen van een groep—DIVIDE GR ................. 49
Samenvoegen van twee groepen—JOIN GR ....... 50
Verplaatsen van een groep—MOVE GR ............. 51
Fragmenten uit groep halen—UNGROUP .......... 52
Annuleren van alle groepen—UNGR ALL ......... 52
Wissen van fragmenten uit een groep
—ERASE GR ................................................ 53
Introductie van fragmentmontagefuncties ........... 54
Splitsen van een fragment—DIVIDE .................. 55
Samenvoegen van twee fragmenten—JOIN ........ 56
Verplaatsen van een fragment—MOVE ............... 57
Wissen van fragmenten—ERASE ....................... 58
Wissen van alle fragmenten—ALL ERASE........ 58
Invoeren van titels voor een MD .......................... 59
Werken met de timers .................................. 61
Gebruik van de timer voor opname ...................... 62
Gebruik van de dagelijkse timer .......................... 63
Gebruik van de inslaaptimer ................................ 65
Prioriteiten van de timers ..................................... 65
Onderhoud .................................................... 66
Aanvullende informatie ................................ 67
Enkele woorden over MD’s ................................. 67
ATRAC (Adaptive TRansform Acoustic Coding)/
ATRAC3 (
UTOC (User Table Of Contents) ......................... 67
Sound Skip Guard Memory ................................. 67
SCMS (Serial Copy Management System) ......... 68
HCMS (High-speed Copy Management System) ... 68
• Beperkingen van de MD-techniek ............. 68
) ........................................ 67
Foutmeldingen van CD/MD ......................... 69
Problemen oplossen ...................................... 71
Specificaties ................................................... 72
Nederlands
– 2 –
Plaatsing van de toetsen
Zorg dat u vertrouwd raakt met de toetsen op het eenheid.
Hoofdeenheid
1
2
3 4 5 6 7
8
Nederlands
9 p q
w
Hoofdeenheid
Meer informatie treft u aan op de bladzijde’s die tussen haakjes staan vermeld.
1 Disclade (23) 2 De display (4) 3 De toets REV.MODE (28, 33, 42, 43) 4 De toets MD 0 (uitwerpen) (11, 27, 29, 60)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
5 De toets MD #¥8 (afspelen/pauzeren) (11, 13, 27)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
6 De toets
(11, 63, 64)
7 De toets CD 0 (uitwerpen) (11, 23, 25)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
8 De toets CD #¥8 (afspelen/pauzeren) (11, 13, 23, 24)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
9 Zoektoetsen
• De toetsen DOWN en UP
• De toetsen 4 (snel achterwaarts zoeken/snel naar
links spoelen), 7 (stop) en ¢ (snel voorwaarts zoeken/snel naar rechts spoelen)
(Standby/On) en het lampje STANDBY
e
r
t y
u i
o ; a
s
d
f
g
p De toets TAPE @ # (afspelen) (11, 13, 33)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
q De toets SOUND (14) w Cassettehouder (33) e Elektronisch draaipaneel r MD-lade (27) t De toets AUX/DVD (11, 13, 35)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
y De toets COLOR/DEMO (9, 15) u De knop VOLUME + / – (13) i De toets FM/AM (11, 13, 17, 18)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
o De toets AHB PRO (Active Hyper Bass PRO) (14) ; ) (PUSH OPEN) (33)
• Druk op deze markering om de cassettehouder te openen en te sluiten.
a De sensor voor de afstandsbediening s De toets ONE TOUCH MD REC (39, 40) d De toets ONE TOUCH TAPE REC (42) f De toets MD&TAPE REC (43) g De markering PHONES (13)
– 3 –
De display op het elektronische draaipaneel
1
2
De display
Meer informatie treft u aan op de bladzijde’s die tussen haakjes staan vermeld.
1 CD indicator (24) 2 MD indicator (28) 3 MD opname-indicators
• MD REC indicator (39, 40, 43, 47 – 53, 55 – 58)
• Opnamelengtefunctie-indicators (39) SP, LP2 en LP4
• Opnamesnelheidindicators (39) x1, x2 en x4
• Groepopname-indicator (39) GROUP
4 Indicators voor cassette (33, 42, 43)
5 TAPE indicator (33)
REC indicator (42, 43)
6 CD/MD weergavefunctie-indicators (24, 25, 28 – 30)
• GROUP, PRGM (Programma) en RANDOM
7 CD/MD herhaalfunctie-indicators (25, 30)
8 TITLE SEARCH indicator (31) 9 AHBPRO (Active Hyper Bass PRO) indicator (14) 0 SOUND indicator (14)
- De indicators voor de tijdmodus
• DAILY (dagelijkse timer) (63, 64)
• REC (opnametimer) (62, 63)
• SLEEP (inslaaptimer) (65)
= De indicators voor de FM functie (17)
• STEREO en MONO
~ A.P.off (Auto Power off) indicator (11) ! Het hoofddisplay
• Hier wordt de afspeelbron en andere informatie
(omkeerfunctie) en 2 3 (bandrichting)
en
(timer) (62 – 65)
weergegeven.
3
4
9
8
5
7
6
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, moet u deze richten op de sensor voor de afstandsbediening die op het hoofdeenheid is aangebracht.
0
-
= ~
!
Nederlands
– 4 –
1
2
3
4
Nederlands
5 6
7
8 9 p
q w e
r
* Als u de afstandsbediening gebruikt:
Bij RDS-bewerkingen drukt u op de toets RDS CONTROL (f) op de afstandsbediening. Houd deze toets ingedrukt, terwijl u de toetsen PTY SEARCH (7), TA/News/Info (8), DISPLAY (g), PTY SELECT + (j) en PTY SELECT – (p) bedient.
TA/News/Info
t
y
u
i
o
;
a s
d f
g h
j
k
l
De afstandsbediening
1 De cijfertoetsen
• De toetsen 1 – 10, 0 en +10 (12, 17, 18, 24, 28, 29, 47 – 49, 55 – 58)
• De toetsen voor het invoeren van teken (A – Z, 0 – 9) (31, 59)
• De toets MARK (31, 59)
• De toetsen
2 De toets TITLE/EDIT (55 – 59) 3 De toets GROUP SKIP 4 De toets GROUP TITLE/EDIT (47 – 53, 59) 5 De toets GROUP SKIP (30, 48 – 53) 6 De toets LP: (39) 7 De toets PTY SEARCH* (19, 20)
De toets PLAY MODE (24, 25, 28 – 30)
8 De toets TA/News/Info* (20)
De toets REPEAT (25, 30)
9 De toets CLOCK/TIMER (12, 62 – 64) p De toets PTY SELECT –* (19, 20)
De toets SLEEP (65)
q De toets DIMMER (12, 15) w De toets BEEP (11) e De toets SOUND (14) r De toets AHB PRO (Active Hyper Bass PRO) (14) t De toets STANDBY/ON y De toets DISP/CHARA (display/teken) (12, 31, 59) u De toets CANCEL i De toets SET o De toets ENTER ; Zoektoetsen
• De toetsen ¢, 7 en 4
a De toets TITLE SEARCH (31) s De toetsen voor instellen opnamefunctie
• De toets GROUP REC (39)
• De toets SP/LP2/LP4 (39)
• De toets x1,2,4 (39)
d De toetsen selecteren van een bron
• De toets CD 3¥8 (afspelen/pauzeren) (11, 13, 23 – 25)
• De toets MD 3¥8 (afspelen/pauzeren) (11, 13, 27 – 31)
• De toets TAPE 2 3 (afspelen) (11, 13, 33)
• De toets FM/AM/AUX (11, 13, 17, 18, 35)
Als u op een van deze toets en drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
f De toets RDS CONTROL (18 – 20) g De toets DISPLAY* (19)
De toets REV.MODE (33, 42, 43)
h De toets FM MODE (17) j De toets PTY SELECT +* (19, 20)
De toets A.P.OFF (11)
k De toetsen VOLUME + / – (13) l De toets COLOR (9, 15)
en (15, 31, 55, 59, 60)
(30, 48 – 53)
(11, 63, 64)
– 5 –
Aan de slag
vervolg
Uitpakken
Controleer nadat u uw aankoop hebt uitgepakt eerst of alle benodigde accessoires aanwezig zijn. Het getal tussen haakjes geeft aan om hoeveel toebehoren het moet gaan.
• FM-antenne (1)
• AM-raamantenne (MG/LG) (1)
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
Mochten er onderdelen ontbreken, neemt u dan contact op met uw leverancier.
Antennes aansluiten
FM-antenne
FM-antenne (meegeleverd)
Een FM-buitenantenne aansluiten
Koppel alvorens de FM-buitenantenne aan te sluiten eerst de draadantenne af.
FM-buitenantenne (niet meegeleverd)
Nederlands
Gebruik een antenne met een impedantie van 75 en een coax-stekker (IEC of DIN 45325).
1
Sluit de FM-antenne aan op de uitgang met de markering FM (75 Ω) COAXIAL.
2
Strek de draadantenne uit.
3
Hang de antenne op in een positie die de beste ontvangst geeft.
Over de meegeleverde FM-antenne
De FM-antenne die bij deze eenheid wordt meegeleverd, kan als tijdelijke antenne dienst doen. Als de ontvangst te wensen overlaat, raden we u het gebruik van een FM-buitenantenne aan.
– 6 –
AM-antenne (MG/LG)
Luidsprekers aansluiten
1
2
Nederlands
AM-raamantenne (MG/LG) (meegeleverd)
Luidsprekers aansluiten
De luidsprekers kunnen worden aangesloten met speciale luidsprekerkabels.
1
Geleidende draad met beschermlaag van vinyl (niet meegeleverd)
3
2
Rood
Speklemsluiting
CAUTION:
Zwart
Zwart
SPEAKERS
R
L
R
SPEAKER IMPEDANCE 4~16
L
3,4
Rood
Zwart
1
Draai de kern van de luidsprekerdraad aan het uiteinde rond en verwijder de beschermende isolatielaag als de draad volledig is geïsoleerd.
2
Sluit de AM-raamantenne (MG/LG) volgens de afbeelding aan op de uitgangen met de markering AM LOOP.
3
Draai de AM-raamantenne (MG/LG) tot de best mogelijke ontvangst is verkregen.
Een AM-buitenantenne (MG/LG) aansluiten
Indien de ontvangst te wensen overlaat, is het raadzaam om een enkele draad met een beschermlaag van vinyl op de uitgang AM EXT aan te sluiten en deze horizontaal op te hangen. De AM-raamantenne (MG/LG) moet aangesloten blijven.
• Controleer of de antennedraden niet per ongeluk in contact staan
• Houd de antennekabel uit de buurt van metalen voorwerpen,
Voor een betere ontvangst van FM- en AM (MG/LG)
met andere aansluitpunten, draden of uitgangen.
netspanningskabels en elektrische apparatuur.
– 7 –
Luidspreker-
kabel
Achterzijde van de rechterluidspreker
1
Draai de kern van de luidsprekerdraad aan het
Achterzijde van de linkerluidspreker
uiteinde rond en verwijder de beschermende isolatielaag als de draad volledig is geïsoleerd.
2
Houd de klem van het luidsprekeraansluitpunt aan de achterzijde.
3
Plaats het uiteinde van de luidsprekerkabel in de uitgang.
Let op de polariteit van de uitgangen: Rood (+) op rood (+) en zwart (–) op zwart (–).
4
Laat de klem los.
BELANGRIJK:
• Gebruik alleen luidsprekers met dezelfde impedantie als de impedantie die op de achterkant van de eenheid bij de klemsluitingen voor de luidsprekers staat aangegeven.
• Sluit NIET meer dan één luidspreker op één luidsprekeraansluiting aan.
De afdekroosters van de luidsprekers verwijderen
U kunt de afdekroosters van de luidsprekers afhalen, zoals in onderstaande afbeelding is aangegeven:
Externe apparatuur aansluiten
U kunt andere apparatuur voor weergave aansluiten.
De gaatjes
De uitstekende delen
Het afdekrooster van de luidspreker
Als u het afdekrooster van de luidspreker wilt verwijderen, steekt u uw vingers aan de bovenzijde in het
rooster, waarna u het rooster naar u toetrekt. Trek daarbij ook de onderzijde naar u toe.
Als u het afdekrooster aan de luidspreker wilt bevestigen, steekt u de uitstekende delen van het rooster in
de gaatjes op de luidspreker.
Let op bij het installeren
Dit toestel is zeer compact maar heeft echter een hoog vermogen. Er is daarom een ventilator in het toestel ingebouwd die in werking treedt wanneer de interne temperatuur stijgt vanwege doorlopend gebruik en/of een hoog volume. Zorg voor tenminste 1 cm vrije ruimte tussen het hoofdtoestel en bijvoorbeeld de luidsprekers of andere apparatuur die u naast het toestel wilt plaatsen zodat de ventilatie niet wordt gehinderd.
Als u een of meerdere van de genoemde apparaten in combinatie met deze eenheid gebruikt, is het raadzaam ook de handleidingen van de desbetreffende apparaten te raadplegen.
• Sluit GEEN apparatuur aan zolang de stroom van de eenheid niet is uitgeschakeld.
• Schakel GEEN apparatuur in zolang nog niet alle verbindingen tot stand zijn gebracht.
Een externe apparaat aansluiten
Zorg ervoor dat de geluidskabels en stekkers aan de achterkant van de eenheid zijn voorzien van een kleurcode: witte stekkers en uitgangen zijn voor geluidssignalen links, rode stekkers en uitgangen zijn voor geluidssignalen rechts.
Rechts
Externe apparatuur
Links
R
L
Naar AUX/DVD aansluitingen
SPEAKERS
R
L
Nederlands
– 8 –
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE 4~16
R
L
Als u alle aansluitingen tot stand hebt gebracht, kunt u eindelijk de stekker van de netspanningskabel van de eenheid in het stopcontact steken!
SPEAKERS
R
L
Nederlands
Netspanningskabel
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE 4~16
R
L
Naar een stopcontact
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen—R6P(SUM-3)/ AA(15F)—in de afstandsbediening voor dat de polen van de batterijen (+ en –) overeenkomen met de markeringen voor de polen op het batterijenvakje. Als u de eenheid niet meer met behulp van de afstandsbediening kunt bedienen, moet u beide batterijen tegelijkertijd vervangen door nieuwe.
1
2
Als u de netspanningskabel aansluit op een stopcontact, wordt automatisch de demonstratie op de display gestart (Automatische displaydemonstratie).
• Iedere keer dat u de COLOR/DEMO (of COLOR op de afstandsbediening) langer dan 2 seconden indrukt, wordt de automatische displaydemonstratiefunctie afwisselend geactiveerd en geannuleerd.
Voor het stoppen en annuleren van de displaydemonstratie, drukt u op de toets COLOR/DEMO
(of COLOR op de afstandsbediening) tijdens de displaydemonstratie als de eenheid in de standby-stand staat.
• Door een druk op DIMMER of DISP/CHARA op de afstandsbediening kunt u de displaydemonstratie tevens annuleren. – Door een druk op DIMMER met het toestel standby
geschakeld, wordt de tijd met pieptonen (zie bladzijde
12) medegedeeld.
– Door iedere druk op DISP/CHARA met het toestel
standby geschakeld, wordt de klokaanduiding afwisselend geactiveerd en geannuleerd (zie bladzijde 12).
Als u de demonstratie op de display handmatig wilt starten, drukt u op de toets COLOR/DEMO (of COLOR
op de afstandsbediening) als de eenheid in de standby-stand staat.
• Door iedere druk op de toets, wordt de demonstratie op de display in- of uitgeschakeld.
R6P(SUM-3)/AA(15F)
3
• Gebruik GEEN oude batterij in combinatie met een nieuwe.
• Gebruik GEEN verschillende soorten batterijen door elkaar.
• Stel batterijen NIET bloot aan hitte of open vuur.
• Laat GEEN batterijen in het batterijenvakje achter als u van plan bent de afstandsbediening een lange tijd niet te gebruiken. U loopt anders het risico dat de batterijen gaan lekken en dat het batterijenvakje beschadigd wordt.
– 9 –
Basisbediening en veelgebruikte toetsen en functies
De vergroot getoonde toetsen in de afbeelding hieronder worden in dit gedeelte gebruikt en uitgelegd (bladzijden 11 t/m 15).
Afstandsbediening
Hoofdeenheid
TA/News/Info
Nederlands
– 10 –
De stroomtoevoer inschakelen
Indien u op een van de bronkeuzetoetsen drukt, wordt de eenheid automatisch ingeschakeld (en begint de afspeelbron met spelen als deze gereed is).
Met de afstandsbediening:
Met de hoofdeenheid:
* Het toestel wordt tevens ingeschakeld door een druk op CD 0
Nederlands
of MD 0.
Als u de eenheid wilt uitschakelen zonder af te spelen,
drukt u op de toets STANDBY/ON (of van het hoofdeenheid). Het lampje STANDBY op de hoofdeenheid dooft. De vermelding “HELLO” wordt in het hoofddisplay weergegeven.
**
Instellen van de functie voor het automatisch uitschakelen van de stroom
Met “Auto Power Off” wordt het eenheid automatisch uitgeschakeld indien er langer dan 3 minuten geen geluidssignalen worden ontvangen, uitgezonderd wanneer u FM of AM (MG/LG) als bron heeft gekozen. “Auto Power Off” wordt echter tijdelijk geannuleerd, ookal worden er geen geluidssignalen ontvangen, indien u gedurende deze 3 minuten een bediening uitvoert.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Voor het activeren van “Auto Power Off”, drukt u op
A.P.OFF. De A.P.off (Auto Power off) indicator licht op het display.
• Indien er geen geluidssignalen worden ontvangen, start de A.P.off indicator op het display te knipperen. Ongeveer 20 seconden voordat het eenheid automatisch uitschakelt, start “AUTO POWER OFF” op het hoofddisplay te knipperen.
A.P.off indicator
Als u de eenheid wilt uitschakelen (in standby zetten),
drukt u nogmaals op de toets STANDBY/ON van het hoofdeenheid). Het lampje STANDBY op de hoofdeenheid licht op. De vermelding “SEE YOU” wordt in het hoofddisplay weergegeven.
• Zolang u de ingebouwde klok niet hebt ingesteld, wordt “0:00” in het hoofddisplay te knippert. Als de klok eenmaal is ingesteld, wordt de tijd van de klok in het hoofddisplay weergegeven, als de stroom is uitgeschakeld. Als u de ingebouwde klok wilt instellen, raadpleegt “De klok instellen” op bladzijde 12.
• Er vindt altijd een licht stroomverbruik plaats, ook als de eenheid in de standby-stand staat.
Als u de stroomtoevoer naar de eenheid helemaal wilt uitschakelen, verwijdert u de netspanningskabel uit het
stopcontact.
Als u de netspanningskabel uit het stopcontact haalt of er zich een stroomstoring voordoet
De tijdsinstelling en andere instellingen zullen worden gewist.
(of
Voor het annuleren van de “Auto Power Off” functie,
drukt u nogmaals weer op A.P.OFF. De A.P.off indicator dooft van het display.
Activeren/uitschakelen van de toetsdruk­toon
Indien u geen pieptoon bij iedere toetsdruk-toon wilt, kunt u de pieptoon uitschakelen wanneer de eenheid is ingeschakeld.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets BEEP.
• Door iedere druk op de toets, wordt de toetsdruk-toon afwisselend geactiveerd (BEEP ON) en uitgeschakeld (BEEP OFF):
BEEP ON
* De pieptoon bij een toetsdruk-toon is geactiveerd ongeacht de
volume-instelling en of wel of niet een hoofdtelefoon is aangesloten.
*
BEEP OFF
– 11 –
De klok instellen
De klok kan worden ingesteld als de eenheid aanstaat en als de eenheid in standby staat.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Druk op de toets CLOCK/TIMER.
“0:00” wordt in het hoofddisplay weergegeven, waarbij de urenaanduiding knippert.
2
Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de uren in te stellen.
• Als u op een van deze toetsen drukt en deze vervolgens ingedrukt houdt, kunt u het cijfer voor de urenaanduiding ononderbroken aanpassen.
• U kunt tevens de cijfertoetsen gebruiken.
– Voor het instellen van 5 voor het uur, drukt u op 5. – Voor het instellen van 12 voor het uur, drukt u op
+10 en dan op 2.
– Voor het instellen van 20 voor het uur, drukt u op
+10 en dan op 10 (of tweemaal op +10 en dan op 0).
3
Druk op de toets SET om de uren in te stellen.
De minutenaanduiding begint te knipperen.
• Als u op dit punt de uren wilt herstellen, drukt u op de toets CANCEL. De urenaanduiding begint weer te knipperen.
4
Druk herhaaldelijk de toets ¢ of 4 om de minuten in te stellen.
• Als u op een van deze toetsen drukt en deze vervolgens ingedrukt houdt, kunt u de minutenaanduiding ononderbroken aanpassen.
• U kunt tevens de cijfertoetsen gebruiken.
– Voor het instellen van 5 voor de minuten, drukt u
op 5.
– Voor het instellen van 25 voor de minuten, drukt u
op +10, +10 en dan op 5.
– Voor het instellen van 30 voor de minuten, drukt u
op +10, +10 en dan op 10 (of driemaal op +10 en dan op 0).
5
Druk op de toets SET om de instelling van de klok te voltooien.
De ingebouwde klok gaat nu lopen.
Nadat u de klok eenmaal heeft ingesteld, moet u herhaaldelijk op CLOCK/TIMER drukken totdat de aanduidingen voor het instellen van de klok wordt op het hoofddisplay weergegeven (de aanduiding voor het hele uur knippert).
Weer opnieuw instellen van de klok
Als u de netspanningskabel uit het stopcontact haalt of er zich een stroomstoring voordoet
De instelling van de klok gaat verloren en “0:00” knippert op de display. Als dit het geval is, moet u de klok opnieuw in te stellen.
Uitschakelen van de klokaanduiding (energiebesparingsfunctie)
Druk met het eenheid standby geschakeld op de toets DISP/CHARA. “DISPLAY OFF” wordt in het hoofddisplay weergegeven. De klokaanduiding dooft van het hoofddisplay.
Voor het weer tonen van de klokaanduiding, drukt u nogmaals weer op de toets DISP/CHARA met het eenheid standby geschakeld. “DISPLAY ON” wordt in het hoofddisplay weergegeven.
Controleren van de kloktijd met tonen
Indien de pieptoon voor toetsdrukken is geactiveerd (zie “Activeren/uitschakelen van de toetsdruk-toon” op bladzijde 11), kunt u de tijd van de klok aan de hand van korte en lange pieptonen met verschillende toonhoogtes controleren als het toestel standby is geschakeld.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk met het eenheid standby geschakeld op de toets DIMMER. De tijd wordt als een vier-cijferig getal voorgesteld: twee cijfers voor het uur en twee cijfers voor de minuten (bijv. 2:58 = 0258). Ieder cijfer heeft een verschillende toonhoogte en de tijd wordt duidelijk gemaakt met lange en korte tonen. De afbeelding hieronder toont u de details.
Verschillen in cijfers:
Do Mi Sol Do
Hogere cijfers voor uur
Lagere cijfers voor uur Lagere cijfers voor minuten
Voorstelling van cijfers:
Cijfers 0123 4
Tonen - -- --- ----
Cijfers 5678 9
Tonen ••••• •••••- •••••-- •••••--- •••••----
* •••••: Vijf snelle korte tonen
Bijv.:
2:58 = 0258 =
Hogere cijfers voor minuten
*
*
Uren Minuten
*
*
02 58
-- ••••• •••••---
Do Mi Sol Do
– 12 –
Nederlands
*
Afspeelbronnen selecteren en afspelen
Kiezen van de tuner of externe apparatuur als bron Met de afstandsbediening:
Druk op de toets FM/AM/AUX.
De eenheid wordt automatisch ingeschakeld (als de eenheid in standby staat), en de aanduiding van de laatst gekozen bron wordt weergegeven even op het hoofddisplay.
• Door iedere druk op de toets, verandert de bron als volgt:
FM
Met het hoofdeenheid:
• Druk op de toets FM/AM om de tuner te kiezen.
– Door iedere druk op de toets, wordt afwisselend de
FM en AM (MG/LG) golfband gekozen.
• Druk op de toets AUX/DVD om de externe apparatuur te
kiezen.
• Zie bladzijden 16 t/m 21 voor details aangaande de
Nederlands
bediening van de tuner.
• Zie voor bediening van de externe apparatuur bladzijden 34 en 35 en de bij de apparatuur geleverde gebruiksaanwijzingen.
Als u de CD-speler wilt selecteren als afspeelbron, drukt u op de toets CD 3/8. De eenheid wordt automatisch ingeschakeld (als de eenheid in standby staat), en de vermelding “CD READING” wordt korte tijd in het hoofddisplay weergegeven.
• Als er zich een CD in de lade bevindt, wordt deze nu afgespeeld.
• Als er zich geen CD in de lade bevindt, wordt de vermelding “CD NO DISC” in het hoofddisplay weergegeven.
Druk op de toets 7 om te stoppen.
• Zie bladzijden 22 t/m 25 voor details aangaande de bediening.
AM
AUX
• De weergave start indien er reeds een cassette in de cassettehouder is geplaatst.
Druk op de toets 7 om te stoppen.
• Zie bladzijden 32 en 33 voor details aangaande de bediening.
Het volume aanpassen
Het volume (de geluidssterkte) kan alleen worden aangepast wanneer de eenheid in gebruik is.
• Het volumeniveau heeft geen effect op de opname.
Met de afstandsbediening:
Als u het volume wilt verhogen, drukt u op de toets
VOLUME +. Als u het volume wilt verlagen, drukt u op de toets VOLUME –.
• Als u op een van deze toetsen drukt en deze vervolgens ingedrukt houdt, kunt u het volumeniveau ononderbroken aanpassen.
Met de hoofdeenheid:
Draai de knop VOLUME + / – met de wijzers van de klok mee om het volume te verhogen. Draai de knop VOLUME + / – tegen de wijzers van de klok
om het volume te verlagen.
• U kunt het volume regelen binnen het bereik van 0 (stil) t/m 40 (maximum).
Als de vermelding “CANNOT LISTEN” op het hoofddisplay wordt weergegeven
Tijdens het maken van opnames met hoge snelheid (zie bladzijde
38) kunt u naar geen enkele afspeelbron luisteren en is het
derhalve ook niet mogelijk om het volumeniveau aan te passen.
Als u de MD-speler wilt selecteren als afspeelbron, drukt u op de toets MD 3/8. De eenheid wordt automatisch ingeschakeld (als de eenheid in standby staat), en de vermelding “MD READING” wordt korte tijd in het hoofddisplay weergegeven.
• Als er zich een MD in de lade bevindt, wordt deze nu afgespeeld.
• Als er zich geen MD in de lade bevindt, wordt de vermelding “MD NO DISC” in het hoofddisplay weergegeven.
Druk op de toets 7 om te stoppen.
• Zie bladzijden 26 t/m 31 voor details aangaande de bediening.
Als u de cassette wilt selecteren als afspeelbron, drukt u op de toets TAPE 2 3. De eenheid wordt automatisch ingeschakeld (als de eenheid in standby staat), en de vermelding “TAPE” wordt korte tijd in het hoofddisplay weergegeven.
– 13 –
Sluit een hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefooningang. Deze is
Persoonlijk luisterplezier
aangeduid met de markering PHONES. Zodra u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, wordt de geluidsweergave via de luidsprekers uitgeschakeld. Draai het volume uit voorzorg enigszins terug als u een hoofdtelefoon aansluit en op uw hoofd zet.
Schakel de eenheid NIET uit in (standby zetten) wanneer het volume erg hoog staat ingesteld, anders kan de plotselinge geluidsexplosie die zich bij het inschakelen van de eenheid of een geluidsbron voordoet uw gehoor, de luidsprekers en/of de hoofdtelefoon beschadigen. DENK ERAAN dat u het volume niet kunt aanpassen wanneer de eenheid in de standby-stand staat.
Het basgeluid versterken
Geluidsmodus selecteren
De rijkdom en volheid van de bastonen blijven duidelijk behouden, ongeacht het door u ingestelde volume—Active Hyper Bass Pro.
• De lage toonversterking heeft geen effect op de opname. Dit effect werkt alleen voor het afspelen van geluid.
• Deze functie heeft tevens effect op het geluid dat via de hoofdtelefoon wordt weergegeven.
Voor het gebruik van het effect, drukt u herhaaldelijk op AHB PRO zodat “AHB BASS1” of “AHB BASS2” op het hoofddisplay wordt weergegeven. De AHBPRO indicator licht tevens op het display op.
AHBPRO indicator
• Door iedere druk op de toets, verandert de Active Hyper Bass Pro functie als volgt:
AHB BASS1 AHB BASS2
BASS OFF
(geannuleerd)
U kunt een van de 4 voorgeprogrammeerde geluidsmodi selecteren.
• De lage toonversterking heeft geen effect op de opname. Dit effect werkt alleen voor het afspelen van geluid.
• Deze functie heeft tevens effect op het geluid dat via de hoofdtelefoon wordt weergegeven.
Als u een geluidsmodus wilt selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets SOUND totdat de door u gewenste geluidsmodus in het hoofddisplay wordt weergegeven. De SOUND indicator licht tevens op het display op.
• Door iedere druk op de toets, verandert de geluidsmodus als volgt:
ROCK
POP
FLAT
CLASSIC
JAZZ
(geannuleerd)
ROCK: Hoge en lage frequenties worden versterkt.
Goed voor akoestische muziek.
POP: Goed voor vocale muziek en stemgeluid. CLASSIC: Goed voor klassieke muziek. JAZZ: Goed voor jazz-muziek. FLAT: Hiermee schakelt u de geluidsmodus uit.
SOUND indicator
Nederlands
• “AHB BASS2” geeft een sterker effect dan “AHB BASS1”.
Voor het uitschakelen van het effect, drukt u herhaaldelijk op de toets AHB PRO totdat “BASS OFF” op het hoofddisplay wordt weergegeven. De AHBPRO indicator dooft van het display.
Bijv.: Als u “ROCK” aanpast.
Als u de geselecteerde geluidsmodus wilt controleren,
drukt u op de toets SOUND. De gegevens over de geselecteerde geluidsmodus worden in het hoofddisplay wordt weergegeven.
Voor het uitschakelen van het geluidsmodus, drukt u herhaaldelijk op de toets SOUND totdat “FLAT” op het hoofddisplay wordt weergegeven. De SOUND indicator dooft van het display.
– 14 –
Instellen van de displayverlichting
U kunt de kleur en helderheid van de verlichting voor het elektronische draaipaneel en de display veranderen.
Kiezen van de verlichtingskleur
U kunt de gewenste kleur voor de verlichting kiezen.
Druk herhaaldelijk op de toets COLOR (of COLOR/DEMO van het hoofdeenheid) wanneer de eenheid is ingeschakeld totdat de gewenste kleur op het hoofddisplay wordt weergegeven.
• Door iedere druk op de toets, verandert de verlichtingskleur als volgt:
RAINBOW: Regenboogkleuren verlichten het
«
GRADATION: De verlichtingskleur verandert geleidelijk.
Nederlands
«
WATER: Een blauwachtige verlichting.
«
FANTASY: Pastelkleuren verlichten het elektronische
«
CANDLE: Een roodachtige verlichting.
«
FOREST: Een groenachtige verlichting.
«
SNOW: Een wittige verlichting.
«
SKY: Een hemelkleurige verlichting. De kleur
«
MANUAL1:
«
MANUAL2:
«
(terug naar het begin)
elektronische draaipaneel en display.
draaipaneel en het display.
verandert bij het bereiken van een bepaalde tijd indien de ingebouwde klok is ingesteld. “ADJUST CLOCK!” knippert op het hoofddisplay indien de klok niet is ingesteld.
U kunt de verlichtingskleur als gewenst instellen (zie de beschrijving hier rechts).
Zelf uw kleuren maken
U kunt twee gewenste kleuren samenstellen en onder “MANUAL1” en “MANUAL2” in het geheugen vastleggen.
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. U moet opnieuw vanaf stap beginnen indien de functie voor het instellen wordt uitgeschakeld voordat u klaar bent.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Druk herhaaldelijk op de toets COLOR totdat “MANUAL1” of “MANUAL2” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
Het in te stellen helderheidsniveau begint te knipperen.
Rood Groen Blauw
2
Instellen van de helderheid van iedere gekozen kleur.
1) Druk op de toets of om de in te stellen kleur te kiezen.
2) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om het niveau van de helderheid te kiezen (vanaf 0 t/m 3).
• De kleur wordt helderder door een hoger nummer.
3) Herhaal stappen 1) en 2) voor het samenstellen van de gewenste kleur.
Als u de netspanningskabel uit het stopcontact haalt of er zich een stroomstoring voordoet
De door u ingestelde kleuren en instellingen worden gewist. In dit geval wordt weer “RAINBOW” voor de verlichtingskleur geactiveerd, maar blijven de door u ingestelde kleuren voor “MANUAL1” en “MANUAL2” behouden.
1
Meer over de verlichtingskleur
• De verlichtingskleuren zijn niet altijd precies juist. De kleuren kunnen verschillen afhankelijk van de omstandigheden (o.a. kamertemperatuur) van de kamer of de DIMMER instelling.
• Na het veranderen van de verlichtingskleur lijkt het display even heen en weer te bewegen; dit is normaal en duidt niet op een defect van het eenheid.
• Indien er schel licht op het eenheid valt, wordt het display mogelijk donker. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
• Bij gebruik van het eenheid wordt het elektronische draaipaneel warm. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
– 15 –
Veranderen van de helderheid van het display
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets DIMMER wanneer de eenheid is ingeschakeld.
• Door iedere druk op de toets, verandert de helderheid van het display als volgt:
DIMMER1: De verlichting van het display wordt gedimd.
«
DIMMER2: De verlichting van het display dooft.
«
DIMMER OFF: De normale displayverlichting
• Door op de toets COLOR (of COLOR/DEMO van het
hoofdeenheid) te drukken, wordt tevens de normale helderheid van het display ingesteld.
«
(terug naar het begin)
Luisteren naar FM- en AM-uitzendingen (MG/LG)
De vergroot getoonde toetsen in de afbeelding hieronder worden in dit gedeelte gebruikt en uitgelegd (bladzijden 17 t/m 21).
Afstandsbediening
Hoofdeenheid
TA/News/Info
TA/News/Info
Het is niet mogelijk om de RDS-functies te bedienen vanaf de hoofdeenheid. Gebruik hiervoor uitsluitend de toetsen van de afstandsbediening.
Nederlands
– 16 –
Afstemmen op een station
1
Druk op de toets FM/AM/AUX (of FM/AM van het hoofdeenheid) om “FM” of “AM” te kiezen.
Wanneer u voor het eerst op de toets drukt, wordt het eenheid automatisch ingeschakeld en de laatste ingestelde bron gekozen.
Met de afstandsbediening:
• Door iedere druk op de toets, verandert de bron als volgt:
FM
Met de hoofdeenheid:
• Door iedere druk op de toets, wordt afwisselend de FM en AM (MG/LG) golfband gekozen.
2
Druk op de toets ¢ of 4 (UP of DOWN van het
Nederlands
hoofdeenheid) totdat de stationfrequenties op het hoofddisplay veranderen.
¢ (UP): Verhogen frequenties.
4 (DOWN): Verlagen frequenties.
De eenheid gaat op zoek naar een station en stopt wanneer er een station wordt gevonden met een uitzendsignaal dat sterk genoeg is.
• Als een FM-programma in stereo wordt uitgezonden, de STEREO indicator licht op het display op.
Als u het zoeken wilt stoppen, drukt u op de toets ¢ of 4 (of UP of DOWN van het hoofdeenheid).
Als u herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 drukt (of UP of DOWN van het hoofdeenheid)
De frequentie verandert stap voor stap.
De FM-ontvangstmodus wijzigen
Als de ontvangst van een FM-stereo-uitzending gepaard gaat met ruis, of wanneer de zender moeilijk is te ontvangen, kunt u de FM-ontvangstmodus wijzigen om zo de ontvangst te verbeteren.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets FM MODE.
• Door iedere druk op de toets, wisselt de FM-ontvangstmodus tussen STEREO en MONO.
STEREO: De standaardkeuze.
MONO: Selecteer deze instelling als een stereo
Een stereo-programma wordt stereo weergegeven. De STEREO indicator licht op tijdens ontvangst van een stereo FM­uitzending (wanneer de ontvangst goed is).
FM-uitzending niet goed wordt ontvangen of als u veel ruis hoort. De ontvangstkwaliteit verbetert, maar het stereo-effect gaat verloren. De MONO indicator licht op het display op.
AM
AUX
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Door iedere druk op de toets DISP/CHARA, wordt afwisselend de aanduiding van de bron en de tijd van de klok op het hoofddisplay getoond.
• Met een MD geplaatst, zal de resterende opnametijd van de MD (“REC REMAIN”) voor de aanduiding van de klok worden getoond.
Voorkeurzenders instellen
U kunt handmatig 30 FM- en 15 AM-stations (MG/LG) voorprogrammeren.
Het kan voorkomen dat er in het geheugen van uw tuner al een of enkele voorkeurzenders zijn ingesteld. Deze zijn tijdens een controle in de fabriek aangebracht. Dit is dus geen storing in de tuner. U kunt deze voorkeurzenders desgewenst wijzigen. Volg de onderstaande procedure om de stations van uw eigen keuze als voorkeurzender in het geheugen op te nemen.
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Als u de instelling annuleert nog voordat u de bewerking hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap
2
beginnen.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Stem af op een station (een FM-station of een AM-station (MG/LG)) dat u als voorkeurzender wilt instellen.
• Zie “Afstemmen op een station” op de linker kolom op de bladzijde.
2
Druk op de toets SET.
Het voorkeuzenummer begint als volgt te knipperen:
Bijv.: Als u in stap 1 een FM-station selecteert.
• De eenheid begint altijd vanaf het voorkeuzenummer 1.
3
Druk op de cijfertoetsen om een voorkeuzenummer te selecteren.
Bijv.: Druk op 5 voor voorkeuzenummer 5.
Druk op +10 en daarna op 5 voor voorkeuzenummer 15. Druk op +10 en daarna op 10 voor voorkeuzenummer 20. Druk op +10, +10 en daarna op 10 voor voorkeuzenummer 30.
• U kunt het voorkeuzenummer ook selecteren door op de toets ¢ of 4 te drukken.
– 17 –
4
Druk nogmaals op de toets SET.
Gedurende korte tijd wordt de vermelding “STORED” in het hoofddisplay weergegeven.
1
Het station waar u in stap nu als voorkeurzender
• Als u een nummer aan een voorkeurzender toekent dat al aan een andere voorkeurzender is toegewezen, wordt die voorkeurzender uit het geheugen gewist.
Als u de netspanningskabel uit het stopcontact haalt of er zich een stroomstoring voordoet
De vastgelegde voorkeurzenders voor FM en AM (MG/LG) worden na een paar dagen gewist. Als dit het geval is, moet u de zenders opnieuw voorprogrammeren.
op hebt afgestemd, wordt
in stap 3.
Afstemmen op een voorkeurzender
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Druk op de toets FM/AM/AUX om “FM” of “AM” te kiezen.
Wanneer u voor het eerst op de toets drukt, wordt het eenheid automatisch ingeschakeld en de laatste ingestelde bron gekozen.
• Door iedere druk op de toets, verandert de bron als volgt:
FM
2
Druk op de cijfertoetsen om een voorkeuzenummer te selecteren.
Bijv.:Druk op 5 voor voorkeuzenummer 5.
Druk op +10 en daarna op 5 voor voorkeuzenummer 15. Druk op +10 en daarna op 10 voor voorkeuzenummer 20. Druk op +10, +10 en daarna op 10 voor voorkeuzenummer 30.
AM
AUX
FM-stations met RDS ontvangen
Dankzij het RDS-systeem (Radio Data System) kunnen FM-stations naast het reguliere programmasignaal nog een extra signaal uitzenden. Zo kan een FM-station met RDS bijvoorbeeld de naam van het station meezenden en informatie over de aard van het programma dat wordt uitgezonden, zoals “sport” of “muziek”.
Als u een FM-station ontvangt dat een RDS-signaal uitzendt, wordt de vermelding “RDS” in het hoofddisplay weergegeven.
Met deze eenheid kunnen de volgende soorten RDS-signalen worden ontvangen.
PS (Program Service — Stationsnaam):
Deze service zorgt ervoor dat de naam van het FM-station op de display wordt weergegeven.
PTY (Program Type — Programmatype):
Deze service zorgt ervoor dat het genre van het programma dat het FM-station uitzendt in de vorm van een code op de display wordt weergegeven.
RT (Radio Text — Radiotekst):
Deze service zorgt ervoor dat berichten die het FM­station uitzendt op de display worden weergegeven.
Enhanced Other Networks:
Deze service zorgt ervoor dat de programmagenres van de andere RDS-stations dan het station waarop is afgestemd kunnen worden ontvangen.
RDS-functies zijn alleen beschikbaar op de afstandsbediening. Houd de toets RDS CONTROL ingedrukt terwijl u de oranje toetsen op de afstandsbediening bedient—PTY SEARCH, TA/News/ Info, DISPLAY, PTY SELECT + en PTY SELECT –.
Meer over RDS
• Niet alle FM-stations zenden RDS-signalen uit. Niet alle FM-stations bieden dezelfde RDS-service. Neem bij twijfel over de RDS-service die een station levert, contact op met het station.
• Het RDS-systeem zal niet optimaal fungeren wanneer het station waarop u hebt afgestemd de RDS-signalen niet goed uitzendt of het signaal te zwak is.
Nederlands
– 18 –
De RDS-informatie wijzigen
Terwijl u naar een uitzending van een FM-station luistert, kunt u de RDS-informatie op de display bekijken.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Houd tijdens de ontvangst van een FM-station de toets RDS CONTROL ingedrukt, totdat u onderstaande procedure hebt voltooid.
2
Druk op de toets DISPLAY.
• Door iedere druk op de toets, verandert de vermelding op de display en wel in deze volgorde:
PS
Voorkeurkanaal & zenderfrequentie
3
Nederlands
Laat nu de toets RDS CONTROL los.
Als u naar een station luistert dat geen PS-, PTY- of RT-signalen uitzendt,
De vermelding “NO PS”, “NO PTY” of “NO RT” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
Als het enige tijd kost om de RDS-informatie van een station op de display weer te geven,
Kan de vermelding “PS”, “PTY” of “RT” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
PTY
(Normale aanduiding)
RT
2
Druk op de toets PTY SEARCH.
De vermelding “PTY SELECT” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
3
Druk op de toets PTY SELECT + of – om een PTY-code te selecteren.
De eerder geselecteerde PTY-code begint nu in het hoofddisplay te knipperen.
Bijv.: “News” is geselecteerd.
• Door iedere druk op de toets, verandert de PTY-code als volgt (zie ook de lijst op bladzijde 21):
News Affairs Info Sport Educate Drama Culture Science Varied Pop M Rock M Easy M Light M Classics Other M Weather Finance Children Social Religion Phone In Travel Leisure Jazz Country Nation M “ Oldies “ Folk M “ Document “ TEST Alarm! (terug naar het begin)
4
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH.
Tijdens het zoeken, de gekozen PTY-code op het hoofddisplay te knipperen.
Zoeken naar programma’s met behulp van PTY-codes (de functie PTY Search)
Een van de voordelen van RDS is dat u gemakkelijk een gewenst soort programma kunt vinden door de overeenkomende PTY-code in te voeren.
• De zoekfunctie PTY Search kan alleen worden toegepast op stations die als voorkeurzender zijn ingesteld.
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Als u de instelling annuleert nog voordat u de bewerking hebt voltooid, moet u opnieuw
1
bij stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
beginnen.
Houd tijdens de ontvangst van een FM-station de toets RDS CONTROL ingedrukt, totdat u onderstaande procedure hebt voltooid.
– 19 –
Bijv.: Als “Info” is geselecteerd als PTY-code.
De eenheid doorzoekt maximaal 30 FM-voorkeurzenders, stopt wanneer er een voorkeurzender wordt gevonden die een programma uitzendt dat aan het geselecteerde genre voldoet en stemt daarop af.
5
Laat nu de toets RDS CONTROL los.
Als er geen programma wordt gevonden, wordt de
vermelding “NOT FOUND” in het hoofddisplay weergegeven en keert de eenheid terug naar het station waarop het de vorige keer was afgestemd.
Voor het doorgaan met zoeken na de eerste stop, drukt u nogmaals op PTY SEARCH (terwijl u RDS CONTROL ingedrukt houdt) wanneer de gekozen PTY-code op het hoofddisplay knippert.
Tijdens de zoekopdracht stoppen met zoeken, druk tijdens het zoeken op de toets PTY SEARCH (terwijl u RDS CONTROL ingedrukt houdt).
Tijdelijk overschakelen naar een programmagenre van uw keuze
Met de functie Enhanced Other Networks kan de eenheid tijdelijk van een bepaald station overschakelen naar een radioprogramma van uw keuze (TA, News of Info), behalve wanneer u naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle AM-stations (MG/LG) en bepaalde FM­stations).
• De functie Enhanced Other Networks werkt alleen bij voorkeurzenders.
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Als u de instelling annuleert nog voordat u de bewerking hebt voltooid, moet u opnieuw
1
bij stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
2
3
beginnen.
Houd tijdens de ontvangst van een FM-station de toets RDS CONTROL ingedrukt, totdat u onderstaande procedure hebt voltooid.
Druk op de toets TA/News/Info.
De vermelding “EON SELECT” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
Druk op de toets PTY SELECT + of – om gewenste Enhanced Other Networks-gegevenstype te selecteren.
De naam van het geselecteerde Enhanced Other Networks-gegevenstype begint in het hoofddisplay te knipperen.
• Door iedere druk op de toets, veranderen de Enhanced Other Networks-gegevenstypen als volgt:
TA
OFF
(geannuleerd)
TA: Geeft aan dat er verkeersinformatie
(Traffic Announcement) wordt uitgezonden
News: Nieuws Info: Informatief programma, in de breedste zin
des woords.
OFF: De Enhanced Other Networks-functie is
geannuleerd.
News
Info
4
Druk nogmaals op de toets TA/News/Info.
De aanduiding dooft. Deze functie is nu geactiveerd. Zie “Hoe de functie Enhanced Other Networks in de praktijk werkt” hieronder.
5
Laat nu de toets RDS CONTROL los.
Als u de Enhanced Other Networks-functie wilt
3
annuleren, selecteert u “OFF” in stap
• Als u de functie Enhanced Other Networks uitschakelt terwijl de eenheid een programma ten gehore brengt waar met behulp van de functie Enhanced Other Networks op is afgestemd, keert de eenheid terug naar het station waar de eenheid voordien op stond afgestemd.
• De functie Enhanced Other Networks wordt uitgeschakeld wanneer u naar de “CD”, “MD” of “TAPE” bron overschakelt. De functie wordt tijdelijk uitgeschakeld wanneer u naar “AM” overschakelt.
• De functie Enhanced Other Networks wordt tevens uitgeschakeld wanneer u de eenheid uitschakelt.
Hoe de functie Enhanced Other Networks in de praktijk werkt:
SITUATIE 1
Als er geen enkel station is dat een programma uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
De ontvanger blijft het geselecteerde station afspelen.
«
Wanneer een station een programma gaat uitzenden dat voldoet aan het genre dat u hebt geselecteerd, schakelt de eenheid automatisch over naar dat station. De ontvangen PTY-code begint op het hoofddisplay te knipperen.
«
Na het programma wordt weer op de hiervoor afgestemde zender afgestemd maar blijft de Enhanced Other Networks functie nog wel geactiveerd.
SITUATIE 2
Als er een station is dat een programma uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
De eenheid stemt af op het desbetreffende station. De ontvangen PTY-code begint op het hoofddisplay te knipperen.
«
Na het programma wordt weer op de hiervoor afgestemde zender afgestemd maar blijft de Enhanced Other Networks functie nog wel geactiveerd.
.
Nederlands
– 20 –
De alarmfunctie
Als u naar de radio luistert en er een station is dat een noodbericht (“Alarm!”-signaal) uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op het desbetreffende station, behalve wanneer u naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle AM-stations (MG/LG) en bepaalde FM-stations).
De testfunctie
Het TEST-signaal wordt uitgezonden ten behoeve van het testen van apparatuur en is bedoeld om na te gaan of de ontvanger in staat is om een “Alarm!”-signaal naar behoren te ontvangen. Wanneer er een TEST-signaal wordt ontvangen, schakelt de ontvanger onmiddellijk over naar het station dat het TEST-signaal uitzendt, behalve wanneer u naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle AM-stations (MG/LG) en bepaalde FM-stations).
Nederlands
Beschrijving van de PTY-codes:
Meer informatie over de Enhanced Other Networks
-functie
• Sommige stations zenden Enhanced Other Networks
-gegevens uit waar deze eenheid niet mee overweg kan.
• Als u naar een programma luistert waarop door de functie Enhanced Other Networks is afgestemd, blijft de eenheid dat station ontvangen, ook als een ander station een programma met dezelfde Enhanced Other Networks-gegevens gaat uitzenden.
• Terwijl u naar een programma luistert waarop de functie Enhanced Other Networks heeft afgestemd, kunt u alleen gebruik maken van de toetsen RDS CONTROL, TA/News/Info en DISPLAY om de tuner te bedieningen.
• Als de eenheid steeds heen en weer schakelt tussen het station waarop de eenheid staat afgestemd en het station waarop de functie Enhanced Other Networks wil afstemmen, is het raadzaam om op de toets TA/News/Info te drukken zodat de functie Enhanced Other Networks wordt uitgeschakeld. Als u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk het station weer ontvangen waarop de ontvanger op dat moment al was afgestemd (“NOT FOUND” wordt nu getoond) en de knipperende vermelding van het Enhanced Other Networks­gegevenstype verdwijnt weer van de display.
News: Nieuws.
Affairs: Een programma over een actueel
onderwerp, achtergronden bij het nieuws, een debat, of commentaar.
Info: Informatief programma in de breedste zin
van het woord.
Sport: Sportprogramma in de breedste zin van het
woord.
Educate: Educatief programma.
Drama: Hoorspelen en feuilletons.
Culture: Cultureel programma, op regionaal of
nationaal niveau, en betrekking hebbend op taal, theater, enz.
Science: Programma over wetenschap en
technologie.
Varied: Gevarieerd programma, zoals quizzen,
spelletjes en interviews.
Pop M: Moderne, populaire muziek.
Rock M: Rock-muziek.
Easy M: Easy-listening muziek.
Light M: Instrumentele muziek, vocale muziek en
koren.
Classics: Klassieke muziek, orkesten, symfonieën,
kamermuziek, enz.
Other M: Muziek die niet in een van de
muziekcategorieën past.
Weather: Weersvooruitzichten.
Finance: Beursberichten, informatie over handel en
nijverheid, financiële analyses, enz.
Children: Programma’s voor een jeugdig publiek.
Social: Programma’s over sociale wetenschappen,
geschiedenis, geografie, psychologie en de maatschappij.
Religion: Godsdienstig programma.
Phone In: Een programma waarin luisteraars hun
mening kunnen geven, hetzij telefonisch, hetzij in een panel.
Travel : Verkeersinformatie en toeristische
informatie.
Leisure: Programma’s over vrijetijdsbesteding.
Jazz: Jazz-muziek.
Country: Country-muziek.
Nation M: Populaire muziek uit het land of de streek
in de taal van het land.
Oldies: Muziek uit de categorie “goud van oud”.
Folk M: Muziek die zijn oorsprong vindt in de
muzikale cultuur van een bepaald land.
Document: Documentaire over een actueel onderwerp,
onderzoeksjournalistiek.
TEST: Wordt uitgezonden voor het testen van
noodzendapparatuur en -ontvangers.
Alarm!: Noodbericht.
De classificatie van bepaalde PTY-codes kunnen bij sommige FM-stations afwijken van de hierboven vermelde omschrijvingen.
– 21 –
Weergave van CD’s (CD-R/CD-RW)
De vergroot getoonde toetsen in de afbeelding hieronder worden in dit gedeelte gebruikt en uitgelegd (bladzijden 23 t/m 25).
Afstandsbediening
TA/News/Info
TA/News/Info
Nederlands
Hoofdeenheid
– 22 –
Voorzorgen voor weergave van een CD
Dit eenheid is ontworpen voor weergave van discs met de volgende logo’s:
Audio-CD
Opneembare CD (CD-R)
Weergave van de hele CD Normale weergave
1
Druk op de toets CD 0 van het hoofdeenheid. De eenheid wordt automatisch ingeschakeld en het elektronische draaipaneel schuift weer naar voren geschoven en de disclade komt naar beneden.
Herschrijfbare CD (CD-RW)
Behalve de hierboven getoonde discs, kan met dit eenheid tevens de geluidsdata van een CD Text, CD-G (Grafische CD) en CD-Extra worden afgespeeld.
Bij weergave van een CD-R of CD-RW
De door de gebruiker gemonteerde CD-R’s (Opneembare
Nederlands
CD’s) en CD-RW’s (Herschrijfbare CD’s) kunnen worden afgespeeld indien de discs reeds zijn “afgerond” (“finalized”). Indien u probeert een “niet-afgeronde” disc af te spelen, wordt “CD NO DISC” mogelijk op het hoofddisplay getoond.
• U kunt uw originele, met ALLEEN het muziet CD-formaat opgenomen CD-R’s of CD-RW’s weergave. (Indien CD-RW’s met een ander formaat zijn opgenomen, moet u alle data van de betreffende CD-RW eerst wissen alvorens opnieuw op de disc op te nemen).
Probeer NIET een CD-R of CD-RW met geluidsfiles als bijvoorbeeld MP3, af te spelen.
• Lees de aanwijzingen en waarschuwingen van CD-R’s of CD-RW’s zorgvuldig alvorens de discs weer te geven.
• Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen mogelijk vanwege de karakteristieken van de disc, vuil of beschadiging op de disc of de lens van de speler, niet met dit eenheid worden weergegeven.
Belangrijke opmerkingen:
• Over het algemeen behoudt u voor lange tijd een optimale werking met dit toestel door uw CD’s en het mechanisme schoon te houden. – Bewaar CD’s in de bijbehorende doosjes en plaats de
doosjes in een kast of op een plank.
– Houd de disclade gesloten wanneer niet in gebruik.
• Doorlopend gebruik van discs met afwijkende vorm (bijvoorbeeld hartvormige of achthoekige discs, enz.) kan het draaimechanisme van het eenheid beschadigen.
Disclade
Elektronisch draaipaneel
2
Plaats een disc juist in de cirkel van de disclade met de labelkant boven.
Goed
• Een CD-single (8 cm) moet in de binnenste groef van de disclade worden gelegd.
3
Druk op de toets CD 3/8.
De disclade gaat dicht en het elektronische draaipaneel schuift automatisch omhoog. De CD indicator begint op het display te knipperen en de discweergave start vanaf het eerste fragment van de disc.
• Indien u op CD 0 in plaats van CD 3/8 drukt, zullen de disclade en het elektronische draaipaneel sluiten maar de discweergave echter niet starten.
CD (disc) indicator
Spelende fragmentnummer
De discweergave stopt nadat alle fragmenten van de disc zijn weergegeven.
Fout
Verstreken weergavetijd
• De afleestijd van een CD-RW is mogelijk langer omdat de reflectie van een CD-RW in vergelijking met normale CD’s zwakker is.
– 23 –
Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op de toets 7.
Als u de CD wilt verwijderen, drukt u op de toets CD 0.
• Druk na het verwijderen van de disc nogmaals op CD 0
om de disclade te sluiten.
vervolg
Basisbediening van de CD-speler
Tijdens weergave van een disc kunt u de volgende bedieningen uitvoeren.
Tijdelijk pauzeren van de weergave
Druk op de toets CD 3/8.
De CD indicator en de verstreken weergavetijd knipperen op het display.
• Indien de pieptoon voor toetsdrukken is geactiveerd (zie bladzijde 11), wordt gedurende de pauze steeds een pieptoon weergegeven.
Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nogmaals op de toets CD 3/8.
Tijdens het afspelen een bepaalde passage van een fragment opzoeken
Druk op de toets ¢ of 4 en houd deze ingedrukt.
¢: Snel vooruit spoelen van fragmenten.
4: Snel achteruit spoelen van fragmenten.
Naar een andere fragment gaan
Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4.
¢: Voor het verspringen naar het volgende fragment
4: Voor het verspringen naar het begin van het
Rechtstreeks naar een andere fragment gaan met behulp van de cijfertoetsen
ALLEEN met de afstandsbediening:
Met de cijfertoetsen kunt u meteen het nummer van de fragment selecteren die u wilt afspelen.
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Door iedere druk op de toets DISP/CHARA, wordt afwisselend de aanduiding van de bron en de tijd van de klok op het hoofddisplay getoond.
• Met een MD geplaatst, zal de resterende opnametijd van
of daarop volgende fragmenten.
spelende fragment of daarvoor liggende fragmenten.
Bijv.: Druk voor fragmentnummer 5 op de toets met het
cijfer 5. Druk voor fragmentnummer 15 op de toets +10 en daarna op 5. Druk voor fragmentnummer 20 op de toets +10 en daarna op 10. Druk voor fragmentnummer 32 op de toets +10, +10, +10 en daarna op 2.
de MD (“REC REMAIN”) voor de aanduiding van de klok worden getoond.
Meer over de CD-indicator
Er is een disc
geplaatst
Tijdens
weergave
Tijdens
pauze
Programmeren van fragmenten voor weergave in de gewenste volgorde Geprogrammeerde weergave
U kunt de volgorde van fragmenten voor weergave als gewenst vastleggen. U kunt maximaal 32 fragmenten programmeren.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Plaats een disc.
2
Druk op de toets CD 3/8, en daarna op de toets 7.
De afspeelbron wordt gewijzigd in “CD”.
3
Druk herhaaldelijk op de toets PLAY MODE zodat de vermelding “CD PROGRAM” in het hoofddisplay wordt weergegeven.
De PRGM (Programma) indicator licht op het display op.
• Door iedere druk op de toets, verandert de weergavefunctie als volgt:
CD PROGRAM
Normale weergave
4
Selecteer de fragmenten met behulp van de cijfertoetsen.
• Raadpleeg “Rechtstreeks naar een andere fragment gaan met behulp van de cijfertoetsen” op de linker kolom op de bladzijde voor het gebruik van de cijfertoetsen.
PRGM indicator
Laatst geprogrammeerde fragmentnummer
Bijv.: Er zijn 8 fragmenten geprogrammeerd.
5
Druk op de toets CD 3/8.
De fragmenten worden afgespeeld in de volgorde waarin u deze hebt geprogrammeerd. De geprogrammeerde weergave stopt nadat alle geprogrammeerde fragmenten zijn weergegeven (indien de herhaalde weergave niet is geactiveerd).
Als u het stoppen van de weergave, drukt u op de toets 7. Het laatst geprogrammeerde fragmentnummer en de totale speelduur verschijnen in het hoofddisplay.
Als u de geprogrammeerde weergavefunctie wilt verlaten, drukt u voor of na het weergave een of twee maal
op de toets PLAY MODE zodat de eenheid in een andere weergavefunctie terechtkomt (Willekeurige weergave of Normale weergave).
CD RANDOM
Stapnummer
Totale speelduur
Nederlands
– 24 –
De inhoud van een programma bekijken
U kunt de samenstelling van een programma bekijken voordat u overgaat tot het afspelen van de geprogrammeerde fragmenten. Druk hiertoe op de toets ¢ of 4.
¢: De geprogrammeerde fragmenten worden in de
geprogrammeerde volgorde weergegeven.
4: De geprogrammeerde fragmenten worden in
omgekeerde volgorde weergegeven.
Het programma wijzigen
Voordat u begint met afspelen, kunt u de laatst geprogrammeerde fragment uit het programma wissen door op de afstandsbediening op de toets CANCEL te drukken. Door iedere druk op de toets, wordt de fragment die als laatste is geprogrammeerd uit het programma verwijderd.
Als u fragmenten aan het programma wilt toevoegen voordat u met weergave begint, hoeft u alleen maar de
nummers van de fragmenten op te geven die u aan het programma wilt toevoegen.
Als u het gehele programma wilt wissen, drukt u op de toets CD 0 om de disc uitewerpen.
• Ook als u de eenheid uitschakelt, wordt het programma
Nederlands
gewist.
Als uw opgave wordt genegeerd
U hebt geprobeerd een fragmentnummer te programmeren van een disclade die leeg is, of de door u opgegeven fragment bestaat niet op de disc (bijvoorbeeld wanneer u fragment 14 selecteert op een disc met slechts 12 fragmenten). Dergelijke pogingen worden genegeerd.
Als u probeert om een 33ste stap te programmeren
De vermelding “MEMORY FULL” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
4
Druk op de toets CD 3/8.
De fragmenten worden nu in volstrekt willekeurige volgorde afgespeeld. Het in willekeurige volgorde afspelen van fragmenten stopt zodra alle fragmenten één keer zijn afgespeeld.
Als u de spelende fragment wilt overslaan, drukt u op de toets ¢.
• Het is niet mogelijk om met de toets 4 naar een vorige
fragment.
Als u het stoppen van de weergave, drukt u op de toets 7.
Als u de willekeurige weergavefunctie wilt verlaten,
drukt u voor of na het weergave een of twee maal op de toets PLAY MODE zodat de eenheid in een andere weergavefunctie terechtkomt (Normale weergave of Geprogrammeerde weergave).
Herhalen van fragmenten of CD Herhaalde weergave
U kunt alle fragmenten tezamen, het programma of de individuele fragment die op dit moment wordt afgespeeld, zo vaak herhalen als u wilt.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Als u herhaald wilt afspelen, drukt u voor of tijdens het
afspelen op de toets REPEAT.
• Door iedere druk op de toets, verandert de
herhaaldfunctie als volgt:
CD REPEAT ALL
CD REPEAT 1
De totale speelduur wordt niet meer getoond. (Er verschijnt “– – : – –”).
Als de totale speelduur 100 minuten of meer bedraagt
Weergave in een willekeurige volgorde Willekeurige weergave
De fragmenten van de geplaatste CD worden kris-kras doorelkaar, in een willekeurige volgorde afgespeeld.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Plaats een disc.
2
Druk op de toets CD 3/8, en daarna op de toets 7.
De afspeelbron wordt gewijzigd in “CD”.
3
Druk herhaaldelijk op de toets PLAY MODE zodat de vermelding “CD RANDOM” in het hoofddisplay wordt weergegeven.
De RANDOM indicator licht op het display op.
• Door iedere druk op de toets, verandert de weergavefunctie als volgt:
CD PROGRAM
Normale weergave
CD RANDOM
– 25 –
CD REPEAT OFF
(geannuleerd)
“CD REPEAT ALL”:
Alle fragmenten van de disc (normale weergave of willekeurige weergavefunctie) of alle fragmenten van het programma worden herhaald afgespeeld. De
indicator licht op het de display op.
“CD REPEAT 1”:
Herhaalt één fragment. De
indicator licht op het de display op.
“CD REPEAT OFF”:
Annuleert het herhaaldfunctie.
• De herhaalde weergave wordt tevens uitgeschakeld wanneer u de disc uitwerpt of het eenheid uitschakelt.
Als u het stoppen van de weergave, drukt u op de toets 7.
Voorkomen van het uitwerpen van een disc Disc-vergrendeling
U kunt voorkomen dat een disc en MD per ongeluk uit het eenheid worden verwijderd door de disc te vergrendelen.
Zie “Voorkomen van het uitwerpen van een disc —Disc-vergrendeling” op bladzijde 28 voor details.
Weergave van MD’s
De vergroot getoonde toetsen in de afbeelding hieronder worden in dit gedeelte gebruikt en uitgelegd (bladzijden 27 t/m 31).
Afstandsbediening
Hoofdeenheid
TA/News/Info
TA/News/Info
Nederlands
– 26 –
Weergave van de hele MD Normale weergave
1
Druk op de toets MD 0 van het hoofdeenheid.
De eenheid wordt automatisch ingeschakeld en het elektronische draaipaneel schuift omhoog en de MD-lade komt naar boven.
• Als er zich al een MD in de lade bevindt, wordt deze uitgeworpen.
2
Plaats een MD in de MD-houder.
De MD wordt naar binnen getrokken, waarna het elektronische draaipaneel automatisch naar voren geschoven schuift.
Plaats de MD op de
Nederlands
MD-lade
• Als de huidige bron een MD is, verschijnen de gegevens over de geplaatste MD als volgt in het hoofddisplay:
1
2
3
Druk op de toets MD 3/8.
De MD-indicators knipperen op de display en het afspelen begint bij de eerste fragment. Op de display gaat de indicator voor de opnamelengtefunctie (SP/LP2/LP4) aan verschijnen in het hoofddisplay. (Zie de rechterkolom voor details aangaande de opnamelengtefunctie).
Het weergave van de MD stopt automatisch zodra alle fragmenten op de MD zijn afgespeeld.
Als u het stoppen van de weergave, drukt u op de toets 7.
Als u de MD wilt verwijderen, drukt u op de toets MD 0.
• Druk na het verwijderen van de disc nogmaals op MD 0
om de elektronische draaipaneel te sluiten.
3
4
manier zoals dat door de pijl op de MD staat aangegeven.
1 MD indicator 2 Totaal aantal fragmenten 3 Totaal aantal groepen
(indien de MD groepen
*1
heeft)
4 Totale speelduur
*1
Indien de geplaatste MD geen groepen heeft, zal “– –” voor het aantal groepen worden getoond.
*2
Indien de geplaatste MD een titel heeft, zal deze titel even op het hoofddisplay worden getoond.
Als de eenheid de MD naar binnen trekt:
• moet u NIET op de toets MD 0 drukken.
• moet u het elektronische draaipaneel NIET zelf dichtduwen.
De titel wordt getoond in het onderste deel van het hoofddisplay van de display. (Als de titel te lang is om in één keer in het venster weer te geven, komt de titel als een lichtkrant over de display gerold).
Fragmenten op MD’s worden volgens dezelfde opnamelengtefunctie afgespeeld als waarin deze op de MD zijn opgenomen. Zodra het afspelen van een MD begint, gaat de indicator voor de opnamelengtefunctie van de spelende fragment aan verschijnen in het hoofddisplay.
SP: Geeft aan dat de fragment in de standaardfunctie voor
LP2: Geeft aan dat de fragment is opgenomen in een modus die
LP4: Geeft aan dat de fragment is opgenomen in een modus die
Zie bladzijde 38 voor details.
*2
Als de MD of de fragment een titel heeft
Over de opnamelengtefunctie
stereo-opnames op deze eenheid of op een MD-recorder die niet met MDLP compatibel is, is opgenomen (zie hieronder).
twee maal zoveel opnametijd in stereo geeft.
vier maal zoveel opnametijd in stereo geeft.
MDLP maakt gebruik van een nieuwe geluidscompressiemethode (ATRAC3) en een functie die twee (of vier) keer zoveel opname- en afspeeltijd geeft. Het MDLP-logo treft u aan op MD-recorders en MD-spelers die MDLP-compatibel zijn. Het logo staat ook op voorbespeelde MD’s die volgens de ATRAC3-methode zijn opgenomen (niet op MD’s die u leeg koopt).
Basisbediening van de MD-decks
Tijdens het afspelen van een MD kunt u de volgende handelingen verrichten.
Tijdelijk pauzeren van de weergave
Druk op de toets MD 3/8.
De MD indicator en de verstreken weergavetijd knipperen op het display.
• Indien de pieptoon voor toetsdrukken is geactiveerd (zie bladzijde 11), wordt gedurende de pauze steeds een pieptoon weergegeven.
Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nogmaals op de toets MD 3/8.
Tijdens het afspelen een bepaalde passage van een fragment opzoeken
Druk op de toets ¢ of 4 en houd deze ingedrukt.
¢: Snel vooruit spoelen van fragmenten.
4: Snel achteruit spoelen van fragmenten.
– 27 –
vervolg
Naar een andere fragment gaan
Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4.
¢: Voor het verspringen naar het volgende fragment
of daarop volgende fragmenten.
4: Voor het verspringen naar het begin van het
spelende fragment of daarvoor liggende fragmenten.
Rechtstreeks naar een andere fragment gaan met behulp van de cijfertoetsen
ALLEEN met de afstandsbediening:
Met de cijfertoetsen kunt u meteen het nummer van de fragment selecteren die u wilt afspelen.
Bijv.: Druk voor fragmentnummer 5 op de toets met het
cijfer 5. Druk voor fragmentnummer 15 op de toets +10 en daarna op 5. Druk voor fragmentnummer 20 op de toets +10 en daarna op 10. Druk voor fragmentnummer 32 op de toets +10, +10, +10 en daarna op 2.
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Door iedere druk op de toets DISP/CHARA, verandert de afspelen informatie op het hoofddisplay als volgt:
Tijdens afspelen of pauze:
1
2
Meer over de MD-indicator
Er is een MD
geplaatst
Tijdens
weergave
Tijdens
pauze
Voorkomen van het uitwerpen van een disc Disc-vergrendeling
U kunt voorkomen dat een disc en MD per ongeluk uit het toestel worden verwijderd door de disc te vergrendelen.
ALLEEN met de hoofdeenheid:
Voorkomen van het uitwerpen van een disc
Druk met het toestel standby geschakeld op REV.MODE terwijl u 7 indrukt.
“LOCKED” in het hoofddisplay wordt weergegeven even en de geplaatste discs (zowel disc als MD) zijn vergrendeld.
Wanneer u probeert de vergrendelde discs uit te werpen
“LOCKED” wordt weergegeven ten teken dat de discs zijn vergrendeld.
Voor het annuleren van de vergrendeling en ontgrendelen van discs, moet u de hierboven beschreven
handelingen herhalen. “UNLOCKED” in het hoofddisplay wordt weergegeven even en de geplaatste discs (zowel disc als MD) zijn nu ontgrendeld.
Nederlands
3
4
Kloktijd
1 Spelende fragmentnummer 2 Spelende groepnummer 3 Opnamelengtefunctie en
verstreken weergavetijd
*1
*2
4 Opnamelengtefunctie 5 Resterende
5
opnametijd
Wanneer de MD-recorder is gestopt:
1
2
3
4
Kloktijd
1 Totaal aantal fragmenten 2 Totaal aantal groepen
*1
Indien het huidige fragment niet tot een groep behoort of indien de disc geen groepen heeft, zal “– –” worden getoond.
*2
Indien het huidige fragment of de disc een titel heeft, zal de titel even worden getoond.
*3
Indien een fragment, groep of disc geen titel heeft, zal “NO TITLE” verschijnen.
3 Totale weergavetijd
*1
4 Resterende opnametijd
*2
Programmeren van fragmenten voor weergave in de gewenste volgorde Geprogrammeerde weergave
U kunt de volgorde van fragmenten voor weergave als gewenst vastleggen. U kunt maximaal 32 fragmenten
*3
programmeren.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Plaats een MD.
2
Druk op de toets MD 3/8, en daarna op de toets 7.
De afspeelbron wordt gewijzigd in “MD”.
3
Druk herhaaldelijk op de toets PLAY MODE zodat de vermelding “MD PROGRAM” in het hoofddisplay wordt weergegeven.
De PRGM (Programma) indicator licht op het display op.
• Door iedere druk op de toets, verandert de
weergavefunctie als volgt:
MD PROGRAM
Normale
weergave
MD RANDOM
MD GROUP
– 28 –
4
Selecteer de fragmenten met behulp van de cijfertoetsen.
Raadpleeg “Rechtstreeks naar een andere fragment gaan met behulp van de cijfertoetsen” op de vorige bladzijde voor het gebruik van de cijfertoetsen.
PRGM indicator
fragmentnummer
Bijv.: Er zijn 7 fragmenten geprogrammeerd.
5
Druk op de toets MD 3/8.
De fragmenten worden afgespeeld in de volgorde waarin deze hebt geprogrammeerd. De geprogrammeerde weergave stopt nadat alle
Nederlands
geprogrammeerde fragmenten zijn weergegeven (indien de herhaalde weergave niet is geactiveerd).
Als u het stoppen van de weergave, drukt u op de toets 7. Het laatst geprogrammeerde fragmentnummer en de totale speelduur verschijnen in het hoofddisplay.
Als u de geprogrammeerde weergavefunctie wilt verlaten, drukt u voor of na het weergave herhaaldelijk op
de toets PLAY MODE zodat de eenheid in een andere weergavefunctie terechtkomt (Willekeurige weergave, Groepweergave of Normale weergave).
Stapnummer
Totale speelduurLaatst geprogrammeerde
De inhoud van een programma bekijken
U kunt de samenstelling van een programma bekijken voordat u overgaat tot het afspelen van de geprogrammeerde fragmenten. Druk hiertoe op de toets ¢ of 4.
¢: De geprogrammeerde fragmenten worden in de
4: De geprogrammeerde fragmenten worden in
geprogrammeerde volgorde weergegeven.
omgekeerde volgorde weergegeven.
Het programma wijzigen
Voordat u begint met afspelen, kunt u de laatst geprogrammeerde fragment uit het programma wissen door op de afstandsbediening op de toets CANCEL te drukken. Door iedere druk op de toets, wordt de fragment die als laatste is geprogrammeerd uit het programma verwijderd.
Als u fragmenten aan het programma wilt toevoegen voordat u met weergave begint, hoeft u alleen maar de
nummers van de fragmenten op te geven die u aan het programma wilt toevoegen.
Als u het gehele programma wilt wissen, drukt u op de toets MD 0 om de MD uitewerpen.
• Ook als u de eenheid uitschakelt, wordt het programma gewist.
U hebt geprobeerd een fragment te programmeren van een MD-lade die leeg is, of de door u opgegeven fragment bestaat niet op de MD (bijvoorbeeld wanneer u fragment 14 selecteert op een MD met slechts 12 fragmenten). Dergelijke pogingen worden genegeerd.
Als uw opgave wordt genegeerd
De vermelding “MEMORY FULL” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
De totale speelduur wordt niet meer getoond. (Er verschijnt “– – : – –”).
Als u probeert om een 33ste stap te programmeren
Als de totale speelduur 150 minuten of meer bedraagt
Weergave in een willekeurige volgorde —Willekeurige weergave
De fragmenten van de geplaatste MD worden kris-kras doorelkaar, in een willekeurige volgorde afgespeeld.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Plaats een MD.
2
Druk op de toets MD 3/8, en daarna op de toets 7.
De afspeelbron wordt gewijzigd in “MD”.
3
Druk herhaaldelijk op de toets PLAY MODE zodat de vermelding “MD RANDOM” in het hoofddisplay wordt weergegeven.
De RANDOM indicator licht op het display op.
• Door iedere druk op de toets, verandert de weergavefunctie als volgt:
MD PROGRAM
Normale
weergave
4
Druk op de toets MD 3/8.
De fragmenten worden nu in volstrekt willekeurige volgorde afgespeeld.
RANDOM indicator
Spelende
Opnamelengtefunctie van het spelende fragment
Het in willekeurige volgorde afspelen van fragmenten stopt zodra alle fragmenten één keer zijn afgespeeld.
Als u het afspelen van een fragment wilt overslaan,
drukt op de toets ¢.
• Het is niet mogelijk om met de toets 4 naar een vorige
fragment.
Als u het stoppen van de weergave, drukt u op de toets 7.
Als u de willekeurige weergavefunctie wilt verlaten, drukt
u voor of na het weergave herhaaldelijk op de toets PLAY MODE zodat de eenheid in een andere weergavefunctie terechtkomt (Groepweergave, Normale weergave of Geprogrammeerde weergave).
fragmentnummer
MD RANDOM
MD GROUP
Spelende groepnummer
Verstreken weergavetijd
– 29 –
Weergave van fragmenten in een groep Groepweergave
U kunt de fragmenten van een groep afspelen.
• Zie bladzijden 45 t/m 53 voor het maken of monteren van groepen.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Plaats een MD met een groep of groepen.
2
Druk op de toets MD 3/8, en daarna op de toets 7.
De afspeelbron wordt gewijzigd in “MD”.
3
Druk herhaaldelijk op de toets PLAY MODE zodat de vermelding “MD GROUP” in het hoofddisplay wordt weergegeven.
De GROUP indicator licht op het display op.
• Door iedere druk op de toets, verandert de als volgt:
MD PROGRAM
Normale
weergave
4
Druk op de toets GROUP SKIP of GROUP
SKIP
• GROUP SKIP
• GROUP SKIP : Voor het kiezen van lagere
Het eerste fragment
om een groep te kiezen.
: Voor het kiezen van hogere
van groep 5
MD RANDOM
MD GROUP
groepnummers.
groepnummers.
GROUP indicator
Spelende groepnummer
Voor het naar een andere groep gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets GROUP SKIP SKIP
• GROUP SKIP
• GROUP SKIP
Als u het stoppen van de weergave, drukt u op de toets 7.
Als u de groepweergavefunctie wilt verlaten, drukt u
voor of na het weergave herhaaldelijk op de toets PLAY MODE zodat de eenheid in een andere afspeelmodus terechtkomt (Normale weergave, Geprogrammeerde weergave of Willekeurige weergave) weergavefunctie.
• Door een druk op een van de cijfertoetsen wordt de
tijdens het Groepweergave.
: Voor het verspringen naar het eerste
fragment van de volgende groep of daarop volgende groep.
: Voor het verspringen naar het eerste
fragment van de spelende groep of voorgaande groep.
groepweergave tevens geannuleerd en start de normale weergave vanaf het fragment dat met de cijfertoets is gekozen.
of GROUP
Herhalen van fragmenten of MD Herhaalde weergave
U kunt alle fragmenten, de geprogrammeerde fragmenten, het spelende fragment of de spelende groep zo vaak als u maar wilt herhalen.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Als u herhaald wilt afspelen, drukt u voor of tijdens het
afspelen op de toets REPEAT.
• Door iedere druk op de toets, verandert de herhaaldfunctie als volgt:
MD REPEAT ALL
MD REPEAT 1
Nederlands
De opnamelengtefunctie van het eerste fragment
Bijv.: Met groep 5 gekozen.
5
Druk op de toets MD 3/8.
De fragmenten van de gekozen groep worden nu weergegeven.
• Indien de geplaatste MD geen groepen heeft, worden alle fragmenten van de MD op dezelfde manier als bij normale weergave afgespeeld.
De groepweergave stopt nadat alle fragmenten van de gekozen groep zijn afgespeeld.
Voor het naar een ander fragment uit dezelfde groep gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets ¢ of 4.
¢: Voor het verspringen naar het volgende fragment
of daarop volgende fragmenten.
4: Voor het verspringen naar het begin van het
spelende fragment of daarvoor liggende fragmenten.
Totale weergavetijd van het eerste fragment
MD REPEAT OFF
(geannuleerd)
“MD REPEAT ALL”:
• Voor de normale of willekeurige weergavefunctie:
• Voor de groepweergavefunctie:
• Voor de geprogrammeerde weergavefunctie:
De
indicator licht op het display op.
“MD REPEAT 1”:
Herhaalt één fragment. De
indicator licht op het display op.
“MD REPEAT OFF”:
Annuleert het herhaaldfunctie.
• De herhaalde weergave wordt tevens uitgeschakeld wanneer u de MD uitwerpt of het eenheid uitschakelt.
Als u het stoppen van de weergave, drukt u op de toets 7.
Alle fragmenten van de MD worden herhaald.
Alle fragmenten van een groep worden herhaald.
Alle fragmenten van het programma worden herhaald.
– 30 –
Opzoeken van fragmenten voor weergave MD-titelzoeken
U kunt fragmenten aan de hand van hun titels opzoeken en dan afspelen. Zie bladzijden 59 en 60 voor details aangaande het invoeren van titels.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Plaats een MD.
2
Druk op de toets MD 3/8, en daarna op de toets 7.
De afspeelbron wordt gewijzigd in “MD”.
3
Druk op de toets TITLE SEARCH.
De TITLE SEARCH indicator licht op het display op. De normale weergavefunctie wordt geactiveerd. “TITLE” en de plaats voor het invoeren van tekens
Nederlands
verschijnen op het hoofddisplay.
TITLE SEARCH indicator
Set tekens
4
Voer het (de) teken(s) in van de fragmenttitel die u wilt opzoeken.
U kunt maximaal 5 tekens invoeren. Het eenheid zoekt naar fragmenten waarvan de titels overeenkomen met de door u ingevoerde tekens.
• U kunt tevens fragmenten zonder titel opzoeken. Ga in dat geval naar stap
1) Druk op de toets DISP/CHARA om het gewenste
set tekens te kiezen.
• Door iedere druk op de toets, verandert het set tekens als volgt:
Hoofdletters &
symbolen
5
Aanduiding voor invoeren tekens
zonder een teken in te voeren.
Kleine letters &
Cijfers
symbolen
2) Druk op de tekeninvoertoets voor het teken dat u wilt invoeren.
Bijv.:
• Voor het invoeren van een “A” of “a”, drukt u
éénmaal op de toets ABC. Voor het invoeren van een “B” of “b”, drukt u tweemaal op de toets ABC. Voor het invoeren van een “C” of “c”, drukt u driemaal op de toets ABC.
• Voor het invoeren van een symbool, drukt u
herhaaldelijk op de toets MARK totdat het gewenste symbool wordt getoond.
• Voor het invoeren van een cijfer, drukt u op 0 t/m 9.
• Voor het invoeren van een spatie tijdens het
invoeren van een titel, drukt u tweemaal op de toets
• Voor het verplaatsen van de positie voor het
invoeren van een teken tijdens het invoeren van een titel, drukt u op de toets
• Indien u een fout teken heeft ingevoerd, drukt u
op of om het te corrigeren teken te kiezen en drukt u vervolgens op CANCEL om het te wissen.
3) Herhaal stappen invoeren van de andere tekens.
• Indien u een teken die onder de in stap
4
moet u eerst op de toets positie voor het invoeren naar rechts te verplaatsen.
5
Druk op de toets ENTER.
“SEARCH • • •” rolt over en de TITLE SEARCH indicator begint op het display te knipperen. Het eenheid zoekt nu naar een fragment.
• Indien een fragment dat voldoet aan de ingevoerde
titel is gevonden, zal de weergave van dit fragment starten. (Na weergave van het fragment, start het eenheid het zoeken naar een ander overeenkomend fragment.)
• Indien geen fragment dat voldoet aan de ingevoerde
titel kan worden gevonden, zal “SEARCH END” op het hoofddisplay worden getoond en de normale weergave worden hervat (de TITLE SEARCH indicator dooft van het display).
Voor het overslaan van het spelende fragment en het zoeken naar een volgende fragment, drukt u op de toets ¢.
.
of .
4
– 1) en 4 – 2) voor het
2) ingedrukte toets is vastgelegd wilt invoeren,
drukken om de
– 31 –
Voor het annuleren van het titelzoeken, drukt u op de toets TITLE SEARCH. De normale weergave wordt voortgezet indien u tijdens weergave of het zoeken op de toets drukt.
Hieronder ziet u de beschikbare symbolen:
(Blanco)
Weergave van cassettes
De vergroot getoonde toetsen in de afbeelding hieronder worden in dit gedeelte gebruikt en uitgelegd (bladzijde 33).
Afstandsbediening
Hoofdeenheid
TA/News/Info
Nederlands
– 32 –
Weergave van een cassette
U kunt type I cassettes weergave.
1
Druk op de toets ) (PUSH OPEN). De cassettehouder opent.
Als u het stoppen van de weergave, drukt u op de toets 7.
Als u het snel naar links spoelen, drukt u op de toets 4.
Als u het snel naar rechts spoelen, drukt u op de toets ¢.
Als u het verwijderen van de cassette, drukt u op de toets
) (PUSH OPEN).
2
Plaats een cassette met de kant waar de band blootligt onder.
Nederlands
3
Druk licht tegen ) (PUSH OPEN) om de cassettehouder te sluiten.
4
Druk op de toets TAPE 2 3. Het toestel wordt automatisch ingeschakeld en de cassette wordt afgespeeld.
• Door iedere druk op de toets, verandert de bandrichting als volgt:
TAPE indicator
Bandrichting (links naar rechts)
Wanneer het eind van de band wordt bereikt, stopt het deck automatisch indien de bandomkeerfunctie op of is gesteld. (Zie “Weergave van beide kanten— Omkeerfunctie” hier rechts).
) (PUSH OPEN)
Cassettehouder
Cassettehouder
: De voorkant wordt afgespeeld (van links
naar rechts).
: De achterkant wordt afgespeeld (van rechts
naar links).
Indicators bandomkeerfunctie en bandrichting
Druk NIET op ) (PUSH OPEN) tijdens het afspelen van de cassette.
Weergave van beide kanten—Omkeerfunctie
U kunt instellen of u slechts één kant of beide kanten van de cassette of beide kanten doorlopend wilt afspelen.
Druk op de toets REV.MODE.
• Door iedere druk op de toets, verandert de bandomkeerfunctie als volgt:
: Weergave van slechts één kant (voor- of
achterkant). : Eénmalige weergave van beide kanten. : Doorlopende weergave van de voor- en
achterkant.
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Door iedere druk op DISP/CHARA, wordt afwisselend de aanduiding van de bron en de tijd van de klok op het hoofddisplay getoond.
• Met een MD geplaatst, zal de resterende opnametijd van de MD (“REC REMAIN”) voor de aanduiding van de klok worden getoond.
• Het gebruik van C-120 of cassettes met een dunnere band wordt afgeraden aangezien de kwaliteit van deze cassettes snel afneemt en de band in veel gevallen vastloopt in het rolmechanisme van het cassettedeck.
• U kunt tevens type II en type IV cassettes afspelen, maar de geluidskwaliteit (tonen) is bij dergelijke cassettes echter mogelijk niet optimaal.
– 33 –
Luisteren naar externe apparatuur
De vergroot getoonde toetsen in de afbeelding hieronder worden in dit gedeelte gebruikt en uitgelegd (bladzijde 35).
Afstandsbediening
Hoofdeenheid
TA/News/Info
Nederlands
– 34 –
Luisteren naar externe apparatuur
FM
AM
AUX
U kunt muziek beluisteren van een externe apparaat, dat met de AUX/DVD aansluitingen op het achterpaneel van dit eenheid is verbonden.
• Controleer eerst dat het externe apparaat juist als volgt is verbonden:
4
Stel het volume van het eenheid op het gewenste niveau in.
5
Gebruik indien gewenst een geluidseffect.
• Zie bladzijde 14 voor het gebruik van geluidseffecten.
Nederlands
1
Druk herhaaldelijk op de toets FM/AM/AUX (of AUX/DVD van het hoofdeenheid) zodat “AUX” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
Met de afstandsbediening:
• Door iedere druk op de toets, verandert de bron als volgt:
2
Stel het volumeniveau van het eenheid op “VOLUME 0”.
3
Start de weergave van het externe apparaat.
• Zie de bij het externe apparaat geleverde
gebruiksaanwijzing voor details aangaande de bediening.
Sluit GEEN apparatuur aan zolang de stroom van de eenheid niet is uitgeschakeld.
Rechts
Externe apparatuur
Links
R
L
Naar AUX/DVD aansluitingen
SPEAKERS
R
L
R
L
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE 4~16
FM
AM
AUX
Instellen van het audio-ingangsniveau
Indien het geluid van het met de AUX/DVD aansluitingen verbonden component te hard of niet hard genoeg is wanneer u van een bron naar “AUX” overschakelt (zonder het volumeniveau te hebben veranderd), kunt u het audio­ingangsniveau voor de AUX/DVD aansluitingen instellen.
1
Druk herhaaldelijk op de toets FM/AM/AUX (of AUX/DVD van het hoofdeenheid) zodat “AUX” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
Met de afstandsbediening:
• Door iedere druk op de toets, verandert de bron als volgt:
2
Houd SET met de afstandsbediening langer dan 2 seconden indrukt.
• Iedere keer dat u op de toets drukt en ingedrukt houdt, wordt afwisselend het “LEVEL 1” en “LEVEL 2” audio-ingangsniveau gekozen.
LEVEL 1”: Kies wanneer het geluid te hard klinkt
(basisinstelling).
LEVEL 2”: Kies wanneer het geluid niet hard
genoeg klinkt.
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Door iedere druk op DISP/CHARA, wordt afwisselend de aanduiding van de bron en de tijd van de klok op het hoofddisplay getoond.
• Met een MD geplaatst, zal de resterende opnametijd van de MD (“REC REMAIN”) voor de aanduiding van de klok worden getoond.
– 35 –
Opname
De vergroot getoonde toetsen in de afbeelding hieronder worden in dit gedeelte gebruikt en uitgelegd (bladzijden 37 t/m 43).
Bij het maken van opnames gebruikt u hoofdzakelijk de toetsen op de hoofdeenheid.
Hoofdeenheid
Nederlands
Afstandsbediening
TA/News/Info
– 36 –
Wat u dient te weten voordat u opnames gaat maken op een MD
Het is niet toegestaan opnames te maken van materiaal waarop copyright berust of dit materiaal af te spelen zonder uitdrukkelijke toestemming van degene bij wie het copyright berust.
• Opnames die worden gemaakt op MD’s waarop al enkele opnames staan, worden achter de laatst opgenomen fragment geplaatst. Reeds opgenomen fragmenten worden hierdoor niet gewist of overschreven. Als u op een dergelijke MD opnames aan het begin van de MD wilt plaatsen, moet u de inhoud van de MD eerst wissen (zie uitleg over “Wissen van alle fragmenten—ALL ERASE” op bladzijde 58).
• Zodra een MD vol is, stopt het opnemen automatisch.
• Het opnameniveau wordt automatisch goed ingesteld. Het opnameniveau staat dus los van het volumeniveau. U kunt tijdens het maken van een opname dus het volumeniveau aan uw wensen aanpassen zonder dat dit gevolgen voor de opname heeft.
• Tijdens het opnemen kunt u het sound mode-effect en/of het AHB PRO (Active Hyper Bass PRO) effect via de speakers of hoofdtelefoons horen. Het geluid wordt echter zonder deze effecten opgenomen (zie bladzijde 14).
• U kunt een audio CD digitaal op een MD opnemen. Als u FM, AM (MG/LG), TAPE of AUX als de bron selecteert, kunt u alleen analoge opnames maken.
• U kunt niet meer dan 254 fragmenten op een MD opnemen, ook als de resterende opnametijd op de MD nog voldoende is.
Nederlands
Over fragment-markeringen
Tijdens het afspelen van een MD kunt u naar een andere fragment gaan. Dit is mogelijk doordat aan het begin van elke fragment een markering is aangebracht. Hierdoor is elke fragment gemakkelijk op te sporen. Zo’n markering wordt een “fragment-markering” genoemd. Alles wat zich tussen twee van zulke markeringen bevindt, wordt een “fragment” genoemd.
Bij gebruik van CD-synchroonopname, er wordt
automatisch een fragmentmarkering bij het begin van ieder fragment gemaakt. U kunt niet handmatig fragmentmarkeringen aanbrengen.
Bij het maken van opnames van een analoge bron zoals een FM-/AM (MG/LG) -uitzending, wordt er geen markering aangebracht. Dit betekent dat de MD-recorder in zo’n geval de hele opname als één fragment beschouwt (fragment 1). U kunt binnen deze fragment dan niet rechtstreeks een bepaalde passage of een bepaald lied selecteren.
De MD-recorder beschouwt een pauze van drie seconden of meer als een scheiding tussen twee fragmenten. De recorder zal in dergelijke gevallen automatisch een fragmentmarkering aanbrengen.
Voorkomen dat u belangrijke opnames per ongeluk wist
Op MD die geschikt zijn voor het maken van opnames bevindt zich een wispreventielipje waarmee u belangrijke opnames kunt beveiligen. Schuif het lipje na het maken van een opname of edit-bewerking open om te voorkomen dat de opname per ongeluk kan worden gewist. U kunt dan geen nieuwe opnames meer maken of opnames bewerken. (Als u dit toch probeert, verschijnt de melding “DISC PROTECTED” op het hoofddisplay wordt weergegeven). Als u nieuwe opnames op de MD wilt maken, opnames wilt bewerken, of de MD wilt wissen, moet u het wispreventielipje weer sluiten.
Wispreventielipje
Als u handmatig een fragmentmarkering wilt aanbrengen terwijl u van een analoge bron opneemt,
moet u op de plaats waar u de fragmentmarkering wilt aanbrengen op de afstandsbediening op de toets SET drukken.
Als u na het maken van een opname fragment
-markeringen wilt aanbrengen, moet u gebruik maken
van de functie DIVIDE (zie bladzijde 55).
– 37 –
Het maken en bewerken van opnames is mogelijk
Als de vermelding “PLAYBACK DISC” op het hoofddisplay wordt weergegeven wanneer u een opname op een MD probeert te maken
Deze MD is alleen geschikt om af te spelen en niet om opnames op te maken (zie bladzijde 70).
Deze MD is beveiligd: het maken en bewerken van opnames is niet mogelijk
Meer opnametijd in stereo (MDLP: MD Long Play)
Met conventionele MD-recorders kan alleen meer tijd op een MD beschikbaar worden gemaakt door opnames in mono in plaats van in stereo te maken. Dankzij een nieuwe technologie kunt u met deze eenheid echter 2 of 4 keer zoveel geluid op een MD opnemen zonder het stereo-effect te hoeven inleveren.
Dankzij MDLP kunnen songs (fragmenten) met verschillende opnamelengtemodi op een en dezelfde MD worden opgenomen: SP (standaardlengte), LP2 (2 keer de standaardlengte) en LP4 (4 keer de standaardlengte). SP: Staat voor standaard-tijd stereo opname. De
hoeveelheid tijd die voor opname kan worden gebruikt is hetzelfde als de tijd die op de verpakking van de MD is aangegeven.
LP2:Staat voor 2 keer zo lange tijd stereo opname. De
hoeveelheid tijd die voor opname kan worden gebruikt is het dubbele van de tijd die op de verpakking van de MD is aangegeven.
LP4:Staat voor 4 keer zo lange tijd stereo opname. De
hoeveelheid tijd die voor opname kan worden gebruikt is vier keer de tijd die op de verpakking van de MD is aangegeven.
VERGEET NIET de beschikbare opnametijd op de MD te controleren voordat u met opnemen begint
De beschikbare opnametijd op een MD wordt berekend en weergegeven op basis van de opnamelengtemodus (SP/LP2/LP4) die is geselecteerd. Controleer voordat u met opnemen begint of de Recording Timer gebruikt eerst de resterende opnametijd op de MD volgens de verschillende opnamelengtemodi en bepaal vervolgens welke opnamelengtemodus (SP/LP2/LP4) u wilt gebruiken.
De beschikbare opnametijd controleren
1
Plaats een MD waarop u kunt opnemen.
2
Kies de op te nemen bron.
3
Druk herhaaldelijk op de toets DISP/CHARA totdat “REC REMAIN” en de resterende tijd gebaseerd op de huidige opnamefunctie* op het hoofddisplay wordt weergegeven.
* Indien “MD” als bron is gekozen, wordt de resterende
opnametijd op basis van de SP functie getoond.
Waarschuwingen aangaande het maken van extra lange opnames in stereo
Wat u dient te weten nadat u op deze eenheid extra lange stereo-opnames op een MD hebt gemaakt:
• Songs (fragmenten) die met een van de twee extra lange opnamelengtemodi zijn opgenomen (2x of 4x de standaardlengte), kunnen alleen worden afgespeeld op eenheden die de MDLP-methode ondersteunen en waarop ook extra lange opnames in stereo kunnen worden gemaakt, anders wordt “LP:” weergegeven en wordt de desbetreffende fragment geluidloos afgespeeld.
• Tijdens het bewerken van songs (fragmenten) met de edit-functies is het niet mogelijk om fragmenten samen toe voegen (JOIN) die met verschillende opnamelengtemodi (SP/LP2/LP4) zijn opgenomen.
• Het is met deze eenheid niet mogelijk om extra lange opnames
• De geluidskwaliteit neemt af naarmate u de opnametijd van
Meer informatie over MDLP
in mono te maken.
een MD verlengt: een geringe afname bij LP2, en een aanzienlijke afname bij LP4. Voor de beste opnamekwaliteit wordt de standaardlengte (SP) aangeraden.
Nederlands
Over het met hoge snelheid maken van opnames
Opname met hoge snelheid wordt in de halve of een­vierde tijd van de normale opnamesnelheid uitgevoerd.
Voor het maken van opnames met hoge snelheid (opname met x2 snelheid; twee keer zo snel als opname met normale snelheid, opname met x4 snelheid; vier keer zo snel als opname met normale snelheid) gelden enkele beperkingen om het copyright te beschermen (High­speed Copy Management System of HCMS: zie bladzijde 68).
Deze eenheid is zodanig ontworpen dat een song (fragment) die vanaf CD op MD is opgenomen, de eerste 74 minuten nadat het maken van de opname is begonnen niet opnieuw kan worden opgenomen.
Als u toch binnen 74 minuten probeert dezelfde song (fragment) opnieuw op te nemen, wordt het opnemen geannuleerd en verschijnt de waarschuwing “HCMS CANNOT COPY” in het hoofddisplay.
DENK ERAAN dat als u een programma hebt samengesteld met daarin een song (fragment) die u binnen de tijdslimiet al eerder hebt opgenomen, het opnemen met hoge snelheid zal stoppen bij het begin van die song (fragment). (De vermelding “HCMS CANNOT COPY” op het hoofddisplay weergegeven).
Tijdens het met hoge snelheid maken van opnames
Het is niet mogelijk om naar een afspeelbron te luisteren en het is derhalve ook niet mogelijk om het volumeniveau aan te passen (de vermelding “CANNOT LISTEN” wordt weergegeven om aan te geven dat u geen afspeelbron kunt beluisteren).
Meer over x4 snelheid opname
• U kunt de x4 snelheid opname uitsluitend kiezen indien u SP voor de opnamelengtefunctie heeft ingesteld.
• Opname met de geprogrammeerde of willekeurige weergavefunctie is niet mogelijk indien u de x4 opnamesnelheid heeft gekozen.
– 38 –
Instellen van de opnamefuncties voor MD
Alvorens op MD’s op te nemen, moet u de opnamelengtefunctie (SP/LP2/LP4), “LP:”-voorvoegselfunctie en de groepopnamefunctie instellen.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Instellen van de opnamelengtefunctie
De opnamelengtefunctie kan voor iedere bron worden ingesteld en vastgelegd.
1) Kies de op te nemen bron.
2) Druk op de toets SP/LP2/LP4.
• Door iedere druk op de toets, verandert de opnamelengtefunctie als volgt: SP: De opname wordt met de standaardtijd stereo
gemaakt. De SP indicator licht op het display op.
LP2*: De opname wordt met een 2 keer zo lange tijd
stereo gemaakt. De LP2 indicator licht op het
Nederlands
* Met LP2 of LP4 gekozen, kan een disc niet met x4 de
Instellen van “LP:” voorvoegselfunctie
U kunt kiezen of u wel of niet “LP:” wilt toevoegen voor de titel van fragmenten die met de stereo verlengde opnamefunctie (LP2 of LP4) zijn opgenomen.
Druk op de toets LP:.
• Door iedere druk op de toets, wordt de “LP:” voorvoegselfunctie afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
“(LP:) ON”:
“(LP:) OFF”:
Instellen van de groepopnamefunctie
U kunt gemakkelijk tijdens opname een nieuwe groep maken met de groepopnamefunctie.
Druk op de toets GROUP REC.
• Door iedere druk op de toets wordt de groepopnamefunctie afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
“MD GROUP ON”:
“MD GROUP OFF”:
display op.
LP4*: De opname wordt met een 4 keer zo lange tijd
stereo gemaakt. De LP4 indicator licht op het display op.
snelheid worden opgenomen.
“LP:” wordt voor de fragmenttitel toegevoegd. Het totaal aantal tekens dat u voor een MD kunt invoeren, wordt minder. (Zie bladzijde 59 voor details.)
“LP:” wordt niet voor de fragmenttitel toegevoegd.
Alle in één sessie opgenomen fragmenten in een groep geplaatst. De GROUP indicator licht op het display op.
De groepopnamefunctie wordt uitgeschakeld. De GROUP indicator dooft van het display.
Opname van een CD op een MD —CD-synchroonopname
Met gebruik van de CD-synchroonopnamefunctie wordt de CD-afspelen en MD-opname tegelijkertijd gestart en gestopt.
1
Plaats de disc.
Druk na het plaatsen van de disc op de toets CD 3/8, en daarna op de toets 7 alvorens naar de volgende stap te gaan.
• U kunt indien gewenst fragmenten voor opname programmeren (zie bladzijde 24) of de willekeurige weergavefunctie (zie bladzijde 25) gebruiken.
2
Plaats een voor opname geschikte MD in de MD-houder.
• Stel de MD opnamelengtefunctie, “LP:” voorvoegselfunctie en groepopnamefunctie in (zie de linker kolom op de bladzijde).
3
Druk op x1,2,4 van de afstandsbediening om de gewenste opnamesnelheid te kiezen.
• Door iedere druk op de toets, verandert de opnamesnelheid als volgt:
x1
(Normale snelheid)
x4
(4 keer de normale snelheid)
4
Druk op de toets ONE TOUCH MD REC van het hoofdeenheid.
De opname start en de MD REC indicator begint op het display te knipperen.
• Indien u een fragment kiest met ¢ of 4 voordat u op ONE TOUCH MD REC drukt, start de opname vanaf het gekozen fragment (uitgezonderd indien de geprogrammeerde weergavefunctie is gekozen).
• De x4 opnamesnelheid kan niet worden gebruikt indien u de geprogrammeerde of willekeurige weergavefunctie voor opname heeft gekozen. (“CANNOT REC x1 or x2 ONLY” wordt weergegeven).
MD opname-indicators Resterende weergavetijd
Fragmentnummer van de disc die wordt opgenomen
Bijv.: Fragment 1 van een disc wordt niet met LP2 en
de groepopnamefunctie met de normale snelheid (x1) op een MD opgenomen.
Na de opname stoppen zowel de CD-speler als de MD-recorder automatisch.
Als u het opnemen van de weergave, drukt u op de toets 7. De vermelding “WRITING” knippert korte tijd op het hoofddisplay.
x2
(2 keer de normale snelheid)
Resterende opnametijd
– 39 –
Opname van een enkel fragment tijdens afspelen of pauze
ALLEEN met het hoofdeenheid:
Tijdens weergave of pauze van een fragment dat u wilt opnemen, drukt u op ONE TOUCH MD REC.
De weergave van dit fragment wordt nu gestopt en vervolgens opnieuw vanaf het begin afgespeeld, waarbij de MD-recorder de opname van dit fragment start.
• Na opname van het fragment wordt zowel de CD-speler als de MD-recorder automatisch gestopt.
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets DISP/CHARA.
• Door iedere druk op de toets, worden achtereenvolgend de opname-aanduidingen, spelende fragmentnummers van zowel de disc als de MD, en de klokaanduiding op het hoofddisplay weergegeven.
Bij opname van een CD-R/RW
U kunt geen digitale opname van een digitaal-gekopieerde CD-R/RW op een MD. “SCMS CANNOT COPY” wordt weergegeven op het hoofddisplay en de opname wordt analoog gemaakt (zie bladzijde 70). De opnamesnelheid wordt automatisch op x1 (normale snelheid) gesteld.
Opname van andere bronnen op een MD
1
Bereid de op te nemen bron voor. Voor opname van FM/AM (MG/LG) uitzendingen:
Druk op de toets FM/AM (of FM/AM/AUX van de afstandsbediening) om “FM” of “AM” te kiezen. Stem vervolgens op de gewenste voorkeurzender af.
• Zie bladzijden 17 en 18 voor details aangaande de bediening.
Voor opname van een cassette:
1) Plaats de cassette en druk vervolgens op de toets
TAPE 2 3, en dan op de toets 7 om “TAPE” als bron te kiezen.
2) Druk op de toets REV.MODE om de
bandomkeerfunctie te kiezen (zie bladzijde 33).
Voor opname van extern apparaat:
Druk op de toets AUX/DVD (of FM/AM/AUX van de afstandsbediening) om “AUX” te kiezen en maak de voorbereidingen voor weergave van het externe apparaat.
• Stel het audio-ingangsniveau indien nodig in (zie bladzijde 35).
• Zie de bij het externe apparaat geleverde gebruiksaanwijzing voor details aangaande de bediening.
2
Plaats een voor opname geschikte MD in de MD-houder.
• Stel de MD opnamelengtefunctie in, “LP:” voorvoegselfunctie en groepopnamefunctie in (zie “Instellen van de opnamefuncties voor MD” op bladzijde 39).
3
Druk op de toets ONE TOUCH MD REC van het hoofdeenheid.
De opname start en de MD REC indicator begint op het display te knipperen.
• Voor opname van het externe apparaat moet u de weergave pas starten nadat “AUX = MD” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
Bijv.: Opname van een cassette met
LP2 en groepopnamefunctie.
Als u handmatig tijdens het opnemen een fragmentmarkering wilt aanbrengen, moet u op de plaats
waar u de fragmentmarkering wilt aanbrengen op de afstandsbediening op de toets SET drukken.
Als u het opnemen van de weergave, drukt u op de toets 7. De vermelding “WRITING” knippert korte tijd op het hoofddisplay.
Bij opname van de externe apparatuur
De opname start automatisch indien geluidssignalen van de bron door dit eenheid worden ontvangen, en stopt automatisch indien er gedurende langer dan 30 seconden geen signalen worden ontvangen (geluidsynchroonopname).
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets DISP/CHARA.
• Door iedere druk op de toets, verandert de afspelen informatie op het hoofddisplay als volgt:
1
3
Kloktijd
Bijv.: Bij opname van een FM-uitzending.
1 Bronaanduiding 2 Resterende opnametijd 3 MD fragmentnummer 4 MD groepnummer (“– –” wordt weergegeven indien
groepopname niet is geactiveerd).
42
Nederlands
– 40 –
Wat u dient te weten voordat u opnames gaat maken op een cassette
Het is niet toegestaan opnames te maken van materiaal waarop copyright berust of dit materiaal af te spelen zonder uitdrukkelijke toestemming van degene bij wie het copyright berust.
• Het opnameniveau wordt automatisch goed ingesteld. Het opnameniveau staat dus los van het volumeniveau. U kunt tijdens het maken van een opname dus het volumeniveau aan uw wensen aanpassen zonder dat dit gevolgen voor de opname heeft.
• Tijdens het opnemen kunt u het sound mode-effect en/of het AHB PRO (Active Hyper Bass PRO) effect via de speakers of hoofdtelefoons horen. Het geluid wordt echter zonder deze effecten opgenomen (zie bladzijde 14).
• Het eenheid staat mogelijk te dicht bij de TV indien de door u gemaakte opnamen veel storing of statische ruis hebben. Plaats het eenheid in dat geval verder van de TV.
• U kunt voor het opnemen cassettes van het type I gebruiken.
De opnamen tegen wissen beveiligen
Aan de achterzijde van cassettes bevinden zich twee lipjes om te voorkomen dat er per ongeluk opnamen
Nederlands
worden gewist of nieuwe opnamen worden gemaakt. Verwijder deze lipjes om de opname tegen wissen te beveiligen. Als u toch wilt opnemen op een beveiligde cassette, moet u de gaatjes afdekken met plakband.
Plakband
Gebruik geen type II en type IV cassettes. Dit eenheid is namelijk niet geschikt voor dergelijke cassettes.
Het gebruik van C-120 of cassettes met een dunnere band wordt afgeraden aangezien de kwaliteit van deze cassettes snel afneemt en de band in veel gevallen vastloopt in het rolmechanisme van het cassettedeck.
De beste geluidskwaliteit voor opnemen en afspelen
De opnameknop, geleidewielen of pinnen van de cassettedecks trekken vuil aan en dit resulteert in:
• Verminderde geluidskwaliteit
• Onderbroken weergave van geluid
• Wegvallen van het geluid
• Onvolledig wissen
• Problemen met het maken van opnames
De koppen, pinnen en geleidewielen reinigen
Gebruik een wattenstaafje gedrenkt in alcohol.
Geleidewiel
Pin
Wiskop
Opname-/ weergavekop
– 41 –
De koppen ontmagnetiseren
Schakel het apparaat uit en gebruik een ontmagnetiseringsapparaat voor de koppen (verkrijgbaar in de elektronica- en audiowinkels).
Bij het begin en eind van cassettes
Cassettes hebben bij het begin en eind een aanloopstrook waarop niet kan worden opgenomen. Bij opname van disc, MD’s of radio-uitzendingen op een cassette moet u derhalve de cassette even voorbij deze aanloopstrook spoelen zodat u niet het begin of eind van een opname mist.
Opname op een cassette
U kunt uitsluitend type I cassettes voor opname gebruiken.
1
Bereid de op te nemen bron voor. Voor opname van een disc:
Plaats een disc. Druk na het plaatsen van de disc op de toets CD 3/8 en daarna op de toets 7 om “CD” als bron in te stellen.
• U kunt een programma maken (zie bladzijde 24) of de willekeurige weergavefunctie (zie bladzijde 25) voor opname gebruiken.
Voor opname van een MD:
Plaats een MD. Druk na het plaatsen van de MD op de toets MD 3/8, en daarna op de toets 7 om “MD” als bron in te stellen.
• U kunt een programma maken (zie bladzijde 28) of de willekeurige weergavefunctie (zie bladzijde 29) of de groepweergavefunctie (zie bladzijde 30) voor opname gebruiken.
Voor opname van FM/AM (MG/LG) uitzendingen:
Druk op de toets FM/AM (of FM/AM/AUX van de afstandsbediening) om “FM” of “AM” te kiezen. Stem vervolgens op de gewenste voorkeurzender af.
• Zie bladzijden 17 en 18 voor details aangaande de bediening.
Voor opname van een extern apparaat:
Druk op de toets AUX/DVD (of FM/AM/AUX van de afstandsbediening) om “AUX” te kiezen en maak de voorbereidingen voor weergave van het externe apparaat.
• Stel het audio-ingangsniveau indien nodig in (zie bladzijde 35).
• Zie de bij het externe apparaat geleverde gebruiksaanwijzing voor details aangaande de bediening.
2
Plaats een voor opname geschikte cassette in de cassettehouder.
3
Druk op de toets REV.MODE om de gewenste bandomkeerfunctie te kiezen.
• Door iedere druk op de toets, verandert de bandomkeerfunctie als volgt:
Opname op één kant.
* wordt tijdens opname getoond indien u
heeft gekozen.
Eénmalige opname op beide kanten.
*
4
Druk op de toets ONE TOUCH TAPE REC van het hoofdeenheid.
De opname start en de REC indicator begint op het display te knipperen.
• Indien u een fragment kiest met ¢ of 4 voordat u op ONE TOUCH TAPE REC drukt, start de opname vanaf het gekozen fragment (uitgezonderd indien de geprogrammeerde weergavefunctie is gekozen).
• Voor opname van het externe apparaat moet u de weergave pas starten nadat “AUX = TAPE” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
Als u het opnemen van de weergave, drukt u op de toets 7.
Opname van een enkel fragment van een CD/MD tijdens weergave
ALLEEN met het hoofdeenheid:
Tijdens weergave van een fragment van een CD of MD dat u wilt opnemen, drukt u op ONE TOUCH TAPE REC.
De weergave van dit fragment wordt nu gestopt en vervolgens opnieuw vanaf het begin afgespeeld, waarbij het cassettedeck de opname van dit fragment start.
• Na opname van het fragment wordt zowel de weergave als opname automatisch gestopt.
Indien u op ONE TOUCH TAPE REC drukt tijdens pauze van een fragment
De opname start vanaf dat punt.
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets DISP/CHARA.
• Door iedere druk op de toets wordt de informatie op het hoofddisplay verandert en verschijnt afwisselend de aanduiding voor opname en de klok.
Bij opname van een disc of MD
• Er wordt automatisch een blanco van 4-seconden voor ieder fragment op de cassette aangebracht. Voor opname zonder deze intervallen, moet u in stap 1 tweemaal op de toets CD 3/8 of MD 3/8 drukken en druk daarna op de toets ONE TOUCH TAPE REC.
• Indien een fragment van een slechts gedeeltelijk bij het eind van de voorkant van de cassette wordt opgenomen, wordt dit fragment geheel opnieuw op de andere kant van de cassette opgenomen (indien de bandomkeerfunctie op is gesteld). Indien het eind van de cassette wordt bereikt binnen 12 seconden vanaf het begin van een fragment, zal echter het voorgaande fragment opnieuw op de andere kant van de cassette worden opgenomen.
Nederlands
– 42 –
Opname van een CD op een MD en cassette—CD-synchroonopname
Met gebruik van deze opnamefunctie wordt de CD-weergave, MD-opname en cassette-opname tegelijkertijd gestart en gestopt.
1
Plaats de disc.
Druk na het plaatsen van de disc op de toets CD 3/8, en daarna op de toets 7 alvorens naar de volgende stap te gaan.
• U kunt indien gewenst fragmenten voor opname programmeren (zie bladzijde 24) of de willekeurige weergavefunctie (zie bladzijde 25) gebruiken.
2
Plaats een voor opname geschikte MD in de MD-houder en een voor opname geschikte cassette in de cassettehouder.
Voor de MD:
Nederlands
Stel de MD opnamelengtefunctie in, “LP:” voorvoegselfunctie en groepopnamefunctie in (zie “Instellen van de opnamefuncties voor MD” op bladzijde 39).
Voor de cassette:
Druk op de toets REV.MODE om de bandomkeerfunctie ( ) te kiezen.
3
Druk op x1,2,4 op de afstandsbediening om x1 (normale opnamesnelheid) te kiezen.
• U kunt de x2 of x4 opnamesnelheid niet gebruik en. (“CANNOT REC x1 REC ONLY” wordt in stap hieronder getoond indien u niet de normale snelheid heeft gekozen).
4
Druk op de toets MD&TAPE REC.
De CD weergave en de opname start.
• Indien u een fragment kiest met ¢ of 4 voordat u op MD&TAPE REC drukt, start de opname vanaf het gekozen fragment (uitgezonderd indien de geprogrammeerde weergavefunctie is gekozen).
De MD REC en REC indicators beginnen te knipperen op de display.
MD en cassette opname-indicators
Resterende weergavetijd
Opname van een enkel fragment tijdens afspelen of pauze
ALLEEN met de hoofdeenheid:
Tijdens weergave of pauze van een fragment dat u wilt opnemen, drukt u op MD&TAPE REC.
De weergave van dit fragment wordt nu gestopt en vervolgens opnieuw vanaf het begin afgespeeld, waarbij de MD-recorder en het cassettedeck de opname van dit fragment starten.
• Na opname van het fragment wordt zowel de weergave als opname automatisch gestopt.
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets DISP/CHARA.
• Door iedere druk op de toets wordt de informatie op het hoofddisplay verandert en verschijnt afwisselend de aanduiding voor opname en de klok.
U kunt geen digitale opname van een digitaal-gekopieerde CD-R/RW op een MD. “SCMS CANNOT COPY” wordt
4
weergegeven op het hoofddisplay en de opname wordt analoog gemaakt (zie bladzijde 70).
Er wordt geen blanco van 4-seconden voor ieder fragment op de cassette aangebracht.
Bij opname van een CD-R/RW
Bij tegelijk opnemen op een MD en cassette
Fragmentnummer van de disc die wordt opgenomen
Na de opname schakelen de CD-speler, MD-recorder en het cassettedeck automatisch in de stopfunctie.
Als u het opnemen van de weergave, drukt u op de toets 7. De vermelding “WRITING” knippert korte tijd op het hoofddisplay.
Resterende opnametijd
– 43 –
Monteren van MD’s
De vergroot getoonde toetsen in de afbeelding hieronder worden in dit gedeelte gebruikt en uitgelegd (bladzijden 45 t/m 60).
Afstandsbediening
Hoofdeenheid
TA/News/Info
Nederlands
– 44 –
Begeleiding—MD-groepfuncties
Behalve de normale MD-montagefuncties (die we voor dit toestel “fragmentmontagefuncties” noemen) beschikt u over MD-groepfuncties waarmee u fragmenten in groepen op uw MD kunt classificeren.
Classificeren van fragmenten op een MD
Met MDLP kunt u meer fragmenten dan normaal op een enkele MD opnemen. U kunt bijvoorbeeld meerdere fragmenten van diverse bronnen—CD’s, FM, enz.—op uw MD opnemen.
U kunt in dat geval fragmenten bijvoorbeeld per bron, per album of per artiest classificeren zodat u later uw liedjes van uw favoriete zanger/es gemakkelijk kunt beluisteren.
Fragmentnummer
Nederlands
1A23456
BBBBB
Fragment
1
23456
A
BBBBB
Groep 1 Groep 2
In de afbeelding hierboven zijn er 5 verschillende genres (vanaf A t/m E) fragmenten op de MD. Met de MD­groepfuncties kunt u een groep maken van bijvoorbeeld de genre B fragmenten die vervolgens tot Groep 1 behoren.
Door groepen op een MD te maken, kunt u de fragmenten bijvoorbeeld per genre—albumtitel, zanger/es, enz. classificeren. U kunt tevens een naam voor iedere groep vastleggen (zie bladzijden 59 en 60).
78
CCDE
78
CC9D10E
910
Groep 3
Gebruik van MD-groepfuncties
U beschikt over de volgende MD-groepfunctie: groepweergave, groepopname en groepmontage.
• Groepweergave (zie bladzijde 30):
U kunt de gewenste groep afspelen en herhalen zonder eerst een programma te maken: U kunt bijvoorbeeld de genre B fragmenten herhaald weergeven door Groep 1 in de linkerafbeelding te kiezen.
• Groepopname (zie bladzijde 39):
U kunt een groep maken tijdens opname van fragmenten.
• Groepmontage:
U kunt de groepen monteren met gebruik van de volgende functies:
- Vormen van een groep (FORM GR)
- Toevoegen van een fragment aan een groep (ENTRY GR)
- Splitsen van een groep (DIVIDE GR)
- Samenvoegen van twee groepen (JOIN GR)
- Verplaatsen van een groep (MOVE GR)
- Fragmenten uit groep halen (UNGROUP)
- Annuleren van alle groepen (UNGR ALL)
- Wissen van fragmenten uit een groep (ERASE GR)
Hoe maakt u groepen?
U kunt groepen op twee manieren maken: Vormen-van­groepfunctie en Groepopnamefunctie.
• Vormen-van-groepfunctie—FORM GR:
Kies deze functie wanneer u groepen na opname wilt maken (zie bladzijde 47).
• Groepopnamefunctie:
Kies deze functie wanneer u tegelijkertijd fragmenten wilt opnemen en groeperen (zie bladzijde 39).
– 45 –
Meer informatie over MD-groepfuncties
Nadat u een MD met MD-groepfuncties heeft gemonteerd, worden er bepaalde tekens voor de informatie over de MD-groep op de MD geschreven. Deze tekens verschijnen uitsluitend wanneer u de MD afspeelt met apparatuur die niet compatibel met de MD-groepfuncties is. Indien u deze tekens met gebruik van dergelijke apparatuur monteert, zullen de groepen van de betreffende MD worden gewist.
Introductie van groepmontagefuncties
De groepen en fragmenten kunnen op verschillende manieren worden gemonteerd (Groepmontagefuncties en Fragmentmontagefuncties). Vanaf deze bladzijde t/m bladzijde 53 worden de groepmontagefuncties beschreven. Zie bladzijden 54 t/m 58 voor details aangaande de fragmentmontagefuncties.
Vormen van een groep (FORM GR): bladzijde 47
Met deze functie worden een aantal fragmenten of een fragment in een nieuwe groep gegroepeerd.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Fragmentnummer
Groep 1
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10
11 12 13
Toevoegen van een fragment aan een groep (ENTRY GR): bladzijde 48
Met deze functie kunt u een gekozen fragment aan een groep toevoegen.
Groep 1
Groep 2
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Fragment­nummer
Groep 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Groep 2
10 11 12 13 14 15
Splitsen van een groep (DIVIDE GR): bladzijde 49
Met deze functie wordt een groep met meerdere fragmenten gesplitst.
Groep 1 Groep 2
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Fragment­nummer
Groep 1 Groep 2
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Groep 3
11 12 13 14 15
Samenvoegen van twee groepen (JOIN GR): bladzijde 50
Met deze functie worden twee naast elkaar liggende groepen tot één groep samengevoegd.
Groep 1 Groep 2 Groep 3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Groep 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15
Fragment­nummer
Groep 2
11 12 13 14 15
Verplaatsen van een groep (MOVE GR): bladzijde 51
Met deze functie wordt de gekozen groep verplaatst door de groepen en fragmentnummers in een nieuwe volgorde te plaatsen.
Groep 1
1 2 3 4
Groep 1
1 2 3 4
Groep 2
5 6 7 8 9 10 11
Groep 2
5 6 7 8
Groep 3
Groep 3
9 10 11
Groep 4
12 13 14
Groep 4
12 13 14
Groep 5
15 16 17
Groep 5
15 16 17
Groep 6
18 19 20
Fragment­nummer
Groep 6
18 19 20
Fragmenten uit groep halen (UNGROUP): bladzijde 52
Met deze functie wordt een groep opgeheven.
9 10 11
9 10 11
Groep 4
12 13 14
Groep 3
Groep 5
15 16 17
4 Groep 5
Groep
15 16 17 18 19 2012 13 14
Groep 6
18 19 20
Fragment­nummer
Groep 1
1 2 3 4
Groep 1
1 2 3 4
Groep 2 Groep 3
5 6 7 8
Groep 2
5 6 7 8
Annuleren van alle groepen (UNGR ALL): bladzijde 52
Met deze functie worden alle groepen geannuleerd.
9 10 11
Groep 4
12 13 14
Groep 5
15 16 17
Groep 6
18 19 20
Fragment­nummer
Groep 1
Groep 2 Groep 3
1 2 3 4
5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Wissen van fragmenten uit een groep (ERASE GR): bladzijde 53
Met deze functie worden fragmenten uit de gekozen groep gewist.
Groep 1
Groep 2 Groep 3
1 2 3 4
5 6 7 8
Fragment­nummer
Groep 1
Groep 2 Groep 3
1 2 3 4
5 6 7 89 10
Indien bij het monteren van een MD “PLAYBACK
U kunt dergelijke MD’s niet monteren. Zie bladzijden 69 en 70.
DISC” of “DISC PROTECTED” verschijnt
9 10 11
11
Groep 4
12 13 14
Groep 4
12 13 14
Groep 5
15 16 17
Groep 5
15 16 17
Groep 6
18 19 20
Blanco
Blanco
Nederlands
Tijdens de geprogrammeerde weergavefunctie of willekeurige weergavefunctie
U kunt de MD monteren zolang het toestel is gestopt. Door het monteren van groepen en/of fragmenten wordt echter weer de normale weergavefunctie ingesteld (het in het geheugen vastgelegde programma wordt gewist).
– 46 –
Vormen van een groep—FORM GR
Met deze functie kunt u een groep maken van een aantal fragmenten die niet in een andere groep zijn ondergebracht. U kunt ook een groep van een enkel fragment maken. Nadat u een nieuwe groep heeft gemaakt, worden de overige groepen opnieuw genummerd.
• U kunt maximaal 99 groepen voor één MD maken.
• Druk op de toets GROUP TITLE/EDIT indien u tijdens
8
het monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
Nederlands
2
Druk herhaaldelijk op de toets GROUP TITLE/EDIT totdat “FORM GR ?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
wilt stoppen.
5
Druk op de toets SET.
• “GROUP TRACK” wordt op het hoofddisplay
weergegeven indien het gekozen het eerste fragment bij een andere groep hoort. Kies in dat geval het juiste
4
fragment in stap
• Ga naar stap 7 indien u uitsluitend het gekozen
fragment in een groep wilt plaatsen.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling
wilt annuleren en herhaal dan stap
6
Druk op de toets ¢ of 4 om het laatste fragment voor de nieuwe groep te kiezen.
• U kunt het fragment ook met de cijfertoetsen kiezen.
In dat geval zal het gekozen fragment herhaald worden afgespeeld.
7
Druk op de toets SET.
.
4
.
Bijv.: Met fragment 5 gekozen.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
Tijdens weergave: Het nummer van het spelende fragment begint te knipperen.
4
Druk op de toets ¢ of 4 om het eerste fragment voor de nieuwe groep te kiezen.
• U kunt het fragment ook met de cijfertoetsen kiezen. In dat geval zal het gekozen fragment herhaald worden afgespeeld.
Bijv.: Met fragment 3 gekozen.
• “GROUP TRACK” wordt op het hoofddisplay weergegeven indien het gekozen het laatste fragment bij een andere groep hoort. Kies in dat geval het juiste fragment in stap 6.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap 4.
8
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
Voor het weer annuleren van de groep, zie de UNGROUP functie op bladzijde 52.
Indien “CANNOT FORM!” in stap 7 wordt weergegeven
U probeert een nieuwe groep te vormen die echter een gedeelte van een andere groep tussen het eerste fragment en het laatste fragment overlapt. U moet in dat geval de groep annuleren en dan weer een nieuwe groep vormen.
– 47 –
Toevoegen van een fragment aan een groep—ENTRY GR
Met deze functie kunt u een fragment aan een groep toevoegen. Het toegevoegde fragment wordt als laatste fragment in de gekozen groep geplaatst. De fragmenten worden opnieuw genummerd.
• Druk op de toets GROUP TITLE/EDIT indien u tijdens
8
het monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets GROUP TITLE/EDIT totdat “ENTRY GR ?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
wilt stoppen.
5
Druk op de toets SET.
• U kunt niet naar de volgende stap gaan indien de geplaatste MD geen groepen heeft.
• Indien het gekozen fragment tot de groep behoort, zal het groepnummer op het hoofddisplay worden weergegeven.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling
4
wilt annuleren en herhaal dan stap
6
Druk op de toets GROUP SKIP of GROUP SKIP om de groep te kiezen.
Bijv.: Met groep 18 gekozen.
7
Druk op de toets SET.
.
Nederlands
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
Tijdens weergave: Het nummer van het spelende fragment begint te knipperen.
4
Druk op de toets ¢ of 4 toom het fragment te kiezen.
• U kunt het fragment ook met de cijfertoetsen kiezen. In dat geval zal het gekozen fragment herhaald worden afgespeeld.
Bijv.: Met fragment 13 gekozen.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap
8
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
Indien “CANNOT ENTRY!” in stap 7 wordt weergegeven
U probeert een fragment dat reeds in de groep is, opnieuw aan de groep toe te voegen. Herhaal in dat geval de handelingen vanaf stap 6.
4
.
– 48 –
Splitsen van een groepDIVIDE GR
Met deze functie kunt u één groep in twee groepen splitsen. Een groep met slechts één fragment kan niet worden gesplitst. Indien de oorspronkelijke groep een titel heeft, zullen de twee gesplitste groepen dezelfde titel als de titel van de oorspronkelijke groep krijgen. Na het splitsen van een groep worden de overige groepen opnieuw genummerd.
• Druk op de toets GROUP TITLE/EDIT indien u tijdens
7
het monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
Nederlands
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets GROUP TITLE/EDIT totdat “DIVIDE GR?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
wilt stoppen.
5
Druk op de toets ¢ of 4 om het fragment voor het punt van het splitsen (splitspunt) te kiezen.
Het in deze stap gekozen fragment wordt het eerste fragment van de gesplitste groep.
• U kunt het fragment ook met de cijfertoetsen kiezen. In dat geval zal het gekozen fragment herhaald worden afgespeeld.
Bijv.: Met fragment 8 gekozen.
• U kunt het eerste fragment van een groep niet voor het splitspunt kiezen.
6
Druk op de toets SET.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap
7
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
Voor het weer samenvoegen van de gesplitste groepen,
zie de JOIN GR functie op bladzijde 50.
4
.
• U kunt niet naar de volgende stap gaan indien de geplaatste MD geen groepen heeft.
Tijdens weergave: Het nummer van het spelende fragment en het groepnummer wordt weergegeven. Indien het fragment niet tot een groep behoort, dan verschijnt “– –” voor het groepnummer.
4
Druk op de toets GROUP SKIP of GROUP SKIP
to stom de te splitsen groep te kiezen.
Eerste fragment van de gekozen groep
Bijv.: Met groep 2 gekozen.
– 49 –
Samenvoegen van twee groepen—JOIN GR
Met deze functie kunt u twee naast elkaar liggende groepen tot één groep samenvoegen. Indien beide groepen een titel hebben, zal de nieuwe samengevoegde groep de titel van de oorspronkelijk eerste groep krijgen. Na het samenvoegen van groepen worden de overige groepen opnieuw genummerd.
• Druk op de toets GROUP TITLE/EDIT indien u tijdens
6
het monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets GROUP TITLE/EDIT totdat “JOIN GR ?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
wilt stoppen.
5
Druk op de toets SET.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap 4.
6
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
Voor het weer splitsen van de samengevoegde groep, zie de DIVIDE GR functie op bladzijde 49.
Indien “CANNOT JOIN” in stap 5 wordt weergegeven
U probeert twee groepen te combineren waartussen een of meerdere fragmenten liggen. U moet in dat geval de groepen of het (de) fragment(en) verplaatsen.
Nederlands
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
• U kunt niet naar de volgende stap gaan indien de geplaatste MD slechts één of geen groepen heeft.
Tijdens weergave: Het groepnummer van het huidige spelende fragment wordt rechts getoond. Indien het fragment niet tot een groep behoort, dan verschijnt “– –” voor het groepnummer.
4
Druk op de toets GROUP SKIP of GROUP SKIP om de twee naast elkaar liggende, samen te voegen groepen te kiezen.
Bijv.: Met groepen 7 en 8 gekozen.
– 50 –
Verplaatsen van een groep—MOVE GR
Met deze functie kunt u een groep verplaatsen. Na het verplaatsen van een groep worden de fragmenten en overige groepen opnieuw genummerd.
• Druk op de toets GROUP TITLE/EDIT indien u tijdens
8
het monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets GROUP TITLE/EDIT totdat “MOVE GR ?” op het
Nederlands
hoofddisplay wordt weergegeven.
wilt stoppen.
5
Druk op de toets SET.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap
6
Druk op de toets GROUP SKIP of GROUP SKIP om de nieuwe plaats voor de groep te kiezen.
Bijv.: Indien groep 3 naar groep 10 wordt verplaatst.
7
Druk op de toets SET.
4
.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
• U kunt niet naar de volgende stap gaan indien de geplaatste MD slechts één of geen groepen heeft.
Tijdens weergave: Het groepnummer van het spelende fragment wordt weergegeven. Indien het fragment niet tot een groep behoort, dan verschijnt “– –” voor het groepnummer.
4
Druk op de toets GROUP SKIP of GROUP SKIP
om de te verplaatsen groep te kiezen.
Bijv.: Met groep 3 gekozen.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap
8
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
4
.
– 51 –
Fragmenten uit groep halen—UNGROUP
Met deze functie kunt u een enkele groep annuleren. Het is niet mogelijk om fragmenten met deze functie te wissen. Na het annuleren van een groep worden de overige groepen opnieuw genummerd.
• Druk op de toets GROUP TITLE/EDIT indien u tijdens
6
het monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets GROUP TITLE/EDIT totdat “UNGROUP ?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
wilt stoppen.
5
Druk op de toets SET.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap
6
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
4
.
Annuleren van alle groepenUNGR ALL
Met deze functie kunt u alle bestaande groepen annuleren. Het is niet mogelijk om fragmenten met deze functie te wissen.
• Druk op de toets GROUP TITLE/EDIT indien u tijdens
4
het monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets GROUP TITLE/EDIT totdat “UNGR ALL ?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
wilt stoppen.
Nederlands
• U kunt niet naar de volgende stap gaan indien de geplaatste MD geen groepen heeft.
Tijdens weergave: Het groepnummer van het spelende fragment wordt weergegeven. Indien het fragment niet tot een groep behoort, dan verschijnt “– –” voor het groepnummer.
4
Druk op de toets GROUP SKIP of GROUP SKIP
om de te annuleren groep te kiezen.
Bijv.: Met groep 3 gekozen.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
• Druk op de toets CANCEL om de instelling te annuleren.
4
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
– 52 –
Wissen van fragmenten uit een groep ERASE GR
Met deze functie kunt u een groep samen met de fragmenten uit de groep wissen. Het is niet mogelijk om gewiste fragmenten uit de gewiste groep weer te groeperen. Na het wissen van een groep worden de overige fragmenten en groepen opnieuw genummerd.
• Druk op de toets GROUP TITLE/EDIT indien u tijdens
6
het monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Nederlands
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets GROUP TITLE/EDIT totdat “ERASE GR ?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
wilt stoppen.
4
Druk op de toets GROUP SKIP of GROUP SKIP
5
Druk op de toets SET.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap 4.
6
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
om de te wissen groep te kiezen.
Bijv.: Met groep 6 gekozen.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
• U kunt niet naar de volgende stap gaan indien de geplaatste MD geen groepen heeft.
Tijdens weergave: Het groepnummer van het spelende fragment wordt weergegeven. Indien het fragment niet tot een groep behoort, dan verschijnt “– –” voor het groepnummer.
– 53 –
Introductie van fragmentmontagefuncties
De groepen en fragmenten kunnen op verschillende manieren worden gemonteerd (Groepmontagefuncties en Fragmentmontagefuncties). Vanaf deze bladzijde t/m bladzijde 58 worden de fragmentmontagefuncties beschreven. Zie bladzijden 46 t/m 53 voor details aangaande de groepmontagefuncties.
Splitsen van een fragment (DIVIDE): bladzijde 55
Met deze functie wordt een fragment gesplitst door ergens in het fragment op de (het) gewenste punt (punten) een fragmentmarkering (fragmentmarkeringen) te maken zodat later dat punt snel kan worden opgezocht.
Na het splitsen van fragment A
1
2
1
A2
A1
34
2
B CA D
34
B C
Fragment­nummer
5
D
Samenvoegen van twee fragmenten (JOIN): bladzijde 56
Met deze functie worden twee naast elkaar liggende fragmenten tot één enkel fragment samengevoegd door een fragmentmarkering te wissen.
Na het samenvoegen van fragmenten A en B
A
1
1
354
2
B CAED
2
C D
B
Fragment­nummer
34
E
Verplaatsen van een fragment (MOVE): bladzijde 57
Met deze functie kunt u een track verplaatsen door de volgorde van de fragmentnummers te wijzigen.
Na het verplaatsen van fragment B
1
1
A
35
2
B CAED
2
C D
4
34
E
Fragment­nummer
5
B
Wissen van fragmenten (ERASE): bladzijde 58
Met deze functie worden gekozen fragmenten gewist. Na het wissen zullen de volgende fragmenten worden verplaatst en krijgen ze automatisch passende nieuwe fragmentnummers. U kunt maximaal 15 fragmenten tegelijk wissen.
Na het wissen van fragmenten B en D
1
1
A
354
2
B CAED
2
3
C
E
Fragment­nummer
Blanco
Wissen van alle fragmenten (ALL ERASE): bladzijde 58
Met deze functie worden alle fragmenten van de disc gewist.
1
Na het wissen van alle fragmenten
354
2
B CAED
Fragment­nummer
Blanco disc
Wissen van een gedeelte van een fragment
Door “DIVIDE”, “ERASE” en “JOIN” gecombineerd te gebruiken, kunt u een gedeelte uit een fragment wissen.
1
Splitsen van fragment A in 3 fragmenten
1
Wissen van fragment A2
1
Samenvoegen van fragmenten A1 en A3
Indien bij het monteren van een MD “PLAYBACK DISC” of “DISC PROTECTED” verschijnt
U kunt dergelijke MD’s niet monteren. Zie bladzijden 69 en 70.
Tijdens de geprogrammeerde weergavefunctie of willekeurige weergavefunctie
U kunt de MD monteren zolang het toestel is gestopt. Door het monteren van groepen en/of fragmenten wordt echter weer de normale weergavefunctie ingesteld (het in het geheugen vastgelegde programma wordt gewist).
Te wissen gedeelte
2
A2 A3A1 CB
2
A3A1 CB
1
A3A1 CB
2
BCA
354
34
3
2
3
Fragment­nummer
Blanco
Blanco
Nederlands
– 54 –
Splitsen van een fragment—DIVIDE
Met deze functie kunt u één fragment in twee afzonderlijk fragmenten splitsen. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer u extra fragmentmarkeringen op bepaalde punten in een fragment wilt maken om een opname te scheiden. Indien het oorspronkelijke fragment een titel heeft, zullen de twee gesplitste fragmenten dezelfde titel als de titel van het oorspronkelijke fragment krijgen. Na het splitsen van een fragment worden de overige fragmenten opnieuw genummerd.
• Druk op de toets TITLE/EDIT indien u tijdens het
8
monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
Nederlands
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets TITLE/EDIT totdat “DIVIDE ?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
wilt stoppen.
5
Druk op de toets SET bij het punt waar u het fragment wilt splitsen.
“POSIT. (positie) 0” wordt op het hoofddisplay weergegeven en het eenheid geeft het gekozen gedeelte—de 3 seconden na het splitspunt—weer.
• “DISC FULL” wordt weergegeven (zie “Beperkingen van de MD-techniek” op bladzijde 68) indien de geplaatste MD 254 fragmenten heeft. U kunt niet naar de volgende stappen gaan.
7
• Ga naar stap Ga naar de volgende stap indien u het splitspunt wilt veranderen.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap
6
Druk op de toets of om het splitspunt nauwkeurig in te stellen.
Nadat u niet meer op de toets drukt, zal het nieuwe gekozen gedeelte worden weergegeven.
• U kunt het splitspunt tot ±128 veranderen. Dit bereik (±128) correspondeert met ongeveer ±8* seconden (als geteld op basis van de SP-functie) vanaf het oorspronkelijke punt (positie 0).
indien dit splitspunt als gewenst is.
4
.
• “DIVIDE ?” wordt niet weergegeven indien er geen fragmenten op de geplaatste MD zijn opgenomen.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
Het eerste fragment van de MD wordt herhaald afgespeeld.
4
Druk op de toets ¢ of 4 om het te splitsen fragment te kiezen.
• U kunt het fragment ook met de cijfertoetsen kiezen.
Bijv.: Met fragment 12 gekozen.
• Houd ¢ (of 4) ingedrukt voor versnelde weergave in voor- of achterwaartse richting van het gekozen fragment.
Bijv.: Nauwkeurig instellen van het punt met –103.
* Indien de opnamelengtefunctie voor het gekozen
fragment “SP” is. Voor “LP2” is het ongeveer ±16 seconden en voor “LP4” ongeveer ±32 seconden.
• Ga naar de volgende stap indien het punt nu goed is.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling
4
wilt annuleren en herhaal dan stap
7
Druk op de toets SET.
8
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
Voor het weer samenvoegen van de gesplitste fragmenten,
zie de JOIN functie zie bladzijde 56.
.
– 55 –
Samenvoegen van twee fragmenten—JOIN
Met deze functie kunt u twee naast elkaar liggende fragmenten tot één fragment samenvoegen. Indien beide fragmenten een titel hebben, zal het nieuwe samengevoegde fragment de titel van het oorspronkelijk eerste fragment krijgen. Na het samenvoegen van fragmenten worden de overige fragmenten en/of groepen opnieuw genummerd.
• Druk op de toets TITLE/EDIT indien u tijdens het
6
monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets TITLE/EDIT totdat “JOIN ?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
• “JOIN ?” wordt niet weergegeven indien er geen fragmenten op de geplaatste MD zijn opgenomen.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
• U kunt niet naar de volgende stappen gaan indien de geplaatste MD slechts één fragment heeft.
wilt stoppen.
5
Druk op de toets SET.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap
6
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
Voor het weer splitsen van de samengevoegde fragmenten, zie de DIVIDE functie op bladzijde 55.
Indien “CANNOT JOIN” in stap 5 wordt weergegeven
U kunt de volgende fragmenten niet samenvoegen.
• Fragmenten die met verschillende opnamelengte-functies zijn opgenomen (SP, LP2, LP4). (Zie bladzijde 38).
• Digitaal opgenomen fragmenten met analoog opgenomen fragmenten.
• Met de mono verlengde opnamemethode opgenomen fragmenten (niet mogelijk met dit eenheid) met stereo­opgenomen fragmenten.
Indien het fragment tot een groep behoort
Indien het voorgaande fragment van de twee fragmenten die u wilt combineren tot een groep behoort, zal het nieuwe gecombineerde fragment tevens tot die groep behoren. Indien het voorgaande fragment echter niet tot een groep behoort, zal het nieuwe gecombineerde fragment ook niet tot een groep behoren ookal was het oorspronkelijk tweede fragment wel in een groep geplaatst.
4
.
Nederlands
4
Druk op de toets ¢ of 4 om de twee naast elkaar liggende, samen te voegen fragmenten te kiezen.
• U kunt het fragment ook met de cijfertoetsen kiezen*. In dat geval zal het gekozen fragment herhaald worden afgespeeld.
Bijv.: Met fragmenten 2 en 3 gekozen.
* Kies het opeenvolgende fragment van de twee fragmenten
indien u de cijfertoetsen gebruikt.
– 56 –
Verplaatsen van een fragment—MOVE
Met deze functie kunt u een fragment naar de gewenste positie verplaatsen. U kunt zo alle fragmenten in de gewenste volgorde krijgen. Na het verplaatsen van een fragment worden de overige fragmenten en/of groepen opnieuw genummerd.
• Druk op de toets TITLE/EDIT indien u tijdens het
8
monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Nederlands
Druk herhaaldelijk op de toets TITLE/EDIT totdat “MOVE ?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
• “MOVE ?” wordt niet weergegeven indien er geen fragmenten op de geplaatste MD zijn opgenomen.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
wilt stoppen.
5
Druk op de toets SET.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap 4.
6
Druk op de toets ¢ of 4 om de positie te kiezen waarnaar u het fragment wilt verplaatsen.
• U kunt het fragment ook met de cijfertoetsen kiezen. In dat geval zal het gekozen fragment herhaald worden afgespeeld.
Bijv.: Indien fragment 3 naar fragment
8 wordt verplaatst.
• Indien het in deze stap gekozen fragment in een
4
groep hoort, zal het in stap tevens na het verplaatsen in die groep worden geplaatst.
7
Druk op de toets SET.
gekozen fragment
3
Druk op de toets SET.
• U kunt niet naar de volgende stappen gaan indien de geplaatste MD slechts één fragment heeft.
4
Druk op de toets ¢ of 4 om het te verplaatsen fragment te kiezen.
• U kunt het fragment ook met de cijfertoetsen kiezen. In dat geval zal het gekozen fragment herhaald worden afgespeeld.
Bijv.: Met fragment 3 gekozen.
• Druk op de toets CANCEL wanneer u de instelling wilt annuleren en herhaal dan stap
8
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
4
.
– 57 –
Wissen van fragmenten—ERASE
Met deze functie kunt u een ongewenst fragment wissen. Eenmaal gewiste fragmenten kunnen niet worden hersteld. Na het wissen van een fragment worden de overige fragmenten en/of groepen opnieuw genummerd. U kunt maximaal 15 fragmenten tegelijkertijd wissen.
• Druk op de toets TITLE/EDIT indien u tijdens het
8
monteren voor stap
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
wilt stoppen.
6
Herhaal stappen 4 en 5 om alle te wissen fragmenten te kiezen.
• U kunt maximaal 15 fragmenten kiezen. Indien u een
de
fragment voor het wissen kiest, zal “MEMORY
16 FULL” op het hoofddisplay worden getoond.
7
Druk op de toets ENTER.
8
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
2
Druk herhaaldelijk op de toets TITLE/EDIT totdat “ERASE?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
• “ERASE?” wordt niet weergegeven indien er geen fragmenten op de geplaatste MD zijn opgenomen.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
4
Druk op de toets ¢ of 4 om het te wissen fragment te kiezen.
• U kunt het fragment ook met de cijfertoetsen kiezen. In dat geval zal het gekozen fragment herhaald worden afgespeeld.
5
Druk op de toets SET.
” wordt op het hoofddisplay weergegeven. Het met “ ” gemarkeerde fragment wordt gewist.
Wissen van alle fragmenten—ALL ERASE
Met deze functie kunt u alle fragmenten van een MD in één keer wissen. Eenmaal gewiste fragmenten kunnen niet worden hersteld.
ALLEEN met de afstandsbediening:
In het volgende voorbeeld worden de handelingen beschreven vanaf de allereerste stap—het plaatsen van een disc. U kunt een MD tevens tijdens weergave (met de normale weergavefunctie) monteren.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Druk herhaaldelijk op de toets TITLE/EDIT totdat “ALL ERASE?” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
• Druk op de toets CANCEL indien u nu het monteren wilt stoppen.
3
Druk op de toets SET.
Nederlands
Bijv.: Met fragment 5 gekozen.
• Druk op de toets CANCEL zodat “ ” verdwijnt indien u het fragment niet wilt wissen.
• Druk op de toets CANCEL om de instelling te annuleren.
4
Druk op de toets ENTER.
“EDITING” wordt weergegeven even op het hoofddisplay en vervolgens knipperen “WRITING” en de MD REC indicator terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd. “BLANK DISC” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
– 58 –
Invoeren van titels voor een MD
U kunt iedere MD, iedere groep en ieder fragment een titel of naam geven. U kunt de letters van het alfabet (hoofdletters en kleine letters), symbolen en cijfers gebruiken. Nadat u eenmaal een titel heeft ingevoerd, zal deze ter bevestiging op het display worden weergegeven.
• U kunt niet meer dan 64 tekens voor een titel gebruiken.
Over het aantal tekens dat voor een MD kan worden ingevoerd
Het totaal aantal tekens dat u voor een MD kunt invoeren, bedraagt 1792. Voor een MD-titel kunnen maximaal 64 tekens worden invoeren en voor elke fragmenttitel 61 tekens. (Let op: het maximum aantal tekens dat u kunt invoeren, kan in de praktijk iets lager uitvallen in verband met beperkingen van de MD-techniek. Zie voor meer informatie bladzijde 68).
• Een spatie wordt als één teken gerekend.
• Als de methode voor het maken van lange stereo-opnames (LP2 of LP4, zie bladzijde 38) wordt gebruikt, wordt het
Nederlands
maximale aantal tekens dat u voor een fragmenttitel kunt invoeren, automatisch verminderd aangezien bij deze methode automatisch de vermelding “LP:” en een spatie aan het begin van de fragmenttitel worden toegevoegd. Als gevolg hiervan neemt het aantal tekens dat u zelf voor een MD kunt invoeren af. Bijv.: U kunt maximaal 10 tekens per fragment invoeren als
op de MD 120 fragmenten staan die met de methode voor lange opnames zijn opgenomen.
In het onderstaande bijvoorbeeld wordt de procedure in zijn geheel uitgelegd, d.w.z. vanaf het punt waarop u een MD in de MD-lade plaatst. Als u al een MD aan het afspelen of opnemen bent, kunt u bij stap
• U kunt titels tijdens weergave (normale weergavefunctie) monteren.
• Als u het venster voor het invoeren van titels wilt afsluiten, kunt u op elk moment tijdens de procedure op de toets TITLE/EDIT of GROUP TITLE/EDIT drukken.
1
Plaats de te monteren MD in de MD-lade.
2
Activeer van het eenheid de titelinvoerfunctie.
Voor een disctitel of fragmenttitel:
Druk op de toets TITLE/EDIT. Het disc-titelinvoerscherm wordt op het hoofddisplay weergegeven.
Voor een groeptitel:
Druk op de toets GROUP TITLE/EDIT. Het groep-titelinvoerscherm wordt op het hoofddisplay weergegeven.
2
beginnen.
– 59 –
3
Druk op de toets of om de titelinvoermodus te wijzigen.
• Door iedere druk op de toets, verandert de titelinvoermodus als volgt:
Voor een disctitel of fragmenttitel:
DISC TITLE? 1 TITLE? 2 TITLE?
Titel laatste
fragment
Voor een groeptitel:
GR– – TITLE? GR1 TITLE?
Titel laatste
groep
4
Druk op de toets SET om van het eenheid de invoermodus voor het invoerscherm van een titel te kiezen.
Bijv.: Indien de disc geen titel heeft.
5
Voer een teken in.
1) Druk op de toets DISP/CHARA om de tekenset
van uw keuze te selecteren.
• Door iedere druk op de toets, verandert de geselecteerde tekenset als volgt:
Hoofdletters &
symbolen
2) Druk op de tekeninvoertoets voor het teken dat u wilt invoeren.
Bijv.:
• Voor het invoeren van een “A” of “a”, drukt u
éénmaal op de toets ABC. Voor het invoeren van een “B” of “b”, drukt u tweemaal op de toets ABC. Voor het invoeren van een “C” of “c”, drukt u driemaal op de toets ABC.
• Voor het invoeren van een symbool, drukt u
herhaaldelijk op de toets MARK totdat het gewenste symbool wordt getoond.
• Voor het invoeren van een cijfer, drukt u op 0 t/m 9.
• Voor het invoeren van een spatie tijdens het
invoeren van een titel, drukt u tweemaal op de toets
• Voor het verplaatsen van de positie voor het
invoeren van een teken tijdens het invoeren van een titel, drukt u op de toets
• Indien u een fout teken heeft ingevoerd, drukt u
op of om het te corrigeren teken te kiezen en drukt u vervolgens op CANCEL om het te wissen.
* Indien u tijdens opname herhaaldelijk op de toets
drukt, worden de ingevoerde tekens mogelijk verkeerd weergegeven. U moet in dat geval op de toets TITLE/EDIT of GROUP TITLE/EDIT drukken en vervolgens de handelingen vanaf stap 2 herhalen.
.
Tekeninvoegpositie
Tekenset
Cijfers
3 TITLE?
GR2 TITLE?
Kleine letters &
symbolen
of *.
3) Herhaal stap 5 – 1) en 5 – 2) om de overige tekens in te voeren.
• Als het volgende teken dat u wilt invoeren onder
dezelfde toets valt als het vorige teken dat u in stap 5 – 2) hebt ingevoerd, moet u eerst op de toets plaats naar rechts te verplaatsen.
• In het hoofddisplay van de display kunnen
maximaal 6 tekens tegelijk worden weergegeven. Zodra u een 7 de teken invoert, verdwijnt het eerste teken uit beeld.
6
Druk op de toets ENTER om het invoeren van tekens te voltooien.
Het volgende titelinvoerscherm wordt weergegeven.
Voor de disctitel:
Het fragment-titelinvoerscherm voor fragment 1 wordt weergegeven.
Voor de fragmenttitel:
Het volgende scherm voor het invoeren van een fragmenttitel wordt weergegeven (of het eenheid annuleert het titelinvoerscherm indien het spelende fragment het laatste fragment op de disc is).
Voor een groeptitel:
Het volgende scherm voor het invoeren van een groeptitel wordt weergegeven (of hetzelfde scherm blijft weergegeven indien de huidige groep de laatste groep op de disc is).
Herhaal stappen wilt invoeren.
7
Druk op de toets CANCEL om de titelinvoerfunctie te verlaten.
• In geval u een opname maakt, gaat u pas naar de
volgende stap als de opname klaar is.
8
Druk op de toets MD 0 op het hoofdeenheid om de MD uit te werpen.
“WRITING” en de MD REC indicator knipperen terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
drukken om de tekeninvoegpositie een
3
t/m 6 indien u nu nog meerdere titels
Tijdens het maken van synchrone opnames van CD
(zie bladzijde 39):
U kunt achtereenvolgens een minidisctitel en 16 fragmenttitels toekennen terwijl de opname doorgaat. De ingevoerde fragmenttitels worden automatisch in volgorde van opname toegekend aan de achtereenvolgende fragmenten die worden opgenomen op de MD. Alle fragmenttitels die u na de 17e fragmenttitel invoert, worden genegeerd.
Indien u voor stap 8 de netspanningskabel uit het stopcontact haalt of er zich een stroomstoring voordoet
De door u uitgevoerde montage wordt niet op de MD geschreven.
Hieronder ziet u de beschikbare symbolen:
(Blanco)
Een titel wijzigen
Titels kunnen worden gewijzigd en foutief ingevoerde tekens kunnen worden hersteld.
1
Volg stap 1 t/m 4 op de vorige bladzijde.
2
Selecteer het teken dat u wilt corrigeren door op de toets
• Controleer of het teken dat u wilt wijzigen knippert.
3
Druk op de toets CANCEL om het geselecteerde teken te verwijderen.
4
Voer het juiste teken in. Zie stap 5 op de vorige en deze bladzijde.
of te drukken.
Nederlands
U kunt titels toekennen tijdens het afspelen of opnemen
Tijdens het afspelen: Een fragmenttitel invoeren
De spelende fragment wordt herhaald totdat u op de toets ENTER drukt in stap 6 die hierboven wordt beschreven. Als u op de toets ENTER drukt, wordt de volgende fragment afgespeeld.
Een disctitel invoeren
Alle fragmenten van de MD worden herhaald totdat u op de toets ENTER drukt in stap 6 die hierboven wordt genoemd. Als u op de toets ENTER drukt, wordt de titelinvoermodus ingeschakeld.
Invoeren van een groeptitel
De MD-recorder herhaalt de weergave van alle fragmenten in de groep totdat u op de toets ENTER drukt in stap 6. Als u op de toets ENTER drukt, schakelt de MD-recorder in de functie voor het invoeren van de volgende groeptitel.
Tijdens het opnemen:
Een fragmenttitel invoeren
De MD-recorder gaat verder met opnemen, zelfs als u op de toets ENTER drukt in stap 6 die hierboven wordt beschreven. Als u op de toets ENTER drukt, wordt een titel toegekend aan de fragment waar u met de titelinvoer bent begonnen. Als u niet voordat het opnemen is voltooid op de toets ENTER hebt gedrukt, wordt de door u toegekende fragmenttitel niet vastgelegd.
5
Herhaal stap 2 t/m 4 van deze procedure als u nog meer tekens wilt wijzigen.
6
Druk op de toets ENTER om de correctiebewerking te voltooien.
• Als u nog een titel wilt corrigeren, selecteert u een andere titelinvoermodus door op de toets te drukken. Daarna drukt u op de toets SET en herhaalt u de hier beschreven procedure vanaf stap
• Als u het aanbrengen van correcties wilt voltooien, moet u doorgaan naar de volgende stap.
7
Druk op de toets MD 0 op het hoofdeenheid om de MD uit te werpen.
“WRITING” en de MD REC indicator knipperen terwijl de door u gemaakte montage op de MD wordt vastgelegd.
3
Als u alle tekens wilt wissen, druk in stap de toets CANCEL tot alle tekens zijn verdwenen en ga daarna door naar stap 6.
net zo vaak op
– 60 –
of
2
.
Werken met de timers
De vergroot getoonde toetsen in de afbeelding hieronder worden in dit gedeelte gebruikt en uitgelegd (bladzijden 62 t/m 65).
Afstandsbediening
Nederlands
Hoofdeenheid
TA/News/Info
– 61 –
Er zijn drie timers (tijdschakelaars) beschikbaar —opnametimer, dagelijkse timer en inslaaptimer.
Controleer alvorens gebruik van deze timers dat de
tijd op de ingebouwde klok juist is ingesteld (zie bladzijde 12).
• Leg zenders als voorkeurzenders vast indien u de tuner als bron wilt gebruiken (zie bladzijde 17).
Gebruik van de timer voor opname
Met de opnametimer kunt u een opname maken terwijl u niet aanwezig bent.
• De opnametimer kan worden ingeschakeld als de eenheid aan staat of in standby staat.
• Als u tijdens het instellen een fout maakt, kunt u ten alle tijde op de toets CANCEL drukken.
• Druk voor het verlaten van de timerinstelfunctie tijdens het instellen, herhaaldelijk op CLOCK/TIMER totdat de bronaanduiding verschijnt.
Hoe de opnametimer in de praktijk werkt
Het eenheid wordt automatisch ingeschakeld, het volume gedempt en de opname op de MD of de cassette start zodra de ingestelde timerstarttijd is bereikt. Wanneer het tijdstip is aangebroken waarop de opname moet worden beëindigd, schakelt de eenheid zichzelf automatisch uit (standby). De instellingen van de timer blijven in het geheugen van de eenheid aanwezig tot u deze opnieuw instelt of de stekker van de netspanningskabel uit het stopcontact verwijdert.
1
Druk herhaaldelijk op de toets CLOCK/TIMER totdat de “REC TIMER” op het hoofddisplay wordt weergegeven.
De timerindicator ( begint te knipperen op de display.
• Door iedere druk op de toets, verandert de timerfunctie als volgt:
) licht op en de indicator REC
vervolg
3
Kies de op te nemen bron.
1) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de
bron te selecteren.
• Door iedere drukt op de toets, verandert de bron als volgt:
FM
AM
AUX
Indien u “FM” of “AM” kiest, moet u op de toets SET drukken en vervolgens een voorkeurnummer kiezen door een druk op de toets ¢ of 4.
Indien u “AUX” kiest, moet u de tevens de timerfunctie van het externe apparaat activeren.
2) Druk op de toets SET.
De aanduiding van het op te nemen component knippert op het hoofddisplay.
4
Kies het opnameeenheid.
1) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om
het opnameeenheid te kiezen.
MD REC
2) Druk op de toets SET.
Indien u “MD REC” kiest, moet u de opnamelengtefunctie (zie bladzijde 39) kiezen door een druk op ¢ of 4 en drukt u vervolgens nogmaals op SET.
Indien u “TAPE REC” kiest, moet u de bandomkeerfunctie kiezen door een druk op de toets REV.MODE (zie bladzijde 42).
De urenaanduiding van de begintijd van de timer begint te knipperen.
5
Stel de begintijd van de timer in.
1) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de
uren in te stellen.
U kunt het uur ook met de cijfertoetsen instellen.
2) Druk op de toets SET.
De minutenaanduiding begint te knipperen.
3) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de
minuten in te stellen.
U kunt de minuten ook met de cijfertoetsen instellen.
TAPE REC
Nederlands
REC TIMER DAILY TIMER
Bronaanduiding
(geannuleerd)
2
Druk op de toets SET.
De bronnaam knippert nu in het hoofddisplay.
Kloktijd
Bijv.: Indien de starttid voor de timer op 11:30 is gesteld.
4) Druk op de toets SET.
De urenaanduiding van de eindtijd van de timer begint te knipperen.
Vervolg op de volgende bladzijde ]
– 62 –
6
Stel de eindtijd van de timer in.
1) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de
uren in te stellen.
U kunt het uur ook met de cijfertoetsen instellen.
2) Druk op de toets SET.
De minutenaanduiding begint te knipperen.
3) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de
minuten in te stellen.
U kunt de minuten ook met de cijfertoetsen instellen.
Gebruik van de dagelijkse timer
Met deze functie kunt u wakker worden met uw favoriete muziek of radioprogramma.
• De dagelijkse timer kan worden ingeschakeld als de eenheid aan staat of in standby staat.
• Als u op enig moment tijdens de instelprocedure een invoerfout wilt corrigeren, drukt u op de toets CANCEL.
• Druk voor het verlaten van de timerinstelfunctie tijdens het instellen, herhaaldelijk op CLOCK/TIMER totdat de bronaanduiding verschijnt.
Bijv.: Indien de stoptijd voor de timer op 13:00 is gesteld.
4) Druk op de toets SET.
De indicator REC stopt met knipperen en blijft nu constant branden. De inhoud van deze de instellingen ter bevestiging op het hoofddisplay worden weergegeven.
Nederlands
7
Druk op de toets STANDBY/ON (of van het hoofdeenheid) om het eenheid indien nodig uit te schakelen.
20 seconden voor de starttijd voor de timer begint de REC indicator en “REC TIMER STANDBY” knipperen op het display.
Voor opname op een MD met gebruik van de groepopnamefunctie, moet u op de toets GROUP REC
drukken om de groepopname te activeren nadat u de opnametimer heeft ingesteld (alvorens het eenheid uit te schakelen).
Indien u tijdens de werking van de opnametimer op
De opname stopt maar de timerfunctie wordt niet geannuleerd. Het eenheid wordt automatisch uitgeschakeld (standby) zodra de ingestelde timerstoptijd is bereikt.
De opnametimer uitschakelen nadat deze is ingesteld
1
2
Om de opnametimer weer te activeren
1
2
7 drukt
Druk herhaaldelijk op de toets CLOCK/TIMER totdat de vermelding “REC TIMER” in het hoofddisplay wordt weergegeven. Druk op de toets CANCEL. De timerindicator ( ) en de REC indicator dooft van het display.
Druk herhaaldelijk op de toets CLOCK/TIMER totdat de vermelding “REC TIMER” in het hoofddisplay wordt weergegeven. Druk herhaaldelijk op de toets SET totdat de instellingen ter bevestiging op het hoofddisplay worden weergegeven. De timerindicator ( display op.
) en de REC indicator licht op het
Hoe de dagelijkse timer in de praktijk werkt
Als de dagelijkse timer is ingesteld, schakelt de eenheid zich automatisch op de ingestelde tijd in en begint de geselecteerde bron te spelen. Wanneer het tijdstip van uitschakelen is aangebroken, schakelt de eenheid zichzelf automatisch uit (standby). De instellingen van de timer blijven in het geheugen van de eenheid aanwezig tot u deze opnieuw instelt of de stekker van de netspanningskabel uit het stopcontact verwijdert.
1
Druk herhaaldelijk op de toets CLOCK/TIMER totdat de “DAILY TIMER” in het hoofddisplay wordt weergegeven.
De timerindicator ( ) licht op en de indicator DAILY begint te knipperen op de display.
• Door iedere druk op de toets, verandert de opnametimer als volgt:
REC TIMER DAILY TIMER
Bronaanduiding
Kloktijd
(geannuleerd)
2
Druk op de toets SET.
De bronnaam knippert nu in het hoofddisplay.
– 63 –
3
Selecteer de bron die u wilt afspelen.
1) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de bron te selecteren.
• Door iedere drukt op de toets, verandert de bron als volgt:
FM
AUX
• U kunt tevens de bronkeuzetoetsen gebruiken.
Indien u “CD”, “MD” of “TAPE” kiest, dient u deze voor te bereiden voor het afspelen.
Indien u “FM” of “AM” kiest, moet u op de toets SET drukken en vervolgens een voorkeurnummer kiezen door een druk op de toets ¢ of 4.
Indien u “AUX” kiest, moet u de tevens de timerfunctie van het externe apparaat activeren.
2) Druk op de toets SET.
De urenaanduiding van de begintijd van de timer begint te knipperen.
4
Stel de begintijd van de timer in.
1) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de uren in te stellen.
U kunt het uur ook met de cijfertoetsen instellen.
2) Druk op de toets SET.
De minutenaanduiding begint te knipperen.
3) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de minuten in te stellen.
U kunt de minuten ook met de cijfertoetsen instellen.
Bijv.: Indien de starttijd voor de timer op 7:00 is gesteld.
4) Druk op de toets SET.
De urenaanduiding van de eindtijd van de timer begint te knipperen.
5
Stel de eindtijd van de timer in.
1) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de uren in te stellen.
U kunt het uur ook met de cijfertoetsen instellen
2) Druk op de toets SET.
De minutenaanduiding begint te knipperen.
3) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om de minuten in te stellen.
U kunt de minuten ook met de cijfertoetsen instellen.
AM
TAPE
CD
MD
6
Regel het volumeniveau.
1) Druk herhaaldelijk op de toets ¢ of 4 om het volumeniveau te regelen.
• U kunt het volumeniveau regelen binnen “– –” het
bereik van 0 (stil) tot 40 (maximum).
• Als u “VOLUME – –” selecteert, wordt het
volume ingesteld op het spelende niveau.
2) Druk op de toets SET.
De indicator DAILY stopt met knipperen en blijft nu constant branden. De inhoud van deze instellingen ter bevestiging op het hoofddisplay worden weergegeven.
7
Druk op de toets STANDBY/ON (of van het hoofdeenheid) om het eenheid indien nodig uit te schakelen.
20 seconden voor de starttijd voor de timer begint de DAILY indicator en “DAILY TIMER STANDBY” knipperen op het display.
De dagelijkse timer uitschakelen nadat deze is ingesteld
1
Druk herhaaldelijk op de toets CLOCK/TIMER totdat de vermelding “DAILY TIMER” in het hoofddisplay wordt weergegeven.
2
Druk op de toets CANCEL. De timerindicator ( ) en de DAILY indicator dooft van het display.
Om de dagelijkse timer weer te activeren
1
Druk herhaaldelijk op de toets CLOCK/TIMER totdat de vermelding “DAILY TIMER” in het hoofddisplay wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de toets SET totdat de instellingen ter bevestiging op het hoofddisplay worden weergegeven. De timerindicator ( het display op.
Als de eenheid al is ingeschakeld op het moment dat de inschakeltijd van de timer aanbreekt
De dagelijkse timer werkt niet.
) en de indicator DAILY licht op
Nederlands
Bijv.: Indien de stoptijd voor de timer op 8:00 is gesteld.
4) Druk op de toets SET.
De volume-instelling wordt in het hoofddisplay weergegeven.
In de volgende gevallen zal de dagelijkse timer worden geannuleerd en zal de eenheid niet automatisch worden uitgeschakeld:
• Als u een andere opnamebron selecteert.
• Als u de modus voor het bewerken van MD’s of titel selecteert.
• Als u de dagelijkse timer uitschakelt (zie hierboven).
– 64 –
Gebruik van de inslaaptimer
Met deze timer kunt u in slaap vallen met uw favoriete muziek in de wetenschap dat de eenheid op het door u ingestelde tijdstip automatisch wordt uitgeschakeld.
• De Sleep Timer kan worden ingesteld wanneer de eenheid aanstaat.
Hoe de inslaaptimer in de praktijk werkt
De eenheid wordt automatisch uitgeschakeld nadat er een bepaalde periode is verstreken.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Druk op de toets SLEEP.
De timerindicator ( te knipperen op de display. De vermelding “SLEEP 10” wordt korte tijd in het hoofddisplay weergegeven.
) en de indicator SLEEP begint
Nederlands
Slapen met de inslaaptimer en wakker worden met de dagelijkse timer
De eenheid wordt uitgeschakeld na de eindtijd (ingesteld met de inslaaptimer) en ingeschakeld op de begintijd (ingesteld met de dagelijkse timer).
1
Stel de dagelijkse timer in zoals wordt beschreven op bladzijden 63 en 64.
2
Begin met het afspelen van de afspeelbron die u wilt beluisteren voordat u gaat slapen.
3
Stel de inslaaptimer in.
Prioriteiten van de timers
Aangezien elke timer onafhankelijk van welke andere timer dan ook kan worden ingesteld, zult u zich misschien afvragen wat er gebeurt als de instellingen elkaar overlappen. De timers hebben in verschillende omstandigheden verschillende prioriteiten.
• Door iedere druk op de toets, verandert de tijdsduur als volgt:
10
Bronaanduiding
(geannuleerd)
2
Druk op de toets SET of wacht ongeveer 5 seconden.
De verlichting van het elektronische draaipaneel en het de display worden gedempt. De timerindicator ( knipperen en blijven continu opgelicht.
Kijken hoeveel tijd er nog resteert tot de eenheid wordt uitgeschakeld, druk eenmaal op de toets SLEEP.
Gedurende ongeveer 5 seconden kunt u zien over hoeveel minuten de eenheid door deze functie wordt uitgeschakeld.
Als u de uitschakeltijd wilt wijzigen, drukt u net zo vaak op de toets SLEEP tot de gewenste tijdsduur wordt weergegeven.
Voor het annuleren van de instelling, drukt u herhaaldelijk op de toets SLEEP totdat de huidige bronaanduiding op het hoofddisplay wordt weergegeven. De timerindicator ( het display.
20
) en de SLEEP indicator dooft van
30
) en SLEEP indicators stoppen te
120
60
90
• De timer met de laatste tijd van inschakelen heeft prioriteit.
Als de opnametimer is ingesteld om te worden geactiveerd wanneer de dagelijkse timer in werking is, zal de dagelijkse timer niet worden geactiveerd.
6:00 7:307:00
6:30
Opnametimer
Dagelijkse timer
geannuleerd.
Indien de starttijd voor de opnametimer wordt bereikt tijdens werking van de inslaaptimer, zal de inslaaptimer het eenheid niet uitschakelen wanner de ingestelde tijd voor de inslaaptimer wordt bereikt.
21:00
Opnametimer
Inslaaptimer
De inslaaptimer en automatische uitschakelfunctie (zie bladzijde 11) kunnen tegelijkertijd worden gebruikt.
22:0021:30
geannuleerd.
22:30
De inslaaptimer wordt ook in de volgende gevallen geannuleerd:
• Als u de eenheid uitzet.
• Als u een ander timer instelt.
• Als u de klok aanpast.
– 65 –
Onderhoud
De eenheid functioneert het beste wanneer u zowel uw geluidsdragers als apparatuur goed onderhoudt.
Algemene opmerkingen
De beste resultaten worden over het algemeen verkregen wanneer u uw cassettes, CD’s en MD’s en de afspeel- en opnamemechanismen schoon houdt.
• Bewaar de CD’s en MD’s in de hoes of doos waarin deze worden geleverd en sla ze op in een kast, een la of bewaar ze op een plank.
• Zorg dat de elektronisch draaipaneel zijn wanneer deze niet worden gebruikt.
De eenheid reinigen
Vlekken op de eenheid Vlekken moeten worden afgeveegd met een zachte doek. Als de eenheid erg vuil is, veeg deze dan af met een goed uitgewrongen doek die is gedrenkt in water met een neutraal wasmiddel, en veeg het daarna schoon met een droge doek.
Neem de volgende punten goed in acht, omdat anders
de kwaliteit van de eenheid achteruit kan gaan, de eenheid beschadigd kan raken of de verf kan gaan afbladderen:
- Veeg de eenheid NIET af met een harde doek.
- Veeg NIET krachtig op de eenheid.
- Maak de eenheid NIET schoon met een
verdunningsmiddel of benzine.
- Zorg dat de eenheid NIET in contact komt met
vluchtige stoffen zoals insecticiden.
- Zorg dat de eenheid NIET voor langere tijd in contact
komt met rubber of plastic.
CD’s
• Neem de CD uit de doos door de CD bij de randen vast te pakken en met de wijsvinger op het gat in het midden van de CD te drukken.
• Raak het zilverkleurige oppervlak van de CD niet met de vingers aan. Let erop dat u de CD niet buigt.
• Plaats de CD na gebruik weer terug in de doos of hoes om beschadiging en kromtrekken te voorkomen.
• Let erop dat u geen krassen op het oppervlak van de CD maakt als u de CD weer in de doos plaatst.
• Voorkom dat de CD wordt blootgesteld aan direct zonlicht, extreme temperatuurschommelingen en vocht.
De CD reinigen
Een CD met stof en ander vuil kan niet foutloos worden afgespeeld. Als een CD niet schoon is, moet u die met een zachte doek reinigen. Beweeg de doek vanuit het midden van de CD naar de rand.
MD’s
• Open het sluitklepje van MD’s niet zelf.
- Het sluitklepje is vergrendeld
zodat het niet onverhoopt open gaat. Als u het klepje toch opent, kan de schijf binnenin kapot gaan. Mocht het sluitklepje per ongeluk open zijn gegaan, sluit dit dan snel zonder de schijf aan de binnenkant aan te raken.
• Bewaar MD’s beslist niet op de volgende plaatsen:
- Plaatsen die blootgesteld kunnen
worden aan hoge temperaturen, zoals op een vensterbank of in een auto (i.v.m. direct zonlicht achter glas).
- Plaatsen met een hoge
luchtvochtigheid, zoals in de badkamer.
- Plaatsen met vuil of zand,
zoals op het strand.
• Maak de MD’s regelmatig schoon.
- Mocht er vuil of zand op de buitenkant van de MD komen, veeg dit dan met een zachte, droge doek weg.
Werken met cassettebanden
• Als de band los in de cassette is, trekt u deze weer strak door een potlood in een van de uitsparingen in het midden te draaien.
• Als de band los is, kan deze uitrekken, afbreken of in de cassette verstrikt raken.
• Raak de band zelf nooit aan.
• Berg banden nooit op deze plaatsen op:
- In stoffige ruimten
- In direct zonlicht of extreme
warmte
- In een vochtige omgeving
- Op een TV of luidspreker
- In de buurt van een magneet
Nederlands
Gebruik geen oplosmiddelen zoals reinigers voor grammofoonplaten, een spuitbus met oplosmiddelen, of terpentine om de CD schoon te maken.
– 66 –
Aanvullende informatie
Enkele woorden over MD’s
Er zijn twee soorten MD’s: voorbespeelde MD’s en niet-voorbespeelde (of “lege”) MD’s.
Voorbespeelde MD’s
Voorbespeelde MD’s, die zijn vervaardigd in muziekstudio’s, kunnen net als CD’s alleen worden afgespeeld. Op dergelijke MD’s is de muziek in de vorm van microscopisch kleine gaatjes opgenomen. De aanwezigheid of afwezigheid van deze gaatjes wordt bij het afspelen door een laserstraal waargenomen, die deze signalen doorgeeft aan de lens van het MD-recorder. Het MD-recorder decodeert de signalen en speelt deze af als muziek. Dit type MD wordt ook wel een “optische disc” genoemd.
Niet-voorbespeelde MD’s
Lege MD’s maken gebruik van de magnetisch/optische technologie en kunnen meerdere malen worden gebruikt voor het maken en afspelen van opnames. De laser in het MD-recorder richt zijn straal op het schijfoppervlak en magnetiseert en demagnetiseert de laag op de disk om opnames te maken en deze af te spelen. Dit type MD wordt ook wel “magnetisch/ optische disc” genoemd.
ATRAC (Adaptive TRansform Acoustic Coding)/ATRAC3 ( )
Op een MD is ruimte voor 80 minuten aan opname- en afspeeltijd, veel meer dan bij een muziek-CD. Een MD heeft echter een kleinere diameter: 64 mm. Dat een MD zoveel gegevens kan bevatten, is terug te voeren op een geluidscompressietechniek die bekend staat als ATRAC- een methode die speciaal voor MD’s is ontwikkeld. Deze technologie laat geluiden die niet door het
Nederlands
menselijke gehoor kunnen worden waargenomen achterwege. Dankzij deze technologie nemen gegevens slechts eenvijfde deel van de ruimte in die niet-gecomprimeerde gegevens in beslag zouden nemen.
Bovendien maakt deze eenheid gebruik van de nieuwste ATRAC3-technologie. Hierdoor kan de hoeveelheid gegevens voor een opname tot eentiende of eentwintigste van de oorspronkelijke hoeveelheid gegevens worden teruggebracht. Dankzij deze slimme compressiemethode kan met deze eenheid 2 tot 4 keer zoveel ruimte voor stereo-opnames op MD’s worden gewonnen.
UTOC (User Table Of Contents)
Op de MD is ruimte gereserveerd voor een inhoudsopgave die de gebruiker zelf kan bewerken. Deze inhoudsopgave wordt UTOC genoemd. Op dit deel van de MD bevinden zich gegevens als de fragment-nummers, titels, enzovoort, die door de gebruiker zelf kunnen worden bewerkt. Dankzij deze inhoudsopgave kunt u snel op een MD naar een bepaalde fragment zoeken en fragmenten zonder veel problemen bewerken.
3:12 4:15 6:05
Sound Skip Guard Memory
De zwakke schakel in de afspeelketen van MD’s en CD’s is de gevoeligheid van deze gegevensdragers voor trillingen. Dankzij een speciale techniek die “Sound Skip Guard Memory” wordt genoemd, wordt dit euvel ondervangen. Deze vertragingstechniek zorgt er namelijk voor dat de eerste paar seconden die de leeskop van de gegevensdrager leest tijdelijk in het geheugen wordt opgeslagen en daarna pas als geluidssignalen worden vrijgegeven. Mocht een trilling het lezen van gegevens op de CD of MD dus verhinderen, dan kunnen dankzij de signalen in het geheugen toch nog enkele seconden geluid worden weergegeven. U kunt dus ononderbroken van muziek genieten.
In het geval van een trilling....Gewone situatie....
– 67 –
SCMS (Serial Copy Management System)
Het MD-recorder in deze eenheid maakt gebruik van een techniek die ervoor zorgt dat er geen digitale kopieën van kopieën kunnen worden gemaakt. Deze techniek wordt SCMS (Serial Copy Management System) genoemd. Van voorbespeelde gegevensdragers (zoals CD’s en voorbespeelde MDs) kan alleen een zogeheten 1e-generatie-kopie worden gemaakt.
1e generatie 2e generatie
T
I
A
D
T
A
I
G
I
A
L
D
G
I
A
L
EFG
CD
AB
CD
G
DEF
BC
A
CD-R/RW
HCMS (High-speed Copy Management System)
Het is nu mogelijk om op niet-voorbespeelde MD’s geluid met een hogere snelheid op te nemen (kopiëren) dan de standaardsnelheid. Deze voorziening brengt ter bescherming van het copyright echter wel enkele beperkingen met zich mee. Het is op deze eenheid niet mogelijk om een song (fragment) die met hoge snelheid van een CD op een MD is opgenomen binnen 74 minuten nadat het opnemen van die song (fragment) is begonnen, opnieuw op MD op te nemen- noch met hoge snelheid, noch met gewone snelheid. Een bijvoorbeeld: nadat u de eerste song (fragment) met hoge snelheid van een CD op MD hebt opgenomen, kunt u die song (fragment) niet opnieuw opnemen (niet met hoge snelheid en niet met gewone snelheid) totdat er 74 minuten zijn verstreken nadat het opnemen van de eerste song (fragment) is begonnen.
Beperkingen van de MD-techniek
De MD-recorder slaat gegevens in een andere indeling op MD’s op dan dat dat gebeurt bij gewone cassettebandjes of DAT-tapes. Aangezien de indeling op MD’s aan enige beperkingen is gebonden, kunnen er soms symptomen optreden die een andere verklaring hebben dan u zou vermoeden. Deze symptomen zijn niet terug te voeren op fouten van het product.
Symptoom
DISC FULL wordt weergegeven, terwijl er nog voldoende tijd op de MD over is.
DISC FULL wordt weergegeven, terwijl er nog voldoende tijd op de MD over is en het maximum aantal op te nemen fragmenten nog niet is bereikt.
De samenvoegfunctie JOIN werkt soms niet.
De resterende tijd op de MD neemt niet toe nadat er fragmenten zijn gewist.
Het geluid valt weg bij snel vooruit en achteruit spoelen.
De totale tijd aan opnames en de totale resterende tijd van een MD is korter dan de maximale tijd van de MD.
Er is een maximum aan het aantal fragmenten dat kan worden opgenomen. Dit maximum aantal is onafhankelijk van de beschikbare tijd. Het is niet mogelijk een 254e fragment op te nemen.
Herhaald opnemen en wissen op dezelfde MD zorgt voor een groot aantal lege plekken die her en der op de MD verspreid liggen. Wanneer u op zo’n MD een opname maakt, wordt de opname op de plaats van deze lege plekken neergezet. Als een fragment wordt opgedeeld in een groot aantal stukken, wordt de vermelding “DISC FULL” weergegeven.
Als een opgedeeld stuk korter is dan 8 seconden, kan dat stuk niet met de functie JOIN met een andere fragment worden samengevoegd. Wanneer deze fragment wordt gewist, neemt de resterende tijd op de MD niet toe.
Als een fragment bij het maken van een opname op een MD in een groot aantal stukken is opgedeeld, valt het geluid weg wanneer de MD snel vooruit of achteruit wordt gespoeld.
Het is niet mogelijk een opname van 12 seconden of minder (SP) op een MD op te nemen. Bij een groot aantal van dergelijke opnames is de werkelijke beschikbare tijd korter dan de totale tijd die wordt weergegeven.
Oorzaak
Nederlands
– 68 –
Foutmeldingen van CD/MD
Voor CD:
Voor MD:
Nederlands
Foutmelding
CANNOT PLAY
CD NO DISC
CANNOT REC
x1 REC ONLY
Foutmelding
BLANK DISC
CANNOT ENTRY!
CANNOT FORM!
CANNOT GROUP!
CANNOT JOIN
CANNOT LISTEN
CANNOT TITLE
CANNOT REC
x1 or x2 ONLY
READ ERROR
DISC FULL
DISC
PROTECTED
Toelichting
U probeert een CD weer te geven die niet kan worden afgespeeld of een ander probleem heeft.
Geen disc in de disclade.
U probeert een CD-R/CD-RW af te
spelen die nog niet is “afgerond”.
U probeert een CD tegelijkertijd op een MD en cassette op te nemen met gebruik van de x2 of x4 opnamesnelheid.
Toelichting
De MD is leeg.
Het fragment is reeds in de gekozen groep.
U probeert een nieuwe groep waarin reeds andere groepen zijn te vormen.
Er is geen ruimte meer voor het vastleggen van informatie over MD-groepen.
U probeert fragmenten (die korter dan 8 seconden zijn) samen te voegen of groepen die niet samengevoegd kunnen worden.
U probeert tijdens het met hoge snelheid maken van een opname naar het geluid te luisteren.
U probeert een titel in te voeren voor een MD waarop reeds 1 792 tekens zijn vastgelegd.
U probeert met de x4 opnamesnelheid een CD met geprogrammeerde weergave op te nemen.
De UTOC kan niet worden gelezen.
De MD is vol of er staan meer dan 254 fragmenten op de MD.
De MD is beveiligd tegen het maken van opnames.
Tip
Plaats een andere CD.
Plaats een disc in de disclade.
Dit duidt niet op een defect. U kunt
uitsluitend een “afgeronde” CD-R/CD-RW afspelen.
Dit duidt niet op een defect. Kies de normale opnamesnelheid (x1). (Zie bladzijde 43).
Tip
Vervang de MD door een andere MD.
Dit duidt niet op een defect. (Zie Toevoegen van een fragment aan een groep—ENTRY GR” op bladzijde 48).
Dit duidt niet op een defect. (Zie Vormen van een groepFORM GR op bladzijde 47).
U kunt geen extra groepen voor deze MD maken.
Dit duidt niet op een defect. (Zie bladzijden 50, 56 en 68).
Dit duidt niet op een defect. Het is niet mogelijk om tijdens het met hoge snelheid maken van opnames naar geluid te luisteren.
Dit duidt niet op een defect. (Zie Invoeren van titels voor een MD op bladzijde 59).
Dit duidt niet op een defect. Kies een andere opnamesnelheid. (Zie bladzijde 39).
Schakel het eenheid uit en vervolgens weer in.
Gebruik een andere MD waarop wel opnames kunnen worden gemaakt, of wis enkele fragmenten.
Hef de beveiliging op, of gebruik een andere MD. (Zie bladzijde 37).
– 69 –
Foutmelding
EMERGENCY
STOP
GROUP FULL
GROUP TRACK
HCMS CANNOT
COPY
LOAD ERROR
MD NO DISC
NON AUDIO
CAN NOT COPY
PLAYBACK
DISC
SCMS CANNOT
COPY
LOW TEMP
CANNOT COPY
Toelichting
Er is tijdens het maken van een opname een fout opgetreden.
U probeert meer dan 99 groepen te maken.
U probeert een groep te maken met een fragment dat reeds in een andere groep zit.
U probeert een song opnieuw op te nemen dat binnen 74 minuten al met hoge snelheid is opgenomen.
De MD is niet goed in de MD-lade geplaatst.
Er is geen MD geplaatst.
U probeert een opname te maken van een CD die geen muziek-CD is, zoals een CD-ROM of Video-CD.
U probeert een opname te maken op of een bewerking uit te voeren met een MD die alleen geschikt is om af te spelen.
Het maken van een digitale kopie van de 2e generatie is niet toegestaan.
De temperatuur in de kamer is te laag voor gebruik van de x4 opnamesnelheid.
Tip
Hiermee stopt u het afspelen et haal de MD uit het station en plaats de MD opnieuw.
Dit duidt niet op een defect. U kunt maximaal 99 groepen voor een MD maken.
Dit duidt niet op een defect. (Zie Vormen van een groep FORM GR op bladzijde 47).
Een ingebouwde tijdschakeling beschermt het copyright. Wacht tot de 74 minuten zijn verstreken en probeer de song daarna opnieuw op te nemen.
Neem de MD uit de MD-lade en plaats de MD opnieuw.
Plaats een MD in het station.
Stop de opname.
Gebruik een MD die geschikt is om opnames op te maken.
U kunt geen digitale opname op een MD maken van een reeds gekopieerde CD-R/RW. Indien u dit probeert, zal het eenheid automatisch de digitale signalen naar analoge signalen omzet­ten en deze met de x1 snelheid (nor­male snelheid) opnemen.
Dit duidt niet op een defect. U kunt de x4 opnamesnelheid uitsluitend gebruiken bij een temperatuur tussen 5˚C – 35˚C.
Nederlands
– 70 –
Problemen oplossen
Mocht er zich een probleem met de eenheid voordoen, dan raden wij u aan eerst deze lijst met bekende problemen en oplossingen door te lopen alvorens contact op te nemen met de leverancier. Als u het probleem niet kunt verhelpen aan de hand van de tips die onderstaand worden gegeven, of als de eenheid fysieke schade heeft opgelopen, raden we u aan contact op te nemen met een erkende reparateur, zoals uw leverancier.
Probleem
Geen geluid via de luidsprekers.
Kan geen opname op een MD maken.
Slechte ontvangst van de radio.
Nederlands
De afstandsbediening doet het niet.
De CD-lades of het klepje van het MD-compartiment wil niet openen.
De CD wil niet afspelen.
De CD slaat over.
De cassettehouder opent of sluit niet.
Opname op een cassette onmogelijk.
Geen enkele functie lijkt te werken.
Mogelijke oorzaak
De aansluitingen zitten los of zijn verkeerd tot stand gebracht.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
U gebruikt een bespeelde MD.
De MD is tegen het maken van nieuwe
opnames beveiligd.
De antenne is niet goed aangesloten.
De AM-raamantenne staat de dicht in
de buurt van de eenheid.
De FM-antenne is onvoldoende breed opgehangen of verkeerd geplaatst.
Het pad tussen de afstandsbediening en de sensor op de eenheid is geblokkeerd.
De batterijen zijn (bijna) leeg.
U gebruikt de afstandsbediening op
een te grote afstand van de hoofdeenheid.
De stekker van de netspanningskabel is niet in het stopcontact gestoken.
De vergrendelingsfunctie Disc Lock is in gebruik.
De CD ligt ondersteboven in de lade.
De CD is niet schoon of er zitten krassen op.
De stroomtoevoer via het netsnoer werd onderbroken tijdens bandtransport.
De kleine wispreventielipjes op de rug van de cassette zijn verwijderd.
De microprocessor in de eenheid werkt niet vanwege elektrische storingen van buitenaf.
Tip
Controleer alle aansluitingen en verbeter deze. (Zie bladzijden 6 – 9).
Ontkoppel de hoofdtelefoon van de PHONES aansluiting.
Plaats een MD in het MD­compartiment waarop u wel opnames kunt maken.
Maak de MD weer geschikt voor het maken van nieuwe opnames. (Zie bladzijde 37).
Sluit de antenne opnieuw aan.
Verplaats de AM-raamantenne en draai
deze enigszins.
Hang de FM-antenne breed op of verplaats deze tot de beste ontvangst is verkregen.
Verplaats het voorwerp dat de rechte lijn onderbreekt.
Vervang de batterijen. (Zie bladzijde 9).
De signalen van de afstandsbediening
kunnen de sensor niet bereiken. Bedien de afstandsbediening dichter bij de hoofdeenheid.
Steek de stekker opnieuw in het stopcontact.
Schakel de functie Disc Lock uit. (Zie bladzijde 28).
Leg de CD met het label naar boven in de lade.
Maak de CD schoon of vervang deze. (Zie bladzijde 66).
Schakel het eenheid in.
Bedek de ontstane openingen met plakband.
Haal de stekker van de eenheid uit het stopcontact en steek het er daarna opnieuw in.
– 71 –
Specificaties
Ontwerp en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
Versterker—CA-UXZ7MDR
Tuner
CD-speler
MD-recorder
Cassettedeck
Vermogen (IEC 268-3/DIN): 46 W (23 W + 23 W) bij 4 Ω (MAX.)
Gevoeligheid/impedantie audio-input (bij 1 kHz)
Luidsprekeruitgangen: 4 Ω – 16
Afstembereik FM: 87,50 MHz108,00 MHz Afstembereik AM (MG/LG): MG: 522 kHz1 629 kHz
Capaciteit van de CD-speler: 1 CD Dynamisch bereik: 88 dB Signaal/ruis-verhouding: 95 dB Wow en flutter: Niet te meten
Audio-afspeelsysteem: Digitaal MiniDisc-audiosysteem Opnamesysteem: Magnetisch/optisch overschrijfbaar systeem Leessysteem: Contactvrije, halfgeleidende laser (λ=780 nm) Foutcorrectiesysteem: CIRC (Cross Interleave Reed-Solomon Code)
Opname- en speelduur (bij gebruik van een MD van 80 minuten)
Sampling-frequentie: 44,1 kHz Audiocompressiesysteem:
Frequentierespons:
Wow en flutter: 0,15 % (WRMS)
AUX/DVD: 400 mV/47 kΩ (bij LEVEL 1”)
ATRAC (Adaptive TRansform Acoustic Coding)/ATRAC3 ( )
Normaal (type I): 60 Hz14 000 Hz
40 W (20 W + 20 W) bij 4 (10 % THD)
200 mV/47 kΩ (bij LEVEL 2”)
LG: 144 kHz—288 kHz
SP: 80 minuten LP2: 160 minuten LP4: 320 minuten
Nederlands
Algemeen
Meegeleverde accessoires
Luidsprekergedeelte—SP-UXZ7MD
Vereist vermogen: AC 230 V , 50 Hz Energieverbruik: Bij gebruik: 65 W
Afmetingen (ong.): 185 mm x 265 mm x 316 mm (L/H/D) Gewicht (ong.): 5,9 kg
Zie Uitpakken bladzijde 6.
Type: Dual Bass-reflex Luidsprekers: Woofer 11 cm Cone x1,
Vermogen (max.): 35 W Impedantie: 4 Frequentiebereik: 55 Hz t/m 20 kHz Geluidsdrukniveau: 82 dB/W•m Afmetingen (ong.): 145 mm x 265 mm x 215 mm (L/H/D) Gewicht (ong.): 2,2 kg per stuk
In standby: 13 W
1,4 W (en de energiebesparingsfunctie)
Tweeter 4 cm Cone x1
Amerikaanse en buitenlandse octrooien in licentie van Dolby Laboratories.
– 72 –
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
GE, FR, NL
JVC
0702MWMMDWJEM
Loading...