JVC KD-SX997R, KD-SX998R User Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
KD-SX998R/KD-SX997R
ENGLISH
DEUTSCH
SOUND
ATT
U
SOURCE
F
R
D
VOL
VOL
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS

GEBRUIKSAANWIJZING

FRANÇAIS
GET0125-001A
[E/EX]

Plaats en afbeelding van labels

Onderpaneel van het hoofdapparaat
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.

Het apparaat terugstellen

Houd SEL (selecteren) ingedrukt en druk tegelijkertijd langer dan 2 seconden op (standby/aan/attenuator). De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
ADVARSEL: Usynlig laser ­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö-
ej
mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.
LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.
LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.
LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.
LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
(standby/aan/attenuator)
Opmerking:
De door u vastgelegde instellingen—bijvoorbeeld de voorkeurzenders, geluidsinstellingen of voor CD’s ingevoerde namen—worden tevens gewist.
SEL (selecteren)

Hoe u de toets MODE gebruikt

Door een druk op MODE, schakelt het toestel in de functiemodus (“MODE” knippert boven op het display). Tijdens de functiemodus hebben de cijfertoetsen en de 5/∞ toetsen een andere functie.
Bijv.: Indien de 2 cijfertoets als de MO (mono) toets werkt.
De MO (mono) indicator licht op.
Voor het weer gebruiken van de oorspronkelijke functies van deze toetsen na een druk op MODE, wacht u 5 seconden zonder op een van deze toetsen te drukken totdat de functiemodus is
gewist. (“MODE” verdwijnt van het display).
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Indicator die tijd aftelt
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen .......................... 2
Hoe u de toets MODE gebruikt ................. 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN ........... 4
Bedieningspaneel ..................................... 4
Afstandsbediening .................................... 5
De afstandsbediening voorbereiden ......... 6
BASISBEDIENING .......................... 7
De stroomtoevoer inschakelen ................. 7
Klok instellen ............................................. 8
GEBRUIK VAN DE RADIO ................. 9
Naar de radio luisteren .............................. 9
Radiozenders in het geheugen
vastleggen .............................................. 11
Afstemmen op een voorkeuzezender ....... 12
HET GEBRUIK VAN RDS................... 13
Wat u kunt doen met RDS ........................ 13
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 17
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER ........... 20
Een CD afspelen ....................................... 20
Een fragment of een bepaald punt
op de CD zoeken .................................... 21
CD-afspeelmodi selecteren ....................... 22
De tekst van een CD met CD
Text weergeven ...................................... 23
Vergrendelen van een disc ....................... 23
MP3 INTRODUCTIE ........................ 24
Wat is MP3? .............................................. 24
Hoe worden MP3 bestanden
opgenomen en afgespeeld? ................... 24
BEDIENING VAN MP3 ..................... 26
Weergave van een MP3 disc .................... 26
Opzoeken van een bestand of een
bepaald gedeelte op een MP3 disc ........ 27
Kiezen van MP3 weergavefuncties ........... 29
GELUID REGELEN .......................... 30
Selecteren van vastgelegde
geluidsfuncties
(C-EQ: gebruiker-equalizer) ................... 30
Geluid aanpassen ..................................... 31
ANDERE HOOFDFUNCTIES ............... 32
De algemene instellingen
wijzigen (PSM) ....................................... 32
Invoeren van namen voor bronnen ........... 36
Bedieningspaneel verwijderen .................. 37
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ...... 38
CDs afspelen ............................................ 38
Kiezen van de weergavefuncties .............. 41
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................. 42
Externe apparatuur afspelen ..................... 42
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ........ 43
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 43
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan ................................................... 44
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service ........................................... 45
Wat u nog meer met DAB kunt doen ........ 46
PROBLEMEN OPLOSSEN ................. 47
ONDERHOUD ............................... 50
Omgaan met discs .................................... 50
SPECIFICATIES ............................. 51
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
Het display-venster
d
s
f g h
j k l
1 2 43
p
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De toets 5 (hoger)
De toets +10
3 De toetsen 4 4 Afstandssensor 5 Het display-venster 6 De toets 0 (uitwerpen) 7 De toets FM/AM (DAB) 8 De toets CD CD-CH (CD-wisselaar)
(AUX: extern component)
9 De toets (het bedieningspaneel
vrijgeven)
p De toets ∞ (lager)
De toets –10
q De toets SEL (selecteren) w De bedieningsschijf e De toets EQ (equalizer) r De toets MO (mono) t De cijfertoetsen y De toets RPT (herhalen) u De toets RND (willekeurig) i De toets MODE
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets DISP (display).
o De toets DISP (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
4
gebruikt in combinatie met de toets MODE.
/z
5
x
c
v
6 7 8
tew9 q r ;o ay u i
; De toets TP/PTY (traffic programme/
programme type)
a Aux-ingangsaansluiting
Het display-venster
s Discinformatie-indicators
TAG (ID3 Tag), (map), (fragment/ bestand)
d De indicator CD-geplaatst f Hoofdvenster g Indicators voor weergave
(disc), (map/bestand)
h Bron/klok-display j De indicator EQ (equalizer) k Geluidsfunctie-indicators
(C-EQ: gebruiker-equalizer) ROCK, CLASSIC, POPS, HIP HOP, JAZZ, USER
l De indicator LOUD (loudness) / Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
z De indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
x De indicator MP3 c De indicator voor het volumeniveau
(of audioniveau) Equalizerpatroon-indicator
v Weergavefunctie-indicators
RND (willekeurig), RPT (herhalen)
Afstandsbediening
SOUND
ATT
U
SOURCE
R
VOL
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding
SEE YOU op de display verschijnt.
Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
Verspringen naar het eerste bestand van de volgende map tijdens weergave van een MP3 disc. Door iedere druk op de toets wordt naar de volgende map versprongen en de weergave van het eerste bestand in die map gestart.
Bij weergave van een MP3 disc met een voor MP3 geschikte CD-wisselaar; – Druk kort op de toets om naar de
volgende disc te verspringen.
– Houd even ingedrukt om naar de
volgende map te verspringen.
Opmerking:
Tijdens weergave van een CD met de CD-wisselaar wordt met deze toets altijd naar de volgende disc gesprongen.
F
D
VOL
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender
bij het luisteren naar de radio (of de DAB­tuner). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of service) afgestemd.
Verspringen naar het eerste bestand van de voorgaande map tijdens weergave van een MP3 disc. Door iedere druk op de toets wordt naar de voorgaande map versprongen en de weergave van het eerste bestand in die map gestart.
Bij weergave van een MP3 disc met een voor MP3 geschikte CD-wisselaar; – Druk kort op de toets om naar de
voorgaande disc te verspringen.
– Houd even ingedrukt om naar de
voorgaande map te verspringen.
Opmerking:
Tijdens weergave van een CD met
de CD-wisselaar wordt met deze toets altijd naar de voorgaande disc gesprongen.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
Opmerking:
Deze toetsen werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus
(C-EQ: gebruiker-equalizer). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus (C-EQ) geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
Selecteert services terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
Hiermee kunt u de fragment/bestand snel vooruit en achteruit spoelen als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
Hiermee gaat u naar het begin van de volgende fragment of het volgende fragment/bestand of terug naar het begin van de huidige (of vorige) fragmenten/ bestanden als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
5
De afstandsbediening voorbereiden
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
(achterkant)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
6
LET OP:
Leg de afstandsbediening NIET op plaatsen waar het directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld op het dashboard). De afstandsbediening wordt anders beschadigd.
De KD-SX998R en KD-SX997R hebben zijn geschikt voor stuur-afstandsbediening. Indien uw auto een stuur-afstandsbediening heeft, kunt u deze toestellen met de afstandsbediening bedienen.
Zie de aanwijzingen voor Installatie/ Aansluiten (afzonderlijk boekje) voor de vereiste verbinding voor het gebruik van deze functie.

BASISBEDIENING

1 3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijden 9 – 19.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijden 20 – 23.
Voor weergave van een MP3 disc,
zie bladzijden 26 – 29.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijden 37 – 41.
Voor gebruik van het externe apparaat
(LINE IN of AUX IN), zie bladzijde 42.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijden 43 – 46.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
Het volume verlagen
2
2
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
De indicator voor het volumeniveau (of audioniveau) (zie bladzijde 34)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijden 30 en 31).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT ” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt. SEE YOU wordt getoond en vervolgens wordt het toestel uitgeschakeld.
Indien u de stroom uitschakelt tijdens het beluisteren van een CD, zal de volgende keer
bij het weer inschakelen van de stroom de weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op de disc worden voortgezet.
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CDs is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
7
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 32 en 33).
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
12
5
Voltooi de instelling.
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H
(uur) als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
12
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten).
2 Pas de minuten aan.
12
8
Opmerking:
Zie bladzijde 34 voor het tonen van de tijd van de klok op het display.
Voor het controleren van andere informatie tijdens weergave, drukt u op DISP (display).
Door iedere druk op de toets wordt andere informatie op het bovenste gedeelte van het display getoond. (Zie bladzijde 34 voor details).
De tijd van de klok wordt ongeveer 5 seconden getoond indien u met het toestel uitgeschakeld op DISP (display) drukt.

GEBRUIK VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM 1
(F1)
Licht op bij ontvangst van een stereo FM-uitzending met een redelijk sterk signaal.
* Met CLOCK op ON gesteld (zie
bladzijde 34), zal in plaats van de huidige aanduiding de tijd van de klok verschijnen.
FM 2
(F2)
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven*.
FM 3
(F3)
A M
2
Zoek een station.
Afstemmen op een station met een hogere frequentie
Afstemmen op een station met een lagere frequentie
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
9
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM 1
(F1)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “MANU” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om
de functiemodus te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo-uitzending luistert. MODE knippert boven op het display.
2 Druk op MO (mono) terwijl
MODE nog knippert zodat de MO indicator op het display oplicht.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de indicator MO aan of uit.
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “MANU” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt
Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AMMG/LG steeds met
10
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
De indicator MO (mono)
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
Handmatig vasteleggen van FM en AM­zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM 1
(F1)
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
Handmatig vasteleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vastleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM 1
(F1)
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 88,3 MHz).
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt
A M
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst - -SSM- - verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegdnummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
11
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De gekozen golfband/ voorkeurnummer en “MEMO” (geheugen) worden afwisselend even getoond.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen op bladzijden 11 en 12, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM 1
(F1)
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
12

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is Enhanced Other Networks. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA—“Traffic Announcement) of uw favoriete programma
Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY—“Programme Type”)
Programma zoeken
En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt. (Zie de afbeelding op bladzijde 19). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve Frequentie) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld off. Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld on. Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
OFF: De netwerkfunctie is uitgeschakeld. De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Indicator AF Indicator REG
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (AF). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 46).
13
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 32 en 33).
2
Selecteer de vermelding “AF-REG” (alternatieve frequentie/regionale ontvangst) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus —“AF, AF REG of OFF”.
4
Voltooi de instelling.
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Druk op TP/PTY om TA standby ontvangst te activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht. TRAFFIC verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 18) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. TRAFFIC verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
14
Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY. De TP
indicator dooft.
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY standby ontvangst kiezen. Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 32 en 33).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY (standby) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de
PTY indicator oplichten of knipperen.
PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, stemt het toestel op deze zender.
PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, verandert het toestel automatisch van bron en wordt op deze zender afgestemd.
3
Selecteer een van de negenentwintig PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 19).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
Voor het uitschakelen van PTY standby ontvangst, kiest u OFF in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator dooft.
15
Uw favoriete programmagenre opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken. Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen voor het later gemakkelijk opzoeken onder de cijfertoetsen vastleggen. Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres. Zie bladzijde 17 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de negenentwintig PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 19).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minste 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
Gekozen voorkeurnummer en “MEMO” (geheugen) worden afwisselend getoond.
4
Houd TP/PTY langer dan 2 seconden ingedrukt om deze functie te verlaten.
16
Een favoriet programmatype opzoeken
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Kiezen van een favoriet programmatype
of
Kiezen van een van de negenentwintig PTY-codes
Het voorkeurnummer verschijnt uitsluitend indien u een PTY-code met de cijfertoetsen kiest.
Bijv: Met ROCK M gekozen
3
Druk op ¢ of 4 om het PTY-zoeken naar uw gewenste programma te starten.
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-zender is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander station wordt afgestemd.
Als u het zoeken naar een programma wilt activeert, wordt hieronder uitgelegd.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen (PSM) op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
P(Programma)-SEARCH te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van
de klok mee en selecteer “ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding OFF door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
17
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-station luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de stationsnaam (PS NAME) of de frequentie van het ontvangen station (FREQ).
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen (PSM) op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
TU DISP (tunerdisplay) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (PS NAME of “FREQ”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op DISP (display) te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op de toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
18
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen (PSM) op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
TA VO L (volume) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het
gewenste volume te selecteren. U kunt het volume instellen op een waarde van VOL 00 tot VOL 50.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CTClock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen (PSM) op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
AUTO ADJ (aanpassen) te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te selecteren. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 ON selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor AUTO ADJ de instelling “ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
informatie aangaande het nieuws
INFO: Informatieve programmas over
diverse verscillende
onderwerpen SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
nationale of regionale cultuur SCIENCE: Wetenschappelijke en
technische programma’s VARIED: Overige programma’s,
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten FINANCE: Programma’s aangaande handel
en de beurs en beursberichten,
enz. CHILDREN: Amusement voor kinderen
SOCIAL: Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten
van geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
TRAVEL: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, enz. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
19

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

Zie BEDIENING VAN MP3 op bladzijden 26 t/m 29 voor bedieningen aangaande MP3 discs.
Een CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
20
Opmerkingen:
Wees voorzichtig met CDs indien een extern component met de AUX ingangsaansluiting op het bedieningspaneel is verbonden.
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op CD CD-CH (AUX) om het apparaat aan te zetten en het afspelen automatisch te laten beginnen.
2
Plaats een CD in de lade.
Het toestel wordt ingeschakeld, de CD in het mechanisme getrokken en de weergave automatisch gestart.
3
Sluit het bedieningspaneel met de hand.
Alle fragmenten worden herhaald afgespeeld totdat u de weergave stopt.
He display verandert en toont het volgende:
Aanduiding
De indicator CD-geplaatst
Totaal aantal Totale afspeeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
Verstreken afspeeltijd
* Met CLOCK op ON gesteld (zie bladzijde
34), zal in plaats van de huidige aanduiding de tijd van de klok verschijnen.
Opmerkingen:
Indien een CD ondersteboven is geplaatst, zal de CD automatisch worden uitgeworpen (wanneer het bedieningspaneel geopend is). Indien het bedieningspaneel is gesloten, wordt de tuner als bron ingesteld en verschijnen “PLEASE” en EJECT afwisselend op het display.
De CD wordt automatisch uitgeworpen wanneer u het bedieningspaneel opent door een druk op 0.
•“NO DISC verschijnt op het display indien er geen CD is geplaatst. U kunt de CD nu niet als bron kiezen.
Indien de geplaatste disc een CD Text is, zullen de disctitel/zanger(es) en vervolgens de fragmenttitel automatisch worden getoond.
fragmenten op de CD die in de CD-lade is geplaatst
Huidige fragment
huidige bron*
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. De CD-weergave stopt en het bedieningspaneel schuift omlaag. De CD wordt vervolgens automatisch uitgeworpen. De vorige afspeelbron wordt geselecteerd.
De CD-weergave stopt tevens wanneer u van bron verandert (zonder de CD uit te werpen). Bij het later weer kiezen van “CD” als bron, zal de CD-weergave starten vanaf het punt waar u hiervoor was gestopt.
Opmerkingen:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen).
U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het apparaat is uitgezet.
Een fragment of een bepaald punt op de CD zoeken
Het fragment versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het fragment achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige fragment gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om naar het begin van het huidige fragment te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van het vorige fragment gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ , en houd deze toets ingedrukt om het fragment versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van het volgende fragment te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende fragment gezocht en afgespeeld.
Direct naar een bepaald fragment gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald fragment hoort, om het afspelen van dat fragment te laten beginnen.
• Om een fragment met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een fragment met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Snel naar een fragment verspringen (+10 en –10 toetsen)
1 Druk op MODE om de functiemodus te
activeren tijdens weergave van een CD.
2 Druk op +10 of –10.
* Bij de eerste druk op de +10 of –10 toets
wordt naar het dichtstbijzijnde hogere of lagere fragment dat een tiental heeft (bijvoorbeeld het 10de, 20
versprongen. Door een volgende druk op de toets kunt u tegelijkertijd 10 fragmenten verspringen (Zie Gebruik van de +10 en –10 toetsen op bladzijde 22 ).
Na het laatste fragment wordt weer het
eerste fragment gekozen en viceversa.
MODE knippert boven op het display.
Vooruit verspringen van 10 fragmenten* tot naar maximaal het laatste fragment
Terug verspringen van 10 fragmenten* tot naar maximaal het eerste fragment
ste
ste
of 30
fragment)
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
21
Gebruik van de +10 en –10 toetsen
Bijv. 1:Kiezen van fragmentnummer 32 tijdens weergave van fragmentnummer 6
(Drie keer) (Twee keer)
Fragment 6 \ 10 \ 20 \ 30 \ 31 \ 32
Bijv. 2:Kiezen van fragmentnummer 8 tijdens weergave van fragmentnummer 36
(Drie keer) (Twee keer)
Fragment 36 \ 30 \ 20 \ 10 \ 9 \ 8
CD-afspeelmodi selecteren
Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen (Willekeurige weergave van een disc)
U kunt alle fragmenten van de CD in willekeurige volgorde afspelen.
1 Druk op de toets MODE om de
functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. MODE knippert boven op het display.
Met de functie voor willekeurige weergave van een disc geactiveerd, lichten de en RND indicators op het display op. De weergave van een willekeurig gekozen fragment start.
Fragmenten meerdere keren afspelen (Herhaalde weergave van een fragment)
U kunt het huidige fragment meerdere keren afspelen.
1 Druk op de toets MODE om de
functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. MODE knippert boven op het display.
2 Druk terwijl “MODE nog op het
display knippert op RPT (herhalen), zodat TRK RPT” op het display verschijnt. Door iedere druk op de toets wordt de functie voor herhaalde weergave van een fragment afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
De indicator RPT
Met de functie voor herhaalde weergave van een fragment geactiveerd, licht de RPT indicator op het display op. Het huidige fragment wordt herhaald afgespeeld.
22
2 Druk terwijl “MODE nog op het
display knippert op RND (willekeurig), zodat DISC RND” op het display verschijnt. Door iedere druk op de toets wordt de functie voor willekeurige weergave van een disc afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
De indicators (disc) en RND
De tekst van een CD met CD Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Deze tekstinformatie van de CD wordt automatisch bij weergave van een CD Text getoond.
Voor het handmatig veranderen van de tekstinformatie van de CD, moet u tijdens weergave van de CD Text de tekstdisplayfunctie kiezen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
Titel van de CD / Artiest
Vergrendelen van een disc
U kunt voorkomen dat een disc per ongeluk wordt uitgeworpen door de disc in de lade te vergrendelen.
Druk op CD CD-CH (AUX), en houd tegelijkertijd seconden ingedrukt.
NO EJECT knippert ongeveer 5 seconden op het display en de disc is vergrendeld zodat deze niet per ongeluk kan worden verwijderd.
langer dan 2
Titel van het muziekstuk
( licht op het display op)
Verstreken weergavetijd en nummer huidige muziekstuk
Opmerkingen:
Het display toont tegelijkertijd maximaal 8 tekens en de tekens worden rollend getoond indien er meer dan 8 tekens zijn. Zie tevens De modus voor lopende tekst selecteren SCROLL op bladzijde 35. Bepaalde tekens of symbolen worden niet getoond op het display (en er verschijnt een blanco voor in de plaats). (Bijv.: “ABCå!d#” ]ABCA D ”)
Wanneer u op de toets DISP (display) drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding NO NAME op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk.
Voor het annuleren van de vergrendeling en verwijderen van de disc
Druk op CD CD-CH (AUX), en houd tegelijkertijd
nogmaal langer dan 2 seconden ingedrukt. EJECT OK knippert ongeveer 5 seconden op het display en de disc is nu ontgrendeld.
23

MP3 INTRODUCTIE

Wat is MP3?
MP3 is de afkorting van een lange Engelse term: Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio Layer 3. Kort gezegd is MP3 een indeling voor gegevensbestanden met een compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps*). Dit houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10 keer zoveel gegevens op een CD-R of CD-RW kunt zetten dan er op een gewone muziek-CD past.
* Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er
voor 1 seconde aan audio nodig is. De bit-rate wordt uitgedrukt in Kbps, ofwel kilobits per seconde (1024 bits/seconde). Hoe hoger de bit­rate, hoe beter de geluidskwaliteit. De meest gangbare bit-rate voor het coderen van audio is 128 Kbps.
Deze eenheid is uitgerust met een MP3-decoder. Dit betekent dat het mogelijk is om MP3­bestande (fragmenten) af te spelen die op CD-R, CD-RW en CD-ROM zijn opgenomen.
Compatibel met ID3v1 (Versie 1)
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam van de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar van de opname, genre en een korte opmerking.
Deze eenheid kan dergelijk informatie (albumtitel, naam van de uitvoerende artiest en titel van de song), die ID3v1 (Versie 1)-tags worden genoemd, op de display weergeven. (Zie bladzijde 27).
Sommige tekens kunnen niet op de juiste manier worden weergegeven.
Deze toestel is niet compatibel met ID3v2 (Versie 2).
Andere kenmerken van deze toestel:
Maximaal aantal mappen/bestanden:
289 (Totaal)
Beschikbare tekens voor map/
bestandnaam: A–Z, 0–9, _ (underscore)
Maximaal aantal tekens voor
bestandsnamen (ISO 9660 Niveau 1): 12 (inclusief
(ISO 9660 Niveau 2): 31 (inclusief
(Joliet): 64 (inclusief
Maximaal aantal tekens voor mapnaam: 64
24
scheidingsteken—“. en extensie—“mp3”)
scheidingsteken—“. en extensie—“mp3”)
scheidingsteken—“. en extensie—“mp3”)
Waarschuwingen met betrekking tot het maken van MP3-bestanden op CD-Rs en CD-RWs
Deze toestel kan alleen MP3-bestanden lezen die de bestandsindeling hebben die voldoet aan deze normen: ISO 9660 Niveau 1, Niveau 2 of Joliet.
Hoe worden MP3 bestanden opgenomen en afgespeeld?
MP3-bestanden (fragmenten) worden tijdens het opnemen mappengeplaatst, zoals deze in computertermen worden genoemd. Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden en mappen op dezelfde manier worden geordend als dat bij bestanden en mappen met computergegevens kan. De hoofdmap is de bovenste map in de hiërarchie met mappen en bestanden. Elk bestand en elke map vallen onder de hoofdmap en kunnen vanuit de hoofdmap worden benaderd.
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld, doorzocht, en in welke volgorde mappen met MP3-bestanden worden doorzocht, wordt bepaald door de encoding-toepassing die de muziek in MP3-indeling omzet. De afspeelvolgorde kan dus anders zijn dan wat u in gedachte hebt als u de mappen en bestanden opneemt.
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3­bestanden op CD-R en CD-RW worden opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze toestel worden opgezocht.
Opmerkingen:
Deze toestel kan CD-ROMs met MP3-bestanden lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost het de toestel meer tijd de disk te doorzoeken. De aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan ook een storing in de toestel veroorzaken.
De toestel kan geen MP3-bestanden lezen of schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.
Deze speler is niet geschikt voor data die met de Layer 1 en Layer 2 formaten zijn gecodeerd.
Deze toestel is niet compatibel met Playlist**.
** Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals
deze op PCs worden gebruikt, waarmee gebruikers zelf de afspeelvolgorde van de bestanden kunnen bepalen zonder de bestanden fysiek opnieuw te ordenen.
De configuratie van MP3-mappen en bestanden
Hiërarchieën
ROOT
01
Niveau 1
Niveau 2
1 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
: Hoofdmap
: Mappen
3 4
5 6
02
ROOT
01
03
04
05 09
1110 2120
08
06 07
8
7
9
1312
17
15 1614
18
19
2322 24
: MP3-bestanden
Opmerking:
Er is geen limiet qua aantal hiërarchieniveaus (mappen dat onder). Voor een stabiele werking wordt echter maximaal 8 hiërarchieniveaus aanbevolen.
MP3s afspeelvolgorde en zoekvolgorde
De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3­bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3­CD aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3-bestanden in de mappen af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
25

BEDIENING VAN MP3

Zie tevens GEBRUIK VAN DE CD-SPELER” op bladzijden 20 t/m 23.
Weergave van een MP3 disc
1
Open het bedieningspaneel.
Opmerkingen:
Wees voorzichtig met discs indien een extern component met de AUX ingangsaansluiting op het bedieningspaneel is verbonden.
Wanneer er al een discs in de CD-lade zit, drukt u op CD CD-CH (AUX) om het apparaat aan te zetten en het afspelen automatisch te laten beginnen.
2
Plaats een MP3 disc in de laadopening.
Het toestel wordt ingeschakeld, de disc in het mechanisme getrokken en de weergave automatisch gestart.
3
Sluit het bedieningspaneel met de hand.
Alle bestanden worden herhaald afgespeeld
26
totdat u de weergave zelf stopt.
He display verandert en toont het volgende:
De indicator CD-geplaatst
Totaal aantal mappen
Bijv.: Indien de disc 19 mappen en 144 MP3
bestanden heeft
* Met CLOCK op ON gesteld (zie bladzijde
34), zal in plaats van de huidige aanduiding de tijd van de klok verschijnen.
Opmerkingen:
MP3 discs vereisen een langere afleestijd. (De tijd verschilt afhankelijk van de complexiteit van de configuratie van mappen/bestanden).
De map- en bestandnamen (of ID3 tags) verschijnen automatisch zodra de weergave start. (Zie tevens bladzijde 27).
Indien u van bron verandert of de stroom uitschakelt, zal de discweergave stoppen (de disc wordt niet uitgeworpen). Indien u later de CD-speler weer als bron kiest of de stroom inschakelt, zal de discweergave worden voortgezet vanaf het hiervoor gestopte punt.
Totaal aantal bestanden
De indicator MP3
Aanduiding huidige bron*
Stoppen van de weergave en uitwerpen van de disc
Druk kort op 0. De weergave stopt en het bedieningspaneel schuift omlaag. De disc wordt automatisch uitgeworpen.
Veranderen van de display-informatie
Tijdens weergave van een MP3 bestand kan andere MP3 discinformatie op het display worden getoond.
Door iedere druk op DISP (display) verandert de informatie op het display en toont het volgende:
Met “TAG DISP op TAG ON gesteld (basisinstelling: zie bladzijde 35)
Albumnaam / Artiest
(mapnaam*)
(TAG licht op het display op)
Titel van het muziekstuk
(bestandnaam*)
(TAG licht op het display op)
Verstreken weergavetijd en
huidige bestandnummer
* Indien een MP3 bestand geen ID3 tags heeft, zal
de mapnaam en bestandnaam verschijnen. In dat geval licht “TAG” niet op het display op.
Met TAG DISP op TAG OFF gesteld
Mapnaam
( licht op het display op)
Bestandnaam
( licht op het display op)
Verstreken weergavetijd en
huidige bestandnummer
Opmerking:
Het display toont tegelijkertijd maximaal 8 tekens en de tekens worden rollend getoond indien er meer dan 8 tekens zijn. Zie tevens De modus voor lopende tekst selecteren SCROLL op bladzijde 35.
Opzoeken van een bestand of een bepaald gedeelte op een MP3 disc
Zie bladzijde 25 voor “MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde”.
Versnelde weergave van een bestand in voor- of achterwaartse richting
Houd tijdens weergave van een MP3 disc ¢ ingedrukt om het bestand versneld in voorwaartse richting af te spelen.
Houd tijdens weergave van een MP3 disc 4 ingedrukt om het bestand versneld in achterwaartse richting af te spelen.
Opmerking:
Tijdens deze bediening hoort u uitsluitend onderbroken geluid. (De verstreken speeltijd verandert tevens onderbroken op het display).
Verspringen naar volgende of voorgaande bestanden
Druk tijdens weergave kort op ¢ om naar het begin van het volgende bestand te verspringen. Door iedere hierna volgende druk op de toets wordt het begin van het daarop volgende bestand opgezocht en afgespeeld.
Druk tijdens weergave kort op 4 om naar het begin van het huidige bestand te verspringen. Door iedere hierna volgende druk op de toets wordt het begin van voorgaande bestanden opgezocht en afgespeeld.
Direct snel naar een bepaald bestand in de huidige map gaan (+10 en –10 toetsen)
1 Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
MODE om de functiemodus te activeren.
MODE knippert boven op het display.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
27
2 Druk op +10 of –10.
In voorwaartse richting 10 bestanden* tot het laatste bestand verspringen
In achterwaartse richting 10 bestanden* tot het eerste bestand verspringen
* Bij de eerste druk op de +10 of –10 toets,
wordt naar het dichtstbijzijnde hogere of lagere bestand met een bestandnummer dat een tiental heeft (bijvoorbeeld het 10de, 20
ste
of 30 Door een volgende druk wordt 10 bestanden versprongen (zie Gebruik van de +10 en –10 toetsen hieronder).
Wanneer het laatste bestand is bereikt, wordt
Gebruik van de +10 en –10 toetsen
Bijv. 1:
bestand) versprongen.
naar het eerste bestand versprongen en
viceversa.
Kiezen van bestandnummer 32 tijdens weergave van bestandnummer 6
Druk op de cijfertoets die met het mapnummer overeenkomt om de weergave van het eerste bestand in deze map af te spelen.
Voor het kiezen van mapnummer 01 – 06: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
Voor het kiezen van mapnummer 07 – 12:
ste
Houd 1 (7) – 6 (12) langer dan één seconde ingedrukt.
Opmerkingen:
Indien MP3 op het display knippert na het kiezen van een map, betekent dit dat deze map geen MP3 bestanden bevat.
U kunt geen mappen met een hoger nummer dan 12 direct kiezen.
Voor het opzoeken van een bepaald bestand in een map, drukt u na het kiezen van de map
op ¢ of 4 .
(Drie keer) (Twee keer)
Bestand 6 \ 10 \ 20 \ 30 \ 31 \ 32
Bijv. 2: Kiezen van bestandnummer 8 tijdens weergave van bestandnummer 36
(Drie keer) (Twee keer)
Bestand 36 \ 30 \ 20 \ 10 \ 9 \ 8
Direct naar een bepaalde map gaan
BELANGRIJK:
Voor het direct opzoeken van mappen met gebruik van de cijfertoets(en), moeten mappen voor hun mapnaam een twee-cijferig nummer hebben. (U kunt dit nummer uitsluitend tijdens opname van CD-Rs of CD-RWs vastleggen). Bijv.:Indien de mapnaam “01 ABC” is
=
Druk op 1 om naar map 01 ABC te gaan. Indien de mapnaam 1 ABC is, kunt u door een druk op 1 niet naar deze map gaan.
Indien de mapnaam 12 ABC is = Houd 6 (12) ingedrukt om naar map
28
12 ABC te gaan.
Verspringen naar de volgende of voorgaande map
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op 5 (hoger) om naar de volgende map te verspringen. Door iedere volgende druk op de toets wordt de volgende map opgezocht (en het eerste bestand in die map afgespeeld, mits opgenomen).
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op (lager) om naar de voorgaande map te verspringen. Door iedere volgende druk op de toets wordt de voorgaande map opgezocht (en het eerste bestand in die map afgespeeld, mits opgenomen).
Opmerking:
Een map wordt overgeslagen indien er geen MP3 bestanden in zijn opgenomen.
Kiezen van MP3 weergavefuncties
Bestanden in een willekeurige volgorde afspelen (Willekeurige weergave van een map/disc)
Alle bestanden van de huidige map of alle bestanden van de MP3 disc kunnen kris-kras doorelkaar worden afgespeeld.
1 Druk tijdens weergave van een
MP3 disc op MODE om de functiemodus te activeren. MODE knippert boven op het display.
2 Druk terwijl “MODE nog op het
display knippert op RND (willekeurig) zodat FLDR RND” of DISC RND op het display verschijnt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de willekeurige weergavefunctie als volgt:
DISC RNDFLDR RND
Bestanden herhaald afspelen (Herhaalde weergave van bestand/map)
Het huidige bestand of alle bestanden van de huidige map kunnen herhaald worden afgespeeld.
1 Druk tijdens weergave van een
MP3 disc op MODE om de functiemodus te activeren. MODE knippert boven op het display.
2 Druk terwijl “MODE nog op het
display knippert op RPT (herhalen) zodat TRK RPT of FLDR RPT op het display verschijnt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de herhaalde weergavefunctie als volgt:
TRK RPT FLDR RPT
Geannuleerd
Geannuleerd
De indicators (map) en RND
Bijv.: Met FLDR RND gekozen
Functie
FLDR RND en RND Alle bestanden
DISC RND en RND Alle bestanden van
Actieve Willekeurige
indicator weergave van
indicators van de huidige lichten op. map, en vervolgens
de bestanden van de volgende map, enz.
indicators de disc. lichten op.
De indicator RPT
Bijv.: Met “TRK RPT” gekozen
Functie
TRK RPT RPT indicator Het huidige (of
FLDR RPT en RPT Alle bestanden
Actieve Herhaalde
indicator weergave van
licht op. gespecificeerde)
bestand.
indicators van de huidige (of lichten op. gespecificeerde)
map.
29

GELUID REGELEN

Selecteren van vastgelegde geluidsfuncties (C-EQ: gebruiker-equalizer)
U kunt een van de reeds vastgelegde geluidsfuncties (C-EQ: gebruiker-equalizer) kiezen die bij de af te spelen muziek past.
Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk tijdens weergave op MODE om de functiemodus.
MODE knippert boven op het display.
2
Druk terwijl “MODE” nog op het display knippert op EQ (equalizer).
De laatst gekozen geluidsfunctie wordt opgeroepen en voor de huidige bron gebruikt.
Indicatie Voor:
USER (Neutraal 00 00 OFF
geluid)
ROCK Rock of +03 +01 ON
CLASSIC Klassieke +01 –02 OFF
POPS Populaire +04 +01 OFF
HIP HOP Funk of +02 00 ON
JAZZ Jazz muziek +02 +03 OFF
Opmerking:
U kunt iedere geluidsfunctie naar wens instellen. Nadat u een instelling heeft gemaakt, wordt deze automatisch voor de huidige gekozen geluidsfunctie vastgelegd. Zie “Geluid aanpassen” op bladzijde 31.
disco muziek
muziek
muziek
Rap muziek
Vastgestelde waarden
BAS TRE LOUD
30
De geluidsfunctie-indicator knippert.
Bijv.: Indien u hiervoor “USER” had gekozen
3
Selecteer de gewenste geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:
USER
De geluidsfunctie-indicator knippert.
Bijv.: Als u “ROCK” kiest
ROCK
CLASSIC
POPSHIP HOPJAZZ
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd:
BAS
(bas)
VOL
(volume)
Indicatie Doel: Bereik
1
BAS*
1
TRE*
2
FAD*
BAL Evenwicht tussen L06 (Allen
1
LOUD*
WOOFER*3Instellen van het 0 (min.)
4
VOL*
TRE
(treble)
Bastonen –06 (min.) aanpassen. |
Treble –06 (min.) aanpassen. |
Evenwicht tussen R06 (Allen voor- en | achterin) achterspeakers F06 (Allen aanpassen. voorin)
linker- en | links) rechterspeaker R06 (Allen aanpassen. rechts)
De lage en hoge tonen worden versterkt voor een LOUD ON goed gebalanceerd | geluid bij LOUD OFF weergave met een laag volume.
uitgangsniveau | van de subwoofer. 8 (max.)
Het volume 00 (min.) aanpassen. |
FAD
(faden)
WOOFER
(subwoofer)
BAL
(balans)
LOUD
(loudness)
+06 (max.)
+06 (max.)
50 (max.)
*1Indien u de lage tonen, hoge tonen of
toonversterking instelt, zal die instelling worden vastgelegd voor de huidige gekozen geluidsfunctie (C-EQ) met inbegrip van “USER”.
*2Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u FAD op “00” zetten.
*3Dit heeft uitsluitend effect indien een subwoofer is
aangesloten.
*4Normaliter werkt de regelschijf als volumeregelaar.
U hoeft voor het instellen van het volume dus niet VOL te kiezen.
2
Stel in.
Verhogen van het niveau of activeren van de toonversterking Verlagen van het niveau of uitschakelen van de toonversterking
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
Bijv. 1: Als u “TRE” (treble) aanpast
Bijv. 2: Wanneer u de toonversterking
activeert
3
Herhaal stappen 1 en 2 voor het instellen van andere onderdelen.
Voor het terugstellen van iedere geluidsfunctie naar de fabrieksinstelling,
herhaalt u dezelfde procedure maar voert u daarbij de in de tabel op bladzijde 30 gegeven vooringestelde waarden in.
31

ANDERE HOOFDFUNCTIES

De algemene instellingen wijzigen (PSM)
U kunt de onderdelen van de volgende tabel en de op bladzijde 33 getoonde onderdelen veranderen met gebruik van de PSM (Modus met voorkeursinstellingen) regelaar.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijden 32 en
33).
2
Selecteer het PSM-item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijden 32 en 33).
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt geselecteerd.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
Zie de in de tabel aangegeven bladzijden voor details aangaande de betreffende PSM-onderdelen.
Indicaties Kiesbare waarden/onderdelen
CLOCK H Instellen van het uur
CLOCK M Instellen van de minuten
24H/12H 24/12-uur aanduiding
voor de klok
AUTO ADJ Automatische instellen
van de klok
CLOCK Klokdisplay
TU DISP Tunerdisplayfunctie
AF-REG Alternatieve frequentie/
*1Wordt uitsluitend getoond wanneer DAB AF op OFF is gesteld.
32
Regionale ontvangst
Terug Verder
12H 24H
OFF ON
OFF
AF
OFF*
VerderTe ru g
ON
AF REG
1
Fabrieksin- Zie
stellingen blz.
0:00 8
24H
ON
ON
PS NAMEPS NAME FREQ 18
AF
8
18
34
14
Indicaties
PTY STBY PTY-standby
Kiesbare waarden/onderdelen
OFF
29 programmatypen
(zie bladzijde 19)
Fabrieksin- Zie
stellingen blz.
OFF
15
TA VOL Volume voor
verkeersinformatie
P-SEARCH Programma zoeken
DAB AF*2Zoeken naar alternatieve
frequenties
DAB VOL*2DAB volume-instelling
LEVEL Niveaudisplay
DIMMER Dimmermodus
TEL Audiodemping voor
cellulaire telefoonsystemen
BEEP Extern apparaat
SCROLL Modus voor
lopende tekst
3
EXT IN*
Extern apparaat
AUX ADJ (Aux) lijningangsniveau
TAG DISP Weergave van tags
VOL 00 – VOL 50 VOL 20
OFF
ON
AF OFF AF ON
VOL –12 VOL 12
AUDIO 1 AUDIO 2
OFF
AUTO OFF
ON
MUTING 1 MUTING 2
OFF
OFF
AF ON
VOL 00
AUDIO 2
AUTO
OFF
18
17
46
46
34
34
34
OFF ON ON 35
ONCE AUTO
OFF
ONCE
35
CHANGER LINE IN CHANGER 35
A. ADJ 00 – A. ADJ 05 A. ADJ 00 35
TAG OFF TAG ON TAG ON 35
*2Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten. *3Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en CD.
33
Weergave van de klok selecteren CLOCK
Het is mogelijk om de klok in het onderste deel van de display weer te geven of juist niet weer te geven wanneer de eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten van de fabriek is de klok standaard ingesteld om op de display te worden weergegeven.
ON: Weergave van de klok op de
OFF: Weergave van de klok op de
Met CLOCK op OFF gesteld:
Bron
Tuner Golfband
CD en “CD” of CD-CH discnummer
Met CLOCK op ON gesteld:
display is ingeschakeld.
display is uitgeschakeld. Met OFF gekozen verschijnen de naam van de huidige bron, golfband of het discnummer in plaats van het klokdisplay (uitgezonderd indien LINE IN als bron is gekozen).
Huidige
aanduiding
Druk op DISP (display)
De klok wordt ongeveer 5 seconden getoond.
Kiezen van de niveaumeter—LEVEL
U kunt zelf bepalen welk niveau u in de display weergegeven wilt hebben. De standaardinstellingen van de eenheid bij het verlaten van de fabriek is AUDIO 2”.
AUDIO 1: Toont de audioniveau-indicator.
AUDIO 2: Geeft de instelling van AUDIO 1
en het verlichte display weer.
OFF: Wist de audioniveau-indicator.
De instelling voor de dimmerfunctie selecterenDIMMER
Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer). Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
AUTO: De functie Auto Dimmer is ingeschakeld.
OFF: De functie Auto Dimmer is uitgeschakeld.
ON: De display wordt gedimd.
Opmerking:
Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze toestel bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer. In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op ON of OFF instellen.
Bron
Tuner Klok De golfband wordt
CD en Klok Het “CD” of discnummer CD-CH en fragment-/
Huidige
aanduiding
Druk op DISP (display)
ongeveer 5 seconden getoond.
bestandnummer worden afwisselend getoond door een druk op de toets.
34
Audiodemping voor cellulaire telefoongesprekken selecteren—TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt MUTING 1 of MUTING 2”. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor cellulaire telefoonsystemen uitgeschakeld.
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen—BEEP
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor het weergeven van geluid bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
• ON: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
• OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
De modus voor lopende tekst selecteren —SCROLL
U kunt de functie voor het laten rollen van tekens op het display voor de discinformatie kiezen (wanneer alle tekens niet in één keer kunnen worden getoond). Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor informatie éénmaal als modus voor lopende tekst op de display wordt weergegeven.
• ONCE: De lopende tekst wordt slechts één keer weergegeven.
• AUTO: De lopende tekst wordt nóg een keer weergegeven (met tussenpozen van 5 seconden).
• OFF: De functie Scroll Mode staat uit.
Opmerking:
Ook wanneer de modus voor lopende tekst is uitgeschakeld “OFF” is het mogelijk tekst lopend op de display weer te geven door DISP (display) gedurende ten minste 1 seconde in te drukken.
Het externe apparaat selecterenEXT IN
Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten. Als u het externe apparaat via deze eenheid als afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk onderdeel—de CD-wisselaar of het externe apparaat—u wilt gebruiken. Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar standaard als extern apparaat geselecteerd.
• CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken.
• LINE IN: Voor een ander apparaat dan de CD-wisselaar.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Handleiding voor installatie/aansluiting (aparte publicatie).
Instellen van het (aux) lijningangsniveau AUX ADJ
Stel het lijningangsniveau juist in indien u een extern component met de AUX ingangsaansluiting heeft verbonden. Bij het verlaten van de fabriek is het lijningangsniveau op “00” gesteld. Indien het ingangsniveau van het aangesloten component niet hoog genoeg is, moet u het ingangsniveau verhogen. Indien het lijningangsniveau niet juist is ingesteld, wordt bijvoorbeeld na het overschakelen van het externe component naar een andere bron een uitermate hard volume weergegeven.
Het weergeven van tags in- en uitschakelenTAG DISP
In een MP3-bestand kan bestandsinformatie liggen opgeslagen in een zogeheten “ID3 Tag”. In dit label kan informatie liggen opgeslagen zoals de naam van het album, de artiest, de titel van de track, enz. Er zijn twee versies: ID3v1 (ID3-tag, versie 1) en ID3v2 (ID3-tag, versie 2). Deze toestel kan alleen informatie van het type ID3v1 verwerken. Bij het verlaten van de fabriek is deze standaard ingesteld op “TAG ON”.
• TAG ON: Weergave van informatie in ID3­tags is ingeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden.
• Als een MP3-bestand geen
ID3-tag heeft, worden de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
Opmerking:
Als u tijdens het afspelen van een MP3-bestand de instelling wijzigt van “TAG OFF” naar “TAG ON”, wordt het weergeven van informatie die in tags ligt opgeslagen vanaf het volgende bestand geactiveerd.
• TAG OFF: Weergave van informatie in ID3­tags is uitgeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden. (Alleen de mapnaam en de bestandsnaam worden weergegeven).
35
Invoeren van namen voor bronnen
U kunt namen voor de CDs (zowel CDs in dit toestel als in de CD-wisselaar) invoeren. De naam die u toekent, wordt vervolgens op de display weergegeven wanneer u het desbetreffende apparaat selecteert.
4
Verplaats de cursor naar de positie voor het volgende of het vorige teken.
Maximaal aantal tekensBron
CDs* 32 tekens (maximaal
* U kunt geen naam invoeren voor een CD Text en
een MP3 disc.
1
Selecteer een bron waaraan u een
40 CD’s)
naam wilt toekennen.
CD
CD-CH
De stroom wordt automatisch ingeschakeld zodra u een bron kiest.
2
Houd DISP (display) ingedrukt en druk tegelijkertijd langer dan 2 seconden op SEL (selecteren).
Bijv.: Indien u een CD als bron selecteert.
3
Selecteer het gewenste teken.
Zie de kolom hier rechts voor beschikbare tekens.
36
5
Herhaal stappen 3 en 4 totdat de hele naam is ingevoerd.
6
Voltooi de procedure terwijl het laatst gekozen teken knippert.
Wissen van ingevoerde tekens
Voer spaties op dezelfde, hier links beschreven wijze in.
Beschikbare tekens
A B C D E F G H IJ
K L M N O P Q R S T
U V W X Y Z
4 5 6 7 8 9
spatie
Opmerkingen:
Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op de display om aan te geven dat u geen naam kunt toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet wilt).
Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u ook namen toekennen aan CDs in de CD­wisselaar. De namen kunnen ook op de display worden weergegeven als u de CD’s in deze toestel plaatst.
Wanneer de stroomtoevoer naar het geheugencircuit wordt onderbroken (bijvoorbeeld tijdens het vervangen van de batterij), worden alle vastgelegde instellingen gewist. U moet in dat geval het toestel terugstellen (zie bladzijde 2). Voer vervolgens opnieuw de namen voor de bronnen in.
0 1 2 3
<
/
>
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel miets omhoog en trek tegelijkertijd naar u toe van het apparaat.
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Steek de rechterkant van het bedieningspaneel in de groef van de paneelhouder.
2
Druk op de linkerkant van het bedieningspaneel om het paneel in de paneelhouder te vergrendelen.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
Connectors
37

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR

Gebruik bij voorkeur de JVC, MP3 compatibele CD-wisselaar met dit toestel.
Met gebruik van deze CD-wisselaar kunt u uw originele CD-Rs (Opneembaar) en CD-RW’s (Herschrijfbaar) afspelen die met het audio CD­formaat of het MP3-formaat zijn opgenomen.
U kunt tevens bepaalde andere CD-wisselaars uit de CH-X serie aansluiten (uitgezonderd de CH-X99 en CH-X100). Deze andere wisselaars zijn echter niet voor MP3 geschikt en u kunt dan dus geen MP3 discs afspelen.
U kunt CD-wisselaars uit de KD-MK serie niet met dit toestel gebruiken.
Alvorens uw CD-wisselaar te gebruiken:
Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
Als er geen CDs in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CDs ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst NO DISC. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CDs op de juiste wijze in de houder plaatsen.
•“NO MAG verschijnt op het display indien er geen magazijn in de CD-wisselaar is geplaatst. U moet in dat geval een magazijn in de CD-wisselaar plaatsen.
Als op het afleesvenster de tekst RESET 1” – “RESET 8 verschijnt, is er iets fout met de
verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de verbinding controleren, de verbindings­kabel(s) stevig vastmaken. En dan op de resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
Selecteer de CD-wisselaar (CD-CH).
CD
CD-CH*
* U kunt de CD-wisselaar niet kiezen indien u “EXT
IN op LINE IN heeft gesteld (zie bladzijde 35).
Indien u een MP3 disc heeft geplaatst:
De weergave start vanaf de eerste map van de huidige disc nadat de bestanden zijn gecontroleerd.
Gekozen discnummer**
De indicator MP3De indicator (map)
**Met CLOCK op ON gesteld (zie bladzijde
34) wordt in plaats van de huidige aanduiding de tijd van de klok getoond.
Opmerking:
De mapnaam verschijnt in plaats van “ROOT” op het display indien een map op de MP3 disc is opgenomen.
38
Indien u een normale CD heeft geplaatst:
De weergave start vanaf het eerste fragment van de huidige disc.
Gekozen discnummer*
Verstreken afspeeltijd
* Met CLOCK op ON gesteld (zie bladzijde
34), zal in plaats van de huidige aanduiding de tijd van de klok verschijnen.
Opmerkingen:
Wanneer u op CD CD-CH (AUX) drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
De CD-wisselaar weergave stopt wanneer u van bron verandert. Wanneer u later weer de CD­wisselaar als bron kiest, wordt de weergave voortgezet vanaf het hiervoor gestopte punt.
De discinformatie verschijnt automatisch op het display zodra de weergave van een CD Text of MP3 disc wordt gestart. (Zie bladzijden 23 en 27).
Huidige fragmentnummer
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de nummertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD­wisselaar).
• Nummer 1 – 6 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Het fragment/bestand versneld vooruit of achteruit afspelen
Houd tijdens weergave ¢ , ingedrukt om het fragment/bestand versneld in voorwaartse richting af te spelen.
Houd tijdens weergave 4 ingedrukt om het fragment/bestand versneld in achterwaartse richting af te spelen.
Naar het volgende of vorige fragmenten/ bestanden en gaan
Druk tijdens weergave kort op ¢ om naar het begin van het volgende fragment/ bestand te verspringen. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van volgende fragmenten/bestanden opgezocht en de weergave vanaf daar gestart.
Druk tijdens weergave kort op 4 om naar het begin van het huidige fragment/bestand te verspringen. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van daarvoor liggende fragmenten/bestanden opgezocht en de weergave vanaf daar gestart.
39
Deze bediening is uitsluitend mogelijk met gebruik van een JVC MP3-compatibele CD-wisselaar (CH-X1500).
Snel naar een fragment/bestand verspringen (+10 en –10 toetsen)
1 Druk op MODE om de functiemodus te
activeren tijdens weergave van een disc.
MODE knippert boven op het display.
Bijv. 2: Kiezen van fragment-/bestandnummer
Fragment/ \ 30 \ 20 \ 10 \ 9 \ 8 bestand
8 tijdens weergave van fragment-/ bestandnummer 36
(Drie keer)
36
(Twee keer)
2 Druk op +10 of –10.
Vooruit verspringen van 10 fragmenten/bestanden* tot naar maximaal het laatste fragment/bestand
Terug verspringen van 10 fragmenten/bestanden* tot naar maximaal het eerste fragment/bestand
* Bij de eerste druk op de +10 of –10 toets
wordt naar het dichtstbijzijnde hogere of lagere fragment/bestand dat een tiental heeft (bijvoorbeeld het 10de, 20
bestand) versprongen. Door een volgende druk op de toets kunt u tegelijkertijd 10 fragmenten/bestanden verspringen (zie Gebruik van de +10 en –10 toetsen hieronder).
Na het laatste fragment/bestand wordt weer
het eerste fragment/bestand gekozen en
viceversa.
Opmerking:
Indien de huidige disc die wordt afgespeeld een MP3 disc is, wordt naar andere bestanden in dezelfde map versprongen.
Gebruik van de +10 en –10 toetsen
Bijv. 1: Kiezen van fragment-/
bestandnummer 32 tijdens weergave van fragment-/bestandnummer 6
ste
of 30
ste
fragment/
Verspringen naar de volgende of voorgaande map (alleen voor MP3 discs)
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op 5 (hoger) om naar de volgende map te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt de volgende map opgezocht en start de weergave van het eerste bestand in die map.
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op ∞ (lager) om naar de voorgaande map te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt de daarvoor liggende map opgezocht en start de weergave van het eerste bestand in die map.
Tonen van de discinformatie van een CD Text en MP3 disc
De informatie kan uitsluitend worden getoond wanneer u een JVC CD-wisselaar heeft aangesloten die geschikt is voor het lezen van
informatie van een CD Text en/of MP3 disc.
Kiezen van de tekstdisplayfunctie tijdens weergave van een CD Text of een MP3 disc.
(Drie keer) (Twee keer)
Fragment/ \ 10 \ 20 \ 30 \ 31 \ 32 bestand
6
40
Zie bladzijde 23 voor details aangaande discinformatie van CD Text en bladzijde 27 voor discinformatie van MP3.
Kiezen van de weergavefuncties
Fragmenten/bestanden in een willekeurige volgorde afspelen (Willekeurige weergave van een map/disc/magazijn)
1 Druk tijdens weergave op MODE
om de functiemodus te activeren. MODE knippert boven op het display.
2 Druk terwijl “MODE nog op het
display knippert op RND (willekeurig). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de willekeurige weergavefunctie als volgt:
Voor MP3 discs:
DISC RNDFLDR RND
Geannuleerd
Voor CD’s:
MAG RND
MAG RNDDISC RND
Bestanden/fragmenten herhaald afspelen (Herhaalde weergave van fragment/map/ disc)
1 Druk tijdens weergave op MODE
om de functiemodus te activeren. MODE knippert boven op het display.
2 Druk terwijl “MODE nog op het
display knippert op RPT (herhalen). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de herhaalde weergavefunctie als volgt:
Voor MP3 discs:
TRK RPT
Geannuleerd
Voor CD’s:
Geannuleerd
FLDR RPT
DISC RPT
DISC RPTTRK RPT
Geannuleerd
De indicator RND
Bijv.: Met MAG RND gekozen
Opmerking:
De MP3 indicator licht tevens op indien de huidige spelende disc een MP3 disc is.
Functie
FLDR RND* en RND Alle bestanden van
DISC RND en RND Alle fragmenten/
MAG RND RND indicator Alle fragmenten/
* FLDR RND kan uitsluitend voor MP3 discs
worden gekozen.
Actieve Willekeurige
indicator weergave van
indicators de huidige map, en lichten op. vervolgens de
bestanden van de volgende map, enz.
indicators bestanden van de lichten op. huidige (of
gespecificeerde) disc.
lichten op. bestanden van de
geplaatste discs.
De indicators (disc) en RPT
Bijv.: Met DISC RPT gekozen
Opmerking:
De MP3 indicator licht tevens op indien de huidige spelende disc een MP3 disc is.
Functie
TRK RPT RPT indicator Het huidige (of
FLDR RPT* en RPT Alle bestanden
DISC RPT en RPT Alle fragmenten/
* FLDR RPT kan uitsluitend voor MP3 discs
worden gekozen.
Actieve Herhaalde
indicator weergave van
lichten op. gespecificeerde)
fragment/bestand.
indicators van de huidige (of lichten op. gespecificeerde)
map of de huidige disc.
indicators bestanden van de lichten op. huidige (of
gespecificeerde) disc.
41

BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN

* Niet compatibel met
digitale signalen.
Draagbare MD-speler, enz.
Externe apparatuur afspelen
U kunt twee externe componenten met dit toestel verbinden. Verbind het ene component met de CD­wisselaaraansluiting op het achterpaneel met gebruik van de KS-U57 lijningangsadapter (los verkrijgbaar) en het andere component met de AUX ingangsaansluiting op het bedieningspaneel.
Voorbereiding:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de
KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Handleiding voor installatie/ aansluiting (aparte publicatie).
Alvorens u het externe apparaat volgens de onderstaande instructies gaat bedienen, moet u ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt geselecteerd. (Zie de paragraaf Het externe apparaat selecterenEXT IN” op bladzijde 35).
U moet het ingangsniveau instellen voor het externe component dat met de AUX ingangsaansluiting is verbonden indien het niveau niet hoog genoeg is. (Zie Instellen van het (aux) lijningangsniveau AUX ADJ op bladzijde 35).
1
Selecteer het externe apparaat (LINE IN of AUX IN).
Voor het kiezen van LINE IN (component dat met de CD­wisselaaraansluiting op het achterpaneel is verbonden), drukt u herhaaldelijk op
CD CD-CH (AUX).
CD
LINE IN*
Lijningang (AUX)*
Als de vermelding LINE IN* niet op de display verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 35. Selecteer in zon geval de externe ingang (LINE IN).
* Wordt alleen weergegeven indien een van de
volgende afspeelbronnen is geselecteerdFM, AM en CD.
Voor het kiezen van AUX IN (component dat met de AUX aansluiting op het bedieningspaneel is verbonden),
houdt u CD CD-CH (AUX) ingedrukt.
Opmerking over de One -Touch”-bediening:
Wanneer u op CD CD-CH (AUX) drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
2
Schakel het aangesloten apparaat aan en start het afspelen van de afspeelbron.
3
Stel het volume.
42
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 30 en 31).

BEDIENING VAN DE DAB-TUNER

FM/AMDAB
We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 of KT-DB1000 te gebruiken. Neem contact op met de JVC-dealer in auto­accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze technologie is het mogelijk CDs af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen. In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die “services” worden genoemd) met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”. Iedere service”—“primaire service”—kan daarbij tevens in componenten worden verdeeld (secundaire service genoemd).
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB­services gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programmas (services) die tegelijkertijd worden uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM (DAB) als het CD, de CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM­tuner geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
DAB 1
(D1)
DAB 2
(D2)
DAB 3
(D3)
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger. Om dit euvel te voorkomen kunt u het DAB ingangsniveau instellen. (Zie Instellen van het DAB volumeniveau op bladzijde 46).
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB­banden (DAB1, DAB2, DAB3). U kunt met elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
43
3
FM/AMDAB
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢ afstemmen op een ensemble met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een ensemble met een lagere frequentie.
Wanneer een ensemble wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een
ensemble is afgestemd.
4
Kies een service (ofwel primaire of secundaire) die u wilt beluisteren.
Druk op 5 (hoger) als u de volgende service wilt selecteren. (En een primaire service meerdere
secundaire services heeft, worden deze eerst gekozen voordat de volgende primaire wordt gekozen).
Druk op (lager) als u de vorige service wilt selecteren (ofwel primaire of secundaire).
De informatie op de display wijzigen wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de display weergegeven. Druk op DISP (display) als u wilt weten wat de naam van het ensemble of de frequentie ervan is.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verschijnt de volgende informatie gedurende een korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM (DAB) als het CD, de CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1 Druk op FM/AM (DAB) en houd om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op FM/AM (DAB) om de
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1, DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot u
het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat.
5 Druk op 5 (hoger) of (lager) om een
service (ofwel primaire of secundaire) te kiezen die u wilt beluisteren.
Terugkeren naar de FM/AM-tuner
Druk nogmaals op FM/AM (DAB) en houd deze.
DAB-frequenties in het geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in het geheugen worden opgeslagen.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM (DAB) als het CD, de CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM­tuner geselecteerd.
44
Naam van de service
2
Naam van het ensemble
Kanaalnummer
Frequentie
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
DAB 1
(D1)
DAB 2
(D2)
DAB 3
(D3)
3
FM/AMDAB
Stem af op het ensemble van uw keuze.
4
Selecteer de service van het ensemble.
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DAB­service afstemmen. Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services in het geheugen vast te leggen. Zie op bladzijden 44 en 45 “DAB- frequenties in het geheugen opslaan als u nog geen services hebt opgeslagen.
Druk op 5 (hoger) als u de volgende service wilt selecteren.
Druk op (lager) als u de vorige service wilt selecteren.
5
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u de geselecteerde service wilt opslaan en houd deze toets gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
De gekozen golfband/voorkeurnummer en MEMO (geheugen) worden afwisselend even getoond.
6
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DAB-services achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM (DAB) als het CD, de CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM­tuner geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
DAB 1
(D1)
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 – 6) voor de DAB-service (primaire) die u wilt beluisteren.
DAB 2
(D2)
DAB 3
(D3)
Opmerkingen:
U kunt uitsluitend primaire DAB-services vastleggen. Indien u een secundaire service vastlegt, wordt hiervoor in de plaats zijn primaire service vastgelegd.
Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld wanneer u de batterijen vervangt). Als dit gebeurt, zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
Opmerking:
Indien de gekozen primaire service een of meerdere secundaire services heeft, zal door het herhaaldelijk drukken op dezelfde cijfertoets op de secundaire services worden afgestemd.
45
Wat u nog meer met DAB kunt doen
Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren.
Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch op de DAB-service af.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden
ingeschakeld.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen (PSM), op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
DAB AF (alternatieve frequentie) te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf de gewenste
modus te selecteren.
AF ON: Het programma wordt gevolgd tussen het aanbod van DAB­services en FM RDS-zenders alternatieve ontvangst. De indicator AF op de display licht op
AF OFF: Alternatieve ontvangst is
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (zie bladzijde 13 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
46
(zie bladzijde 13).
uitgeschakeld.
Instellen van het DAB volumeniveau
U kunt het ingangsniveau van de DAB tuner instellen en in het geheugen vastleggen. Wanneer het ingangsniveau eenmaal juist in overeenstemming met het FM geluidsniveau ingesteld is, hoeft u het volumeniveau niet iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw in te stellen. Bij het verlaten van de fabriek is het DAB volumeniveau op “00” gesteld.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen (PSM), op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
DAB VOL” (volume) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het
gewenste volume te selecteren.
U kunt het volume instellen op een waarde
van VOL –12 tot VOL 12.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
Er komt geen geluid uit de speakers.
Het apparaat werkt helemaal niet.
Algemeen
Automatisch instellen van zenders—SSM (Strong-station Sequential Memory) functioneert niet.
FM/AM
U hoort ruis terwijl u naar de radio luister.
De disc wordt automatisch uitgeworpen.
CD-R/CD-RW kan niet worden afgespeeld.
Overslaan van fragmenten van de CD-R/CD-RW is niet mogelijk.
Oorzaken
Het volume is ingesteld op het minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De ingebouwde microprocessor functioneert mogelijk niet juist vanwege interferentie, enz.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
CD zit ondersteboven in het apparaat.
De CD-R/CD-RW is niet afgerond (“finalized”).
Oplossingen
Pas het geluid aan totdat het optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de verbindingen.
Houd SEL (selecteren) ingedrukt en druk tegelijkertijd langer dan 2 seconden op
(standby/aan/ attenuator) om het toestel terug te stellen. (De instelling voor de klok en de voorkeurzenders worden uit het geheugen gewist). (Zie bladzijde 2).
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Plaats de CD op de juiste manier in CD-lade.
Plaats een afgeronde
CD-R/CD-RW.
Rond de CD-R/CD-RW met
de voor opname gebruikte apparatuur af.
Disc kan niet worden uitgeworpen.
Geluid van de disc wordt
CD-weergave
soms onderbroken.
•“NO DISC verschijnt op het display.
De disc is vergrendeld.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Er is geen disc geplaatst.
De disc is verkeerd geplaatst.
Ontgrendel de disc. (Zie bladzijde 23).
Stop met afspelen op hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabelsen aansluitingen.
Plaats een disc in de lade.
Plaats de disc juist.
47
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
De CD kan niet worden afgespeeld.
Er is ongewenst geluid hoorbaar.
De leestijd duurt lang (de vermelding CHECK knippert op de display).
MP3s Afspelen
De bestanden worden in een andere volgorde afgespeeld dan ik wilde.
De verstreken speeltijd is onjuist.
Er zijn geen MP3 bestanden op deze disc.
De MP3-bestanden hebben niet de mp3 extensie in de bestandsnaam.
De MP3-bestanden zijn niet opgenomen in een indeling die voldoet aan de ISO 9660 Niveau 1-, Niveau 2- of Joliet­norm.
Het bestand dat wordt afgespeeld is geen MP3­bestand (ook al heeft het bestand de extensie mp3).
De duur van de leestijd hangt af van de complexiteit van de hiërarchie van de mappen en bestanden.
De afspeelvolgorde wordt bepaald bij het maken van de opname.
Dit kan gebeuren en is afhankelijk van het aantal bestanden dat op de CD staat.
Plaats een andere CD.
Voeg de extensie mp3 aan de bestandsnamen toe.
Plaats een andere CD. (Neem de MP3-bestanden op met een toepassing die aan deze normen voldoet).
Sla het bestand over of plaats een andere CD. (Voeg nooit de extensie mp3 toe aan bestanden die geen MP3-bestanden zijn).
Maak de hiërarchie niet te ingewikkeld en gebruik niet teveel mappen. Plaats ook geen bestanden op de MP3-CD die geen MP3-bestanden zijn.
48
•“MP3 verschijnt op het display.
•“NO FILES wordt op het display getoond.
Er worden verkeerde tekens weergegeven. (Weergave van tags, b.v. de naam van het album).
Er zijn geen MP3 bestanden in de huidige map.
Er zijn geen MP3 bestanden op deze disc.
Dit toestel kan uitsluitend letters van het alfabet (hoofdletters: A–Z), cijfers en een bepaald aantal symbolen tonen.
Kies een andere map.
Plaats een disc waarop MP3 bestanden zijn.
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
Op het afleesvenster verschijnt de tekst “NO DISC”.
Op het afleesvenster verschijnt de tekst
NO MAG”.
Op het afleesvenster
verschijnt de tekst
RESET 8”.
Op het afleesvenster
verschijnt de tekst
“RESET 1” – “RESET 7”.
De CD-wisselaar werkt niet.
Er bevindt zich geen CD in de CD-ladden.
Discs zijn omgekeerd geplaatst.
Er is geen CD-houder in de CD-wisselaar geladen.
Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD-wisselaar verbonden.
De ingebouwde microprocessor functioneert mogelijk niet juist vanwege interferentie, enz.
Plaats discs in het magazijn.
Plaats de discs juist.
Plaats het CD-houder.
Verbind het apparaat en de CD-wisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de resetknop van de CD­wisselaar.
Druk op de resetknop van de CD-wisselaar.
Houd SEL (selecteren) ingedrukt en druk tegelijkertijd langer dan 2 seconden op (standby/aan/attenuator) om het toestel terug te stellen. (De instelling voor de klok en de voorkeurzenders worden uit het geheugen gewist). (Zie bladzijde 2).
Haperingen:
De disc kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de disc worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
CD wisselaar
49

ONDERHOUD

Omgaan met discs
Dit toestel is ontworpen voor weergave van CDs, CD-R’s (Opneembaar), CD-RW’s (Herschrijfbaar) en CD Text.
Dit toestel is tevens geschikt voor MP3 discs.
De manier waarop u met discs moet omgaan
Wanneer u een disc uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het
midden van de doos naar beneden duwen en de disc uit het doosje halen terwijl u de disc aan de rand vasthoudt.
Houd de disc altijd aan de randen vast. Raak de opnamekant niet aan.
Wanneer u de disc wilt opbergen, leg deze dan voorzichtig om het rondje in het midden (met de bedrukte kant boven).
Berg de discs na gebruik altijd op in het doosje.
Discs schoonhouden
Het geluid wordt niet goed weergegeven indien de disc vuil is. Als een disc vuil is, moet u deze reinigen met een zachte doek. Veeg in een rechte lijn van het midden naar de rand de disc schoon.
Nieuwe discs afspelen
Sommige nieuwe discs hebben oneffenheden langs de binnen­of buitenrand. Dergelijke discs worden mogelijk door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de discspeler:
Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de discspeler hierdoor niet meer juist werken. In dat geval moet u de disc uit de disclade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Kromgetrokken disc
50
Rondje in het midden
Sticker
Voor het afspelen van een CD-R of CD-RW
Alvorens een CD-R of CD-RW af te spelen, moet u de bij de disc geleverde aanwijzingen goed doorlezen.
Gebruik uitsluitend afgeronde CD-Rs of CD-RWs.
Bepaalde CD-Rs of CD-RW’s kunnen vanwege de disckarakteristieken en de volgende redenen mogelijk niet worden afgespeeld:
Indien de disc vuil is of krassen heeft. Indien er condens op de lens in het toestel is
gevormd.
Indien de aftastlens in het toestel vuil is.
CD-RWs hebben mogelijk een langere
afleestijd omdat de reflectie van CD-RW’s lager dan van normale CDs is.
CD-Rs of CD-RWs worden mogelijk beschadigd door hoge temperaturen of een hoge vochtigheidsgraad. Laat ze derhalve niet in de auto liggen.
Gebruik niet de volgende CD-Rs of CD-RWs:Discs met stickers, labels of beschermvellen
die op de disc zijn geplakt.
– Discs waarop labels direct met een ink jet
printer kunnen worden gedrukt. Het gebruik van dergelijke discs bij hoge temperaturen of een hoge vochtigheidsgraad kan een onjuiste werking veroorzaken of zelfs de discs beschadigen. Bijvoorbeeld: – Stickers of labels kunnen krimpen waardoor
de disc krom trekt. – Stickers of labels kunnen half los raken
waardoor de disc niet meer kan worden
uitgeworpen. – De afdruk op disc kan plakkering worden. Lees de aanwijzingen en waarschuwingen over labels en te bedrukken discs beslist goed.
LET OP!
Plaats geen 8-cm discs (single CDs) in de disclade. (Deze discs kunnen niet worden uitgeworpen).
Plaats geen discs met afwijkende vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de disclade; dergelijke discs veroorzaken problemen.
Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is. Laat ze derhalve niet in de auto liggen.
Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om discs te reinigen.
Resterend plakmiddel
Disc
Opplakbaar label

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 50 W per kanaal Achterin: 50 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 Ω) Regelbereik tonen:
Bass: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Aux-ingangsaansluiting:
3,5 mm diameter stereo-ministekker
(analoog) Uitgangsvermogen/Impedantie:
4,0 V/20 k belasting (maximaal vermogen) Uitgangsimpedantie: 1 k Subwoofer-uitgangsniveau/Impedantie:
2,0 V/20 k belasting (maximaal vermogen) Drempelfrequentie: 120Hz (vastgesteld)
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM: (MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens
(halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de
meetbare limiet MP3-Decodierformat:
MPEG1/2 Audio Layer 3 Max. Bit-rate: 320 Kbps
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie) (bij benadering):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel (bij benadering):
188 mm × 58 mm × 12 mm
Gewicht (bij benadering):
1,4 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
51
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
© 2003 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0103KKSMDTJEIN
JVC
KD-SX998R/KD-SX997R
Installation/Connection Manual Einbau/Anschlußanleitung Manuel d’installation/raccordement Handleiding voor installatie/aansluiting
GET0125-004A
[E/EX]
0103KKSMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC, NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION (IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration shows a typical installation. However, you should make adjustments corresponding to your specific car. If you have any questions or require information regarding installation kits, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer or a company supplying kits.
1
Before mounting: Press (control panel release button) to detach the control panel if already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustrated, to disengage the sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard. * After the sleeve is correctly installed into the
dashboard, bend the appropriate tabs to hold the sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s body and place the rubber cushion over the end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is locked.
8
Attach the trim plate. Note: Ensure the recessed part is at the bottom.
If not, the control panel will not open completely.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung ausgelegt.
EINBAU (IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem jeweiligen Auto Anpassungen vornehmen. Bei irgendwelchen Fragen oder wenn Sie Informationen hinsichtlich des Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler oder ein Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe der Schalttafel), um die Arretierung der Schalttafel zu lösen, sofern diese bereits angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die Schalttafel
im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf achten, daß die Sicherung auf der Rückseite nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für künftigen Gebrauch nach dem Einbau des Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen. * Nach dem korrekten Einbau der Halterung im
Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des Gerätekörpers befestigen und das Ende der Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es einrastet.
8
Befestigen Sie den Frontrahmen. Hinweis: Vergewissern Sie sich, dass sich die
Aussparung an der Unterseite befindet. Ist dies nicht der Fall, lässt sich die Bedienungsblende nicht vollständig öffnen.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de 12 V à masse NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE DANS LE TABLEAU DE BORD)
L’illustration suivante est un exemple dinstallation typique. Cependant, vous devez faire les ajustements correspondant à votre voiture particulière. Si vous avez des questions ou avez besoin dinformation sur des kits dinstallation, consulter votre revendeur dautoradios JVC ou une compagnie d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
du panneau de commande) pour éventeullement détacher le panneau de commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort d’usine,
il est rangé dans un étui de transport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
verticale, faire attention de ne pas endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre lappareil et le manchon comme indiqué pour désengagé les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
pour une utilisation ultérieur, après l’installation de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord. * Après installation correcte du manchon dans le
tableau de bord, plier les bonnes pattes pour maintenir fermement le manchon en place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps de lappareil puis passer lamortisseur en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser lappareil dans le manchon jusqu’à ce quil soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage.
Remarque:
est en bas. Sinon, le panneau de commande ne pourra pas être ouvert complètement.
9
Remonter le panneau de commande.
Appuyer sur (déblocage
Lorsque vous mettez l’appareil à la
S’assurer de garder les poignées
Assurez-vous que la partie encastrée
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
1
Voordat u aan de montage van het apparaat begint: Druk op
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt loskoppelen indien dit aan de eenheid is vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpackt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard. * Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig een sierplaat. Opmerking: Zorg dat het ingedeukte gedeelte onder
is. Het bedieningspaneel kan anders namelijk niet geheel worden geopend.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
(het bedieningspaneel
Control panel
Schalttafel
1
Panneau de commande
Bedieningspaneel
3
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
Vergrendelingsplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
2
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
9
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
8
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
7
4
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
184 mm
53 mm
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
*
6
See ELECTRICAL CONNECTIONS.
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous RACCORDEMENTS ELECTRIQUES .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
TROUBLESHOOTING
The fuse blows.
* Are the red and black leads connected correctly?
Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
*
Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
* Les fils rouge et noir sont-ils racordés
correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
* Le fil de sortie denceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
* Le fil de sortie denceinte est-il à la masse? * Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
* Le fil de sortie denceinte est-il à la masse? * Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
1

PROBLEMEN OPLOSSEN

De zekering slaat door. * Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
De stroom kan niet worden ingeschakeld. * Is de gele draad aangesloten?
Er komt geen geluid uit de speakers. * Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Less than 30˚
Weniger als 30˚
Moins de 30˚
Kleiner dan 30˚
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Install the unit at an angle of less than 30˚.
Stellen Sie das Gerät mit einem Winkel von weniger als 30˚ auf.
Installez lappareil avec un angle de moins de 30˚.
Installeer het toestel met een hoek kleiner dan 30˚.
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer dabord lautoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Note : When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are
Hinweis : Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden.
Remarque :
Opmerking : Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere
used, they could damage the unit.
Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Lors de linstallation de lappareil sur le support de montage, sassurer dutiliser des vis dune longueur de 6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager lappareil.
schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
* Not included with this unit. * Nicht Teil dieses Geräts. *
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
Before removing the unit, release the rear section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown. Then, while gently pulling the handles away from each other, slide out the unit. (Be sure to keep
the handles after installing it.)
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit. After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil freigeben.
1
Den Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken. Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem Gerät geliefert. Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Retrait de l’appareil
Avant de retirer lappareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les 2 poignées dans les fentes, comme montré. Puis, tout en tirant doucement les poignées écartées, faire glisser lappareil pour le sortir.
(S’assurer de conserver les poignées
après l’installation de l’appareil.)
Liste des pièces pour l’installation et raccordement
Les pièces suivantes sont fournies avec cet appareil. Après vérification, veuillez les placer correctement.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Verwijderen van het apparaat
Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de
hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd!)
321
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd. Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you disconnect the batterys negative terminal and make all electrical connections before installing the unit. If you are not sure how to install this unit correctly, have it installed by a qualified technician.
Note: This unit is designed to operate on 12 V DC, NEGATIVE ground electrical systems. If your vehicle
does not have this system, a voltage inverter is required, which can be purchased at JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealers.
Replace the fuse with one of the specified rating. If the fuse blows frequently, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
If noise is a problem... This unit incorporates a noise filter in the power circuit. However, with some vehicles, clicking or other unwanted noise may occur. If this happens, connect the unit’s rear ground terminal (see connection diagram) to the cars chassis using shorter and thicker cords, such as copper braiding or gauge wire. If noise still persists, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
Maximum input of the speakers should be more than 50 W at the rear and 50 W at the front, with an impedance of 4 to 8 Ω.
Be sure to ground this unit to the car’s chassis.
The heat sink becomes very hot after use. Be careful
not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir, daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis: Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem... Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken oder andere unerwünschte Störgeräusche auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintere Erdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen, dabei kürzere und dickere Kabel wie beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Die maximale Eingangsleistung der Lautsprecher sollte mehr als 50 W hinten und 50 W vorn bei einer Impedanz von 4 bis 8 betragen.
Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das Abstrahlblech nicht zu berühren.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous recommandons de débrancher la borne négative de la batterie et deffectuer tous les raccordements électriques avant dinstaller lappareil. Si lon nest pas sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de
NEGATIVE
dalimentation, il vous faut un convertisseur de tension, que vous pouvez acheter chez un revendeur dautoradios JVC.
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée. Si le fusible saute souvent, consulter votre revendeur dautoradios JVC.
Si le bruit est un problème... Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le circuit dalimentation. Cependant, avec certains véhicules, quelques claquements ou autres bruits non désirés risquent de se produire. Si cela arrive, raccorder la au châssis de la voiture (voir le diagramme de raccordement) en utiliscant des cordons les plus gros et les plus courts possibles telle quune barre de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste, consulter votre revendeur dautoradios JVC.
La puisscance admissible des enceintes devrait supérieure à 50 W à larrière et à 50 W lavant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de cet appareil au châssis de la voiture.
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après usage. Faire attention de ne pas le toucher en retirant cet appareil.
2
. Si votre véhicule noffre pas ce type
borne arrière de masse
4 à 8
12 V à masse
de l’appareil
.
Battery
Batterie
Pile
Batterij
CR2025
Remote controller
Fernbedienung
Télécommande
Afstandsbediening

ELEKTRISCHE VERBINDINGEN

Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de minpool van de accu los te maken en alle elektrische verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat, moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt… De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt, moet u de massaklem aan de achterkant (zie aansluitingsschema) aan het chassis van de auto vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel, zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet achterin meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met een impedantie van 4 tot 8 Ω.
Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van een
aardkabel is verbonden met het chassis van de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden. Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat van zijn plaats haalt.
DEUTSCH
FRANÇAIS
Typical Connections / Typische Anschlüsse / Raccordements typiques / Normale verbindingen
Before connecting: Check the wiring in the vehicle carefully. Incorrect connection may cause serious damage to this unit. The leads of the power cord and those of the connector from the car body may be different in color.
1
Connect the colored leads of the power cord to the car battery, speakers and power aerial (if any) in the following sequence.
1 Black: ground 2 Yellow: to car battery (constant 12 V) 3 Red: to an accessory terminal 4 Blue with white stripe: to remote lead of other
equipment or power aerial if any (200 mA max.)
5 Orange with white stripe: to car light control
switch
6 Brown: to cellular phone system (For details,
refer to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
2
Connect the aerial cord.
3
Finally connect the wiring harness to the unit.
Note: If your vehicle does not have any accessory terminal, move the fuse from the fuse position 1 (initial position) to fuse position 2, and connect the red lead (A7) to the positive (+) battery terminal.
• The yellow lead (A4) is not used in this case.
JVC CD changer/DAB tuner or another external component
CD-Wechsler von JVC/DAB­Tuner oder eine andere
To steering wheel remote controller (see diagram )
An Lenkradfernbedienung (siehe Schaltplan )
Pour la télécommande de volant
externe Komponente
Changeur CD JVC/Tuner DAB ou autre appareil extérieur
JVC CD-wisselaar/DAB-tuner of een ander extern apparaat
(voir le diagramme )
Naar stuurwiel-afstandsbediening (zie schema )
SUBWOOFER (see diagram )
(siehe Schaltplan )
(voir le diagramme )
(zie schema )
Rear ground terminal
Hintere Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne Massaklem aan de achterkant
2
Line out (see diagram )
Schutz kappen Signalausgang (siehe Schaltplan )
Sortie de ligne (voir le diagramme )
Uitgang (zie schema )
*1 : Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise power cannot be turned on.
*1 : Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts
vor dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen werden, da sonst die Stromversorgung nicht eingeschaltet werden kann.
*1 : Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon lappareil ne peut pas être mis sous tension.
*1 : Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen. Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des Anschlusses im Fahrzeug können sich farblich unterscheiden.
1
Die farbigen Leitungen des Spannunsgversorgungskabels an der Autobatterie, ontstekingsschakelaarden Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern vorhanden) in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung 2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V) 3 Rot: zur einer Zubehöranschlußklemme 4 Blau mit weißem Streifen: zum Zusatzkabel des
anderen Geräts oder der Motorantenne, sofern vorhanden (max. 200 mA)
5 Orange mit weißem Streifen: zum Autolichtschalter 6 Braun: an Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung des Mobiltelefons.)
7 Andere: zur Lautsprecher
2
Das Antennenkabel anschließen.
3
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Hinweis: Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über eine Zubehöranschlußklemme, die Sicherung von der 1. Sicherungsposition (Erstposition) in die 2. Sicherungsposition versetzen, die rote Leitung (A7) an der (+) Batterieanschlußklemme anschließen.
Die gelbe Leitung (A4) wird in diesem Fall nicht verwendet.
We recommend you to connect the JVC MP3-compatible CD changer. You can also connect other CH-X series CD changers (except CH-X99 and CH-X100).
You cannot use the KD-MK series CD changers with this unit.
You can also use an external component such as a portable MD player by connecting the Line Input Adapter KS-U57 (not supplied). (See diagram .)
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A2 A4
A5 A7
A6
15
A8
15 A fuse / 15 A Sicherung /
Fusible 15 A /
Black
Schwarz
Noir
Zwart
Zekering 15 A
A8
1
1
3
Yellow*
Gelb*
Jaune*
Geel *
1
1
1
A4
2
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange mit weißem Streifen
Orange avec bande blanche
Oranje met witte streep
Brown / Braun /
A7
Marron
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil. Le fil du cordon dalimentation et ceux des connecteurs du châssis de la voiture peuvent être différents en couleur.
1
Connectez les fils de couleur du cordon dalimentation à la batterie de la voiture, aux enceintes et à lantenne automatique (sil y en a une) dans lordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à une borne accessoire
4
Bleu avec bande blanche: au fil de télécommande de lautre appareil ou à l’antenne automatique s’il y en a une (200 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur d’éclairage de la voiture
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire (Pour les détails, se référer aux instructions du téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
2
Connectez le cordon d’antenne.
3
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Remarque:
Si votre véhicule ne possède pas de borne accessoire, déplacez le fusible de la position de fusible 1 (position originale) à la position de fusible 2 et connectez le fil rouge (A7) à la borne positive (+) de la batterie.
Le fil jaune (A4) nest pas utilisé dans ce cas.
Wir empfehlen Ihnen, den MP3­kompatiblen CD-Wechsler von JVC anzuschließen. Sie können auch andere CD-Wechsler der Serie CH-X anschließen (außer CH-X99 und CH-X100).
• CD-Wechsler der Serie KD-MK können mit diesem Gerät nicht verwendet werden.
Sie können auch eine externe Komponente, z.B. einen tragbaren MD-Spieler, verwenden, wenn Sie den (nicht zum Lieferumfang gehörenden) Line-Eingangsadapter KS-U57 anschließen (siehe Schaltplan ).
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A8
A2 A4
A6
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery (bypassing the ignition switch)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la voiture (en dérivant linterrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
Vers borne accessoire du porte-fusible
3
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
To remote lead of other equipment or power aerial if any
A5
Zum Zusatzkabel des anderen Geräts oder der Motorantenne, sofern vorhanden
Au fil de télécommande de lautre appareil ou à lantenne automatique sil y en a une
4
Naar afstandsdraad van andere apparatuur of antenne met circuit indien aanwezig
(ILLUMINATION)
/ Bruin
7
Vérifiez
Nous vous recommandons de connecter le changeur de CD compatible MP3 JVC. Vous pouvez aussi connecter d’autres changeurs de CD de la série CH-X (sauf le CH-X99 et le CH-X100).
Vous ne pouvez pas utiliser les changeurs de CD de la série KD-MK avec cet appareil.
Vous pouvez aussi utiliser un appareil extérieur tel quun lecteur de MD en connectant l’adaptateur dentrée de ligne KS-U57 (non fourni). (Voir le diagramme ).
Fuse position 1 / 1. Sicherungsposition /
Position de fusible 1 /
Zekering, stand 1
Not included with this unit.
*
1
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
To car light control switch
A6
Zum Autolichtschalter
A linterrupteur d’éclairage de la voiture
5
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
NEDERLANDSENGLISH
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
Moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen. De draden van het stroomsnoer verschillen mogelijk van kleur metde aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde 2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V) 3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire 4 Blauw met witte streep: naar afstandsdraad van
andere apparatuur of antenne met circuit indien aanwezig (200 mA max.)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor de
autoverlichting
6 Bruin: naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees voor
meer informatie de instructies die bij de mobiele telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1 (beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met de pluspool (+) van de accu verbinden.
• In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
Sluit bij voorkeur de JVC, MP3 compatibele CD-wisselaar aan. U kunt tevens bepaalde andere CD-wisselaars uit de CH-X serie aansluiten (uitgezonderd de CH-X99 en CH-X100).
• U kunt CD-wisselaars uit de KD-MK serie niet met dit toestel gebruiken.
Het is ook mogelijk een extern apparaat zoals een draagbare MD­speler aan te sluiten met behulp van de Line Input Adapter KS-U57 (niet meegeleverd). (Zie schema .)
Fuse position 2 / 2. Sicherungsposition /
Position de fusible 2
*
*
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
A2
6
/ Zekering, stand 2
Ignition switch
Zündschalter
Interrupteur d’allumage
Contactschakelaar
To cellular phone system
Zur Moblitelephon
A un système de téléphone cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
White with black stripe
Weiß mit schwarzem Streifen
Blanc avec bande noire
White
B5B6
Weiß
Blanc
Wit
Wit met zwarte streep
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
PRECAUTIONS on power supply and speaker connections:
DO NOT connect the speaker leads of the power cord to the car battery; otherwise, the unit will be seriously damaged.
Connect the black lead (ground), yellow lead (to car battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory terminal) correctly.
BEFORE connecting the speaker leads of the power cord to the speakers, check the speaker wiring in your car.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NOT
connect the unit using that original speaker wiring. If you do, the unit will be seriously damaged. Redo the speaker wiring so that you can connect the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 3, you can connect the unit
using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your
car, consult your car dealer.
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 2
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 3Fig. 1
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem Streifen
Gris avec bande noire
B4
Gray
B3 B8 B7 B2 B1
Grau
Gris
Grijs
Grijs met zwarte streep
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
VORSICHTSMASSREGELN beim Anschließen der Stromversorgung und Lautsprecher:
Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels
NICHT an der Autobatterie anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung (zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung (zur Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen. – Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
„Fig. 1“ und „Fig. 2“ abgebildet, das Gerät NICHT mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird. Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie das Gerät an den Lautsprechern wie in „Fig. 3“ abgebildet anschließen können.
Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in „Fig. 3“ abgebildet, können Sie das Gerät mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung
in Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren Autohändler.
Green with black stripe
Grün mit schwarzem Streifen
Vert avec bande noire
Groen met zwarte streep
PRECAUTIONS sur l’alimentation et la connexion des enceintes:
NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du cordon d’alimentation à la batterie; sinon, l’appareil serait sérieusement endommagé.
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le fil rouge (à la prise accessoire).
AVANT de connecter les fils denceintes du cordon dalimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des enceintes de votre voiture.
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 ci-dessous,
utiliscant ce câblage original des enceintes. Si vous le faites, lappareil sera sérieusement endommagé. Recommencez le câblage des enceintes de façon que vous puissiez connecter lappareil aux enceintes comme montré sur la Fig. 3.
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 3,
connecter lappareil en utiliscant ce câblage original denceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage denceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de votre voiture.
3
Green
Grün
Ver t
Groen
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
NE CONNECTEZ PAS lappareil en
vous pouvez
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
VOORZORGSMAATREGELEN bij het verbinden van de stroomkabeldraad met de speakers:
Verbind de speakerdraden van de stroomkabel NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de aansluitklem van de accessoire) op de juiste wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers in uw auto controleren. – Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten
met behulp van deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen. Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat afgebeeld in Fig. 3.
Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat aansluiten met behulp van de oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw
auto, moet u contact opnemen met uw autodealer.
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS UTILISÉS avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils / Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier and other equipment to upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to the remote lead of the other equipment so that it can be controlled through this unit.
• For amplifier only: – Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the speaker leads of this unit unused. (Cover the terminals of these unused leads with insulating tape, as illustrated above.)
– The line output level of this unit is kept high to
maintain the hi-fi sounds reproduced from this unit.
When connecting an external amplifier to this unit, turn down the gain control on the
external amplifier to obtain the best performance from this unit.
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät gesteuert werden kann.
• Nur für den Verstärker: – Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des Verstärkers anschließen.
Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt lassen. (Die Anschlußklemmen dieser nicht verwendeten Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln, siehe Abbidung oben.)
– Der Ausgangspegel dieses Geräts wird auf
einem hohen Wert gehalten, um den Hifi-Klang zu unterstützen, den dieses Gerät reproduziert.
Wenn Sie einen externen Verstärker an dieses Gerät anschließen, stellen Sie den
Verstärkungsregler des externen Verstärkers herunter, um die bestmögliche Leistung dieses Geräts zu erzielen.
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre appareil pour améliorer votre système autoradio.
Connectez le fil de commande à distance (bleu avec bande blanche) au fil de commande à distance de lautre appareil de façon quil puisse
être commandé via cet appareil.
Pour lamplificateur seulement:Raccorder les bornes de sortie ligne de cet appareil
aux bornes dentrée ligne de lamplificateur.
Déconnectez les enceintes de cet appareil et connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils d’enceintes de cet appareil inutilisés. (Recouvrir les extrémités de ces fils inutilisés avec de la bande isolante comme montré ci­dessus.)
– Le niveau de sortie de ligne de cet appareil est
maintenu à un niveau élevé pour maintenir une qualité Hi-Fi pour les sons reproduits par cet appareil.
Lors de la connexion d’un amplificateur extérieur à cet appareil,
diminuez le réglage du gain sur lamplificateur extérieur pour obtenir les meilleures performances de cet appareil.
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden met een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de externe kabel van het andere apparatuur zodat deze op afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker: – Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang
van de versterker.
Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker. Gebruik de speakerdraden van dit apparaat niet. (Plak de aansluitklemmen van deze speakerdraden met isolatieband af zoals hierboven is afgebeeld.)
– Het uitgangsniveau van het geluid is hoog om het
hifi-geluid van deze eenheid te behouden.
Wanneer u een extern apparaat op deze eenheid aansluit, moet u erop letten dat u de
versterkingsfactor van de externe versterker laag houdt, zodat deze eenheid de beste prestaties levert.
Amplifier / Verstärker / Amplificateur / Versterker
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
INPUT
L
R
L
R
JVC Amplificateur
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
LINE
LRL
R
L
R
REAR
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Versterker
OUT
L
R
FRONT
2
*
KD-SX998R/
KD-SX997R
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Afstandbedieningsdraad
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
To power aerial if any
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
INPUT
L
R
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers lantenne automatique, sil y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
You can connect another power amplifier for front speakers.
Sie können einen anderen Leistungsverstärker für die vorderen Lautsprecher anschließen.
Vous pouvez connecter un autre amplificateur de puissance pour les enceintes avant.
U kunt nog een eindversterker voor de voorspeakers aansluiten.
*2 : Firmly attach the ground wire to the metallic
body or to the chasis of the carto the place not coated with paint (if coated with paint, remove the paint before attaching the wire). Failure to do so may cause damage to the unit.
*2 : Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der
Karosserie oder dem Rahmen des Fahrzeugs. Die Kntaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann dieses Gerät beschädigt werden.
*2 : Attachez solidement le fil de mise à la masse
au châssis métallique de la voiture—à un endroit qui nest pas recouvert de peinture (sil est recouvert de peinture, enlevez dabord la peinture avant dattacher le fil).
2
*
L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait correctement.
*2 : Bevestig de aardedraad goed met een metalen
onderdeel of het chassis van de auto—bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan worden beschadigd indien de aardedraad niet goed is aangesloten.
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a JVC DAB (Digital Audio Broadcasting) tuner.
For their connections, refer to the instructions supplied with them.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB­Tuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
Verbindingskabel die met de DAB-tuner wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
KD-SX998R/
JVC DAB-tuner
KD-SX997R
You can connect both components in series as illustrated above.
• Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung anzuschließen.
Vous pouvez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
• Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
External Component / Externe Komponente / Appareil extérieur / Extern apparaat
Line Input Adapter KS-U57 (not supplied with this unit)
Line-Eingangsadapter KS-U57 (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Adaptateur d’entrée de ligne KS-U57 (non fourni avec cet appareil)
Line Input Adapter KS-U57 (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
KD-SX998R/
KD-SX997R
CD changer jack
Buchse für CD-Wechsler
Prise du changeur CD
Aansluiting voor CD-wisselaar
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen DAB-Tuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC anschließen.
• Weitere Informationen über den Anschluß können Sie der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des CD-Wechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
Verbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
External component
L
L
R
R
L
R
L
Externe Komponente
R
Appareil extérieur
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
Extern apparaat
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou un tuner DAB (Digital Audio Broadcasting) JVC.
Pour leurs connexions, référez-vous aux modes demploi qui les accompagnent.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
KD-SX998R/
JVC DAB-tuner
KD-SX997R
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
Before connecting the CD changer and/or the DAB tuner, make sure that the unit is turned off.
• Bevor Sie den CD-Wechsler und/oder den DAB-Tuner anschließen, vergewissern Sie sich, daß das Gerät ausgeschaltet ist.
Avant de connecter le changeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparaat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.
Subwoofer / Subwoofer / Caisson de grave / Subwoofer
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
KD-SX998R/
KD-SX997R
SUBWOOFER
RLR
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC DAB-tuner (Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer informatie over het tot stand brengen van deze aansluiting.
or
oder
ou
of
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
Subwoofer
Subwoofer
Caisson de grave
Subwoofer
L
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
Connecting to the steering wheel remote controller / Anschluß an die Lenkradfernbedienung / Connexion de la télécommande de volant / Verbinden met de stuurwiel-afstandsbediening
If your car is equipped with the steering wheel remote controller, you can operate this receiver using the controller. To do it, a JVCs OE remote adapter (not supplied) which matches with your car is required. Consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer for details.
Wenn Ihr Fahrzeug mit einer Lenkradferndienung ausgestattet ist, können Sie damit diesen Receiver steuern. Hierfür ist ein für Ihr Fahrzeug passender Radio-Lenkrad-Fernbedienungsadaption von JVC (nicht im Lieferumfang enthalten) erforderlich. Für weitere Einzelheiten wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
Si votre voiture est munie dune télécommande de volant, vous pouvez commander cet autoradio en utilisant la télécommande. Pour le faire, un adaptateur pour télécommande au volant (non fourni) correspondant à votre voiture est nécessaire. Consultez votre revendeur dautoradio JVC pour les détails.
Indien uw auto een stuurwiel-afstandsbediening (niet bijgeleverd) heeft, kunt u deze receiver met die afstandsbediening bedienen. Hiervoor heeft u echter een JVC adapter nodig die geschikt is voor de stuurwiel-afstandsbediening in uw auto. Raadpleeg uw JVC car audio dealer voor details.
4
Steering wheel remote input
Eingang für Lenkradfernbedienung
Entrée de la télécommande de volant
Ingang stuurwiel-afstandsbediening
KD-SX998R/
KD-SX997R
OE remote adapter (not supplied)
Radio-Lenkrad-Fernbedienungsadaption (nicht im Lieferumfang enthalten)
Adaptateur pour télécommande au volant (non fourni)
Adapter voor stuurwiel-afstandsbediening (niet bijgeleverd)
Steering wheel remote controller (equipped in the car)
Lenkradfernbedienung (im Fahrzeug installiert)
Télécommande de volant (installée dans la voiture)
Stuurwiel-afstandsbediening (in de auto)
Loading...