JVC KD-SX991R, KD-SX911R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH
KD-SX991R/KD-SX911R
KD-SX991R
DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
KD-SX911R
DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
KD-SX991R
DAB
MO
KD-SX911R
DAB
MO
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0021-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
ADVARSEL: Usynlig las er­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funkti on. Undg åudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
Benaming/Spanningslabel
DANGER: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e )
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
NEDERLANDS
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.

Het apparaat terugstellen

Druk nadat u het bedieningspaneel van de eenheid heeft afgenomen met de punt van een balpen of een soortgelijk voorwerp de reset-knop in, die zich in het kale frame van de eenheid bevindt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
• De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
Afstandsbediening
(uitsluitend voor de KD-SX991R)........... 5
De afstandsbediening voorbereiden
(uitsluitend voor de KD-SX991R)........... 6
BASISBEDIENING ......................... 7
De stroomtoevoer inschakelen................. 7
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 8
Naar de radio luisteren ............................. 8
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 9
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 10
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 11
Wat u kunt doen met RDS EON............... 11
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 14
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 17
Een CD afspelen ..................................... 17
Een muziekstuk of een bepaald punt
op de CD zoeken .................................. 18
Afspeelmodus selecteren ......................... 18
De tekst van een CD met CD Text
weergeven............................................. 19
Voorkomen dat de CD terugspringt.......... 19
GELUID REGELEN ......................... 20
Geluid aanpassen.................................... 20
Werken met aangepaste geluidsmodi
(Advanced SCM)................................... 21
Geluidsweergave aanpassen en
opslaan.................................................. 22
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 24
Klok instellen ........................................... 24
De algemene instellingen
wijzigen (PSM) ...................................... 24
Bedieningspaneel verwijderen ................. 27
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 28
CD’s afspelen .......................................... 28
Kiezen van de weergavefunctie ................ 29
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................ 30
Werken met een extern apparaat............. 30
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 31
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 31
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan ................................................. 33
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 34
Wat u nog meer met DAB kunt doen ........ 34
ONDERHOUD .............................. 35
Omgaan met CD’s ................................... 35
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 36
SPECIFICATIES ............................ 37
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel

Het display-venster
o;
a
sd khg
1
24
f
3
5
DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
NEDERLANDS
e
w
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De bedieningsschijf 3 Afstandssensor 4 De toets DISP (display) 5 De toets TP (traffic programme)
De toets RDS (radio data system)
6 De toets PTY (programme type) 7 Het display-venster 8 De toets FM AM
• Deze toets functioneert tevens als de DAB-toets.
9 De toets CD p De toets 0 (uitwerpen) q De toetsen ¢ / 4
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
w De toets (het bedieningspaneel vrijgeven) e De toets SEL (selecteren) r De cijfertoetsen t De toets RPT (repeat)
• Deze toets functioneert tevens als de -toets
(DAB-service selecteren).
y De toets RND (random)
De toets MO (mono)
• Deze toets functioneert tevens als de 5-toets
(DAB-service selecteren).
4
jl/
6
7
t
u De toets SCM (sound control memory) i De toets CD-CH (CD-wisselaar)
8
DAB
MO
yur
9
i
p
q
Het display-venster
o De RDS-indicators:
EON, AF, REG, TP, PTY
; Hoofdvenster a De indicator CD s De indicators voor de geluidsmodus:
BEAT, SOFT, POP
d De indicator SCM f De indicator BBE (uitsluitend voor de
KD-SX991R)
g De indicator voor het niveau van het volume
(of audio)
h De indicator LOUD (uitsluitend voor de
KD-SX911R)
j De indicator RPT (repeat) k De indicator RND (random) l Indicators voor de ontvangst van de tuner:
MO (mono), ST (stereo)
/ De indicator voor de afspeelbron en klok

Afstandsbediening

(uitsluitend voor de KD-SX991R) De volgende beschrijvingen zijn
uitsluitend voor de KD-SX991R.
De KD-SX911R kan ook op afstand worden bediend als u onderstaande instructies opvolgt (met een apart aangeschafte afstandsbediening). We raden u aan om de afstandsbediening RM-RK31 in combinatie met de eenheid te gebruiken.
5
1
2
3
4
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert hetzelfde als de toets BAND
tijdens het luisteren naar de FM-stations (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Functioneert als de toets DISC + tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
• Functioneert niet als PROG toets.
6
7
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u
naar de radio (of de DAB-tuner) luistert. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of de geselecteerde service) afgestemd.
• Functioneert als de toets DISC – tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
• Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van een CD de toets ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het volgende fragment of het spelende (of voorgaande) fragment wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
NEDERLANDS
5

De afstandsbediening voorbereiden

(uitsluitend voor de KD-SX991R) De volgende beschrijvingen zijn
uitsluitend voor de KD-SX991R.
De KD-SX911R kan ook op afstand worden bediend als u onderstaande instructies opvolgt (met een apart aangeschafte afstandsbediening). We raden u aan om de afstandsbediening RM-RK31 in combinatie met de eenheid te gebruiken.
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
NEDERLANDS
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(Achterkant)
DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 117
1)
2)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(Achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
6
123

BASISBEDIENING

DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
DAB
MO

De stroomtoevoer inschakelen

1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 8 – 16.
Voor gebruik van de CD,
zie bladzijde 17 – 19.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 28 – 29.
Voor gebruik van het externe apparaat,
zie bladzijde 30.
Voor gebruik v an de DAB-tuner,
zie bladzijde 31 – 34.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
De indicator (zie bladzijde 26) voor het niveau van het volume (of audio)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 20.)
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op en houd deze tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
NEDERLANDS
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 24).
7

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
DAB
MO

Naar de radio luisteren

Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “MANU” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
Druk op ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een station met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen,
8
stopt het zoeken.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “MANU” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
Als u op MO RND (mono/random) drukt terwijl u naar een FM-stereo-uitzending luistert.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de indicator MO aan of uit.
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
NEDERLANDS
MO
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
9
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.

Afstemmen op een voorkeuzezender

2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station
NEDERLANDS
3
Druk op de cijfertoets (in dit
dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De geselecteerde band of het geselecteerde voorkeuzenummer en de vermelding “MEMO” (geheugen) verschijnt korte tijd beurtelings op de display.
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 9 en 10, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
8 9 10 11 127
10

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De indicator EON licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON-gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende bladzijde). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op TP RDS (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
TP RDS
Modus 1
Indicator AF
Indicator REG
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Modus 2 Modus 3
NEDERLANDS
11
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een
NEDERLANDS
FM-station, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie (TA-standbyfunctie)
TP
Als u op TP RDS drukt terwijl u naar
RDS
een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA-volumeniveau (zie bladzijde 15) en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP RDS om de
TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Standby-ontvangst van een programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op PTY drukt terwijl u naar een
PTY
FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY-signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op bladzijde 13 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een PTY-signaal uitzendt, moet u op PTY drukken om de ontvanger in de PTY­standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY-programma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY-naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY-programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de
PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op TP RDS drukken om de ontvanger in de TA­standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op.)
12
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY-code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 25.)
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY” (standby) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres. Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 25.)
3
6
VARIED
NEDERLANDS
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16.)
4
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
2
Selecteer de vermelding “PTY SRCH” (zoeken) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
• Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
13
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
8 9 10 11 127
De geselecteerde codenaam wordt knipperend op het display weergegeven.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
5
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op PTY (programme type) en
NEDERLANDS
houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station luistert.
PTY
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
14
8 9 10 11 127
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen
onder voorkeurtoets 2

Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen

Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-station luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de stationsnaam (PS NAME) of de frequentie van het ontvangen station (FREQ).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “TU DISP” (weergavemodus van de tuner) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“PS NAME” of “FREQ”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Stationsnaam
(PS NAME)
Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “TA VOL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “AUTO ADJ” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te kiezen. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken.)
NEDERLANDS
15
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
informatie aangaande het
INFO: Informatieve programma’s over
SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
SCIENCE: Wetenschappelijke en
VARIED: Overige programma’s,
POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek
NEDERLANDS
OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten FINANCE: Programma’s aangaande handel
CHILDREN: Amusement voor kinderen
nieuws
diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur
technische programma’s
bijvoorbeeld ceremonies en comedies
en de beurs en beursberichten, etc.
SOCIAL: Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten
van geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
TRAVEL: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
16

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
DAB
MO

Een CD afspelen

1
Open het bedieningspaneel.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op CD om het apparaat aan te zetten en het afspelen automatisch te laten beginnen.
2
Plaats een disc in de lade.
De eenheid gaat aan, pakt een CD en begint automatisch te spelen.
3
Sluit het besturingspaneel met de hand.
Totale afspeeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
De indicator CD gaat aan.
Totaal aantal muziekstukken op de CD die in de CD-lade is geplaatst
Huidige muziekstukVerstreken afspeeltijd
Opmerkingen:
• Wanneer een CD ondersteboven is geplaatst, verschijnen beurtelings de vermelding “PLEASE” en “EJECT” op de display. Wanneer u het besturingspaneel opent door op 0 te drukken wordt de CD vrijgegeven.
• Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de titel van de CD en de naam van de uitvoerende artiest weergegeven. Vervolgens wordt het nummer van het muziekstuk en de verstreken afspeeltijd weergegeven. Zie ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 19) en de paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren – SCROLL” (bladzijde 26). Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt weergegeven.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. De CD stopt met spelen, het bedieningspaneel gaat open en de CD wordt automatisch uit de lade vrijgegeven. Als u tijdens het afspelen van de CD overschakelt wordt het afspelen van de CD eveneens beëindigd (deze keer zonder dat de CD wordt vrijgegeven).
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen.)
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het apparaat is uitgezet.
NEDERLANDS
17
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van het volgende muziekstuk te gaan.
NEDERLANDS
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om naar het begin van het huidige muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige muziekstuk gezocht en afgespeeld.
8 9 10 11 127

Afspeelmodus selecteren

Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
U kunt alle muziekstukken van de CD in willekeurige volgorde afspelen. Elke keer wanneer u op MO RND (mono/random) drukt terwijl u naar een CD luistert, wordt Random Play afwisselend aan- en uitgezet.
MO
De indicator RND
Wanneer de Random Play-modus wordt aangezet, zal op het display de RND-indicator oplichten en worden de muziekstukken in willekeurige volgorde afgespeeld.
Muziekstukken meerdere keren afspelen (Repeat Play)
U kunt het huidige muziekstuk meerdere keren afspelen. Elke keer wanneer u op RPT (repeat) drukt terwijl u naar een CD luistert, schakelt u de modus voor het herhaald afspelen van de CD in of uit.
Nummer van het
De indicator RPT
muziekstuk dat wordt afgespeeld
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
18
Wanneer de Repeat Play-modus wordt aangezet, zal op het display de RPT-indicator oplichten.

De tekst van een CD met CD Text weergeven

Voorkomen dat de CD terugspringt

Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de display weer te geven.
Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven.
DISP
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
Titel van de CD / Artiest
Titel van het muziekstuk
Nummer huidige track en verstreken speeltijd
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 8 tekens tegelijk worden weergegeven. Als de informatie uit meer dan 8 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van rechts naar links over de display. Zie ook de paragr aaf “De modus voor lopende tekst selecteren – SCROLL” op bladzijde 26. Bepaalde tekens of symbolen worden niet afgebeeld (blanco) op de display. (B.v. “ABCå!d#” ] “ABCA D ”)
• Wanneer u op DISP (display) drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding “NO NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk.
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk op de CD en tegelijkertijd minimaal 2 seconden op de
De vermelding “NO EJECT” knippert gedurende 5 seconden op de display. De CD is nu vergrendeld en kan niet meer uit de CD-lade terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de CD­lade wilt opheffen, drukt u nogmaals gedurende
minimaal 2 seconden op de terwijl u tegelijk op de CD drukt.
“EJECT OK” gaat gedurende 5 seconden knipperen op de display. De CD is ontgrendeld.
.
NEDERLANDS
19

GELUID REGELEN

Geluid aanpassen

U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt:
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
BAS
(bas)
VOL
(volume)
TRE
(treble)
BBE / LOUD
(KD-SX991R)
II
(loudness) (KD-SX911R)
Indicatie Doel: Bereik
BAS Bastonen –06 (min.)
TRE Treble aanpassen. –06 (min.)
NEDERLANDS
FAD* Evenwicht tussen
BAL Evenwicht tussen linker- en rechterspeaker
II
BBE
(uitsluitend voor de KD-SX991R)
LOUD De lage en hoge
(uitsluitend voor de KD-SX911R)
VOL Het volume 00 (min.)
aanpassen. |
voor- en achterspeakers aanpassen.
aanpassen. Zie de paragraaf
“De functie BBE in- en uitschakelen” op bladzijde 23.
tonen worden versterkt voor een goed gebalanceerd geluid bij weergave met een laag volume.
aanpassen. |
+06 (max.)
| +06 (max.)
R06 (Allen achterin) | F06 (Allen voorin)
L06 (Allen links) | R06 (Allen rechts)
II
1, 2, 3, OFF
LOUD ON (geactiveerd) | LOUD OFF (uitgeschakeld)
50 (max.)
FAD
(faden)
BAL
(balans)
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de draaiknop. U hoeft dus niet “VOL” voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u
FAD op “00” zetten.
20

Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)

U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam
“Advanced SCM” (Sound Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en steeds opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt dan tevens op de display weergegeven. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM, CD en externe apparaat.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren – SCM LINK” op bladzijde 26.
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
Indicatie Voor: Vooraf ingestelde
waarden
BAS TRE BBEIILOUD
BEAT Rock- of +02 00 BBE ON
SOFT Rustige +01 –03 BBE OFF
POP
SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 BBE ON
discoritme 2
achtergrond- OFF muziek
Lichte muziek
+04 +01 BBE OFF
KD-SX911RKD-SX991R
OFF
2
De geluidsmodi oproepen
Selecteer de afspeelbron als “SCM LINK” is ingesteld op “LINK ON”.
Elke keer wanneer u een andere afspeelbron selecteert, gaat de SCM-indicator op de display knipperen.
NEDERLANDS
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:
(BEAT) (SOFT) (POP)
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is geselecteerd, kan de geselecteerde geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen en zal het effect alleen op de huidige afspeelbron van toepassing zijn. Elke keer wanneer u een andere afspeelbron selecteert, gaat de SCM-indicator op de display knipperen.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF” is geselecteerd, is de geselecteerde afspeelmodus op elke afspeelbron van toepassing.
SCM OFF
De geluidsmodus die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen wordt opgeroepen.
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 22.
• Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage tonen wilt aanpassen of de BBE KD-SX991R)/ geluidsterktefunctie (voor KD-SX911R) tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de instructies op bladzijde 20. (De aanpassingen die u hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een andere geluidsbron selecteert.)
II
(voor
21

Geluidsweergave aanpassen en opslaan

Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u wilt aanpassen.
• Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde 21 “Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)”.
Bijv.: Als u “SOFT” aanpast.
NEDERLANDS
2
Selecteer “BAS” (bas), “TRE” (treble) of “BBE (loudness)**.
II
”*/“LOUD”
3
Pas het niveau van de bas, hoge tonen aan of “BBE
II
”* of schakel de
geluidssterktefunctie** ON/OFF.
• Zie bladzijde 20 en 23 voor meer informatie.
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere items wilt aanpassen.
22
* Uitsluitend voor de KD-SX991R
Bijv.: Als u “TRE” (treble) aanpast
Deze “BBEII”-indicator gaat aan als de BBE-functie is ingesteld op BBE 2.
** Uitsluitend voor de KD-SX911R
Deze “LOUD”-indicator gaat aan als de LOUD-functie is ingeschakeld.
5
R
Druk op SCM en houd deze ingedrukt tot de geluidsmodus van uw keuze op de display knippert.
De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel op bladzijde 21.
De functie BBEII in- en uitschakelen
(uitsluitend voor de KD-SX991R)
De functie BBEII* herstelt de oorspronkelijke glans en helderheid van live-opnames, opnames van radio-uitzendingen, enzovoorts. Een luidspreker die geluid weergeeft, krijgt te maken met een verschijnsel dat frequentie­afhankelijke faseverschuivingen wordt genoemd. Dit betekent dat geluiden met een hoge frequentie er langer over doen om het menselijke gehoor te bereiken dan lage frequenties. De functie BBEII corrigeert dit faseverschil tussen lage, middelhoge en hoge tonen door aan de weergave van lagere frequenties een vertragingstijd toe te kennen. Hoe lager de frequentie, hoe groter de vertragingstijd. Het resultaat van deze functie is dat alle frequenties het gehoor van de luisteraar op het juiste tijdstip bereiken. Bovendien versterkt de functie BBEII de lage en middelhoge frequenties, omdat luidsprekers over het algemeen minder efficiënt zijn in het weergeven van deze tonen. Dit gebeurt door een technologie toe te passen die dynamische, programma-aangestuurde verrijking wordt genoemd. Samen met de eerdergenoemde correctie voor faseverschuivingen zorgt deze voorziening ervoor dat geluid helder wordt weergegeven en bij de luisteraar een echte “live­ervaring” teweeg brengt.
NEDERLANDS
Als u in stap 3 de bedieningsschijf met de wijzers van de klok meedraait, verandert de BBEII-functie, en wel als volgt:
BBE 1 BBE 2 BBE 3
BBE OFF
Hoe hoger het getal, hoe sterker de BBEII-functie. Bij het verlaten van de fabriek is de BBEII-functie standaard ingesteld op “BBE 2”.
Als u de BBEII-functie wilt uitschakelen, moet u de vermelding “BBE OFF” selecteren.
* Onder licentie van BBE Sound, Inc.
is een handelsmerk van BBE Sound,
Inc.
23

ANDERE HOOFDFUNCTIES

Klok instellen

Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 25.)
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H” als
deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
NEDERLANDS
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M”. 2 Pas de minuten aan.
2
21
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid is uitgeschakeld, drukt op DISP (display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld.

De algemene instellingen wijzigen (PSM)

Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 25.)
2
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde 25.)
24
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
21
5
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt geselecteerd.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
Houd.
CLOCK H Instellen van het uur CLOCK M Instellen van de minute SCM LINK Koppeling met het
24H/12H 24/12-uur aanduiding
AUTO ADJ Automatische instellen
CLOCK Weergave van de klok TU DISP Weergavemodus van
PTY STBY PTY-standby PTY SRCH PTY-zoeken TA VOL Volume voor
P-SEARCH Programme zoeken DAB AF* Zoeken naar
LEVEL Niveaudisplay
DIMMER Dimmermodus
TEL Audiodemping voor
BEEP Pieptoon bij
SCROLL Modus voor lopende
EXT IN** Extern apparaat
2
Kies...
geheugen voor geluidsmodi
voor de klok
van de klok
de tuner
verkeersinformatie
alternatieve frequenties
cellulaire telefoonsystemen
toetsbediening
tekst
3
Stel in... Tegen de
wijzers van de klok in
Terug Verder
12H 24H 24H 24
OFF ON ON OFF ON
FREQ PS NAME
29 programmatypen
(zie bladzijde 16.)
VOL 00 – VOL 50
OFF
AF OFF
AUDIO 1
OFF
AUTO
MUTING 1
OFF OFF
ONCE
CHANGER
Met de wijzers van de klok mee
VerderTerug
LINK ONLINK OFF LINK ON 21, 26
ON OFF
AF ON
AUDIO 2
OFF
ON
MUTING 2
ON ON 26
AUTO
OFF
LINE IN
Fabrieksin-
stellingen
0:00 24
ON 26
PS NAME
NEWS 13
(Zie bladzijde 13.)
AF ON
AUDIO 2
AUTO
OFF
ONCE
CHANGER
Zie
blz.
15
15
13
15VOL 20 14
34
26
26
26
26
26, 30
NEDERLANDS
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien. * Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten. *** Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en CD.
25
Advanced SCM annuleren – SCM LINK
Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM (Sound Control Memory) te annuleren en de aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen. Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als u een andere afspeelbron selecteert.
• LINK ON: De voorziening Advanced SCM is
• LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is
ingeschakeld (voor elke afspeelbron een andere geluidsmodus).
uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt een en dezelfde geluidsbron).
Weergave van de klok selecteren – CLOCK
Het is mogelijk om de klok op de display weer te geven of juist niet weer te geven wanneer de eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten van de fabriek is de klok standaard ingesteld om op de display te worden weergegeven.
• ON: Weergave van de klok op de display is
• OFF: De tijdsaanduiding staat uit. In de stand
NEDERLANDS
ingeschakeld. “OFF” verschijnt in plaats van de tijd de
naam van de geselecteerde geluidsbron of van het geselecteerde golfgebied (behalve wanneer “EXT–LINE IN” als afspeelbron is geselecteerd).
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display moet worden weergegeven. Standaard is bij het verlaten van de fabriek de instelling “AUDIO 2” geselecteerd.
• AUDIO 1: Niveaumeter wordt van onder naar
• AUDIO 2: Beurtelings niveaumeter (bewegend van
• OFF: De indicator voor het geluidsniveau
boven verlicht. beneden naar boven) en verlichting. verdwijnt.
De instelling voor de dimmerfunctie selecteren
DIMMER
Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer). Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
• AUTO: De functie Auto Dimmer is ingeschakeld.
• OFF: De functie Auto Dimmer is uitgeschakeld.
• ON: De display wordt gedimd.
Opmerking:
Het kan zijn dat de functie Auto Dimmer van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer. In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “ON” of “OFF” instellen.
26
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren –
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
TEL
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen –
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor het weergeven van geluid bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
• ON: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
• OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
BEEP
Het externe apparaat selecteren – EXT IN
Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten. Als u het externe apparaat via deze eenheid als afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk onderdeel – de CD-wisselaar of het externe apparaat – u wilt gebruiken. Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar standaard als extern apparaat geselecteerd.
• LINE IN: Voor een ander apparaat dan de
• CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Installation/Connection Manual (aparte publicatie).
De modus voor lopende tekst selecteren –
Wanneer de informatie van een CD uit meer dan 8 tekens bestaat, is het handig om dit als lopende tekst op de display weer te geven. Deze functie wordt lopende tekst genoemd. Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor informatie éénmaal als lopende tekst op de display wordt weergegeven.
• ONCE: De lopende tekst wordt slechts één keer
• AUTO: De lopende tekst wordt nóg een keer
• OFF: De functie lopende tekst staat uit.
CD-wisselaar.
SCROLL
weergegeven. weergegeven (Met tussenpozen van
5 seconden).

Bedieningspaneel verwijderen

U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel iets omhoog en trek naar u toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de rechterkant van het bedieningspaneel in de uitsparing op de houder.
2
Druk op de linkerkant van het bedieningspaneel totdat dit in de houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegev en moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
NEDERLANDS
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Connectors
27

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR

DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
DAB
MO
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te maken van de CH-X-serie. Als u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv.: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
NEDERLANDS
CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CD’s ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1” – “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeur t, moet u de verbinding controleren, de verbindings­kabel(s) stevig vastmaken. En dan op de resetknop van de CD-wisselaar drukken.

CD’s afspelen

Selecteer de automatische CD-wisselaar (CD-CH).
Het afspelen begint bij de eerste track van de eerste CD. Alle tracks van alle CD’s worden afgespeeld.
Verstreken speelduur
* Als voor “CLOCK” de instelling “ON” is gekozen
(zie bladzijde 26), wordt het CD-nummer vervangen door de tijd.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het muziekstuk
Nummer van het muziekstuk
CD-nummer*
28
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de volgende track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op 4 om naar het begin van de huidige track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de vorige track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD­wisselaar).
• Nummer 1 – 6 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt.
8 9 10 11 127
Verstreken speelduur
Nummer van het muziekstuk

Kiezen van de weergavefunctie

Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
MO
Modus
RND1 Licht op Alle muziekstukken van
RND2 Knippert Alle muziekstukken van
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
Elke keer wanneer u op de MO RND (mono/random), wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
RND1 RND2
Uit, geen aanduiding
RND­indicator
Elke keer wanneer u op de RPT (repeat), wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Afspelen in willekeurige volgorde
de huidige CD, daarna de muziekstukken van de volgende CD enzovoorts.
alle CD’s in de CD-houder.
RPT1 RPT2
Uit, geen aanduiding
NEDERLANDS
CD-nummer
Bijv.: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd
De tekst van een CD met CD Text weergeven
U kunt alleen informatie van CD’s met CD Text weergeven wanneer er een automatisch CD­wisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust met de mogelijkheid om CD Text te lezen. Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” op bladzijde 19 voor meer informatie.
Modus
RPT1 Licht op Het spelende (of
RPT2 Knippert Alle fragmenten van de
RPT­indicator
Herhaling van...
ingestelde) fragment.
spelende (of ingestelde) disc.
29

BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN

DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
DAB
MO

Werken met een extern apparaat

Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten.
Voorbereiding:
• Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Installation/Connection Manual (aparte publicatie).
NEDERLANDS
• Alvorens u het externe apparaat volgens de onderstaande instructies gaat bedienen, moet u ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het externe apparaat selecteren – EXT IN” op bladzijde 26.)
1
Selecteer het externe apparaat.
2
Schakel het aangesloten apparaat aan en start het afspelen van de afspeelbron.
3
Regel het volume.
4
Pas de geluidskarakteristieken naar eigen inzicht aan. (Zie bladzijde 20.)
• Als de vermelding “LINE IN” niet op de display verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 26. Selecteer in zo’n geval de externe ingang (“LINE IN”).
• Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en CD.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
30

BEDIENING VAN DE DAB-TUNER

FM/AMDAB
DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
DAB
MO
We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken. Neem contact op met de JVC-dealer in auto­accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen. In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die “services” worden genoemd) met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”. Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB-services gebruik maken.

Afstemmen op een ensemble en op een van de services

Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’s (services) die tegelijkertijd worden uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op DAB (FM AM) als het CD, de CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
NEDERLANDS
D1
(DAB 1)
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB­banden (DAB1, DAB2 en DAB3). U kunt met elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
D2
(DAB 2)
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
D3
(DAB 3)
31
3
Naam van het ensemble
Naam van de service
Kanaalnummer
Frequentie
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢ afstemmen op een ensemble met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een ensemble met een lagere frequentie.
Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat er een ensemble is gevonden,
moet u de toets die u hebt ingedrukt om het zoeken in gang te zetten nogmaals indrukken.
4
Selecteer de service waarnaar u wilt luisteren.
MO
NEDERLANDS
Druk op 5 (RND MO) als u de volgende service wilt selecteren.
Druk op (RPT) als u de vorige service wilt selecteren.
De informatie op de display wijzigen wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de display weergegeven. Druk op DISP als u andere informatie op de display wilt weergeven. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie gedurende een korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble:
1 Druk op DAB (FM AM) en houd om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op DAB (FM AM) om de
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1, DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of op 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of op 4 tot
u het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat.
32
Terugkeren naar de FM/AM-tuner
Druk nogmaals op DAB (FM AM) en houd deze.

DAB-frequenties in het geheugen opslaan

Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
5
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u de geselecteerde service wilt opslaan en houd deze toets gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
7
De geselecteerde band of het geselecteerde voorkeuzenummer en de vermelding “MEMO” (geheugen) verschijnt korte tijd beurtelings op de display.
D1
(DAB 1)
3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
4
Selecteer de service van het ensemble.
MO
Druk op 5 (RND MO) als u de volgende service wilt selecteren.
Druk op (RPT) als u de vorige service wilt selecteren.
D2
(DAB 2)
D3
(DAB 3)
6
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DAB-services achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt, zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
NEDERLANDS
33

Afstemmen op een opgeslagen DAB-service

Wat u nog meer met DAB kunt doen

U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DAB-service afstemmen. Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 33 als u nog geen services hebt opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
NEDERLANDS
34
D1
(DAB 1)
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6) voor de DAB-service die u wilt beluisteren.
8 9 10 11 127
D2
(DAB 2)
D3
(DAB 3)
Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren.
Terwijl u een DAB-service ontvangt: Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
Terwijl u een FM RDS-station ontvangt: Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “DAB AF” (alternatieve frequentie) te selecteren.
3 Selecteer de gewenste modus met de
bedieningsknop.
• AF ON: Het programma wordt gevolgd tussen het aanbod van DAB­services en FM RDS-zenders — alternatieve ontvangst. De indicator AF op de display licht op (zie bladzijde 11).
• AF OFF:Alternatieve ontvangst is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (zie bladzijde 11 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.

ONDERHOUD

Omgaan met CD’s

Deze eenheid is gemaakt om CD’s met de onderstaande opdrukken af te spelen.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
• Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Rondje in het midden
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto. Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD­lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Wanneer u een CD-R (Recordable) afspeelt
Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s afspelen.
• Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de instructies en waarschuwingen aandachtig door.
• Sommige CD-R’s die op CD-recorders zijn opgenomen kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld vanwege bepaalde kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere oorzaken van afspeelproblemen zijn: – Beschadigingen of vuil op de CD. – Vocht of condensatie op de lens van de
CD-speler.
– Vuil op de lens van de laser in de speler.
• Speel alleen CD-R’s af die volledig zijn afgewerkt (finilized).
• CD-RW’s (Rewritables of herschrijfbare CD’s) kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld.
• Gebruik geen CD-R’s waarop stickers of labels zijn geplakt. Deze schijven kunnen tot storingen leiden.
NEDERLANDS
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
LET OP!
• Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CD­lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
35

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptoms
• CD kan niet worden afgespeeld.
• Geluid van de CD wordt soms onderbroken.
• Geluid wordt soms onderbroken.
• Er komt geen geluid uit de speakers.
• Automatisch instellen van stations – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
NEDERLANDS
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “NO DISC”.
• De vermelding “RESET 8” verschijnt op de display.
• De vermelding “RESET1” – “RESET 7” verschijnt op de display.
• CD kan niet worden afgespeeld en springt niet terug.
• Het apparaat werkt helemaal niet.
Causes
CD zit ondersteboven in het apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD. Verkeerde verbindingen.
Verkeerde verbindingen.
De geluidsknop is op de laagste stand gezet.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er is geen CD geplaatst.
Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD-wisselaar verbonden.
Misschien werkt de CD-speler niet goed meer.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enzovoorts.
Remedies
Plaats de CD op de juiste manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD. Controleer kabels en
aansluitingen. Controleer kabels en
aansluitingen. Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt. Controleer kabels en
aansluitingen. Sla de stations handmatig op.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Plaats de CD op de gebruikelijke manier.
Verbind het appar aat en de CD-wisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de Reset­toets van de CD-wisselaar.
Druk op de Reset-toets van de CD-wisselaar.
Houd enkele seconden lang de toetsen CD en SEL tegelijkertijd ingedrukt. (Verschijnen beurtelings de vermelding “PLEASE” en “EJECT” op de display.) Wees voorzichtig bij het openen van het bedienings­paneel door op 0 te drukken en let op dat de CD niet op de grond valt na het uitwerpen.
Druk de reset-knop in op het kale frame van de eenheid. (De instellingen van de klok en voorkeurzenders in het geheugen worden gewist.) (Zie bladzijde 2.)
36

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 ) Regelbereik tonen:
Bas: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakter istiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 k belasting (maximaal vermogen) Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM: (MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 ) Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 ) Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakter istiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens
(halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 160 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 8 mm
Gewicht: 1,7 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
37
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0101MNMMDWJES
JVC
Loading...