For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
GET0072-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e )
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
Druk nadat u het bedieningspaneel van de eenheid heeft afgenomen met de punt van een balpen
of een soortgelijk voorwerp de reset-knop in, die zich in het kale frame van de eenheid bevindt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk
voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
2
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat
en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Omgaan met CD’s ...................................38
SPECIFICATIES ............................ 39
NEDERLANDS
Hoe u de toets MODE gebruikt:
Als u op de toets MODE drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de
cijfertoetsen enigszins anders.
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt
gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het
volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en
pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
f
hg
s
jk
l
d
z
/
x
1
24
37
56
NEDERLANDS
e
9
p
1 De toetsen 4/¢
2 De toets 5 (hoger)
3 De toets ∞ (lager)
4 Afstandssensor
5 Het display-venster
6 De toets 0 (uitwerpen)
7 De toets FM AM
8 De toets CD CD-CH (AUX)
9 De toets (standby/aan/attenuator)
p De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
q De toets SEL (selecteren)
w De bedieningsschijf
e De toets EQ (equalizer)
r De toets MO (mono)
t De toets RPT (repeat)
y De toets RND (random)
u De cijfertoetsen
i De toets MODE
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets DISP
(display).
o De toets DISP (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets MODE.
4
w
q
8
tyr
;De toets TP PTY (traffic programme/
programme type)
a AUX (aux-ingang) aansluiting
io;
u
a
Het display-venster
s Hoofdvenster
d De indicator voor het volumeniveau (of
audioniveau)
De equalizerpatroonindicator
f Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
g De indicator C-EQ (custom equalizer)
h De indicator RND (random)
j De indicator RPT (repeat)
k De indicator LOUD
l De indicators voor de geluidsmodus
ROCK, CLASSIC, POPS, HIP HOP, JAZZ,
USER.
/ De indicator voor de afspeelbron en klok
z De Indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
x De indicator CD-geplaatst
De afstandsbediening
voorbereiden
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend
voor de KD-SX992R.
U kunt de KD-SX921R met een los verkrijgbare
afstandsbediening vanuit uw stoel bedienen.
Gebruik bij voorkeur de RM-RK50
afstandsbediening met dit toestel.
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’
hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan
lekken of brand veroorzaken.
NEDERLANDS
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar
het directe zonlicht langdurig op valt (zoals
bijvoorbeeld op het dashboard). De
afstandsbediening wordt anders beschadigd.
5
Afstandsbediening
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend
voor de KD-SX992R.
U kunt de KD-SX921R met een los verkrijgbare
afstandsbediening vanuit uw stoel bedienen.
Gebruik bij voorkeur de RM-RK50
afstandsbediening met dit toestel.
RM–RK50
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender
bij het luisteren naar de radio (of de DABtuner).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender (of service)
met een hoger nummer geselecteerd en
wordt op het geselecteerde station (of de
geselecteerde service) afgestemd.
• Verspringen naar de voorgaande disc bij het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verlaagt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
SOUND
ATT
1
2
3
R
U
SOURCE
D
F
NEDERLANDS
4
VOL
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets
ingedrukt houdt tot de vermelding
“SEE YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Verspringen naar de volgende disc bij het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verhoogt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
6
VOL
5
6
7
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus
(C-EQ).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er
een andere geluidsmodus (C-EQ) geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien langer dan 1
seconde ingedrukt.
• Voor versnelde weergave van een fragment
in voor- en achterwaartse richting wanneer
u tijdens weergave van een CD de toets
ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het
volgende fragment of het spelende (of
voorgaande) fragment wanneer u tijdens
weergave van een CD kort op de toets
drukt.
Deze toets werkt niet voor het
aanpassen van algemene
instellingen wijzigen.
BASISBEDIENING
12
3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
“HELLO” verschijnt op het displa y.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de
geluidsbron.
Voor het selecteren van de tuner, drukt u
herhaaldelijk op FM AM.
FM1FM2
AM
Voor het selecteren van de CD,
CD-wisselaar (of “LINE IN”*), drukt u
herhaaldelijk op CD CD-CH (AUX).
CD-CH
(of LINE IN)*
* Indien “LINE IN” niet op het display
verschijnt (zie bladzijde 28), moet u “EXT
IN” op “LINE IN” stellen.
Voor het selecteren van “AUX IN”
(component dat met de AUX IN
aansluiting op het bedieningspaneel is
verbonden), houdt u CD CD-CH (AUX)
ingedrukt.
FM3
CD
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Indicator of audioniveau voor
Het door u ingestelde
volumeniveau verschijnt
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
het volumeniveau (zie
bladzijde 27)
(Zie bladzijde 22 – 24).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op. Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• Het geluid kan tevens weer worden hersteld
door de regelschijf te verdraaien.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan een seconde op.
“SEE YOU” wordt op het display getoond en het
toestel vervolgens uitgeschakeld.
• Indien u de stroom uitschakelt tijdens hetbeluisteren van een disc, zal de volgende
keer bij het weer inschakelen van de stroom de
weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op
de disc worden voortgezet.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
zie bladzijde 25.
NEDERLANDS
7
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
FM1FM2FM3AM
(F1)(F2)(F3)
2
Zoek een station.
Druk op ¢
afstemmen op een
station met een hogere
frequentie.
Druk op 4
afstemmen op een
station met een lagere
frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven (en vervolgens
verschijnt de tijd van de klok indien
“CLOCK” op “ON” is gesteld).
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
8
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
FM1FM2FM3AM
(F1)(F2)(F3)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd
deze ingedrukt tot de vermelding
“MANU” (voor “manual”: handmatig
zoeken) op de display begint te
knipperen.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “MANU” op de display
knippert.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om de
functiemodus te activeren terwijl u
in stereo naar een
FM-stereo-uitzending luistert.
“MODE” verschijnt onder op het
display en de cijfertoetsen werken
nu als andere functietoetsen.
2 Druk op MO (mono), terwijl
“MODE” nog op het display wordt
getoond zodat de indicator MO op
het display oplicht.
Vervolgens zal elke keer wanneer
u op de toets MO (mono) drukt,
gaat de indicator MO aan of uit.
Er brandt een lampje wanneer een
FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
NEDERLANDS
Druk op ¢ als u
wilt afstemmen op een
station dat op een
hogere frequentie
uitzendt.
Druk op 4 als u
wilt afstemmen op een
station dat op een
lagere frequentie
uitzendt.
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
9
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, verandert
u de band als volgt:
NEDERLANDS
2
FM1FM2FM3AM
(F1)(F2)(F3)
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, verandert
u de band als volgt:
FM1FM2FM3AM
(F1)
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
Druk op ¢ als u
wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u
wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
10
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
De geselecteerde band of het geselecteerde
voorkeuzenummer en de vermelding “MEMO”
(geheugen) verschijnt korte tijd beurtelings op
de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om
andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 10 en
11, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
FM1FM2FM3AM
(F1)(F2)(F3)
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
NEDERLANDS
11
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het
station met het programma en informatie over de
aard of het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
12
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld en
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
(In deze modus kan het voorkomen
dat het nieuw te ontvangen
programma anders is dan het
programma dat u daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie
bladzijde 36).
ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de indicator
REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 26).
2
Selecteer de vermelding “AF-REG
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst)” als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus –
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
V oltooi de instelling.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie
bladzijde 17) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen lev ert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op TP PTY.
NEDERLANDS
13
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY: Programmagenre)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
Selecteer van uw favoriete programma
voor PTY standby ontvangst
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
NEDERLANDS
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 26).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
(standby)” als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18).
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
• Selecteer “OFF” om
PTY standby ontvangst
te annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd
indien de PTY indicator is opgelicht.
Wanneer een zender een programma
van het gekozen PTY programmatype
start uit te zenden, stemt het toestel
automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator
knippert. De zender die wordt
ontvangen levert namelijk geen signalen
die voor PTY standby ontvangst zijn
vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te
activeren moet u op een andere zender
afstemmen die wel deze signalen
uitstuurt. Druk op ¢ of 4
om een dergelijke zender op te zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en
licht continu op zodra een zender met
deze signalen is gevonden. PTY
standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten.
Wanneer een zender een programma van
het gekozen PTY programma start uit te
zenden, verandert het toestel automatisch
van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator
dooft.
14
Uw favoriete programmagenre opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken.
Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen
voor het later gemakkelijk opzoeken onder de
cijfertoetsen vastleggen.
Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen
de volgende zes programmagenres achter de
cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres.
Zie bladzijde 16 voor een uitleg over het zoeken
van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op TP PTY in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt.
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minimaal 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
“MEMO” en het PTY voorkeurnummer
worden afwisselend op het display getoond.
4
Druk weer op TP PTY.
NEDERLANDS
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
15
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op TP PTY en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt terwijl
u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
OF
NEDERLANDS
Bijv: Met “ROCK M” gekozen.
3
Druk op ¢ of 4 om het
PTY-zoeken naar uw gewenste
programma te starten.
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-zenders is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die u
hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er
op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt
hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van
de klok mee en selecteer “ON”.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
• Als er een station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet
goed.
16
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de
vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
De weergave op de display wijzigen
terwijl u naar een FM-zender luistert
Wat er als eerste op de display wordt
weergegeven wanneer u naar een FM-station
luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem,
kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke
weergave desgewenst wijzigen in de
stationsnaam (PS NAME), de frequentie van het
ontvangen station (FREQ).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TU DISP (weergavemodus van de tuner)” te
selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te selecteren (“PS NAME” of
“FREQ”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op DISP (display) te drukken kunt u de
weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar
een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de
volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
• Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby-ontvangst
van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOL (volume)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te selecteren.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid
is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan
de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het
RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te selecteren.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok
nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf
met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt
gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op
hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
de taal van het land of gebied
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
18
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Een CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
Opmerking:
Wees voorzichtig met CD’s wanneer u een extern
component met de AUX aansluiting op het
bedieningspaneel heeft verbonden.
2
Plaats een disc in de lade.
De eenheid gaat aan,
pakt een CD en begint
automatisch te spelen.
3
Sluit het besturingspaneel met de
hand.
De indicator CD gaat aan.
Totale afspeeltijd
van de CD die in de
CD-lade is geplaatst
Opmerkingen:
• Met reeds een disc in de lade geplaatst, zal de CDweergave starten wanneer u “CD” als bron kiest.
• De disc wordt automatisch uitgeworpen (als het
bedieningspaneel is geopend) indien u de disc
ondersteboven heeft geplaatst. “PLEASE” en
“EJECT” worden afwisselend getoond indien het
bedieningspaneel is gesloten.
• Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt
het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de CD
uit de laadopening naar voren komt).
Bij het later weer kiezen van “CD” als bron, zal de
CD-weergave starten vanaf het punt waar u
hiervoor was gestopt.
Totaal aantal
muziekstukken op de
CD die in de CD-lade
is geplaatst
Huidige muziekstukVerstreken afspeeltijd
De bronaanduiding verandert
naar de tijd van de klok indien
“CLOCK” op “ON” is gesteld.
(Zie bladzijde 27).
NEDERLANDS
19
Stoppen met afspelen en de CD terug laten
springen
Druk op 0.
De CD stopt met spelen, het bedieningspaneel
gaat open en de CD wordt automatisch uit de
lade vrijgegeven. Als u tijdens het afspelen van
de CD overschakelt wordt het afspelen van de
CD eveneens beëindigd (deze keer zonder dat
de CD wordt vrijgegeven).
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15
seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de
CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst,
zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet
automatisch met afspelen begonnen).
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen
wanneer het apparaat is uitgezet.
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald
muziekstuk hoort, om het afspelen van dat
muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6
te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12
te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Afspeelmodus selecteren
Een muziekstuk of een
bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit of
NEDERLANDS
achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van
een CD op ¢ en houd
deze toets ingedrukt om het
muziekstuk versneld vooruit
af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van
een CD op 4 en houd
deze toets ingedrukt om het
muziekstuk achteruit af te
spelen.
Naar het volgende of vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van
een CD kort op ¢ om
naar het begin van het
volgende muziekstuk te gaan.
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt,
wordt het begin van het
eerstvolgende muziekstuk
gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van
een CD kort op 4 om
naar het begin van het
huidige muziekstuk te gaan.
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt,
wordt het begin van het
vorige muziekstuk gezocht
20
en afgespeeld.
Muziekstukken in willekeurige volgorde
afspelen (Random Play)
U kunt alle muziekstukken van de CD in
willekeurige volgorde afspelen.
1 Druk op de toets MODE om de
functiemodus te activeren terwijl u
een CD afspeelt.
“MODE” verschijnt onder op het
display en de cijfertoetsen werken
nu als andere functietoetsen.
2 Druk op RND (random), terwijl
“MODE” nog op het display wordt
getoond zodat de indicator RND
op het display oplicht.
Vervolgens zal elke keer wanneer
u op de toets RND (random) drukt,
de willekeurige afspeelmodus voor
worden in- of uitgeschakeld.
De indicator RND
Wanneer de Random Play-modus wordt
aangezet, zal op het display de indicator RND
oplichten en worden de muziekstukken in
willekeurige volgorde afgespeeld.
U kunt het huidige muziekstuk meerdere keren
afspelen.
1 Druk op de toets MODE om de
functiemodus te activeren terwijl u
een CD afspeelt.
“MODE” verschijnt onder op het
display en de cijfertoetsen werken
nu als andere functietoetsen.
2 Druk op RPT (repeat), terwijl
“MODE” nog op het display wordt
getoond zodat de indicator RPT op
het display oplicht.
Vervolgens zal elke keer wanneer
u op de toets RPT (repeat) drukt,
de herhaald afspeelmodus voor
CD’s worden in- of uitgeschakeld.
Nummer van het muziekstuk
dat wordt afgespeeld
De indicator RPT
Wanneer de Repeat Play-modus wordt aangezet,
zal op het display de RPT-indicator oplichten.
Voorkomen dat de CD
terugspringt
De tekst van een CD met CD
Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen
zoals de titel van de CD, de naam van de
uitvoerende artiest en de titel van de tracks.
Het is mogelijk om deze informatie op de display
weer te geven.
Selecteer tijdens het afspelen van een
CD met CD Text de afspeelmodus die
tekst kan weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
verandert u de display als volgt:
Titel van de CD / Artiest
NEDERLANDS
Titel van het muziekstuk
Nummer huidige track en
verstreken speeltijd
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt
door deze in de lade te vergrendelen.
Druk op de CD CD-CH (AUX) en
tegelijkertijd minimaal 2 seconden op
de
De vermelding “NO EJECT” knippert gedurende
5 seconden op de display. De CD is nu
vergrendeld en kan niet meer uit de CD-lade
terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de CDlade wilt opheffen, drukt u nogmaals gedurende
minimaal 2 seconden op de terwijl u
tegelijk op de CD CD-CH drukt.
“EJECT OK” gaat gedurende 5 seconden
knipperen op de display. De CD is ontgrendeld.
.
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 8 tekens tegelijk
worden weergegeven. Als de informatie uit meer dan
8 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van
rechts naar links over de display. Zie ook de
paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren
– SCROLL” op bladzijde 28.
Bepaalde tekens of symbolen worden niet afgebeeld
(blanco) op de display.
(B.v. “ABCå!d#” ] “ABCA D ”)
• Wanneer u op DISP (display) drukt terwijl u naar
een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding
“NO NAME” op de display voor de titel/artiest van
de CD en de titel van het muziekstuk.
21
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
1
Selecteer de onderdelen die u wilt
aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt de aanpasbare
tijd als volgt gewijzigd:
BAS
(bas)
VOL
(volume)
IndicatieDoel:Bereik
BASBastonen–06 (min.)
TRETreble–06 (min.)
NEDERLANDS
FAD*Evenwicht tussenR06
BALEvenwicht tussen
LOUDDe lage en hoge
WOOFERHet uitvoerniveau
(uitsluitendvan de subwoofer
voor deaanpassen.
KD-SX992R)
tonen worden
versterkt voor een
goed gebalanceerd
geluid bij
weergave met
een laag volume.
aanpassen. |
(faden)
WOOFER
FAD
+06 (max.)
+06 (max.)
(Allen voorin)
L06 (Allen links)
R06 (Allen links)
LOUD ON
|
LOUD OFF
0 (min.)
|
8 (max.)
50 (max.)
BAL
(balans)
LOUD
(loudness)
|
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
Het patroon op de indicator
voor de equalizer verandert
wanneer u de weergave van
lage of hoge tonen aanpast.
Opmerking:
Standaard wordt met de toets bedieningsschijf het
volume afgesteld. Het is dus niet nodig om eerst de
vermelding “VOL” te selecteren als u het volume wilt
aanpassen.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u
FAD op “00” zetten.
22
Kiezen van vastgelegde
geluidsfuncties
(C-EQ: custom equalizer)
U kunt een van de reeds vastgelegde
geluidsfuncties (C-EQ: custom equalizer) kiezen
die bij de af te spelen muziek past.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op MODE.
“MODE” verschijnt onder op het
display en de cijfertoetsen werken
nu als andere functietoetsen.
2
Druk op EQ (equalizer) terwijl
“MODE” nog op het display wordt
getoond.
De laatst gekozen geluidsfunctie
wordt opgeroepen en voor de
ingestelde bron gebruikt.
De indicator voor de geluidsmodus knippert.
Bijv.: Indien u hiervoor “USER” had gekozen.
3
Selecteer de gewenste geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, verandert u de
geluidsmodus als volgt:
USER
De indicator voor de
geluidsmodus knippert.
Bijv.: Als u “ROCK” kiest.
ROCK
CLASSIC
POPSHIP HOPJAZZ
IndicatieVoor:Vastgestelde waarden
BASTRELOUD
USER(Neutraal0000OFF
geluid)
ROCKRock of+03+01ON
disco muziek
CLASSIC Klassieke+01–02OFF
muziek
POPSPopulaire+04+01OFF
muziek
HIP HOP Funk of+0200ON
Rap muziek
JAZZJazz muziek+02+03OFF
Opmerking:
U kunt iedere geluidsmodus naar wens instellen en
vervolgens in het geheugen vastleggen.
Zie “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op
bladzijde 24 voor details aangaande het instellen en
vastleggen van de oorspronkelijke geluidsmodus.
Afzonderlijk vastleggen van een
geluidsmodus voor iedere
weergavebron (C-EQ Link)
U kunt voor een bron een geluidsfunctie kiezen
en in het geheugen vastleggen. Deze geluidsfunctie
wordt vervolgens iedere keer bij het kiezen van
deze bron opgeroepen en de overeenkomende
aanduiding verschijnt op het display.
U kunt een geluidsfunctie voor iedere volgende
bron vastleggen — FM1, FM2, FM3, AM, CD en
externe componenten.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“CEQ LINK” (Custom Equalizer Link) te
selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van
de klok mee en selecteer “LINK ON”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Voor het annuleren van C-EQ Link, moet u de
procedure herhalen, maar in stap 3 de
vermelding “LINK OFF” selecteren.
Opmerking:
Bij het veranderen van de “CEQ LINK” instelling, wor dt
de geluidsfunctie (C-EQ) automatisch naar “USER”.
NEDERLANDS
23
• Met “CEQ LINK” op “LINK ON” gesteld
De gekozen geluidsfunctie kan voor de huidige
bron in het geheugen worden vastgelegd.
Wanneer u later naar deze bron schakelt, zal
de daarvoor gekozen geluidsfunctie worden
opgeroepen en de aanduiding daarvan op het
display worden getoond. De C-EQ indicator
knippert tevens.
• Met “CEQ LINK” op “LINK OFF” gesteld
Het effect van de gekozen geluidsfunctie wordt
voor iedere bron gebruikt.
4
Selecteer de onderdelen die u wilt
aanpassen.
• Zie bladzijde 22 voor meer
informatie.
5
Pas het niveau aan.
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken
aan uw eigen wensen aan te passen en in het
geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op MODE.
NEDERLANDS
“MODE” verschijnt onder op
het display en de cijfertoetsen
werken nu als andere
functietoetsen.
2
Druk op EQ (equalizer) terwijl
“MODE” nog op het display wordt
getoond.
De laatst gekozen
geluidsfunctie wordt
opgeroepen en voor de
ingestelde bron gebruikt.
Om het niveau te verhogen.
Om het niveau te verlagen.
Het patroon op de indicator
voor de equalizer verandert
wanneer u de weergave van
lage of hoge tonen aanpast.
Bijv.: Als u “TRE” aanpast.
6
Herhaal stappen 4 en 5 voor het
instellen van andere onderdelen.
7
Herhaal dezelfde procedure als u
andere geluidsmodi wilt aanpassen.
De fabrieksinstellingen herstellen, herhaal de
procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U
vind deze in de tabel op deze bladzijde 23.
24
De indicator voor de
geluidsmodus knippert.
Bijv.: Indien u hiervoor “ROCK” had gekozen.
3
Selecteer de geluidsmodus die u wilt
aanpassen.
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(Zie bladzijde 26).
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display
wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
12
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
12
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de
eenheid is uitgeschakeld, drukt op DISP
(display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en
gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok
weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer
weer uitgeschakeld.
De algemene instellingen
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items
die op de volgende bladzijde staan vermeld te
wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijde 26).
2
Selecteer het item waarvan u de
instelling wilt wijzigen.
(Zie bladzijde 26).
NEDERLANDS
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
12
5
V oltooi de instelling.
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt
geselecteerd.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere
PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
25
Modus met voorkeursinstellingen PSM-onderdelen
132
Stel in...
Tegen de
wijzers
van
Selecteer...Houd.
CLOCK HInstellen van het uur
CLOCK MInstellen van de minuten
CEQ LINKIn geheugen vastgelegde
24H/12H24/12-uur aanduiding voor
AUTO ADJAutomatische instellen van
CLOCKWeergave van de klok
TU DISP
AF-REGAlternatieve frequentie/
PTY STBYPTY-standby
NEDERLANDS
geluidsfunctie
de klok
de klok
Weergavemodus van de tuner
Regionale ontvangst
de klok in
TerugVerder
TerugVerder
12H24H24H25
OFFONON17
OFFONON
FREQPS NAMEPS NAME17
AF
OFF
Met de
wijzers
van de
klok mee
AF REG
OFF*
29 programmatypen
(zie bladzijde18)
Fabrieksin-
stellingen
0:00
AF
OFF14
Zie
blz.
25
23, 27LINK ONLINK OFFLINK OFF
27
12
TA VOLVolume voor
P-SEARCHProgramme zoeken
DAB AF**Zoeken naar alternatieve
DAB VOL**DAB volume-instelling
LEVELNiveaudisplay
DIMMER***Dimmermodus
TELAudiodemping voor
BEEPPieptoon bij toetsbediening
SCROLLModus voor lopende tekst
EXT IN****Extern apparaat
AUX ADJAangepast niveau voor
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
*Niet instelbaar indien de DAB-tuner is aangesloten.
**Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten.
*** Uitsluitend voor de KD-SX992R.
**** Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en CD.
26
verkeersinformatie
frequenties
cellulaire telefoonsystemen
extern apparaat
VOL 00 — VOL 50VOL 2017
OFFONOFF
AF OFFAF ON
VOL –12 tot VOL 12
OFF
AUTOOFF
OFF
MUTING 2
OFF
ONCE
CHANGER
A.ADJ 00 – A.ADJ 05
AUDIO 1
AUDIO 2
ON
MUTING 1
OFF
LINE IN
ON
AUTO
AF ON
VOL 00
AUDIO 2
AUTO
OFF
ON
ONCE
CHANGER
A.ADJ 0028
16
36
36
27
27
28
28
28
28
Instellen van Custom Equalizer Link
– CEQ LINK
U kunt een verschillende geluidsfunctie (C-EQ)
voor iedere bron in het geheugen vastleggen. De
geluidsfunctie wordt automatisch verandert al
naar gelang de bron die u kiest.
Bij het verlaten van de fabriek is deze functie
geannuleerd.
• LINK ON:Verschillende geluidsfuncties voor
verschillende bronnen.
• LINK OFF: Dezelfde geluidsfunctie voor alle
bronnen.
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf bepalen welke niveau-indicator u op
de display wilt weergeven.
Bij het verlaten van de fabriek is deze standaard
ingesteld op “AUDIO 2”.
• AUDIO 1:Niveaumeter wordt van onder naar
boven verlicht.
• AUDIO 2:Beurtelings niveaumeter
(bewegend van beneden naar
boven) en verlichting.
• OFF:De indicator voor het
geluidsniveau verdwijnt.
Weergave van de klok selecteren – CLOCK
Het is mogelijk om de klok in het onderste deel
van de display weer te geven of juist niet weer te
geven wanneer de eenheid is ingeschakeld.
Bij het verlaten van de fabriek is de klok
standaard ingesteld om op de display te worden
weergegeven.
• ON:Weergave van de klok op de
display is ingeschakeld.
• OFF:Weergave van de klok op de
display is uitgeschakeld. In de
stand “OFF” verschijnt in plaats
van de tijd de naam van de
geselecteerde geluidsbron of van
het geselecteerde golfgebied
(behalve wanneer externe
apparaat als afspeelbron is
geselecteerd).
De instelling voor de dimmerfunctie
selecteren – DIMMER (uitsluitend voor de
KD-SX992R)
Bij het inschakelen van de koplampen van de
auto wordt de verlichting van de display
automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer).
Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto
Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
NEDERLANDS
• AUTO:De functie Auto Dimmer is
ingeschakeld.
• OFF:De functie Auto Dimmer is
uitgeschakeld.
• ON:De display wordt gedimd.
Opmerking:
Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze eenheid bij
bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij
voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer.
In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op
“ON” of “OFF” instellen.
27
Audiodemping voor mobiele
telefoongesprekken selecteren – TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem
dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”.
Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af
van de vraag welke instelling het geluid het beste
dempt.
Bij het verlaten van de fabriek is deze modus
standaard uitgeschakeld.
Het externe apparaat selecteren – EXT IN
Het externe apparaat kan met behulp van de
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op
de ingang van de CD-wisselaar worden
aangesloten.
Als u het externe apparaat via deze eenheid als
afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk
onderdeel – de CD-wisselaar of het externe
apparaat – u wilt gebruiken.
Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar
standaard als extern apparaat geselecteerd.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u
• OFF:Hiermee wordt de audiodemping
hiermee het geluid kunt dempen.
hiermee het geluid kunt dempen.
voor telefoongesprekken
uitgeschakeld.
Geluid bij het aanraken van de toetsen
in- en uitschakelen – BEEP
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het
NEDERLANDS
aanraken van de toetsen uit te schakelen als u
deze geluiden storend vindt.
Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor
het weergeven van geluid bij het aanraken van de
toetsen echter ingeschakeld.
• ON:Hiermee schakelt u het geluid bij
• OFF:Hiermee schakelt u het geluid bij
het aanraken van de toetsen in.
het aanraken van de toetsen uit.
De modus voor lopende tekst selecteren
– SCROLL
Wanneer de informatie van een CD uit meer dan
8 tekens bestaat, is het handig om dit als lopende
tekst op de display weer te geven.
Deze functie wordt Scroll Mode genoemd.
Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie
standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor
informatie éénmaal als lopende tekst op de
display wordt weergegeven.
• LINE IN:Voor een ander apparaat dan de
CD-wisselaar.
• CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57
Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan
in de handleiding voor installatie/aansluiting (apart
boekje).
Instellen van het ingangsniveau voor de
aux-ingang – AUX ADJ
Stel het aux-ingangsniveau juist in indien u een
component met de AUX ingangsaansluiting heeft
verbonden.
Bij het verlaten van de fabriek is het AUX
ingangsniveau op “00” gesteld.
Indien het niveau van het aangesloten
component niet hoog genoeg is, moet u het
ingangsniveau juist verhogen. Wanneer het
lijningangsniveau niet juist is ingesteld, wordt er
mogelijk geluid met hoog volume uitgestuurd
wanneer u van een extern component naar een
andere bron overschakelt.
• ONCE:De lopende tekst wordt slechts één
• AUTO:De lopende tekst wordt nóg een
• OFF:De functie Scroll Mode staat uit.
keer weergegeven.
keer weergegeven (met
tussenpozen van 5 seconden).
28
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel
verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet
u er zeker van zijn dat de spanning is
uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel iets
omhoog en trek naar u toe van het
apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer
op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de rechterkant van het
bedieningspaneel in de uitsparing
op de houder.
2
Druk op de linkerkant van het
bedieningspaneel totdat dit in de
houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder goed
gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met
een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
NEDERLANDS
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Connectors
29
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te
maken van de CH-X-serie.
Als u een andere automatische CD-wisselaar in
uw bezit hebt, raden we u aan contact op te
nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires
voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv. Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie
hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze
met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te
gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
NEDERLANDS
CD-wisselaar zijn geleverd.
CD’s afspelen
Selecteer de automatische CD-wisselaar
(CD-CH).
CD
* U kunt de CD-wisselaar niet kiezen indien u “EXT
IN” op “LINE IN” heeft gesteld (zie bladzijde 28).
Het afspelen begint bij de eerste muziekstuk van
de eerste CD.
Alle muziekstuks van alle CD’s w orden afgespeeld.
Verstreken afspeeltijd
** Als voor “CLOCK” de instelling “ON” is
gekozen (zie bladzijde 27), wordt het CDnummer vervangen door de tijd.
Nummer van het muziekstuk
30
CD-CH
CD-nummer**
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD CD-CH (AUX) drukt, wordt
automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet
op te drukken om de spanning in te
schakelen.
Het muziekstuk versneld vooruit of
achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen
van een CD op ¢ en
houd deze toets ingedrukt
om het muziekstuk versneld
vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen
van een CD op 4 en
houd deze toets ingedrukt
om het muziekstuk achteruit
af te spelen.
*
Naar het volgende of vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van
een CD kort op ¢ om
naar het begin van het
volgende muziekstuk te gaan.
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt,
wordt het begin van het
eerstvolgende muziekstuk
gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen
van een CD kort op 4
om naar het begin van het
huidige muziekstuk te gaan.
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt,
wordt het begin van het
vorige muziekstuk gezocht
en afgespeeld.
Naar het volgende of vorige disc gaan
Druk tijdens weergave van
een disc op 5 om naar de
volgende disc te gaan.
Door iedere volgende druk
op de toets, wordt het
eerste fragment van de
volgende disc opgezocht
en vervolgens afgespeeld.
Druk tijdens weergave van een disc op ∞ om
naar de voorgaande disc te gaan. Door iedere
volgende druk op de toets, wordt het eerste
fragment van de voorgaande disc opgezocht
en vervolgens afgespeeld.
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het
nummer van de CD om het afspelen te laten
beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
• Nummer 1 – 6 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Verstreken afspeeltijd
** Als voor “CLOCK” de instelling “ON” is
gekozen (zie bladzijde 27), wordt het CDnummer vervangen door de tijd.
Nummer van het muziekstuk
CD-nummer**
De tekst van een CD met CD Text weergeven
U kunt alleen informatie van CD’s met CD Text
weergeven wanneer er een automatisch CDwisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust
met de mogelijkheid om CD Text te lezen.
Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD
Text weergeven” op bladzijde 21 voor meer
informatie.
Afspeelmodus selecteren
Muziekstukken in willekeurige volgorde
afspelen (Random Play)
1 Druk op de toets MODE om de
functiemodus te activeren terwijl u
een CD afspeelt.
“MODE” verschijnt onder op het
display en de cijfertoetsen werken
nu als andere functietoetsen.
2 Druk op RND (random), terwijl
“MODE” nog op het display wordt
getoond zodat de indicator RND op
het display oplicht.
Vervolgens zal elke keer wanneer u
op de toets RND (random) drukt,
verandert de weergave op de
display en wel als volgt:
functiemodus te activeren terwijl u
een CD afspeelt.
“MODE” verschijnt onder op het
display en de cijfertoetsen werken
nu als andere functietoetsen.
2 Druk op RPT (repeat), terwijl
“MODE” nog op het display wordt
getoond zodat de indicator RPT op
het display oplicht.
Vervolgens zal elke keer wanneer u
op de toets RPT (repeat) drukt,
verandert de weergave op de
display en wel als volgt:
ModusHerhaling van...
RPT1Licht opHet spelende (of
RPT2KnippertAlle fragmenten van de
RPTindicator
Afspelen in
willekeurige volgorde
de huidige CD, daarna
de muziekstukken van de
volgende CD enzovoorts.
alle CD’s in de CD-houder.
RPT1RPT2
Uit, geen aanduiding
ingestelde) fragment.
spelende (of ingestelde)
disc.
NEDERLANDS
31
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN
Draagbare MD-speler, etc.
AUX aansluiting
Externe apparatuur afspelen
U kunt twee externe componenten op dit toestel
aansluiten.
Verbind het ene component met de CDwisselaaraansluiting op het achterpaneel met
gebruik van de lijningangsadapter KS-U57 (niet
bijgeleverd), en het andere component met de
AUX (aux) ingang op het bedieningspaneel.
Voorbereiding:
• Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de
KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat
NEDERLANDS
treft u aan in de handleiding voor installatie/
aansluiting (apart boekje).
• Alvorens u het externe apparaat volgens de
onderstaande instructies gaat bedienen, moet u
ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt
geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het externe
apparaat selecteren – EXT IN” op bladzijde 28).
• Indien het ingangsniveau van het met de AUX
aansluiting verbonden externe component niet hoog
genoeg is, moet u het ingangsniveau verhogen.
(Instellen van het ingangsniveau voor de auxingang – AUX ADJ” op bladzijde 28).
1
Selecteer het externe apparaat (LINE
IN of AUX IN).
Voor het selecteer van “LINE IN”
(component dat met de CDwisselaaraansluiting op het achterpaneel
is verbonden), moet u herhaaldelijk op CD
CD-CH (AUX) drukken.
• Als de vermelding “LINE IN” niet op de display
verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 28.
Selecteer in zo’n geval de externe ingang
(“LINE IN”).
• Wordt alleen weergegeven indien een van de
volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM,
AM en CD.
Voor het selecteren van “AUX IN” (component
dat met de AUX aansluiting op het
bedieningspaneel is verbonden), houdt u CD
CD-CH (AUX) ingedrukt.
2
Schakel het aangesloten apparaat
aan en start het afspelen van de
afspeelbron.
3
Stel het volume.
32
CD
LINE IN
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 22 – 24).
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD CD-CH (AUX) drukt, wordt
automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op
te drukken om de spanning in te schakelen.
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
We raden u aan om in combinatie met deze
eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in autoaccessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner
werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale
radiozendsystemen die momenteel in gebruik
zijn. Met deze technologie is het mogelijk
CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit
zonder storingen en signaalvervorming.
U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en
gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij
elk programma op een aparte frequentie
wordt uitgezonden, worden bij DAB
verschillende programma’s (die “services”
worden genoemd) met elkaar gecombineerd
tot een “ensemble”. Alleen wanneer u een
DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u
van deze DAB-services gebruik maken.
Voorbereiding:
Verhoog het niveau juist indien het ingangsniveau van
de DAB-tuner niet hoog genoeg is. (Zie “DAB VOL”
op bladzijde 36).
Afstemmen op een ensemble
en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer
programma’s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op DAB (FM AM) als het CD, de
CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en houdt,
wordt de DAB-tuner of de
FM AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op
de toets drukt, verandert u
de DAB-band als volgt:
DAB1DAB2DAB3
(D1)(D2)(D3)
NEDERLANDS
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DABbanden (DAB1, DAB2 en DAB3). U kunt met
elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
33
3
Naam van de service
Kanaalnummer
Naam van het ensemble
Frequentie
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢ afstemmen
op een ensemble met een
hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen
op een ensemble met een
lagere frequentie.
Wanneer een ensemble wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u
het zoeken wilt stoppen voordat op een
ensemble is afgestemd.
4
Selecteer de service waarnaar u wilt
luisteren.
Druk op 5 (hoger) als u de
volgende service wilt
NEDERLANDS
selecteren.
Druk op ∞ (lager) als u de
vorige service wilt
selecteren.
De informatie op de display wijzigen
wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de
display weergegeven.
Druk op DISP (display) als u andere informatie
op de display wilt weergev en.
Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, verschijnt de volgende
informatie gedurende een korte tijd
in het bovenste gedeelte van de
display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald
ensemble:
1 Druk op DAB (FM AM) en houd om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op DAB (FM AM) om de
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1,
DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot u
het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen tot u de toets weer
loslaat.
34
Terugkeren naar de FM AM-tuner
Druk nogmaals op DAB (FM AM) en houd deze.
DAB-frequenties in het
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke
DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in
het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en houdt,
wordt de DAB-tuner of de
FM AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op
de toets drukt, verandert u
de DAB-band als volgt:
DAB1DAB2DAB3
(D1)(D2)(D3)
3
Stem af op het ensemble van uw
keuze.
5
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u
de geselecteerde service wilt
opslaan en houd deze toets
gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt.
De geselecteerde band of het
geselecteerde voorkeuzenummer en
de vermelding “MEMO” (geheugen)
verschijnt korte tijd beurtelings op de
display.
6
Herhaal de bovenstaande procedure
als u nog andere DAB-services
achter voorkeuzetoetsen wilt
opslaan.
NEDERLANDS
4
Selecteer de service van het
ensemble.
Druk op 5 (hoger) als u de
volgende service wilt
selecteren.
Druk op ∞ (lager) als u de
vorige service wilt
selecteren.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het
geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het
geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het
geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld
wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt,
zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
35
Afstemmen op een
opgeslagen DAB-service
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde
DAB-service afstemmen.
Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services
in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 35
als u nog geen services hebt opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en houdt,
wordt de DAB-tuner of de
FM AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB1DAB2DAB3
NEDERLANDS
3
(D1)(D2)(D3)
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6)
voor de DAB-service die u wilt
beluisteren.
Wat u nog meer met DAB
kunt doen
Hetzelfde programma automatisch volgen
(alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te
blijven luisteren.
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet
kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch
afstemmen op een ander ensemble of een FM
RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
• Terwijl u een FM RDS-station ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service
hetzelfde programma uitzendt als een FM
RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch
op de DAB-service af.
36
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom
kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam
toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of
afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar
met de aansturing bij de zender.
Stel het ingangsniveau van de DAB-tuner juist in om dit
te voorkomen (zie hieronder).
Instellen van het DAB volumeniveau
U kunt het ingangsniveau van de DAB tuner
instellen en in het geheugen vastleggen. Wanneer
het ingangsniveau eenmaal juist in overeenstemming
met het FM geluidsniveau ingesteld is, hoeft u het
volumeniveau niet iedere keer bij het veranderen
van bron opnieuw in te stellen.
Bij het verlaten van de fabriek is het DAB
volumeniveau op “00” gesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢
“DAB VOL (volume)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te selecteren.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“–12” tot “12”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
of 4 om de vermelding
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle
alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 25.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢
“DAB AF (alternatieve frequentie)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf de gewenste modus
te selecteren.
• AF ON: Het programma wordt gevolgd tussen
• AF OFF: Alternatiev e ontvangst is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is
ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie
ingeschakeld (zie bladzijde 12 voor RDS-zenders).
De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschak eld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
of 4 om de vermelding
het aanbod van DAB-services en FM
RDS-zenders
— alternatieve ontvangst. De indicator
AF op de display licht op (zie
bladzijde 12).
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
• De vermelding “NO DISC”
verschijnt op de display.
• CD kan niet worden
afgespeeld.
• De CD-laat zich niet
uitwerpen.
• CD-R/CD-RW kan niet
worden afgespeeld.
• Overslaan van fragmenten
van de CD-R/CD-RW is niet
mogelijk.
• De vermelding “RESET1”
– “RESET 7” verschijnt op de
display.
• De vermelding “RESET 8”
verschijnt op de display.
• Het apparaat werkt helemaal
niet.
• De CD-wisselaar werkt niet.
Oorzaken
De geluidsknop is op de laagste
stand gezet.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Er is geen CD geplaatst.
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
De inhoud van de CD is niet
geschikt voor deze eenheid.
De CD-lade is vergrendeld.
De CD-R/CD-RW is niet
afgerond (“finalized”).
Het apparaat is niet op de juiste
manier met de CD-wisselaar
verbonden.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer niet
goed ten gevolge van lawaai,
enzovoorts.
Oplossingen
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Sla de stations handmatig op.
Zorg dat de antenne stevig vast
zit.
Stop de discweergave wanneer
u over zeer slechte wegen rijdt.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Plaats de CD op de
gebruikelijke manier.
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
Gebruik een andere CD.
Hef de vergrendeling van de
CD-lade op (zie bladzijde 21).
Plaats een afgeronde CD-R/CDRW of rond de CD-R/CD-RW
met de voor opname gebruikte
apparatuur af.
Druk op de Reset-toets van de
CD-wisselaar.
V erbind het appar aat en de
CD-wisselaar op de juiste manier
met elkaar en druk op de Resettoets van de CD-wisselaar.
Druk de reset-knop in op het
kale frame van de eenheid.
(De instellingen van de klok en
voorkeurzenders in het
geheugen worden gewist).
(Zie bladzijde 2).
NEDERLANDS
37
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Dit toestel is ontworpen voor weergave van CD’s,
CD-R’s en CD-RW’s.
• U kunt tevens een CD Tekst afspelen.
• Er kunnen geen MP3-bestanden op deze
eenheid worden afgespeeld.
De manier waarop u
met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit
het opbergdoosje haalt,
moet u het rondje in het
midden van de doos
naar beneden duwen
en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan
de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom
niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan
zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte
vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
NEDERLANDS
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd
worden weergegeven als
de CD vuil is. Als een CD
vuil wordt, moet u hem
afvegen met een zachte
doek door de doek in een
rechte lijn van het midden naar de
rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s
hebben oneffenheden
langs de binnen- of
buitenrand. Soms worden
dergelijke CD’s door het
apparaat geweigerd.
U kunt deze oneffenheden
verwijderen door de randen glad te wrijven met
een potlood, ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige
wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen
wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
Rondje in het midden
Condensvorming
In de volgende gevallen w ordt er mogelijk
condens op de lens in het toestel gevormd:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Het toestel werkt dan mogelijk niet juist. In dat
geval moet u de CD uit de CD-lade halen en
moet u het apparaat een paar uur aan laten
staan totdat het vocht is verdampt.
Als u een CD-R of CD-RW afspeelt
Het is mogelijk om uw originele CD-R’s en CDRW’s met opnames in de audio-CD-indeling af te
spelen. Afspelen is misschien niet mogelijk bij
bepaalde, heel specifieke opnamekenmerken of omstandigheden.
• Zelfgemaakte CD-R’s (Recordable) en CDRW’s (Rewritable) kunnen alleen worden
afgespeeld als de eindbewerking “finalized”
heeft plaatsgevonden.
• Lees alvorens een CD-R’s of CD-RW’s af te
spelen eerst de bij de disk meegeleverde
instructies aandachtig door.
• Bepaalde CD-R’s en CD-RW’s kunnen
mogelijk niet op deze eenheid worden
afgespeeld vanwege een heel specifieke
opnamemethode, vuil op beschadigingen op
de disk of een vuiltje op de lens.
• CD-R’s en CD-RW’s zijn uiterst gevoelig voor
hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Laat
geen disks in uw auto achter.
• Voor CD-RW’s is soms een langere leestijd
nodig.
(Dit heeft te maken met het feit dat de
weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van
CD’s).
LET OP:
• Plaats geen 8 cm CD’s (CD-singles) in de CDlade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm
(bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal
problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een
andere warmtebron en leg ze niet neer op
plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om
CD’s te reinigen.
38
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin:50 W per kanaal
Achterin: 50 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin:19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Regelbereik tonen:
Bass:±11 dB bij 100 Hz
Treble:±11 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Extra ingang: (stereo-ministekker van
(halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,4 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz): 65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[AM-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
39
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
JVC
0102KKSMDTJEIN
KD-SX992R/KD-SX921R
Installation/Connection Manual
Einbau/Anschlußanleitung
Manuel d’installation/raccordement
Handleiding voor installatie/aansluiting
GET0072-003A
[E/EX]
0102KKSMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION
(IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration shows a typical installation.
However , you should mak e adjustments corresponding
to your specific car. If you ha ve any questions or require
information regarding installation kits, consult your JVC
IN-CAR ENTERTAINMENT dealer or a company
supplying kits.
1
Before mounting: Press (Control Panel
Release button) to detach the control panel if
already attached.
* When shipped from the factory, the control panel
is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the sleeve
locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful not
to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and the
sleeve, as illustrated, to disengage the sleeve
locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future
use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard.
* After the sleeve is correctly installed into the
dashboard, bend the appropriate tabs to hold the
sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s body
and place the rubber cushion over the end of the
bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is locked.
8
Attach the trim plate.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen Anlagen
mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung ausgelegt.
EINBAU
(IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen Einbau.
Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem jeweiligen
Auto Anpassungen vornehmen. Bei irgendwelchen
Fragen oder wenn Sie Informationen hinsichtlich des
Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler oder ein Unternehmen das diese
Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe der
Bedienungsblende), um die Arretierung der
Bedienungsblende zu lösen, sofern diese bereits
angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die
Bedienungsblende im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der
Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf
achten, daß die Sicherung auf der Rückseite nicht
beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die
Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für künftigen
Gebrauch nach dem Einbau des Geräts
aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen.
* Nach dem korrekten Einbau der Halterung im
Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel
umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu
sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des
Gerätekörpers befestigen und das Ende der
Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen
Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es einrastet.
8
Befestigen Sie die Frontrahmen in der Form, daß der
Fortsatz der Frontrahmen auf der linken Seite des
Geräts befestigt wird.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
•
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources
de courant continu de 12 V à masse NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE
DANS LE TABLEAU DE BORD)
•
L’illustration suivante est un exemple d’installation
typique. Cependant, vous devez faire les ajustements
correspondant à votre voiture particulière. Si vous av ez
des questions ou avez besoin d’information sur des
kits d’installation, consulter votre revendeur
d’autoradios JVC ou une compagnie
d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
panneau de commande) pour éventeullement détacher
le panneau de commande.
* Lorsque ce panneau de commande sor t d’usine, il
est rangé dans un étui de transport.
2 Retirer la plaque d’assemblage.
3 Libérer les verrous du manchon et retirer le manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
verticale, faire attention de ne pas endommager
le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le manchon
comme indiqué pour désengagé les verrous de
manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
une utilisation ultérieur, après l’installation de
l’appareil.
4 Installer le manchon dans le tableau de bord.
* Après installation correcte du manchon dans le
tableau de bord, plier les bonnes pattes pour
maintenir fermement le manchon en place, comme
montré.
5 Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps
de l’appareil puis passer l’amortisseur en caoutchouc
sur l’extrémité du boulon.
6 Réalisez les connexions électriques.
7 Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à ce
qu’il soit verrouillé.
8 Attachez la plaque d’assemblage de façon que la
projection de la plaque d’assemblage soit fixée sur le
côté gauche de l’appareil.
9 Remonter le panneau de commande.
Appuyer sur (déblocage du
Lorsque vous mettez l’appareil à la
S’assurer de garder les poignées pour
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN
HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie,
normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de
installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw
eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden
over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio
dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
Voordat u aan de montage van het apparaat
1
begint: Druk op
als u het bedieningspaneel wilt loskoppelen indien dit aan
de eenheid is vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het verlaten
van de fabriek los verpakt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop zet,
moet u erop letten dat u de zekering aan de achterkant
niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat
hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt
gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard is
geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig
op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het
apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van
de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig de sierplaat zodanig dat het uitstekende deel van
de plaat aan de linkerkant van de eenheid vast komt te
zitten.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
(het bedieningspaneel vrijgeven)
1
3
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Control panel
Schalttefel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
V ergrendelingsplaat
2
Control panel
Schalttefel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
9
8
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
7
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
4
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
*
184 mm
53 mm
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
See “ELECTRICAL
CONNECTIONS.”
6
Siehe „ELEKTRISCHE
ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous
“RACCORDEMENTS
ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE
VERBINDINGEN”.
TROUBLESHOOTING
• The fuse blows.
* Are the red and black leads connected correctly?
• Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
• No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
• Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded in
common?
• Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded in
common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
*
Les fils rouge et noir sont-ils racordés correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-elles
mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-elles
mises ensemble à la masse?
1
PROBLEMEN OPLOSSEN
• De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
• De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
• Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
• Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Bracket*
Konsole*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are
used, they could damage the unit.
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden.
Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Remarque:
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de
6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere
schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear
section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown.
Then, while gently pulling the handles away
from each other, slide out the unit. (Be sure
to keep the handles after installing it.)
1
Control panel
Schalttefel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit.
After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttefel
Etui de transport/Panneau de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil
freigeben.
1
Die Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken.
Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen
und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem
Gerät geliefert.
Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Retrait de l’appareil
•
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les deux poignées dans les fentes,
comme montré. Puis , tout en tirant doucement
les poignées écartées, faire glisser l’appareil
pour le sortir.
(S’assurer de conserver les
poignées après l’installation de l’appareil.)
32
Liste des pièces pour l’installation et
raccordement
Les pièces suivantes sont fournies av ec cet appareil.
Après vérification, veuillez les placer correctement.
ONLY FOR KD-SX992R
NUR FÜR KD-SX992R
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
SEULEMENT POUR LE KD-SX992R
ALLEEN VOOR KD-SX992R
Verwijderen van het apparaat
• Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna
duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat
naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u
het apparaat hebt geïnstalleerd!)
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij
installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd.
Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Battery
Batterie
Pile
Batterij
Remote controller
Fernbedienung
Télécommande
Afstandsbediening
CR2025
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you
disconnect the battery’s negative terminal and make
all electrical connections before installing the unit. If
you are not sure how to install this unit correctly , ha ve
it installed by a qualified technician.
Note:
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems. If your
vehicle does not have this system, a voltage inverter
is required, which can be purchased at JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If
the fuse blows frequently , consult y our JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem...
This unit incorporates a noise filter in the power
circuit. Ho wever , with some vehicles, clic king or other
unwanted noise may occur . If this happens, connect
the unit’s rear ground terminal (see connection
diagram) to the car’s chassis using shorter and
thicker cords, such as copper braiding or gauge wire .
If noise still persists, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be no more
than 50 W at the rear and 50 W at the front, with an
impedance of 4 Ω to 8 Ω.
• Be sure to ground this unit to the car’ s chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful
not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir,
daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen
und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor
das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den
richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie
es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis:
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der
bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden
Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung häufig
durch, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem...
Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei
manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken oder
andere unerwünschte Störgeräusche auftreten.
Sollte das der Fall sein, die hintereErdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des
Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen,
dabei kürzere und dickere Kabel wie beispielsweise
Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht verwenden.
Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden Sie sich an
Ihren JVC Autoradiohändler.
• Maximale Eingangsleistung der Lautsprecher nicht
sein sollte mehr als 50 W hinten und 50 W vorne
sein, mit einer Impedanz von 4 Ω bis 8 Ω.
• Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr
heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das
Abstrahlblech nicht zu berühren.
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous
recommandons de débrancher la borne négative de
la batterie et d’effectuer tous les raccordements
électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est
pas sûr de pouvoir installer correctement cet appareil,
le faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de
tension, que vous pouvez acheter chez un rev endeur
d’autoradios JVC.
•
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée.
Si le fusible saute souvent, consulter votre
revendeur d’autoradios JVC.
•
Si le bruit est un problème...
Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le
circuit d’alimentation. Cependant, avec certains
véhicules, quelques claquements ou autres bruits
non désirés risquent de se produire. Si cela arriv e,
raccorder la
au châssis de la voiture (voir le diagramme de
raccordement) en utiliscant des cordons les plus
gros et les plus courts possibles telle qu’une barre
de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste,
consulter votre revendeur d’autoradios JVC.
•
La puisscance admissible des enceites devrait
n’être pas plus qu’ c 50 W à l’arr ière et à 50 W
l’avant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de
cet appareil au châssis de la voiture.
•
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après
usage. Faire attention de ne pas le toucher en
retirant cet appareil.
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
borne arrière de masse
12 V à masse
de l’appareil
4 Ω à 8 Ω
.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de
minpool van de accu los te maken en alle elektrische
verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in
de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat
moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe
gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 V gelijkstroom met negatieveaarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk
systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument
kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het
aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat,
moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt…
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd
geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of
andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt,
moet u de massaklem aan de achterkant (zie
aansluitingsschema) aan het chassis van de auto
vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel,
zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet
verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio
dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet
achterin niet meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met
een impedantie van 4 Ω tot 8 Ω.
• Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van
een aardkabel is verbonden met het chassis van
de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden.
Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat
van zijn plaats haalt.
Before connecting: Check the wiring in the vehicle
carefully. Incorrect connection may cause serious
damage to this unit. The leads of the power and those
of the connector from the car body may be different in
colour.
1
Connect the colored leads of the power cord to the
car battery, speak ers and power aerial (if any) in the
following sequence.
1 Black: ground
2 Yellow: to car battery (constant 12 V)
3 Red: to an accessory terminal
4 Blue with white stripe: to automatic antenna
(250 mA max.)
5 Orange with white stripe: to car light control
switch (only for KD-SX992R)
6 Brown: to cellular phone system (For details,
refer to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
2
Connect the aerial cord.
3
Finally connect the wiring harness to the unit.
Note: If your vehicle does not have any accessory
terminal, move the fuse from the fuse position 1 (initial
position) to fuse position 2, and connect the red lead
(A7) to the positive (+) battery terminal.
• The yellow lead (A4) is not used in this case.
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug
sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können
ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen. Die Leiter des
Stromkabels und die Leiter des Anschlusses im
Fahrzeug können sich farblich unterscheiden.
1
Die farbigen Leitungen des
Spannunsgversorgungskabels an der
Autobatterie, den Lautsprechern und dem
Motorantenne (sofern vorhanden) in folgender
Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung
2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V)
3 Rot: an Zubehöranschlußklemme
4 Blau mit weißem Streifen: an Motorantenne
(max. 250 mA)
5
Orange mit weißem Streifen: zum
Autolichtschalter (
6 Braun: an Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der
nur für KD-SX992R
)
Bedienungscanleitung des Mobiltelefons.)
7 Andere: an Lautsprecher
2
Das Antennenkabel anschließen.
3
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Hinweis: Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über eine
Zubehöranschlußklemme, die Sicherung von der 1.
Sicherungsposition (Erstposition) in die 2.
Sicherungsposition versetzen, die rote Leitung (A7)
an der (+) Batterieanschlußklemme anschließen.
• Die gelbe Leitung (A4) wird in diesem Fall nicht
verwendet.
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion
incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil.
Le fil du cordon D'alimentation et ceux des connecteurs
du châssis de la voiture peuvent être différent en
colouleur.
1 Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation
à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenne
automatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: a la masse
2
Jaune: a la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à la prise accessoire
4
Bleu avec bande blanche: à l’antenne
automatique (250 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur
d’éclairage de la voiture (seulement pour le
KD-SX992R)
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire
(Pour les détails, se référer aux instructions du
téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
2 Connectez le cordon d’antenne.
3 Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Remarque:
Si votre véhicule ne possède pas de borne
accessoire, déplacez le fusible de la position de fusible
1 (position originale) à la position de fusible 2 et
connectez le fil rouge (A7) à la borne positive (+) de la
batterie.
• Le fil jaune (A4) n’est pas utilisé dans ce cas.
vérifiez
NEDERLANDS
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen: moet u
de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan door
verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen. De draden van
het stroomsnoer verschillen mogelijk van kleur metde
aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in de hierna
genoemde volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers
en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde
2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V)
3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire
4 Blauw met witte streep: naar de antenne (Max. 250
mA)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor de
autoverlichting (alleen voor KD-SX992R)
6 Bruin: Naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees voor
meer informatie de instructies die bij de mobiele
telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een
aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1
(beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met
de pluspool (+) van de accu verbinden.
• In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
Fuse position 2
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A6
A2 A4A8
2. Sicherungsposition
Position de fusible 2
Zekering, stand 2
Fuse position 1
1. Sicherungsposition
Position de fusible 1
Zekering, stand 1
Rear ground terminal
Hintere
Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de
achterkant
Line out
(see diagram B )
Schutz kappen
Signalausgang
(siehe Schaltplan B )
Sortie de ligne
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
(voir le diagramme B )
Uitgang
(zie schema B )
To aerial
Zur Antenne
2
A l’antenne
Naar de antenne
*1: Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise
power cannot be turned on.
1
*
: Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des
Geräts vor dem Einbau, muß diese Leitung
angeschlossen werden, da sonst die
Stromversorgung nicht eingeschaltet werden kann.
*1: Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil
avant installation, ce fil doit être raccordé, sinon
l’appareil ne peut pas être mis sous tension.
*1: Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het
te installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit
niet het geval is, kan de stroom niet worden
ingeschakeld.
CD changer or another
external component
CD-Wechsler oder eine
andere externe Komponente
Changeur CD JVC ou autre
appareil extérieur
CD-wisselaar of een ander
extern apparaat
3
1
B115B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A6
A2 A4A8
Black
Schwarz
Noir
Zwart
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
1
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange mit weißem Streifen
Orange avec bande blanche
Oranje met witte streep
Brown / Braun /
When connecting a CD changer, we recommend to use one of the CH-X series CD changers.
• If your CD changer is one of the KD-MK series, you need an optional cord (KS-U15K).
You can also use an external component such as a por table MD player by connecting the Line Input Adaptor KS-U57 (not supplied).
(See diagram B .)
Wenn Sie einen CD-Wechsler anschließen möchten, empfiehlt es sich, einen CD-Wechsler der Modellreihe CH-X zu verwenden.
• Wenn Ihr CD-Wechsler zur Modellreihe KD-MK gehören, benötigen Sie ein anderes Kabel (KS-U15K).
Sie können auch eine externe Komponente, z.B. einen tragbaren MD-Spieler, verwenden, wenn Sie den (nicht zum Lieferumfang gehörenden)
Line-Eingangsadapter KS-U57 anschließen (siehe Schaltplan B ).
Lors de la connexion d’un changeur CD, nous vous recommandons d’utiliser un des changeurs CD de la série CH-X.
• Si votre changeur appartient à la série KD-MK, vous avez besoin d’un cordon optionnel (KS-U15K).
Vous pouvez aussi utiliser un appareil extérieur tel qu’un lecteur de MD en connectant l’adaptateur d’entrée de ligne KS-U57 (non fourni) (voir
le diagramme B ).
Voor het aansluiten van een CD-wisselaar raden we een wisselaar uit de CH-X-serie aan.
• Als de CD-wisselaar die u wilt aansluiten uit de KD-MK-serie komt, hebt u een extra kabel nodig (KS-U15K).
Het is ook mogelijk een extern apparaat zoals een draagbare MD-speler aan te sluiten met behulp van de Line Input Adapter KS-U57 (niet meegelev erd). (Zie schema B.)
15 A fuse
15 A Sicherung
Fusible 15 A
Zekering 15 A
To metallic body or chassis of the car
Not included with this unit.
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
*
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
Ignition switch / Zündschalter
Interrupteur d’allumage / Contactschakelaar
*
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
A8
A4
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
1
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery
(bypassing the ignition swich)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum
2
A7
Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie
de la voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is
aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
To an accessory terminal in the fuse block
3
A5
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
Vers borne accessoire du porte-fusible
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
4
Marron /
Bruin
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
(ILLUMINATION)
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
To car light control switch (only for KDSX992R)
A6
Zum Autolichtschalter (nur für KD-SX992R)
À l’interrupteur d’éclairage de la voiture
5
(seulement pour le KD-SX992R)
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
(alleen voor KD-SX992R)
To cellular phone system
A2
6
Zur Moblitelephon
À un système de téléphone cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
White with black
stripe
Weiß mit
schwarzem
Streifen
B6 B5
White
Weiß
Blanc
Wit
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem Streifen
Gris avec bande noire
Grijs met zwarte streep
Blanc avec bande
noire
Wit met zwarte
streep
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
PRECAUTIONS on power supply and
speaker connections:
• DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will be
seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car
battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory
terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the power cord
to the speakers, check the speaker wiring in y our car.
– If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NO T connect the unit
using that original speaker wiring. If you do, the unit
will be seriously damaged.
Redo the speaker wiring so that you can connect the
unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 3, you can connect the unit using the original
speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your car,
consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT.
+
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 1Fig. 2Fig. 3
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
7
B4
B3
Green with black stripe
Gray
Grün mit schwarzem Streifen
Grau
V ert avec bande noire
Gris
Groen met zwarte streep
Grijs
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
VORSICHTSMASSREGELN beim
Anschließen der Stromversorgung
und Lautsprecher:
• Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels NICHT
an der Autobatterie anschließen, da sonst das
Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung (zur
Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung (zur
Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des
Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die
Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
“Fig. 1” und “Fig. 2” abgebildet, das Gerät
NICHT mit der Originalverdrahtung der
Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät
schwer beschädigt wird.
Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie
das Gerät an den Lautsprechern wie in “Fig. 3”
abgebildet anschließen können.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in “Fig. 3” abgebildet, können Sie das Gerät
mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in
Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren
JVC Autoradiohändler.
B7
B8
Green
Grün
Vert
Groen
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
PRECAUTIONS sur l’alimentation et
la connexion des enceintes:
• NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon,
l’appareil serait sérieusement endommagé.
•
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil
jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le
fil rouge (à la prise accessoire).
•
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon
d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des
enceintes de votre voiture.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture est
comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 ci-dessous,
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en utiliscant ce
câblage original des enceintes. Si vous le faites,
l’appareil sera sérieusement endommagé.
Recommencez le câblage des enceintes de façon
que vous puissiez connecter l’appareil aux
enceintes comme montré sur la Fig. 3.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture est
comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage original
d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture,
d’autoradios JVC
consulter votre revendeur
.
vous pouvez
B1
B2
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
VOORZORGSMAATREGELEN bij het
verbinden van de
stroomkabeldraad met de speakers:
• Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet,
zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu
van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de
aansluitklem van de accessoire
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met
de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers
in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag
het apparaat NIET worden aangesloten met behulp van
deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel
doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het
apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat
afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat
aansluiten met behulp van de oorspronkelijke
speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw auto,
moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer
raadplegen
.
) op de juiste wijze aan.
3
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
R
L
L
L
RR
T wist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen
verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les
raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest
anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder
entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
B Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier and other equipment to
upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to
the remote lead of the other equipment so that it
can be controlled through this unit.
• For amplifier only:
– Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
– Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the
speaker leads of this unit unused. (Cover the
terminals of these unused leads with
insulating tape, as illustrated above.)
– Only for KD-SX992R. The line output lev el of this
unit kept high to maintain the hi-fi sounds
reproduced from this unit.
When conecting an external amplifier to this
unit, turn down the gain control on the external
amplifier to obtain the best performance from this
unit.
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
INPUT
L
R
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
LINE OUT
L
L
R
R
L
REAR
R
FRONT
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
V oor speakers
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät anschließen,
um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit weißem
Streifen) an das Fernbedienungskabel des anderen Geräts
an, so daß es über dieses Gerät gesteuert werden kann.
• Nur für den Verstärker:
– Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät an
den Anschlußklemmen des Eingangs des Verstärkers
anschließen.
– Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen und
am Verstärker anschließen. Die
Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt
lassen. (Die Anschlußklemmen dieser nicht
verwendeten Leitungen mit Isolierklebeband
umwickeln, siehe Abbidung oben.)
– Nur für KD-SX992R. Der Ausgangspegel dieses Geräts
wird auf einem hohen Wert gehalten, um den Hifi-Klang
zu unterstützen, den dieses Gerät reproduziert.
Wenn Sie einen externen Verstärker an dieses
Gerät anschließen, stellen Sie den
Verstärkungsregler des externen Verstärkers
herunter, um die bestmögliche Leistung dieses
Geräts zu erzielen.
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Antennedraad
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (niet meegeleverd)
Remote lead (Blue with white stripe)
Fernbedienungsleitung (Blau mit weißem Streifen)
Fil d’alimentation à distance (Bleu avec bande blanche)
Antennedraad (Blauw met witte streep)
2
*
INPUT
L
R
KD-SX992R
KD-SX921R
L
R
You can connect another
power amplifier for front
speakers.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT VERWENDETEN
Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS utilisés avec de la
bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de
aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE
gekleurde draden met isolatieband
bedekken.
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre appareil
pour améliorer votre système autoradio.
•
Connectez le fil de commande à distance (bleu avec
bande blanche) au fil de commande à distance de l’autre
appareil de façon qu’il puisse être commandé via cet
appareil.
•
Pour l’amplificateur seulement:
– Raccorder les bor nes de sor tie ligne de cet appareil
aux bornes d’entrée ligne de l’amplificateur.
– Déconnectez les enceintes de cet appareil et
connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils
d’enceintes de cet appareil inutilisés. (Recouvrir
les extrémités de ces fils inutilisés avec de la bande
isolante comme montré ci-dessus.)
– Seulement pour le KD-SX992R. Le niveau de sortie
de ligne de cet appareil est maintenu à un niveau élevé
pour maintenir une qualité Hi-Fi pour les sons
reproduits par cet appareil.
Lors de la connexion d’un amplificateur extérieur
à cet appareil,
l’amplificateur extérieur pour obtenir les meilleures
performances de cet appareil.
diminuez le réglage du gain sur
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden
met een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met
de externe kabel van het andere apparatuur zodat deze
op afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker:
– V erbind de uitgang van het apparaat met de ingang v an
de versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker. Gebruik de
speakerdraden van dit apparaat niet. (Plak de
aansluitklemmen van deze speakerdraden met
isolatieband af zoals hierboven is afgebeeld.)
–Alleen v oor KD-SX992R. Het uitgangsniveau v an het
geluid is hoog om het hifi-geluid van deze eenheid te
behouden.
Wanneer u een extern apparaat op deze eenheid
aansluit, moet u erop letten dat u de versterkingsfactor
van de externe versterker laag houdt, zodat deze eenheid
de beste prestaties levert.
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers l’antenne automatique, s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
Sie können einen anderen
Leistungsverstärker für die vorderen
Lautsprecher anschließen.
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes av ant
V oor speakers
Vous pouvez connecter un autre
amplificateur de puissance pour
les enceintes avant.
2
*
U kunt nog een
eindversterker voor de
voorspeakers aansluiten.
*2Firmly attach the ground wire to the metallic body or to the chassis of the car—to the place not coated with paint (if coated with paint, remove the paint before attaching the wire). Failure to do so may cause
damage to this unit.
2
*
Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder dem Rahmen des Fahrzeugs. Die Kontaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der
Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann dieses Gerät beschädigt werden.
2
*
Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis métallique de la voiture—à un endroit qui n’est pas recouvert de peinture (s’il est recouvert de peinture, enlevez d’abord la peinture avant d’attacher
le fil). L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait correctement.
2
*
Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel of het chassis van de auto—bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan
worden beschadigd indien de aardedraad niet goed is aangesloten.
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
Y ou can connect a JVC CD changer and/or a JVC D AB
(Digital Audio Broadcasting) tuner.
• For their connections, refer to the instructions
supplied with them.
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen DABTuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC
anschließen.
• Weitere Informationen über den Anschluß können
Sie der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem
jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DABTuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
V erbindingskabel die met de DAB-tuner w ordt meegelev erd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des CDWechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
V erbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meeg eleverd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
KD-SX992R
KD-SX921R
• You can connect both components in series as illustrated above.
• Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung
anzuschließen.
•
Vous pouvez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
• Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou un
tuner DAB (Digital Audio Broadcast) JVC.
•
Pour leurs connexions, référez-vous aux modes
d’emploi qui les accompagnent.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
KD-SX992R
KD-SX921R
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• Before connecting the CD changer and/or the DAB tuner, make sure that the unit is turned off.
• Bevor Sie den CD-Wechsler und/oder den DAB-Tuner anschließen, vergewissern Sie sich, daß das
Gerät ausgeschaltet ist.
• Avant de connecter le changeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC DAB-tuner
(Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer informatie
over het tot stand brengen van deze aansluiting.