For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
GET0072-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e )
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
Druk nadat u het bedieningspaneel van de eenheid heeft afgenomen met de punt van een balpen
of een soortgelijk voorwerp de reset-knop in, die zich in het kale frame van de eenheid bevindt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk
voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
2
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat
en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Omgaan met CD’s ...................................38
SPECIFICATIES ............................ 39
NEDERLANDS
Hoe u de toets MODE gebruikt:
Als u op de toets MODE drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de
cijfertoetsen enigszins anders.
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt
gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het
volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en
pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
f
hg
s
jk
l
d
z
/
x
1
24
37
56
NEDERLANDS
e
9
p
1 De toetsen 4/¢
2 De toets 5 (hoger)
3 De toets ∞ (lager)
4 Afstandssensor
5 Het display-venster
6 De toets 0 (uitwerpen)
7 De toets FM AM
8 De toets CD CD-CH (AUX)
9 De toets (standby/aan/attenuator)
p De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
q De toets SEL (selecteren)
w De bedieningsschijf
e De toets EQ (equalizer)
r De toets MO (mono)
t De toets RPT (repeat)
y De toets RND (random)
u De cijfertoetsen
i De toets MODE
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets DISP
(display).
o De toets DISP (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets MODE.
4
w
q
8
tyr
;De toets TP PTY (traffic programme/
programme type)
a AUX (aux-ingang) aansluiting
io;
u
a
Het display-venster
s Hoofdvenster
d De indicator voor het volumeniveau (of
audioniveau)
De equalizerpatroonindicator
f Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
g De indicator C-EQ (custom equalizer)
h De indicator RND (random)
j De indicator RPT (repeat)
k De indicator LOUD
l De indicators voor de geluidsmodus
ROCK, CLASSIC, POPS, HIP HOP, JAZZ,
USER.
/ De indicator voor de afspeelbron en klok
z De Indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
x De indicator CD-geplaatst
De afstandsbediening
voorbereiden
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend
voor de KD-SX992R.
U kunt de KD-SX921R met een los verkrijgbare
afstandsbediening vanuit uw stoel bedienen.
Gebruik bij voorkeur de RM-RK50
afstandsbediening met dit toestel.
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’
hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan
lekken of brand veroorzaken.
NEDERLANDS
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar
het directe zonlicht langdurig op valt (zoals
bijvoorbeeld op het dashboard). De
afstandsbediening wordt anders beschadigd.
5
Afstandsbediening
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend
voor de KD-SX992R.
U kunt de KD-SX921R met een los verkrijgbare
afstandsbediening vanuit uw stoel bedienen.
Gebruik bij voorkeur de RM-RK50
afstandsbediening met dit toestel.
RM–RK50
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender
bij het luisteren naar de radio (of de DABtuner).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender (of service)
met een hoger nummer geselecteerd en
wordt op het geselecteerde station (of de
geselecteerde service) afgestemd.
• Verspringen naar de voorgaande disc bij het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verlaagt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
SOUND
ATT
1
2
3
R
U
SOURCE
D
F
NEDERLANDS
4
VOL
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets
ingedrukt houdt tot de vermelding
“SEE YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Verspringen naar de volgende disc bij het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verhoogt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
6
VOL
5
6
7
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus
(C-EQ).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er
een andere geluidsmodus (C-EQ) geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien langer dan 1
seconde ingedrukt.
• Voor versnelde weergave van een fragment
in voor- en achterwaartse richting wanneer
u tijdens weergave van een CD de toets
ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het
volgende fragment of het spelende (of
voorgaande) fragment wanneer u tijdens
weergave van een CD kort op de toets
drukt.
Deze toets werkt niet voor het
aanpassen van algemene
instellingen wijzigen.
BASISBEDIENING
12
3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
“HELLO” verschijnt op het displa y.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de
geluidsbron.
Voor het selecteren van de tuner, drukt u
herhaaldelijk op FM AM.
FM1FM2
AM
Voor het selecteren van de CD,
CD-wisselaar (of “LINE IN”*), drukt u
herhaaldelijk op CD CD-CH (AUX).
CD-CH
(of LINE IN)*
* Indien “LINE IN” niet op het display
verschijnt (zie bladzijde 28), moet u “EXT
IN” op “LINE IN” stellen.
Voor het selecteren van “AUX IN”
(component dat met de AUX IN
aansluiting op het bedieningspaneel is
verbonden), houdt u CD CD-CH (AUX)
ingedrukt.
FM3
CD
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Indicator of audioniveau voor
Het door u ingestelde
volumeniveau verschijnt
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
het volumeniveau (zie
bladzijde 27)
(Zie bladzijde 22 – 24).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op. Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• Het geluid kan tevens weer worden hersteld
door de regelschijf te verdraaien.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan een seconde op.
“SEE YOU” wordt op het display getoond en het
toestel vervolgens uitgeschakeld.
• Indien u de stroom uitschakelt tijdens hetbeluisteren van een disc, zal de volgende
keer bij het weer inschakelen van de stroom de
weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op
de disc worden voortgezet.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
zie bladzijde 25.
NEDERLANDS
7
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
FM1FM2FM3AM
(F1)(F2)(F3)
2
Zoek een station.
Druk op ¢
afstemmen op een
station met een hogere
frequentie.
Druk op 4
afstemmen op een
station met een lagere
frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven (en vervolgens
verschijnt de tijd van de klok indien
“CLOCK” op “ON” is gesteld).
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
8
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
FM1FM2FM3AM
(F1)(F2)(F3)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd
deze ingedrukt tot de vermelding
“MANU” (voor “manual”: handmatig
zoeken) op de display begint te
knipperen.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “MANU” op de display
knippert.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om de
functiemodus te activeren terwijl u
in stereo naar een
FM-stereo-uitzending luistert.
“MODE” verschijnt onder op het
display en de cijfertoetsen werken
nu als andere functietoetsen.
2 Druk op MO (mono), terwijl
“MODE” nog op het display wordt
getoond zodat de indicator MO op
het display oplicht.
Vervolgens zal elke keer wanneer
u op de toets MO (mono) drukt,
gaat de indicator MO aan of uit.
Er brandt een lampje wanneer een
FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
NEDERLANDS
Druk op ¢ als u
wilt afstemmen op een
station dat op een
hogere frequentie
uitzendt.
Druk op 4 als u
wilt afstemmen op een
station dat op een
lagere frequentie
uitzendt.
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
9
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, verandert
u de band als volgt:
NEDERLANDS
2
FM1FM2FM3AM
(F1)(F2)(F3)
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, verandert
u de band als volgt:
FM1FM2FM3AM
(F1)
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
Druk op ¢ als u
wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u
wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
10
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
De geselecteerde band of het geselecteerde
voorkeuzenummer en de vermelding “MEMO”
(geheugen) verschijnt korte tijd beurtelings op
de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om
andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 10 en
11, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
FM1FM2FM3AM
(F1)(F2)(F3)
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
NEDERLANDS
11
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het
station met het programma en informatie over de
aard of het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
12
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld en
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
(In deze modus kan het voorkomen
dat het nieuw te ontvangen
programma anders is dan het
programma dat u daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie
bladzijde 36).
ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de indicator
REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 26).
2
Selecteer de vermelding “AF-REG
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst)” als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus –
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
V oltooi de instelling.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie
bladzijde 17) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen lev ert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op TP PTY.
NEDERLANDS
13
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY: Programmagenre)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
Selecteer van uw favoriete programma
voor PTY standby ontvangst
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
NEDERLANDS
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 26).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
(standby)” als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18).
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
• Selecteer “OFF” om
PTY standby ontvangst
te annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd
indien de PTY indicator is opgelicht.
Wanneer een zender een programma
van het gekozen PTY programmatype
start uit te zenden, stemt het toestel
automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator
knippert. De zender die wordt
ontvangen levert namelijk geen signalen
die voor PTY standby ontvangst zijn
vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te
activeren moet u op een andere zender
afstemmen die wel deze signalen
uitstuurt. Druk op ¢ of 4
om een dergelijke zender op te zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en
licht continu op zodra een zender met
deze signalen is gevonden. PTY
standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten.
Wanneer een zender een programma van
het gekozen PTY programma start uit te
zenden, verandert het toestel automatisch
van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator
dooft.
14
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.