For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
/I
ATT
MD/CD
DAB
FM/AM
COMPACT
EXT
DIGITAL AUDIO
TEXT
CD
-CH
TP
LOUD
PTY
RDS
FRANÇAIS
NEDERLANDS
LVT0251-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
WAARSCHUWINGSLABEL, AANGEBRACHT IN DE EENHEID
DANGER: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e )
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laserstrålning när denna del
är öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
Onderpaneel van het hoofdtoestel
BELANGRIJK VOOR
LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEV AAR:Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
Benaming/Spanningslabel
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
CLASS 1
LASER PRODUCT
erkend onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
NEDERLANDS
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken
van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Het apparaat terugstellen
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op
de Reset-knop, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het
bedieningspaneel bevindt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de
geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s en MD’s is in ver gelijking tot ander e geluidsdragers nauwelijks spr ake van achtergr ondruis.
W anneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeur en dat de luidspreker s
door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daar om voor dat u
een CD of MD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het
identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een
veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
2
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .............................................................. 2
Voorkomen dat de CD terugspringt............................................23
BEDIENING VAN DE MD-SPELER ............................... 24
Een MD afspelen...........................................................................24
Een track of passage van een MD zoeken .................................. 25
Afspeelmodi voor de MD selecteren............................................26
Voorkomen dat de MD kan worden uitgenomen.......................27
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
* Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard.
Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten
de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde
* Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
de eerste keer gebruikt, moet
u de ingebouwde klok op de
juiste wijze instellen (zie
bladzijde 31).
1
2
3
ATT
/I
“One-Touch” bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hier onder wor dt het apparaat automatisch
ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
MD/CD
DAB
FM/AM
EXT
-CH
CD
Volumeniveau-indicator
(zie bladzijde 34).
Schakel de spanning in.
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 6 – 18.
Gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 19 – 23.
Voor de bediening van de MD-speler , zie bladzijde 24 – 27.
Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 45 – 47.
Voor gebruik van de DAB-radio, zie bladzijde 48 – 52.
Voor de bediening van externe apparatuur, zie bladzijde 53.
Regel het volume.
Het door u ingestelde
geluidsniveau verschijnt.
NEDERLANDS
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 28 – 30).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op. Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op. De vermelding “See You” wordt weergegeven en
daarna schakelt de eenheid zichzelf uit.
5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
DAB
Naar de radio luisteren
2
1
1
NEDERLANDS
FM/AM
F1
(FM1)F2(FM2)F3(FM3)
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1, FM2 en FM3)
selecteren om naar een FM-zender te luisteren.
AM
Gekozen golfband wordt getoond.
2
Stations met een
hogere frequentie
zoeken.
Stations met een
lagere frequentie
zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender
is afgestemd.
Om zonder zoeken af te stemmen op een bepaalde frequentie
1 Druk herhaaldelijk op FM/AM om de frequentieband te kiezen (FM of AM).
2 Druk op
handmatig) op de display wordt getoond.
Zolang de letter “MANU” op de display knippert, kunt u de frequentie handmatig veranderen.
3 Druk herhaaldelijk op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz
en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
¢ of 4 en houd deze toets ingedrukt tot de letter “MANU” (voor de
¢ of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
6
Radiozenders in het geheugen vastleggen
DAB
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
2
1
FM/AM
Selecteer het nummer van de FM-golfband
(FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt
vasteleggen.
F1
(FM1)
F2
(FM2)
F3
(FM3)
AM
2
SSM
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan
2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster
en verdwijnt wanneer het automatisch
instellen van radiozenders is beëindigd.
NEDERLANDS
7
Handmatig vastleggen van zenders
DAB
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
1
3
2
1
FM/AM
2
NEDERLANDS
3
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder
andere nummers op te slaan.
Selecteer FM1.
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Zie bladzijde 6 voor het afstemmen op een zender.
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets
1) en houd deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer knippert enige tijd.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken
(bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
8
Afstemmen op een voorkeuzezender
DAB
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 7 en 8, als u dat nog niet
hebt gedaan.
DISP
1
2
1
FM/AM
Selecteer de gewenste golfband (FM1,
FM2, FM3 of AM).
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
De informatie op de display wijzigen terwijl u een FM-station
ontvangt dat RDS-signalen uitzendt
Druk op DISP. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en
wel als volgt:
PS (Naam van het
PS (Station name)
station)
Frequentie van
Station Frequency
de zender
Geluid selecteren bij ontvangst van FM-zender
PTY
PTY (Programme type)
(Programmagenre)
NEDERLANDS
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk op MO/RND (Mono/Random) terwijl u naar een stereo FM-uitzending luistert. De
vermelding “MONO” verschijnt dan op de display en het geluid dat wordt weergegeven is in
mono, maar de ontvangstkwaliteit is verbeterd.
MO/RND
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
stereo wordt ontvangen.
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan
hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam
van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een
muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other
Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EONgegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd,
kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma
of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere
afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (de netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA — “Traffic
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY — “Program Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP — “Traffic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen
kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (met de
NEDERLANDS
netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de
tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDSzender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en
bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u
rijdt. (Zie de afbeelding.)
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens
uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
10
TP
RDS
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op
TP RDS (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1
Mode 1Mode 2Mode 3
AF-indicator
Modus 3Modus 2
REG-indicator
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“OFF”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen pro gramma anders is
dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“ON”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de
geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
NEDERLANDS
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
11
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk van de geselecteerde afspeelbron (een FM-station, de
MD-speler, de CD-speler of een ander aangesloten apparaat) overschakelen naar een door
u ingesteld programmagenre (PTY) of naar verkeersinformatie (TA).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP RDS-toets
TP
RDS
• Druk met de FM-golfband ingesteld kort op TP RDS. De TP indicator licht
op tijdens ontvangst van een TP-zender en de TA-standbyfunctie is
geactiveerd.
Opmerking:
De TP indicator knippert wanneer de zender die u ontvangt geen TP-zender is. Druk
¢ of 4 om de TA-standbyfunctie te activeren. “SEARCH” wordt op
op
het display getoond en het zoeken naar een TP-zender start. TP licht op zodra een
TP-zender is gevonden.
• Als u naar een MD of CD luistert, maar ook TA-uitzendingen
(verkeersinformatie) wilt horen, moet u op TP RDS drukken om de TAstandbyfunctie te activeren. (De TP indicator licht in dat geval op.)
“TRAFFIC” wordt getoond wanneer met de TA-standbyfunctie en de FM-
NEDERLANDS
golfband ingesteld een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het
volume wordt nu naar het vooraf ingestelde “TA VOLUME” niveau gesteld
en u kunt de verkeersinformatie beluisteren (zie bladzijde 17).
Opmerking:
Druk nogmaals op TP RDS om de TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
• Wanneer u met de FM-golfband ingesteld korter dan 1 seconde op de
PTY
12
PTY toets drukt, zal de PTY indicator tijdens ontvangst van een PTYzender oplichten en de PTY- standbyfunctie worden geactiveerd. De
naam van het op bladzijde 13 vastgelegde programmatype knippert
ongeveer 5 seconden.
Opmerking:
De PTY indicator knippert indien de zender die u ontvangt geen PTY-zender is.
Druk op
¢ of 4 om de PTY-standbyfunctie te activeren. “SEARCH”
wordt op het display getoond en het zoeken naar een PTY-zender start. PTY licht op
zodra een PTY-zender is gevonden.
• Als u naar een MD of CD luistert en een geselecteerde PTY-uitzending wilt
horen, moet u op de toets PTY drukken om de PTY-standbyfunctie te
activeren. (De PTY indicator licht in dat geval op.)
Wanneer met de PTY-standbyfunctie geactiveerd een PTY-uitzending start,
zal de naam van het gekozen programmatype op het display worden getoond
en de FM-golfband worden ingesteld. U kunt vervolgens de uitzending van
het gewenste programmatype beluisteren.
Opmerking:
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van
een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een
PTY -code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra
er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst
van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1, 4
2
3
1
Druk de toets in en houd deze minimaal 2
seconden vast om de voorkeuze-instelling
(PSM) op te roepen (de werking van PSM
wordt uitgelegd op bladzijde 32).
2
Selecteer “PTY STANDBY” als deze
vermelding niet al meteen op de display
wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie hiertoe de tabel op
bladzijde 18.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de
display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
4
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres
te zoeken.
Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6)
opgeslagen.
Zie bladzijde 14 voor het wijzigen van de fabrieksinstellingen.
Zie bladzijde 15 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
2
ROCK M
3
EASY M
4
CLASSICS
5
AFFAIRS
6
VARIED
NEDERLANDS
13
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1, 5
3
2
4
1
2
NEDERLANDS
3
789101112
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2
seconden vast om de geselecteerde PTY -code op te slaan onder
de cijfertoets van uw keuze.
Het nummer van de cijfertoets verschijnt, en de naam van de PTY-code en de
vermelding “MEMORY” wisselen elkaar op de display af.
Druk op de SEL-toets (selecteren) en houd deze
minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus
met algemene instellingen (PSM) op te roepen
(zie bladzijde 32).
Selecteer “PTY SEARCH” als deze vermelding
niet al meteen op de display wordt weergegeven.
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie hiertoe de tabel op
bladzijde 18.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de
display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
• Als de code die zich al in het geheugen bevindt wordt
geselecteerd, knippert die code op de display.
14
5
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
Een programmagenre opzoeken
1
2
PTY
2
1
Druk op PTY (Programmagenre) en houd deze minimaal
1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station luistert.
De PTY-code en het nummer van de cijfertoets die als laatste zijn
geselecteerd, worden op de display weergegeven.
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes
cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
Een voorbeeld: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen onder
voorkeurtoets 2.
NEDERLANDS
De PTY -zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt dat
overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
15
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen
op de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal
niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op
zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de
voorkeurzender die u hebt gekozen. Indien er niet op een andere zender wordt afgestemd,
kunt u alle frequenties afzoeken naar het gewenste programma (dit wordt Programma zoeken
genoemd). Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Het zoeken van een programma kost enige tijd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 32.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Selecteer met de toets
3. Selecteer de vermelding “P-SEARCH ON” door de draaiknop met de wijzers van de klok
mee te draaien.
De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “P-SEARCH OFF” door de draaiknop
tegen de wijzers van de klok in te draaien.
NEDERLANDS
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een
FM-station luistert
Tijdens de ontvangst van een FM-zender die RDS-signalen uitzendt, kunt u de weergave op
de display wijzigen. U kunt kiezen of u de naam van het station (“PS NAME”) of de frequentie
van de zender (“FREQUENCY”) wilt weergeven.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 32.
¢ of 4 de vermelding “P(programme)-SEARCH”.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Selecteer met de toets
3. Selecteer de gewenste weergave (“PS NAME” of “FREQUENCY”) met de draaiknop.
Opmerking:
De weergave op de display kan tevens met behulp van de DISP-toets wordt gewijzigd. Voorwaarde
hiervoor is wel dat u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
PS (Naam van
PS (Station name)
het station)
* Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
16
¢ of 4 de vermelding “TUNER DISPLAY”.
Frequentie van
Station Frequency
de zender
PTY
PTY (Programme type)
(Programmagenre)
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er
verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 32.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Selecteer met de toets
3. Selecteer het gewenste volume met de draaiknop.
¢ of 4 de vermelding “TA VOLUME”.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast
aan de tijdgegevens (CT — Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 32.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Selecteer met de toets
3. Selecteer de vermelding “ADJUST OFF” door de draaiknop linksom te draaien.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
Om het automatisch aanpassen van de klok weer in te schakelen, herhaalt u de
bovenstaande procedure maar selecteert u in stap 3 de vermelding “ADJUST ON” door de
draaiknop rechtsom te draaien.
Opmerking:
Het automatisch aanpassen van de tijd bij de ontvangst van nieuwe tijdgege vens duurt circa 2 minuten.
De weergave van de klok wor dt dus pas v er anderd nadat u minimaal 2 minuten op het desbetreffende
station hebt afgestemd.