Bezoek onze CyberCam Homepage op de
World Wide Web en antwoord ons
klantenoverzicht (uitsluitend in het Engels):
http://www.jvc-victor.co.jp/english/index-e.html
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
LYT0386-004A
DU
2 NE
Beste klant,
Dank u voor de aanschaf van deze digitale videocamera. Lees voor gebruik de waarschuwingen en
voorzorgen op de volgende bladzijden goed door voor een veilige werking van uw nieuwe videocamera.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
•De inhoudsopgave toont u alle belangrijke hoofdstukken en gedeelten (Z blz. 5).
•Aan het eind van de diverse gedeelten vindt u vaak opmerkingen. Lees deze opmerkingen tevens door.
•De basisbedieningen en meer geavanceerde functies/bedieningen zijn apart beschreven zodat u snel de
uitleg kunt vinden die u nodig heeft.
Wij bevelen aan dat u . . .
.... eerst even de index (Z blz. 70 – 75) bekijkt en voor gebruik vertrouwd raakt met de plaatsen van toetsen,
enz.
.... de “Veiligheidsvoorschriften” goed doorleest. Deze informatie is uitermate belangrijk voor een veilig
gebruik van de camcorder.
Lees tevens voor gebruik de waarschuwingen en aanwijzingen op blz. 76 en 77 goed door.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING:
STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT
AAN REGEN OF VOCHT TER
VOORKOMING VAN BRAND
EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Waarschuwing voor de lithiumcelbatterij
(voor afstandsbediening)
Bij verkeerd gebruik van de in dit toestel gebruikte
lithiumbatterij kan gevaar van brand of chemische
verbranding ontstaan. Derhalve mag u de batterij
nooit herladen, uiteennemen, verhitten boven
100°C of verbranden.
Om eventueel brand- of explosiegevaar te
vermijden, dient u de batterij uitsluitend te
vervangen door een Maxell, Panasonic (Matsushita
Electric), Sanyo of Sony CR2025 batterij.
n Gooi een gebruikte batterij onmiddellijk weg
(liefst op een milieuvriendelijke wijze,
bijvoorbeeld in een batterijbak of door hem terug
brengen naar de foto- of elektriciteitshandelaar).
n Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.
n Neem de batterij niet uiteen en gooi hem niet in
een open vuur.
VOORZORGSMAATREGELEN:
n Om elektrische schokken te vermijden, mag u de
ombouw niet openen. In het toestel bevinden
zich geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud over aan de vakman.
n Trek de stekker van het netsnoer bij voorkeur uit
het stopcontact wanneer u de netadapter/acculader
voor langere tijd niet gaat gebruiken.
OPMERKINGEN:
●
Het spanningslabel (serienummer) en
waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het
onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel
aangegeven.
●
Het spanningslabel (serienummer) van de
netadapter/acculader vindt u op de onderkant van
dat toestel.
●
Het specificatieplaatje (het serienummer-plaatje)
bevindt zich aan de onderkant van het Docking
station.
De camcorder is gemaakt voor gebruik met
kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het
toestel kan niet gebruikt worden met een televisie
gebaseerd op een ander systeem. Opname en
weergave met de LCD-monitor/zoeker is echter
overal mogelijk. Gebruik de BN-V507U/V514U
accu’s en voor het opladen de bijgeleverde multivoltage netadapter/acculader. (Een stekkeradapter
kan eventueel noodzakelijk zijn voor aanpassing
aan afwijkende stopcontactontwerpen in
verschillenden landen).
Dit toestel voldoet aan de eisen overeenkomstig de
IEC standaard uitg. 65.
NE3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Richt de lens of de zoeker niet direct naar de zon.
Dit zou namelijk uw ogen kunnen beschadigen of
problemen in de werking van het interne circuit
kunnen veroorzaken met mogelijk brand of een
elektrische schok tot gevolg.
LET OP! De volgende opmerkingen zijn uitermate
belangrijk en dienen beschadiging van het toestel en
letsel te voorkomen.
Bevestig de bijgeleverde handriem goed en gebruik
deze riem om de camcorder te dragen, met de riem
rond uw pols. Draag de camcorder niet door deze
aan de zoeker en/of de LCD-monitor vast te houden.
De camcorder zou anders kunnen vallen of op een
andere manier worden beschadigd.
Let op dat uw vingers niet in de cassettehouder
verstrikt raken. Let vooral op kinderen. De
camcorder is geen speelgoed.
Gebruik geen statief op een instabiel of scheef
oppervlak. Het statief zou anders om kunnen vallen
met ernstige beschadiging van de camcorder tot
gevolg.
LET OP! Verbind geen kabels (audio/video, S-video,
montage, gelijkstroom, enz.) met het Docking station
wanneer deze op de TV is geplaatst en laat het
Docking station niet op de TV liggen, iemand zou
namelijk over de kabels kunnen struikelen of er op
staan waardoor het Docking station van de TV valt
met beschadiging tot gevolg.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
•Docking station
CU-V501E
TW
•Afstandsbediening
RM-V713U
•Audio-/videokabel
(A/V-kabel)
[ministekker naar
RCA (tulp) stekker]
•Montagekabel
•Lichtnetadapter/
acculader AA-V50EG
•Accu BN-V507U
•Audio-/videokabel
(A/V-kabel)
[RCA (tulp) naar
RCA stekker]
•S-videokabel
n Deze camcorder is exclusief ontworpen voor
digitale videocassettes. Gebruik uitsluitend
cassettes voorzien van de
markering
met deze camcorder.
Alvorens een belangrijke scène op te nemen . . .
.... gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de
Mini DV markering .
.... onthoud dat deze camcorder niet uitwisselbaar
met andere digitale videoformaten is.
.... vergeet niet dat deze camcorder voor privé-
gebruik is ontworpen. Commercieel gebruik
zonder de vereiste toestemming is verboden.
(Het wordt tevens aanbevolen dat u vooraf
toestemming heeft gekregen voor het opnemen
van bijvoorbeeld een show, uitvoering, expositie
of toneelstuk voor persoonlijk gebruik.)
•Gelijkspanningssnoer
•PC verbindingskabel
•JLIP kabel
•CD-ROM
De CD-ROM bevat de
volgende 5 software
programma’s:
•JLIP Video Capture
•JLIP Video Producer
Presto!
•Mr. Photo
•Photo-Album
•ImageFolio
•Kernfilter x 3
(voor een los
verkrijgbare DVkabel, hoofdtelefoon
en microfoon)
•Kabeladapter
•Lithiumbatterij
CR2025
(voor afstandsbediening)
•Schoonmaakdoekje
4 NE
De digitale camcorder zet binnenkomende audio- en videosignalen voor opname in een digitale vorm om.
Een videosignaal bestaat uit een luminantiesignaal (Y) en kleurensignalen (R-Y en B-Y). Deze signalen worden
geïdentificeerd en digitaal opgenomen (Digital Component Recording). De A/D (Analoog naar Digitaal)
converter bemonstert het Y signaal met 13,5 MHz en R-Y en B-Y met 6,75 MHz en zet deze om naar een 8-bit
quantum signaal.
48 kHz bemonsterd geluid wordt naar een 16-bit quantum signaal omgezet en geluid bemonsterd met 32 kHz
wordt naar een 12-bit signaal omgezet.
MEER OVER DVC
VIDEO
Lens
Chrominantie (C)
AUDIO
Microfoon
Deze camcorder scheidt de data in blokken, en schrijft een blok met datatype op ieder spoor van de band.
Sporingsrichting
Luminantiesignaal (Y)
Kleurverschilsignaal (R-Y/B-Y)
Chromatische
analyse
12 sporen/beelden
A/D
conversie
A/D
conversie
A/D
conversie
Bandtransportrichting
Subcodegebied
Videogebied
Signaal-
compressie
Audiogebied
ITI gebied
Opname met
roterende
helical scan kop
5,24 mm
6,35 mm
1 Subcodegebied
De tijdcode en data voor de datum/tijd
worden hier geschreven, afgezonderd van
de data voor video. U kunt derhalve de
datum/tijd ook tijdens weergave tonen,
zelfs wanneer de datum/tijd niet tijdens
opname werd getoond.
2 Videogebied
Het digitale videosignaal wordt hier
opgenomen.
3 Audiogebied
Het digitale audiosignaal wordt hier
opgenomen.
4 ITI (Insert en Tracking
Informatie) gebied
Signalen voor invoegmontage en montage
na opname worden hier opgenomen.
Met het dubbele stroomvoorziening-systeem van
deze camcorder kunt u zelf de meest geschikte
stroombron kiezen.
OPMERKINGEN:
●
Zonder stroombron is geen enkele functie
beschikbaar.
●
Gebruik alleen maar de gespecificeerde
stroomvoorziening.
●
Gebruik geen apparaten voor de stroomvoorziening
die meegeleverd worden met andere toestellen.
Naar het
stopcontact.
Lichtnetadapter/
acculader
AA-V50EG
Laadindicator 1
Spanningsindicator
Netsnoer
Laad-indicator 2
Accu
BN-V507U of
BN-V514U
1
Gelijkstroom
uitgangsaansluiting
OPLADEN VAN DE ACCU
ZORG VOOR STROOMTOEVOER NAAR
1
DE ACCULADER
Let er op dat u het gelijkspanningssnoer van de
camcorder uit de Lichtnetadapter/acculader haalt.
Steek de stekker van de Lichtnetadapter/acculader in een
stopcontact. De Spanningsindicator zal oplichten.
BEVESTIG DE ACCU/ACCU’S
2
Bevestig de accu terwijl u er op let dat de kant waar de
aansluitingen zich bevinden 1 contact maakt met de
accuhouder op de lichtnetadapter/acculader aan de kant
waar de indicator zit.
•De Laad-indicator (1 of 2) zal beginnen te knipperen
om aan te geven dat het laden is begonnen.
BEVESTIGING LAADTOESTAND
3
Wanneer de Laad-indicator stopt met knipperen en blijft
branden, is het laden klaar.
•Wanneer er twee accu’s aan de acculader zijn
bevestigd, zullen deze opgeladen worden in de
volgorde dat ze werden vastgemaakt.
HAAL DE ACCU/ACCU’S ERAF
4
Schuif de accu tegen de richting van de pijl in en til hem
van de lader af. Vergeet niet de stekker uit het stopcontact
te halen als u klaar bent met het opladen van de accu’s.
Oplaadtijd
AccuEENTWEE
BN-V507U
BN-V514U
(los verkrijgbaar)
Ongeveer 1uur 30 minuten
Ongeveer 3 uurOngeveer 6 uur
STARTEN
Ongeveer 3 uur
OPMERKINGEN:
●
Laad de accu op wanneer de omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C is. De ideale temperatuur is tussen 20°C en 25°C.
Wanneer de omgevingstemperatuur te laag is, is het mogelijk dat de accu niet volledig geladen kan worden.
●
De oplaadtijden zoals hierboven vermeld gelden voor geheel lege accu’s.
●
De oplaadtijden en de gebruiksduur kunnen verschillen afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de toestand van de accu.
●
Gebruik de Lichtnetadapter/acculader niet in de buurt van een radio om storing van de ontvangst te voorkomen.
●
Wanneer u tijdens het opladen het gelijkstroomsnoer van de camcorder aansluit op de Lichtnetadapter/acculader, zal de
camcorder van stroom worden voorzien en zal het opladen stoppen.
●
Omdat de Lichtnetadapter/acculader de netspanning intern omzet, wordt hij warm tijdens het gebruik. Gebruik de
Lichtnetadapter/acculader daarom alleen in goed geventileerde ruimtes.
●
Wanneer u een accu voor het eerst of voor het eerst na een lange tijd gaat opladen, is het mogelijk dat de Laad-indicator in eerste
instantie niet oplicht. Verwijder in een dergelijk geval de accu van de Lichtnetadapter/acculader en probeer het vervolgens opnieuw.
●
Wanneer de gebruiksduur heel kort blijkt te zijn alhoewel de accu volledig opgeladen was, is de accu versleten en zult u
deze dienen te vervangen. Koopt u alstublieft een nieuwe.
Meer over accu’s
GEVAAR! Probeer de accu’s niet uit elkaar te halen en stel ze niet
bloot aan vlammen of extreme hitte, want dit kan leiden tot brand
of een ontploffing.
WAARSCHUWING! Laat de accu of de aansluitingen van de accu
niet in contact komen met metalen, want dit kan resulteren in
kortsluiting en kan mogelijk brand veroorzaken.
De voordelen van Lithium-ion accu’s
De Lithium-ion accu is gevoelig voor kou.
Lithium-ion accu’s zijn klein maar hebben een groot vermogen.
Wanneer een dergelijke accu echter wordt blootgesteld aan lage
temperaturen (onder 10°C), dan zal de gebruiksduur korter worden
en kan de accu zelfs helemaal weigeren te functioneren. Als dat
gebeurt, dient u de accu korte tijd in uw zak, of op een andere
veilige, warme plek, te doen om hem op te warmen en bevestig
hem vervolgens weer aan de camcorder. Zolang de accu zelf niet te
koud wordt zou dit geen invloed moeten hebben op de prestaties.
(Als u een verwarmingselement gebruikt, moet u er op letten dat
de accu zelf niet in direct contact komt met het element.)
1
2
BATT. RELEASE
schakelaar
LET OP:
Controleer alvorens de spanningsbron
te ontkoppelen dat de spanning van de
camcorder is uitgeschakeld. Dit
nalaten kan een onjuist functioneren
veroorzaken.
Naar het
stopcontact.
Netsnoer
NE7
GEBRUIKEN VAN DE ACCU
BEVESTIG DE ACCU
1
Steek de kant met de contacten 1 van de accu in de
accuhouder en druk vervolgens het achtereind van de
accu in de richting van de pijl tot deze op zijn plaats
vastklikt, zoals aangegeven in de illustratie.
•Als de accu verkeerd wordt bevestigd, kunnen zich
storingen voordoen.
Om een accu los te maken . . .
.... dient u BATT. RELEASE naar beneden te schuiven voor
u de accu verwijdert.
OPMERKINGEN:
●
Wanneer de temperatuur rond de 20˚C is, kunt u
doorlopend blijven filmen tot de maximaal opgegeven
gebruiksduur van de accu.
●
Onder de volgende omstandigheden wordt het halen
van die maximale gebruiksduur echter belemmerd:
•
De omgevingstemperatuur is lager dan 10˚C.
•
De Zoom of Opname-paraatstand wordt herhaaldelijk
gebruikt.
•
De LCD-monitor wordt herhaaldelijk gebruikt.
Voor u een langere periode met de camcorder zult gaan
opnemen, verdient het aanbeveling om genoeg accu’s
klaar te hebben voor ongeveer 3 maal de lengte van de
opname die u in gedachten heeft.
Opnametijd bij benadering
Accuingeschakeld/uitgeschakeld/
BN-V507U55 min.65 min.
BN-V514U115 min.130 min.
BN-V856U7 uur 30 min.8 uur 30 min.
LCD-monitorLCD-monitor
zoeker uitgeschakeldzoeker ingeschakeld
STARTEN
Lichtnetadapter/
acculader
AA-V50EG
Naar de
accu-vatting
Gelijkstroom
uitgangsaansluiting
Gelijkspanningssnoer
INFORMATIE:
De VU-V856KIT bestaat uit de BN-V856U accu en AAV80EG netadapter/acculader. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing van de VU-V856KIT.
U kunt de BN-V856U accu niet met de bijgeleverde
netadapter/acculader opladen. Voor het opladen van de
BN-V856U moet u de AA-V80EG netadapter/acculader
gebruiken.
GEBRUIK OP NETSPANNING
Gebruik de netadapter/lader (verbind zoals u hier in de
illustratie ziet).
OPMERKINGEN:
●
De bijgeleverde netadapter/lader kiest automatisch het
voltage binnen 110V t/m 240V wisselstroom.
●
Voor andere opmerkingen, Z blz. 6.
8 NE
AM
Bedieningsschakelaar
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
P
MENU/SET
keuzeschijf
Display
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
REC MODE
WIDE MODEOFF
ZOOM
DIS
GAIN UP
SELF-TIMER
FLASH
4
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
– – – – –6– – – – –
END
DATE/TIME
INDICATIONON
ON SCREENOFF
4
DATE / TIME
RETURN
Spanningsschakelaar
AUTO
AUTO
OFF
OFF
0FLASH ADJ.
SP
40X
ON
AGC
OFF
AUTO
ONDISPLAY
1 . 1 . 00
00 : 00
OPMERKING:
Wanneer u “DATE/TIME” kiest maar de waarde
niet is opgelicht, zal de interne klok van de
camcorder blijven lopen. De klok stopt wanneer u
de opgelichte balk naar de eerste waarde voor de
datum/tijd (dag) verplaatst. De klok start vanaf de
ingestelde datum en tijd wanneer u na het
instellen van de minuten op MENU/SET drukt.
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
Functiemenu
Datum/tijd-menu
STARTEN
(vervolg)
Instellen van de datum/tijd
De datum en tijd worden automatisch altijd op de band
opgenomen. U kunt later bij weergave kiezen of u de
datum wel of niet wilt tonen (Z blz. 45).
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” of op “5S”
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de
LCD monitor helemaal open of trek de zoeker
helemaal uit.
•De spanningsindicator licht op en de camcorder
wordt ingeschakeld.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE
MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te
verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het
functiemenu zal verschijnen.
OPEN HET DATUM/TIJD-MENU
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “TO
DATE/TIME MENU” te verplaatsen. Druk op de
keuzeschijf en het datum/tijd-menu verschijnt.
VOER DE DATUM EN TIJD IN
5
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar
“DATE/TIME” te verplaatsen. Druk op de keuzeschijf
en de “dag” licht op en knippert.
Verdraai MENU/SET om de dag in te voeren. Druk op
de keuzeschijf. Herhaal deze stap voor het invoeren
van de maand, het jaar, het uur en de minuut.
•Druk tweemaal op MENU/SET wanneer de
opgelichte balk op “RETURN” staat om het instellen
te stoppen.
Over de oplaadbare Lithium batterij van de
ingebouwde klok
Om de datum en de tijd in het geheugen te kunnen
opslaan, is er een oplaadbare Lithium batterij in de
camcorder ingebouwd. Terwijl de camcorder is
aangesloten op de Lichtnetadapter/acculader met het
gelijkstroomsnoer, of terwijl er een accu op de camcorder
zit, en de camcorder van stroom wordt voorzien, zal de
oplaadbare Lithium batterij altijd opgeladen zijn. Wanneer
de camcorder echter ongeveer 3 maanden niet gebruikt
wordt, zal de Lithium batterij leeg raken en zal de datum
en tijd informatie in het geheugen verloren gaan. In een
dergelijk geval dient u allereerst de camcorder via de
Lichtnetadapter/acculader minstens 24 uur van stroom te
voorzien om de oplaadbare Lithium batterij van de klok
weer op te laden. Vervolgens moet u de juiste tijd en
datum weer instellen voor u de camcorder weer gaat
gebruiken.
Het is natuurlijk ook mogelijk de camcorder te gebruiken
zonder de tijd en de datum in te stellen.
Cassettehouder
NE9
Plaatsen/verwijderen van een cassette
Er moet voor het laden of uitwerpen van een cassette
spanning naar de camcorder worden gevoerd.
Controleer dat de
vensterkant naar
buiten is gericht.
Drukken
(PUSH HERE)
OPEN/EJECT
schakelaar
Wispreventieschakelaar*
*
Ter bescherming van uw opname . . .
.... verschuif de wispreventieschakelaar op de
rug van de cassette naar “SAVE” zodat er
niet meer over een reeds bestaande
opname op de cassette kan worden
opgenomen. Als u later toch op deze
cassette wilt opnemen moet u de
schakelaar voordat u de cassette plaatst
terug naar “REC” schuiven.
Cassette-afdekking
OPEN DE CASSETTE-AFDEKKING
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en
klap het deksel open totdat dit in-klikt. De houder zal
automatisch openen.
•Raak de interne onderdelen niet aan.
PLAATSEN/VERWIJDEREN VAN EEN
2
CASSETTE
Plaats of verwijder een cassette en druk op “PUSH
HERE” om de cassettehouder te sluiten.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt
de houder automatisch verder in het mechanisme
getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het
mechanisme is getrokken alvorens de cassetteafdekking te sluiten.
•U kunt de afdekking mogelijk niet sluiten wanneer
de accu bijna is uitgeput. Forceer niet, maar plaats
een geladen accu alvorens de afdekking te sluiten.
SLUIT DE CASSETTE-AFDEKKING
3
Doe de cassettehouder goed dicht totdat deze op zijn
plaats vastklikt.
Opnametijd bij benadering
Cassette
DVM-3030 min.45 min.
DVM-6060 min.90 min.
Opnamesnelheid
SPLP
STARTEN
OPMERKINGEN:
●
Het duurt een paar seconden eer de cassettehouder opent. Forceer de houder niet.
●
Wanneer u een paar seconden wacht en de cassettehouder niet opent, moet u de cassette-afdekking eerst
even sluiten en dan de houder opnieuw proberen te openen. Schakel de camcorder uit, wacht even en
schakel weer in indien de cassettehouder nog steeds niet kan worden geopend.
●
Wanneer de cassette niet goed laadt, dient u de cassette-afdekking volledig te openen en de cassette te
verwijderen. Probeer na een paar minuten de cassette opnieuw te laden.
●
Wacht even alvorens de afdekking te openen nadat u de camcorder direct van een koude plaats naar een
warme ruimte verplaatst.
●
Het sluiten van de cassette-afdekking voordat de cassettehouder geheel naar buiten is gekomen beschadigt
mogelijk de camcorder.
●
Ook met de camcorder uitgeschakeld kan een cassette worden geplaatst of verwijderd. Nadat de
cassettehouder wordt gesloten met de camcorder uitgeschakeld, zal de houder echter mogelijk niet in positie
worden gebracht. Schakel daarom bij voorkeur de spanning in alvorens een cassette te plaatsen of te
verwijderen.
●
Bij het voortzetten van een opname, zal na het openen van de cassette-afdekking een leeg gedeelte op de
band worden opgenomen of mogelijk een reeds opgenomen scène worden gewist (overschreven) ongeacht
of de cassettehouder werd geopend of niet. Zie blz. 19 voor informatie aangaande het voortzetten van een
opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band.
10 NE
AM
Bedieningsschakelaar
STARTEN
(vervolg)
Instellen van de opnamefunctie
Stel als gewenst in.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” of op “5S”
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de
LCD monitor helemaal open of trek de zoeker
helemaal uit.
•De spanningsindicator licht op en de camcorder
wordt ingeschakeld.
MENU/SET
keuzeschijf
Display
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
4
REC MODE
WIDE MODEOFF
ZOOM
DIS
GAIN UP
SELF-TIMER
FLASH
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
– – – – –6– – – – –
END
4
REC MODE
WIDE MODEOFF
ZOOM
DIS
GAIN UP
SELF-TIMER
FLASH
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
– – – – –6– – – – –
END
Opnamesnelheidindicator
Vergrendeltoets
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
AUTO
AUTO
OFF
OFF
0FLASH ADJ.
SP
40X
ON
AGC
OFF
AUTO
SP
40X
ON
AGC
OFF
AUTO
C
F
A
F
M
O
E
R
A
5
S
Opnamemenu
Functiemenu
Spanningsindicator
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE
MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te
verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het
functiemenu zal verschijnen.
STEL DE OPNAMEFUNCTIE IN
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk eerst naar
“REC MODE” te verplaatsen. Druk vervolgens op de
keuzeschijf en “SP” of “LP” licht op. Verdraai MENU/
SET om “SP” of “LP” te kiezen. Druk tweemaal op
MENU/SET om het opnamemenu te verlaten.
•Het vervangen van het audiospoor (“audiodubben”) is niet mogelijk met cassettes die met de
LP functie zijn opgenomen.
•“LP” (“Long Play”) is economischer want u beschikt
over 1,5 keer de normale opnametijd van een band.
OPMERKINGEN:
●
Wanneer u tijdens opname de snelheid verandert zal bij
weergave op dat punt het beeld wazig zijn.
●
Speel cassettes die met de LP snelheid zijn opgenomen
bij voorkeur met deze camcorder af.
●
Tijdens weergave van een cassette die met een andere
camcorder is opgenomen verschijnen er mogelijk
ruisblokken in beeld of valt het geluid soms weg.
– – – – –
SP
6
SPLP
– – – – –
START/STOP toets
Motorzoomhendel
Instellen van de handgreep
VERGROOT DE LUS
1
Trek de velcro klitstrip los.
PLAATS UW HAND
2
Plaats uw rechterhand door de lus en houd de greep
vast.
NE11
3
2
Vergrendeltoets
1
STEL DE LENGTE VAN DE RIEM IN
3
Stel zodanig in dat uw duim en vingers nog
gemakkelijk START/STOP en de motorzoomhendel
kunnen bedienen. Bevestig vervolgens de Velcro
riem.
OPMERKING:
Wanneer u de camcorder in een tas o.i.d. draagt, kan de
metalen gesp van de handriem de camcorder
beschadigen. Wij raden u aan de gesp in de
klittenbandstrip te doen.
Instellen van de zoeker
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “” of op “5S”
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
TREK DE ZOEKER UIT
2
Trek de zoeker helemaal uit.
•De Spanningsindicator gaat branden en de
camcorder staat aan.
STEL DE DIOPTRIE IN
3
Verschuif de dioptrieregelaar totdat de aanduidingen
in de zoeker scherp zijn.
STARTEN
PAUSE
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Zet op “”
of “5S”.
12 NE
STARTEN
(vervolg)
Bevestigen van een statief
BRENG IN LIJN EN ZET VAST
1
Breng de schroef van het statief in lijn met de
statiefaansluiting op de camera. Draai de schroef aan.
LET OP:
Bij gebruik van een statief moet u deze goed
openen en de poten geheel uittrekken zodat de
camcorder stabiel op het statief staat. Voorkom
beschadiging van het toestel door het omvallen
en gebruik daarom geen klein of niet-stevig
statief.
Om de camcorder aan te zetten, dient u eerst
de Spanningsschakelaar op een andere
bedieningsfunctie dan “OFF” (uit) te zetten.
Vervolgens trekt u de zoeker helemaal uit of
klapt u de LCD-monitor open. Wanneer u de
Spanningsschakelaar verdraait moet u
tegelijkertijd de vergrendeltoets indrukken.
Vergrendeltoets
AM
schakelaar
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
5
S
Spanningsindicator
L
P
SpanningsschakelaarBedienings-
Afhankelijk van de stand waarin u de
Bedieningsschakelaar heeft gezet zal er in de
linker bovenhoek “F.AUTO” of “MANUAL”
verschijnen.
F . AUTO
PAUSE
Op “ ”
NE13
Bedieningsfunctie
Door de Spanningsschakelaar en de Bedieningsschakelaar
te verdraaien kunt u de meest geschikte bedieningsfunctie
kiezen volgens de onderstaande tabel:
Stand Spanningsschakelaar/Bedieningsschakelaar
Geschikt voor standaardopnamen
Opname van
beelden van
5 seconden:
5S
Stelt u in staat om op te nemen in
“clips” van 5 seconden om de
actie gaande te houden. Schakel
de Handbediening in. Echter, de
scherpstelling en de belichting
zijn hetzelfde als bij
volautomatische bediening en het
is niet mogelijk om met de
MENU/SET menu-instellingen te
wijzigen.
Weergave:
Stel deze functie in om een
opname te bekijken.
Z blz. 42 – 49.
OFF (uitge-
Stand van de Spanningsschakelaar
schakeld)
Volautomatisch:
Handmatig:
Stand Bedieningsschakelaar
Voor het uitschakelen van de
camcorder. De scherpstelling en
belichting worden met de schijf
in deze stand automatisch op
“AUTO” gesteld.
Voor opname ZONDER speciale
effecten en geen handmatige
instellingen. Geschikt voor
standaardopname.
U kunt diverse opnamefuncties
van de menu’s gebruiken. Stel de
handmatige functie in indien u
speciale effecten wilt voor een
creatievere opname dan in
vergelijking met de
volautomatische functie.
Functie
STARTEN
MANUAL
PAUSE
Ingesteld op “ ”
(Wanneer de
Spanningsschakelaar
op “5S” is gezet, zal
de aanduiding
“MANUAL”
knipperen.)
Wanneer de Spanningsschakelaar op “” is
gezet, zullen deze aanduidingen niet
verschijnen.
14 NE
OPEN/EJECT schakelaar
START/STOP toets
AM
Vergrendeltoets
Spanningsindicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
L
P
OPNAME
Basisopname
OPMERKING:
De hieronder vermelde instellingen dienen reeds te zijn
gemaakt. Maak deze instellingen indien nog niet
uitgevoerd.
●
Spanning (Z blz. 6)
●
Instellen van de opnamefunctie (Z blz. 10)
●
Instellen van de handgreep (Z blz. 11)
●
Instellen van de zoeker (Z blz. 11)
PLAATS EEN CASSETTE
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en
klap het deksel open totdat dit in-klikt. De houder zal
automatisch openen.
Plaats een cassette en druk op “PUSH HERE” om de
cassettehouder te sluiten.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt
de houder automatisch verder in het mechanisme
getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het
mechanisme is getrokken alvorens de cassetteafdekking te sluiten.
A
5
S
Opnemen terwijl u het beeld in de zoeker
bekijkt
Bedieningsschakelaar
Opnameindicatielampje
(Licht op tijdens
opname.)
Spanningsschakelaar
ACTIVEER DE
2
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Let er op dat de LCD monitor helemaal dicht en
vergrendeld is. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”
of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op
“” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt
houdt. Trek de zoeker helemaal uit.
•De lens-afdekking zal open gaan, de
Spanningsindicator zal oplichten en de camcorder
gaat in de Opnamestandbyfunctie.
•De scène waarop u richt wordt in de zoeker
getoond met “PAUSE” erover getoond.
START DE OPNAME
3
Druk op START/STOP.
•“” wordt tijdens de opname in de zoeker
getoond.
START/STOP toets
Resterende bandtijd
25 min
min
(Telt nu)
90 min
89 min
3 min
2 min
(knippert)
1 min
(knippert)
0 min
(knippert)
NE15
STOP DE OPNAME
4
Druk nog een keer op START/STOP om de opname
te stoppen.
•De camcorder schakelt weer in de
opnamestandbyfunctie.
OPMERKINGEN:
●
Het beeld wordt niet tegelijk op de LCD-monitor en in
de zoeker getoond. Er zal geen beeld op de LCDmonitor verschijnen wanneer de zoeker geheel is
uitgetrokken. Opname is niet mogelijk met zowel de
LCD-monitor geopend als de zoeker uitgetrokken.
Tijdens interface-opname (Z blz. 17) verschijnt het
beeld echter tegelijk op de LCD-monitor en in de
zoeker.
●
De cassettehouder kan uitsluitend worden geopend
wanneer een spanningsbron is aangesloten.
●
Na het openen van de cassette-afdekking duurt het
mogelijk even eer de houder opent. Forceer de houder
niet.
●
De resterende tijd die in de zoeker wordt getoond is bij
benadering.
●
De benodigde tijd voor het bepalen van de resterende
bandtijd en de nauwkeurigheid varieert mogelijk
afhankelijk van de geplaatste cassette.
●
“TAPE END” zal worden getoond indien het eind van de
cassette is bereikt. De spanning zal vervolgens
automatisch worden uitgeschakeld indien u de
camcorder 5 minuten in deze toestand laat. “TAPE END”
wordt tevens getoond indien u een cassette plaatst die
reeds geheel is opgespoeld.
●
Wanneer de Opnamestandbyfunctie 5 minuten
onveranderd ingeschakeld blijft, zal de camcorder
zichzelf automatisch uitzetten. Om de camcorder weer
aan te zetten Duwt u de zoeker in en trekt u hem weer
uit, of doet u de LCD-monitor dicht en weer open.
●
De tijdcode wordt onderbroken en er worden mogelijk
fouten bij het monteren gemaakt indien er een leeg
gedeelte tussen opgenomen scènes op de band is.
Vervolg daarom een opname vanaf het laatst
opgenomen punt op de band. Zie “Opname op een
gedeeltelijk reeds opgenomen band” (Z blz. 19).
●
Tijdens opname hoort u geen geluid via de luidspreker.
U moet een los verkrijgbare hoofdtelefoon met de
hoofdtelefoonaansluiting verbinden indien u het geluid
tijdens opname wilt beluisteren. Het geluid wordt dan
met het voor weergave ingestelde volume weergegeven.
●
Om het Opname-indicatielampje uit te zetten tijdens de
opname dient u de bladzijden 28 en 30 te raadplegen.
OPNAME
16 NE
OPNAME
Basisopname (vervolg)
180°
START/STOP toets
Bedieningsschakelaar
90°
Vergrendeltoets
AM
Spanningsindicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
Opnemen terwijl u het beeld op de LCDmonitor bekijkt
Voer stap 1 uit alvorens de volgende stappen uit te voeren
(Z blz. 14).
ACTIVEER DE
2
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Let er op dat de zoeker weer geheel ingeschoven
wordt. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”.
Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “”
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Klap de LCD monitor helemaal open.
•De lens-afdekking zal open gaan, de
Spanningsindicator zal oplichten en de camcorder
gaat in de Opnamestandbyfunctie.
•De scène waarop u richt wordt op de LCD-monitor
getoond met “PAUSE” erover getoond.
START DE OPNAME
3
Kantel de LCD-monitor omhoog/omlaag al naar
gelang het beste zicht (Z blz. 17) en druk op START/STOP.
•“” wordt tijdens de opname in de LCD-monitor
getoond.
STOP DE OPNAME
4
Druk nogmaals op START/STOP.
•De camcorder schakelt weer in de
opnamestandbyfunctie.
OPMERKINGEN:
●
Bij gebruik van de LCD-monitor buitenshuis in het
directe zonlicht, zal het beeld soms moeilijk te zien zijn.
Gebruik in dat geval de zoeker (Z blz. 14).
●
Om het Opname-indicatielampje uit te zetten tijdens de
opname dient u de bladzijden 28 en 30 te raadplegen.
●
Zie blz. 15 voor verdere opmerkingen.
Opnameindicatielampje
(Licht op tijdens
opname.)
Zelfopname
MENU/SET
keuzeschijf
NE17
Journalistenopname
Bepaalde situaties vragen om een ander
opnameperspectief om bijvoorbeeld het effect te
versterken.
OPEN DE LCD-MONITOR
1
Controleer dat de LCD-monitor geheel geopend is.
KANTEL DE LCD-MONITOR
2
Kantel de LCD-monitor in de gewenste richting.
•De LCD-monitor kan bijna een hele cirkel worden
gedraaid (270°: 90° omlaag, 180° omhoog).
Interface-opname
Een persoon die wordt gefilm kan zichzelf in de LCDmonitor bekijken. U kunt tevens uzelf opnemen en
tegelijkertijd het resultaat op de LCD-monitor in de gaten
houden.
KANTEL DE LCD-MONITOR OMHOOG
1
Open de LCD-monitor en kantel 180 graden omhoog
zodat deze naar voren is gericht.
•Het beeld op de monitor wordt op z’n kop gezet.
Als de zoeker op dit moment uitgetrokken is, zal
deze ook aan gaan.
START DE OPNAME
2
Richt de lens naar het op te nemen onderwerp (uzelf
voor zelfopname) en start de opname.
•Tijdens interface-opname (zelfopname) worden
uitsluitend de “bandtransport-indicator” en
waarschuwingen (Z blz. 72, 73) getoond; deze
worden omgekeerd als spiegelbeeld op het display
getoond maar worden echter niet omgekeerd
opgenomen.
OPMERKING:
De resterende bandtijdindicator wordt niet getoond
tijdens zelfopname. Wanneer er nog slechts 2 minuten
bandtijd resteert zal de indicator echter wel verschijnen:
(knippert)
(knippert) (knippert)
Regelen van de helderheid
U kunt de helderheid van het display instellen door
MENU/SET te verdraaien.
OPNAME
BRIGHT
– – – – –
6
– – – – –
STEL DE HELDERHEID IN
1
Verdraai MENU/SET totdat de indicator voor de
helderheid verplaatst en de helderheid voor het
display als gewenst is.
•De aanduiding voor de helderheid verschijnt op het
display.
•Wanneer de zoeker uitgetrokken wordt, is het ook
mogelijk de helderheid daarvan te regelen.
18 NE
Inzoomen (T: tele)
D
T
1X
W
T
W
Digitaal
zoombereik
10X (optisch)
zoombereik
D
T
W
10X
D
T
20X
W
Uitzoomen (W: groothoek)
D
T
10X
W
Zoombereik bij benadering
Motorzoomhendel
D
T
40X
W
Zoomdisplay
OPNAME
T
W
FUNCTIE:
Zoomen
DOEL:
In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen
Basisopname (vervolg)
van een beeld.
HANDELING:
Inzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “T”.
Uitzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “W”.
n Het zoomen wordt sneller uitgevoerd naarmate u de
motorzoomhendel harder naar een andere stand drukt.
OPMERKINGEN:
●
Scherpstellen is misschien niet mogelijk tijdens het
zoomen. U moet in dat geval de zoom tijdens de
opnamestandbyfunctie instellen, de scherpstelling
handmatig instellen en vergrendelen (Z blz. 37) en
dan tijdens opname in- of uitzoomen.
●
Tijdens de volautomatische funcite (met de
Bedieningsschakelaar op “ ” gedrukt), kunt u tot
maximaal 40X zoomen. Met Handbediening (met de
Bedieningsschakelaar op
100X zoomen of tot 10X met gebruik van de
optische zoom.
●
Zoomen met een sterkere vergroting dan 10X gebeurt
op digitale wijze, en we noemen het daarom digitaal
zoomen.
●
De beeldkwaliteit is bij het digitaal zoomen iets
minder.
●
De digitale zoom kan niet worden gebruikt met
functies waarbij de beelden op digitale wijze worden
verwerkt (Beeld Wipe/overgangsfunctie, Zblz. 32,
Video Echo, Zblz. 35 enz.).
●
Macro-opnamen (tot 5 cm vanaf het onderwerp) zyn
mogelijk wanneer de motorzoomhendel geheel naar
“W” is gedrukt. Zie ook “TELE MACRO” in het
Systeem Menu op bladzijde 30.
“ ”
), kunt u tot maximaal
AM
Bedieningsschakelaar
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
P
5
S
Spanningsindicator
Spanningsschakelaar
NE19
OPMERKING: Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
Tijdcode
Tijdens opname wordt een tijdcode op de band aangebracht. Met deze code kunt u de plaats van een
opgenomen scène op de band tijdens weergave controleren.
Indien u de opname vanaf een blanco gedeelte start, begint de tijdcode met “00:00:00” (minuten/
seconden/beeld). Indien u vanaf een reeds opgenomen gedeelte start, zal de tijdcode vanaf het laatste
tijdcodenummer verder lopen.
U heeft een tijdcode nodig voor het monteren van meerdere scènes in een willekeurige volgorde
(Z blz. 56 – 61). De tijdcode wordt onderbroken indien er tijdens opname halverwege de cassette een
blanco gedeelte wordt gevonden. Bij het daarna voortzetten van de opname start de tijdcode weer vanaf
“00:00:00”. Er zullen in dat geval mogelijk tijdcodes worden aangebracht die reeds bij de hiervoor
opgenomen scènes zijn gebruikt. Voer onder de volgende gevallen de handelingen uit van “Opname op
een reeds gedeeltelijk opgenomen band” (zie hieronder) zodat er geen lege gedeelten op de band komen.
•Indien u na weergave van een opgenomen
cassette de opname op deze cassette wilt
vervolgen.
•Indien u de spanning tijdens opname
uitschakelt.
•Indien u een cassette tijdens opname verwijdert
en weer terugplaatst.
•Indien u verder op een gedeeltelijk opgenomen
cassette wilt opnemen.
•Indien u op een leeg gedeelte tussen opnamen
TC
op de cassette wilt opnemen.
•Indien u na opname van een scène de opname
vervolgt en de cassette-afdekking werd
geopend/gesloten.
Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
1. Start de weergave van de band om het punt vanaf waar u wilt opnemen op te zoeken. Schakel daar de
stilbeeldweergavefunctie in (Z blz. 43).
2. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “” of
op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt en begin op te nemen.
OPMERKINGEN:
●
De tijdcode kan niet worden teruggesteld.
●
Tijdens het snel door- en terugspoelen zal de aanduiding van de tijdcode mogelijk niet soepel lopen.
Display
12 : 34 : 24
Tijdcode wordt tijdens
weergave getoond.
Minuten
Seconden
Beelden
(25 beelden = 1 seconde)
OPNAME
Wanneer er blanco gedeelten op een cassette zijn
Tijdcode
05:43:21
Opname stoppunt
Opname startpunt
Cassetteband
Tijdcode
00:00:00
Opname startpunt
Juiste manier van opnemen
Tijdcode
05:43:21
Opname startpuntOpname stoppunt
Cassetteband
Tijdcode
00:00:00
Opname startpunt
Tijdcode
00:00:00
Tijdcode
05:44:00
Nieuw opgenomen scèneBlancoReeds opgenomen scène
Laatste scèneNieuwe scèneReeds opgenomen scène
20 NE
AM
Bedieningsschakelaar
MENU/SET
keuzeschijf
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
REC MODE
WIDE MODEOFF
ZOOM
DIS
GAIN UP
SELF-TIMER
FLASH
4
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
END
INDICATIONON
ON SCREENOFF
DATE / TIME
4
RETURN
Display
AUTO
AUTO
OFF
OFF
0FLASH ADJ.
SP
40X
ON
AGC
OFF
AUTO
– – – – –6– – – – –
DATE/TIME
ONDISPLAY
25 . 12 . 99
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
Functiemenu
Datum/tijd-menu
16 :
40
Spanningsindicator
OPNAME
Geavanceerde functies
Tonen van de datum en tijd tijdens opname
Met de Bedieningsschakelaar op “ ”, kunt u kiezen of u
de datum en tijd tijdens opname wilt tonen of niet. De
datum en tijd moeten natuurlijk reeds zijn ingesteld indien
u deze wilt tonen (“Instellen van datum/tijd” Z blz. 8).
Stel “DISPLAY” van het datum/tijd-menu op “ON” om de
datum te tonen. De datum en tijd worden altijd getoond
wanneer de Bedieningsschakelaar naar “” is gedrukt.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” of op “5S”,
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE
MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te
verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het
functiemenu zal verschijnen.
OPEN HET DATUM/TIJD-MENU
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “TO
DATE/TIME MENU” te verplaatsen. Druk op de schijf
en het datum/tijd-menu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
5
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar
“DISPLAY” te verplaatsen. Druk op de schijf.
STEL DE FUNCTIE IN
6
Doorloop de beschikbare instellingen van de
gekozen functies door MENU/SET te verdraaien. Stop
wanneer de gewenste instelling wordt getoond. Druk
op de schijf en de opgelichte balk verplaatst
vervolgens automatisch naar “RETURN”.
SLUIT HET OPNAMEMENU
7
Druk tweemaal op MENU/SET. Het instellen is klaar
en het menu verdwijnt.
OPMERKINGEN:
●
Verbind de camcorder met een TV en stel “ON
SCREEN” van het datum/tijd-menu op “ON”. Het
display verschijnt nu op het scherm van de aangesloten
TV.
●
Zelfs als “ON SCREEN” (in beeld) op “ON” (aan) is
gezet, zullen de aanduidingen toch van de TV
verwijderd worden als “INDICATION” (aanduiding) op
“OFF” (uit) is gezet (Z blz. 21).
AM
Bedieningsschakelaar
MENU/SET
keuzeschijf
Display
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
REC MODE
WIDE MODEOFF
ZOOM
DIS
GAIN UP
SELF-TIMER
FLASH
4
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
– – – – –6– – – – –
END
DATE/TIME
INDICATIONON
ON SCREENOFF
DATE / TIME
4
RETURN
Vergrendeltoets
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
AUTO
AUTO
OFF
OFF
0FLASH ADJ.
SP
40X
ON
AGC
OFF
AUTO
ONDISPLAY
25 . 12 . 99
16 :
40
C
F
A
F
M
O
E
R
A
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
Functiemenu
Datum/tijd-menu
NE21
LCD Monitor/Zoeker aanduidingen
U kunt de aanduidingen op de LCD monitor en in de
zoeker naar keuze laten verschijnen of verdwijnen.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” of op “5S”
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE
MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te
verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het
functiemenu zal verschijnen.
OPEN HET DATUM/TIJD MENU
4
Verplaats de oplichtende balk naar “TO DATE/TIME
MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te
verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het datum/tijd
menu zal verschijnen.
KIES FUNCTIE
5
Verplaats de oplichtende balk naar “INDICATION”
door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien en druk
deze vervolgens in.
STEL DE FUNCTIE PARAMETERS IN
6
Rol langs de beschikbare instellingen voor de
geselecteerde functies door de MENU/SET
keuzeschijf te verdraaien en stop wanneer de
gewenste verschijnt.
OFF: Om de aanduidingen te laten verdwijnen
ON: Om de aanduidingen te laten verschijnen.
Druk dan op de keuzeschijf en de balk zal
automatisch naar “RETURN” gaan.
SLUIT HET OPNAMEMENU
7
Druk twee keer op de MENU/SET keuzeschijf. U bent
nu klaar en het menu zal verdwijnen.
OPMERKINGEN:
●
Het is niet mogelijk de transportindicator “
waarschuwingen en dergelijke van de LCD monitor of
zoeker te verwijderen. Zie bladzijde 72 en 73 voor de
aanduidingen die eventueel verwijderd kunnen worden.
●
Als “INDICATION” is ingesteld via het opnamemenu,
zal dezelfde instelling gelden voor “INDICATION”
onder het weergavemenu (Z blz. 45).
444
” en
OPNAME
22 NE
Bedieningsschakelaar
AM
START/STOP toets
Vergrendeltoets
SNAPSHOT
(momentopname) toets
Display
MANUAL
PAUSE
5S MODE
MANUAL
PAUSE
5S MODE
Gaat in de 5 Seconden Overgangsfunctie
over in het nieuwe beeld
REC
444
Na 5 seconden
REC
444
Spanningsschakelaar
Spanningsindicator
R
E
A
M
5
A
C
F
F
O
Y
A
L
P
Opname-stand-by
OPNAME
Scene (5 seconden opname)
Neem een vakantie of een belangrijke gebeurtenis in clips
van 5 seconden op om de actie erin te houden.
1
2
S
3
Om een momentopname in de 5 Seconden OpnameFunctie te maken . . .
.... in plaats van bij stap 2 op START/STOP te drukken,
OPMERKINGEN:
●
●
Beeldovergangen bij de 5 Seconden Opname Functie
Zet “SCENE” op “5SD” via het systeemmenu (Z blz. 28,
30) en bij stap 1 zal de aanduiding “5SD MODE”
verschijnen. Neem een clip van 5 seconden op en het
beeld aan het eind van de clip zal worden opgeslagen. Als
u de volgende clip binnen 5 minuten opneemt, zal de
vorige scène vloeiend in de nieuwe scène overgaan.
•Als u de stroom uitschakelt raakt u het opgeslagen beeld
Geavanceerde functies (vervolg)
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ” en zet
vervolgens de Spanningsschakelaar op “5S” terwijl u
de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker
helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
•“5S MODE” verschijnt in beeld.
BEGIN DE 5S FUNCTIE OPNAME
Druk op START/STOP. Het opname-indicatielampje
gaat branden en er zal een piepsignaal klinken om aan
te geven dat de opname begint. Na 5 seconden gaat
de camcorder weer in de Opnamestandbyfunctie.
•Als u nog een keer, binnen 5 seconden nadat de
opname is begonnen, op START/STOP drukt, zal de
opnamestandbyfunctie niet ingeschakeld worden.
•Als u START/STOP ingedrukt houdt, zal de opname
doorgaan tot u START/STOP loslaat.
BEEINDIGEN VAN DE 5S FUNCTIE
Zet de Spanningsschakelaar op “” of “OFF”.
dient u SNAPSHOT MODE zo vaak als nodig is in te
drukken tot de gewenste aanduiding voor
momentopname in beeld verschijnt, waarna u op
SNAPSHOT drukt. De camcorder neemt dan een
stilbeeld op van 5 seconden (Z blz. 24). Wanneer
“SCENE” is ingesteld op “ANIM.” (Z blz. 28, 30), is
deze mogelijkheid niet beschikbaar.
Wanneer “SCENE” op “ANIM.” staat in het Systeem
Menu, is de hele 5 Seconden Opname Functie niet
beschikbaar. In plaats daarvan wordt er een animatieopname gemaakt van een clip van 1/3 seconde
(Z blz. 28, 30).
Terwijl de 5-seconden opnamefunctie in werking is,
kunt u geen Fade/Wipe effecten (Z blz. 33) of
Programma AE met speciale effecten (Z blz. 35)
uitvoeren. Wanneer u echter “SCENE” onder het
systeemmenu op “5SD” zet (Z blz. 30), kunt u wel de
Oplos-overgang blijven gebruiken (zie hieronder).
kwijt.
Bedieningsschakelaar
START/STOP toets
Vergrendeltoets
Display
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
REC MODE
WIDE MODEOFF
ZOOM
DIS
GAIN UP
4
SELF-TIMER
FLASH
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
END
MANUAL
MANUAL
AUTO
AUTO
OFF
OFF
SP
40X
ON
AGC
ON
AUTO
– – – – –6– – – – –
PAUSE
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
0FLASH ADJ.
Functiemenu
– – –
Na 15 seconden
35 min
PS
DEC 25’99
PM 5:30
Tijdens de opname
REC
444
6w
MENU/SET
keuzeschijf
Spanningsindicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Zelfontspanner
aanduiding
NE23
Zelfontspanner
Wanneer de camcorder klaar is gezet, kan de cameraman
op een natuurlijker manier deel worden van de op te
nemen scène, wat de perfecte afwerking geeft aan een
gedenkwaardige opname.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” of “5S” terwijl
u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker
helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
•U kunt de LCD-monitor maximaal 180 graden
kantelen zodat de monitor naar voren is gericht en
u uzelf tijdens de zelfopname op de monitor kunt
bekijken de zoeker moet echter zijn ingedrukt.
OPEN HET OPNAME MENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE
MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te
verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het
functiemenu zal verschijnen.
STEL DE ZELFONTSPANNER IN
4
Verplaats de opgelichte balk naar “SELF-TIMER” door
de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de
keuzeschijf in en de parameter zal oplichten.
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf tot “ON”
verschijnt. Druk de keuzeschijf twee keer in om het
opnamemenu te verlaten.
STEL DE ZELFONTSPANNER IN WERKING
5
Druk op START/STOP.
•Na 15 seconden zal er een pieptoon klinken en zal
de opname beginnen.
STOP DE OPNAME MET DE ZELFONTSPANNER
6
Druk op START/STOP.
•De camcorder gaat weer in de opnamestandbyfunctie.
BEËINDIGEN VAN DE WERKING VAN
7
DE ZELFONTSPANNER
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of zet de
Spanningsschakelaar op “OFF”. De instelling voor de
zelfontspanner keert dan weer vanzelf terug naar
“OFF”.
Om een momentopname te maken met de zelfontspanner . . .
.... dient u bij stap 5 op SNAPSHOT te drukken in plaats
van START/STOP. Daarna zal de camcorder in de
opnamestandbyfunctie gaan.
OPNAME
Wanneer START/STOP of
SNAPSHOT wordt
ingedrukt zal het opnameindicatielampje als
aangegeven veranderen:
Begint te knipperen
(de zelfontspanner
begint te lopen)
Knippert snel
(de opname zal
¥¥
zo beginnen)
Na ongeveer 15 seconden.
Stopt met
knipperen en
blijft branden
(de opname
4
begint)
24 NE
AM
Bedieningsschakelaar
Spanningsindicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
SNAPSHOT MODE
(momentopnamefunctie)
toets
PIN-UP
Pin-Up functie*
FRAME
Snapshotfunctie
met lijst*
FULL
Snapshotfunctie
zonder lijst*
OPNAME
Vergrendeltoets
SNAPSHOT (momentopname)
toets
Display
FULL
Momentopnamefunctie
PHOTO
Tijdens de momentopname
MULTI-4
Multi-Analyzer 4
MULTI-9
Multi-Analyzer 9
* :Tijdelijke blackout
en geluidseffect
van het sluiten van
een sluiter wordt
tezamen met het
beeld opgenomen.
Geavanceerde functies (vervolg)
Momentopname
Gebruik uw camcorder net als een normale fotocamera en
neem een momentopname, of schiet er een paar achter elkaar.
MOMENTOPNAME FUNCTIE SELECTIE
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet
vervolgens de Spanningsschakelaar op “” terwijl
u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker
helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
KIES DE MOMENTOPNAMEFUNCTIE
2
Kies de geschikte opnamefunctie uit de 5
momentopnamefuncties door op SNAPSHOT MODE te
drukken. Druk zo vaak als nodig is op SNAPSHOT MODE
tot de gewenste opnamefunctie indicator getoond wordt.
MOMENTOPNAME OPNEMEN
NEEM EEN MOMENTOPNAME OP
1
Druk op SNAPSHOT.
•Wanneer de “ ” flits-klaar indicator verschijnt, zal er
geflitst worden.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder in de
Opnamestandbyfunctie staat . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen en zal
er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld
worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de
Opnamestandbyfunctie zal terugkeren.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder aan het
opnemen is . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen en zal
er gedurende ongeveer 5 seconden een stilbeeld
worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de
Opname-stand zal terugkeren.
Motordrive-functie
Als u SNAPSHOT ingedrukt houdt, krijgt u ongeveer hetzelfde
effect als bij een serie foto’s die met een motor-drive werd
gemaakt. (Er zit ongeveer 1 seconde tussen de stilbeelden.) De flits
zal alleen afgaan bij de eerste opname uit de serie (
Annuleren van het geluid van de sluiter . . .
..... Stel BEEP/TALLY in het systeemmenu op “OFF” (Z blz. 28,
30) indien u het geluid van de sluiter niet wilt horen. Het
geluid wordt dan niet via de luidspreker weergegeven maar
wel op de band opgenomen.
OPMERKINGEN:
●
Zelfs als “MULTI-4” of “MULTI-9” ingeschakeld is, zal een
momentopname worden uitgevoerd met gebruikmaking van het
volle beeld (FULL) als er digitaal gezoomd wordt. De flitser zal
echter niet afgaan.
●
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding
“PHOTO” gaan knipperen wanneer er op SNAPSHOT wordt gedrukt.
●
Zelfs als de Programmabelichting met speciale effecten
(Z blz. 34) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van de
Programmabelichting met speciale effecten niet werken
wanneer u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal
gaan knipperen in zo’n geval.
●
Alle momentopname functies zijn ook beschikbaar tijdens weergave.
Het nagebootste geluid van de sluiter zal dan echter niet klinken.
●
Om het rode-ogen effect voor de gefotografeerde persoon te
verminderen zie
●
Wanneer een kabel of een hoofdtelefoon is aangesloten op de
AV OUT uitgangsaansluiting, zal het geluid van de sluiter niet
hoorbaar zijn, maar wel op de cassette worden opgenomen.
Z
blz. 26.
Z blz. 26).
Vergrendeltoets
AM
START/STOP toets
Bedieningsschakelaar
Spanningsindicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
NE25
Meervoudige scherm weergavefunctie
Het scherm wordt verdeeld in 9 rechthoeken met in elk
daarvan de scène waar u de camera op richt. Dit 9voudige beeld kan op de band worden opgenomen.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet
vervolgens de Spanningsschakelaar op “” of
op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
ACTIVEER DE MEERVOUDIGE SCHERM
2
WEERGAVEFUNCTIE
Druk op MULTI SCREEN.
[Spanningsschakelaar: “”]
Als u op MULTI SCREEN drukt tijdens een opname . . .
.... zal het scherm worden verdeeld in 9
rechthoeken die op de band zullen worden
opgenomen.
[Spanningsschakelaar: “” of “5S”]
Als u op MULTI SCREEN drukt in de
opnamestandbyfunctie . . .
.... zal het scherm worden verdeeld in 9
rechthoeken. Druk op START/STOP om een
opname te maken in 9 rechthoekjes.
Om terug te keren naar het normale scherm . . .
.... dient u nog een keer op MULTI SCREEN te drukken.
OPMERKINGEN:
●
Het is niet mogelijke het Menuscherm te openen in de
meervoudige scherm functie.
●
De multi-scherm functie is niet beschikbaar tijdens
digitaal zoomen.
●
De meervoudige scherm weergavefunctie is ook
mogelijk tijdens weergave.
OPNAME
MULTI SCREEN toets
Meervoudige scherm weergavefunctie
C
F
A
F
M
E
R
A
5
S
OPNAME
Momentopname Flits (Auto Flash)
Wanneer de camcorder op Volautomatisch is gezet, of in de
Handbediening met “FLASH” onder het Functiemenu op “AUTO”
of “AUTO
onderwerp te donker is ( zal in beeld verschijnen) wanneer u
een momentopname neemt in de Opnamestandbyfunctie. Door
onder het Functiemenu de flitser aan of uit te zetten met “FLASH”
“ON” of “OFF” kunt u zelf bepalen of de flitser af zal gaan of niet.
Om het rode ogen-effect bij het onderwerp van de opname te
verminderen, verdient het aanbeveling de instelling “FLASH”
(flitser) op “AUTO
automatisch afgaan wanneer het donker wordt.
1
2
3
26 NE
Bedieningsschakelaar
Vergrendeltoets
SNAPSHOT
(momentopname) toets
Display
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
AUTO
AUTO
OFF
OFF
0FLASH ADJ.
MENU/SET keuzeschijf
Spanningsindicator
O
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
4
REC MODE
WIDE MODEOFF
ZOOM
DIS
GAIN UP
SELF-TIMER
4
FLASH
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
END
SP
40X
ON
AGC
ON
AUTO
– – – – –6– – – – –
Functiemenu
5
Flits-sensor
6
Flitser
OPMERKINGEN:
●
Flits niet op korte afstand van personen.
●
De flitser zal niet werken bij gebruik van de Multi-Analyser 4 en Multi-Analyser 9 functie (Z blz. 24).
●
De flitser zal niet afgaan wanneer u de flitser uit “OFF” heeft gezet via het Functiemenu en ook niet wanneer de resterende
accuspanning erg laag geworden is. Bovendien zal de flitser niet afgaan wanneer hij via het Functiemenu op “AUTO” is
ingesteld terwijl GAIN UP uit “OFF” is gezet (
effecten op “TWILIGHT” is gezet (
●
Wanneer u een aantal momentopnamen snel achter elkaar maakt (Motor-drive functie), zal de flits alleen maar bij de eerste
opname afgaan.
●
Om te compenseren voor het feit dat flitsopnamen vaak bleker uitvallen dan de werkelijkheid, maakt de camcorder de
geflitste momentopnamen automatisch wat donkerder. Wanneer u echter een momentopname wilt maken van een
onderwerp dat zich buiten het bereik van de flitser (ongeveer 2 meter) bevindt, moet u eraan denken dat u de flitser uit
(“OFF”) zet omdat anders het beeld te donker zal worden.
●
Afhankelijk van de verlichting op de achtergrond, zoals fluorescentie (TL) of halogeen lampen, kan de kleur van toon
(kleurtemperatuur) veranderen.
●
Wanneer u de lichtopbrengst van de flitser wilt regelen, dient u “Regelen van de lichtopbrengst van de flitser” (Z blz. 27)
te raadplegen.
●
Terwijl de flitser aan het opladen is zal de aanduiding in beeld knipperen en zal, als u toch afdrukt, de flits niet afgaan.
Het is mogelijk dat u de flitser kunt horen opladen, dit duidt echter niet op een storing. Dit geluid zal niet worden
opgenomen. Het kan tot tien seconden duren voordat de flitser is opgeladen.
Z
blz. 34).
Z
Als in het functiemenu “AUTO ” is geselecteerd . . .
..... de Rode-ogen reductie indicator zal oplichten en u kunt
blz. 29) en ook niet wanneer de Programmabelichting met speciale
Geavanceerde functies (vervolg)
” gezet, zal de flits automatisch afgaan als het
” te zetten. In deze functie zal de flitser
ZET DE CAMCORDER IN DE
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet
vervolgens de Spanningsschakelaar op “
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker
helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
Als de Bedieningsschakelaar op “ ” staat . . .
..... gaat u naar stap 6.
Als de Bedieningsschakelaar op “ ” staat . . .
..... gaat u naar stap 2.
OPEN HET OPNAMEMENU
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door
de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de
keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
SELECTEER EEN FUNCTIE
Draai MENU/SET, verplaats de balk in beeld naar “FLASH”
en druk MENU/SET in.
SELECTEER DE FUNCTIE INSTELLINGEN
Verdraai MENU/SET om de gewenste parameter op het scherm
te krijgen
(“AUTO”, “ON”, “OFF” of “AUTO ”)
druk de keuzeschijf vervolgens in. De gekozen parameter zal
stoppen met knipperen en de instelling is voltooid. Druk op
MENU/SET. Het normale scherm verschijnt weer.
MAAK UW MOMENTOPNAME
Druk op SNAPSHOT.
op SNAPSHOT drukken. De flits zal nu twee keer afgaan. De
eerste flits zorgt ervoor dat de pupillen van de ogen van uw
onderwerp zich sluiten zodat het door het netvlies
gereflecteerde licht van de tweede flits, waarmee de
momentopname gemaakt wordt, minder snel zal leiden tot
rode ogen van het onderwerp op de opname.
” of “5S”
en
AM
Bedieningsschakelaar
MENU/SET
keuzeschijf
Display
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
FLASH ADJ.
TO MODE MENU
END
MANUAL
2
Vergrendeltoets
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
AUTO
AUTO
OFF
OFF
0FLASH ADJ.
AUTO
AUTO
OFF
OFF
2
C
F
A
F
M
O
E
R
A
5
S
Opnamemenu
Spanningsindicator
NE27
Regelen van de lichtopbrengst van de
flitser
Wanneer u een momentopname maakt (Z blz. 24) in het
donker zal de camcorder flitsen (Z blz. 26) en de
lichtopbrengst van de flitser automatisch regelen. U kunt
de lichtopbrengst ook zelf regelen. Wanneer u de
flitsopnamen te licht of te donker vindt, kunt u de
lichtopbrengst van de flitser met de hand instellen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” of op “5S”,
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de
zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor
helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
SELECTEER EEN FUNCTIE
3
Verdraai MENU/SET, zet de opgelichte balk op
“FLASH ADJ.” (flitser regelen) en druk de keuzeschijf
in. De parameter gaat knipperen.
REGEL DE LICHTOPBRENGST VAN DE
4
FLITSER
Door MENU/SET naar boven te draaien wordt de
lichtopbrengst naar boven bijgesteld en door MENU/SET naar beneden te draaien, naar beneden.
•Het instelbereik gaan van –3 t/m +3.
ACTIVEREN VAN DE INGESTELDE
5
LICHTOPBRENGST
Druk twee keer MENU/SET in. U heeft nu de
lichtopbrengst van de flitser met de hand ingesteld en
het normale scherm verschijnt weer.
OPMERKINGEN:
●
Wanneer de accu leeg raakt, of wanneer de flitser
uitgezet is in het functiemenu (“FLASH” “OFF”), kan de
“FLASH ADJ.” instelling niet meer veranderd worden.
●
Wanneer u het onderwerp of de locatie voor de
momentopnamen verandert, vergeet u dan niet om de
instelling van de lichtopbrengst van de flitser weer terug
op 0 te zetten, zoals beschreven bij stap 4 en een
momentopname te maken om de nieuwe instelling te
controleren. Hierna kunt u weer de lichtopbrengst naar
eigen inzicht wijzigen.
OPNAME
28 NE
Bedieningsschakelaar
Vergrendeltoets
4
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
TO MODE MENU
END
4
REC MODE
WIDE MODE OFF
ZOOM
DIS
GAIN UP
SELF-TIMER
FLASH
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
END
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
TO MODE MENU
4
END
Display
MANUAL
AUTO
OFF
OFF
0FLASH ADJ.
SP
40X
ON
AGC
OFF
AUTO
6– – – – –
– – – – –
INDICATION ON
ON SCREEN OFF
4
DATE / TIME
4
RETURN
Datum/tijd-menu
TELE MACRO
4
SCENE
BEEP / TALLY
WIND CUT
SOUND MODE
ID NUMBER
DEMO. MODE
4
RETURN
MANUAL
AUTO
OFF
OFF
0FLASH ADJ.
Normale scherm
MENU/SET keuzeschijf
Spanningsindicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
Functiemenu
DATE/TIME
ONDISPLAY
25 . 12 . 99
40
16 :
SYSTEM MENU
OFF
5S
ON
OFF
32kHz
06
OFF
Systeemmenu
– – – – –
SP
40X
ON
AGC
OFF
AUTO
6– – – – –
REC MODE
WIDE MODE OFF
ZOOM
DIS
GAIN UP
SELF-TIMER
FLASH
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
4
END
OPNAME
R
A
5
S
: 30
Geavanceerde functies (vervolg)
Gebruik van het menu voor gedetailleerde
instellingen
Deze camcorder heeft een gemakkelijk te gebruiken inbeeldmenu voor het vereenvoudigen van het maken van
gedetailleerde instellingen voor de camcorder.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de
Spanningsschakelaar op “” of op “5S”, terwijl u
de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker
helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar de
gewenste functie te verplaatsen.
• Verplaats de opgelichte balk naar “END” en ga naar stap 7
wanneer de gewenste instelling niet op het menuscherm
wordt getoond.
MAAK DE GEWENSTE INSTELLINGEN
4
Druk MENU/SET in. De procedure die u moet volgen
hangt af van de functie die u kiest.
Als u “FOCUS”, “EXPOSURE”, “W.BALANCE”, “FADER/
WIPE”, “P.AE/EFFECT” of “FLASH ADJ.” kiest . . .
..... zie de bijbehorende bladzijden (FOCUS: Z blz. 37,
EXPOSURE: Z blz. 38, W.BALANCE: Z blz. 40,
FADER/WIPE: Z blz. 31, P.AE/EFFECT: Z blz. 34,
FLASH ADJ.: Z blz. 27) en volg elke procedure
vanaf stap 4.
Als u “TO MODE MENU” kiest . . .
..... zal het functiemenu verschijnen. Ga naar stap 5.
SELECTEER FUNCTIE PARAMETERS IN
5
HET FUNCTIEMENU
Verdraai MENU/SET, verplaats de opgelichte balk naar
de gewenste functie en druk de keuzeschijf in.
Als u een andere functie selecteert dan “TO DATE/TIME
MENU” of “TO SYSTEM MENU” . . .
.....
zullen de instellingen voor alle functies gaan
knipperen. Verdraai de MENU/SET keuzeschijf tot de
gewenste instelling verschijnt. Ga door naar stap 7.
Als u “TO DATE/TIME MENU” selecteert . . .
.....
zal het datum/tijd-menu verschijnen. Ga door naar stap 6.
Als u “TO SYSTEM MENU” selecteert . . .
.....
zal het systeemmenu verschijnen. Ga door naar stap 6.
KIES DE WAARDEN VOOR HET DA-
6
TUM/TIJD-MENU OF SYSTEEMMENU
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar de
gewenste functie te verplaatsen en druk op de schijf.
Met “DATE/TIME” gekozen . . . Z blz. 8
Met andere functies gekozen . . .
..... verdraai MENU/SET totdat de gewenste waarde
verschijnt en druk vervolgens op de schijf. De
opgelichte balk verplaatst vervolgens automatisch
naar “RETURN”. Ga naar stap 7.
SLUIT HET MENUSCHERM
7
Druk de MENU/SET keuzeschijf zo vaak als nodig is in
om terug te keren naar het normale scherm.
NE29
Uitleg van opnamemenu
FOCUSZie “Scherpstellen” (Z blz. 36, 37).
EXPOSUREZie “Belichtingsregeling” en “Diafragmavergrendeling” (Z blz. 38, 39).
W.BALANCEZie “Instellen van de witbalans” en “Gebruik van de handmatige witbalans” (Z blz. 40, 41).
FADER/WIPEZie “Fade/Wipe effecten” (Z blz. 31 – 33).
P.AE/EFFECTZie “Programma AE met speciale effecten” (Z blz. 34, 35).
FLASH ADJ.Zie “Regelen van de lichtopbrengst van de flitser” (Z blz. 27).
TO MODE MENU
Zie “Uitleg van functiemenu” hieronder.
Uitleg van Functiemenu
REC MODEVoor het instellen van de opnamefunctie (SP of LP) naar wens (Z blz. 10).
WIDE MODEOFFKies “OFF” wanneer u “SQUEEZE” en “CINEMA” beide niet wilt gebruiken.
SQUEEZE
CINEMA Er worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd. Tijdens weergave op
ZOOM10XDoor “10X” in te stellen bij gebruik van de digitale zoom, zal de zoomvergroting naar 10x
40XVoor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te
100XVoor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te
DISVoor het stabiliseren van trillende beelden veroorzaakt door het bewegen van de camera,
GAIN UPAGCWordt automatisch geactiveerd bij de volautomatische functie. Het beeld is helder maar
SELF-TIMERZie “Zelfontspanner” (Z blz. 23).
FLASHZie “Momentopname Flits (Auto Flash)” (Z blz. 26).
TO DATE/TIME MENU
TO SYSTEM MENU
ON
OFF
AUTODe sluitertijd wordt automatisch ingesteld (1/25 — 1/200 sec.). Opname van een onderwerp
OFFVoor het opnemen van donkere scènes zonder de helderheid van het beeld te veranderen.
Zie “Uitleg van datum/tijd-menu” (Z blz. 30).
Zie “Uitleg van systeemmenu” (Z blz. 30).
: Fabrieksinstelling
Voor weergave op TV's met een aspectverhouding van 16:9. Het beeld wordt vergroot om
het scherm zonder vervorming te vullen.
verschijnt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze
functie. Het beeld wordt in verticale richting vergroot bij weergave/opname op een 4:3 TV/
LCD-monitor/zoeker.
een breedbeeld-tv, worden de zwarte balken onder en boven op het scherm verwijderd en
krijgt het scherm de 16:9 verhouding. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor
gebruik van deze functie. Bij weergave/opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker worden
zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd en wordt het beeld met een 16:9
brievenbus bioscoopverhouding getoond.
worden gesteld en de digitale zoom worden uitgeschakeld.
vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 40 keer digitaal
zoomen.
vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 100 keer digitaal
zoomen.
vooral bij een sterke vergroting.
OPMERKINGEN:
Een juiste stabilisatie is waarschijnlijk onmogelijk indien de camcorder te veel wordt
●
bewogen of onder de volgende omstandigheden:
•
Bij het opnemen van onderwerpen die verticale of horizontale strepen hebben.
• Bij het opnemen van donkere of vage onderwerpen.
• Bij het opnemen van onderwerpen die sterk van achteren zijn belicht.
• Bij het opnemen van scènes die in verschillende richtingen bewegen.
• Bij het opnemen van scènes waarvan de achtergrond een laag contrast heeft.
●
Schakel de beeldstabilisator uit wanneer u de camcorder op een statief heeft geplaatst.
●
De “ ” indicator verschijnt knipperend wanneer de stabilisator niet kan worden
gebruikt.
ietwat ruwer.
bij weinig licht met een sluitertijd van 1/25 levert een helderder beeld dan met de AGC
functie ingesteld. De bewegingen van het onderwerp lopen echter niet soepel of natuurlijk.
” wordt getoond wanneer deze functie is ingesteld.
“
OPNAME
30 NE
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Uitleg van datum/tijd-menu
INDICATIONONZorgt ervoor dat alle aanduidingen in de camcorder verschijnen (Z blz. 21).
OFFZorgt ervoor dat de aanduidingen (met uitzondering van de transportindicator,
ON SCREENOFFDe aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen niet op het scherm
ONDe aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen op het scherm van de
DISPLAYONDe instelling voor de datum/tijd wordt met de camcorder getoond (Z blz. 20).
OFFDe instelling voor de datum/tijd wordt niet met de camcorder getoond.
DATE/TIMEVoor het instellen van de huidige datum en tijd (Z blz. 8).
waarschuwingen, enz.) in de camcorder verschijnen (Z blz. 21).
van de aangesloten TV.
aangesloten TV.
Uitleg van systeemmenu
TELE MACRONormaliter is de afstand tot een onderwerp waarbij de lens in focus is afhankelijk van
SCENE5SZ blz. 22.
BEEP/TALLYONHet opname-indicatielampje licht op bij het starten van een opname.
WIND CUTOFFDe functie voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis wordt
SOUND MODE 32 kHzStelt u in staat stereogeluid op vier verschillende kanalen op te nemen en wordt
ID NUMBERU heeft dit cijfer nodig wanneer u de camcorder middels de J aansluiting (JLIP) met een computer
DEMO. MODEOFFDe automatische demonstratie wordt niet uitgevoerd.
OFF
ON
5SDZ blz. 22.
ANIM.Stelt u in staat een clip op te nemen van 1/3 seconde. Door een onbeweeglijk
ONVoor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis.
48 kHzVoor opname van het stereo-geluid op twee gescheiden geluidssporen.
verbindt. De cijfers lopen van 01 t/m 99. Bij het verlaten van de fabriek is 06 ingesteld.
ONVoor het demonstreren van diverse functies, bijvoorbeeld Programma AE met speciale
de zoomvergroting. Tenzij het onderwerp op meer dan 1 meter afstand is, zal de
scherpstelling niet juist zijn wanneer geheel is ingezoomd. Met “ON” gekozen kunt u
een onderwerp zo groot als u wilt opnemen tot een afstand van ongeveer 60
centimeter.
• Afhankelijk van de zoompositie zal de lens mogelijk niet scherpstellen.
onderwerp op te nemen en de positie daarvan te veranderen tussen de verschillen de
opnames door, kunt het bij het afspelen doen lijken alsof het onderwerp beweegt
(Z blz. 22).
Het geluidssignaal zal klinken wanneer de stroom wordt in- of uitgeschakeld en aan
het begin en het eind van een opname. Ook gebruikt om het sluiter-geluidseffect te
activeren (Z blz. 24).
Zelfs al is het tijdens de opname niet te horen, het gesimuleerde geluid van de sluiter
zal wel op de band worden opgenomen.
uitgeschakeld.
•“” wordt getoond.
• De kwaliteit van het geluid verandert. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
aanbevolen wanneer u gaat audio-dubben.
effecten, enz. en het controleren van de werking van deze functies. De demonstratie
start wanneer “DEMO. MODE” op “ON” is gesteld en het opnamemenu is gesloten.
OPMERKINGEN:
●
De demonstratie kan niet worden gestart indien er een cassette in de camcorder is
geplaatst.
●
“DEMO. MODE” wordt automatisch op “OFF” gesteld wanneer u de camcorder
uitschakelt.
: Fabrieksinstelling
AM
START/STOP
toets
Bedieningsschakelaar
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
Display
WIPE– SHUTTER
P
?
R
RANDOM
OFF
W
H
FADER– WHITE
B
K
FADER– BLACK
FADER–MOSAIC
B W
FADER– B.W
PAUSE
AUTO
AUTO
OFF
OFFP. AE
FADER – WHITE]
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
4
FADER
/ WIPE
/ EFFECT
TO MODE MENU
END
FADER / WIPE
4
SEL.
MANUAL
W
H
[Voorbeeld:
Fade-in
Spanningsindicator
0FLASH ADJ.
MENU/SET
keuzeschijf
Opnamemenu
FADER/WIPE Menu
NE31
Fade/wipe-effecten
BELANGRIJK:
Wanneer bepaalde functie van de Programma belichting
met speciale effecten (Z blz. 34) geactiveerd zijn, kunnen
bepaalde overgangseffecten niet gebruikt worden. Als u
een Fade/wipe-effect selecteert dat onder de huidige
omstandigheden niet gebruikt kan worden, zal de
indicator knipperen.
Met deze effecten krijgt u een professionele overgang
tussen scènes. Gebruik de effecten bijvoorbeeld voor een
dramatischere overgang naar de volgende scène of het
versoepelen van de overgangen tussen scènes.
KIEZEN VAN EFFECT
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” terwijl u de
vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker
helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET “FADER/WIPE” MENU
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar
“FADER/WIPE” te verplaatsen en druk op de schijf.
KIES HET EFFECT
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar het
gewenste effect te verplaatsen en druk op de schijf.
•Het FADER/WIPE Menu verdwijnt en het effect is
gekozen. De indicator van het gekozen effect
verschijnt.
FADE/WIPE-KEUZE
(, , , , , , , ,
, en )
Een scène zal opkomen op een zwart, wit of zwart/wit
scherm (Fade-in of Wipe-in); of verdwijnen, een zwart, wit
of zwart/wit scherm achterlatend (Fade-out of Wipe-out).
Fade of Wipe werkt wanneer u begint met opnemen of
wanneer u stopt met opnemen.
Voer de hierboven beschreven stappen 1 t/m 4 uit voor
het uitvoeren van de volgende stap.
START OF STOP DE OPNAME
5
Druk op START/STOP om de fade-in/out of wipe-in/
out uit te voeren.
OPMERKING:
Z
blz. 32.
OPNAME
Fade-out
32 NE
Einde van voorgaande scène
[Voorbeeld:
Binnen 5 minuten . . .
START/STOP toets
WIPE – SCROLL]
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
KIEZEN VAN BEELD WIPE OF OPLOSSEN
(, , , , , en
)
Combineer de functies voor beeld wipe en oplossen voor
professionele overgangen tussen scènes. Er zijn 6 beeld
wipe-effecten en 1 effect voor het oplossen van een beeld.
Beeld wipe en oplossen begint bij het starten van de
opname.
Voer stappen 1 t/m 4 uit van blz. 31 voordat u de
volgende stap uitvoert.
LEG SCENE IN GEHEUGEN VAST
5
Activeer de opnamestandbyfunctie.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamefunktie
gekozen . . .
.... druk op START/STOP wanneer de eerste scène
eindigt. Het eindpunt van de scène wordt in het
geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandbyfunktie gekozen . . .
.... druk op START/STOP om de opname te starten
en druk nogmaals op deze toets wanneer de
eerste scène eindigt. Het eindpunt van de scène
wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandbyfunktie gekozen maar na het uitvoeren van een
beeld wipe/oplossen . . .
.... het punt waar de scène eindigt is reeds in het
geheugen vastgelegd.
Wipe-in
START DE OPNAME
6
Wanneer u binnen 5 minuten na het eind van de
voorgaande opname een opname van een nieuwe
scène start (zonder de spanning van de camcorder
eerst te hebben uitgeschakeld) zal de voorgaande
scène met een wipe-out worden uitgeregeld en de
nieuwe scène worden getoond.
OPMERKINGEN:
●
U kunt de tijdsduur voor een fade of wipe verlengen
door START/STOP ingedrukt te houden.
●
Indien de spanning wordt uitgeschakeld na opname van
een scène, zal het eindpunt uit het geheugen worden
gewist. De functies voor beeld wipe en oplossen kunnen
derhalve dan niet worden gebruikt en de indicator voor
beeld wipe/oplossen zal nu knipperen. Neem een
nieuwe scène op maar schakel de spanning na afloop
van de scène niet uit. Vergeet niet dat de spanning
tevens automatisch wordt uitgeschakeld indien de
opnamestandbyfunctie langer dan 5 minuten is
geactiveerd.
●
Het geluid van het eind van de laatst opgenomen scène
wordt niet vastgelegd.
Fader/wipe-menu
NE33
Menu
FADER — WHITE
(WHITE FADER)
FADER — BLACK
(ZWARTE FADER)
FADER — MOSAIC
(MOZAÏEK FADER)
FADER — B.W
(ZWARTE & WHITEFADER)
WIPE — CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE — WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE — SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE — DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE — SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE — SHUTTER
(SLUITER WIPE)
DISSOLVE
(OPLOSSEN)
WIPE — CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE — WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE — SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE — DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE — SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE — SHUTTER
(SLUITER WIPE)
RANDOM
(WILLEKEURIGE FADER)
Effect
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een wit scherm.
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een zwart scherm.
Fade in of uit met een mozaïek-effect over het gehele scherm.
Een fade-in vanuit een zwart/wit scherm naar een gekleurd scherm of
een fade-out vanuit een gekleurd scherm naar een zwart/wit scherm.
Een wipe-in op een zwart scherm vanaf de rechterbovenhoek naar
de linkeronderhoek, of een wipe-out vanaf de linkeronderhoek naar
de rechterbovenhoek tot een zwart scherm.
De scène start in het midden van een zwart scherm en verloopt
geleidelijk naar de hoeken of komt vanuit de hoeken op en verloopt
geleidelijk naar het midden.
Een wipe-in vanaf rechts naar links of een wipe-out vanaf links naar
rechts.
Een wipe-in als twee helften van een zwart scherm die naar links en
rechts als een deur openen, of een wipe-out vanaf de linker- en
rechterkant waardoor de scène wordt bedekt en een zwart scherm
wordt getoond.
De scène komt vanaf de onderkant op en verloopt naar de bovenkant
van een zwart scherm, of verloopt vanaf de bovenkant naar de
onderkant naar een zwart scherm.
Een wipe-in vanaf de boven- en onderkant naar het midden van een
zwart scherm, of een wipe-out vanaf het midden naar de boven- en
onderkant van een zwart scherm.
De tweede scène komt geleidelijk op terwijl de eerste scène
geleidelijk verdwijnt.
De tweede scène komt vanaf de rechterbovenhoek naar de
linkeronderhoek over de eerste scène op.
De tweede scène komt geleidelijk vanuit het midden van het scherm
naar de hoeken op en bedekt de eerste scène.
De tweede scène komt geleidelijk vanaf rechts naar links over de
eerste scène op.
De eerste scène verloopt vanaf het midden naar de rechter- en
linkerkant van het scherm als een deur die wordt open gedrukt
waarachter de volgende scène ligt.
De tweede scène komt vanaf de onderkant van het scherm naar de
bovenkant op en bedekt de eerste scène.
De nieuwe scène komt vanaf het midden van het scherm naar de
boven- en onderkant op en bedekt de eerste scène.
Met deze functie geactiveerd wordt willekeurig een effect voor de
overgang gekozen (uit , , , , , , en).
De functie voor beeld wipe/oplossen kan niet worden gebruikt.
OPNAME
34 NE
AM
Bedieningsschakelaar
MENU/SET
keuzeschijf
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
4
P. AE
/ EFFECT
TO MODE MENU
END
P. AE / EFFECT
B/W
4
SEL.
Display
AUTO
AUTO
OFF
OFF
TWILIGHT
SEPIA
MONOTONE
CLASSIC FILM
STROBE
1
SLOW 4X
2
SLOW 10X
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
0FLASH ADJ.
C
A
M
E
R
A
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
P.AE/EFFECT menu
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Programma AE met speciale effecten
BELANGRIJK:
Bepaalde speciale effecten van het programma AE kunnen
niet worden gebruikt indien reeds bepaalde fade- of wipeeffecten (Z blz. 33) zijn geactiveerd. Het symbool van
een effect knippert wanneer u het kiest maar dit effect niet
kan worden gebruikt.
U kunt een van de volgende effecten uit het P.AE/EFFECT
menu kiezen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” terwijl u de
vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker
helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET “P.AE/EFFECT” MENU
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar
“P.AE/EFFECT” te verplaatsen en druk op de schijf.
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar het
gewenste effect te verplaatsen en druk op de schijf.
•Het P.AE/EFFECT menu verdwijnt en het effect van
de gekozen functie is ingesteld. Het symbool van de
gekozen functie verschijnt.
ANNULEREN VAN EFFECT
5
Roep het P.AE/EFFECT menu weer op en verplaats de
opgelichte balk naar “OFF” door MENU/SET te
verdraaien indien u de gekozen functie wilt
annuleren. Druk vervolgens op de schijf.
OPMERKING:
U kunt het programma AE met speciale effecten zowel
tijdens opname als opnamestandby veranderen.
PAUSE
De indicator voor de gekozen functie verschijnt en het
effect van de gekozen functie is ingesteld.
SHUTTER
(Variabele
sluitersnelheid)
NE35
CLASSIC FILM
(Klassieke film)
1/50–De sluitertijd is op 1/50ste seconde gesteld.
De zwarte balk die normaliter verschijnt bij
opname van een TV-scherm wordt nu smaller.
1/100–De sluitertijd is op 1/100ste seconde
gesteld. Het flikkeren bij opname met
neonverlichting of een kwiklamp wordt
verminderd.
1/250, 1/500–Deze tijden kunt u gebruiken voor
het beeld-voor-beeld opnemen van snel
bewegende onderwerpen zodat de normale
weergave later levendig en slow-motion beelden
stabiel zijn. Des te sneller de sluitertijd, des te
donkerder het beeld. Gebruik daarom uitsluitend
bij een goede verlichting.
TWILIGHT
(Schemerlicht)
Voor een natuurgetrouwe opname van
avondscènes.
De witbalans (Z blz. 40) wordt normaliter op
gesteld. Met schemerlicht gekozen zal de
scherpstelling automatisch op ongeveer 10 meter
tot oneindig worden gesteld. U moet handmatig
scherpstellen op onderwerpen die binnen
10 meter van de lens liggen.
SEPIA (Sepia)
Uw opname krijgen een bruinachtige gloed,
netzoals bij oude foto’s. Gebruik dit effect in
combinatie met de bioscoopfunctie voor een
nostalgische opname.
De opgenomen scènes krijgen een licht
stroboscoopeffect.
STROBE
Uw opnamen zien er uit als een aantal
opeenvolgende stilbeelden.
(Stroboscoop)
SLOW (Langzame sluiter)
Voor een heldere opname van donkere
onderwerpen of zelfs helderder dan bij natuurlijke
verlichting.
SLOW 4X
De sluitertijd wordt op 1/12,5 ste seconde gesteld
voor het viermaal versterken van de gevoeligheid.
SLOW 10X
De sluitertijd wordt op 1/5 de seconde gesteld
voor het 10 maal versterken van de gevoeligheid.
OPMERKINGEN:
●
Met “SLOW” krijgen de beelden een
stroboscoopachtig effect.
●
Gebruik “SLOW” uitsluitend in donkere ruimtes.
●
De aanduidingen voor handmatige
scherpstelling en flitser verschijnen mogelijk
wanneer u “SLOW” gebruikt.
●
Stel handmatig scherp indien het beeld niet
scherp is. Gebruik indien mogelijk bij voorkeur
een statief.
OPNAME
MONOTONE (Zwart/wit)
Uw opname is zwart/wit net zoals bij oude
bioscoopfilms. Gebruik tezamen met de
bioscoopfunctie voor een sterker effect van een
nostalgische “klassieke film”.
VIDEO ECHO
(Videoecho)
Het beeld krijgt een “schaduw” voor fantasievolle
opnamen.
36 NE
Gedeelte voor scherpstelling
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Scherpstellen (focus)
AUTOMATISCHE SCHERPSTELLING
Het autofocus-systeem van de camcorder kan normaliter
doorlopend scherpstellen op onderwerpen die dichtbij
liggen (tot 5 cm afstand) tot oneindig. Onder de volgende
omstandigheden wordt echter niet juist scherpgesteld (en
moet u handmatig scherpstellen):
•Wanneer twee onderwerpen elkaar overlappen in
dezelfde scène.
•Wanneer de scène onderbelicht is.*
•Wanneer het onderwerp geen contrast heeft (geen
verschil tussen donker en licht), bijvoorbeeld een vlakke,
één-kleurige muur of heldere, blauwe lucht.*
•Wanneer een donker onderwerp nauwelijks in de zoeker
zichtbaar is.*
•Wanneer de scène kleine patronen of identieke patronen
bevat die regelmatig worden herhaald.
•Indien de scène door de zon of via reflecterend licht van
water of een ander onderwerp wordt belicht.
•Bij opname van een onderwerp met een achtergrond die
een sterk contrast heeft.
* Wanneer de volgende waarschuwingen voor laag
contrast knipperen: , , en .
OPMERKINGEN:
●
Indien de lens vuil of wazig is, zal niet juist kunnen
worden scherpgesteld. Houd de lens daarom schoon of
reinig met een zachte doek indien nodig. Wanneer er
condens op de lens is gevormd, moet u de condens met
een zachte doek wegvegen of even wachten totdat het is
verdampt.
●
Bij het opnemen van een onderwerp dat dicht bij de
lens is, moet u eerst uitzoomen (Z blz. 18). Indien u
met de automatisch scherpstellingsfunctie inzoomt, kan
de camcorder namelijk automatisch, afhankelijk van de
afstand tussen het onderwerp en de camcorder, gaan
uitzoomen. Indien “TELE MACRO” (Z blz. 30) is
geactiveerd, zal de camcorder niet automatisch
uitzoomen.
AM
Bedieningsschakelaar
NE37
HANDMATIGE SCHERPSTELLING
OPMERKING:
U heeft reeds de vereiste instellingen gemaakt (Z blz.11).
Zo niet, maak dan eerst deze instellingen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” of op “5S”,
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de
zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor
helemaal open.
MENU/SET
keuzeschijf
Display
4
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
TO MODE MENU
END
FOCUS
FOCUS
P
Spanningsschakelaar
MANUAL
AUTO
OFF
OFF
0FLASH ADJ.
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “FOCUS”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte
balk naar “FOCUS” te verplaatsen en druk vervolgens
de keuzeschijf in.
KIES DE HANDMATIGE SCHERPSTELLING
4
Verdraai MENU/SET zodat “MANUAL” wordt
getoond en druk op de schijf. Het Opnamemenu
verdwijnt en “FOCUS” wordt in de linkerbovenhoek
getoond. De scherpstelling is op dit punt vergrendeld.
STEL SCHERP
5
Op een veraf liggend onderwerp . . .
.... draai MENU/SET naar boven. “ ” verschijnt en
knippert. Ga naar stap 6.
Op een dichtbij liggend onderwerp . . .
.... draai MENU/SET naar beneden. “ ” verschijnt
en knippert. Ga naar stap 6.
STOP HET HANDMATIG SCHERPSTELLEN
6
Druk op MENU/SET. Er is nu op het onderwerp
scherpgesteld. De “FOCUS” aanduiding verandert nu
naar “MANUAL”.
•Herhaal vanaf stap 2 wanneer u de scherpstelling
wilt veranderen.
Weer instellen van de automatische scherpstelling . . .
.... verdraai MENU/SET zodat “AUTO” wordt getoond en
druk in stap 4 op de schijf. De indicators voor de
handmatige scherpstelling verdwijnen. U kunt ook de
Bedieningsschakelaar naar “ ” drukken.
OPMERKINGEN:
●
De “AUTO” automatische scherpstelling wordt weer
geactiveerd bij het inschakelen nadat de spanningsschijf
naar “OFF” werd gedrukt.
●
Stel bij gebruik van de handmatige functie scherp met
de lens geheel naar T (telelens) gesteld. Indien u
scherpstelt met de schakelaar op W (groothoek) zal het
beeld niet scherp zijn wanneer u daarna inzoomt omdat
de scherptediepte bij langere brandpuntafstanden
namelijk vermindert.
●
“ ” of “” knippert wanneer de scherpstelling niet
verder of dichterbij kan worden gesteld.
OPNAME
38 NE
AM
Bedieningsschakelaar
Tegenlichtcompensatietoets [BACK LIGHT]
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
Display
FOCUS
4
EXPOSUREMANUAL
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
/ EFFECT
TO MODE MENU
END
EXP.
6
EXP.
0
EXP.
6
Belichtingsindicator
Spanningsindicator
AUTO
AUTO
OFF
OFFP. AE
0FLASH ADJ.
MENU/SET
keuzeschijf
Opnamemenu
Donkerder beeld
Helderder beeld
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Belichtingsregeling
Deze functie stelt automatisch het diafragma in voor een optimale
beeldkwaliteit. U kunt indien gewenst de belichting ook
handmatig instellen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de
Spanningsschakelaar op “
vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit,
of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “EXPOSURE”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte balk
naar “EXPOSURE” te verplaatsen en druk vervolgens de
keuzeschijf in.
OPEN DE BELICHTINGSREGELING
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om “MANUAL” op het
scherm te laten verschijnen en druk vervolgens de
keuzeschijf in. Het opnamemenu zal verdwijnen. “EXP.” en
de opgelichte balk op de belichtingsindicator worden op het
scherm getoond.
STEL DE BELICHTING IN
5
Voor een helderder beeld . . .
..... draai MENU/SET omhoog. De belichtingsindicator
verhoogt (maximaal +6).
Ga naar stap 6.
Voor een donkerder beeld . . .
..... draai MENU/SET omlaag. De belichtingsindicator
verlaagt (maximaal –6).
Ga naar stap 6.
STOP HET HANDMATIG INSTELLEN VAN DE
6
BELICHTING
Druk op MENU/SET. De belichting is nu ingesteld.
De “EXP.” aanduiding verandert nu naar “MANUAL” en de
opgelichte balk van de belichtingsindicator dooft.
• Herhaal stap 2 voor het terugstellen van de belichting.
Weer instellen van de automatische belichting . . .
..... Verdraai in stap 4 MENU/SET zodat “AUTO” wordt getoond
en druk op de keuzeschijf. De belichtingsindicator dooft. U
kunt ook de Bedieningsschakelaar naar “
weer de volautomatische functie te activeren.
OPMERKINGEN:
●
De handmatige belichtingsregeling wordt naar “AUTO”
teruggesteld wanneer u de spanningsschakelaar naar “OFF” drukt.
●
Stel de belichting handmatig in onder de volgende
omstandigheden:
•
Wanneer het onderwerp tegenbelicht wordt of wanneer de
achtergrond te helder is.
•
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond
opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de
sneeuw.
•
Wanneer de achtergrond te donker is of het onderwerp te licht.
Om het onderwerp snel lichter te maken . . .
..... kunt u op BACK LIGHT drukken. De aanduiding wordt
getoond en het onderwerp zal lichter worden gemaakt. Als u
nog een keer op dezelfde toets drukt, zal de aanduiding
verdwijnen en zal het onderwerp weer net zo belicht worden
als voorheen. De waarde die aangegeven wordt door de
belichtingsindicator plus 2 is het tegenlichtcompensatieniveau. Het maximale compensatie-niveau is +6.
Tegenlichtcompensatie kan ook worden toegepast wanneer
de Bedieningsschakelaar op “
” of op “5S”, terwijl u de
” staat.
” drukken om
AM
Vergrendeltoets
Bedieningsschakelaar
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
S
Spanningsindicator
P
NE39
Diafragmavergrendeling
Gebruik deze functie wanneer u een bewegend
onderwerp opneemt, bij het zoomen of wanneer de
afstand tussen de lens en het onderwerp verandert (oftewel
de afmetingen van het onderwerp op de LCD-monitor), of
wanneer u het helderheidsniveau wilt vergrendelen.
Vergrendel het diafragma wanneer het onderwerp zeer
dichtbij is. Het beeld zal niet donkerder worden wanneer
het onderwerp verder van de lens verplaatst.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” of op “5S”,
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de
zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor
helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “EXPOSURE”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte
balk naar “EXPOSURE” te verplaatsen en druk
vervolgens de keuzeschijf in.
OPEN DE BELICHTINGSREGELING
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om “MANUAL” op
het scherm te laten verschijnen en druk vervolgens de
keuzeschijf in. “EXP.” wordt op het scherm getoond.
OPNAME
MENU/SET
keuzeschijf
Display
FOCUS
EXPOSUREMANUAL
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
/ EFFECT
TO MODE MENU
4
END
EXP.
0 L
Diafragmavergrendelindicator
Spanningsschakelaar
AUTO
AUTO
OFF
OFFP. AE
0FLASH ADJ.
Opnamemenu
Diafragma
Het diafragma werkt zoals de pupillen van uw
ogen. In een goed verlichte ruimte verkleint de
pupil zodat er niet te veel licht in uw ogen komt.
Onder donkere omstandigheden vergroot de pupil
zodat er meer licht kan worden opgenomen.
CENTREER HET ONDERWERP EN
5
VERGRENDEL HET DIAFRAGMA
Stel de zoom in zodat het beeld de gehele LCDmonitor of zoeker vult. Houd MENU/SET langer dan 2
seconden ingedrukt. De belichtingsindicator en “ ”
verschijnen ten teken dat het diafragma is vergrendeld.
Druk op MENU/SET. De “EXP.” aanduiding in de
linkerbovenhoek verandert nu naar “MANUAL”.
Weer instellen van het automatische diafragma . . .
..... Verdraai in stap 4 MENU/SET zodat “AUTO” wordt
getoond en druk op de keuzeschijf. De belichtingsindicator en “ ” doven. U kunt ook de
Bedieningsschakelaar naar “ ” drukken om weer de
volautomatische functie te activeren.
OPMERKINGEN:
Vergrendel het diafragma onder de volgende omstandigheden:
●
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende
achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het
strand of in de sneeuw.
●
Wanneer u onderwerpen opneemt die door een spot
worden belicht.
●
Wanneer het onderwerp verder van de lens verplaatst.
●
Bij het zoomen.
Vergrendelen van de belichting en het diafragma . . .
..... Stel na stap 4 de belichting in door MENU/SET te
verdraaien. Vergrendel vervolgens het diafragma in stap 5.
Voor een automatische vergrendeling moet u MENU/SET
verdraaien zodat “AUTO” wordt getoond en vervolgens
in stap 4 op de keuzeschijf drukken. Het diafragma wordt
na ongeveer 2 seconden automatisch ingesteld.
40 NE
AM
Bedieningsschakelaar
MENU/SET
keuzeschijf
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
P
Spanningsschakelaar
5
S
Spanningsindicator
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Instellen van de witbalans
Een juiste witbalans zorgt voor een juiste reproductie van
de kleuren onder verschillende lichtomstandigheden. Een
juiste witbalans maakt een correctie zodat alle kleuren
natuurgetrouw worden getoond.
De witbalans wordt normaliter automatisch ingesteld. De
meer ervaren camcordergebruiker wil de witbalans echter
mogelijk handmatig instellen voor professionelere kleuren
en tint.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens
de Spanningsschakelaar op “” of op “5S”,
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de
zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor
helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “W.BALANCE”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om
“W.BALANCE” op het scherm te laten verschijnen en
druk vervolgens de keuzeschijf in.
Display
FOCUS
EXPOSUREAUTO
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
/ EFFECT
TO MODE MENU
4
END
FOCUS
EXPOSUREAUTO
4
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
/ EFFECT
TO MODE MENU
END
W . BAL .
AUTO
AUTO
AUTO
OFF
OFFP. AE
0FLASH ADJ.
AUTO
AUTO
OFF
OFFP. AE
0FLASH ADJ.
Opnamemenu
Instellen van de
witbalans
OPMERKING:
De witbalans kan niet worden ingesteld bij
gebruik van het sepia of zwart/wit effect
(Z blz. 35).
ROEP HET HANDMATIGE
4
WITBALANSMENU OP
Het Opnamemenu verdwijnt. De aanduiding
“W.BAL.” verschijnt in de linker bovenhoek en de
aanduiding van de op dit moment geselecteerde
functie zal ook getoond worden.
STEL DE FUNCTIE IN
5
Doorloop de beschikbare instellingen voor de
gekozen functie door MENU/SET te verdraaien. Stop
wanneer de gewenste instelling wordt getoond.
“AUTO”– De witbalans wordt automatisch ingesteld.
In de fabriek is de automatische functie
geactiveerd.
“”– Voor het opnemen van een onderwerp
waarvoor de witbalans reeds is ingesteld
(Z blz. 41).
“”–
Voor opname buitenshuis op een zonnige dag.
“”–
Voor opname buitenshuis op een bewolkte dag.
“”– Voor opname met gebruik van een videolamp
of een dergelijke verlichting.
STOP HET INSTELLEN VAN DE
6
WITBALANS
Druk wederom op MENU/SET. De witbalans is nu
ingesteld. “W.BAL.” dooft en “MANUAL” wordt
daarvoor in de plaats getoond.
Weer instellen van de automatische witbalans . . .
.... Kies in stap 5 “AUTO”. U kunt ook de
Bedieningsschakelaar naar “ ” drukken.
Wit papier
NE41
Gebruik van de handmatige witbalans
Stel de witbalans handmatig in bij opname met de
camcorder onder verschillende lichtbronnen of
omstandigheden met de handmatige functie “ ”
geactiveerd.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Voer stappen 1 t/m 5 van het instellen van de
witbalans uit (Z blz. 40), en kies “ MAN.”.
STEL DE WITBALANS HANDMATIG IN
2
Houd een vel wit papier voor het onderwerp. Zoom
of verplaats zodat het witte papier het scherm geheel
vult.
Vergrendeltoets
MENU/SET
keuzeschijf
Display
FOCUS
EXPOSUREAUTO
4
W. BALANCE
FADER
/ WIPE
/ EFFECT
TO MODE MENU
END
MANUAL
L
P
Spanningsschakelaar
AUTO
AUTO
OFF
OFFP. AE
0FLASH ADJ.
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
Instellen van de
handmatige witbalans
VOER DE INSTELLING IN
3
Druk op MENU/SET totdat begint te knipperen.
• stopt te knipperen wanneer de instelling is
gemaakt.
SCHAKEL DE FUNCTIE VOOR
4
HANDMATIGE WITBALANS UIT
Druk op MENU/SET. “W.BAL.” dooft en “MANUAL”
wordt daarvoor in de plaats getoond en uitsluitend de
handmatige witbalansindicator wordt getoond.
Veranderen van de tint voor opname . . .
.... Gebruik in stap 2 een vel gekleurd papier. De
witbalans wordt nu op basis van de kleur ingesteld
waardoor de tint wordt veranderd. Gebruik rood
papier voor dieper groen; blauw papier voor een
oranje-achtige tint; geel papier voor dieper paars.
OPMERKINGEN:
●
In stap 2 is het scherpstellen op een stuk wit papier
mogelijk moeilijk. U moet in dat geval handmatig
scherpstellen (Z blz. 37).
●
Een onderwerp kan onder diverse lichtomstandigheden
binnen worden opgenomen (natuurlijk licht,
neonlampen, kaarslicht, enz.). Daar de kleurtemperatuur
verschillend is afhankelijk van de lichtbron, zal de tint
verschillen afhankelijk van de witbalansinstelling.
Gebruik deze functie voor een natuurgetrouw resultaat.
●
De instelling voor de handmatige witbalans blijft in het
geheugen bewaard wanneer u de spanning uitschakelt
of de accu ontkoppelt.
OPNAME
42 NE
OPEN/EJECT
schakelaar
Vergrendeltoets
Weergavetoets/pauzetoets (
P
L
A
Terugspoeltoets
2
)
(
Spanningsschakelaar
Motorzoomhendel (VOL.)
Luidspreker
Aanduiding op LCD-monitor/in zoeker
A
5
S
Stoptoets (5)
4
/6)
Spanningsindicator
Y
O
F
F
C
A
Snel
M
E
R
doorspoeltoets
3
)
(
Bandtransportindicator
WEERGAVE
PLAATS EEN CASSETTE
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en
klap het cassette deksel open totdat dit inklikt. De
houder opent nu automatisch.
Doe een cassette in de houder en duw tegen “PUSH
HERE” om de cassette houder te sluiten.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
2
Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “”
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. De
Spanningsindicator licht op.
START DE WEERGAVE
3
Druk op 4/6. Het weergavebeeld verschijnt.
STOP DE WEERGAVE
4
Druk op 5.
Basisweergave
Snel door- of terugspoelen
Druk tijdens de stopfunctie op 2 om de band terug te
spoelen of op 3 om de band snel door te spoelen.
OPMERKINGEN:
●
Als de Stop-functie 5 minuten voortduurt met een accu als
stroomvoorziening, zal de camcorder zichzelf automatisch
uitschakelen. Om de camcorder weer aan te zetten, dient u
eerst de Spanningsschakelaar naar “OFF” te draaien en
vervolgens naar “”.
●
U kunt het afgespeelde beeld ook in de zoeker bekijken
(wanneer de zoeker uitgetrokken is), of op een aangesloten
TV (Z blz. 46, 47). De bediening van de camcorder is
hetzelfde als hier beschreven.
●
U kunt het weergavebeeld ook op de LCD-monitor bekijken
wanneer deze is omgedraaid en ingeklapt.
●
Aanduidingen op de LCD-monitor of in de zoeker:
•
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien door een
accu: de “” indicator voor resterende accuspanning
wordt op de LCD monitor getoond wanneer deze wordt
aangezet.
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien via het
gelijkstroomsnoer: “” zal niet getoond worden.
•
Er worden geen aanduidingen in de zoeker getoond
wanneer het bandtransport is gestopt.
●
Cassettes die op speciale wijze tegen kopiëren zijn
beschermd kunnen niet worden weergegeven. Het scherm
zal in dat geval blauw kleuren.
Volume regeling van de luidspreker (of
Hoofdtelefoon)
U kunt het volume van de luidspreker (of van een
hoofdtelefoon die aangesloten is op de
hoofdtelefoonaansluiting) regelen met de
motorzoomhendel.
STEL VOLUME IN
1
Voor het verhogen van het volume . . .
.... schuif de motorzoomhendel (VOL.) naar “+”.
Voor het verlagen van het volume . . .
.... schuif de motorzoomhendel (VOL.) naar “–”.
NE43
Weergavetoets/pauzetoets (
Terugspoeltoets
2
)
(
Stoptoets (5)
Vergrendeltoets
P
L
A
A
5
S
Spanningsschakelaar
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
Snel
doorspoeltoets
(3)
Spanningsindicator
4
/6)
FUNCTIE:
Stilbeeldweergave
DOEL:
Pauzeren tijdens weergave.
HANDELING:
1) Druk tijdens weergave op 4/6.
2) Druk nogmaals op 4/6 om de weergave voort te
zetten.
OPMERKINGEN:
●
De stopfunctie wordt automatisch ingesteld indien er
langer dan 3 minuten een stilbeeld met de camcorder
wordt getoond. De spanning van de camcorder wordt
automatisch uitgeschakeld indien de stopfunctie langer
dan 5 minuten is geactiveerd.
●
Wanneer
4
/6
ingedrukt is, is het mogelijk dat het beeld
niet onmiddellijk pauzeert omdat de camcorder het
beeld nog moet stabiliseren. Als u in deze tussentijd op
PAUSE
(6)
op de afstandsbediening drukt, zal de
camcorder in slow motion beginnen af te spelen. Dit
duidt echter niet op een storing.
FUNCTIE:
Snelzoeken
DOEL:
Met hoge snelheid in voor- of achterwaartse richting
zoeken.
HANDELING:
1) Druk op 3 voor versnelde weergave in
voorwaartse richting of op 2 voor versnelde
weergave in achterwaartse richting.
2) Druk op 4/6 om de normale weergave weer voort
te zetten.
OPMERKINGEN:
●
Houd tijdens weergave de 2 of 3 toets ingedrukt.
Het zoeken zal doorgaan zo lang u de toets ingedrukt
houdt. De normale weergave start weer als u de toets
loslaat.
●
Tijdens het zoeken met hoge snelheid krijgt het beeld
mogelijk een mozaïekachtig effect. Dit is normaal en
duidt niet op een defect.
WEERGAVE
FUNCTIE:
Vertraagde weergave
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U
afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 54).
FUNCTIE:
Beeld-voor-beeld weergave
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U
afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 54).
FUNCTIE:
Weergavezoom
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U
afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 54).
FUNCTIE:
Weergave-effecten
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U
afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 55).
44 NE
MENU/SET
keuzeschijf
32kHz MODE
SYNCHRO
INDICATION
DISPLAY
TIMECODE
4
END
Weergavemenu
Vergrendeltoets
Display
FULL SOUND48kHz MODE
SOUND1
0 . 0
ON
ON
OFF
P
L
A
Y
O
Spannings-
F
F
C
A
indicator
M
E
R
A
5
S
Spanningsschakelaar
FULL SOUND
SOUND1
SOUND2
FULL SOUND
SOUND1
SOUND2
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
WEERGAVE
Geavanceerde functies
Weergavemenu
Met het weergavemenu kunt u de volgende instellingen
maken:
Weergavegeluid (32 kHz, 48 kHz), Synchro Comp,
Aanduidingen, Display en Tijdcode. De volgende
handelingen zijn van toepassing op het maken van alle
instellingen uitgezonderd voor Synchro Comp (Z blz. 60,
61).
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “” terwijl u de
vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker
helemaal uit of klap de LCD-monitor helemaal open.
ROEP HET WEERGAVEMENU OP
2
Druk op MENU/SET. Het weergavemenu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar de
gewenste functie te verplaatsen. Druk op de
keuzeschijf om deze functie te activeren.
STEL DE FUNCTIE IN
4
Doorloop de beschikbare instellingen voor de
gekozen functie door MENU/SET te verdraaien. Stop
wanneer de gewenste instelling wordt getoond. Druk
vervolgens op MENU/SET en de opgelichte balk
verplaatst vervolgens automatisch naar “END”.
•Herhaal stappen 3 en 4 voor het instellen van
andere functies.
SLUIT HET MENU
5
Druk nogmaals op MENU/SET. Het menu verdwijnt.
4
32kHz MODE
SYNCHRO
INDICATION
DISPLAY
TIMECODE
END
FULL SOUND48kHz MODE
SOUND1
0 . 0
ON
ON
OFF
NE45
Weergavegeluid
Tijdens weergave bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Kies
indien gewenst echter het geluid dat u voor de weergave wilt gebruiken. (32 kHz is in de fabriek reeds
ingesteld op “SOUND 1” en 48 kHz is ingesteld op “FULL SOUND”.)
Opgenomen geluidDisplayWeergavegeluid
FULL SOUND
32 kHzSOUND 1Stereo-geluid
SOUND 2
FULL SOUND Stereo-geluid
48 kHzSOUND 1Geluid van linkerkanaal (“L”) wordt via beide kanalen weergegeven
SOUND 2Geluid van rechterkanaal (“R”) wordt via beide kanalen weergegeven
Wanneer u een cassette die met 32 kHz is opgenomen met een ander weergavegeluid wilt afspelen, moet u het
weergavemenu oproepen en in stap 3 van bladzijde 44 “32 kHz MODE” kiezen en instellen op “FULL SOUND”,
“SOUND 1” of “SOUND 2”. Volg dezelfde procedure bij gebruik van een cassette die met 48 kHz is opgenomen.
OPMERKINGEN:
●
U kunt het weergavegeluid ook veranderen met de AUDIO MONITOR toets van de bijgeleverde RM-V713U
afstandsbediening. (U hoeft in dit geval niet het weergavemenu op te roepen.) Controleer dat de afstandsbediening
naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder is gericht.
●
Tijdens weergave bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Het is
echter niet mogelijk om de geluidsfunctie tijdens het snel door- of terugspoelen te bepalen. Tijdens weergave wordt
de geluidsfunctie in de linkerbovenhoek getoond.
Display
Frames*
Seconden
DEC 25’98
PM 5:30
25 . 12 . 99
25 . 12 . 99
12 : 34 : 24
TC
Minuten
*25 frames = 1 seconde
12 : 34 : 24
TC
32kHz/SOUND1
12 : 34 : 24
TC
16 :
16 :
TIME CODE (Tonen van de tijdcode tijdens weergave)
U kunt de tijdcode tijdens weergave op het scherm tonen. Dit is vooral handig
tijdens het monteren van een band. Bij het verlaten van de fabriek is deze
functie op “OFF” gesteld. Om de functie te gebruiken moet u “TIME CODE”
WEERGAVE
van het weergave-menu kiezen en de instelling veranderen naar “ON”
(Z blz. 44).
ON– De tijdcode wordt op het scherm voor weergave getoond.
OFF– De tijdcode wordt niet getoond.
DISPLAY (Tonen van de datum tijdens weergave)
De datum wordt automatisch gescheiden van het videosignaal op de band
opgenomen indien de tijd is ingesteld. U kunt de datum tijdens weergave wel of
niet op het scherm tonen. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie op
“ON” gesteld. Wanneer u de datum niet wilt tonen moet u “DISPLAY” van het
weergavemenu kiezen en de instelling veranderen naar “OFF” (Z blz. 44).
ON– De datum wordt op het scherm voor weergave getoond.
OFF– De datum wordt niet getoond.
INDICATION (Tonen van de aanduidingen tijdens weergave)
U kunt de aanduidingen voor het weergegeven geluid, de tijdcode en de datum
laten verdwijnen. Deze functie heeft voorrang boven de “TIME CODE” en
40
“DISPLAY” instellingen via het weergavemenu. De fabrieksinstelling is “ON”
(aan). Om deze functie uit te schakelen, dient u “INDICATION” te selecteren
onder het weergavemenu en de instelling daar te veranderen (Z blz. 44).
OFF– De aanduidingen voor het weergegeven geluid, de tijdcode en de datum
worden niet getoond op het weergavescherm.
ON– De aanduidingen voor het weergegeven geluid, de tijdcode en de datum
worden wel getoond op het weergavescherm aan de hand van de
instellingen voor “TIME CODE” en “DISPLAY” onder het weergavemenu.
OPMERKING:
Als “INDICATION” is ingesteld onder het functiemenu, zal dezelfde instelling
40
zijn overgenomen onder het weergavemenu (Z blz. 28, 30).
46 NE
WEERGAVE
Basisverbindingen
Hier vindt u wat voorbeelden voor basisverbindingen. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van uw
videorecorder en TV voor het aansluiten.
A. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die uitsluitend compatibel is met
normale videosignalen
Gebruik de bijgeleverde audio-/videokabel (A/V-kabel) [ministekker naar RCA (tulp) stekker].
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels.
TV
Videorecorder
Kabeladapter
(bijgeleverd)
Wit naar AUDIO L
Rood naar AUDIO R
A/V-kabel [ministekker
naar RCA (tulp) stekker]
(bijgeleverd)
Naar de
AV OUT
aansluiting
Zet op CVBS
Naar TV of videorecorder
Geel naar VIDEO
Aansluitingafdekking*
B. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die compatibel is met Y/C signalen
Gebruik het meegeleverde Docking station, de Audio/Video (A/V) kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] en de
S-Video kabel.
Vastzetten op het Docking station
1 Zet de onderrand van de camcorder tegen de rand van het Docking station.
2 Pas richtpen en de schroef op het Docking station in het richtgaatje en de
statiefaansluiting van de camcorder.
3 Draai de schroef vast.
• Wanneer u de camcorder van het Docking station af wilt halen moet u eerst de
schroef losdraaien en vervolgens de camcorder van het Docking station afnemen.
12
Statiefaansluiting
Schroef
Geleidepen
B
Geleidegat
A
3
Onderkant van het
Docking station
Schroefknop
TV
Videorecorder
Naar TV of videorecorder
Kabeladapter
(bijgeleverd)
Zet op Y/C
Geel: niet verbonden
Wit naar AUDIO L
Rood naar AUDIO R
Naar -IN
A/V-kabel
[RCA (tulp) naar
RCA stekker]
(bijgeleverd)
S-videokabel
(bijgeleverd)
Geel: niet verbonden
Rood naar
AUDIO R OUT
Wit naar
AUDIO L OUT
Naar S-VIDEO OUT
NE47
C.
Verbinden met een TV of videorecorder met S-VIDEO IN en/of A/V ingang (RCA type) aansluitingen
Gebruik het meegeleverde Docking station, de Audio/Video (A/V) kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] en de
S-Video kabel.
Naar TV of videorecorder
Zonder gebruik van
Geel naar VIDEO IN
pp
p
pp
( )
de S-videokabel
[[
[
[[
Geel naar VIDEO OUT
TV
Videorecorder
CONTROLEER DAT DE SPANNING
1
IS UITGESCHAKELD
De spanning van de camcorder moet zijn
uitgeschakeld.
VERBIND DE CAMCORDER MET DE
2
TV OF VIDEORECORDER
Verbind zoals in de afbeelding wordt
aangegeven.
Wit naar
AUDIO L IN
Rood naar
AUDIO R IN
Naar S-VIDEO IN
Bij gebruik van een
videorecorder ........................ ga naar stap 3.
Zo niet ..................................... ga naar stap 4.
VERBIND DE VIDEORECORDER-
3
UITGANG MET DE TV-INGANG
Zie de gebruiksaanwijzing van uw
videorecorder.
SCHAKEL SPANNING IN
4
Schakel de camcorder, videorecorder en TV in.
KIES DE FUNCTIE
5
Schakel de videorecorder in de AUX
ingangsfunctie en de TV in de VIDEO functie.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende
aanduidingen op de aangesloten TV . . .
• Datum/tijd, Tijdcode
..... stel op “ON” of “OFF” bij het weergavemenu
(Z blz. 44).
• Geluidsfunctiedisplay
..... Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” en zet de
Spanningsschakelaar op “” of op “5S”
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Druk
MENU/SET in en zet “ON SCREEN” onder het
datum/tijdmenu (Z blz. 28 – 30) op “ON” of
“OFF”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar
weer terug naar “”.
A/V-kabel
[RCA (tulp) naar
RCA stekker]
(bijgeleverd)
S-videokabel
(bijgeleverd)
OPMERKINGEN:
●
●
●
●
●
●
●
●
●
Wit naar
AUDIO L OUT
Rood naar
AUDIO R OUT
Naar S-VIDEO OUT
Gebruik bij voorkeur de netadapter/lader als
spanningsbron in plaats van de accu (
Sluit nooit een andere Audio/Video kabel dan de
meegeleverde Audio/Video kabel (ministekker naar RCA
(tulp) stekker) aan op de AV OUT uitgangsaansluiting van
de camcorder.
Wanneer u de meegeleverde kabels (behalve de Audio/
Video kabel van ministekker naar RCA (tulp) stekker)
gebruikt moet u er op letten dat u het uiteinde van de
kabel dat voorzien is van het kernfilter aan de camcorder
bevestigt. Het kernfilter (een blokje metaal in plastic)
vermindert interferentie (storing).
Om de beelden en het geluid van de camcorder te
kunnen volgen zonder een cassette in het toestel te doen,
zet u de Spanningsschakelaar op “” of op “5S” en
vervolgens zet u uw TV in de juiste stand.
Controleer dat het volume van de TV in de minimale
stand is gesteld alvorens de weergave van de camcorder
te starten. Het geluid zou anders bij het inschakelen van
de camcorder mogelijk veel te hard klinken.
Indien u een TV of luidsprekers heeft die niet speciaal zijn
afgeschermd, moet u de luidsprekers niet in de buurt van
de TV plaatsen daar dit ruis in het weergavebeeld van de
camcorder veroorzaakt.
Om te voorkomen dat het display van de camcorder op
het TV scherm verschijnt tijdens de weergave dient u
“INDICATION” (aanduiding) “OFF” (uit) te zetten via het
weergavemenu (
afstandsbediening te drukken.
Terwijl de Audio/Video kabel is aangesloten op de AV
OUT aansluiting, komt er geen geluid uit de luidspreker.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in
de vereiste stand:
Y/C: Bij een verbinding met een TV of videorecorder
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
Z
blz. 44) en op DISPLAY op de
die geschikt is voor Y/C signalen en met een Svideokabel is aangesloten.
die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een
audio/videokabel is aangesloten.
Z
blz. 7).
WEERGAVE
48 NE
PC met een capture-kaart
met een DV-aansluiting
Naar de
DV-aansluiting
DV kabel
(los verkrijgbaar)
Kernfilter
Naar
DV OUT
Open de
aansluitingafdekking.
PC
Naar de
RS-232C
poort
PC
verbindingskabel
(meegeleverd)
Kernfilter
Naar de PC
(Digitale
stilbeelden)
WEERGAVE
Geavanceerde verbindingen
Aansluiten op een Personal Computer
Deze camcorder kan stilbeelden overdragen aan een
personal computer door middel van de meegeleverde
software, wanneer zij op elkaar aangesloten zijn zoals
aangegeven in de illustratie. Het is ook mogelijk om
stilbeelden over te dragen aan een personal computer die
voorzien is van een capture-kaart met een DV-aansluiting.
CONTROLEER OF BEIDE APPARATEN
1
UIT STAAN
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
AANSLUITING OP EEN PC
2
Sluit het Docking station aan op uw PC met de juiste
kabel zoals aangegeven in de afbeelding.
•Zie “Vastzetten op het Docking station” op blz. 46
om de camcorder op het Docking station te zetten.
SCHAKEL DE STROOM IN
3
Zet de Spanningsschakelaar van de camcorder op
“” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt
en zet de PC aan.
OPMERKINGEN:
●
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als
stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken
dan een accu (Z blz. 7).
●
Sluit nooit de PC verbindingskabel en de DV kabel
tegelijk aan op de camcorder. Sluit alleen die kabel aan
die u daadwerkelijk gaat gebruiken.
●
De datum/tijd informatie kan niet door de PC worden
overgenomen.
●
Raadpleeg tevens de handleidingen van de
meegeleverde software en eventueel van de capturekaart met de DV-aansluiting.
●
Let er op dat u een DV kabel gebruikt met een kernfilter.
SpanningsschakelaarVergrendeltoets
Spanningsindicator
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
Spanningsschakelaar
NE49
Aansluiten op een Video-apparaat
voorzien van een DV-aansluiting
Aansluiting van de camcorder op de Digitale Printer
GV-DT3 (los verkrijgbaar) stelt u in staat de beelden af te
drukken of de door de printer overgenomen beelden door
te geven aan een personal computer. Het is ook mogelijk
om met de camcorder opgenomen scènes te kopiëren op
een andere videorecorder die voorzien is van een DVaansluiting. Deze functie heet Digitaal kopiëren
(Z blz. 51), wat als groot voordeel heeft dat daarbij
vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit optreedt.
Naar de
DV IN
aansluiting
Digitale Printer
Vergrendeltoets
Open de
aansluitingafdekking.
Naar DV OUT
DV kabel
(los verkrijgbaar)
Naar de
DV-aansluiting
Videorecorder
met een DV
ingangsaansluiting
Naar de PC
aansluiting
Kernfilter
PC
verbindingskabel
(meegeleverd)
CONTROLEER OF BEIDE APPARATEN
1
UIT STAAN
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
SLUIT DE CAMCORDER OP DE PRINTER
2
OF VIDEORECORDER MET DVAANSLUITING AAN
Sluit de camcorder op het door u gewenste apparaat
aan met de DV kabel zoals aangegeven in de
illustratie.
SLUIT DE PRINTER OP DE PC AAN
3
(INDIEN NODIG)
Sluit de PC verbindingskabel (meegeleverd) aan op
de PC aansluiting van de printer en op de RS-232C
poort van de PC.
SCHAKEL DE STROOM IN
4
Zet de Spanningsschakelaar van de camcorder op
“” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt
en zet de andere apparaten aan.
OPMERKINGEN:
●
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als
stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken
dan een accu (Z blz. 7).
●
Bij gebruik van de camcorder voor het kopiëren moet de
camcorder als weergavetoestel worden gebruikt. De DV
aansluiting van de camcorder is uitsluitend een uitgang
(weergave).
●
Als er geprobeerd wordt een stilstaand beeld weer te
geven, of slow-motion of snel vooruit of terug te spoelen
terwijl de camcorder is aangesloten op een video toestel
via de DV aansluiting, zal het beeld eruit zien als een
gekleurd mozaiek of helemaal zwart worden.
●
Raadpleeg tevens de handleidingen van de
meegeleverde software en eventueel van de capturekaart met de DV-aansluiting.
●
Let er op dat u een DV kabel gebruikt die voorzien is
van een Kernfilter.
WEERGAVE
PC
Naar de
RS-232C poort
50 NE
Weergavetoets/pauzetoets
4
/6)
(
Geel naar
VIDEO OUT*
Rood naar
AUDIO R OUT
Wit naar
AUDIO L OUT
A/V-kabel
[RCA (tulp) naar
RCA stekker]
(bijgeleverd)
Indien uw VCR een
SCART aansluiting
heeft, moet u de
bijgeleverde
kabeladapter
gebruiken.
Videorecorder
(opnamedeck)
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
TV
S-videokabel
(bijgeleverd)
Spanningsschakelaar
Naar
S-VIDEO
OUT
Naar AUDIO,
VIDEO* en
aansluitingen
“Y/C”/“CVBS”
video-uitgangsschakelaar
KOPIËREN VAN EEN CASSETTE
Kopiëren van een cassette
VERBIND DE TOESTELLEN
1
Volg de linkerafbeelding en verbind de camcorder
met de videorecorder. Zie tevens blz. 46 en 47.
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
2
HET KOPIËREN
Druk de spanningsschakelaar van de camcorder naar
“”, schakel de spanning van de videorecorder in
en plaats de vereiste cassettes in de camcorder en
videorecorder.
KIES DE VIDEORECORDERFUNCTIE
3
Schakel de videorecorder in de AUX en
opnamepauzefuncties.
ZOEK HET INMONTEERPUNT OP
4
Schakel de weergavefunctie van de camcorder in en
zoek het punt dat net voor het inmonteerpunt ligt.
Druk bij dit punt op 4/6 van de camcorder.
START DE MONTAGE
5
Druk op 4/6 van de camcorder en schakel de
videorecorder in de opnamefunctie.
TIJDELIJK STOPPEN VAN DE MONTAGE
6
Schakel de videorecorder in de opnamepauzefunctie
en druk op 4/6 van de camcorder.
KOPIEER MEERDERE SCENES
7
Herhaal stappen 4 t/m 6 voor het kopiëren van
meerdere scènes. Schakel zowel de camcorder als de
videorecorder in de stopfunctie wanneer u klaar bent.
-IN
OPMERKINGEN:
●
U kunt de AV OUT aansluiting op de camcorder in dit geval
niet gebruiken.
●
U kunt de weergavezoom (Z blz. 54) of weergave met
speciale effecten (Z blz. 55) in stap 5 gebruiken.
●
Controleer voordat u het kopiëren start dat er geen
aanduidingen op het scherm van de aangesloten TV worden
getoond. De aanduidingen zullen namelijk tevens op de
kopie worden opgenomen indien deze op het scherm van
de TV zijn getoond.
Druk op DISPLAY van de RM-V713U afstandsbediening
(bijgeleverd) om het weergavegeluidsdisplay te verwijderen.
●
Kies “DISPLAY” en “TIME CODE” van het weergavemenu
(Z blz. 44) om de datum/tijd en de tijdcode wel of niet op
te nemen.
●
Om te voorkomen dat de aanduidingen van de camcorder
op de videorecorder verschijnen, dient u “INDICATION”
(aanduiding) “OFF” (uit) te zetten via het weergavemenu
(Z blz. 44) en op DISPLAY op de afstandsbediening te
drukken.
●
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in
de vereiste stand:
Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
geschikt is voor Y/C signalen en met een Svideokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/
videokabel is aangesloten.
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
NE51
Digitaal kopiëren
Het is ook mogelijk om opgenomen scènes te kopiëren
van de camcorder naar een ander video-apparaat met een
DV-aansluiting. Omdat er een digitaal signaal gestuurd
wordt, is er vrijwel geen verlies van beeld- en
geluidskwaliteit.
CONTROLEER OF BEIDE APPARATEN
1
UIT STAAN
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
DV kabel
(los verkrijgbaar)
Video-apparaat met
een DV-aansluiting
TW
RM-V713U
(bijgeleverd)
Vergrendeltoets
Open de
aansluitingafdekking.
Naar
DV OUT
Naar de
DV IN
aansluiting
MAAK DE AANSLUITINGEN
2
Sluit de camcorder aan op uw video-apparatuur met
DV-aansluiting door middel van de DV kabel (los
verkrijgbaar), zoals aangegeven in de illustratie.
BEGIN DE WEERGAVE
3
Druk op 4 om de bron-band af te spelen.
BEGIN DE OPNAME
4
Terwijl u naar de beelden op de monitor kijkt
schakelt u de opname-functie van het aangesloten
video-apparaat met DV-aansluiting in zodra u het
punt ziet van waar u wilt gaan opnemen.
OPMERKINGEN:
●
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als
stroom-voorziening voor de camcorder te gebruiken
dan een accu (Z blz. 7).
●
Bij gebruik van de camcorder voor het kopiëren moet de
camcorder als weergavetoestel worden gebruikt. De DV
aansluiting van de camcorder is uitsluitend een uitgang
(weergave).
●
Als er tijdens het kopiëren een blanco stuk band of een
stuk band met storing wordt afgespeeld, is het mogelijk
dat het kopiëren stopt zodat dit abnormale beeld niet
opgenomen wordt.
●
Alhoewel de DV kabel op de juiste manier aangesloten
is, is het toch mogelijk dat er bij stap 3 geen beeld
verschijnt. Als zulks het geval is, dient u de stroom uit te
schakelen en de verbindingen en aansluitingen opnieuw
te maken.
●
Als “Weergave Zoom” (Z blz. 54), “Weergave speciale
effecten” (Z blz. 55) of “Momentopname” worden
geprobeerd tijdens weergave, zal alleen het originele
beeld zoals dit opgenomen is op de cassette worden
weergegeven via de DV OUT uitgangsaansluiting.
●
Let er op dat u een DV kabel gebruikt die voorzien is
van een Kernfilter.
PLAY (4)
STOP (5)
52 NE
2
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Met de volwaardige afstandsbediening kunt u de functies
van uw camcorder op afstand activeren en tevens de
basisfuncties voor de videorecorder (weergave, stoppen,
pauzeren, snel door- en terugspoelen) inschakelen.
Daarbij beschikt u met deze afstandsbediening over
diverse extra functies voor opname.
Plaatsen van de batterij
3
1
De afstandsbediening gebruikt een lithiumbatterij
(CR2025).
1
Knopje
Effectief bereik
van de signalen
15°
30°
30°
15°
5m
1
2
3
Afstandsbedieningssensor
VERWIJDER DE BATTERIJHOUDER
Trek in de richting van de pijl terwijl u zoals
afgebeeld op het knopje drukt.
PLAATS DE BATTERIJ IN DE HOUDER
Steek de batterij in de houder. Controleer dat het “+”
teken zichtbaar is.
PLAATS DE HOUDER TERUG
Schuif de houder weer terug totdat deze op zijn
plaats vastklikt.
•Zie “Waarschuwing voor de lithiumcelbatterij” op
(Z blz. 2).
Richt de afstandsbediening bij gebruik naar
de afstandsbedieningssensor. De afbeelding
toont het bereik van de afstandsbediening
bij gebruik binnenshuis bij benadering. De
signalen worden mogelijk niet juist
ontvangen wanneer er direct schel licht of
zonlicht op de sensor valt of de
afstandsbediening buiten wordt bediend.
Met de Spanningsschakelaar van
de camcorder in de camera-stand
(“” of “5S”).
—
In-/Uitzoomen (Z blz. 18)
—
—
—
—
—
—
—
—
Zend de infraroodstraal.
Functioneert als de START/STOP van de camcorder.
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
0
!
@
#
$
%
^
*
)
Functies
Met de Spanningsschakelaar van
de camcorder in de stand
“”.
Z blz. 57
In-/Uitzoomen (Z blz. 54)
Z blz. 50
Z blz. 54
Z blz. 54
Z blz. 54
Z blz. 57
Terugspoelen/achterwaarts
beeldzoeken (Z blz. 42, 43)
Z blz. 55
Z blz. 55
Z blz. 45
Z blz. 56
Z blz. 54
Z blz. 62
Z blz. 54
Snel voorwaarts spoelen/voorwaarts
beeldzoeken (Z blz. 42, 43)
Starten van weergave (Z blz. 42)
Pauze (Z blz. 43)
Stoppen van weergave (Z blz. 42)
Z blz. 56 – 61
54 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
(vervolg)
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
A
5
S
Afstandsbedieningssensor
Zoomtoetsen
SHIFT
Links of SLOW
terugspoel toets
Rechts of SLOW
vooruitspoel toets
Normale
weergave
O
F
F
C
A
M
E
R
Weergavetoets (
Stoptoets (5)
TW
RM-V713U
(bijgeleverd)
Druk op T
4
)
Hoger-toets
Lager-toets
PLAY
PAUSE
STOP
Druk op
met de SHIFT toets
ingedrukt om het
beeld te verplaatsen.
(rechts)
FUNCTIE:
Slow-motion weergave
DOEL:
In beide richtingen vertraagd zoeken.
HANDELING:
1) Druk bij het punt waar u de vertraagde weergave wilt
starten op PAUSE (6) om van de normale weergave
naar slow-motion weergave over te schakelen.
2) Druk op SLOW (9 of 0). De normale weergave wordt
voortgezet na ongeveer 1 minute vertraagde weergave in
achterwaartse richting of 2 minuten in voorwaartse richting.
n Druk op PLAY (4) om de vertraagde weergave voortijdig
zelf te stoppen.
OPMERKINGEN:
●
Tijdens slow-motion weergave heeft het beeld een ietwat
mozaïekachtig effect vanwege de digitale verwerking van
de signalen.
●
Nadat u op de SLOW
paar seconden een stilbeeld worden getoond waarna het
scherm mogelijk enkele seconden zwart wordt. Dit duidt
niet op een defect.
●
Er is mogelijk een klein verschil tussen het door u gekozen
startpunt voor slow-motion en het werkelijk startpunt.
●
Tijdens slow-motion weergave wordt het beeld ietwat
gestoord en het beeld kan er wat onstabiel uitzien, vooral
met weinig beweging in beeld. Dit is normaal en duidt niet
op een defect.
●
Druk op PAUSE
Slow-motion weergave.
FUNCTIE:
Beeld-voor-beeld weergave
(9 of 0)
heeft gedrukt, zal er een
(6)
om de weergave te pauzeren tijdens
DOEL:
Om beeld voor beeld zoeken mogelijk te maken.
HANDELING:
1)
Om van normale weergave over te schakelen naar beeldvoor-beeld weergave, drukt u op PAUSE (6) op het punt
van waar u de Beeld-voor-beeld weergave wilt beginnen.
2)
Druk herhaaldelijk op PAUSE (6). Elke keer dat u op
deze toets drukt zal het volgende beeld worden getoond.
FUNCTIE:
Weergave Zoom
DOEL:
Om het reeds opgenomen beeld bij het afspelen alsnog tot
10x te kunnen vergroten.
HANDELING:
1)
Druk op PLAY (4) om de gewenste scène op te zoeken
2) Druk op de zoom toetsen (T/W) op de
afstandsbediening. Let er op dat de afstandsbediening
op de sensor van de camcorder gericht is. Als u op T
drukt zoomt het beeld in.
3)
U kunt het uitvergrote deel van het beeld verplaatsen om
een bepaald deel van het beeld uitvergroot op uw scherm
te krijgen. Terwijl u SHIFT ingedrukt houdt, drukt u op
(links), (rechts), (hoger) en (lager).
n Om het zoomen te stoppen drukt u net zolang op W op
de afstandsbediening tot de normale weergave-grootte
weer bereikt is. Of u drukt op STOP (5) en dan weer op
PLAY (4).
OPMERKINGEN:
●
U kunt de Weergave zoom ook gebruiken bij slow-motion
en stilbeeld weergave.
●
De beeldkwaliteit kan minder worden bij het digitaal
bewerken van het beeld.
.
NE55
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
O
F
M
E
R
A
5
S
PLAYBACK EFFECT
4
OFF
CLASSIC FILM
1
B/W
MONOTONE
2
SEPIA
3
STROBE
4
VIDEO ECHO5
F
C
A
Weergavetoets (
4
)
PLAYBACK EFFECT
keuzemenu
FUNCTIE:
Weergave speciale effecten
DOEL:
Om u in staat te stellen creatieve effecten toe te voegen
aan de weergegeven beelden. U kunt een van de 5
effecten kiezen.
HANDELING:
1) Druk op PLAY (4) om de weergave te starten.
2) Richt de afstandsbediening op de sensor van de
camcorder en druk op EFFECT. Het PLAYBACK
EFFECT menu verschijnt.
3) Verplaats de balk in beeld naar het gewenste effect
door op EFFECT te drukken. De geselecteerde
functie wordt geactiveerd en na 2 seconden zal het
menu weer verdwijnen.
n Om het geselecteerde effect te annuleren, drukt u op
EFFECT ON/OFF op de afstandsbediening. Nog een
keer op deze toets drukken maakt het eerder
geselecteerde effect weer actief.
n Om het geselecteerde effect te veranderen, dient u de
bovenstaande handelingen vanaf stap 2 te herhalen.
OPMERKINIGEN:
●
Wanneer er bij de Weergave bepaalde speciale
effecten gebruikt worden, zijn de Multi-Analyser 4 en
Multi-Analyser 9 Momentopname functies (Z blz.
24) niet beschikbaar.
●
De effecten die u kunt gebruiken tijdens weergave
zijn Classic Film, Monotone, Sepia, Strobe en Video
Echo. Deze effecten werken tijdens de weergave
hetzelfde als tijdens de opname. Raadpleeg bladzijde
35 voor meer informatie.
Afstandsbedieningssensor
EFFECT ON/OFF
PLAY
EFFECT
TW
RM-V713U
(bijgeleverd)
56 NE
SHIFT
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Videorecorder (opnamedeck)
3
TW
1
6
RM-V713U
(bijgeleverd)
CODELIJST VIDEORECORDER
MERK VAN
VIDEORECORDER
AKAI
BLAUPUNKT
FERGUSON
GRUNDIG
HITACHI
JVC
A
B
C
MITSUBISHI
NEC
PANASONIC
789`
TOETSEN
(A) (B)
6 2
6 4
7 7
1 3
9 7
9 8
3 2
1 4
3 4
6 6
6 3
9 1
9 6
9 3
6 7
6 8
3 7
3 8
1 3
1 7
1 1
9 4
1 8
MERK VAN
VIDEORECORDER
PHILIPS
SANYO
SELECO,
REX
SHARP
SONY
THOMSON,
TELEFUNKEN,
SABA,
NORDMENDE
TOSHIBA
MBR SET
2
4
5
TOETSEN
(A) (B)
1 9
9 5
1 1
9 4
9 1
9 6
1 2
3 3
7 2
3 6
3 5
9 1
9 6
1 5
1 `
6 5
6 `
3 9
3 1
9 1
9 6
9 7
3 2
6 9
6 1
(vervolg)
Monteren van scènes in een andere
volgorde [R.A.Edit]
U kunt de scènes gemakkelijk in een andere volgorde
monteren wanneer u de camcorder als bron gebruikt. Kies 8
“scènes” voor een automatische montage in de gewenste
volgorde. De R.A.Edit functie is nog gemakkelijker te
gebruiken wanneer u de RM-V713U MBR (afstandsbediening voor meerdere merken) (Z blz. 52) met uw
videorecorder gebruikt (Zie CODELIJST VIDEORECORDER).
De functie kan echter ook handmatig worden bediend.
Controleer alvorens gebruik dat de lithiumbatterij in de
RM-V713U afstandsbediening is geplaatst (Z blz. 52).
STEL DE AFSTANDSBEDIENINGSCODE
VOOR DE VIDEORECORDER IN
STEL DE AFSTANDSBEDIENING VOOR
1
DE VIDEORECORDER IN
Schakel de spanning van de videorecorder uit en
richt de afstandsbediening naar de infraroodsensor
van de videorecorder. Zoek uw merk in de
“CODELIJST VIDEORECORDER” hier links op, houd
MBR SET ingedrukt en druk vervolgens op toetsen (A)
en (B) overeenkomstig het merk.
•De code wordt automatisch ingesteld en de
spanning van de videorecorder ingeschakeld
wanneer u de MBR SET toets loslaat.
BEDIEN DE VIDEORECORDER
2
Controleer dat de spanning van de videorecorder is
ingeschakeld. Houd vervolgens SHIFT ingedrukt en
druk tegelijkertijd op de gewenste toets van de
afstandsbediening. De volgende functies kunnen met
de afstandsbediening worden bediend; PLAY, STOP,
PAUSE, FF, REW en VCR REC STBY (voor deze laatste
functie hoeft u de SHIFT toets niet ingedrukt te
houden).
U kunt nu meerdere scènes in een willekeurige
volgorde monteren.
BELANGRIJK
De afstandsbediening voor meerdere merken is geschikt
voor JVC videorecorders en diverse andere merken. Het
is echter mogelijk dat deze afstandsbediening niet met uw
videorecorder werkt of niet alle functies kan uitvoeren.
OPMERKINGEN:
●
Stel een andere in de “CODELIJST VIDEORECORDER”
aangegeven code in indien de spanning van de
videorecorder niet in stap 1 wordt ingeschakeld.
●
De spanning van bepaalde videorecorders wordt niet
automatisch ingeschakeld. Schakel in dat geval de
spanning zelf in en voer dan stap 2 uit.
●
Gebruik de regelaars op de videorecorder zelf indien de
afstandsbediening niet voor uw videorecorder
functioneert.
●
De code die u voor de videorecorder heeft ingesteld,
wordt gewist wanneer de batterij van de
afstandsbediening leeg is. Vervang in dat geval de
batterij door een nieuwe en stel de code opnieuw in.
Geel naar
VIDEO OUT*
Rood naar
AUDIO R OUT
Wit naar
AUDIO L OUT
A/V-kabel
[RCA (tulp) naar
RCA stekker]
(bijgeleverd)
Naar AUDIO,
VIDEO* en IN aansluitingen
Indien uw
videorecorder een
SCART aansluiting
heeft, moet u de
bijgeleverde
kabeladapter
gebruiken.
Videorecorder
TV
FADE/WIPE
RM-V713U (bijgeleverd)
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
Naar
S-VIDEO
OUT
S-Videokabel
(bijgeleverd)
TW
Montagekabel
(bijgeleverd)
“Y/C”/“CVBS”
video-uitgangsschakelaar
Naar afstand
PAUSE of
R.A.EDIT
Naar PAUSE-IN
DISPLAY
PLAY
R.A.EDIT
ON/OFF
Naar
EDIT
NE57
AANSLUITEN
Zie ook blz. 46, 47 en 49.
VERBIND MET . . .
1
JVC VIDEORECORDER DIE EEN PAUSE
AFSTANDSAANSLUITING HEEFT
Verbind de montagekabel met de PAUSE
afstandsaansluiting.
JVC VIDEORECORDER ZONDER PAUSE
AFSTANDSAANSLUITING MAAR MET EEN
R.A.EDIT AANSLUITING
Verbind de montagekabel met de R.A.EDIT
aansluiting.
ANDERE VIDEORECORDER DAN TYPE OF
Verbind de montagekabel met de pauzeingangsaansluiting van de RM-V713U.
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
2
DE CAMCORDER
Doe een band waarop iets is opgenomen in het
toestel en zet de Spanningsschakelaar op “”
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
3
DE VIDEORECORDER
Schakel de spanning in en plaats een cassette waarop
kan worden opgenomen. Activeer de AUX functie
(zie de gebruiksaanwijzing van de videorecorder).
KIES DE SCENES
START DE WEERGAVE VAN DE
4
OPGENOMEN CASSETTE
Druk op PLAY (4) en vervolgens op R.A.EDIT ON/OFF
van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening
naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder.
•Het willekeurige montagemenu verschijnt.
START DE FADE/WIPE-IN (INDIEN NODIG)
5
Druk op FADE/WIPE van de afstandsbediening.
•Doorloop de verschillende effecten door
herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer
het gewenste effect wordt getoond.
•Bij het begin van scène 1 kunt u beeld wipe/
oplossen niet gebruiken.
OPMERKINGEN:
●
U kunt de AV OUT aansluiting op de camcorder in dit geval niet gebruiken.
●
Alvorens willekeurige montage van meerdere scènes te starten, moet u controleren dat de aanduidingen niet op het scherm
van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen worden namelijk op de nieuwe band opgenomen indien deze
wel tijdens willekeurige montage worden getoond. Druk op DISPLAY van de afstandsbediening om het display van de
geluidsfunctie te wissen. Kies “DISPLAY” en “TIME CODE” van het weergavemenu (Z blz. 44) om de datum/tijd en
tijdcode wel of niet te tonen. Om alle aanduidingen, behalve die voor het menu voor willekeurige montage, te laten
verdwijnen of verschijnen, dient u “INDICATION” (aanduiding) “OFF” (uit) te zetten via het weergavemenu (
op DISPLAY op de afstandsbediening te drukken. Wanneer de willekeurige montage begint zullen deze aanduidingen
verdwijnen en niet opgenomen worden op de nieuwe band.
●
Wanneer u gaat monteren op een videorecorder met een DV ingangsaansluiting kunt u de DV kabel aansluiten in plaats van
de S-Video kabel en de Audio/Video kabel.
●
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand:
Y/C: Bij een verbinding met een TV of videorecorder die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS: Bij een verbinding met een TV of videorecorder die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/videokabel is
aangesloten.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
Z
blz. 44) en
58 NE
Spanningsschakelaar
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Scène
I NOUTMODE
1 –– – – : –– ~
2
3
4
5
6
7
8
TIME CODE
P
L
A
Y
O
E
R
A
5
S
Willekeurige montagemenu
F
F
C
A
M
TOTAL
~
~
~
~
~
~
–– : ––
00 : 00
4
KIES DE SCÈNES (vervolg)
STEL HET INMONTEERPUNT (EDIT IN) IN
6
Druk bij het begin van de scène op EDIT IN/OUT
van de afstandsbediening. Het inmonteerpunt wordt
op het menu voor willekeurige montage getoond.
STEL HET UITMONTEERPUNT (EDIT OUT) IN
7
Druk bij het eind van de scène op EDIT IN/OUT. Het
uitmonteerpunt wordt op het menu voor willekeurige
montage getoond.
GEBRUIK EEN FADE/WIPE VOOR DE
8
OVERGANG TUSSEN SCENES (INDIEN
(vervolg)
NODIG)
Druk op FADE/WIPE.
•Doorloop de effecten door herhaaldelijk op de toets
te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt
getoond.
•Indien u een fade/wipe-effect voor een
uitmonteerpunt heeft ingesteld, zal dit effect
automatisch op het volgende inmonteerpunt
Afstandsbedieningssensor
worden toegepast.
•Bij het eind van de laatste scène kunt u beeld wipe/
oplossen niet gebruiken.
•De tijd van een fade/wipe-effect wordt automatisch
bij de totale tijd opgeteld (uitgezonderd bij gebruik
RM-V713U
(bijgeleverd)
FADE/WIPE
EFFECT
EDIT IN/OUT
TW
PLAY
R.A.EDIT
ON/OFF
van beeld wipe/oplossen).
GEBRUIK SPECIALE EFFECTEN (INDIEN
9
NODIG, Z blz. 55)
Druk op EFFECT.
BEPAAL DE VOLGENDE TE MONTEREN
10
SCENES
Herhaal stappen 6 – 9.
CANCEL
•Druk op CANCEL van de afstandsbediening om
reeds vastgelegde punten te annuleren. De
geregistreerde punten verdwijnen stuk-voor-stuk
vanaf het laatst vastgelegde punt.
•Herhaal uitsluitend stappen 6 en 7 indien u geen
fade/wipe of programma AE met speciale effecten
gebruikt.
OPMERKINGEN:
●
Indien de opgenomen broncassette meer dan 2 dezelfde tijdcodes heeft (Z blz. 19), kan de camcorder mogelijk het
gekozen inmonteerpunt niet vinden en de montage wordt dan niet juist uitgevoerd.
●
Bij het kiezen van een scène moet u erop letten dat er voldoende tijd tussen het in- en uitmonteerpunt is.
●
Indien u langer dan 5 minuten naar een inmonteerpunt zoekt, zal de opnamestandbyfunctie van het opnametoestel
worden uitgeschakeld en kan het monteren derhalve niet worden uitgevoerd.
●
Indien er blanco gedeelten voor of na de in- en uitmonteerpunten liggen, wordt mogelijk een blauw beeld opgenomen.
●
De tijdcodes registreren de tijd in minimaal seconden nauwkeurig. Het is derhalve mogelijk dat de tijdcode voor de
totale tijd niet exact gelijk is aan de totale tijd van alle te monteren scènes.
●
De vastgelegde in- en uitmonteerpunten worden gewist indien u de spanning van de camcorder uitschakelt.
●
U kunt oplossen of de zwart/wit fader niet gebruiken wanneer u sepia of zwart/wit van programma AE heeft ingesteld.
De indicator voor oplossen of de zwart/wit fader zal wanneer u deze keuze maakt knipperen. Nadat het volgende
inmonteerpunt is geregistreerd zal het effect worden uitgeschakeld. Om deze effecten te combineren moet u tijdens
opname sepia of zwart/wit gebruiken en tijdens de willekeurige montage stelt u dan oplossen of de zwart/wit fader in.
●
Het is niet mogelijk om Fade/Wipe effecten en Programma belichting met speciale effecten te gebruiken gedurende
Random Assemble Editing (Willekeurige Samenstelling Montage) door middel van een DV kabel.
Spoel de band van de cassette in de camcorder terug
naar het begin van de scène die u wilt monteren en
druk op PAUSE (6).
SCHAKEL DE VIDEORECORDER IN DE
12
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
videorecorder en druk op de VCR REC STBY (q6)
toets of schakel de videorecorder handmatig in de
opnamepauzefunctie.
START DE MONTAGE
13
Druk op START/STOP op de camcorder. Het
monteren gaat door zoals geprogrammeerd, helemaal
tot aan het eind van de laatste geregistreerde scène.
•Het monteren zal niet starten door een druk op
START/STOP van de afstandsbediening.
•Na het monteren zal de camcorder in de
pauzefunctie schakelen en de videorecorder
schakelt naar de opnamestandbyfunctie.
•Indien u geen uitmonteerpunt heeft vastgelegd, zal
de gehele cassette automatisch tot het eind worden
gekopieerd.
STOP HET MONTEREN
14
Schakel de stopfuncties in van de camcorder en de
1
videorecorder.
Voor het verwijderen van het tellerdisplay voor
willekeurige montage van meerdere scènes moet u
op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening
drukken.
OPMERKINGEN:
●
Druk op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening
om alle instellingen te wissen die tijdens de willekeurige
montage zijn vastgelegd.
●
Indien de montagekabel met de pauze-aansluiting voor
het kopiëren is verbonden, moet u de afstandsbediening
naar de sensor op de videorecorder richten en
controleren dat de signalen niet door voorwerpen tussen
de toestellen worden geblokkeerd.
●
Het monteren van meerdere scènes in de gewenste
volgorde wordt mogelijk niet juist uitgevoerd wanneer u
een band gebruikt waarop dubbele tijdcodes zijn
(Z blz. 19).
60 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opname/
standby naar opname dan de andere videorecorder. Ook
al start u het monteren met de camcorder en de
videorecorder exact tegelijk, bestaat de kans dat een klein
stukje niet wordt opgenomen of dat een stukje wordt
opgenomen dat u eigenlijk niet wilt. Voor een preciese
montage moet u daarom de timing van de camcorder t.o.v.
de videorecorder bepalen.
(vervolg)
Scène 1
I NOUTMODE
1 –– – – : –– ~
2
3
4
5
6
7
8
Willekeurige montagemenu
TIME CODE
TOTAL
~
~
~
~
~
~
~
–– : ––
00 : 00
4
TV
Afstandsbedieningssensor
Spanningsschakelaar
Videorecorder
(opnamedeck)
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
1
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
WILLEKEURIGE MONTAGE
Start de weergave van de cassette in de camcorder,
richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk
op R.A.EDIT ON/OFF.
•Het willekeurige montagemenu verschijnt.
KIES EEN SCENE
2
Start de montage van slechts 1 scène (Program 1).
Voor het bepalen van de timing van de videorecorder
en de camcorder moet u een duidelijk begin van een
scène als inmonteerpunt kiezen.
START DE WEERGAVE VAN DE
3
GEMONTEERDE SCENE
•Uw videorecorder schakelt snel over van
opnamestandby naar de opnamefunctie indien er
een gedeelte werd opgenomen dat voor het
inmonteerpunt ligt.
•Uw videorecorder schakelt traag indien er een
gedeelte van de gekozen scène niet wordt
opgenomen.
TW
RM-V713U
(bijgeleverd)
R.A.EDIT
ON/OFF
NE61
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
ROEP HET WEERGAVEMENU OP
4
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF zodat het
nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk
vervolgens op MENU/SET. Het weergavemenu
verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
5
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar
“SYNCHRO” te verplaatsen en druk op de schijf. De
waarde voor “SYNCHRO” licht op.
MENU/SET
keuzeschijf
32kHz MODE
4
SYNCHRO
INDICATION
DISPLAY
TIMECODE
END
32kHz MODE
4
SYNCHRO
INDICATION
DISPLAY
TIMECODE
END
Display
FULL SOUND48kHz MODE
SOUND1
0 . 0
ON
ON
OFF
FULL SOUND48kHz MODE
SOUND1
0 . 0
ON
ON
OFF
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
Spanningsschakelaar
Weergavemenu
STEL DE JUISTE WAARDE IN
6
U kunt gebaseerd op de uitgevoerde handelingen
(Z blz. 60) de snelheid van de videorecorder
verhogen door MENU/SET omhoog te draaien. Draai
MENU/SET omlaag om de snelheid van de
videorecorder te verlagen. U kunt de waarde met
stappen van 0,1 seconde vanaf –1,3 t/m +1,3
instellen.
SLUIT HET WEERGAVEMENU
7
Druk tweemaal op MENU/SET.
•U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op
blz. 57 starten.
OPMERKINGEN:
●
Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start
eerst een paar testopnamen (montages) om te
controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien
nodig de snelheid opnieuw in.
●
Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u
geen exacte correctie kunt maken.
Videorecorder
(opnamedeck)
TV
62 NE
Vergrendeltoets
Luidspreker
Display
Standbyfunctie voor audiodubben
Afstandsbedieningssensor
AV OUT
(hoofdtelefoon)
aansluiting
Te vinden
onder het
deksel.
AUDIO
MONITOR
DISPLAY
PLAY
RM-V713U
(bijgeleverd)
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Opname van ander geluidsspoor
(“audio-dubben”)
U kunt het geluid uitsluitend vervangen van een cassette
die met 32 kHz is opgenomen (Z blz. 30).
OPMERKINGEN:
●
Audio-dubben is niet mogelijk met cassettes die met 48 kHz
of de LP functie zijn opgenomen of op een leeg gedeelte
van de cassette.
●
Maak de vereiste verbindingen voor het dubben van geluid
tijdens weergave op de TV (Z blz. 46).
ZOEK HET INMONTEERPUNT
1
Start de weergave van de cassette en zoek het punt
waar u het monteren wilt starten. Druk vervolgens op
PAUSE (6).
ACTIVEER DE STANDBYFUNCTIE VOOR
2
AUDIO-DUBBEN
Houd A.DUB (e) van de afstandsbediening ingedrukt
en druk op PAUSE (6). “6e” wordt getoond.
START HET DUBBEN
3
Druk op PLAY (4), en “spreek als gewenst in”.
•Spreek in de microfoon.
PAUZEREN TIJDENS DUBBEN
4
Druk op PAUSE (6).
STOP HET DUBBEN
5
Druk op STOP (5).
OPMERKINGEN:
●
U kunt ook audio dubben met een los verkrijgbare microfoon.
●
De ingebouwde microfoon wordt automatisch uitgeschakeld
indien u een los verkrijgbare aansluit.
●
Bij het monteren van een cassette die met 32 kHz is
opgenomen, zal het nieuwe geluidsspoor gescheiden van het
oude geluidsspoor worden opgenomen.
●
Druk op AUDIO MONITOR van de afstandsbediening om het
gewenste geluid voor weergave te kiezen.
●
Het geluid wordt mogelijk onderbroken indien u op een blanco
gedeelte opneemt. Controleer dat u uitsluitend opgenomen
gedeelten monteert.
●
Plaats de microfoon van de camcorder verder van de TV of
verlaag het volume van de TV wanneer u tijdens TV-weergave
een “huilend” of “rondzingend” geluid (feedback) hoort.
●
Tijdens het audio-dubben wordt geen geluid via de luidspreker
weergegeven. Om het geluid te beluisteren dient u een los
verkrijgbare hoofdtelefoon aan te sluiten op de AV OUT
(hoofdtelefoon) aansluiting.
●
Indien u tijdens opname van 32 kHz naar 48 kHz overschakelde
en later deze cassette voor audio-dubben gebruikt, zal audiodubben niet mogelijk zijn vanaf het gedeelte waar met 48 kHz
werd opgenomen.
●
Tijdens audio-dubben zal “ERROR! REFER MANAUL” worden
getoond wanneer een gedeelte op de band wordt bereikt dat
met de LP functie of met 48 kHz is opgenomen of er geen
signalen zijn opgenomen. Zie de betreffende beschrijving in de
gebruiksaanwijzing.
Spanningsschakelaar
Stereo-microfoon
TW
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
Ingangsaansluiting
voor externe
microfoon
A.DUB
PAUSE
STOP
(vervolg)
Opgenomen geluid
32 kHzSOUND 2Het nieuwe geluidsspoor wordt via de “L” en “R” kanalen stereo weergegeven.
DisplayWeergavegeluid
FULL SOUND
SOUND 1Het originele geluidsspoor wordt via de “L” en “R” kanalen stereo weergegeven.
Originele geluidsspoor en nieuwe geluidsspoor worden gecombineerd en stereo weergegeven.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
NE63
Raadpleeg uw JVC handelaar indien het probleem niet met de volgende aanwijzingen kan worden opgelost.
De camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een
TV of radio) kunnen de werking storen. U moet in dat geval eerst de spanningsbron ontkoppelen (accu,
netadapter/acculader, enz.) verwijderen: wacht even en sluit de spanningsbron weer aan en voer de
vereiste handelingen opnieuw vanaf het begin uit.
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
1.
Geen spanning.
2.
“SET DATE/TIME!” wordt
getoond.
3.
Opname is niet mogelijk.
4.
Er is geen beeld.
5.
Sommige functies zijn niet
beschikbaar via MENU/SET.
6.
Er wordt niet automatisch
scherpgesteld.
7.
Cassette kan niet juist
worden geplaatst.
8.
In de 5 Seconden functie
stopt de opname voor er 5
seconden om zijn.
1.
• De spanningsbron is niet juist
aangesloten.
• De accu is leeg.
• De LCD-monitor staat niet
helemaal open of de zoeker is
niet helemaal uitgetrokken.
2.
• De ingebouwde oplaadbare
Lithium batterij voor de klok is
leeg.
• De hiervoor ingestelde datum/
tijd is gewist.
3.
• De wispreventie-schakelaar van
de cassette staat op “SAVE”
(bewaren).
• De spanningsschakelaar is op
“” gedrukt.
• “TAPE END” verschijnt.
• De cassette-afdekking is open.
4.
• Geen spanning naar de
camcorder of een ander
probleem.
5.
• De Bedieningsschakelaar staat
op “ ”.
6.
• De scherpstelling is op
“MANUAL” gesteld.
• Het is te donker of het contrast
is te zwak.
• De lens is vuil of er is condens
op afgezet.
7.
• De cassette wordt verkeerd
geplaatst.
• De accu is bijna leeg.
8.
• De 5 Seconden functie is op
“ANIM.” gezet via het Systeem
Menu.
1.
• Sluit de netadapter/acculader
goed aan (Zblz. 7).
• Plaats een geladen accu
(Z blz. 6, 7).
• Klap de LCD-monitor helemaal
open of trek de zoeker
helemaal uit. De LCD-monitor
gaat aan of uit wanneer deze
ongeveer 90° geopend of
gesloten wordt en de
Spanningsschakelaar op elke
andere stand dan “OFF” staat
en de zoeker niet helemaal
uitgetrokken is.
2.
• Sluit de camcorder meer dan
24 uur aan op een stopcontact
via de Lichtnetadapter/
acculader om de oplaadbare
Lithium batterij van de klok op
te laden (Z blz. 8).
3.
• Zet de wispreventie-schakelaar
van de cassette op “REC”
(opnemen) (Z blz. 9).
• Zet de Spanningsschakelaar op
een willekeurige stand, maar
niet op “” of “OFF”
(Z blz. 13).
• Plaats een nieuwe cassette
(Z blz. 9).
• Sluit de cassette-afdekking.
4.
•
Schakel de spanning van de
camcorder even uit en
vervolgens weer in (Z blz. 14).
5.
• Zet de Bedieningsschakelaar
op “ ” (Z blz. 13).
6.
• Stel de scherpstelling op
“AUTO” (Z blz. 37).
• Reinig de lens en controleer de
scherpstelling nogmaals
(Z blz. 69).
7.
• Plaats de cassette op de juiste
wijze (Z blz. 9).
• Plaats een geladen accu
(Z blz. 6, 7).
8.
•
Selecteer “5S” of “5SD” in het
Systeem menu (Z blz. 28, 30).
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
64 NE
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
9.
De Momentopname functie
kan niet worden gebruikt.
10.
Hoewel er geprobeerd wordt
een momentopname te
maken, gaat de flitser niet af.
11.
Hoewel er een
momentopname gemaakt
wordt met de flits, werkt de
Rode-ogen reductie niet.
12.
Het met de
momentopnamefunctie
opgenomen beeld is te
donker.
13.
Het met de
momentopnamefunctie
opgenomen beeld is te licht.
14.
De kleur van de
momentopname is vreemd.
15.
De digitale zoom werkt niet.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
9.
• De Squeeze (breedbeeld)
functie is geselecteerd.
10.
• Het onderwerp is te licht met
de flitser op “AUTO” of “AUTO
”.
• Wanneer nog knippert, is de
flitser nog aan het opladen.
• De Multi-Analyzer 4 of MultiAnalyzer 9 is geselecteerd.
• De camcorder staat in de
opnamefunctie.
11.
• Het onderwerp kijkt niet recht
in de flits.
• Het onderwerp kijkt niet naar
de eerste flits, een belangrijk
onderdeel van de Rode-ogen
reductie functie.
• De camcorder is te ver weg van
het onderwerp.
• In het functiemenu is “FLASH”
niet op “AUTO ” gezet.
12.
• “FLASH” staat op “OFF” in het
Functiemenu.
• Er zitten vingers e.d. voor het
venster van de flitser.
• De lichtopbrengst van de flitser
is ingesteld om een donkerder
beeld te geven. (Ingestelde
waarde: –3)
• De camcorder is te ver bij het
onderwerp vandaan.
13.
• “FLASH” staat “ON” in het
Functiemenu.
14.
• De lichtbron die het onderwerp
verlicht bestaat niet uit wit licht,
of er zijn verschillende
lichtbronnen achter het
onderwerp.
15.
• De 10X optische zoom is
ingesteld.
• De Video-echo functie is
geactiveerd.
• Beeld wipe of oplossen wordt
voor een scène gebruikt.
• De 5 Seconden opnamefunctie
is ingesteld met de Spanningsschakelaar op “5S” en met
“5SD” ingesteld in het Systeem
menu.
9.
• Annuleer de Squeeze
(breedbeeld) functie
(Z blz. 29).
10.
• Zet “FLASH” op “ON” via het
Functiemenu (Z blz. 26).
• Het kan tot 10 seconden duren
voor de flitser opgeladen is.
• Schakel de Multi-Analyzer 4 of
Multi-Analyzer 9 uit
(Z blz. 24).
• Zet de camcorder in de
opnamestandbyfunctie
(Z blz. 26).
11.
• Het onderwerp moet recht in
de flits kijken, met name de
eerste flits. Als het onderwerp
de eerste flits niet ziet, wordt
het erg lastig voor de Rodeogen reductie om effectief te
werken (Z blz. 26).
• De flitser is effectief voor
onderwerpen op een afstand
van ong. 0,7 to 2 m van de
camcorder (Z blz. 26).
• Zet “FLASH” op “AUTO ”
via het functiemenu om de
rode ogen-reductie indicator te
laten verschijnen (Z blz. 26).
12.
• Zet “FLASH” op elke stand,
behalve op “OFF” via het
functiemenu (Z blz. 26).
• Zorg ervoor dat het venster van
de flitser niet afgedekt wordt.
• Stel de lichtopbrengst van de
flitser op een hogere waarde in
(Z blz. 27).
• De flitser werkt effectief tussen
ongeveer 0,7 en 2 m
(Z blz. 26).
13.
• Zet “FLASH” op een andere
stand dan “ON” in het
Functiemenu (Z blz. 26).
14.
• Zet “FLASH” op “ON” via het
Functiemenu, of zoek een wit
voorwerp op en maak de
uitsnede zo dat dit ook in de
opname komt (Z blz. 26).
15.
• Annuleer de Video-echo
functie (Z blz. 35).
• Wacht totdat de effecten van
de beeld wipe/oplossen zijn
uitgevoerd (Z blz. 31 – 33).
• Verander de instelling van de
Spanningsschakelaar of van
het Systeem menu (Z blz. 22).
(vervolg)
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
16.
Programma AE met speciale
effecten en fade/wipeeffecten werken niet.
17.
De zwart/wit fader werkt
niet.
18.
De oplosfunctie werkt niet.
19.
De functies voor beeld wipe
en oplossen werken niet.
20.
De beeld wipe-functie werkt
niet.
21.
De overgang van scènes is
niet als verwacht.
16.
• De Bedieningsschakelaar staat
op “ ” en/of de Spanningsschakelaar staat op “5S”.
17.
• De sepia of zwart/wit functie is
geactiveerd.
18.
• De sepia, zwart/wit of
langzame sluiter functie van
programma AE met speciale
effecten is geactiveerd.
• De “SQUEEZE” functie is
gekozen.
• De hiervoor gekozen functie
van programma AE met
speciale effecten werd
veranderd na het vastleggen
van de laatste scène voor het
monteren.
19.
• Het eind van de laatst gekozen
te monteren scène is bereikt.
• Bij het eind van de laatst
gekozen te monteren scène
werd de spanningsschakelaar
naar “OFF” gedrukt.
• De spanning is uitgeschakeld.
20.
• De langzame sluiter is
geactiveerd.
• De “SQUEEZE” functie of
bioscoopfunctie is bij het
Functiemenu gekozen.
21.
• Bij gebruik van “Beeld Wipe/
Oplossen” (Z blz. 32) of
“Beeld oplossen in de 5
seconden opnamefunctie”
(Z blz. 22), is er een vertraging
van een fractie van een seconde
tussen het voorgaande
opnamestoppunt en het
startpunt voor het oplossen. Dit
is normaal, maar deze
vertraging zal vooral
opmerkbaar zijn wanneer u
snel bewegende onderwerpen
opneemt of de camcorder snel
heen en weer beweegt
(“panning”).
16.
•
Zet de Bedieningsschakelaar op
“ ” en/of zet de Spanningsschakelaar op “”.
17.
• Schakel sepia en zwart/wit uit
(Z blz. 34).
18.
• Schakel sepia of zwart/wit uit
alvorens het oploseffect voor
een scène te gebruiken
(Z blz. 34).
• Controleer dat de “SQUEEZE”
functie in het Functiemenu op
“OFF” is gesteld (Z blz. 29).
• Controleer dat de gewenste
functie van programma AE met
speciale effecten is gekozen
alvorens het monteren te
starten (Zblz. 34).
19.
• Kies de beeld wipe of oplossen
voordat u de opname start. De
effecten worden dan
automatisch geactiveerd
(Z blz. 32).
• Schakel de spanning van de
camcorder niet uit nadat de inen uitmonteerpunten zijn
gekozen, daar deze punten
anders worden gewist
(Z blz. 32).
• De camcorder schakelt
automatisch uit indien de
opnamestandbyfunctie langer
dan 5 minuten is geactiveerd.
Voer derhalve nadat u de
opnamestandbyfunctie heeft
geactiveerd de volgende
handelingen binnen 5 minuten
uit (Z blz. 32).
20.
• Controleer dat de “SQUEEZE”
functie, bioscoopfunctie of de
langzame sluiter niet is
geactiveerd alvorens de beeld
wipe-functie te gebruiken
(Z blz. 29, 35).
21.
NE65
————
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
66 NE
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
22.
De Video-echo functie werkt
niet.
23.
De langzame sluiter is niet
gekozen maar het beeld ziet
er uit alsof de langzame
sluiter is ingesteld.
24.
Geen stroboscoopfunctie
wanneer de klassieke film of
stroboscoopfunctie is
geactiveerd.
25.
De witbalans kan niet
worden ingesteld.
26.
Verticale strepen bij opname
van een helder verlicht
onderwerp.
27.
Het scherm wordt even rood
of zwart indien het directe
zonlicht tijdens opname op
het scherm valt.
28.
Datum/tijd worden niet
tijdens opname getoond.
29.
De indicators en de
mededelingen verschijnen
niet.
30.
Beelden op de LCD-monitor
zijn te donker of licht.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
22.
• De Beeld Wipe of oplos functie
is in gebruik.
• De Squeeze functie is
geselecteerd in het
Functiemenu.
• Er is een Fade-in of Fade-out
bezig (Wit fader, Zwart fader of
Zwart/wit fader).
• Beeld oplossen in de 5
Seconden opnamefunctie is in
gebruik.
23.
•
Bij opname onder donkere
omstandigheden wordt het
toestel veel gevoeliger voor licht
en krijgt het beeld een effect als
van de langzame sluiter.
24.
• De functie voor beeld wipe of
oplossen is in gebruik.
• Beeld oplossen in de 5
Seconden opnamefunctie is in
gebruik.
25.
• De sepia- of zwart/wit-functie is
geactiveerd.
26.
• Het contrast is sterk. Dit duidt
niet op een defect.
27.
• Dit duidt niet op een defect.
28.
• “DISPLAY” in het datum/tijdmenu is op “OFF” gesteld.
• Er wordt een zelfopname
(interface-opname) gemaakt.
29.
• “ON SCREEN” van het datum/
tijd-menu is op “OFF” gesteld.
• U heeft op de toets gedrukt
zodat de indicators niet worden
getoond.
30.
• Bij lage temperaturen worden
de beelden donkerder vanwege
de karakteristieken van de LCDmonitor. De kleuren zullen nu
tevens anders zijn dan
opgenomen. Dit duidt niet op
een defect van de camcorder.
• De beelden op de LCD-monitor
worden donker wanneer de
fluorescerende lamp van de
LCD-monitor het eind van zijn
levensduur heeft bereikt.
Raadpleeg uw JVC handelaar.
22.
• Controleer of de Squeeze
functie uit (“OFF”) staat
(Z blz. 28, 29).
• Probeer de Video-echo functie
niet te gebruiken wanneer er
een Fade-in of een Fade-out
bezig is of wanneer Beeld
oplossen in de 5 Seconden
opnamefunctie in werking is
(Z blz. 34, 35).
23.
• Voor een natuurgetrouwere
opname moet u GAIN UP in
het Functiemenu op “AGC” of
“OFF” stellen (Z blz. 28, 29).
24.
• Probeer de klassieke film of
stroboscoopfunctie niet te
gebruiken tijdens een overgang
van scènes (Z blz. 34, 35).
25.
• Schakel sepia of zwart/wit uit
alvorens de witbalans in te
stellen (Z blz. 34, 35).
26.
————
27.
————
28.
•
Stel “DISPLAY” in het datum/
tijd-menu op “ON” (Z blz. 20).
• Tijdens het maken van een
zelfopname (interface-opname)
verschijnt de datum/tijd
informatie niet (Z blz. 17).
• Zet “INDICATION” via het
datum/tijdmenu op “ON”
(Z blz. 21).
29.
• Stel “ON SCREEN” van het
datum/tijd-menu op “ON”
(Z blz. 20).
• Zet “INDICATION” via het
datum/tijdmenu op “ON”
(Z blz. 21).
30.
• Stel de helderheid en hoek van
de LCD-monitor in (Z blz.
17).
(vervolg)
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
31.
31.
De achterkant van de LCDmonitor is heet.
32.
De indicators en kleuren van
het beeld op de LCDmonitor zijn niet helder.
33.
Aanduidingen op de LCDmonitor of in de zoeker
knipperen.
34.
Heldere punten op de LCDmonitor of in de zoeker.
35.
U kunt het geluid niet horen
tijdens de opname.
36.
Weergave, terugspoelen,
doorspoelen niet mogelijk.
37.
De band wordt
getransporteerd maar er is
geen beeld.
38.
De aanduidingen op de
LCD-monitor zijn vervormd.
39.
Beelden trillen op de LCDmonitor.
• De LCD-monitor wordt warm
door de lamp.
32.
• U drukt mogelijk op het
oppervlak of de rand van de
LCD-monitor.
33.
• U heeft bepaalde fade/wipeeffecten, functies van Programma AE met speciale
effecten, “DIS” en andere
functies die niet tegelijk met
elkaar kunnen worden gebruikt
gekozen.
34.
• De LCD-monitor en de zoeker
bestaan uit nauwkeurig
luisterende onderdelen. Het is
echter mogelijk dat er zwarte of
heldere punten (rood, groen of
blauw) voortdurend op de LCDmonitor of in de zoeker worden
getoond. Deze punten worden
echter niet op de band
opgenomen. Dit duidt niet op
een defect van het toestel.
(Effectieve beeldpunten: meer
dan 99,99%.)
35.
• De los verkrijgbare
hoofdtelefoon is niet
aangesloten op de
hoofdtelefoon aansluiting.
• Het volume van de
hoofdtelefoon aansluiting is niet
goed afgeregeld. Het volume op
dit moment is hetzelfde als het
niveau waarop het werd
ingesteld tijdens de laatste keer
dat er een band werd
afgespeeld.
36.
• De spanningsschakelaar is niet
op “” gedrukt.
37.
• De TV heeft AV ingangsaansluitingen maar is niet in de
VIDEO functie geschakeld.
• De cassette-afdekking is open.
38.
• Tijdens weergave van nietopgenomen gedeelten, zoeken
met hoge snelheid en stilbeeldweergave zijn de aanduidingen
op de LCD-monitor vervormd.
Dit duidt niet op een defect.
39.
• Het luidsprekervolume is te
hoog.
31.
• Schakel de LCD-monitor even
uit door deze te sluiten of druk
de spanningsschakelaar naar
“OFF” en laat het toestel
afkoelen.
32.
————
33.
•
Lees de aanwijzingen voor het
gebruik van fade/wipe-effecten,
Programma AE met speciale
effecten, en “DIS” opnieuw
(Z blz. 29, 31 – 35).
34.
————
35.
• Sluit de los verkrijgbare
hoofdtelefoon aan op de
hoofdtelefoon aansluiting
(Z blz. 62).
• Stel het volume opnieuw af
tijdens weergave (Z blz. 42).
36.
• Druk de spanningsschakelaar
naar “” (Z blz. 42).
37.
•
Schakel de TV in de functie of
op het kanaal voor
videoweergave (Z blz. 46, 47).
• Sluit de cassette-afdekking
(Z blz. 9).
38.
————
39.
• Verlaag het volume
(Z blz. 42).
NE67
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
68 NE
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
40.
De LCD-monitor, zoeker en
lens zijn vuil (bijvoorbeeld
vingerafdrukken).
41.
Vreemde markering
verschijnt.
42.
Foutmelding (E01— E06)
verschijnt.
43.
De laadindicator van de
netadapter/acculader licht
niet op.
44.
De “LP” opnamefunctieindicator knippert.
45.
Geen beeld op de LCDmonitor.
46.
Er verschijnt een zwarte balk
op de onderkant van het
scherm wanneer een beeld
met de printer wordt
afgedrukt.
47.
Wanneer de camcorder is
aangesloten via de DV
aansluiting werkt de
camcorder niet.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
40.
————
41.
————
42.
• De camcorder functioneert om
een of andere reden niet juist.
43.
• De temperatuur van de accu is
zeer hoog/laag.
• Laden is moeilijk bij zeer hoge/
lage temperaturen.
44.
• Opname met de LP functie is
niet mogelijk. Bij een
knipperende indicator wordt
naar “SP” overgeschakeld en de
opname voortgezet.
45.
• De zoeker is uitgetrokken.
• De helderheid van de LCDmonitor is niet juist ingesteld.
46.
• Dit duidt niet op een defect.
47.
• De DV kabel is eruitgetrokkek
en er weer in gestoken terwijl
de stroom was ingeschakeld.
40.
• Veeg schoon met een zachte
doek. Voorkom beschadiging
en druk niet te hard.
41.
• Controleer het gedeelte over
aanduidingen op de LCDmonitor en in de zoeker van
deze gebruiksaanwijzing
(Z blz. 72, 73).
42.
• Ontkoppel de spanningsbron
(accu, enz.), en wacht een
paar minuten zodat de
aanduiding verdwijnt. Nadat
de aanduiding is verdwenen
kunt u de camcorder weer in
gebruik nemen.
Raadpleeg uw JVC handelaar
indien na het twee of driemaal
herhalen van de hiervoor
beschreven handeling de
aanduiding niet verdwijnt of
direct weer terugkomt.
43.
•
Bescherm de accu en laad deze
op bij een temperatuur tussen
de 10°C en 35°C (Z blz. 76).
44.
————
45.
• Duw de zoeker weer in.
•
Stel de helderheid van de LCDmonitor juist in (Z blz. 17).
• Indien de monitor 180 graden
omhoog is gekanteld, moet u
de monitor geheel openen
(Z blz. 16).
46.
• Gebruik “DIS” voor opname
(Z blz. 29) om dit te
voorkomen.
47.
• Doe de camcorder uit en weer
aan en probeer het opnieuw.
(vervolg)
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
Cassettehouder
Drukken
(PUSH HERE)
Verwijder.
OPEN/EJECT
schakelaar
BATT. RELEASE
schakelaar
Na gebruik
Zet de camcorder uit.
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en
2
klap vervolgens het deksel open totdat dit inklikt.
De cassette houder gaat automatisch open.
Verwijder de cassette.
Druk op “PUSH HERE” om de cassette-afdekking te
3
sluiten.
Verschuif op de BATT. RELEASE en verwijder de
4
accu.
Reinigen van de camcorder
REINIGEN VAN EXTERIEUR
1
Veeg met een zachte doek schoon.
•Gebruik een met een mild schoonmaakmiddel en
water bevochtigde, goed uitgewrongen doek voor
het verwijderen van hardnekkige vlekken. Veeg
goed droog met een droge doek.
REINIGEN VAN LCD-MONITOR
2
Wrijf voorzichtig met het meegeleverde
reinigingsdoekje of met in de handel verkrijgbare
zachte doek. Wees voorzichtig dat u de monitor niet
beschadigt. Sluit de monitor.
REINIGEN VAN DE LENS
3
Blaas vuil en stof met een blaasbalgje weg en reinig
de lens vervolgens met lenspapier.
NE69
TREK DE ZOEKER HELEMAAL UIT
4
REINIGEN VAN DE ZOEKER
Onderkant van de zoeker
1
Ruimte
Blaasbalgje
2
5
Schuif de afdekking in de richting van de pijl 1.
Steek een blaaskwastje of een zachte doek in de
ruimte aan de onderkant van de zoeker en maak
daarmee de binnenkant van de zoeker schoon 2.
DUW DE ZOEKER WEER TERUG IN
6
Sluit het dekseltje totdat het op zijn plaats klikt. Klap
de zoeker naar beneden en duw hem terug in.
OPMERKINGEN:
●
Gebruik nooit sterke reinigingsmiddelen, zoals benzine of alcohol.
●
Voor het reinigen moet de accu zijn verwijderd of de andere spanningsvoorziening zijn ontkoppeld.
●
Er komt mogelijk schimmel op de lens indien deze niet wordt gereinigd indien nodig.
●
Lees altijd de aanwijzingen die bij het product zijn geleverd goed door wanneer u een reinigingsmiddel of
chemische doek gebruikt.
70 NE
INDEX
Regelaars, aansluitingen en indicators
p
1 2 3
W
8
9
4
5
6
7
Q
0
y
u
i
q
o
E
!
#
@
L
P
A
Y
ret
( *
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
w
%
&
$
^
R
T
)
Bedieningselementen
1 Momentopname toets
[SNAPSHOT MODE] ......................... Z blz. 24
2 Meervoudige scherm weergavetoets
[MULTI SCREEN] ............................... Z blz. 25
3 Bedieningsschakelaar [ , ] .......... Z blz. 13
4 • Motorzoomhendel [T/W] ................ Z blz. 18
• Luidspreker/Hoofdtelefoon volume
regelaar [VOL.] ............................... Z blz. 42
5 START/STOP toets .............................. Z blz. 14
6 Momentopnametoets [SNAPSHOT] ... Z blz. 24
7 Tegenlichtcompensatie-toets
[BACK LIGHT] ................................... Z blz. 38
8 OPEN/EJECT schakelaar ....................... Z blz. 9
9 Accu Vergrendelschakelaar
[BATT. RELEASE].................................. Z blz. 7
0 • MENU/SET keuzeschijf
[+, –, PUSH] ................................ Z blz. 8, 28
• LCD-monitor/Zoeker helderheid
regelaar .......................................... Z blz. 17
! Spanningsschakelaar.......................... Z blz. 13
@ Weergavetoets/pauzetoets [
# Terugspoeltoets [
2
$ Stoptoets [5] ..................................... Z blz. 42
% Snel doorspoeltoets [
^ Vergrendeltoets .................................. Z blz. 13
& Dioptrie-instelregelaar ........................ Z blz. 11
4
/6]........ Z blz. 42
] ......................... Z blz. 42
3
] ................... Z blz. 42
NE71
Aansluitingen
Aansluitingen * t/m ) bevinden zich onder de
aansluiting-afdekking.
* Digitale video aansluiting [DV OUT]
(i.link*) ......................................... Z blz. 49, 51
* i.Link refereert aan de IEEE1394-1995 industrie
specificatie en de uitbreidingen daarop. Het
logo wordt gebruikt voor producten die
conformeren aan de i.link standaard.
( •Audio/Video uitgangsaansluiting
[AV OUT] ....................................... Z blz. 46
•Hoofdtelefoon aansluiting [ ] ........ Z blz. 62
) Multi aansluiting
Wanneer de camcorder op het Docking station
bevestigd is, wordt deze aansluiting gebruikt.
Indicators
q Opname-indicatielampje ................... Z blz. 14
w Spanningsindicator ............................ Z blz. 14
Overige onderdelen
e Flitssensor.......................................... Z blz. 26
Let op dat u deze plek niet afdekt want hier zit
een sensor die nodig is voor de flitser.
r Stereomicrofoon ................................ Z blz. 62
t Zoeker................................................ Z blz. 11
y Flitser ................................................ Z blz. 26
u Camerasensor
Bedek dit gedeelte niet; de sensor voor opname is
hier namelijk ingebouwd.
i Lens Afdekking
Opent wanneer de zoeker wordt uitgetrokken of
wanneer de LCD-monitor helemaal open wordt
geklapt.
o Afstandsbedieningssensor .................. Z blz. 52
p LCD-monitor ..................................... Z blz. 17
Q Luidspreker........................................ Z blz. 42
W Accubevestiging .................................. Z blz. 7
E Handgreepriem .................................. Z blz. 11
R Geleidegat......................................... Z blz. 46
T Statiefaansluiting...........................Z blz. 12, 46
72 NE
INDEX
Aanduidingen op de LCD-monitor/in de zoeker tijdens opname
Aanduidingen
y
t
D
T
a
100X
W
r
e
w
q
b
)
(
*
Nummer
1*Toont de ingestelde bedieningsfunctie.(Z blz. 13)
2Verschijnt wanneer de tegenlichtcompensatie gebruikt wordt.(Z blz. 38)
3Verschijnt wanneer de squeeze- of bioscoopfunctie is geactiveerd.(Z blz. 29)
4Verschijnt wanneer de beeldstabilisator (“DIS”) is geactiveerd.(Z blz. 29)
5Verschijnt wanneer de Automatische Langzame Sluitertijd (Auto Slow Shutter) aan staat
(“GAIN UP” staat op “AUTO”).(Z blz. 29)
6*Toont de ingestelde opnamesnelheid (SP of LP).(Z blz. 10)
7*Verschijnt wanneer de opnamestandbyfunctie is geactiveerd.(Z blz. 14)
8*Toont de resterende bandtijd.(Z blz. 15)
9Verschijnt tijdens opname.(Z blz. 14)
0Verschijnt wanneer de band wordt getransporteerd.(Z blz. 14)
!Verschijnt wanneer de flitser opgeladen is. Naast de indicator verschijnt een cijfer wanneer de
lichtopbrengst van de flitser geregeld wordt.(Z blz. 26, 27)
@Verschijnt bij opname van een snapshot.(Z blz. 24)
#Verschijnt tijdens een opname met de zelfontspanner.(Z blz. 23)
$Verschijnt wanneer de windschermfunctie is geactiveerd om de door de wind
veroorzaakte ruis te verminderen.(Z blz. 30)
%5S MODE/5SD MODE/ANIM. MODE: Laat de 5 Seconden opnamefunctie, Beeld oplossen
met de 5 Seconden opnamefunctie of de Animatie opnamefunctie zien.(Z blz. 22, 30)
^*Toont de datum/tijd.(Z blz. 20)
&Toont de helderheid van de LCD-monitor of de zoeker.(Z blz. 17)
*
Toont de geluidsfunctie gedurende ongeveer 5 seconden na het inschakelen van de camcorder.
(Verschijnt wanneer het diafragma is vergrendeld.(Z blz. 39)
)Verschijnt wanneer de scherpstelling handmatig wordt ingesteld.(Z blz. 37)
qVerschijnt wanneer de belichting wordt ingesteld.(Z blz. 38)
wVerschijnt wanneer de witbalans wordt ingesteld.(Z blz. 41)
eVerschijnt wanneer “FLASH” op “AUTO ” is gezet via het functiemenu.(Z blz. 26)
rToont het gekozen Programma AE met speciale effecten.(Z blz. 34)
tToont het gekozen fade/wipe-effect.(Z blz. 31)
yVerschijnt tijdens het zoomen.(Z blz. 18)
* :
Door via het datum/tijd menu “INDICATION” “OFF” te zetten kunt u de aanduidingen die gemarkeerd zijn met een *
van het scherm verwijderen (Z blz. 21).
Zoomniveau-indicator
Zoombereik bij benadering
1*537*6*8*42
MANUAL
W
H
A
1/250
0 L PHOTO
160XSETDATE / TIME !
SOUND
12 : 34 : 24
TC
BRIGHT
Funcite
PAUSE
0
E01
TAPE !
MODE5S
32kHz
– – – – –6– – – – –
LP 35 min
PS
REC
444
6w
25 . 12 . 99
16
:
40
9
0
!
@
#
$
%
^*
&
(Z blz. 30)
Aanduidingen op de LCD-monitor/in de zoeker tijdens weergave
NE73
123
Nummer
1 Toont de geluidsfunctie.(Z blz. 45)
2 Toont de bandsnelheid.
32kHz
SOUND 1
LP
PS
4
WIDE
6e
3 Verschijnt wanneer de band wordt
HIGH SPEED
25 . 12 . 99
01 : 28 : 15
TC
VOLUME
– – – – –6– – – – –
16
:
40
4 Toont de datum/tijd.(Z blz. 45)
456
5 BRIGHT: Toont de helderheid van de LCD-
6 Toont de tijdcode.(Z blz. 45)
Waarschuwingen
Aanduidingen Functie
Toont de resterende accuspanning.
Accu vol
Accu bijna leeg
De accu-indicator knippert wanneer de accu bijna leeg is. De spanning wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer de accu is uitgeput.
Wordt getoond wanneer er geen cassette is geplaatst of het wispreventielipje van de
cassette naar “SAVE” is gedrukt.(Z blz. 9)
Wordt getoond indien er tijdens opname stof of vuil op de koppen is.(Z blz. 77)
Functie
getransporteerd.
4
: Weergave
3
: Snel doorspoelen/snel voorwaarts
zoeken
2
: Snel terugspoelen/snel achterwaarts
zoeken
6 : Pauze
64: Voorwaarts slow-motion
1
6 : Achterwaarts slow-motion
e : Audio-dubben
6e : Audio-dubben pauze
VOLUME
monitor of de zoeker. (Z blz. 17)
:Toont het volume van de
luidspreker of de hoofdtelefoon.
(Z blz. 42)
TAPE!
TAPE END
SET DATE/TIME!
ERROR!
REFER MANUAL
E01 — E06
Wordt getoond wanneer er condens is gevormd. De camcorder schakelt in dat geval
automatisch uit.
Wordt ongeveer 10 seconden na het inschakelen van de spanning getoond indien er
geen cassette is geplaatst.
Wordt getoond wanneer tijdens opname of weergave het eind van de band wordt
bereikt.(Z blz. 15)
● Wordt getoond wanneer de datum/tijd niet is ingesteld.(Z blz. 8)
● Wordt getoond wanneer de ingebouwde oplaadbare batterij leeg is en de instelling
van de datum/tijd derhalve werd gewist.(Z blz. 8)
Verschijnt wanneer Audio Dubben niet beschikbaar is.
De foutmelding (E01 — E06) toont wat het probleem is. De camcorder wordt
automatisch uitgeschakeld nadat een foutmelding verschijnt. U moet de spanningsbron
(accu, enz.) en vervolgens een paar minuten wachten zodat de aanduiding verdwijnt.
Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen.
Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het uitvoeren van de hiervoor beschreven
handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.(Z blz. 68)
Sluit deze aan op een voor JLIP geschikte
camcorder of videorecorder zodat u deze kunt
bedienen vanaf uw computer met de
meegeleverde software.
OPMERKING:
Let er op dat de camcorder aan staat terwijl u de
camcorder op een PC aansluit via de JLIP
aansluiting van het Docking station. Als de
camcorder uit staat (als de Spanningsschakelaar
op “OFF” staat of omdat het toestel automatisch is
uitgeschakeld* enz.) terwijl er JLIP software
gebruikt wordt, zal het onmogelijk blijken de
aangesloten apparatuur vanaf de computer te
bedienen. In een dergelijk geval dient u eerst de
camcorder weer aan te zetten, of u kunt proberen
de JLIP kabel los te halen van de JLIP aansluiting
van het Docking station. Vervolgens dient u de
software opnieuw te initialiseren of helemaal
opnieuw op te starten.
* Automatisch uitschakelen:
Als er 5 minuten voorbij gaan terwijl de
camcorder in de opnamestandbyfunctie staat of
gepauzeerd is, zal de camcorder zichzelf
automatisch uitschakelen om stroom te sparen.
2 PC Aansluiting [DIGITAL STILL] ......... Z blz. 48
3 Montage aansluiting [EDIT]................ Z blz. 57
Sluit de montagekabel aan wanneer u een
willekeurige montage gaat uitvoeren
(Z blz. 56 – 61).
4 Geleidepen........................................ Z blz. 46
5 Schroef .............................................. Z blz. 46
6 Multi aansluiting
Via deze aansluiting kan het Docking station
aangesloten worden op deze camcorder. Raak
deze aansluiting nooit met uw vingers aan en
zorg dat deze nooit in aanraking komt met harde
voorwerpen; als de pennen beschadigd raken en
geen goed contact meer maken wordt de
aansluiting onbruikbaar.
7 S-Video uitgangsaansluiting
[S OUT] ....................................... Z blz. 46, 57
8 Video uitgangsaansluiting
[VIDEO] ....................................... Z blz. 46, 57
9 Audio uitgangsaansluiting
[AUDIO L/R] ................................ Z blz. 46, 57
0 Externe stereomicrofoon ingangsaansl
uiting [MIC] ....................................... Z blz. 62
! Schroefknop ...................................... Z blz. 46
Bevestig de camcorder door deze met de klok
mee te draaien.
Docking station
INDEX
Termen
A
Aansluitingen ......................... Z blz. 7, 46 – 51, 57
Accu ............................................... Z blz. 6, 7, 76
Accu bijna leeg ....................................... Z blz. 73
Afstandsbediening ................................... Z blz. 52
Animatie ................................................. Z blz. 30
Audio-dubben ......................................... Z blz. 62
Automatische scherpstelling..................... Z blz. 36
Automatische uitschakeling ............... Z blz. 15, 42
B
Beeld oplossen in de 5 Seconden
opnamefunctie ...................................... Z blz. 22
Beeld Wipe/Oplossen .............................. Z blz. 32
Belichtingsregeling .................................. Z blz. 38
Bevestigen van een statief ........................ Z blz. 12
Bijgeleverde accessoires ............................ Z blz. 3
Breedbeeldfunctie ................................... Z blz. 29
C
Cinema ................................................... Z blz. 29
D
Datum/Tijd-display ............................ Z blz. 20, 45
Datum/Tijd-instellingen ............................. Z blz. 8
Demonstratiefunctie ................................ Z blz. 30
Diafragma ............................................... Z blz. 39
Diafragmavergrendeling .......................... Z blz. 39
Digitaal kopiëren ..................................... Z blz. 51
Digitale zoom ................................... Z blz. 18, 29
DIS (Digitale Beeld Stabilisator) ................ Z blz. 29
Donkerder beeld op LCD-monitor ........... Z blz. 17
F
Fade-in/Fade-out ..................................... Z blz. 31
Flitser ...................................................... Z blz. 26
Functiemenu ........................................... Z blz. 29
G
Geluidsfunctie ................................... Z blz. 30, 45
Geluidssignaal/Opname-indicatielampje
..... Z blz. 30
H
Handmatige scherpstelling ....................... Z blz. 37
I
Ingebouwde Lithium batterij voor de klok ....
Instellen van de afstandsbedieningscode
voor de videorecorder ........................... Z blz. 56
Instellen van de handgreep ...................... Z blz. 11
Instellen van de dioptrie........................... Z blz. 11
Interface-opname .................................... Z blz. 17
Z blz. 8
J
Journalistenopname ................................. Z blz. 17
K
Klassieke film .......................................... Z blz. 35
Kopiëren van een cassette ........................ Z blz. 50
L
LCD-monitor/zoekeraanduidingen ..... Z blz. 72, 73
Langzame sluiter ..................................... Z blz. 35
Lichter beeld op LCD-monitor ................. Z blz. 17
Lichtversterking ....................................... Z blz. 29
NE75
M
Meervoudige scherm weergavefunctie ..... Z blz. 25
Momentopname functie........................... Z blz. 24
Motordrive-functie ................................... Z blz. 24
N
Netadapter/lader .................................... Z blz. 6, 7
O
Opladen van de accu ................................ Z blz. 6
Opnameformaat ........................................ Z blz. 4
Opnamefunctie ....................................... Z blz. 10
Opnamemenu ......................................... Z blz. 29
Opnamestandbyfunctie............................ Z blz. 14
P
Plaatsen van een cassette ........................... Z blz. 9
Programma AE met speciale effecten ........ Z blz. 34
R
Reinigen van de camcorder ..................... Z blz. 69
Rode-ogen reductie ................................. Z blz. 26
S
Schemerlicht ........................................... Z blz. 35
Sepia ....................................................... Z blz. 35
Slow-motion weergave ............................ Z blz. 54
Sluitertijd ................................................. Z blz. 35
Snel doorspoelen van de band ................. Z blz. 42
Snelzoeken .. ........................................... Z blz. 43
Squeeze .................................................. Z blz. 29
Stand Bedieningsschakelaar ..................... Z blz. 13
Stilbeeldweergave ................................... Z blz. 43
Stroboscoop ............................................ Z blz. 35
Systeemmenu .......................................... Z blz. 30
T
Technische gegevens ......................... Z blz. 78, 79
Tegenlichtcompensatie ............................ Z blz. 38
Telemacro ............................................... Z blz. 30
Terugspoelen van de band ....................... Z blz. 42
Tijdcode .............................................. Z blz. 4, 19
V
Verwijderen van een cassette ..................... Z blz. 9
Video-echo.............................................. Z blz. 35
5 Seconden opnamefunctie ..................... Z blz. 22
W
Weergave speciale effecten...................... Z blz. 55
Weergavemenu ....................................... Z blz. 44
Willekeurige montage van meerdere
scènes .......................................... Z blz. 56 – 61
Windscherm............................................ Z blz. 30
Wipe-in/Wipe-out .................................... Z blz. 31
Wisprotectie .............................................. Z blz. 9
Witbalans .......................................... Z blz. 40, 41
Z
Zelfontspanner ........................................ Z blz. 23
Zelfopname ............................................. Z blz. 17
Zoomen .................................................. Z blz. 18
Zoomen tijdens weergave ........................ Z blz. 54
Zwart/wit................................................. Z blz. 35
76 NE
Accu’s
De bijgeleverde accu is een
lithium-ionaccu. Lees alvorens
deze accu of een los verkrijgbare
accu te gebruiken de volgende
voorzorgen goed door:
1. Voorkom gevaar . . .
.... verbrand de accu niet.
.... sluit de contactpunten niet kort.
.... maak geen veranderingen en demonteer niet.
....
stel de accu niet aan temperaturen boven de
60°C bloot daar de accu anders oververhit met
mogelijk een ontploffing en brand tot gevolg.
.... gebruik uitsluitend de gespecificeerde laders.
2.
Voorkom beschadiging en verleng de levensduur . . .
.... stel de accu niet aan schokken bloot.
.... laad bij temperaturen op die binnen het
hieronder getoonde bereik ligt. Dit is een
accu van het “chemische reactie type” lagere temperaturen vertragen het laden, en
hogere temperaturen belemmeren mogelijk
het volledig laden van de accu.
.... bewaar de accu op een droge, koele plaats.
Door langdurige blootstelling aan hoge
temperaturen wordt de accu ontladen en de
levensduur verkort.
.... laad één keer per jaar een accu eerst geheel
op en ontlaad dan geheel wanneer u de accu
voor langere tijd opbergt.
.... verwijder de accu van de lader of het toestel
wanneer u deze niet gebruikt. Sommige
toestellen gebruiken namelijk ook spanning
wanneer ze zijn uitgeschakeld.
OPMERKINGEN:
●
De accu is na het laden of gebruik warm. Dit is normaal.
De oplaadtijd is gebaseerd op een kamer-temperatuur
●
van 20°C.
●
Hoe lager de temperatuur, hoe langer het opladen duurt.
Cassettes
Lees de volgende voorzorgen door voor een juist
gebruik en opslag van uw cassettes.
1. Tijdens gebruik . . .
.... controleer dat de cassette de Mini DV
markering heeft.
.... vergeet niet dat opname op een reeds
opgenomen cassette automatisch de “oude”
opname van de video- en audiosignalen wist.
....
controleer dat de cassette juist wordt geplaatst.
.... plaats en verwijder een cassette niet
herhaaldelijk zonder dat de band is
getransporteerd. De band komt hierdoor
namelijk los te zitten met mogelijk
beschadiging tot gevolg.
.... open nooit de huls van de cassette. Er zou
anders stof of vingerafdrukken op de band
kunnen komen.
Contactpunten
VOORZORGEN
2. Bewaar cassettes . . .
.... uit de buurt van de verwarming of andere
warmtebronnen.
.... uit het directe zonlicht.
.... op een plaats die niet aan schokken of
trillingen blootstaat.
.... op een plaats die niet aan sterke magnetische
velden blootstaat (bijvoorbeeld in de buurt
van motoren, transformators of magneten).
.... verticaal geplaatst en in het originele
cassettedoosje.
LCD-monitor
1. Voorkom beschadiging van de LCD-monitor en
NIET . . .
.... hard op de monitor drukken of aan schokken
onderhevig stellen.
.... de camcorder met de LCD-monitor onder
ergens neerleggen.
2. Verleng de levensduur . . .
.... en wrijf niet hard of met een ruwe doek
schoon.
3. Let op de volgende punten. Dit zijn
karakteristieken van de LCD-monitor.
•Bij gebruik van de camcorder wordt het oppervlak
en/of de achterkant van de LCD-monitor warm.
•De oppervlakken rond de LCD-monitor worden
mogelijk warm wanneer de spanning lang is
ingeschakeld.
Hoofdtoestel
1. Voor de veiligheid, NIET . . .
.... de behuizing van de camcorder openen.
.... het toestel demonteren of er veranderingen in
aanbrengen.
.... de contactpunten van de accu kortsluiten.
Houd uit de buurt van metalen voorwerpen
wanneer niet in gebruik.
.... ontvlambare stoffen, water of metalen
voorwerpen in het toestel laten vallen.
.... de accu verwijderen of de spanning
ontkoppelen wanneer de spanning nog is
ingeschakeld.
.... de accu op de camcorder bevestigd laten
wanneer niet in gebruik.
2. Vermijd gebruik van het toestel . . .
.... op zeer vochtige of stoffige plaatsen.
.... op plaatsen die onderhevig zijn aan roet of
stoom, bijvoorbeeld in de buurt van een
gasfornuis.
.... op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke
schokken of trillingen.
.... in de buurt van een TV.
.... in de buurt van apparatuur die sterke
magnetische of elektrische velden opwekt
(bijvoorbeeld luidsprekers of zendantennes).
.... op plaatsen die aan zeer hoge (boven 40°C)
of zeer lage (onder 0°C) temperaturen
onderhevig zijn.
3. Bewaar het toestel NIET . . .
.... op plaatsen waar de temperatuur hoger is
dan 50°C.
.... op plaatsen met een zeer lage (onder 35%) of
hoge (boven 80%) vochtigheidsgraad.
.... in het directe zonlicht.
.... in de zomer in een afgesloten auto.
.... in de buurt van een verwarmingselement.
4. Ter bescherming, het toestel NIET . . .
.... nat laten worden.
.... laten vallen of tegen harde voorwerpen
stoten.
.... tijdens transport onderhevig aan sterke
schokken of trillingen blootstellen.
.... met de lens langdurig op een helder
onderwerp richten.
.... met de lens in het directe zonlicht houden.
.... aan de LCD-monitor of zoeker dragen.
.... hard heen en weer slingeren met de
handriem of greep.
.... in de zachte camerahoes sterk heen en weer
slingeren.
5. Vuile koppen veroorzaken mogelijk de volgende
problemen:
•Geen beeld tijdens weergave.
•Ruis of ruisblokken tijdens weergave.
•Tijdens opname wordt de waarschuwing voor
een vuile kop “ ” op de LCD-monitor
getoond.
Reinig vuile koppen met een in de handel
verkrijgbare reinigingscassette. Plaats de
reinigingscassette en start de weergave. De
koppen worden mogelijk beschadigd indien u
deze cassette meerdere malen achter elkaar
gebruikt. De weergave wordt automatisch na
ongeveer 20 seconden gestopt. Zie tevens de
aanwijzingen van de kopreinigingscassette.
Raadpleeg uw JVC handelaar indien na gebruik
van deze reinigingscassette het probleem nog
niet is opgelost.
De mechanisch bewegende onderdelen voor het
bewegen van de videokoppen en het
transporteren van de band raken na verloop van
tijd verontreinigd en verslijten op den duur. Laat
voor een optimale werking en heldere beelden
het toestel na ongeveer 1000 gebruiksuren
nakijken. Raadpleeg uw JVC handelaar voor
deze periodieke check-ups.
NE77
Juiste omgang met een CD-ROM
•Zorg dat er geen vuil of krassen komen op de
glimmende onderkant (tegenover de labelkant).
Schrijf niet op een CD-ROM en plak geen
etiketten e.d. op de bovenkant of de onderkant.
Als een CD-ROM vuil is, kunt u deze met een
zachte does schoonvegen, vanuit het midden naar
de rand.
•Gebruik geen reinigingsmiddelen of antistatische
spray voor conventionele grammofoonplaten.
•Verbuig een CD-ROM niet en raak de glimmende
onderkan niet met uw vingers aan.
•Bewaar een CD-ROM niet op een warme, stoffige
of vochtige plaats. Laat niet in de volle zon liggen.
Meer over condensvorming . . .
● Het is u misschien wel eens opgevallen dat
wanneer een koude vloeistof in een glas
geschonken wordt, er zich
waterdampdruppels vormen aan de
buitenkant van het glas. Ditzelfde fenomeen,
dat we condensatie noemen, kan op de
koppen van de camcorder optreden wanneer
deze van een koude naar een warme plaats
wordt overgebracht, na het verwarmen van
een koude kamer, in overmatig vochtige
omstandigheden, of op een plek in de directe
luchtstroom van een airconditioner.
● Vocht op de kop, een van de meest kwetsbare
onderdelen van de camcorder, kan de
videoband zowel als het interne mechanisme
van de camcorder beschadigen.
Ernstige problemen
Indien er iets mis is met het toestel, moet u het
gebruik van de camcorder direkt staken en uw
JVC handelaar raadplegen.
Deze camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van
bijvoorbeeld een TV of radio) heeft mogelijk tot
gevolg dat de camcorder niet juist functioneert.
Ontkoppel in dat geval eerst de spanningsbron
(accu, netadapter/lader, enz.) en wacht een paar
minuten. Sluit de spanning weer aan en start de
bediening als normaal.
78 NE
TECHNISCHE GEGEVENS
Camcorder
Algemeen
Spanningsbron: 6,3 V gelijkstroom (Met de Lichtnetadapter/acculader)
Stroomverbruik
LCD-monitor uitgeschakeld,
zoeker ingeschakeld: Ongeveer 4,5 W
LCD-monitor ingeschakeld,
zoeker uitgeschakeld: Ongeveer 5,4 W
Formaat: DV formaat (SD functie)
Signaalformaat: PAL standaard
Videosignaalopnameformaat : Digitaal Component opname
Cassette: MINI DV cassette
Bandsnelheid: SP: 18,8 mm/sec.
Maximale opnametijd: SP: 60 min.
Pickup: 1/4” CCD
Lens: F1,8, f = 3,6 t/m 36 mm, 10:1 motorzoomlens
Filterdiameter: ø27 mm
LCD-monitor: 2,5”, diagonaal gemeten, LCD paneel/TFT actief matrix systeem
Zoeker: Elektronische zoeker met 0,55” kleuren-LCD
Luidspreker: Mono
Bedrijfstemperatuur: 0 t/m 40°C
Bedrijfsvochtigheid: 35 t/m 80%
Opslagtemperatuur: –20 t/m 50°C
Afmetingen: 48 (B) x 119 (H) x 89 (D) mm
Gewicht: Ongeveer 420 g (zonder handriem, cassette en accu)
Aansluitingen
Video uitgang:
Audio uitgang: –8 dBs, 1 kiloOhm analoge uitgang, stereo (via de AV OUT
Hoofdtelefoon uitgang: Doorsnee 3,5 mm stereo (via de AV OUT uitgangsaansluiting)
DV uitgang: 4-pens, voldoet aan IEEE1394
7,2 V gelijkstroom (Met de accu)
LP: 12,5 mm/sec.
LP: 90 min. (met M-DV60ME cassette)
(Met de LCD-monitor dicht en de zoeker helemaal ingeduwd)
Spanningsvereisten: 110 tot 240V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik: 20 W
Uitgang
Opladen: 7,2 V gelijkspanning; 0,63 A
VTR: 6,3 V gelijkspanning; 1,8 A
Afmetingen: 122 (B) x 39 (H) x 92 (D) mm
Gewicht: Ongeveer 310 g
Technische gegevens zijn gebaseerd op de SP functie tenzij anders aangegeven. Ontwerp en technische
gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
NE79
Docking station
Algemeen
Afmetingen: 115 mm (B) x 31 mm (H) x 55 mm (D)
Gewicht: Ongeveer 90 g