JVC GR-DVX4 Instruction Manual [nl]

DIGITALE VIDEOCAMERA
GR-DVX4
Bezoek onze CyberCam Homepage op de World Wide Web en antwoord ons klantenoverzicht (uitsluitend in het Engels):
http://www.jvc-victor.co.jp/english/index-e.html
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
LYT0386-004A
DU
2 NE
Beste klant,
Dank u voor de aanschaf van deze digitale videocamera. Lees voor gebruik de waarschuwingen en voorzorgen op de volgende bladzijden goed door voor een veilige werking van uw nieuwe videocamera.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
•De inhoudsopgave toont u alle belangrijke hoofdstukken en gedeelten (Z blz. 5).
•Aan het eind van de diverse gedeelten vindt u vaak opmerkingen. Lees deze opmerkingen tevens door.
•De basisbedieningen en meer geavanceerde functies/bedieningen zijn apart beschreven zodat u snel de uitleg kunt vinden die u nodig heeft.
Wij bevelen aan dat u . . .
.... eerst even de index (Z blz. 70 – 75) bekijkt en voor gebruik vertrouwd raakt met de plaatsen van toetsen,
enz.
.... de “Veiligheidsvoorschriften” goed doorleest. Deze informatie is uitermate belangrijk voor een veilig
gebruik van de camcorder.
Lees tevens voor gebruik de waarschuwingen en aanwijzingen op blz. 76 en 77 goed door.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT
AAN REGEN OF VOCHT TER VOORKOMING VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Waarschuwing voor de lithiumcelbatterij (voor afstandsbediening)
Bij verkeerd gebruik van de in dit toestel gebruikte lithiumbatterij kan gevaar van brand of chemische verbranding ontstaan. Derhalve mag u de batterij nooit herladen, uiteennemen, verhitten boven 100°C of verbranden. Om eventueel brand- of explosiegevaar te vermijden, dient u de batterij uitsluitend te vervangen door een Maxell, Panasonic (Matsushita Electric), Sanyo of Sony CR2025 batterij.
n Gooi een gebruikte batterij onmiddellijk weg
(liefst op een milieuvriendelijke wijze, bijvoorbeeld in een batterijbak of door hem terug brengen naar de foto- of elektriciteitshandelaar).
n Houd de batterij buiten het bereik van kinderen. n Neem de batterij niet uiteen en gooi hem niet in
een open vuur.
VOORZORGSMAATREGELEN:
n Om elektrische schokken te vermijden, mag u de
ombouw niet openen. In het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud over aan de vakman.
n Trek de stekker van het netsnoer bij voorkeur uit
het stopcontact wanneer u de netadapter/acculader voor langere tijd niet gaat gebruiken.
OPMERKINGEN:
Het spanningslabel (serienummer) en waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel aangegeven.
Het spanningslabel (serienummer) van de netadapter/acculader vindt u op de onderkant van dat toestel.
Het specificatieplaatje (het serienummer-plaatje) bevindt zich aan de onderkant van het Docking station.
De camcorder is gemaakt voor gebruik met kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het toestel kan niet gebruikt worden met een televisie gebaseerd op een ander systeem. Opname en weergave met de LCD-monitor/zoeker is echter overal mogelijk. Gebruik de BN-V507U/V514U accu’s en voor het opladen de bijgeleverde multi­voltage netadapter/acculader. (Een stekkeradapter kan eventueel noodzakelijk zijn voor aanpassing aan afwijkende stopcontactontwerpen in verschillenden landen).
Dit toestel voldoet aan de eisen overeenkomstig de IEC standaard uitg. 65.
NE3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Richt de lens of de zoeker niet direct naar de zon. Dit zou namelijk uw ogen kunnen beschadigen of problemen in de werking van het interne circuit kunnen veroorzaken met mogelijk brand of een elektrische schok tot gevolg.
LET OP! De volgende opmerkingen zijn uitermate belangrijk en dienen beschadiging van het toestel en letsel te voorkomen.
Bevestig de bijgeleverde handriem goed en gebruik deze riem om de camcorder te dragen, met de riem rond uw pols. Draag de camcorder niet door deze aan de zoeker en/of de LCD-monitor vast te houden. De camcorder zou anders kunnen vallen of op een andere manier worden beschadigd.
Let op dat uw vingers niet in de cassettehouder verstrikt raken. Let vooral op kinderen. De camcorder is geen speelgoed.
Gebruik geen statief op een instabiel of scheef oppervlak. Het statief zou anders om kunnen vallen met ernstige beschadiging van de camcorder tot gevolg.
LET OP! Verbind geen kabels (audio/video, S-video, montage, gelijkstroom, enz.) met het Docking station wanneer deze op de TV is geplaatst en laat het Docking station niet op de TV liggen, iemand zou namelijk over de kabels kunnen struikelen of er op staan waardoor het Docking station van de TV valt met beschadiging tot gevolg.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
•Docking station CU-V501E
TW
•Afstandsbediening RM-V713U
•Audio-/videokabel (A/V-kabel) [ministekker naar RCA (tulp) stekker]
•Montagekabel
•Lichtnetadapter/ acculader AA-V50EG
•Accu BN-V507U
•Audio-/videokabel (A/V-kabel) [RCA (tulp) naar RCA stekker]
•S-videokabel
n Deze camcorder is exclusief ontworpen voor
digitale videocassettes. Gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de
markering
met deze camcorder.
Alvorens een belangrijke scène op te nemen . . .
.... gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de
Mini DV markering .
.... onthoud dat deze camcorder niet uitwisselbaar
met andere digitale videoformaten is.
.... vergeet niet dat deze camcorder voor privé-
gebruik is ontworpen. Commercieel gebruik zonder de vereiste toestemming is verboden. (Het wordt tevens aanbevolen dat u vooraf toestemming heeft gekregen voor het opnemen van bijvoorbeeld een show, uitvoering, expositie of toneelstuk voor persoonlijk gebruik.)
•Gelijkspanningssnoer
•PC verbindingskabel
•JLIP kabel
•CD-ROM De CD-ROM bevat de volgende 5 software programma’s:
JLIP Video Capture
JLIP Video Producer
Presto!
Mr. Photo
Photo-Album
ImageFolio
•Kernfilter x 3 (voor een los verkrijgbare DV­kabel, hoofdtelefoon en microfoon)
•Kabeladapter
•Lithiumbatterij CR2025 (voor afstands­bediening)
•Schoonmaakdoekje
4 NE
De digitale camcorder zet binnenkomende audio- en videosignalen voor opname in een digitale vorm om. Een videosignaal bestaat uit een luminantiesignaal (Y) en kleurensignalen (R-Y en B-Y). Deze signalen worden
geïdentificeerd en digitaal opgenomen (Digital Component Recording). De A/D (Analoog naar Digitaal) converter bemonstert het Y signaal met 13,5 MHz en R-Y en B-Y met 6,75 MHz en zet deze om naar een 8-bit quantum signaal.
48 kHz bemonsterd geluid wordt naar een 16-bit quantum signaal omgezet en geluid bemonsterd met 32 kHz wordt naar een 12-bit signaal omgezet.
MEER OVER DVC
VIDEO
Lens
Chrominantie (C)
AUDIO
Microfoon
Deze camcorder scheidt de data in blokken, en schrijft een blok met datatype op ieder spoor van de band.
Sporingsrichting
Luminantiesignaal (Y)
Kleurverschil­signaal (R-Y/B-Y)
Chromatische
analyse
12 sporen/beelden
A/D
conversie
A/D
conversie
A/D
conversie
Bandtransportrichting
Subcodegebied
Videogebied
Signaal-
compressie
Audiogebied
ITI gebied
Opname met roterende helical scan kop
5,24 mm
6,35 mm
1 Subcodegebied
De tijdcode en data voor de datum/tijd worden hier geschreven, afgezonderd van de data voor video. U kunt derhalve de datum/tijd ook tijdens weergave tonen, zelfs wanneer de datum/tijd niet tijdens opname werd getoond.
2 Videogebied
Het digitale videosignaal wordt hier opgenomen.
3 Audiogebied
Het digitale audiosignaal wordt hier opgenomen.
4 ITI (Insert en Tracking
Informatie) gebied
Signalen voor invoegmontage en montage na opname worden hier opgenomen.
INHOUD
NE5
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES MEER OVER DVC
STARTEN
Stroomvoorziening .......................................................................................................... 6
Instellen van de datum/tijd ...............................................................................................8
Plaatsen/verwijderen van een cassette................................................................................. 9
Instellen van de opnamefunctie ......................................................................................... 10
Instellen van de handgreep ..............................................................................................11
Instellen van de zoeker .................................................................................................. 11
Bevestigen van een statief ..............................................................................................12
Bedieningsfunctie ..........................................................................................................13
OPNAME
Basisopname ............................................................................................................... 14
Geavanceerde functies....................................................................................................20
WEERGAVE
Basisweergave ............................................................................................................42
Geavanceerde functies....................................................................................................44
Basisverbindingen .........................................................................................................46
Geavanceerde verbindingen .............................................................................................48
KOPIËREN VAN EEN CASSETTE
Kopiëren van een cassette ...............................................................................................50
Digitaal kopiëren .......................................................................................................... 51
6 – 13
14 – 41
42 – 49
50 – 51
3
4
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Monteren van scènes in een andere volgorde (R.A.Edit)............................................................ 56
Voor een uitermate nauwkeurige montage ...........................................................................60
Opname van ander geluidspoor (“audio-dubben”)...................................................................62
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
52 – 62
63 – 68
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER INDEX
Regelaars, aansluitingen en indicators................................................................................. 70
Aanduidingen............................................................................................................... 72
Docking station ............................................................................................................ 74
Termen ......................................................................................................................75
VOORZORGEN TECHNISCHE GEGEVENS
70 – 75
76 – 77
78 – 79
69
6 NE
Stroomvoorziening
Met het dubbele stroomvoorziening-systeem van deze camcorder kunt u zelf de meest geschikte stroombron kiezen.
OPMERKINGEN:
Zonder stroombron is geen enkele functie beschikbaar.
Gebruik alleen maar de gespecificeerde stroomvoorziening.
Gebruik geen apparaten voor de stroomvoorziening die meegeleverd worden met andere toestellen.
Naar het stopcontact.
Lichtnetadapter/ acculader AA-V50EG
Laad­indicator 1
Spanningsindicator
Netsnoer
Laad-indicator 2
Accu BN-V507U of BN-V514U
1
Gelijkstroom uitgangsaansluiting
OPLADEN VAN DE ACCU
ZORG VOOR STROOMTOEVOER NAAR
1
DE ACCULADER
Let er op dat u het gelijkspanningssnoer van de camcorder uit de Lichtnetadapter/acculader haalt. Steek de stekker van de Lichtnetadapter/acculader in een stopcontact. De Spanningsindicator zal oplichten.
BEVESTIG DE ACCU/ACCU’S
2
Bevestig de accu terwijl u er op let dat de kant waar de aansluitingen zich bevinden 1 contact maakt met de accuhouder op de lichtnetadapter/acculader aan de kant waar de indicator zit.
De Laad-indicator (1 of 2) zal beginnen te knipperen
om aan te geven dat het laden is begonnen.
BEVESTIGING LAADTOESTAND
3
Wanneer de Laad-indicator stopt met knipperen en blijft branden, is het laden klaar.
•Wanneer er twee accu’s aan de acculader zijn bevestigd, zullen deze opgeladen worden in de volgorde dat ze werden vastgemaakt.
HAAL DE ACCU/ACCU’S ERAF
4
Schuif de accu tegen de richting van de pijl in en til hem van de lader af. Vergeet niet de stekker uit het stopcontact te halen als u klaar bent met het opladen van de accu’s.
Oplaadtijd
Accu EEN TWEE
BN-V507U BN-V514U
(los verkrijgbaar)
Ongeveer 1uur 30 minuten
Ongeveer 3 uur Ongeveer 6 uur
STARTEN
Ongeveer 3 uur
OPMERKINGEN:
Laad de accu op wanneer de omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C is. De ideale temperatuur is tussen 20°C en 25°C. Wanneer de omgevingstemperatuur te laag is, is het mogelijk dat de accu niet volledig geladen kan worden.
De oplaadtijden zoals hierboven vermeld gelden voor geheel lege accu’s.
De oplaadtijden en de gebruiksduur kunnen verschillen afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de toestand van de accu.
Gebruik de Lichtnetadapter/acculader niet in de buurt van een radio om storing van de ontvangst te voorkomen.
Wanneer u tijdens het opladen het gelijkstroomsnoer van de camcorder aansluit op de Lichtnetadapter/acculader, zal de camcorder van stroom worden voorzien en zal het opladen stoppen.
Omdat de Lichtnetadapter/acculader de netspanning intern omzet, wordt hij warm tijdens het gebruik. Gebruik de Lichtnetadapter/acculader daarom alleen in goed geventileerde ruimtes.
Wanneer u een accu voor het eerst of voor het eerst na een lange tijd gaat opladen, is het mogelijk dat de Laad-indicator in eerste instantie niet oplicht. Verwijder in een dergelijk geval de accu van de Lichtnetadapter/acculader en probeer het vervolgens opnieuw.
Wanneer de gebruiksduur heel kort blijkt te zijn alhoewel de accu volledig opgeladen was, is de accu versleten en zult u deze dienen te vervangen. Koopt u alstublieft een nieuwe.
Meer over accu’s
GEVAAR! Probeer de accu’s niet uit elkaar te halen en stel ze niet
bloot aan vlammen of extreme hitte, want dit kan leiden tot brand of een ontploffing.
WAARSCHUWING! Laat de accu of de aansluitingen van de accu niet in contact komen met metalen, want dit kan resulteren in kortsluiting en kan mogelijk brand veroorzaken.
De voordelen van Lithium-ion accu’s
De Lithium-ion accu is gevoelig voor kou.
Lithium-ion accu’s zijn klein maar hebben een groot vermogen. Wanneer een dergelijke accu echter wordt blootgesteld aan lage temperaturen (onder 10°C), dan zal de gebruiksduur korter worden en kan de accu zelfs helemaal weigeren te functioneren. Als dat gebeurt, dient u de accu korte tijd in uw zak, of op een andere veilige, warme plek, te doen om hem op te warmen en bevestig hem vervolgens weer aan de camcorder. Zolang de accu zelf niet te koud wordt zou dit geen invloed moeten hebben op de prestaties.
(Als u een verwarmingselement gebruikt, moet u er op letten dat de accu zelf niet in direct contact komt met het element.)
1
2
BATT. RELEASE schakelaar
LET OP:
Controleer alvorens de spanningsbron te ontkoppelen dat de spanning van de camcorder is uitgeschakeld. Dit nalaten kan een onjuist functioneren veroorzaken.
Naar het stopcontact.
Netsnoer
NE7
GEBRUIKEN VAN DE ACCU
BEVESTIG DE ACCU
1
Steek de kant met de contacten 1 van de accu in de accuhouder en druk vervolgens het achtereind van de accu in de richting van de pijl tot deze op zijn plaats vastklikt, zoals aangegeven in de illustratie.
•Als de accu verkeerd wordt bevestigd, kunnen zich storingen voordoen.
Om een accu los te maken . . .
.... dient u BATT. RELEASE naar beneden te schuiven voor
u de accu verwijdert.
OPMERKINGEN:
Wanneer de temperatuur rond de 20˚C is, kunt u doorlopend blijven filmen tot de maximaal opgegeven gebruiksduur van de accu.
Onder de volgende omstandigheden wordt het halen van die maximale gebruiksduur echter belemmerd:
De omgevingstemperatuur is lager dan 10˚C.
De Zoom of Opname-paraatstand wordt herhaaldelijk gebruikt.
De LCD-monitor wordt herhaaldelijk gebruikt. Voor u een langere periode met de camcorder zult gaan opnemen, verdient het aanbeveling om genoeg accu’s klaar te hebben voor ongeveer 3 maal de lengte van de opname die u in gedachten heeft.
Opnametijd bij benadering
Accu ingeschakeld/ uitgeschakeld/
BN-V507U 55 min. 65 min. BN-V514U 115 min. 130 min. BN-V856U 7 uur 30 min. 8 uur 30 min.
LCD-monitor LCD-monitor
zoeker uitgeschakeld zoeker ingeschakeld
STARTEN
Lichtnetadapter/ acculader AA-V50EG
Naar de accu-vatting
Gelijkstroom uitgangsaansluiting
Gelijkspannings­snoer
INFORMATIE:
De VU-V856KIT bestaat uit de BN-V856U accu en AA­V80EG netadapter/acculader. Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de VU-V856KIT. U kunt de BN-V856U accu niet met de bijgeleverde netadapter/acculader opladen. Voor het opladen van de BN-V856U moet u de AA-V80EG netadapter/acculader gebruiken.
GEBRUIK OP NETSPANNING
Gebruik de netadapter/lader (verbind zoals u hier in de illustratie ziet).
OPMERKINGEN:
De bijgeleverde netadapter/lader kiest automatisch het voltage binnen 110V t/m 240V wisselstroom.
Voor andere opmerkingen, Z blz. 6.
8 NE
A M
Bedienings­schakelaar
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
P
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
REC MODE WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH
4
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
– – – – –6 – – – –
END
DATE/TIME
INDICATION ON ON SCREEN OFF
4
DATE / TIME
RETURN
Spanningsschakelaar
AUTO AUTO
OFF OFF
0FLASH ADJ.
SP 40X
ON AGC OFF AUTO
ONDISPLAY
1 . 1 . 00
00 : 00
OPMERKING:
Wanneer u “DATE/TIME” kiest maar de waarde niet is opgelicht, zal de interne klok van de camcorder blijven lopen. De klok stopt wanneer u de opgelichte balk naar de eerste waarde voor de datum/tijd (dag) verplaatst. De klok start vanaf de ingestelde datum en tijd wanneer u na het instellen van de minuten op MENU/SET drukt.
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
Functiemenu
Datum/tijd-menu
STARTEN
(vervolg)
Instellen van de datum/tijd
De datum en tijd worden automatisch altijd op de band opgenomen. U kunt later bij weergave kiezen of u de datum wel of niet wilt tonen (Z blz. 45).
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•De spanningsindicator licht op en de camcorder wordt ingeschakeld.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
OPEN HET DATUM/TIJD-MENU
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “TO DATE/TIME MENU” te verplaatsen. Druk op de keuzeschijf en het datum/tijd-menu verschijnt.
VOER DE DATUM EN TIJD IN
5
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “DATE/TIME” te verplaatsen. Druk op de keuzeschijf en de “dag” licht op en knippert. Verdraai MENU/SET om de dag in te voeren. Druk op de keuzeschijf. Herhaal deze stap voor het invoeren van de maand, het jaar, het uur en de minuut.
•Druk tweemaal op MENU/SET wanneer de opgelichte balk op “RETURN” staat om het instellen te stoppen.
Over de oplaadbare Lithium batterij van de ingebouwde klok
Om de datum en de tijd in het geheugen te kunnen opslaan, is er een oplaadbare Lithium batterij in de camcorder ingebouwd. Terwijl de camcorder is aangesloten op de Lichtnetadapter/acculader met het gelijkstroomsnoer, of terwijl er een accu op de camcorder zit, en de camcorder van stroom wordt voorzien, zal de oplaadbare Lithium batterij altijd opgeladen zijn. Wanneer de camcorder echter ongeveer 3 maanden niet gebruikt wordt, zal de Lithium batterij leeg raken en zal de datum en tijd informatie in het geheugen verloren gaan. In een dergelijk geval dient u allereerst de camcorder via de Lichtnetadapter/acculader minstens 24 uur van stroom te voorzien om de oplaadbare Lithium batterij van de klok weer op te laden. Vervolgens moet u de juiste tijd en datum weer instellen voor u de camcorder weer gaat gebruiken. Het is natuurlijk ook mogelijk de camcorder te gebruiken zonder de tijd en de datum in te stellen.
Cassettehouder
NE9
Plaatsen/verwijderen van een cassette
Er moet voor het laden of uitwerpen van een cassette spanning naar de camcorder worden gevoerd.
Controleer dat de vensterkant naar buiten is gericht.
Drukken
(PUSH HERE)
OPEN/EJECT schakelaar
Wispreventieschakelaar*
*
Ter bescherming van uw opname . . .
.... verschuif de wispreventieschakelaar op de
rug van de cassette naar “SAVE” zodat er niet meer over een reeds bestaande opname op de cassette kan worden opgenomen. Als u later toch op deze cassette wilt opnemen moet u de schakelaar voordat u de cassette plaatst terug naar “REC” schuiven.
Cassette-afdekking
OPEN DE CASSETTE-AFDEKKING
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en klap het deksel open totdat dit in-klikt. De houder zal automatisch openen.
•Raak de interne onderdelen niet aan.
PLAATSEN/VERWIJDEREN VAN EEN
2
CASSETTE
Plaats of verwijder een cassette en druk op “PUSH HERE” om de cassettehouder te sluiten.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens de cassette­afdekking te sluiten.
•U kunt de afdekking mogelijk niet sluiten wanneer de accu bijna is uitgeput. Forceer niet, maar plaats een geladen accu alvorens de afdekking te sluiten.
SLUIT DE CASSETTE-AFDEKKING
3
Doe de cassettehouder goed dicht totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Opnametijd bij benadering
Cassette
DVM-30 30 min. 45 min. DVM-60 60 min. 90 min.
Opnamesnelheid
SP LP
STARTEN
OPMERKINGEN:
Het duurt een paar seconden eer de cassettehouder opent. Forceer de houder niet.
Wanneer u een paar seconden wacht en de cassettehouder niet opent, moet u de cassette-afdekking eerst even sluiten en dan de houder opnieuw proberen te openen. Schakel de camcorder uit, wacht even en schakel weer in indien de cassettehouder nog steeds niet kan worden geopend.
Wanneer de cassette niet goed laadt, dient u de cassette-afdekking volledig te openen en de cassette te verwijderen. Probeer na een paar minuten de cassette opnieuw te laden.
Wacht even alvorens de afdekking te openen nadat u de camcorder direct van een koude plaats naar een warme ruimte verplaatst.
Het sluiten van de cassette-afdekking voordat de cassettehouder geheel naar buiten is gekomen beschadigt mogelijk de camcorder.
Ook met de camcorder uitgeschakeld kan een cassette worden geplaatst of verwijderd. Nadat de cassettehouder wordt gesloten met de camcorder uitgeschakeld, zal de houder echter mogelijk niet in positie worden gebracht. Schakel daarom bij voorkeur de spanning in alvorens een cassette te plaatsen of te verwijderen.
Bij het voortzetten van een opname, zal na het openen van de cassette-afdekking een leeg gedeelte op de band worden opgenomen of mogelijk een reeds opgenomen scène worden gewist (overschreven) ongeacht of de cassettehouder werd geopend of niet. Zie blz. 19 voor informatie aangaande het voortzetten van een opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band.
10 NE
A M
Bedienings­schakelaar
STARTEN
(vervolg)
Instellen van de opnamefunctie
Stel als gewenst in.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•De spanningsindicator licht op en de camcorder wordt ingeschakeld.
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
4
REC MODE
WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
– – – – –6 – – – –
END
4
REC MODE WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
– – – – –6 – – – –
END
Opnamesnelheidindicator
Vergrendeltoets
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
AUTO AUTO
OFF OFF
0FLASH ADJ.
SP 40X
ON AGC OFF AUTO
SP
40X ON AGC OFF AUTO
C
F
A
F
M
O
E
R
A
5
S
Opnamemenu
Functiemenu
Spannings­indicator
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
STEL DE OPNAMEFUNCTIE IN
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk eerst naar “REC MODE” te verplaatsen. Druk vervolgens op de keuzeschijf en “SP” of “LP” licht op. Verdraai MENU/
SET om “SP” of “LP” te kiezen. Druk tweemaal op MENU/SET om het opnamemenu te verlaten.
•Het vervangen van het audiospoor (“audio­dubben”) is niet mogelijk met cassettes die met de LP functie zijn opgenomen.
•“LP” (“Long Play”) is economischer want u beschikt over 1,5 keer de normale opnametijd van een band.
OPMERKINGEN:
Wanneer u tijdens opname de snelheid verandert zal bij weergave op dat punt het beeld wazig zijn.
Speel cassettes die met de LP snelheid zijn opgenomen bij voorkeur met deze camcorder af.
Tijdens weergave van een cassette die met een andere camcorder is opgenomen verschijnen er mogelijk ruisblokken in beeld of valt het geluid soms weg.
– – – – –
SP
6
SP LP
– – – –
START/STOP toets
Motorzoomhendel
Instellen van de handgreep
VERGROOT DE LUS
1
Trek de velcro klitstrip los.
PLAATS UW HAND
2
Plaats uw rechterhand door de lus en houd de greep vast.
NE11
3
2
Vergrendeltoets
1
STEL DE LENGTE VAN DE RIEM IN
3
Stel zodanig in dat uw duim en vingers nog gemakkelijk START/STOP en de motorzoomhendel kunnen bedienen. Bevestig vervolgens de Velcro riem.
OPMERKING:
Wanneer u de camcorder in een tas o.i.d. draagt, kan de metalen gesp van de handriem de camcorder beschadigen. Wij raden u aan de gesp in de klittenbandstrip te doen.
Instellen van de zoeker
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
TREK DE ZOEKER UIT
2
Trek de zoeker helemaal uit.
•De Spanningsindicator gaat branden en de camcorder staat aan.
STEL DE DIOPTRIE IN
3
Verschuif de dioptrieregelaar totdat de aanduidingen in de zoeker scherp zijn.
STARTEN
PAUSE
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Zet op “ ” of “5S”.
12 NE
STARTEN
(vervolg)
Bevestigen van een statief
BRENG IN LIJN EN ZET VAST
1
Breng de schroef van het statief in lijn met de statiefaansluiting op de camera. Draai de schroef aan.
LET OP:
Bij gebruik van een statief moet u deze goed openen en de poten geheel uittrekken zodat de camcorder stabiel op het statief staat. Voorkom beschadiging van het toestel door het omvallen en gebruik daarom geen klein of niet-stevig statief.
Om de camcorder aan te zetten, dient u eerst de Spanningsschakelaar op een andere bedieningsfunctie dan “OFF” (uit) te zetten. Vervolgens trekt u de zoeker helemaal uit of klapt u de LCD-monitor open. Wanneer u de Spanningsschakelaar verdraait moet u tegelijkertijd de vergrendeltoets indrukken.
Vergrendeltoets
A M
schakelaar
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
5
S
Spannings­indicator
L
P
SpanningsschakelaarBedienings-
Afhankelijk van de stand waarin u de Bedieningsschakelaar heeft gezet zal er in de linker bovenhoek “F.AUTO” of “MANUAL” verschijnen.
F . AUTO
PAUSE
Op “ ”
NE13
Bedieningsfunctie
Door de Spanningsschakelaar en de Bedieningsschakelaar te verdraaien kunt u de meest geschikte bedieningsfunctie kiezen volgens de onderstaande tabel:
Stand Spannings­schakelaar/Bedien­ingsschakelaar
Geschikt voor standaardopnamen
Opname van beelden van 5 seconden:
5S
Stelt u in staat om op te nemen in “clips” van 5 seconden om de actie gaande te houden. Schakel de Handbediening in. Echter, de scherpstelling en de belichting zijn hetzelfde als bij volautomatische bediening en het is niet mogelijk om met de MENU/SET menu-instellingen te wijzigen.
Weergave:
Stel deze functie in om een opname te bekijken.
Z blz. 42 – 49.
OFF (uitge-
Stand van de Spanningsschakelaar
schakeld)
Volautomatisch:
Handmatig:
Stand Bedieningsschakelaar
Voor het uitschakelen van de camcorder. De scherpstelling en belichting worden met de schijf in deze stand automatisch op “AUTO” gesteld.
Voor opname ZONDER speciale effecten en geen handmatige instellingen. Geschikt voor standaardopname.
U kunt diverse opnamefuncties van de menu’s gebruiken. Stel de handmatige functie in indien u speciale effecten wilt voor een creatievere opname dan in vergelijking met de volautomatische functie.
Functie
STARTEN
MANUAL
PAUSE
Ingesteld op “ ” (Wanneer de Spanningsschakelaar op “5S” is gezet, zal de aanduiding “MANUAL” knipperen.)
Wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” is gezet, zullen deze aanduidingen niet verschijnen.
14 NE
OPEN/EJECT schakelaar
START/STOP toets
A M
Vergrendeltoets
Spannings­indicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
L
P
OPNAME
Basisopname
OPMERKING:
De hieronder vermelde instellingen dienen reeds te zijn gemaakt. Maak deze instellingen indien nog niet uitgevoerd.
Spanning (Z blz. 6)
Instellen van de opnamefunctie (Z blz. 10)
Instellen van de handgreep (Z blz. 11)
Instellen van de zoeker (Z blz. 11)
PLAATS EEN CASSETTE
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en klap het deksel open totdat dit in-klikt. De houder zal automatisch openen. Plaats een cassette en druk op “PUSH HERE” om de cassettehouder te sluiten.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens de cassette­afdekking te sluiten.
A
5
S
Opnemen terwijl u het beeld in de zoeker bekijkt
Bedieningsschakelaar
Opname­indicatielampje (Licht op tijdens opname.)
Spanningsschakelaar
ACTIVEER DE
2
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Let er op dat de LCD monitor helemaal dicht en vergrendeld is. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit.
•De lens-afdekking zal open gaan, de Spanningsindicator zal oplichten en de camcorder gaat in de Opnamestandbyfunctie.
•De scène waarop u richt wordt in de zoeker getoond met “PAUSE” erover getoond.
START DE OPNAME
3
Druk op START/STOP.
•“ ” wordt tijdens de opname in de zoeker getoond.
START/STOP toets
Resterende bandtijd
25 min
min
(Telt nu)
90 min
89 min
3 min
2 min
(knippert)
1 min
(knippert)
0 min
(knippert)
NE15
STOP DE OPNAME
4
Druk nog een keer op START/STOP om de opname te stoppen.
•De camcorder schakelt weer in de opnamestandbyfunctie.
OPMERKINGEN:
Het beeld wordt niet tegelijk op de LCD-monitor en in de zoeker getoond. Er zal geen beeld op de LCD­monitor verschijnen wanneer de zoeker geheel is uitgetrokken. Opname is niet mogelijk met zowel de LCD-monitor geopend als de zoeker uitgetrokken. Tijdens interface-opname (Z blz. 17) verschijnt het beeld echter tegelijk op de LCD-monitor en in de zoeker.
De cassettehouder kan uitsluitend worden geopend wanneer een spanningsbron is aangesloten.
Na het openen van de cassette-afdekking duurt het mogelijk even eer de houder opent. Forceer de houder niet.
De resterende tijd die in de zoeker wordt getoond is bij benadering.
De benodigde tijd voor het bepalen van de resterende bandtijd en de nauwkeurigheid varieert mogelijk afhankelijk van de geplaatste cassette.
“TAPE END” zal worden getoond indien het eind van de cassette is bereikt. De spanning zal vervolgens automatisch worden uitgeschakeld indien u de camcorder 5 minuten in deze toestand laat. “TAPE END” wordt tevens getoond indien u een cassette plaatst die reeds geheel is opgespoeld.
Wanneer de Opnamestandbyfunctie 5 minuten onveranderd ingeschakeld blijft, zal de camcorder zichzelf automatisch uitzetten. Om de camcorder weer aan te zetten Duwt u de zoeker in en trekt u hem weer uit, of doet u de LCD-monitor dicht en weer open.
De tijdcode wordt onderbroken en er worden mogelijk fouten bij het monteren gemaakt indien er een leeg gedeelte tussen opgenomen scènes op de band is. Vervolg daarom een opname vanaf het laatst opgenomen punt op de band. Zie “Opname op een gedeeltelijk reeds opgenomen band” (Z blz. 19).
Tijdens opname hoort u geen geluid via de luidspreker. U moet een los verkrijgbare hoofdtelefoon met de hoofdtelefoonaansluiting verbinden indien u het geluid tijdens opname wilt beluisteren. Het geluid wordt dan met het voor weergave ingestelde volume weergegeven.
Om het Opname-indicatielampje uit te zetten tijdens de opname dient u de bladzijden 28 en 30 te raadplegen.
OPNAME
16 NE
OPNAME
Basisopname (vervolg)
180°
START/STOP toets
Bedieningsschakelaar
90°
Vergrendeltoets
A M
Spannings­indicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
Opnemen terwijl u het beeld op de LCD­monitor bekijkt
Voer stap 1 uit alvorens de volgende stappen uit te voeren (Z blz. 14).
ACTIVEER DE
2
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Let er op dat de zoeker weer geheel ingeschoven wordt. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open.
•De lens-afdekking zal open gaan, de Spanningsindicator zal oplichten en de camcorder gaat in de Opnamestandbyfunctie.
•De scène waarop u richt wordt op de LCD-monitor getoond met “PAUSE” erover getoond.
START DE OPNAME
3
Kantel de LCD-monitor omhoog/omlaag al naar gelang het beste zicht (Z blz. 17) en druk op START/ STOP.
•“ ” wordt tijdens de opname in de LCD-monitor getoond.
STOP DE OPNAME
4
Druk nogmaals op START/STOP.
•De camcorder schakelt weer in de opnamestandbyfunctie.
OPMERKINGEN:
Bij gebruik van de LCD-monitor buitenshuis in het directe zonlicht, zal het beeld soms moeilijk te zien zijn. Gebruik in dat geval de zoeker (Z blz. 14).
Om het Opname-indicatielampje uit te zetten tijdens de opname dient u de bladzijden 28 en 30 te raadplegen.
Zie blz. 15 voor verdere opmerkingen.
Opname­indicatielampje (Licht op tijdens opname.)
Zelfopname
MENU/SET keuzeschijf
NE17
Journalistenopname
Bepaalde situaties vragen om een ander opnameperspectief om bijvoorbeeld het effect te versterken.
OPEN DE LCD-MONITOR
1
Controleer dat de LCD-monitor geheel geopend is.
KANTEL DE LCD-MONITOR
2
Kantel de LCD-monitor in de gewenste richting.
•De LCD-monitor kan bijna een hele cirkel worden gedraaid (270°: 90° omlaag, 180° omhoog).
Interface-opname
Een persoon die wordt gefilm kan zichzelf in de LCD­monitor bekijken. U kunt tevens uzelf opnemen en tegelijkertijd het resultaat op de LCD-monitor in de gaten houden.
KANTEL DE LCD-MONITOR OMHOOG
1
Open de LCD-monitor en kantel 180 graden omhoog zodat deze naar voren is gericht.
•Het beeld op de monitor wordt op z’n kop gezet. Als de zoeker op dit moment uitgetrokken is, zal deze ook aan gaan.
START DE OPNAME
2
Richt de lens naar het op te nemen onderwerp (uzelf voor zelfopname) en start de opname.
•Tijdens interface-opname (zelfopname) worden uitsluitend de “bandtransport-indicator” en waarschuwingen (Z blz. 72, 73) getoond; deze worden omgekeerd als spiegelbeeld op het display getoond maar worden echter niet omgekeerd opgenomen.
OPMERKING:
De resterende bandtijdindicator wordt niet getoond tijdens zelfopname. Wanneer er nog slechts 2 minuten bandtijd resteert zal de indicator echter wel verschijnen:
(knippert)
(knippert) (knippert)
Regelen van de helderheid
U kunt de helderheid van het display instellen door
MENU/SET te verdraaien.
OPNAME
BRIGHT
– – – – –
6
– – – – –
STEL DE HELDERHEID IN
1
Verdraai MENU/SET totdat de indicator voor de helderheid verplaatst en de helderheid voor het display als gewenst is.
•De aanduiding voor de helderheid verschijnt op het display.
•Wanneer de zoeker uitgetrokken wordt, is het ook mogelijk de helderheid daarvan te regelen.
18 NE
Inzoomen (T: tele)
D T
1X
W
T
W
Digitaal zoombereik
10X (optisch) zoombereik
D T
W
10X
D T
20X
W
Uitzoomen (W: groothoek)
D T
10X
W
Zoombereik bij benadering
Motorzoomhendel
D T
40X
W
Zoomdisplay
OPNAME
T
W
FUNCTIE:
Zoomen
DOEL:
In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen
Basisopname (vervolg)
van een beeld.
HANDELING:
Inzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “T”.
Uitzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “W”. n Het zoomen wordt sneller uitgevoerd naarmate u de
motorzoomhendel harder naar een andere stand drukt.
OPMERKINGEN:
Scherpstellen is misschien niet mogelijk tijdens het zoomen. U moet in dat geval de zoom tijdens de opnamestandbyfunctie instellen, de scherpstelling handmatig instellen en vergrendelen (Z blz. 37) en dan tijdens opname in- of uitzoomen.
Tijdens de volautomatische funcite (met de Bedieningsschakelaar op “ ” gedrukt), kunt u tot maximaal 40X zoomen. Met Handbediening (met de Bedieningsschakelaar op 100X zoomen of tot 10X met gebruik van de optische zoom.
Zoomen met een sterkere vergroting dan 10X gebeurt op digitale wijze, en we noemen het daarom digitaal zoomen.
De beeldkwaliteit is bij het digitaal zoomen iets minder.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt met functies waarbij de beelden op digitale wijze worden verwerkt (Beeld Wipe/overgangsfunctie, Z blz. 32, Video Echo, Z blz. 35 enz.).
Macro-opnamen (tot 5 cm vanaf het onderwerp) zyn mogelijk wanneer de motorzoomhendel geheel naar “W” is gedrukt. Zie ook “TELE MACRO” in het Systeem Menu op bladzijde 30.
“ ”
), kunt u tot maximaal
A M
Bedienings­schakelaar
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
P
5
S
Spannings­indicator
Spanningsschakelaar
NE19
OPMERKING: Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
Tijdcode
Tijdens opname wordt een tijdcode op de band aangebracht. Met deze code kunt u de plaats van een opgenomen scène op de band tijdens weergave controleren. Indien u de opname vanaf een blanco gedeelte start, begint de tijdcode met “00:00:00” (minuten/ seconden/beeld). Indien u vanaf een reeds opgenomen gedeelte start, zal de tijdcode vanaf het laatste tijdcodenummer verder lopen.
U heeft een tijdcode nodig voor het monteren van meerdere scènes in een willekeurige volgorde (Z blz. 56 – 61). De tijdcode wordt onderbroken indien er tijdens opname halverwege de cassette een blanco gedeelte wordt gevonden. Bij het daarna voortzetten van de opname start de tijdcode weer vanaf “00:00:00”. Er zullen in dat geval mogelijk tijdcodes worden aangebracht die reeds bij de hiervoor opgenomen scènes zijn gebruikt. Voer onder de volgende gevallen de handelingen uit van “Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band” (zie hieronder) zodat er geen lege gedeelten op de band komen.
•Indien u na weergave van een opgenomen cassette de opname op deze cassette wilt vervolgen.
•Indien u de spanning tijdens opname uitschakelt.
•Indien u een cassette tijdens opname verwijdert en weer terugplaatst.
•Indien u verder op een gedeeltelijk opgenomen cassette wilt opnemen.
•Indien u op een leeg gedeelte tussen opnamen
TC
op de cassette wilt opnemen.
•Indien u na opname van een scène de opname vervolgt en de cassette-afdekking werd geopend/gesloten.
Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
1. Start de weergave van de band om het punt vanaf waar u wilt opnemen op te zoeken. Schakel daar de
stilbeeldweergavefunctie in (Z blz. 43).
2. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of
op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt en begin op te nemen.
OPMERKINGEN:
De tijdcode kan niet worden teruggesteld.
Tijdens het snel door- en terugspoelen zal de aanduiding van de tijdcode mogelijk niet soepel lopen.
Display
12 : 34 : 24
Tijdcode wordt tijdens weergave getoond.
Minuten Seconden
Beelden (25 beelden = 1 seconde)
OPNAME
Wanneer er blanco gedeelten op een cassette zijn
Tijdcode 05:43:21
Opname stoppunt
Opname startpunt
Cassetteband
Tijdcode 00:00:00
Opname startpunt
Juiste manier van opnemen
Tijdcode 05:43:21
Opname startpuntOpname stoppunt
Cassetteband
Tijdcode 00:00:00
Opname startpunt
Tijdcode 00:00:00
Tijdcode 05:44:00
Nieuw opgenomen scèneBlancoReeds opgenomen scène
Laatste scèneNieuwe scèneReeds opgenomen scène
20 NE
A M
Bedienings­schakelaar
MENU/SET keuzeschijf
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
REC MODE WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH
4
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU END
INDICATION ON ON SCREEN OFF
DATE / TIME
4
RETURN
Display
AUTO AUTO
OFF OFF
0FLASH ADJ.
SP 40X
ON AGC OFF AUTO
– – – – –6 – – – –
DATE/TIME
ONDISPLAY
25 . 12 . 99
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
Functiemenu
Datum/tijd-menu
16 :
40
Spannings­indicator
OPNAME
Geavanceerde functies
Tonen van de datum en tijd tijdens opname
Met de Bedieningsschakelaar op “ ”, kunt u kiezen of u de datum en tijd tijdens opname wilt tonen of niet. De datum en tijd moeten natuurlijk reeds zijn ingesteld indien u deze wilt tonen (“Instellen van datum/tijd” Z blz. 8). Stel “DISPLAY” van het datum/tijd-menu op “ON” om de datum te tonen. De datum en tijd worden altijd getoond wanneer de Bedieningsschakelaar naar “ ” is gedrukt.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
OPEN HET DATUM/TIJD-MENU
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “TO DATE/TIME MENU” te verplaatsen. Druk op de schijf en het datum/tijd-menu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
5
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “DISPLAY” te verplaatsen. Druk op de schijf.
STEL DE FUNCTIE IN
6
Doorloop de beschikbare instellingen van de gekozen functies door MENU/SET te verdraaien. Stop wanneer de gewenste instelling wordt getoond. Druk op de schijf en de opgelichte balk verplaatst vervolgens automatisch naar “RETURN”.
SLUIT HET OPNAMEMENU
7
Druk tweemaal op MENU/SET. Het instellen is klaar en het menu verdwijnt.
OPMERKINGEN:
Verbind de camcorder met een TV en stel “ON SCREEN” van het datum/tijd-menu op “ON”. Het display verschijnt nu op het scherm van de aangesloten TV.
Zelfs als “ON SCREEN” (in beeld) op “ON” (aan) is gezet, zullen de aanduidingen toch van de TV verwijderd worden als “INDICATION” (aanduiding) op “OFF” (uit) is gezet (Z blz. 21).
A M
Bedienings­schakelaar
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
REC MODE WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH
4
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU
– – – – –6 – – – –
END
DATE/TIME
INDICATION ON ON SCREEN OFF
DATE / TIME
4
RETURN
Vergrendeltoets
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
AUTO AUTO
OFF OFF
0FLASH ADJ.
SP 40X
ON AGC OFF AUTO
ONDISPLAY
25 . 12 . 99
16 :
40
C
F
A
F
M
O
E
R
A
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
Functiemenu
Datum/tijd-menu
NE21
LCD Monitor/Zoeker aanduidingen
U kunt de aanduidingen op de LCD monitor en in de zoeker naar keuze laten verschijnen of verdwijnen.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
OPEN HET DATUM/TIJD MENU
4
Verplaats de oplichtende balk naar “TO DATE/TIME MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het datum/tijd menu zal verschijnen.
KIES FUNCTIE
5
Verplaats de oplichtende balk naar “INDICATION” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien en druk deze vervolgens in.
STEL DE FUNCTIE PARAMETERS IN
6
Rol langs de beschikbare instellingen voor de geselecteerde functies door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien en stop wanneer de gewenste verschijnt.
OFF: Om de aanduidingen te laten verdwijnen ON: Om de aanduidingen te laten verschijnen.
Druk dan op de keuzeschijf en de balk zal automatisch naar “RETURN” gaan.
SLUIT HET OPNAMEMENU
7
Druk twee keer op de MENU/SET keuzeschijf. U bent nu klaar en het menu zal verdwijnen.
OPMERKINGEN:
Het is niet mogelijk de transportindicator “ waarschuwingen en dergelijke van de LCD monitor of zoeker te verwijderen. Zie bladzijde 72 en 73 voor de aanduidingen die eventueel verwijderd kunnen worden.
Als “INDICATION” is ingesteld via het opnamemenu, zal dezelfde instelling gelden voor “INDICATION” onder het weergavemenu (Z blz. 45).
444
” en
OPNAME
22 NE
Bedieningsschakelaar
A M
START/STOP toets
Vergrendeltoets
SNAPSHOT (momentopname) toets
Display
MANUAL
PAUSE
5S MODE
MANUAL
PAUSE
5S MODE
Gaat in de 5 Seconden Overgangsfunctie over in het nieuwe beeld
REC
444
Na 5 seconden
REC
444
Spannings­schakelaar
Spannings­indicator
R
E
A
M
5
A
C
F
F
O
Y
A
L
P
Opname-stand-by
OPNAME
Scene (5 seconden opname)
Neem een vakantie of een belangrijke gebeurtenis in clips van 5 seconden op om de actie erin te houden.
1
2
S
3
Om een momentopname in de 5 Seconden Opname­Functie te maken . . .
.... in plaats van bij stap 2 op START/STOP te drukken,
OPMERKINGEN:
Beeldovergangen bij de 5 Seconden Opname Functie
Zet “SCENE” op “5SD” via het systeemmenu (Z blz. 28,
30) en bij stap 1 zal de aanduiding “5SD MODE” verschijnen. Neem een clip van 5 seconden op en het beeld aan het eind van de clip zal worden opgeslagen. Als u de volgende clip binnen 5 minuten opneemt, zal de vorige scène vloeiend in de nieuwe scène overgaan.
•Als u de stroom uitschakelt raakt u het opgeslagen beeld
Geavanceerde functies (vervolg)
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ” en zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
•“5S MODE” verschijnt in beeld.
BEGIN DE 5S FUNCTIE OPNAME
Druk op START/STOP. Het opname-indicatielampje gaat branden en er zal een piepsignaal klinken om aan te geven dat de opname begint. Na 5 seconden gaat de camcorder weer in de Opnamestandbyfunctie.
•Als u nog een keer, binnen 5 seconden nadat de
opname is begonnen, op START/STOP drukt, zal de opnamestandbyfunctie niet ingeschakeld worden.
•Als u START/STOP ingedrukt houdt, zal de opname doorgaan tot u START/STOP loslaat.
BEEINDIGEN VAN DE 5S FUNCTIE
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” of “OFF”.
dient u SNAPSHOT MODE zo vaak als nodig is in te drukken tot de gewenste aanduiding voor momentopname in beeld verschijnt, waarna u op SNAPSHOT drukt. De camcorder neemt dan een stilbeeld op van 5 seconden (Z blz. 24). Wanneer “SCENE” is ingesteld op “ANIM.” (Z blz. 28, 30), is deze mogelijkheid niet beschikbaar.
Wanneer “SCENE” op “ANIM.” staat in het Systeem Menu, is de hele 5 Seconden Opname Functie niet beschikbaar. In plaats daarvan wordt er een animatie­opname gemaakt van een clip van 1/3 seconde (Z blz. 28, 30). Terwijl de 5-seconden opnamefunctie in werking is, kunt u geen Fade/Wipe effecten (Z blz. 33) of Programma AE met speciale effecten (Z blz. 35) uitvoeren. Wanneer u echter “SCENE” onder het systeemmenu op “5SD” zet (Z blz. 30), kunt u wel de Oplos-overgang blijven gebruiken (zie hieronder).
kwijt.
Bedieningsschakelaar
START/STOP toets
Vergrendeltoets
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
REC MODE WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP
4
SELF-TIMER
FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU END
MANUAL
MANUAL
AUTO AUTO
OFF OFF
SP 40X
ON AGC ON AUTO
– – – – –6 – – – –
PAUSE
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
0FLASH ADJ.
Functiemenu
– – –
Na 15 seconden
35 min
PS
DEC 25 99
PM 5 : 30
Tijdens de opname
REC
444
6w
MENU/SET keuzeschijf
Spannings­indicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Zelfontspanner aanduiding
NE23
Zelfontspanner
Wanneer de camcorder klaar is gezet, kan de cameraman op een natuurlijker manier deel worden van de op te nemen scène, wat de perfecte afwerking geeft aan een gedenkwaardige opname.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
•U kunt de LCD-monitor maximaal 180 graden kantelen zodat de monitor naar voren is gericht en u uzelf tijdens de zelfopname op de monitor kunt bekijken de zoeker moet echter zijn ingedrukt.
OPEN HET OPNAME MENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
STEL DE ZELFONTSPANNER IN
4
Verplaats de opgelichte balk naar “SELF-TIMER” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en de parameter zal oplichten. Verdraai de MENU/SET keuzeschijf tot “ON” verschijnt. Druk de keuzeschijf twee keer in om het opnamemenu te verlaten.
STEL DE ZELFONTSPANNER IN WERKING
5
Druk op START/STOP.
•Na 15 seconden zal er een pieptoon klinken en zal de opname beginnen.
STOP DE OPNAME MET DE ZELFONTSPANNER
6
Druk op START/STOP.
•De camcorder gaat weer in de opnamestandby­functie.
BEËINDIGEN VAN DE WERKING VAN
7
DE ZELFONTSPANNER
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of zet de Spanningsschakelaar op “OFF”. De instelling voor de zelfontspanner keert dan weer vanzelf terug naar “OFF”.
Om een momentopname te maken met de zelfontspanner . . .
.... dient u bij stap 5 op SNAPSHOT te drukken in plaats
van START/STOP. Daarna zal de camcorder in de opnamestandbyfunctie gaan.
OPNAME
Wanneer START/STOP of SNAPSHOT wordt ingedrukt zal het opname­indicatielampje als aangegeven veranderen:
Begint te knipperen (de zelfontspanner begint te lopen)
Knippert snel (de opname zal
¥¥
zo beginnen)
Na ongeveer 15 seconden.
Stopt met knipperen en blijft branden (de opname
4
begint)
24 NE
A M
Bedienings­schakelaar
Spannings­indicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
SNAPSHOT MODE (momentopnamefunctie) toets
PIN-UP Pin-Up functie*
FRAME Snapshotfunctie met lijst*
FULL Snapshotfunctie zonder lijst*
OPNAME
Vergrendeltoets
SNAPSHOT (momentopname) toets
Display
FULL
Momentopnamefunctie
PHOTO
Tijdens de momentopname
MULTI-4 Multi-Analyzer 4
MULTI-9 Multi-Analyzer 9
* :Tijdelijke blackout
en geluidseffect van het sluiten van een sluiter wordt tezamen met het beeld opgenomen.
Geavanceerde functies (vervolg)
Momentopname
Gebruik uw camcorder net als een normale fotocamera en neem een momentopname, of schiet er een paar achter elkaar.
MOMENTOPNAME FUNCTIE SELECTIE
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
KIES DE MOMENTOPNAMEFUNCTIE
2
Kies de geschikte opnamefunctie uit de 5 momentopnamefuncties door op SNAPSHOT MODE te drukken. Druk zo vaak als nodig is op SNAPSHOT MODE tot de gewenste opnamefunctie indicator getoond wordt.
MOMENTOPNAME OPNEMEN
NEEM EEN MOMENTOPNAME OP
1
Druk op SNAPSHOT.
•Wanneer de “ ” flits-klaar indicator verschijnt, zal er geflitst worden.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder in de Opnamestandbyfunctie staat . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen en zal
er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de Opnamestandbyfunctie zal terugkeren.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder aan het opnemen is . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen en zal
er gedurende ongeveer 5 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de Opname-stand zal terugkeren.
Motordrive-functie
Als u SNAPSHOT ingedrukt houdt, krijgt u ongeveer hetzelfde effect als bij een serie foto’s die met een motor-drive werd gemaakt. (Er zit ongeveer 1 seconde tussen de stilbeelden.) De flits zal alleen afgaan bij de eerste opname uit de serie (
Annuleren van het geluid van de sluiter . . .
..... Stel BEEP/TALLY in het systeemmenu op “OFF” (Z blz. 28,
30) indien u het geluid van de sluiter niet wilt horen. Het geluid wordt dan niet via de luidspreker weergegeven maar wel op de band opgenomen.
OPMERKINGEN:
Zelfs als “MULTI-4” of “MULTI-9” ingeschakeld is, zal een momentopname worden uitgevoerd met gebruikmaking van het volle beeld (FULL) als er digitaal gezoomd wordt. De flitser zal echter niet afgaan.
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding “PHOTO” gaan knipperen wanneer er op SNAPSHOT wordt gedrukt.
Zelfs als de Programmabelichting met speciale effecten (Z blz. 34) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van de Programmabelichting met speciale effecten niet werken wanneer u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal gaan knipperen in zo’n geval.
Alle momentopname functies zijn ook beschikbaar tijdens weergave. Het nagebootste geluid van de sluiter zal dan echter niet klinken.
Om het rode-ogen effect voor de gefotografeerde persoon te verminderen zie
Wanneer een kabel of een hoofdtelefoon is aangesloten op de AV OUT uitgangsaansluiting, zal het geluid van de sluiter niet hoorbaar zijn, maar wel op de cassette worden opgenomen.
Z
blz. 26.
Z blz. 26).
Vergrendeltoets
A M
START/STOP toets
Bedieningsschakelaar
Spannings­indicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
NE25
Meervoudige scherm weergavefunctie
Het scherm wordt verdeeld in 9 rechthoeken met in elk daarvan de scène waar u de camera op richt. Dit 9­voudige beeld kan op de band worden opgenomen.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
ACTIVEER DE MEERVOUDIGE SCHERM
2
WEERGAVEFUNCTIE
Druk op MULTI SCREEN.
[Spanningsschakelaar: “ ”]
Als u op MULTI SCREEN drukt tijdens een opname . . .
.... zal het scherm worden verdeeld in 9
rechthoeken die op de band zullen worden opgenomen.
[Spanningsschakelaar: “ ” of “5S”]
Als u op MULTI SCREEN drukt in de opnamestandbyfunctie . . .
.... zal het scherm worden verdeeld in 9
rechthoeken. Druk op START/STOP om een opname te maken in 9 rechthoekjes.
Om terug te keren naar het normale scherm . . .
.... dient u nog een keer op MULTI SCREEN te drukken.
OPMERKINGEN:
Het is niet mogelijke het Menuscherm te openen in de meervoudige scherm functie.
De multi-scherm functie is niet beschikbaar tijdens digitaal zoomen.
De meervoudige scherm weergavefunctie is ook mogelijk tijdens weergave.
OPNAME
MULTI SCREEN toets
Meervoudige scherm weergavefunctie
C
F
A
F
M
E
R
A
5
S
OPNAME
Momentopname Flits (Auto Flash)
Wanneer de camcorder op Volautomatisch is gezet, of in de Handbediening met “FLASH” onder het Functiemenu op “AUTO” of “AUTO onderwerp te donker is ( zal in beeld verschijnen) wanneer u een momentopname neemt in de Opnamestandbyfunctie. Door onder het Functiemenu de flitser aan of uit te zetten met “FLASH” “ON” of “OFF” kunt u zelf bepalen of de flitser af zal gaan of niet. Om het rode ogen-effect bij het onderwerp van de opname te verminderen, verdient het aanbeveling de instelling “FLASH” (flitser) op “AUTO automatisch afgaan wanneer het donker wordt.
1
2 3
26 NE
Bedieningsschakelaar
Vergrendeltoets
SNAPSHOT (momentopname) toets
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU
END
AUTO AUTO
OFF OFF
0FLASH ADJ.
MENU/SET keuzeschijf
Spannings­indicator
O
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
4
REC MODE WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER
4
FLASH
TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU END
SP 40X
ON AGC ON AUTO
– – – – –6 – – – –
Functiemenu
5
Flits-sensor
6
Flitser
OPMERKINGEN:
Flits niet op korte afstand van personen.
De flitser zal niet werken bij gebruik van de Multi-Analyser 4 en Multi-Analyser 9 functie (Z blz. 24).
De flitser zal niet afgaan wanneer u de flitser uit “OFF” heeft gezet via het Functiemenu en ook niet wanneer de resterende accuspanning erg laag geworden is. Bovendien zal de flitser niet afgaan wanneer hij via het Functiemenu op “AUTO” is ingesteld terwijl GAIN UP uit “OFF” is gezet ( effecten op “TWILIGHT” is gezet (
Wanneer u een aantal momentopnamen snel achter elkaar maakt (Motor-drive functie), zal de flits alleen maar bij de eerste opname afgaan.
Om te compenseren voor het feit dat flitsopnamen vaak bleker uitvallen dan de werkelijkheid, maakt de camcorder de geflitste momentopnamen automatisch wat donkerder. Wanneer u echter een momentopname wilt maken van een onderwerp dat zich buiten het bereik van de flitser (ongeveer 2 meter) bevindt, moet u eraan denken dat u de flitser uit (“OFF”) zet omdat anders het beeld te donker zal worden.
Afhankelijk van de verlichting op de achtergrond, zoals fluorescentie (TL) of halogeen lampen, kan de kleur van toon (kleurtemperatuur) veranderen.
Wanneer u de lichtopbrengst van de flitser wilt regelen, dient u “Regelen van de lichtopbrengst van de flitser” (Z blz. 27) te raadplegen.
Terwijl de flitser aan het opladen is zal de aanduiding in beeld knipperen en zal, als u toch afdrukt, de flits niet afgaan. Het is mogelijk dat u de flitser kunt horen opladen, dit duidt echter niet op een storing. Dit geluid zal niet worden opgenomen. Het kan tot tien seconden duren voordat de flitser is opgeladen.
Z
blz. 34).
Z
Als in het functiemenu “AUTO ” is geselecteerd . . .
..... de Rode-ogen reductie indicator zal oplichten en u kunt
blz. 29) en ook niet wanneer de Programmabelichting met speciale
Geavanceerde functies (vervolg)
” gezet, zal de flits automatisch afgaan als het
” te zetten. In deze functie zal de flitser
ZET DE CAMCORDER IN DE OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
Als de Bedieningsschakelaar op “ ” staat . . .
..... gaat u naar stap 6.
Als de Bedieningsschakelaar op “ ” staat . . .
..... gaat u naar stap 2.
OPEN HET OPNAMEMENU
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
SELECTEER EEN FUNCTIE
Draai MENU/SET, verplaats de balk in beeld naar “FLASH” en druk MENU/SET in.
SELECTEER DE FUNCTIE INSTELLINGEN
Verdraai MENU/SET om de gewenste parameter op het scherm te krijgen
(“AUTO”, “ON”, “OFF” of “AUTO ”)
druk de keuzeschijf vervolgens in. De gekozen parameter zal stoppen met knipperen en de instelling is voltooid. Druk op MENU/SET. Het normale scherm verschijnt weer.
MAAK UW MOMENTOPNAME
Druk op SNAPSHOT.
op SNAPSHOT drukken. De flits zal nu twee keer afgaan. De eerste flits zorgt ervoor dat de pupillen van de ogen van uw onderwerp zich sluiten zodat het door het netvlies gereflecteerde licht van de tweede flits, waarmee de momentopname gemaakt wordt, minder snel zal leiden tot rode ogen van het onderwerp op de opname.
” of “5S”
en
A M
Bedienings­schakelaar
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
TO MODE MENU END
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
4
FLASH ADJ. TO MODE MENU END
MANUAL
2
Vergrendeltoets
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
AUTO AUTO
OFF OFF
0FLASH ADJ.
AUTO AUTO
OFF OFF
2
C
F
A
F
M
O
E
R
A
5
S
Opnamemenu
Spannings­indicator
NE27
Regelen van de lichtopbrengst van de flitser
Wanneer u een momentopname maakt (Z blz. 24) in het donker zal de camcorder flitsen (Z blz. 26) en de lichtopbrengst van de flitser automatisch regelen. U kunt de lichtopbrengst ook zelf regelen. Wanneer u de flitsopnamen te licht of te donker vindt, kunt u de lichtopbrengst van de flitser met de hand instellen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
SELECTEER EEN FUNCTIE
3
Verdraai MENU/SET, zet de opgelichte balk op “FLASH ADJ.” (flitser regelen) en druk de keuzeschijf in. De parameter gaat knipperen.
REGEL DE LICHTOPBRENGST VAN DE
4
FLITSER
Door MENU/SET naar boven te draaien wordt de lichtopbrengst naar boven bijgesteld en door MENU/ SET naar beneden te draaien, naar beneden.
•Het instelbereik gaan van –3 t/m +3.
ACTIVEREN VAN DE INGESTELDE
5
LICHTOPBRENGST
Druk twee keer MENU/SET in. U heeft nu de lichtopbrengst van de flitser met de hand ingesteld en het normale scherm verschijnt weer.
OPMERKINGEN:
Wanneer de accu leeg raakt, of wanneer de flitser uitgezet is in het functiemenu (“FLASH” “OFF”), kan de “FLASH ADJ.” instelling niet meer veranderd worden.
Wanneer u het onderwerp of de locatie voor de momentopnamen verandert, vergeet u dan niet om de instelling van de lichtopbrengst van de flitser weer terug op 0 te zetten, zoals beschreven bij stap 4 en een momentopname te maken om de nieuwe instelling te controleren. Hierna kunt u weer de lichtopbrengst naar eigen inzicht wijzigen.
OPNAME
28 NE
Bedieningsschakelaar
Vergrendeltoets
4
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
TO MODE MENU END
4
REC MODE
WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU END
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
TO MODE MENU
4
END
Display
MANUAL
AUTO OFF
OFF
0FLASH ADJ.
SP 40X
ON AGC OFF AUTO
6 – – – –
– – – – –
INDICATION ON
ON SCREEN OFF
4
DATE / TIME
4
RETURN
Datum/tijd-menu
TELE MACRO
4
SCENE BEEP / TALLY WIND CUT SOUND MODE ID NUMBER DEMO. MODE
4
RETURN
MANUAL AUTO
OFF OFF
0FLASH ADJ.
Normale scherm
MENU/SET keuzeschijf
Spannings­indicator
C
F
A
F
M
O
E
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
Functiemenu
DATE/TIME
ONDISPLAY
25 . 12 . 99
40
16 :
SYSTEM MENU
OFF 5S ON OFF 32kHz 06 OFF
Systeemmenu
– – – – –
SP 40X
ON AGC OFF AUTO
6 – – – –
REC MODE WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
4
END
OPNAME
R
A
5
S
: 30
Geavanceerde functies (vervolg)
Gebruik van het menu voor gedetailleerde instellingen
Deze camcorder heeft een gemakkelijk te gebruiken in­beeldmenu voor het vereenvoudigen van het maken van gedetailleerde instellingen voor de camcorder.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar de gewenste functie te verplaatsen.
• Verplaats de opgelichte balk naar “END” en ga naar stap 7 wanneer de gewenste instelling niet op het menuscherm wordt getoond.
MAAK DE GEWENSTE INSTELLINGEN
4
Druk MENU/SET in. De procedure die u moet volgen hangt af van de functie die u kiest.
Als u “FOCUS”, “EXPOSURE”, “W.BALANCE”, “FADER/ WIPE”, “P.AE/EFFECT” of “FLASH ADJ.” kiest . . .
..... zie de bijbehorende bladzijden (FOCUS: Z blz. 37,
EXPOSURE: Z blz. 38, W.BALANCE: Z blz. 40, FADER/WIPE: Z blz. 31, P.AE/EFFECT: Z blz. 34, FLASH ADJ.: Z blz. 27) en volg elke procedure vanaf stap 4.
Als u “TO MODE MENU” kiest . . .
..... zal het functiemenu verschijnen. Ga naar stap 5.
SELECTEER FUNCTIE PARAMETERS IN
5
HET FUNCTIEMENU
Verdraai MENU/SET, verplaats de opgelichte balk naar de gewenste functie en druk de keuzeschijf in.
Als u een andere functie selecteert dan “TO DATE/TIME MENU” of “TO SYSTEM MENU” . . .
.....
zullen de instellingen voor alle functies gaan knipperen. Verdraai de MENU/SET keuzeschijf tot de gewenste instelling verschijnt. Ga door naar stap 7.
Als u “TO DATE/TIME MENU” selecteert . . .
.....
zal het datum/tijd-menu verschijnen. Ga door naar stap 6.
Als u “TO SYSTEM MENU” selecteert . . .
.....
zal het systeemmenu verschijnen. Ga door naar stap 6.
KIES DE WAARDEN VOOR HET DA-
6
TUM/TIJD-MENU OF SYSTEEMMENU
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar de gewenste functie te verplaatsen en druk op de schijf.
Met “DATE/TIME” gekozen . . . Z blz. 8 Met andere functies gekozen . . .
..... verdraai MENU/SET totdat de gewenste waarde
verschijnt en druk vervolgens op de schijf. De opgelichte balk verplaatst vervolgens automatisch naar “RETURN”. Ga naar stap 7.
SLUIT HET MENUSCHERM
7
Druk de MENU/SET keuzeschijf zo vaak als nodig is in om terug te keren naar het normale scherm.
NE29
Uitleg van opnamemenu
FOCUS Zie “Scherpstellen” (Z blz. 36, 37). EXPOSURE Zie “Belichtingsregeling” en “Diafragmavergrendeling” (Z blz. 38, 39). W.BALANCE Zie “Instellen van de witbalans” en “Gebruik van de handmatige witbalans” (Z blz. 40, 41). FADER/WIPE Zie “Fade/Wipe effecten” (Z blz. 31 – 33). P.AE/EFFECT Zie “Programma AE met speciale effecten” (Z blz. 34, 35). FLASH ADJ. Zie “Regelen van de lichtopbrengst van de flitser” (Z blz. 27). TO MODE MENU
Zie “Uitleg van functiemenu” hieronder.
Uitleg van Functiemenu
REC MODE Voor het instellen van de opnamefunctie (SP of LP) naar wens (Z blz. 10). WIDE MODE OFF Kies “OFF” wanneer u “SQUEEZE” en “CINEMA” beide niet wilt gebruiken.
SQUEEZE
CINEMA Er worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd. Tijdens weergave op
ZOOM 10X Door “10X” in te stellen bij gebruik van de digitale zoom, zal de zoomvergroting naar 10x
40X Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te
100X Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te
DIS Voor het stabiliseren van trillende beelden veroorzaakt door het bewegen van de camera,
GAIN UP AGC Wordt automatisch geactiveerd bij de volautomatische functie. Het beeld is helder maar
SELF-TIMER Zie “Zelfontspanner” (Z blz. 23). FLASH Zie “Momentopname Flits (Auto Flash)” (Z blz. 26). TO DATE/TIME MENU TO SYSTEM MENU
ON
OFF
AUTO De sluitertijd wordt automatisch ingesteld (1/25 — 1/200 sec.). Opname van een onderwerp
OFF Voor het opnemen van donkere scènes zonder de helderheid van het beeld te veranderen.
Zie “Uitleg van datum/tijd-menu” (Z blz. 30). Zie “Uitleg van systeemmenu” (Z blz. 30).
: Fabrieksinstelling
Voor weergave op TV's met een aspectverhouding van 16:9. Het beeld wordt vergroot om het scherm zonder vervorming te vullen.
verschijnt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Het beeld wordt in verticale richting vergroot bij weergave/opname op een 4:3 TV/ LCD-monitor/zoeker.
een breedbeeld-tv, worden de zwarte balken onder en boven op het scherm verwijderd en krijgt het scherm de 16:9 verhouding. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Bij weergave/opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd en wordt het beeld met een 16:9 brievenbus bioscoopverhouding getoond.
worden gesteld en de digitale zoom worden uitgeschakeld.
vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 40 keer digitaal zoomen.
vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 100 keer digitaal zoomen.
vooral bij een sterke vergroting.
OPMERKINGEN:
Een juiste stabilisatie is waarschijnlijk onmogelijk indien de camcorder te veel wordt
bewogen of onder de volgende omstandigheden:
Bij het opnemen van onderwerpen die verticale of horizontale strepen hebben.
• Bij het opnemen van donkere of vage onderwerpen.
• Bij het opnemen van onderwerpen die sterk van achteren zijn belicht.
• Bij het opnemen van scènes die in verschillende richtingen bewegen.
• Bij het opnemen van scènes waarvan de achtergrond een laag contrast heeft.
Schakel de beeldstabilisator uit wanneer u de camcorder op een statief heeft geplaatst.
De “ ” indicator verschijnt knipperend wanneer de stabilisator niet kan worden gebruikt.
ietwat ruwer.
bij weinig licht met een sluitertijd van 1/25 levert een helderder beeld dan met de AGC functie ingesteld. De bewegingen van het onderwerp lopen echter niet soepel of natuurlijk.
” wordt getoond wanneer deze functie is ingesteld.
OPNAME
30 NE
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Uitleg van datum/tijd-menu
INDICATION ON Zorgt ervoor dat alle aanduidingen in de camcorder verschijnen (Z blz. 21).
OFF Zorgt ervoor dat de aanduidingen (met uitzondering van de transportindicator,
ON SCREEN OFF De aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen niet op het scherm
ON De aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen op het scherm van de
DISPLAY ON De instelling voor de datum/tijd wordt met de camcorder getoond (Z blz. 20).
OFF De instelling voor de datum/tijd wordt niet met de camcorder getoond.
DATE/TIME Voor het instellen van de huidige datum en tijd (Z blz. 8).
waarschuwingen, enz.) in de camcorder verschijnen (Z blz. 21).
van de aangesloten TV.
aangesloten TV.
Uitleg van systeemmenu
TELE MACRO Normaliter is de afstand tot een onderwerp waarbij de lens in focus is afhankelijk van
SCENE 5S Z blz. 22.
BEEP/TALLY ON Het opname-indicatielampje licht op bij het starten van een opname.
WIND CUT OFF De functie voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis wordt
SOUND MODE 32 kHz Stelt u in staat stereogeluid op vier verschillende kanalen op te nemen en wordt
ID NUMBER U heeft dit cijfer nodig wanneer u de camcorder middels de J aansluiting (JLIP) met een computer
DEMO. MODE OFF De automatische demonstratie wordt niet uitgevoerd.
OFF
ON
5SD Z blz. 22. ANIM. Stelt u in staat een clip op te nemen van 1/3 seconde. Door een onbeweeglijk
OFF Het opname-indicatielampje blijft altijd opgelicht.
ON Voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis.
48 kHz Voor opname van het stereo-geluid op twee gescheiden geluidssporen.
verbindt. De cijfers lopen van 01 t/m 99. Bij het verlaten van de fabriek is 06 ingesteld.
ON Voor het demonstreren van diverse functies, bijvoorbeeld Programma AE met speciale
de zoomvergroting. Tenzij het onderwerp op meer dan 1 meter afstand is, zal de scherpstelling niet juist zijn wanneer geheel is ingezoomd. Met “ON” gekozen kunt u een onderwerp zo groot als u wilt opnemen tot een afstand van ongeveer 60 centimeter.
• Afhankelijk van de zoompositie zal de lens mogelijk niet scherpstellen.
onderwerp op te nemen en de positie daarvan te veranderen tussen de verschillen de opnames door, kunt het bij het afspelen doen lijken alsof het onderwerp beweegt (Z blz. 22).
Het geluidssignaal zal klinken wanneer de stroom wordt in- of uitgeschakeld en aan het begin en het eind van een opname. Ook gebruikt om het sluiter-geluidseffect te activeren (Z blz. 24).
Zelfs al is het tijdens de opname niet te horen, het gesimuleerde geluid van de sluiter zal wel op de band worden opgenomen.
uitgeschakeld.
•“ ” wordt getoond.
• De kwaliteit van het geluid verandert. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
aanbevolen wanneer u gaat audio-dubben.
effecten, enz. en het controleren van de werking van deze functies. De demonstratie start wanneer “DEMO. MODE” op “ON” is gesteld en het opnamemenu is gesloten.
OPMERKINGEN:
De demonstratie kan niet worden gestart indien er een cassette in de camcorder is geplaatst.
“DEMO. MODE” wordt automatisch op “OFF” gesteld wanneer u de camcorder uitschakelt.
: Fabrieksinstelling
A M
START/STOP toets
Bedieningsschakelaar
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
Display
WIPE– SHUTTER
P
?
R
RANDOM OFF
W
H
FADER– WHITE
B
K
FADER– BLACK FADER–MOSAIC
B W
FADER– B.W
PAUSE
AUTO AUTO
OFF OFFP. AE
FADER – WHITE]
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE
4
FADER
/ WIPE
/ EFFECT
TO MODE MENU END
FADER / WIPE
4
SEL.
MANUAL
W
H
[Voorbeeld: Fade-in
Spannings­indicator
0FLASH ADJ.
MENU/SET keuzeschijf
Opnamemenu
FADER/WIPE Menu
NE31
Fade/wipe-effecten
BELANGRIJK:
Wanneer bepaalde functie van de Programma belichting met speciale effecten (Z blz. 34) geactiveerd zijn, kunnen bepaalde overgangseffecten niet gebruikt worden. Als u een Fade/wipe-effect selecteert dat onder de huidige omstandigheden niet gebruikt kan worden, zal de indicator knipperen.
Met deze effecten krijgt u een professionele overgang tussen scènes. Gebruik de effecten bijvoorbeeld voor een dramatischere overgang naar de volgende scène of het versoepelen van de overgangen tussen scènes.
KIEZEN VAN EFFECT
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET “FADER/WIPE” MENU
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “FADER/WIPE” te verplaatsen en druk op de schijf.
KIES HET EFFECT
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar het gewenste effect te verplaatsen en druk op de schijf.
•Het FADER/WIPE Menu verdwijnt en het effect is gekozen. De indicator van het gekozen effect verschijnt.
FADE/WIPE-KEUZE ( , , , , , , , ,
, en )
Een scène zal opkomen op een zwart, wit of zwart/wit scherm (Fade-in of Wipe-in); of verdwijnen, een zwart, wit of zwart/wit scherm achterlatend (Fade-out of Wipe-out). Fade of Wipe werkt wanneer u begint met opnemen of wanneer u stopt met opnemen.
Voer de hierboven beschreven stappen 1 t/m 4 uit voor het uitvoeren van de volgende stap.
START OF STOP DE OPNAME
5
Druk op START/STOP om de fade-in/out of wipe-in/ out uit te voeren.
OPMERKING:
Z
blz. 32.
OPNAME
Fade-out
32 NE
Einde van voorgaande scène
[Voorbeeld:
Binnen 5 minuten . . .
START/STOP toets
WIPE – SCROLL]
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
KIEZEN VAN BEELD WIPE OF OPLOSSEN ( , , , , , en
)
Combineer de functies voor beeld wipe en oplossen voor professionele overgangen tussen scènes. Er zijn 6 beeld wipe-effecten en 1 effect voor het oplossen van een beeld. Beeld wipe en oplossen begint bij het starten van de opname.
Voer stappen 1 t/m 4 uit van blz. 31 voordat u de volgende stap uitvoert.
LEG SCENE IN GEHEUGEN VAST
5
Activeer de opnamestandbyfunctie.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamefunktie gekozen . . .
.... druk op START/STOP wanneer de eerste scène
eindigt. Het eindpunt van de scène wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandby­funktie gekozen . . .
.... druk op START/STOP om de opname te starten
en druk nogmaals op deze toets wanneer de eerste scène eindigt. Het eindpunt van de scène wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandby­funktie gekozen maar na het uitvoeren van een beeld wipe/oplossen . . .
.... het punt waar de scène eindigt is reeds in het
geheugen vastgelegd.
Wipe-in
START DE OPNAME
6
Wanneer u binnen 5 minuten na het eind van de voorgaande opname een opname van een nieuwe scène start (zonder de spanning van de camcorder eerst te hebben uitgeschakeld) zal de voorgaande scène met een wipe-out worden uitgeregeld en de nieuwe scène worden getoond.
OPMERKINGEN:
U kunt de tijdsduur voor een fade of wipe verlengen door START/STOP ingedrukt te houden.
Indien de spanning wordt uitgeschakeld na opname van een scène, zal het eindpunt uit het geheugen worden gewist. De functies voor beeld wipe en oplossen kunnen derhalve dan niet worden gebruikt en de indicator voor beeld wipe/oplossen zal nu knipperen. Neem een nieuwe scène op maar schakel de spanning na afloop van de scène niet uit. Vergeet niet dat de spanning tevens automatisch wordt uitgeschakeld indien de opnamestandbyfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd.
Het geluid van het eind van de laatst opgenomen scène wordt niet vastgelegd.
Fader/wipe-menu
NE33
Menu
FADER — WHITE
(WHITE FADER)
FADER — BLACK
(ZWARTE FADER)
FADER — MOSAIC
(MOZAÏEK FADER)
FADER — B.W
(ZWARTE & WHITEFADER)
WIPE — CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE — WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE — SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE — DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE — SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE — SHUTTER
(SLUITER WIPE)
DISSOLVE
(OPLOSSEN)
WIPE — CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE — WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE — SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE — DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE — SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE — SHUTTER
(SLUITER WIPE)
RANDOM
(WILLEKEURIGE FADER)
Effect
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een wit scherm.
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een zwart scherm.
Fade in of uit met een mozaïek-effect over het gehele scherm.
Een fade-in vanuit een zwart/wit scherm naar een gekleurd scherm of een fade-out vanuit een gekleurd scherm naar een zwart/wit scherm.
Een wipe-in op een zwart scherm vanaf de rechterbovenhoek naar de linkeronderhoek, of een wipe-out vanaf de linkeronderhoek naar de rechterbovenhoek tot een zwart scherm.
De scène start in het midden van een zwart scherm en verloopt geleidelijk naar de hoeken of komt vanuit de hoeken op en verloopt geleidelijk naar het midden.
Een wipe-in vanaf rechts naar links of een wipe-out vanaf links naar rechts.
Een wipe-in als twee helften van een zwart scherm die naar links en rechts als een deur openen, of een wipe-out vanaf de linker- en rechterkant waardoor de scène wordt bedekt en een zwart scherm wordt getoond.
De scène komt vanaf de onderkant op en verloopt naar de bovenkant van een zwart scherm, of verloopt vanaf de bovenkant naar de onderkant naar een zwart scherm.
Een wipe-in vanaf de boven- en onderkant naar het midden van een zwart scherm, of een wipe-out vanaf het midden naar de boven- en onderkant van een zwart scherm.
De tweede scène komt geleidelijk op terwijl de eerste scène geleidelijk verdwijnt.
De tweede scène komt vanaf de rechterbovenhoek naar de linkeronderhoek over de eerste scène op.
De tweede scène komt geleidelijk vanuit het midden van het scherm naar de hoeken op en bedekt de eerste scène.
De tweede scène komt geleidelijk vanaf rechts naar links over de eerste scène op.
De eerste scène verloopt vanaf het midden naar de rechter- en linkerkant van het scherm als een deur die wordt open gedrukt waarachter de volgende scène ligt.
De tweede scène komt vanaf de onderkant van het scherm naar de bovenkant op en bedekt de eerste scène.
De nieuwe scène komt vanaf het midden van het scherm naar de boven- en onderkant op en bedekt de eerste scène.
Met deze functie geactiveerd wordt willekeurig een effect voor de overgang gekozen (uit , , , , , , en ). De functie voor beeld wipe/oplossen kan niet worden gebruikt.
OPNAME
34 NE
A M
Bedienings­schakelaar
MENU/SET keuzeschijf
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
4
P. AE
/ EFFECT
TO MODE MENU END
P. AE / EFFECT
B/W
4
SEL.
Display
AUTO AUTO
OFF OFF
TWILIGHT SEPIA MONOTONE
CLASSIC FILM
STROBE
1
SLOW 4X
2
SLOW 10X
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
0FLASH ADJ.
C
A
M
E
R
A
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
P.AE/EFFECT menu
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Programma AE met speciale effecten
BELANGRIJK:
Bepaalde speciale effecten van het programma AE kunnen niet worden gebruikt indien reeds bepaalde fade- of wipe­effecten (Z blz. 33) zijn geactiveerd. Het symbool van een effect knippert wanneer u het kiest maar dit effect niet kan worden gebruikt.
U kunt een van de volgende effecten uit het P.AE/EFFECT menu kiezen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET “P.AE/EFFECT” MENU
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “P.AE/EFFECT” te verplaatsen en druk op de schijf.
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar het gewenste effect te verplaatsen en druk op de schijf.
•Het P.AE/EFFECT menu verdwijnt en het effect van de gekozen functie is ingesteld. Het symbool van de gekozen functie verschijnt.
ANNULEREN VAN EFFECT
5
Roep het P.AE/EFFECT menu weer op en verplaats de opgelichte balk naar “OFF” door MENU/SET te verdraaien indien u de gekozen functie wilt annuleren. Druk vervolgens op de schijf.
OPMERKING:
U kunt het programma AE met speciale effecten zowel tijdens opname als opnamestandby veranderen.
PAUSE
De indicator voor de gekozen functie verschijnt en het effect van de gekozen functie is ingesteld.
SHUTTER (Variabele sluitersnelheid)
NE35
CLASSIC FILM (Klassieke film)
1/50–De sluitertijd is op 1/50ste seconde gesteld.
De zwarte balk die normaliter verschijnt bij opname van een TV-scherm wordt nu smaller. 1/100–De sluitertijd is op 1/100ste seconde gesteld. Het flikkeren bij opname met neonverlichting of een kwiklamp wordt verminderd. 1/250, 1/500–Deze tijden kunt u gebruiken voor het beeld-voor-beeld opnemen van snel bewegende onderwerpen zodat de normale weergave later levendig en slow-motion beelden stabiel zijn. Des te sneller de sluitertijd, des te donkerder het beeld. Gebruik daarom uitsluitend bij een goede verlichting.
TWILIGHT (Schemerlicht)
Voor een natuurgetrouwe opname van avondscènes. De witbalans (Z blz. 40) wordt normaliter op gesteld. Met schemerlicht gekozen zal de scherpstelling automatisch op ongeveer 10 meter tot oneindig worden gesteld. U moet handmatig scherpstellen op onderwerpen die binnen 10 meter van de lens liggen.
SEPIA (Sepia)
Uw opname krijgen een bruinachtige gloed, netzoals bij oude foto’s. Gebruik dit effect in combinatie met de bioscoopfunctie voor een nostalgische opname.
De opgenomen scènes krijgen een licht stroboscoopeffect.
STROBE
Uw opnamen zien er uit als een aantal opeenvolgende stilbeelden.
(Stroboscoop)
SLOW (Langzame sluiter)
Voor een heldere opname van donkere onderwerpen of zelfs helderder dan bij natuurlijke verlichting.
SLOW 4X
De sluitertijd wordt op 1/12,5 ste seconde gesteld voor het viermaal versterken van de gevoeligheid.
SLOW 10X
De sluitertijd wordt op 1/5 de seconde gesteld voor het 10 maal versterken van de gevoeligheid.
OPMERKINGEN:
Met “SLOW” krijgen de beelden een stroboscoopachtig effect.
Gebruik “SLOW” uitsluitend in donkere ruimtes.
De aanduidingen voor handmatige scherpstelling en flitser verschijnen mogelijk wanneer u “SLOW” gebruikt.
Stel handmatig scherp indien het beeld niet scherp is. Gebruik indien mogelijk bij voorkeur een statief.
OPNAME
MONOTONE (Zwart/wit)
Uw opname is zwart/wit net zoals bij oude bioscoopfilms. Gebruik tezamen met de bioscoopfunctie voor een sterker effect van een nostalgische “klassieke film”.
VIDEO ECHO (Videoecho)
Het beeld krijgt een “schaduw” voor fantasievolle opnamen.
36 NE
Gedeelte voor scherpstelling
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Scherpstellen (focus)
AUTOMATISCHE SCHERPSTELLING
Het autofocus-systeem van de camcorder kan normaliter doorlopend scherpstellen op onderwerpen die dichtbij liggen (tot 5 cm afstand) tot oneindig. Onder de volgende omstandigheden wordt echter niet juist scherpgesteld (en moet u handmatig scherpstellen):
•Wanneer twee onderwerpen elkaar overlappen in dezelfde scène.
•Wanneer de scène onderbelicht is.*
•Wanneer het onderwerp geen contrast heeft (geen verschil tussen donker en licht), bijvoorbeeld een vlakke, één-kleurige muur of heldere, blauwe lucht.*
•Wanneer een donker onderwerp nauwelijks in de zoeker zichtbaar is.*
•Wanneer de scène kleine patronen of identieke patronen bevat die regelmatig worden herhaald.
•Indien de scène door de zon of via reflecterend licht van water of een ander onderwerp wordt belicht.
•Bij opname van een onderwerp met een achtergrond die een sterk contrast heeft.
* Wanneer de volgende waarschuwingen voor laag
contrast knipperen: , , en .
OPMERKINGEN:
Indien de lens vuil of wazig is, zal niet juist kunnen worden scherpgesteld. Houd de lens daarom schoon of reinig met een zachte doek indien nodig. Wanneer er condens op de lens is gevormd, moet u de condens met een zachte doek wegvegen of even wachten totdat het is verdampt.
Bij het opnemen van een onderwerp dat dicht bij de lens is, moet u eerst uitzoomen (Z blz. 18). Indien u met de automatisch scherpstellingsfunctie inzoomt, kan de camcorder namelijk automatisch, afhankelijk van de afstand tussen het onderwerp en de camcorder, gaan uitzoomen. Indien “TELE MACRO” (Z blz. 30) is geactiveerd, zal de camcorder niet automatisch uitzoomen.
A M
Bedienings­schakelaar
NE37
HANDMATIGE SCHERPSTELLING
OPMERKING:
U heeft reeds de vereiste instellingen gemaakt (Z blz.11). Zo niet, maak dan eerst deze instellingen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
MENU/SET keuzeschijf
Display
4
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT
TO MODE MENU END
FOCUS
FOCUS
P
Spanningsschakelaar
MANUAL
AUTO OFF
OFF
0FLASH ADJ.
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “FOCUS”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte balk naar “FOCUS” te verplaatsen en druk vervolgens de keuzeschijf in.
KIES DE HANDMATIGE SCHERPSTELLING
4
Verdraai MENU/SET zodat “MANUAL” wordt getoond en druk op de schijf. Het Opnamemenu verdwijnt en “FOCUS” wordt in de linkerbovenhoek getoond. De scherpstelling is op dit punt vergrendeld.
STEL SCHERP
5
Op een veraf liggend onderwerp . . .
.... draai MENU/SET naar boven. “ ” verschijnt en
knippert. Ga naar stap 6.
Op een dichtbij liggend onderwerp . . .
.... draai MENU/SET naar beneden. “ ” verschijnt
en knippert. Ga naar stap 6.
STOP HET HANDMATIG SCHERPSTELLEN
6
Druk op MENU/SET. Er is nu op het onderwerp scherpgesteld. De “FOCUS” aanduiding verandert nu naar “MANUAL”.
•Herhaal vanaf stap 2 wanneer u de scherpstelling
wilt veranderen.
Weer instellen van de automatische scherpstelling . . .
.... verdraai MENU/SET zodat “AUTO” wordt getoond en
druk in stap 4 op de schijf. De indicators voor de handmatige scherpstelling verdwijnen. U kunt ook de Bedieningsschakelaar naar “ ” drukken.
OPMERKINGEN:
De “AUTO” automatische scherpstelling wordt weer geactiveerd bij het inschakelen nadat de spanningsschijf naar “OFF” werd gedrukt.
Stel bij gebruik van de handmatige functie scherp met de lens geheel naar T (telelens) gesteld. Indien u scherpstelt met de schakelaar op W (groothoek) zal het beeld niet scherp zijn wanneer u daarna inzoomt omdat de scherptediepte bij langere brandpuntafstanden namelijk vermindert.
“ ” of “ ” knippert wanneer de scherpstelling niet verder of dichterbij kan worden gesteld.
OPNAME
38 NE
A M
Bedienings­schakelaar
Tegenlichtcompensatie­toets [BACK LIGHT]
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
P
S
Spanningsschakelaar
Display
FOCUS
4
EXPOSURE MANUAL W. BALANCE FADER
/ WIPE / EFFECT
TO MODE MENU END
EXP.
6
EXP.
0
EXP.
6
Belichtingsindicator
Spannings­indicator
AUTO AUTO
OFF OFFP. AE
0FLASH ADJ.
MENU/SET keuzeschijf
Opnamemenu
Donkerder beeld
Helderder beeld
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Belichtingsregeling
Deze functie stelt automatisch het diafragma in voor een optimale beeldkwaliteit. U kunt indien gewenst de belichting ook handmatig instellen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “EXPOSURE”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte balk naar “EXPOSURE” te verplaatsen en druk vervolgens de keuzeschijf in.
OPEN DE BELICHTINGSREGELING
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om “MANUAL” op het scherm te laten verschijnen en druk vervolgens de keuzeschijf in. Het opnamemenu zal verdwijnen. “EXP.” en de opgelichte balk op de belichtingsindicator worden op het scherm getoond.
STEL DE BELICHTING IN
5
Voor een helderder beeld . . .
..... draai MENU/SET omhoog. De belichtingsindicator
verhoogt (maximaal +6). Ga naar stap 6.
Voor een donkerder beeld . . .
..... draai MENU/SET omlaag. De belichtingsindicator
verlaagt (maximaal –6). Ga naar stap 6.
STOP HET HANDMATIG INSTELLEN VAN DE
6
BELICHTING
Druk op MENU/SET. De belichting is nu ingesteld. De “EXP.” aanduiding verandert nu naar “MANUAL” en de opgelichte balk van de belichtingsindicator dooft.
• Herhaal stap 2 voor het terugstellen van de belichting.
Weer instellen van de automatische belichting . . .
..... Verdraai in stap 4 MENU/SET zodat “AUTO” wordt getoond
en druk op de keuzeschijf. De belichtingsindicator dooft. U kunt ook de Bedieningsschakelaar naar “ weer de volautomatische functie te activeren.
OPMERKINGEN:
De handmatige belichtingsregeling wordt naar “AUTO” teruggesteld wanneer u de spanningsschakelaar naar “OFF” drukt.
Stel de belichting handmatig in onder de volgende omstandigheden:
Wanneer het onderwerp tegenbelicht wordt of wanneer de achtergrond te helder is.
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
Wanneer de achtergrond te donker is of het onderwerp te licht.
Om het onderwerp snel lichter te maken . . .
..... kunt u op BACK LIGHT drukken. De aanduiding wordt
getoond en het onderwerp zal lichter worden gemaakt. Als u nog een keer op dezelfde toets drukt, zal de aanduiding verdwijnen en zal het onderwerp weer net zo belicht worden als voorheen. De waarde die aangegeven wordt door de belichtingsindicator plus 2 is het tegenlichtcompensatie­niveau. Het maximale compensatie-niveau is +6. Tegenlichtcompensatie kan ook worden toegepast wanneer de Bedieningsschakelaar op “
” of op “5S”, terwijl u de
” staat.
” drukken om
A M
Vergrendeltoets
Bedieningsschakelaar
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
5
S
Spannings­indicator
P
NE39
Diafragmavergrendeling
Gebruik deze functie wanneer u een bewegend onderwerp opneemt, bij het zoomen of wanneer de afstand tussen de lens en het onderwerp verandert (oftewel de afmetingen van het onderwerp op de LCD-monitor), of wanneer u het helderheidsniveau wilt vergrendelen. Vergrendel het diafragma wanneer het onderwerp zeer dichtbij is. Het beeld zal niet donkerder worden wanneer het onderwerp verder van de lens verplaatst.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “EXPOSURE”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte balk naar “EXPOSURE” te verplaatsen en druk vervolgens de keuzeschijf in.
OPEN DE BELICHTINGSREGELING
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om “MANUAL” op het scherm te laten verschijnen en druk vervolgens de keuzeschijf in. “EXP.” wordt op het scherm getoond.
OPNAME
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS EXPOSURE MANUAL W. BALANCE FADER
/ WIPE / EFFECT
TO MODE MENU
4
END
EXP.
0 L
Diafragmavergrendelindicator
Spanningsschakelaar
AUTO AUTO
OFF OFFP. AE
0FLASH ADJ.
Opnamemenu
Diafragma
Het diafragma werkt zoals de pupillen van uw ogen. In een goed verlichte ruimte verkleint de pupil zodat er niet te veel licht in uw ogen komt. Onder donkere omstandigheden vergroot de pupil zodat er meer licht kan worden opgenomen.
CENTREER HET ONDERWERP EN
5
VERGRENDEL HET DIAFRAGMA
Stel de zoom in zodat het beeld de gehele LCD­monitor of zoeker vult. Houd MENU/SET langer dan 2 seconden ingedrukt. De belichtingsindicator en “ ” verschijnen ten teken dat het diafragma is vergrendeld. Druk op MENU/SET. De “EXP.” aanduiding in de linkerbovenhoek verandert nu naar “MANUAL”.
Weer instellen van het automatische diafragma . . .
..... Verdraai in stap 4 MENU/SET zodat “AUTO” wordt
getoond en druk op de keuzeschijf. De belichtings­indicator en “ ” doven. U kunt ook de Bedieningsschakelaar naar “ ” drukken om weer de volautomatische functie te activeren.
OPMERKINGEN:
Vergrendel het diafragma onder de volgende omstandigheden:
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
Wanneer u onderwerpen opneemt die door een spot worden belicht.
Wanneer het onderwerp verder van de lens verplaatst.
Bij het zoomen.
Vergrendelen van de belichting en het diafragma . . .
..... Stel na stap 4 de belichting in door MENU/SET te
verdraaien. Vergrendel vervolgens het diafragma in stap 5. Voor een automatische vergrendeling moet u MENU/SET verdraaien zodat “AUTO” wordt getoond en vervolgens in stap 4 op de keuzeschijf drukken. Het diafragma wordt na ongeveer 2 seconden automatisch ingesteld.
40 NE
A M
Bedienings­schakelaar
MENU/SET keuzeschijf
Vergrendeltoets
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
L
P
Spanningsschakelaar
5
S
Spannings­indicator
OPNAME
Geavanceerde functies (vervolg)
Instellen van de witbalans
Een juiste witbalans zorgt voor een juiste reproductie van de kleuren onder verschillende lichtomstandigheden. Een juiste witbalans maakt een correctie zodat alle kleuren natuurgetrouw worden getoond. De witbalans wordt normaliter automatisch ingesteld. De meer ervaren camcordergebruiker wil de witbalans echter mogelijk handmatig instellen voor professionelere kleuren en tint.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “W.BALANCE”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om “W.BALANCE” op het scherm te laten verschijnen en druk vervolgens de keuzeschijf in.
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE / EFFECT
TO MODE MENU
4
END
FOCUS EXPOSURE AUTO
4
W. BALANCE
FADER
/ WIPE / EFFECT
TO MODE MENU END
W . BAL .
AUTO
AUTO AUTO
OFF OFFP. AE
0FLASH ADJ.
AUTO AUTO
OFF OFFP. AE
0FLASH ADJ.
Opnamemenu
Instellen van de witbalans
OPMERKING:
De witbalans kan niet worden ingesteld bij gebruik van het sepia of zwart/wit effect (Z blz. 35).
ROEP HET HANDMATIGE
4
WITBALANSMENU OP
Het Opnamemenu verdwijnt. De aanduiding “W.BAL.” verschijnt in de linker bovenhoek en de aanduiding van de op dit moment geselecteerde functie zal ook getoond worden.
STEL DE FUNCTIE IN
5
Doorloop de beschikbare instellingen voor de gekozen functie door MENU/SET te verdraaien. Stop wanneer de gewenste instelling wordt getoond.
AUTO”– De witbalans wordt automatisch ingesteld.
In de fabriek is de automatische functie geactiveerd.
”– Voor het opnemen van een onderwerp
waarvoor de witbalans reeds is ingesteld (Z blz. 41).
”–
Voor opname buitenshuis op een zonnige dag.
”–
Voor opname buitenshuis op een bewolkte dag.
”– Voor opname met gebruik van een videolamp
of een dergelijke verlichting.
STOP HET INSTELLEN VAN DE
6
WITBALANS
Druk wederom op MENU/SET. De witbalans is nu ingesteld. “W.BAL.” dooft en “MANUAL” wordt daarvoor in de plaats getoond.
Weer instellen van de automatische witbalans . . .
.... Kies in stap 5 “AUTO”. U kunt ook de
Bedieningsschakelaar naar “ ” drukken.
Wit papier
NE41
Gebruik van de handmatige witbalans
Stel de witbalans handmatig in bij opname met de camcorder onder verschillende lichtbronnen of omstandigheden met de handmatige functie “ ” geactiveerd.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Voer stappen 1 t/m 5 van het instellen van de witbalans uit (Z blz. 40), en kies “ MAN.”.
STEL DE WITBALANS HANDMATIG IN
2
Houd een vel wit papier voor het onderwerp. Zoom of verplaats zodat het witte papier het scherm geheel vult.
Vergrendeltoets
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO
4
W. BALANCE
FADER
/ WIPE / EFFECT
TO MODE MENU END
MANUAL
L
P
Spanningsschakelaar
AUTO AUTO
OFF OFFP. AE
0FLASH ADJ.
C
F
A
F
M
O
E
Y
R
A
A
Spannings-
5
S
indicator
Opnamemenu
Instellen van de handmatige witbalans
VOER DE INSTELLING IN
3
Druk op MENU/SET totdat begint te knipperen.
stopt te knipperen wanneer de instelling is gemaakt.
SCHAKEL DE FUNCTIE VOOR
4
HANDMATIGE WITBALANS UIT
Druk op MENU/SET. “W.BAL.” dooft en “MANUAL” wordt daarvoor in de plaats getoond en uitsluitend de handmatige witbalansindicator wordt getoond.
Veranderen van de tint voor opname . . .
.... Gebruik in stap 2 een vel gekleurd papier. De
witbalans wordt nu op basis van de kleur ingesteld waardoor de tint wordt veranderd. Gebruik rood papier voor dieper groen; blauw papier voor een oranje-achtige tint; geel papier voor dieper paars.
OPMERKINGEN:
In stap 2 is het scherpstellen op een stuk wit papier mogelijk moeilijk. U moet in dat geval handmatig scherpstellen (Z blz. 37).
Een onderwerp kan onder diverse lichtomstandigheden binnen worden opgenomen (natuurlijk licht, neonlampen, kaarslicht, enz.). Daar de kleurtemperatuur verschillend is afhankelijk van de lichtbron, zal de tint verschillen afhankelijk van de witbalansinstelling. Gebruik deze functie voor een natuurgetrouw resultaat.
De instelling voor de handmatige witbalans blijft in het geheugen bewaard wanneer u de spanning uitschakelt of de accu ontkoppelt.
OPNAME
42 NE
OPEN/EJECT schakelaar
Vergrendeltoets
Weergavetoets/pauzetoets (
P
L
A
Terugspoeltoets
2
)
(
Spanningsschakelaar
Motorzoom­hendel (VOL.)
Luidspreker
Aanduiding op LCD-monitor/in zoeker
A
5
S
Stoptoets (5)
4
/6)
Spannings­indicator
Y
O
F
F
C
A
Snel
M
E
R
doorspoeltoets
3
)
(
Bandtransport­indicator
WEERGAVE
PLAATS EEN CASSETTE
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en klap het cassette deksel open totdat dit inklikt. De houder opent nu automatisch. Doe een cassette in de houder en duw tegen “PUSH HERE” om de cassette houder te sluiten.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
2
Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. De Spanningsindicator licht op.
START DE WEERGAVE
3
Druk op 4/6. Het weergavebeeld verschijnt.
STOP DE WEERGAVE
4
Druk op 5.
Basisweergave
Snel door- of terugspoelen
Druk tijdens de stopfunctie op 2 om de band terug te spoelen of op 3 om de band snel door te spoelen.
OPMERKINGEN:
Als de Stop-functie 5 minuten voortduurt met een accu als stroomvoorziening, zal de camcorder zichzelf automatisch uitschakelen. Om de camcorder weer aan te zetten, dient u eerst de Spanningsschakelaar naar “OFF” te draaien en vervolgens naar “ ”.
U kunt het afgespeelde beeld ook in de zoeker bekijken (wanneer de zoeker uitgetrokken is), of op een aangesloten TV (Z blz. 46, 47). De bediening van de camcorder is hetzelfde als hier beschreven.
U kunt het weergavebeeld ook op de LCD-monitor bekijken wanneer deze is omgedraaid en ingeklapt.
Aanduidingen op de LCD-monitor of in de zoeker:
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien door een accu: de “ ” indicator voor resterende accuspanning wordt op de LCD monitor getoond wanneer deze wordt aangezet. Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien via het gelijkstroomsnoer: “ ” zal niet getoond worden.
Er worden geen aanduidingen in de zoeker getoond wanneer het bandtransport is gestopt.
Cassettes die op speciale wijze tegen kopiëren zijn beschermd kunnen niet worden weergegeven. Het scherm zal in dat geval blauw kleuren.
Volume regeling van de luidspreker (of Hoofdtelefoon)
U kunt het volume van de luidspreker (of van een hoofdtelefoon die aangesloten is op de hoofdtelefoonaansluiting) regelen met de motorzoomhendel.
STEL VOLUME IN
1
Voor het verhogen van het volume . . .
.... schuif de motorzoomhendel (VOL.) naar “+”.
Voor het verlagen van het volume . . .
.... schuif de motorzoomhendel (VOL.) naar “–”.
NE43
Weergavetoets/pauzetoets (
Terugspoeltoets
2
)
(
Stoptoets (5)
Vergrendeltoets
P
L
A
A
5
S
Spanningsschakelaar
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
Snel doorspoeltoets (3)
Spannings­indicator
4
/6)
FUNCTIE:
Stilbeeldweergave
DOEL:
Pauzeren tijdens weergave.
HANDELING:
1) Druk tijdens weergave op 4/6.
2) Druk nogmaals op 4/6 om de weergave voort te
zetten.
OPMERKINGEN:
De stopfunctie wordt automatisch ingesteld indien er langer dan 3 minuten een stilbeeld met de camcorder wordt getoond. De spanning van de camcorder wordt automatisch uitgeschakeld indien de stopfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd.
Wanneer
4
/6
ingedrukt is, is het mogelijk dat het beeld niet onmiddellijk pauzeert omdat de camcorder het beeld nog moet stabiliseren. Als u in deze tussentijd op PAUSE
(6)
op de afstandsbediening drukt, zal de camcorder in slow motion beginnen af te spelen. Dit duidt echter niet op een storing.
FUNCTIE:
Snelzoeken
DOEL:
Met hoge snelheid in voor- of achterwaartse richting zoeken.
HANDELING:
1) Druk op 3 voor versnelde weergave in
voorwaartse richting of op 2 voor versnelde weergave in achterwaartse richting.
2) Druk op 4/6 om de normale weergave weer voort
te zetten.
OPMERKINGEN:
Houd tijdens weergave de 2 of 3 toets ingedrukt. Het zoeken zal doorgaan zo lang u de toets ingedrukt houdt. De normale weergave start weer als u de toets loslaat.
Tijdens het zoeken met hoge snelheid krijgt het beeld mogelijk een mozaïekachtig effect. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
WEERGAVE
FUNCTIE:
Vertraagde weergave
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 54).
FUNCTIE:
Beeld-voor-beeld weergave
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 54).
FUNCTIE:
Weergavezoom
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 54).
FUNCTIE:
Weergave-effecten
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 55).
44 NE
MENU/SET keuzeschijf
32kHz MODE SYNCHRO INDICATION DISPLAY TIMECODE
4
END
Weergavemenu
Vergrendeltoets
Display
FULL SOUND48kHz MODE SOUND1 0 . 0 ON ON OFF
P
L
A
Y
O
Spannings-
F
F
C
A
indicator
M
E
R
A
5
S
Spanningsschakelaar
FULL SOUND SOUND1 SOUND2 FULL SOUND SOUND1 SOUND2
ON OFF ON OFF ON OFF
WEERGAVE
Geavanceerde functies
Weergavemenu
Met het weergavemenu kunt u de volgende instellingen maken:
Weergavegeluid (32 kHz, 48 kHz), Synchro Comp, Aanduidingen, Display en Tijdcode. De volgende handelingen zijn van toepassing op het maken van alle instellingen uitgezonderd voor Synchro Comp (Z blz. 60,
61).
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD-monitor helemaal open.
ROEP HET WEERGAVEMENU OP
2
Druk op MENU/SET. Het weergavemenu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar de gewenste functie te verplaatsen. Druk op de keuzeschijf om deze functie te activeren.
STEL DE FUNCTIE IN
4
Doorloop de beschikbare instellingen voor de gekozen functie door MENU/SET te verdraaien. Stop wanneer de gewenste instelling wordt getoond. Druk vervolgens op MENU/SET en de opgelichte balk verplaatst vervolgens automatisch naar “END”.
•Herhaal stappen 3 en 4 voor het instellen van
andere functies.
SLUIT HET MENU
5
Druk nogmaals op MENU/SET. Het menu verdwijnt.
4
32kHz MODE SYNCHRO INDICATION DISPLAY TIMECODE
END
FULL SOUND48kHz MODE SOUND1 0 . 0 ON ON OFF
NE45
Weergavegeluid
Tijdens weergave bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Kies indien gewenst echter het geluid dat u voor de weergave wilt gebruiken. (32 kHz is in de fabriek reeds ingesteld op “SOUND 1” en 48 kHz is ingesteld op “FULL SOUND”.)
Opgenomen geluid Display Weergavegeluid
FULL SOUND
32 kHz SOUND 1 Stereo-geluid
SOUND 2 FULL SOUND Stereo-geluid
48 kHz SOUND 1 Geluid van linkerkanaal (“L”) wordt via beide kanalen weergegeven
SOUND 2 Geluid van rechterkanaal (“R”) wordt via beide kanalen weergegeven
Wanneer u een cassette die met 32 kHz is opgenomen met een ander weergavegeluid wilt afspelen, moet u het weergavemenu oproepen en in stap 3 van bladzijde 44 “32 kHz MODE” kiezen en instellen op “FULL SOUND”, “SOUND 1” of “SOUND 2”. Volg dezelfde procedure bij gebruik van een cassette die met 48 kHz is opgenomen.
OPMERKINGEN:
U kunt het weergavegeluid ook veranderen met de AUDIO MONITOR toets van de bijgeleverde RM-V713U afstandsbediening. (U hoeft in dit geval niet het weergavemenu op te roepen.) Controleer dat de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder is gericht.
Tijdens weergave bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Het is echter niet mogelijk om de geluidsfunctie tijdens het snel door- of terugspoelen te bepalen. Tijdens weergave wordt de geluidsfunctie in de linkerbovenhoek getoond.
Display
Frames*
Seconden
DEC 25 98
PM 5 : 30
25 . 12 . 99
25 . 12 . 99
12 : 34 : 24
TC
Minuten
*25 frames = 1 seconde
12 : 34 : 24
TC
32kHz/SOUND1
12 : 34 : 24
TC
16 :
16 :
TIME CODE (Tonen van de tijdcode tijdens weergave)
U kunt de tijdcode tijdens weergave op het scherm tonen. Dit is vooral handig tijdens het monteren van een band. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie op “OFF” gesteld. Om de functie te gebruiken moet u “TIME CODE”
WEERGAVE
van het weergave-menu kiezen en de instelling veranderen naar “ON” (Z blz. 44).
ON– De tijdcode wordt op het scherm voor weergave getoond. OFF– De tijdcode wordt niet getoond.
DISPLAY (Tonen van de datum tijdens weergave)
De datum wordt automatisch gescheiden van het videosignaal op de band opgenomen indien de tijd is ingesteld. U kunt de datum tijdens weergave wel of niet op het scherm tonen. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie op “ON” gesteld. Wanneer u de datum niet wilt tonen moet u “DISPLAY” van het weergavemenu kiezen en de instelling veranderen naar “OFF” (Z blz. 44).
ON– De datum wordt op het scherm voor weergave getoond. OFF– De datum wordt niet getoond.
INDICATION (Tonen van de aanduidingen tijdens weergave)
U kunt de aanduidingen voor het weergegeven geluid, de tijdcode en de datum laten verdwijnen. Deze functie heeft voorrang boven de “TIME CODE” en
40
“DISPLAY” instellingen via het weergavemenu. De fabrieksinstelling is “ON” (aan). Om deze functie uit te schakelen, dient u “INDICATION” te selecteren onder het weergavemenu en de instelling daar te veranderen (Z blz. 44).
OFF– De aanduidingen voor het weergegeven geluid, de tijdcode en de datum
worden niet getoond op het weergavescherm.
ON– De aanduidingen voor het weergegeven geluid, de tijdcode en de datum
worden wel getoond op het weergavescherm aan de hand van de instellingen voor “TIME CODE” en “DISPLAY” onder het weergavemenu.
OPMERKING:
Als “INDICATION” is ingesteld onder het functiemenu, zal dezelfde instelling
40
zijn overgenomen onder het weergavemenu (Z blz. 28, 30).
46 NE
WEERGAVE
Basisverbindingen
Hier vindt u wat voorbeelden voor basisverbindingen. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van uw videorecorder en TV voor het aansluiten.
A. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die uitsluitend compatibel is met
normale videosignalen
Gebruik de bijgeleverde audio-/videokabel (A/V-kabel) [ministekker naar RCA (tulp) stekker].
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels.
TV
Videorecorder
Kabeladapter (bijgeleverd)
Wit naar AUDIO L
Rood naar AUDIO R
A/V-kabel [ministekker naar RCA (tulp) stekker] (bijgeleverd)
Naar de AV OUT aansluiting
Zet op CVBS
Naar TV of videorecorder
Geel naar VIDEO
Aansluitingafdekking*
B. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die compatibel is met Y/C signalen
Gebruik het meegeleverde Docking station, de Audio/Video (A/V) kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] en de S-Video kabel.
Vastzetten op het Docking station
1 Zet de onderrand van de camcorder tegen de rand van het Docking station. 2 Pas richtpen en de schroef op het Docking station in het richtgaatje en de
statiefaansluiting van de camcorder.
3 Draai de schroef vast.
• Wanneer u de camcorder van het Docking station af wilt halen moet u eerst de schroef losdraaien en vervolgens de camcorder van het Docking station afnemen.
12
Statiefaansluiting
Schroef
Geleidepen
B
Geleidegat
A
3
Onderkant van het Docking station
Schroefknop
TV
Videorecorder
Naar TV of videorecorder
Kabeladapter (bijgeleverd)
Zet op Y/C
Geel: niet verbonden
Wit naar AUDIO L
Rood naar AUDIO R
Naar -IN
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (bijgeleverd)
S-videokabel (bijgeleverd)
Geel: niet verbonden
Rood naar AUDIO R OUT
Wit naar AUDIO L OUT
Naar S-VIDEO OUT
NE47
C.
Verbinden met een TV of videorecorder met S-VIDEO IN en/of A/V ingang (RCA type) aansluitingen
Gebruik het meegeleverde Docking station, de Audio/Video (A/V) kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] en de S-Video kabel.
Naar TV of videorecorder
Zonder gebruik van
Geel naar VIDEO IN
pp
p
pp
( )
de S-videokabel
[[
[
[[
Geel naar VIDEO OUT
TV
Videorecorder
CONTROLEER DAT DE SPANNING
1
IS UITGESCHAKELD
De spanning van de camcorder moet zijn uitgeschakeld.
VERBIND DE CAMCORDER MET DE
2
TV OF VIDEORECORDER
Verbind zoals in de afbeelding wordt aangegeven.
Wit naar AUDIO L IN
Rood naar AUDIO R IN
Naar S-VIDEO IN
Bij gebruik van een
videorecorder ........................ ga naar stap 3.
Zo niet ..................................... ga naar stap 4.
VERBIND DE VIDEORECORDER-
3
UITGANG MET DE TV-INGANG
Zie de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder.
SCHAKEL SPANNING IN
4
Schakel de camcorder, videorecorder en TV in.
KIES DE FUNCTIE
5
Schakel de videorecorder in de AUX ingangsfunctie en de TV in de VIDEO functie.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
• Datum/tijd, Tijdcode
..... stel op “ON” of “OFF” bij het weergavemenu
(Z blz. 44).
• Geluidsfunctiedisplay
..... Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” en zet de
Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Druk MENU/SET in en zet “ON SCREEN” onder het datum/tijdmenu (Z blz. 28 – 30) op “ON” of “OFF”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar weer terug naar “ ”.
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (bijgeleverd)
S-videokabel (bijgeleverd)
OPMERKINGEN:
Wit naar AUDIO L OUT
Rood naar AUDIO R OUT
Naar S-VIDEO OUT
Gebruik bij voorkeur de netadapter/lader als spanningsbron in plaats van de accu (
Sluit nooit een andere Audio/Video kabel dan de meegeleverde Audio/Video kabel (ministekker naar RCA (tulp) stekker) aan op de AV OUT uitgangsaansluiting van de camcorder. Wanneer u de meegeleverde kabels (behalve de Audio/ Video kabel van ministekker naar RCA (tulp) stekker) gebruikt moet u er op letten dat u het uiteinde van de kabel dat voorzien is van het kernfilter aan de camcorder bevestigt. Het kernfilter (een blokje metaal in plastic) vermindert interferentie (storing). Om de beelden en het geluid van de camcorder te kunnen volgen zonder een cassette in het toestel te doen, zet u de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” en vervolgens zet u uw TV in de juiste stand. Controleer dat het volume van de TV in de minimale stand is gesteld alvorens de weergave van de camcorder te starten. Het geluid zou anders bij het inschakelen van de camcorder mogelijk veel te hard klinken. Indien u een TV of luidsprekers heeft die niet speciaal zijn afgeschermd, moet u de luidsprekers niet in de buurt van de TV plaatsen daar dit ruis in het weergavebeeld van de camcorder veroorzaakt. Om te voorkomen dat het display van de camcorder op het TV scherm verschijnt tijdens de weergave dient u “INDICATION” (aanduiding) “OFF” (uit) te zetten via het weergavemenu ( afstandsbediening te drukken. Terwijl de Audio/Video kabel is aangesloten op de AV OUT aansluiting, komt er geen geluid uit de luidspreker. Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
Z
blz. 44) en op DISPLAY op de
die geschikt is voor Y/C signalen en met een S­videokabel is aangesloten.
die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/videokabel is aangesloten.
Z
blz. 7).
WEERGAVE
48 NE
PC met een capture-kaart met een DV-aansluiting
Naar de DV-aansluiting
DV kabel (los verkrijgbaar)
Kernfilter
Naar DV OUT
Open de aansluitingafdekking.
PC
Naar de RS-232C poort
PC verbindings­kabel (meegeleverd)
Kernfilter
Naar de PC (Digitale stilbeelden)
WEERGAVE
Geavanceerde verbindingen
Aansluiten op een Personal Computer
Deze camcorder kan stilbeelden overdragen aan een personal computer door middel van de meegeleverde software, wanneer zij op elkaar aangesloten zijn zoals aangegeven in de illustratie. Het is ook mogelijk om stilbeelden over te dragen aan een personal computer die voorzien is van een capture-kaart met een DV-aansluiting.
CONTROLEER OF BEIDE APPARATEN
1
UIT STAAN
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
AANSLUITING OP EEN PC
2
Sluit het Docking station aan op uw PC met de juiste kabel zoals aangegeven in de afbeelding.
•Zie “Vastzetten op het Docking station” op blz. 46 om de camcorder op het Docking station te zetten.
SCHAKEL DE STROOM IN
3
Zet de Spanningsschakelaar van de camcorder op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt en zet de PC aan.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu (Z blz. 7).
Sluit nooit de PC verbindingskabel en de DV kabel tegelijk aan op de camcorder. Sluit alleen die kabel aan die u daadwerkelijk gaat gebruiken.
De datum/tijd informatie kan niet door de PC worden overgenomen.
Raadpleeg tevens de handleidingen van de meegeleverde software en eventueel van de capture­kaart met de DV-aansluiting.
Let er op dat u een DV kabel gebruikt met een kernfilter.
SpanningsschakelaarVergrendeltoets
Spannings­indicator
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
Spanningsschakelaar
NE49
Aansluiten op een Video-apparaat voorzien van een DV-aansluiting
Aansluiting van de camcorder op de Digitale Printer GV-DT3 (los verkrijgbaar) stelt u in staat de beelden af te drukken of de door de printer overgenomen beelden door te geven aan een personal computer. Het is ook mogelijk om met de camcorder opgenomen scènes te kopiëren op een andere videorecorder die voorzien is van een DV­aansluiting. Deze functie heet Digitaal kopiëren (Z blz. 51), wat als groot voordeel heeft dat daarbij vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit optreedt.
Naar de DV IN aansluiting
Digitale Printer
Vergrendeltoets
Open de aansluiting­afdekking.
Naar DV OUT
DV kabel
(los verkrijgbaar)
Naar de DV-aansluiting
Videorecorder met een DV ingangsaansluiting
Naar de PC aansluiting
Kernfilter
PC verbindingskabel (meegeleverd)
CONTROLEER OF BEIDE APPARATEN
1
UIT STAAN
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
SLUIT DE CAMCORDER OP DE PRINTER
2
OF VIDEORECORDER MET DV­AANSLUITING AAN
Sluit de camcorder op het door u gewenste apparaat aan met de DV kabel zoals aangegeven in de illustratie.
SLUIT DE PRINTER OP DE PC AAN
3
(INDIEN NODIG)
Sluit de PC verbindingskabel (meegeleverd) aan op de PC aansluiting van de printer en op de RS-232C poort van de PC.
SCHAKEL DE STROOM IN
4
Zet de Spanningsschakelaar van de camcorder op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt en zet de andere apparaten aan.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu (Z blz. 7).
Bij gebruik van de camcorder voor het kopiëren moet de camcorder als weergavetoestel worden gebruikt. De DV aansluiting van de camcorder is uitsluitend een uitgang (weergave).
Als er geprobeerd wordt een stilstaand beeld weer te geven, of slow-motion of snel vooruit of terug te spoelen terwijl de camcorder is aangesloten op een video toestel via de DV aansluiting, zal het beeld eruit zien als een gekleurd mozaiek of helemaal zwart worden.
Raadpleeg tevens de handleidingen van de meegeleverde software en eventueel van de capture­kaart met de DV-aansluiting.
Let er op dat u een DV kabel gebruikt die voorzien is van een Kernfilter.
WEERGAVE
PC
Naar de RS-232C poort
50 NE
Weergavetoets/pauzetoets
4
/6)
(
Geel naar VIDEO OUT*
Rood naar AUDIO R OUT
Wit naar AUDIO L OUT
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (bijgeleverd)
Indien uw VCR een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
Videorecorder (opnamedeck)
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
TV
S-videokabel (bijgeleverd)
Spannings­schakelaar
Naar S-VIDEO OUT
Naar AUDIO, VIDEO* en aansluitingen
“Y/C”/“CVBS” video-uitgangs­schakelaar
KOPIËREN VAN EEN CASSETTE
Kopiëren van een cassette
VERBIND DE TOESTELLEN
1
Volg de linkerafbeelding en verbind de camcorder met de videorecorder. Zie tevens blz. 46 en 47.
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
2
HET KOPIËREN
Druk de spanningsschakelaar van de camcorder naar “ ”, schakel de spanning van de videorecorder in en plaats de vereiste cassettes in de camcorder en videorecorder.
KIES DE VIDEORECORDERFUNCTIE
3
Schakel de videorecorder in de AUX en opnamepauzefuncties.
ZOEK HET INMONTEERPUNT OP
4
Schakel de weergavefunctie van de camcorder in en zoek het punt dat net voor het inmonteerpunt ligt. Druk bij dit punt op 4/6 van de camcorder.
START DE MONTAGE
5
Druk op 4/6 van de camcorder en schakel de videorecorder in de opnamefunctie.
TIJDELIJK STOPPEN VAN DE MONTAGE
6
Schakel de videorecorder in de opnamepauzefunctie en druk op 4/6 van de camcorder.
KOPIEER MEERDERE SCENES
7
Herhaal stappen 4 t/m 6 voor het kopiëren van meerdere scènes. Schakel zowel de camcorder als de videorecorder in de stopfunctie wanneer u klaar bent.
-IN
OPMERKINGEN:
U kunt de AV OUT aansluiting op de camcorder in dit geval niet gebruiken.
U kunt de weergavezoom (Z blz. 54) of weergave met speciale effecten (Z blz. 55) in stap 5 gebruiken.
Controleer voordat u het kopiëren start dat er geen aanduidingen op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen zullen namelijk tevens op de kopie worden opgenomen indien deze op het scherm van de TV zijn getoond. Druk op DISPLAY van de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) om het weergavegeluidsdisplay te verwijderen.
Kies “DISPLAY” en “TIME CODE” van het weergavemenu (Z blz. 44) om de datum/tijd en de tijdcode wel of niet op te nemen.
Om te voorkomen dat de aanduidingen van de camcorder op de videorecorder verschijnen, dient u “INDICATION” (aanduiding) “OFF” (uit) te zetten via het weergavemenu (Z blz. 44) en op DISPLAY op de afstandsbediening te drukken.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
geschikt is voor Y/C signalen en met een S­videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/ videokabel is aangesloten.
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
NE51
Digitaal kopiëren
Het is ook mogelijk om opgenomen scènes te kopiëren van de camcorder naar een ander video-apparaat met een DV-aansluiting. Omdat er een digitaal signaal gestuurd wordt, is er vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit.
CONTROLEER OF BEIDE APPARATEN
1
UIT STAAN
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
DV kabel (los verkrijgbaar)
Video-apparaat met een DV-aansluiting
TW
RM-V713U (bijgeleverd)
Vergrendeltoets
Open de aansluitingafdekking.
Naar DV OUT
Naar de DV IN aansluiting
MAAK DE AANSLUITINGEN
2
Sluit de camcorder aan op uw video-apparatuur met DV-aansluiting door middel van de DV kabel (los verkrijgbaar), zoals aangegeven in de illustratie.
BEGIN DE WEERGAVE
3
Druk op 4 om de bron-band af te spelen.
BEGIN DE OPNAME
4
Terwijl u naar de beelden op de monitor kijkt schakelt u de opname-functie van het aangesloten video-apparaat met DV-aansluiting in zodra u het punt ziet van waar u wilt gaan opnemen.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroom-voorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu (Z blz. 7).
Bij gebruik van de camcorder voor het kopiëren moet de camcorder als weergavetoestel worden gebruikt. De DV aansluiting van de camcorder is uitsluitend een uitgang (weergave).
Als er tijdens het kopiëren een blanco stuk band of een stuk band met storing wordt afgespeeld, is het mogelijk dat het kopiëren stopt zodat dit abnormale beeld niet opgenomen wordt.
Alhoewel de DV kabel op de juiste manier aangesloten is, is het toch mogelijk dat er bij stap 3 geen beeld verschijnt. Als zulks het geval is, dient u de stroom uit te schakelen en de verbindingen en aansluitingen opnieuw te maken.
Als “Weergave Zoom” (Z blz. 54), “Weergave speciale effecten” (Z blz. 55) of “Momentopname” worden geprobeerd tijdens weergave, zal alleen het originele beeld zoals dit opgenomen is op de cassette worden weergegeven via de DV OUT uitgangsaansluiting.
Let er op dat u een DV kabel gebruikt die voorzien is van een Kernfilter.
PLAY (4) STOP (5)
52 NE
2
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Met de volwaardige afstandsbediening kunt u de functies van uw camcorder op afstand activeren en tevens de basisfuncties voor de videorecorder (weergave, stoppen, pauzeren, snel door- en terugspoelen) inschakelen. Daarbij beschikt u met deze afstandsbediening over diverse extra functies voor opname.
Plaatsen van de batterij
3
1
De afstandsbediening gebruikt een lithiumbatterij (CR2025).
1
Knopje
Effectief bereik van de signalen
15°
30°
30°
15°
5m
1 2 3
Afstandsbedieningssensor
VERWIJDER DE BATTERIJHOUDER
Trek in de richting van de pijl terwijl u zoals afgebeeld op het knopje drukt.
PLAATS DE BATTERIJ IN DE HOUDER
Steek de batterij in de houder. Controleer dat het “+” teken zichtbaar is.
PLAATS DE HOUDER TERUG
Schuif de houder weer terug totdat deze op zijn plaats vastklikt.
•Zie “Waarschuwing voor de lithiumcelbatterij” op (Z blz. 2).
Richt de afstandsbediening bij gebruik naar de afstandsbedieningssensor. De afbeelding toont het bereik van de afstandsbediening bij gebruik binnenshuis bij benadering. De signalen worden mogelijk niet juist ontvangen wanneer er direct schel licht of zonlicht op de sensor valt of de afstandsbediening buiten wordt bediend.
NE53
Toetsen
1 PAUSE IN aansluiting 2 Zoomtoetsen (T/W) 3 DISPLAY toets 4 SHIFT toets 5 SLOW terug/door-toetsen
Links/Rechts-toetsen
6 FADE/WIPE toets 7 REW toets
8 EFFECT toets 9 EFFECT ON/OFF toets 0 Infraroodzendvenster ! START/STOP toets @ AUDIO MONITOR toets # MBR SET toets $ Lager-toets
A.DUB toets
% Hoger-toets ^ FF toets
& PLAY toets * PAUSE toets ( STOP toets ) R.A.EDIT toetsen
1
2
3
TW
4
5
6
7 &
8
9 (
RM-V713U (bijgeleverd)
Met de Spanningsschakelaar van de camcorder in de camera-stand (“ ” of “5S”).
In-/Uitzoomen (Z blz. 18)
— —
— —
— —
Zend de infraroodstraal. Functioneert als de START/STOP van de camcorder.
— —
— — —
— — —
0 !
@
#
$ %
^ *
)
Functies
Met de Spanningsschakelaar van de camcorder in de stand “ ”.
Z blz. 57
In-/Uitzoomen (Z blz. 54)
Z blz. 50 Z blz. 54 Z blz. 54
Z blz. 54 Z blz. 57
Terugspoelen/achterwaarts beeldzoeken (Z blz. 42, 43)
Z blz. 55 Z blz. 55
Z blz. 45 Z blz. 56 Z blz. 54
Z blz. 62 Z blz. 54
Snel voorwaarts spoelen/voorwaarts beeldzoeken (Z blz. 42, 43)
Starten van weergave (Z blz. 42) Pauze (Z blz. 43) Stoppen van weergave (Z blz. 42)
Z blz. 56 – 61
54 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
(vervolg)
Spannings­schakelaar
P
L
A
Y
A
5
S
Afstands­bedieningssensor
Zoomtoetsen
SHIFT
Links of SLOW terugspoel toets
Rechts of SLOW vooruitspoel toets
Normale
weergave
O
F
F
C
A
M
E
R
Weergavetoets (
Stoptoets (5)
TW
RM-V713U
(bijgeleverd)
Druk op T
4
)
Hoger-toets
Lager-toets
PLAY PAUSE STOP
Druk op met de SHIFT toets ingedrukt om het beeld te verplaatsen.
(rechts)
FUNCTIE:
Slow-motion weergave
DOEL:
In beide richtingen vertraagd zoeken.
HANDELING:
1) Druk bij het punt waar u de vertraagde weergave wilt
starten op PAUSE (6) om van de normale weergave naar slow-motion weergave over te schakelen.
2) Druk op SLOW (9 of 0). De normale weergave wordt
voortgezet na ongeveer 1 minute vertraagde weergave in achterwaartse richting of 2 minuten in voorwaartse richting.
n Druk op PLAY (4) om de vertraagde weergave voortijdig
zelf te stoppen.
OPMERKINGEN:
Tijdens slow-motion weergave heeft het beeld een ietwat mozaïekachtig effect vanwege de digitale verwerking van de signalen.
Nadat u op de SLOW paar seconden een stilbeeld worden getoond waarna het scherm mogelijk enkele seconden zwart wordt. Dit duidt niet op een defect.
Er is mogelijk een klein verschil tussen het door u gekozen startpunt voor slow-motion en het werkelijk startpunt.
Tijdens slow-motion weergave wordt het beeld ietwat gestoord en het beeld kan er wat onstabiel uitzien, vooral met weinig beweging in beeld. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Druk op PAUSE Slow-motion weergave.
FUNCTIE:
Beeld-voor-beeld weergave
(9 of 0)
heeft gedrukt, zal er een
(6)
om de weergave te pauzeren tijdens
DOEL:
Om beeld voor beeld zoeken mogelijk te maken.
HANDELING:
1)
Om van normale weergave over te schakelen naar beeld­voor-beeld weergave, drukt u op PAUSE (6) op het punt van waar u de Beeld-voor-beeld weergave wilt beginnen.
2)
Druk herhaaldelijk op PAUSE (6). Elke keer dat u op deze toets drukt zal het volgende beeld worden getoond.
FUNCTIE:
Weergave Zoom
DOEL:
Om het reeds opgenomen beeld bij het afspelen alsnog tot 10x te kunnen vergroten.
HANDELING:
1)
Druk op PLAY (4) om de gewenste scène op te zoeken
2) Druk op de zoom toetsen (T/W) op de
afstandsbediening. Let er op dat de afstandsbediening op de sensor van de camcorder gericht is. Als u op T drukt zoomt het beeld in.
3)
U kunt het uitvergrote deel van het beeld verplaatsen om een bepaald deel van het beeld uitvergroot op uw scherm te krijgen. Terwijl u SHIFT ingedrukt houdt, drukt u op
(links), (rechts), (hoger) en (lager).
n Om het zoomen te stoppen drukt u net zolang op W op
de afstandsbediening tot de normale weergave-grootte weer bereikt is. Of u drukt op STOP (5) en dan weer op PLAY (4).
OPMERKINGEN:
U kunt de Weergave zoom ook gebruiken bij slow-motion en stilbeeld weergave.
De beeldkwaliteit kan minder worden bij het digitaal bewerken van het beeld.
.
NE55
Spannings­schakelaar
P
L
A
Y
O
F
M
E
R
A
5
S
PLAYBACK EFFECT
4
OFF
CLASSIC FILM
1
B/W
MONOTONE
2
SEPIA
3
STROBE
4
VIDEO ECHO5
F
C
A
Weergavetoets (
4
)
PLAYBACK EFFECT keuzemenu
FUNCTIE:
Weergave speciale effecten
DOEL:
Om u in staat te stellen creatieve effecten toe te voegen aan de weergegeven beelden. U kunt een van de 5 effecten kiezen.
HANDELING:
1) Druk op PLAY (4) om de weergave te starten.
2) Richt de afstandsbediening op de sensor van de
camcorder en druk op EFFECT. Het PLAYBACK EFFECT menu verschijnt.
3) Verplaats de balk in beeld naar het gewenste effect door op EFFECT te drukken. De geselecteerde functie wordt geactiveerd en na 2 seconden zal het menu weer verdwijnen.
n Om het geselecteerde effect te annuleren, drukt u op
EFFECT ON/OFF op de afstandsbediening. Nog een keer op deze toets drukken maakt het eerder geselecteerde effect weer actief.
n Om het geselecteerde effect te veranderen, dient u de
bovenstaande handelingen vanaf stap 2 te herhalen.
OPMERKINIGEN:
Wanneer er bij de Weergave bepaalde speciale effecten gebruikt worden, zijn de Multi-Analyser 4 en Multi-Analyser 9 Momentopname functies (Z blz.
24) niet beschikbaar.
De effecten die u kunt gebruiken tijdens weergave zijn Classic Film, Monotone, Sepia, Strobe en Video Echo. Deze effecten werken tijdens de weergave hetzelfde als tijdens de opname. Raadpleeg bladzijde 35 voor meer informatie.
Afstands­bedieningssensor
EFFECT ON/OFF
PLAY
EFFECT
TW
RM-V713U
(bijgeleverd)
56 NE
SHIFT
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Videorecorder (opnamedeck)
3
TW
1 6
RM-V713U (bijgeleverd)
CODELIJST VIDEORECORDER
MERK VAN VIDEORECORDER
AKAI
BLAUPUNKT FERGUSON
GRUNDIG
HITACHI
JVC
A B C
MITSUBISHI
NEC
PANASONIC
789`
TOETSEN
(A) (B)
6 2 6 4 7 7
1 3
9 7 9 8 3 2
1 4 3 4
6 6 6 3
9 1 9 6 9 3
6 7 6 8
3 7 3 8
1 3 1 7 1 1 9 4 1 8
MERK VAN VIDEORECORDER
PHILIPS
SANYO
SELECO, REX
SHARP
SONY
THOMSON, TELEFUNKEN, SABA, NORDMENDE
TOSHIBA
MBR SET
2 4 5
TOETSEN
(A) (B)
1 9 9 5 1 1 9 4 9 1 9 6 1 2 3 3 7 2
3 6 3 5
9 1 9 6
1 5 1 `
6 5 6 ` 3 9 3 1
9 1 9 6 9 7 3 2
6 9 6 1
(vervolg)
Monteren van scènes in een andere volgorde [R.A.Edit]
U kunt de scènes gemakkelijk in een andere volgorde monteren wanneer u de camcorder als bron gebruikt. Kies 8 “scènes” voor een automatische montage in de gewenste volgorde. De R.A.Edit functie is nog gemakkelijker te gebruiken wanneer u de RM-V713U MBR (afstands­bediening voor meerdere merken) (Z blz. 52) met uw videorecorder gebruikt (Zie CODELIJST VIDEORECORDER). De functie kan echter ook handmatig worden bediend. Controleer alvorens gebruik dat de lithiumbatterij in de RM-V713U afstandsbediening is geplaatst (Z blz. 52).
STEL DE AFSTANDSBEDIENINGSCODE VOOR DE VIDEORECORDER IN
STEL DE AFSTANDSBEDIENING VOOR
1
DE VIDEORECORDER IN
Schakel de spanning van de videorecorder uit en richt de afstandsbediening naar de infraroodsensor van de videorecorder. Zoek uw merk in de “CODELIJST VIDEORECORDER” hier links op, houd MBR SET ingedrukt en druk vervolgens op toetsen (A) en (B) overeenkomstig het merk.
•De code wordt automatisch ingesteld en de spanning van de videorecorder ingeschakeld wanneer u de MBR SET toets loslaat.
BEDIEN DE VIDEORECORDER
2
Controleer dat de spanning van de videorecorder is ingeschakeld. Houd vervolgens SHIFT ingedrukt en druk tegelijkertijd op de gewenste toets van de afstandsbediening. De volgende functies kunnen met de afstandsbediening worden bediend; PLAY, STOP, PAUSE, FF, REW en VCR REC STBY (voor deze laatste functie hoeft u de SHIFT toets niet ingedrukt te houden).
 
U kunt nu meerdere scènes in een willekeurige volgorde monteren.
BELANGRIJK
De afstandsbediening voor meerdere merken is geschikt voor JVC videorecorders en diverse andere merken. Het is echter mogelijk dat deze afstandsbediening niet met uw videorecorder werkt of niet alle functies kan uitvoeren.
OPMERKINGEN:
Stel een andere in de “CODELIJST VIDEORECORDER” aangegeven code in indien de spanning van de videorecorder niet in stap 1 wordt ingeschakeld.
De spanning van bepaalde videorecorders wordt niet automatisch ingeschakeld. Schakel in dat geval de spanning zelf in en voer dan stap 2 uit.
Gebruik de regelaars op de videorecorder zelf indien de afstandsbediening niet voor uw videorecorder functioneert.
De code die u voor de videorecorder heeft ingesteld, wordt gewist wanneer de batterij van de afstandsbediening leeg is. Vervang in dat geval de batterij door een nieuwe en stel de code opnieuw in.
Geel naar VIDEO OUT*
Rood naar AUDIO R OUT
Wit naar AUDIO L OUT
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (bijgeleverd)
Naar AUDIO, VIDEO* en ­IN aansluitingen
Indien uw videorecorder een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
Videorecorder
TV
FADE/WIPE
RM-V713U (bijgeleverd)
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
Naar S-VIDEO OUT
S-Videokabel (bijgeleverd)
TW
Montagekabel (bijgeleverd)
“Y/C”/“CVBS” video-uitgangs­schakelaar
Naar afstand PAUSE of R.A.EDIT
Naar PAUSE-IN
DISPLAY
PLAY R.A.EDIT
ON/OFF
Naar EDIT
NE57
AANSLUITEN
Zie ook blz. 46, 47 en 49.
VERBIND MET . . .
1
JVC VIDEORECORDER DIE EEN PAUSE AFSTANDSAANSLUITING HEEFT
Verbind de montagekabel met de PAUSE afstandsaansluiting.
JVC VIDEORECORDER ZONDER PAUSE AFSTANDSAANSLUITING MAAR MET EEN R.A.EDIT AANSLUITING
Verbind de montagekabel met de R.A.EDIT aansluiting.
ANDERE VIDEORECORDER DAN TYPE OF
Verbind de montagekabel met de pauze­ingangsaansluiting van de RM-V713U.
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
2
DE CAMCORDER
Doe een band waarop iets is opgenomen in het toestel en zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
3
DE VIDEORECORDER
Schakel de spanning in en plaats een cassette waarop kan worden opgenomen. Activeer de AUX functie (zie de gebruiksaanwijzing van de videorecorder).
KIES DE SCENES
START DE WEERGAVE VAN DE
4
OPGENOMEN CASSETTE
Druk op PLAY (4) en vervolgens op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder.
•Het willekeurige montagemenu verschijnt.
START DE FADE/WIPE-IN (INDIEN NODIG)
5
Druk op FADE/WIPE van de afstandsbediening.
•Doorloop de verschillende effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
•Bij het begin van scène 1 kunt u beeld wipe/ oplossen niet gebruiken.
OPMERKINGEN:
U kunt de AV OUT aansluiting op de camcorder in dit geval niet gebruiken.
Alvorens willekeurige montage van meerdere scènes te starten, moet u controleren dat de aanduidingen niet op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen worden namelijk op de nieuwe band opgenomen indien deze wel tijdens willekeurige montage worden getoond. Druk op DISPLAY van de afstandsbediening om het display van de geluidsfunctie te wissen. Kies “DISPLAY” en “TIME CODE” van het weergavemenu (Z blz. 44) om de datum/tijd en tijdcode wel of niet te tonen. Om alle aanduidingen, behalve die voor het menu voor willekeurige montage, te laten verdwijnen of verschijnen, dient u “INDICATION” (aanduiding) “OFF” (uit) te zetten via het weergavemenu ( op DISPLAY op de afstandsbediening te drukken. Wanneer de willekeurige montage begint zullen deze aanduidingen verdwijnen en niet opgenomen worden op de nieuwe band.
Wanneer u gaat monteren op een videorecorder met een DV ingangsaansluiting kunt u de DV kabel aansluiten in plaats van de S-Video kabel en de Audio/Video kabel.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand:
Y/C: Bij een verbinding met een TV of videorecorder die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS: Bij een verbinding met een TV of videorecorder die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/videokabel is aangesloten.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
Z
blz. 44) en
58 NE
Spannings­schakelaar
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Scène
I N OUT MODE
1 –– – – : –– ~
2 3 4 5 6 7 8
TIME CODE
P
L
A
Y
O
E
R
A
5
S
Willekeurige montagemenu
F
F
C
A
M
TOTAL
~ ~ ~ ~ ~ ~
–– : –– 00 : 00
4
KIES DE SCÈNES (vervolg)
STEL HET INMONTEERPUNT (EDIT IN) IN
6
Druk bij het begin van de scène op EDIT IN/OUT van de afstandsbediening. Het inmonteerpunt wordt op het menu voor willekeurige montage getoond.
STEL HET UITMONTEERPUNT (EDIT OUT) IN
7
Druk bij het eind van de scène op EDIT IN/OUT. Het uitmonteerpunt wordt op het menu voor willekeurige montage getoond.
GEBRUIK EEN FADE/WIPE VOOR DE
8
OVERGANG TUSSEN SCENES (INDIEN
(vervolg)
NODIG)
Druk op FADE/WIPE.
•Doorloop de effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
•Indien u een fade/wipe-effect voor een uitmonteerpunt heeft ingesteld, zal dit effect automatisch op het volgende inmonteerpunt
Afstandsbedienings­sensor
worden toegepast.
•Bij het eind van de laatste scène kunt u beeld wipe/ oplossen niet gebruiken.
•De tijd van een fade/wipe-effect wordt automatisch bij de totale tijd opgeteld (uitgezonderd bij gebruik
RM-V713U (bijgeleverd)
FADE/WIPE
EFFECT
EDIT IN/OUT
TW
PLAY
R.A.EDIT ON/OFF
van beeld wipe/oplossen).
GEBRUIK SPECIALE EFFECTEN (INDIEN
9
NODIG, Z blz. 55)
Druk op EFFECT.
BEPAAL DE VOLGENDE TE MONTEREN
10
SCENES
Herhaal stappen 6 – 9.
CANCEL
•Druk op CANCEL van de afstandsbediening om reeds vastgelegde punten te annuleren. De geregistreerde punten verdwijnen stuk-voor-stuk vanaf het laatst vastgelegde punt.
•Herhaal uitsluitend stappen 6 en 7 indien u geen fade/wipe of programma AE met speciale effecten gebruikt.
OPMERKINGEN:
Indien de opgenomen broncassette meer dan 2 dezelfde tijdcodes heeft (Z blz. 19), kan de camcorder mogelijk het gekozen inmonteerpunt niet vinden en de montage wordt dan niet juist uitgevoerd.
Bij het kiezen van een scène moet u erop letten dat er voldoende tijd tussen het in- en uitmonteerpunt is.
Indien u langer dan 5 minuten naar een inmonteerpunt zoekt, zal de opnamestandbyfunctie van het opnametoestel worden uitgeschakeld en kan het monteren derhalve niet worden uitgevoerd.
Indien er blanco gedeelten voor of na de in- en uitmonteerpunten liggen, wordt mogelijk een blauw beeld opgenomen.
De tijdcodes registreren de tijd in minimaal seconden nauwkeurig. Het is derhalve mogelijk dat de tijdcode voor de totale tijd niet exact gelijk is aan de totale tijd van alle te monteren scènes.
De vastgelegde in- en uitmonteerpunten worden gewist indien u de spanning van de camcorder uitschakelt.
U kunt oplossen of de zwart/wit fader niet gebruiken wanneer u sepia of zwart/wit van programma AE heeft ingesteld. De indicator voor oplossen of de zwart/wit fader zal wanneer u deze keuze maakt knipperen. Nadat het volgende inmonteerpunt is geregistreerd zal het effect worden uitgeschakeld. Om deze effecten te combineren moet u tijdens opname sepia of zwart/wit gebruiken en tijdens de willekeurige montage stelt u dan oplossen of de zwart/wit fader in.
Het is niet mogelijk om Fade/Wipe effecten en Programma belichting met speciale effecten te gebruiken gedurende Random Assemble Editing (Willekeurige Samenstelling Montage) door middel van een DV kabel.
START/STOP toets
Pauzetoets (
Terugspoeltoets
2
)
(
Stoptoets (5)
I N OUT MODE
W
H
1 00 : 25 ~ 02 : 05 –– 2 07 : 18 ~ 08 : 31––
P
3 –– 03 : 33 ~ 05 : 5 3 4 09 : 30 ~ 13 : 1 5 5 15 : 55 ~ 16 : 20–– ––
6 –– –– : ––
7 8
~ ~ ~
TIME CODE
TOTAL
Afstands­bedieningssensor
RM-V713U (bijgeleverd)
FADE/WIPE
EFFECT
EDIT IN/OUT
CANCEL
16 : 30
9 : 39
P
TW
B/W
4
6)
Willekeurige montagemenu
PAUSE R.A.EDIT
ON/OFF
VCR REC STBY
NE59
AUTOMATISCH MONTEREN NAAR EEN VIDEORECORDER
BEREID DE OPGENOMEN CASSETTE
11
VOOR
Spoel de band van de cassette in de camcorder terug naar het begin van de scène die u wilt monteren en druk op PAUSE (6).
SCHAKEL DE VIDEORECORDER IN DE
12
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder en druk op de VCR REC STBY (q6) toets of schakel de videorecorder handmatig in de opnamepauzefunctie.
START DE MONTAGE
13
Druk op START/STOP op de camcorder. Het monteren gaat door zoals geprogrammeerd, helemaal tot aan het eind van de laatste geregistreerde scène.
•Het monteren zal niet starten door een druk op START/STOP van de afstandsbediening.
•Na het monteren zal de camcorder in de pauzefunctie schakelen en de videorecorder schakelt naar de opnamestandbyfunctie.
•Indien u geen uitmonteerpunt heeft vastgelegd, zal de gehele cassette automatisch tot het eind worden gekopieerd.
STOP HET MONTEREN
14
Schakel de stopfuncties in van de camcorder en de
1
videorecorder. Voor het verwijderen van het tellerdisplay voor willekeurige montage van meerdere scènes moet u op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening drukken.
OPMERKINGEN:
Druk op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening om alle instellingen te wissen die tijdens de willekeurige montage zijn vastgelegd.
Indien de montagekabel met de pauze-aansluiting voor het kopiëren is verbonden, moet u de afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder richten en controleren dat de signalen niet door voorwerpen tussen de toestellen worden geblokkeerd.
Het monteren van meerdere scènes in de gewenste volgorde wordt mogelijk niet juist uitgevoerd wanneer u een band gebruikt waarop dubbele tijdcodes zijn (Z blz. 19).
60 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opname/ standby naar opname dan de andere videorecorder. Ook al start u het monteren met de camcorder en de videorecorder exact tegelijk, bestaat de kans dat een klein stukje niet wordt opgenomen of dat een stukje wordt opgenomen dat u eigenlijk niet wilt. Voor een preciese montage moet u daarom de timing van de camcorder t.o.v. de videorecorder bepalen.
(vervolg)
Scène 1
I N OUT MODE
1 –– – – : –– ~
2 3 4 5 6 7 8
Willekeurige montagemenu
TIME CODE
TOTAL
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
–– : –– 00 : 00
4
TV
Afstands­bedieningssensor
Spanningsschakelaar
Videorecorder (opnamedeck)
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
1
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
WILLEKEURIGE MONTAGE
Start de weergave van de cassette in de camcorder, richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF.
•Het willekeurige montagemenu verschijnt.
KIES EEN SCENE
2
Start de montage van slechts 1 scène (Program 1). Voor het bepalen van de timing van de videorecorder en de camcorder moet u een duidelijk begin van een scène als inmonteerpunt kiezen.
START DE WEERGAVE VAN DE
3
GEMONTEERDE SCENE
•Uw videorecorder schakelt snel over van opnamestandby naar de opnamefunctie indien er een gedeelte werd opgenomen dat voor het inmonteerpunt ligt.
•Uw videorecorder schakelt traag indien er een gedeelte van de gekozen scène niet wordt opgenomen.
TW
RM-V713U (bijgeleverd)
R.A.EDIT ON/OFF
NE61
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
ROEP HET WEERGAVEMENU OP
4
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF zodat het nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk vervolgens op MENU/SET. Het weergavemenu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
5
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “SYNCHRO” te verplaatsen en druk op de schijf. De waarde voor “SYNCHRO” licht op.
MENU/SET keuzeschijf
32kHz MODE
4
SYNCHRO
INDICATION DISPLAY TIMECODE
END
32kHz MODE
4
SYNCHRO INDICATION DISPLAY TIMECODE
END
Display
FULL SOUND48kHz MODE SOUND1 0 . 0 ON ON OFF
FULL SOUND48kHz MODE SOUND1
0 . 0
ON ON OFF
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
Spanningsschakelaar
Weergavemenu
STEL DE JUISTE WAARDE IN
6
U kunt gebaseerd op de uitgevoerde handelingen (Z blz. 60) de snelheid van de videorecorder verhogen door MENU/SET omhoog te draaien. Draai MENU/SET omlaag om de snelheid van de videorecorder te verlagen. U kunt de waarde met stappen van 0,1 seconde vanaf –1,3 t/m +1,3 instellen.
SLUIT HET WEERGAVEMENU
7
Druk tweemaal op MENU/SET.
•U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op blz. 57 starten.
OPMERKINGEN:
Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start eerst een paar testopnamen (montages) om te controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien nodig de snelheid opnieuw in.
Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u geen exacte correctie kunt maken.
Videorecorder (opnamedeck)
TV
62 NE
Vergrendeltoets
Luidspreker
Display
Standbyfunctie voor audio­dubben
Afstands­bedieningssensor
AV OUT (hoofdtelefoon) aansluiting
Te vinden onder het deksel.
AUDIO MONITOR
DISPLAY
PLAY
RM-V713U (bijgeleverd)
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Opname van ander geluidsspoor (“audio-dubben”)
U kunt het geluid uitsluitend vervangen van een cassette die met 32 kHz is opgenomen (Z blz. 30).
OPMERKINGEN:
Audio-dubben is niet mogelijk met cassettes die met 48 kHz of de LP functie zijn opgenomen of op een leeg gedeelte van de cassette.
Maak de vereiste verbindingen voor het dubben van geluid tijdens weergave op de TV (Z blz. 46).
ZOEK HET INMONTEERPUNT
1
Start de weergave van de cassette en zoek het punt waar u het monteren wilt starten. Druk vervolgens op PAUSE (6).
ACTIVEER DE STANDBYFUNCTIE VOOR
2
AUDIO-DUBBEN
Houd A.DUB (e) van de afstandsbediening ingedrukt en druk op PAUSE (6). “6e” wordt getoond.
START HET DUBBEN
3
Druk op PLAY (4), en “spreek als gewenst in”.
•Spreek in de microfoon.
PAUZEREN TIJDENS DUBBEN
4
Druk op PAUSE (6).
STOP HET DUBBEN
5
Druk op STOP (5).
OPMERKINGEN:
U kunt ook audio dubben met een los verkrijgbare microfoon.
De ingebouwde microfoon wordt automatisch uitgeschakeld indien u een los verkrijgbare aansluit.
Bij het monteren van een cassette die met 32 kHz is opgenomen, zal het nieuwe geluidsspoor gescheiden van het oude geluidsspoor worden opgenomen.
Druk op AUDIO MONITOR van de afstandsbediening om het gewenste geluid voor weergave te kiezen.
Het geluid wordt mogelijk onderbroken indien u op een blanco gedeelte opneemt. Controleer dat u uitsluitend opgenomen gedeelten monteert.
Plaats de microfoon van de camcorder verder van de TV of verlaag het volume van de TV wanneer u tijdens TV-weergave een “huilend” of “rondzingend” geluid (feedback) hoort.
Tijdens het audio-dubben wordt geen geluid via de luidspreker weergegeven. Om het geluid te beluisteren dient u een los verkrijgbare hoofdtelefoon aan te sluiten op de AV OUT (hoofdtelefoon) aansluiting.
Indien u tijdens opname van 32 kHz naar 48 kHz overschakelde en later deze cassette voor audio-dubben gebruikt, zal audio­dubben niet mogelijk zijn vanaf het gedeelte waar met 48 kHz werd opgenomen.
Tijdens audio-dubben zal “ERROR! REFER MANAUL” worden getoond wanneer een gedeelte op de band wordt bereikt dat met de LP functie of met 48 kHz is opgenomen of er geen signalen zijn opgenomen. Zie de betreffende beschrijving in de gebruiksaanwijzing.
Spanningsschakelaar
Stereo-microfoon
TW
P
L
A
Y
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
Ingangsaansluiting voor externe microfoon
A.DUB
PAUSE
STOP
(vervolg)
Opgenomen geluid
32 kHz SOUND 2 Het nieuwe geluidsspoor wordt via de “L” en “R” kanalen stereo weergegeven.
Display Weergavegeluid
FULL SOUND
SOUND 1 Het originele geluidsspoor wordt via de “L” en “R” kanalen stereo weergegeven.
Originele geluidsspoor en nieuwe geluidsspoor worden gecombineerd en stereo weergegeven.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
NE63
Raadpleeg uw JVC handelaar indien het probleem niet met de volgende aanwijzingen kan worden opgelost.
De camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een TV of radio) kunnen de werking storen. U moet in dat geval eerst de spanningsbron ontkoppelen (accu, netadapter/acculader, enz.) verwijderen: wacht even en sluit de spanningsbron weer aan en voer de vereiste handelingen opnieuw vanaf het begin uit.
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
1.
Geen spanning.
2.
“SET DATE/TIME!” wordt getoond.
3.
Opname is niet mogelijk.
4.
Er is geen beeld.
5.
Sommige functies zijn niet beschikbaar via MENU/SET.
6.
Er wordt niet automatisch scherpgesteld.
7.
Cassette kan niet juist worden geplaatst.
8.
In de 5 Seconden functie stopt de opname voor er 5 seconden om zijn.
1.
• De spanningsbron is niet juist aangesloten.
• De accu is leeg.
• De LCD-monitor staat niet helemaal open of de zoeker is niet helemaal uitgetrokken.
2.
• De ingebouwde oplaadbare Lithium batterij voor de klok is leeg.
• De hiervoor ingestelde datum/ tijd is gewist.
3.
• De wispreventie-schakelaar van de cassette staat op “SAVE” (bewaren).
• De spanningsschakelaar is op “ ” gedrukt.
• “TAPE END” verschijnt.
• De cassette-afdekking is open.
4.
• Geen spanning naar de camcorder of een ander probleem.
5.
• De Bedieningsschakelaar staat op “ ”.
6.
• De scherpstelling is op “MANUAL” gesteld.
• Het is te donker of het contrast is te zwak.
• De lens is vuil of er is condens op afgezet.
7.
• De cassette wordt verkeerd geplaatst.
• De accu is bijna leeg.
8.
• De 5 Seconden functie is op “ANIM.” gezet via het Systeem Menu.
1.
• Sluit de netadapter/acculader
goed aan (Z blz. 7).
• Plaats een geladen accu
(Z blz. 6, 7).
• Klap de LCD-monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit. De LCD-monitor gaat aan of uit wanneer deze ongeveer 90° geopend of gesloten wordt en de Spanningsschakelaar op elke andere stand dan “OFF” staat en de zoeker niet helemaal uitgetrokken is.
2.
• Sluit de camcorder meer dan 24 uur aan op een stopcontact via de Lichtnetadapter/ acculader om de oplaadbare Lithium batterij van de klok op te laden (Z blz. 8).
3.
• Zet de wispreventie-schakelaar van de cassette op “REC” (opnemen) (Z blz. 9).
• Zet de Spanningsschakelaar op een willekeurige stand, maar niet op “ ” of “OFF” (Z blz. 13).
• Plaats een nieuwe cassette (Z blz. 9).
• Sluit de cassette-afdekking.
4.
Schakel de spanning van de camcorder even uit en vervolgens weer in (Z blz. 14).
5.
• Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” (Z blz. 13).
6.
• Stel de scherpstelling op “AUTO” (Z blz. 37).
• Reinig de lens en controleer de scherpstelling nogmaals (Z blz. 69).
7.
• Plaats de cassette op de juiste wijze (Z blz. 9).
• Plaats een geladen accu (Z blz. 6, 7).
8.
Selecteer “5S” of “5SD” in het Systeem menu (Z blz. 28, 30).
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
64 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
9.
De Momentopname functie kan niet worden gebruikt.
10.
Hoewel er geprobeerd wordt een momentopname te maken, gaat de flitser niet af.
11.
Hoewel er een momentopname gemaakt wordt met de flits, werkt de Rode-ogen reductie niet.
12.
Het met de momentopnamefunctie opgenomen beeld is te donker.
13.
Het met de momentopnamefunctie opgenomen beeld is te licht.
14.
De kleur van de momentopname is vreemd.
15.
De digitale zoom werkt niet.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
9.
• De Squeeze (breedbeeld) functie is geselecteerd.
10.
• Het onderwerp is te licht met de flitser op “AUTO” of “AUTO
”.
• Wanneer nog knippert, is de flitser nog aan het opladen.
• De Multi-Analyzer 4 of Multi­Analyzer 9 is geselecteerd.
• De camcorder staat in de opnamefunctie.
11.
• Het onderwerp kijkt niet recht in de flits.
• Het onderwerp kijkt niet naar de eerste flits, een belangrijk onderdeel van de Rode-ogen reductie functie.
• De camcorder is te ver weg van het onderwerp.
• In het functiemenu is “FLASH” niet op “AUTO ” gezet.
12.
• “FLASH” staat op “OFF” in het Functiemenu.
• Er zitten vingers e.d. voor het venster van de flitser.
• De lichtopbrengst van de flitser is ingesteld om een donkerder beeld te geven. (Ingestelde waarde: –3)
• De camcorder is te ver bij het onderwerp vandaan.
13.
• “FLASH” staat “ON” in het Functiemenu.
14.
• De lichtbron die het onderwerp verlicht bestaat niet uit wit licht, of er zijn verschillende lichtbronnen achter het onderwerp.
15.
• De 10X optische zoom is ingesteld.
• De Video-echo functie is geactiveerd.
• Beeld wipe of oplossen wordt voor een scène gebruikt.
• De 5 Seconden opnamefunctie is ingesteld met de Spannings­schakelaar op “5S” en met “5SD” ingesteld in het Systeem menu.
9.
• Annuleer de Squeeze (breedbeeld) functie (Z blz. 29).
10.
• Zet “FLASH” op “ON” via het Functiemenu (Z blz. 26).
• Het kan tot 10 seconden duren voor de flitser opgeladen is.
• Schakel de Multi-Analyzer 4 of Multi-Analyzer 9 uit (Z blz. 24).
• Zet de camcorder in de opnamestandbyfunctie (Z blz. 26).
11.
• Het onderwerp moet recht in de flits kijken, met name de eerste flits. Als het onderwerp de eerste flits niet ziet, wordt het erg lastig voor de Rode­ogen reductie om effectief te werken (Z blz. 26).
• De flitser is effectief voor onderwerpen op een afstand van ong. 0,7 to 2 m van de camcorder (Z blz. 26).
• Zet “FLASH” op “AUTO ” via het functiemenu om de rode ogen-reductie indicator te laten verschijnen (Z blz. 26).
12.
• Zet “FLASH” op elke stand, behalve op “OFF” via het functiemenu (Z blz. 26).
• Zorg ervoor dat het venster van de flitser niet afgedekt wordt.
• Stel de lichtopbrengst van de flitser op een hogere waarde in (Z blz. 27).
• De flitser werkt effectief tussen ongeveer 0,7 en 2 m (Z blz. 26).
13.
• Zet “FLASH” op een andere stand dan “ON” in het Functiemenu (Z blz. 26).
14.
• Zet “FLASH” op “ON” via het Functiemenu, of zoek een wit voorwerp op en maak de uitsnede zo dat dit ook in de opname komt (Z blz. 26).
15.
• Annuleer de Video-echo functie (Z blz. 35).
• Wacht totdat de effecten van de beeld wipe/oplossen zijn uitgevoerd (Z blz. 31 – 33).
• Verander de instelling van de Spanningsschakelaar of van het Systeem menu (Z blz. 22).
(vervolg)
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
16.
Programma AE met speciale effecten en fade/wipe­effecten werken niet.
17.
De zwart/wit fader werkt niet.
18.
De oplosfunctie werkt niet.
19.
De functies voor beeld wipe en oplossen werken niet.
20.
De beeld wipe-functie werkt niet.
21.
De overgang van scènes is niet als verwacht.
16.
• De Bedieningsschakelaar staat op “ ” en/of de Spannings­schakelaar staat op “5S”.
17.
• De sepia of zwart/wit functie is geactiveerd.
18.
• De sepia, zwart/wit of langzame sluiter functie van programma AE met speciale effecten is geactiveerd.
• De “SQUEEZE” functie is gekozen.
• De hiervoor gekozen functie van programma AE met speciale effecten werd veranderd na het vastleggen van de laatste scène voor het monteren.
19.
• Het eind van de laatst gekozen te monteren scène is bereikt.
• Bij het eind van de laatst gekozen te monteren scène werd de spanningsschakelaar naar “OFF” gedrukt.
• De spanning is uitgeschakeld.
20.
• De langzame sluiter is geactiveerd.
• De “SQUEEZE” functie of bioscoopfunctie is bij het Functiemenu gekozen.
21.
• Bij gebruik van “Beeld Wipe/ Oplossen” (Z blz. 32) of “Beeld oplossen in de 5 seconden opnamefunctie” (Z blz. 22), is er een vertraging van een fractie van een seconde tussen het voorgaande opnamestoppunt en het startpunt voor het oplossen. Dit is normaal, maar deze vertraging zal vooral opmerkbaar zijn wanneer u snel bewegende onderwerpen opneemt of de camcorder snel heen en weer beweegt (“panning”).
16.
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” en/of zet de Spannings­schakelaar op “ ”.
17.
• Schakel sepia en zwart/wit uit
(Z blz. 34).
18.
• Schakel sepia of zwart/wit uit alvorens het oploseffect voor een scène te gebruiken (Z blz. 34).
• Controleer dat de “SQUEEZE” functie in het Functiemenu op “OFF” is gesteld (Z blz. 29).
• Controleer dat de gewenste functie van programma AE met speciale effecten is gekozen alvorens het monteren te starten (Z blz. 34).
19.
• Kies de beeld wipe of oplossen voordat u de opname start. De effecten worden dan automatisch geactiveerd (Z blz. 32).
• Schakel de spanning van de camcorder niet uit nadat de in­en uitmonteerpunten zijn gekozen, daar deze punten anders worden gewist (Z blz. 32).
• De camcorder schakelt automatisch uit indien de opnamestandbyfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd. Voer derhalve nadat u de opnamestandbyfunctie heeft geactiveerd de volgende handelingen binnen 5 minuten uit (Z blz. 32).
20.
• Controleer dat de “SQUEEZE” functie, bioscoopfunctie of de langzame sluiter niet is geactiveerd alvorens de beeld wipe-functie te gebruiken (Z blz. 29, 35).
21.
NE65
————
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
66 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
22.
De Video-echo functie werkt niet.
23.
De langzame sluiter is niet gekozen maar het beeld ziet er uit alsof de langzame sluiter is ingesteld.
24.
Geen stroboscoopfunctie wanneer de klassieke film of stroboscoopfunctie is geactiveerd.
25.
De witbalans kan niet worden ingesteld.
26.
Verticale strepen bij opname van een helder verlicht onderwerp.
27.
Het scherm wordt even rood of zwart indien het directe zonlicht tijdens opname op het scherm valt.
28.
Datum/tijd worden niet tijdens opname getoond.
29.
De indicators en de mededelingen verschijnen niet.
30.
Beelden op de LCD-monitor
zijn te donker of licht.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
22.
• De Beeld Wipe of oplos functie is in gebruik.
• De Squeeze functie is geselecteerd in het Functiemenu.
• Er is een Fade-in of Fade-out bezig (Wit fader, Zwart fader of Zwart/wit fader).
• Beeld oplossen in de 5 Seconden opnamefunctie is in gebruik.
23.
Bij opname onder donkere omstandigheden wordt het toestel veel gevoeliger voor licht en krijgt het beeld een effect als van de langzame sluiter.
24.
• De functie voor beeld wipe of oplossen is in gebruik.
• Beeld oplossen in de 5 Seconden opnamefunctie is in gebruik.
25.
• De sepia- of zwart/wit-functie is geactiveerd.
26.
• Het contrast is sterk. Dit duidt niet op een defect.
27.
• Dit duidt niet op een defect.
28.
• “DISPLAY” in het datum/tijd­menu is op “OFF” gesteld.
• Er wordt een zelfopname (interface-opname) gemaakt.
29.
• “ON SCREEN” van het datum/ tijd-menu is op “OFF” gesteld.
• U heeft op de toets gedrukt zodat de indicators niet worden getoond.
30.
• Bij lage temperaturen worden de beelden donkerder vanwege de karakteristieken van de LCD­monitor. De kleuren zullen nu tevens anders zijn dan opgenomen. Dit duidt niet op een defect van de camcorder.
• De beelden op de LCD-monitor worden donker wanneer de fluorescerende lamp van de LCD-monitor het eind van zijn levensduur heeft bereikt. Raadpleeg uw JVC handelaar.
22.
• Controleer of de Squeeze functie uit (“OFF”) staat (Z blz. 28, 29).
• Probeer de Video-echo functie niet te gebruiken wanneer er een Fade-in of een Fade-out bezig is of wanneer Beeld oplossen in de 5 Seconden opnamefunctie in werking is (Z blz. 34, 35).
23.
• Voor een natuurgetrouwere opname moet u GAIN UP in het Functiemenu op “AGC” of “OFF” stellen (Z blz. 28, 29).
24.
• Probeer de klassieke film of stroboscoopfunctie niet te gebruiken tijdens een overgang van scènes (Z blz. 34, 35).
25.
• Schakel sepia of zwart/wit uit alvorens de witbalans in te stellen (Z blz. 34, 35).
26.
————
27.
————
28.
Stel “DISPLAY” in het datum/ tijd-menu op “ON” (Z blz. 20).
• Tijdens het maken van een zelfopname (interface-opname) verschijnt de datum/tijd informatie niet (Z blz. 17).
• Zet “INDICATION” via het datum/tijdmenu op “ON” (Z blz. 21).
29.
• Stel “ON SCREEN” van het datum/tijd-menu op “ON” (Z blz. 20).
• Zet “INDICATION” via het datum/tijdmenu op “ON” (Z blz. 21).
30.
• Stel de helderheid en hoek van de LCD-monitor in (Z blz.
17).
(vervolg)
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
31.
31.
De achterkant van de LCD­monitor is heet.
32.
De indicators en kleuren van het beeld op de LCD­monitor zijn niet helder.
33.
Aanduidingen op de LCD­monitor of in de zoeker knipperen.
34.
Heldere punten op de LCD­monitor of in de zoeker.
35.
U kunt het geluid niet horen tijdens de opname.
36.
Weergave, terugspoelen, doorspoelen niet mogelijk.
37.
De band wordt getransporteerd maar er is geen beeld.
38.
De aanduidingen op de LCD-monitor zijn vervormd.
39.
Beelden trillen op de LCD­monitor.
• De LCD-monitor wordt warm door de lamp.
32.
• U drukt mogelijk op het oppervlak of de rand van de LCD-monitor.
33.
• U heeft bepaalde fade/wipe­effecten, functies van Pro­gramma AE met speciale effecten, “DIS” en andere functies die niet tegelijk met elkaar kunnen worden gebruikt gekozen.
34.
• De LCD-monitor en de zoeker bestaan uit nauwkeurig luisterende onderdelen. Het is echter mogelijk dat er zwarte of heldere punten (rood, groen of blauw) voortdurend op de LCD­monitor of in de zoeker worden getoond. Deze punten worden echter niet op de band opgenomen. Dit duidt niet op een defect van het toestel. (Effectieve beeldpunten: meer dan 99,99%.)
35.
• De los verkrijgbare hoofdtelefoon is niet aangesloten op de hoofdtelefoon aansluiting.
• Het volume van de hoofdtelefoon aansluiting is niet goed afgeregeld. Het volume op dit moment is hetzelfde als het niveau waarop het werd ingesteld tijdens de laatste keer dat er een band werd afgespeeld.
36.
• De spanningsschakelaar is niet op “ ” gedrukt.
37.
• De TV heeft AV ingangs­aansluitingen maar is niet in de VIDEO functie geschakeld.
• De cassette-afdekking is open.
38.
• Tijdens weergave van niet­opgenomen gedeelten, zoeken met hoge snelheid en stilbeeld­weergave zijn de aanduidingen op de LCD-monitor vervormd. Dit duidt niet op een defect.
39.
• Het luidsprekervolume is te hoog.
31.
• Schakel de LCD-monitor even uit door deze te sluiten of druk de spanningsschakelaar naar “OFF” en laat het toestel afkoelen.
32.
————
33.
Lees de aanwijzingen voor het gebruik van fade/wipe-effecten, Programma AE met speciale effecten, en “DIS” opnieuw (Z blz. 29, 31 – 35).
34.
————
35.
• Sluit de los verkrijgbare hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoon aansluiting (Z blz. 62).
• Stel het volume opnieuw af tijdens weergave (Z blz. 42).
36.
• Druk de spanningsschakelaar naar “ ” (Z blz. 42).
37.
Schakel de TV in de functie of op het kanaal voor videoweergave (Z blz. 46, 47).
• Sluit de cassette-afdekking (Z blz. 9).
38.
————
39.
• Verlaag het volume (Z blz. 42).
NE67
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
68 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
40.
De LCD-monitor, zoeker en lens zijn vuil (bijvoorbeeld vingerafdrukken).
41.
Vreemde markering verschijnt.
42.
Foutmelding (E01— E06) verschijnt.
43.
De laadindicator van de netadapter/acculader licht niet op.
44.
De “LP” opnamefunctie­indicator knippert.
45.
Geen beeld op de LCD­monitor.
46.
Er verschijnt een zwarte balk op de onderkant van het scherm wanneer een beeld met de printer wordt afgedrukt.
47.
Wanneer de camcorder is aangesloten via de DV aansluiting werkt de camcorder niet.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
40.
————
41.
————
42.
• De camcorder functioneert om een of andere reden niet juist.
43.
• De temperatuur van de accu is zeer hoog/laag.
• Laden is moeilijk bij zeer hoge/ lage temperaturen.
44.
• Opname met de LP functie is niet mogelijk. Bij een knipperende indicator wordt naar “SP” overgeschakeld en de opname voortgezet.
45.
• De zoeker is uitgetrokken.
• De helderheid van de LCD­monitor is niet juist ingesteld.
46.
• Dit duidt niet op een defect.
47.
• De DV kabel is eruitgetrokkek en er weer in gestoken terwijl de stroom was ingeschakeld.
40.
• Veeg schoon met een zachte doek. Voorkom beschadiging en druk niet te hard.
41.
• Controleer het gedeelte over aanduidingen op de LCD­monitor en in de zoeker van deze gebruiksaanwijzing (Z blz. 72, 73).
42.
• Ontkoppel de spanningsbron (accu, enz.), en wacht een paar minuten zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het twee of driemaal herhalen van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.
43.
Bescherm de accu en laad deze op bij een temperatuur tussen de 10°C en 35°C (Z blz. 76).
44.
————
45.
• Duw de zoeker weer in.
Stel de helderheid van de LCD­monitor juist in (Z blz. 17).
• Indien de monitor 180 graden omhoog is gekanteld, moet u de monitor geheel openen (Z blz. 16).
46.
• Gebruik “DIS” voor opname (Z blz. 29) om dit te voorkomen.
47.
• Doe de camcorder uit en weer aan en probeer het opnieuw.
(vervolg)
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
Cassettehouder
Drukken (PUSH HERE)
Verwijder.
OPEN/EJECT schakelaar
BATT. RELEASE schakelaar
Na gebruik
Zet de camcorder uit.
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en
2
klap vervolgens het deksel open totdat dit inklikt. De cassette houder gaat automatisch open. Verwijder de cassette.
Druk op “PUSH HERE” om de cassette-afdekking te
3
sluiten.
Verschuif op de BATT. RELEASE en verwijder de
4
accu.
Reinigen van de camcorder
REINIGEN VAN EXTERIEUR
1
Veeg met een zachte doek schoon.
•Gebruik een met een mild schoonmaakmiddel en water bevochtigde, goed uitgewrongen doek voor het verwijderen van hardnekkige vlekken. Veeg goed droog met een droge doek.
REINIGEN VAN LCD-MONITOR
2
Wrijf voorzichtig met het meegeleverde reinigingsdoekje of met in de handel verkrijgbare zachte doek. Wees voorzichtig dat u de monitor niet beschadigt. Sluit de monitor.
REINIGEN VAN DE LENS
3
Blaas vuil en stof met een blaasbalgje weg en reinig de lens vervolgens met lenspapier.
NE69
TREK DE ZOEKER HELEMAAL UIT
4
REINIGEN VAN DE ZOEKER
Onderkant van de zoeker
1
Ruimte
Blaasbalgje
2
5
Schuif de afdekking in de richting van de pijl 1. Steek een blaaskwastje of een zachte doek in de ruimte aan de onderkant van de zoeker en maak daarmee de binnenkant van de zoeker schoon 2.
DUW DE ZOEKER WEER TERUG IN
6
Sluit het dekseltje totdat het op zijn plaats klikt. Klap de zoeker naar beneden en duw hem terug in.
OPMERKINGEN:
Gebruik nooit sterke reinigingsmiddelen, zoals benzine of alcohol.
Voor het reinigen moet de accu zijn verwijderd of de andere spanningsvoorziening zijn ontkoppeld.
Er komt mogelijk schimmel op de lens indien deze niet wordt gereinigd indien nodig.
Lees altijd de aanwijzingen die bij het product zijn geleverd goed door wanneer u een reinigingsmiddel of chemische doek gebruikt.
70 NE
INDEX
Regelaars, aansluitingen en indicators
p
1 2 3
W
8
9
4
5 6
7
Q
0
y
u i
q
o
E
!
#
@
L
P
A
Y
re t
( *
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
w
%
&
$
^
R
T
)
Bedieningselementen
1 Momentopname toets
[SNAPSHOT MODE] ......................... Z blz. 24
2 Meervoudige scherm weergavetoets
[MULTI SCREEN] ............................... Z blz. 25
3 Bedieningsschakelaar [ , ] .......... Z blz. 13
4 • Motorzoomhendel [T/W] ................ Z blz. 18
• Luidspreker/Hoofdtelefoon volume
regelaar [VOL.] ............................... Z blz. 42
5 START/STOP toets .............................. Z blz. 14
6 Momentopnametoets [SNAPSHOT] ... Z blz. 24 7 Tegenlichtcompensatie-toets
[BACK LIGHT] ................................... Z blz. 38
8 OPEN/EJECT schakelaar ....................... Z blz. 9
9 Accu Vergrendelschakelaar
[BATT. RELEASE].................................. Z blz. 7
0 • MENU/SET keuzeschijf
[+, –, PUSH] ................................ Z blz. 8, 28
• LCD-monitor/Zoeker helderheid
regelaar .......................................... Z blz. 17
! Spanningsschakelaar.......................... Z blz. 13
@ Weergavetoets/pauzetoets [ # Terugspoeltoets [
2
$ Stoptoets [5] ..................................... Z blz. 42
% Snel doorspoeltoets [
^ Vergrendeltoets .................................. Z blz. 13
& Dioptrie-instelregelaar ........................ Z blz. 11
4
/6]........ Z blz. 42
] ......................... Z blz. 42
3
] ................... Z blz. 42
NE71
Aansluitingen
Aansluitingen * t/m ) bevinden zich onder de aansluiting-afdekking.
* Digitale video aansluiting [DV OUT]
(i.link*) ......................................... Z blz. 49, 51
* i.Link refereert aan de IEEE1394-1995 industrie
specificatie en de uitbreidingen daarop. Het logo wordt gebruikt voor producten die conformeren aan de i.link standaard.
( •Audio/Video uitgangsaansluiting
[AV OUT] ....................................... Z blz. 46
•Hoofdtelefoon aansluiting [ ] ........ Z blz. 62
) Multi aansluiting
Wanneer de camcorder op het Docking station bevestigd is, wordt deze aansluiting gebruikt.
Indicators
q Opname-indicatielampje ................... Z blz. 14
w Spanningsindicator ............................ Z blz. 14
Overige onderdelen
e Flitssensor.......................................... Z blz. 26
Let op dat u deze plek niet afdekt want hier zit een sensor die nodig is voor de flitser.
r Stereomicrofoon ................................ Z blz. 62
t Zoeker................................................ Z blz. 11
y Flitser ................................................ Z blz. 26
u Camerasensor
Bedek dit gedeelte niet; de sensor voor opname is hier namelijk ingebouwd.
i Lens Afdekking
Opent wanneer de zoeker wordt uitgetrokken of wanneer de LCD-monitor helemaal open wordt geklapt.
o Afstandsbedieningssensor .................. Z blz. 52
p LCD-monitor ..................................... Z blz. 17
Q Luidspreker........................................ Z blz. 42
W Accubevestiging .................................. Z blz. 7
E Handgreepriem .................................. Z blz. 11
R Geleidegat......................................... Z blz. 46
T Statiefaansluiting...........................Z blz. 12, 46
72 NE
INDEX
Aanduidingen op de LCD-monitor/in de zoeker tijdens opname
Aanduidingen
y
t
D T
a
100X
W
r e
w q
b
) (
*
Nummer
1* Toont de ingestelde bedieningsfunctie. (Z blz. 13) 2 Verschijnt wanneer de tegenlichtcompensatie gebruikt wordt. (Z blz. 38) 3 Verschijnt wanneer de squeeze- of bioscoopfunctie is geactiveerd. (Z blz. 29) 4 Verschijnt wanneer de beeldstabilisator (“DIS”) is geactiveerd. (Z blz. 29) 5 Verschijnt wanneer de Automatische Langzame Sluitertijd (Auto Slow Shutter) aan staat
(“GAIN UP” staat op “AUTO”). (Z blz. 29)
6* Toont de ingestelde opnamesnelheid (SP of LP). (Z blz. 10) 7* Verschijnt wanneer de opnamestandbyfunctie is geactiveerd. (Z blz. 14) 8* Toont de resterende bandtijd. (Z blz. 15) 9 Verschijnt tijdens opname. (Z blz. 14) 0 Verschijnt wanneer de band wordt getransporteerd. (Z blz. 14) ! Verschijnt wanneer de flitser opgeladen is. Naast de indicator verschijnt een cijfer wanneer de
lichtopbrengst van de flitser geregeld wordt. (Z blz. 26, 27)
@ Verschijnt bij opname van een snapshot. (Z blz. 24) # Verschijnt tijdens een opname met de zelfontspanner. (Z blz. 23) $ Verschijnt wanneer de windschermfunctie is geactiveerd om de door de wind
veroorzaakte ruis te verminderen. (Z blz. 30)
% 5S MODE/5SD MODE/ANIM. MODE: Laat de 5 Seconden opnamefunctie, Beeld oplossen
met de 5 Seconden opnamefunctie of de Animatie opnamefunctie zien. (Z blz. 22, 30)
^* Toont de datum/tijd. (Z blz. 20) & Toont de helderheid van de LCD-monitor of de zoeker. (Z blz. 17) *
Toont de geluidsfunctie gedurende ongeveer 5 seconden na het inschakelen van de camcorder.
( Verschijnt wanneer het diafragma is vergrendeld. (Z blz. 39) ) Verschijnt wanneer de scherpstelling handmatig wordt ingesteld. (Z blz. 37) q Verschijnt wanneer de belichting wordt ingesteld. (Z blz. 38) w Verschijnt wanneer de witbalans wordt ingesteld. (Z blz. 41) e Verschijnt wanneer “FLASH” op “AUTO ” is gezet via het functiemenu. (Z blz. 26) r Toont het gekozen Programma AE met speciale effecten. (Z blz. 34) t Toont het gekozen fade/wipe-effect. (Z blz. 31) y Verschijnt tijdens het zoomen. (Z blz. 18)
* :
Door via het datum/tijd menu “INDICATION” “OFF” te zetten kunt u de aanduidingen die gemarkeerd zijn met een * van het scherm verwijderen (Z blz. 21).
Zoomniveau-indicator Zoombereik bij benadering
1* 53 7*6* 8*42
MANUAL
W
H
A
1/250
0 L PHOTO
160XSET DATE / TIME !
SOUND
12 : 34 : 24
TC
BRIGHT
Funcite
PAUSE
0
E01
TAPE !
MODE5S
32kHz
– – – – –6– – – – –
LP 35 min PS
REC
444
6w
25 . 12 . 99
16
:
40
9
0
!
@
#
$
%
^*
&
(Z blz. 30)
Aanduidingen op de LCD-monitor/in de zoeker tijdens weergave
NE73
1 2 3
Nummer
1 Toont de geluidsfunctie. (Z blz. 45) 2 Toont de bandsnelheid.
32kHz
SOUND 1
LP PS
4
WIDE
6e
3 Verschijnt wanneer de band wordt
HIGH SPEED
25 . 12 . 99
01 : 28 : 15
TC
VOLUME
– – – – –6– – – – –
16
:
40
4 Toont de datum/tijd. (Z blz. 45)
456
5 BRIGHT: Toont de helderheid van de LCD-
6 Toont de tijdcode. (Z blz. 45)
Waarschuwingen
Aanduidingen Functie
Toont de resterende accuspanning.
Accu vol Accu bijna leeg
De accu-indicator knippert wanneer de accu bijna leeg is. De spanning wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de accu is uitgeput.
Wordt getoond wanneer er geen cassette is geplaatst of het wispreventielipje van de cassette naar “SAVE” is gedrukt. (Z blz. 9)
Wordt getoond indien er tijdens opname stof of vuil op de koppen is. (Z blz. 77)
Functie
getransporteerd.
4
: Weergave
3
: Snel doorspoelen/snel voorwaarts
zoeken
2
: Snel terugspoelen/snel achterwaarts
zoeken
6 : Pauze 64: Voorwaarts slow-motion 1
6 : Achterwaarts slow-motion
e : Audio-dubben
6e : Audio-dubben pauze
VOLUME
monitor of de zoeker. (Z blz. 17)
:Toont het volume van de
luidspreker of de hoofdtelefoon. (Z blz. 42)
TAPE!
TAPE END
SET DATE/TIME!
ERROR!
REFER MANUAL
E01 — E06
Wordt getoond wanneer er condens is gevormd. De camcorder schakelt in dat geval automatisch uit.
Wordt ongeveer 10 seconden na het inschakelen van de spanning getoond indien er geen cassette is geplaatst.
Wordt getoond wanneer tijdens opname of weergave het eind van de band wordt bereikt. (Z blz. 15)
Wordt getoond wanneer de datum/tijd niet is ingesteld. (Z blz. 8)
Wordt getoond wanneer de ingebouwde oplaadbare batterij leeg is en de instelling
van de datum/tijd derhalve werd gewist. (Z blz. 8)
Verschijnt wanneer Audio Dubben niet beschikbaar is.
De foutmelding (E01 — E06) toont wat het probleem is. De camcorder wordt automatisch uitgeschakeld nadat een foutmelding verschijnt. U moet de spanningsbron (accu, enz.) en vervolgens een paar minuten wachten zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het uitvoeren van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt. (Z blz. 68)
(Z blz. 62)
74 NE
1
2 3
!
4
INDEX
65
7 8 9 0
1 JLIP (Joint Level Interface Protocol) aansluiting.
Sluit deze aan op een voor JLIP geschikte camcorder of videorecorder zodat u deze kunt bedienen vanaf uw computer met de meegeleverde software.
OPMERKING:
Let er op dat de camcorder aan staat terwijl u de camcorder op een PC aansluit via de JLIP aansluiting van het Docking station. Als de camcorder uit staat (als de Spanningsschakelaar op “OFF” staat of omdat het toestel automatisch is uitgeschakeld* enz.) terwijl er JLIP software gebruikt wordt, zal het onmogelijk blijken de aangesloten apparatuur vanaf de computer te bedienen. In een dergelijk geval dient u eerst de camcorder weer aan te zetten, of u kunt proberen de JLIP kabel los te halen van de JLIP aansluiting van het Docking station. Vervolgens dient u de software opnieuw te initialiseren of helemaal opnieuw op te starten. * Automatisch uitschakelen:
Als er 5 minuten voorbij gaan terwijl de camcorder in de opnamestandbyfunctie staat of gepauzeerd is, zal de camcorder zichzelf automatisch uitschakelen om stroom te sparen.
2 PC Aansluiting [DIGITAL STILL] ......... Z blz. 48
3 Montage aansluiting [EDIT]................ Z blz. 57
Sluit de montagekabel aan wanneer u een willekeurige montage gaat uitvoeren (Z blz. 56 – 61).
4 Geleidepen........................................ Z blz. 46
5 Schroef .............................................. Z blz. 46
6 Multi aansluiting
Via deze aansluiting kan het Docking station aangesloten worden op deze camcorder. Raak deze aansluiting nooit met uw vingers aan en zorg dat deze nooit in aanraking komt met harde voorwerpen; als de pennen beschadigd raken en geen goed contact meer maken wordt de aansluiting onbruikbaar.
7 S-Video uitgangsaansluiting
[S OUT] ....................................... Z blz. 46, 57
8 Video uitgangsaansluiting
[VIDEO] ....................................... Z blz. 46, 57
9 Audio uitgangsaansluiting
[AUDIO L/R] ................................ Z blz. 46, 57
0 Externe stereomicrofoon ingangsaansl
uiting [MIC] ....................................... Z blz. 62
! Schroefknop ...................................... Z blz. 46
Bevestig de camcorder door deze met de klok mee te draaien.
Docking station
INDEX
Termen
A
Aansluitingen ......................... Z blz. 7, 46 – 51, 57
Accu ............................................... Z blz. 6, 7, 76
Accu bijna leeg ....................................... Z blz. 73
Afstandsbediening ................................... Z blz. 52
Animatie ................................................. Z blz. 30
Audio-dubben ......................................... Z blz. 62
Automatische scherpstelling..................... Z blz. 36
Automatische uitschakeling ............... Z blz. 15, 42
B
Beeld oplossen in de 5 Seconden
opnamefunctie ...................................... Z blz. 22
Beeld Wipe/Oplossen .............................. Z blz. 32
Belichtingsregeling .................................. Z blz. 38
Bevestigen van een statief ........................ Z blz. 12
Bijgeleverde accessoires ............................ Z blz. 3
Breedbeeldfunctie ................................... Z blz. 29
C
Cinema ................................................... Z blz. 29
D
Datum/Tijd-display ............................ Z blz. 20, 45
Datum/Tijd-instellingen ............................. Z blz. 8
Demonstratiefunctie ................................ Z blz. 30
Diafragma ............................................... Z blz. 39
Diafragmavergrendeling .......................... Z blz. 39
Digitaal kopiëren ..................................... Z blz. 51
Digitale zoom ................................... Z blz. 18, 29
DIS (Digitale Beeld Stabilisator) ................ Z blz. 29
Donkerder beeld op LCD-monitor ........... Z blz. 17
F
Fade-in/Fade-out ..................................... Z blz. 31
Flitser ...................................................... Z blz. 26
Functiemenu ........................................... Z blz. 29
G
Geluidsfunctie ................................... Z blz. 30, 45
Geluidssignaal/Opname-indicatielampje
..... Z blz. 30
H
Handmatige scherpstelling ....................... Z blz. 37
I
Ingebouwde Lithium batterij voor de klok ....
Instellen van de afstandsbedieningscode
voor de videorecorder ........................... Z blz. 56
Instellen van de handgreep ...................... Z blz. 11
Instellen van de dioptrie........................... Z blz. 11
Interface-opname .................................... Z blz. 17
Z blz. 8
J
Journalistenopname ................................. Z blz. 17
K
Klassieke film .......................................... Z blz. 35
Kopiëren van een cassette ........................ Z blz. 50
L
LCD-monitor/zoekeraanduidingen ..... Z blz. 72, 73
Langzame sluiter ..................................... Z blz. 35
Lichter beeld op LCD-monitor ................. Z blz. 17
Lichtversterking ....................................... Z blz. 29
NE75
M
Meervoudige scherm weergavefunctie ..... Z blz. 25
Momentopname functie........................... Z blz. 24
Motordrive-functie ................................... Z blz. 24
N
Netadapter/lader .................................... Z blz. 6, 7
O
Opladen van de accu ................................ Z blz. 6
Opnameformaat ........................................ Z blz. 4
Opnamefunctie ....................................... Z blz. 10
Opnamemenu ......................................... Z blz. 29
Opnamestandbyfunctie............................ Z blz. 14
P
Plaatsen van een cassette ........................... Z blz. 9
Programma AE met speciale effecten ........ Z blz. 34
R
Reinigen van de camcorder ..................... Z blz. 69
Rode-ogen reductie ................................. Z blz. 26
S
Schemerlicht ........................................... Z blz. 35
Sepia ....................................................... Z blz. 35
Slow-motion weergave ............................ Z blz. 54
Sluitertijd ................................................. Z blz. 35
Snel doorspoelen van de band ................. Z blz. 42
Snelzoeken .. ........................................... Z blz. 43
Squeeze .................................................. Z blz. 29
Stand Bedieningsschakelaar ..................... Z blz. 13
Stilbeeldweergave ................................... Z blz. 43
Stroboscoop ............................................ Z blz. 35
Systeemmenu .......................................... Z blz. 30
T
Technische gegevens ......................... Z blz. 78, 79
Tegenlichtcompensatie ............................ Z blz. 38
Telemacro ............................................... Z blz. 30
Terugspoelen van de band ....................... Z blz. 42
Tijdcode .............................................. Z blz. 4, 19
V
Verwijderen van een cassette ..................... Z blz. 9
Video-echo.............................................. Z blz. 35
5 Seconden opnamefunctie ..................... Z blz. 22
W
Weergave speciale effecten...................... Z blz. 55
Weergavemenu ....................................... Z blz. 44
Willekeurige montage van meerdere
scènes .......................................... Z blz. 56 – 61
Windscherm............................................ Z blz. 30
Wipe-in/Wipe-out .................................... Z blz. 31
Wisprotectie .............................................. Z blz. 9
Witbalans .......................................... Z blz. 40, 41
Z
Zelfontspanner ........................................ Z blz. 23
Zelfopname ............................................. Z blz. 17
Zoomen .................................................. Z blz. 18
Zoomen tijdens weergave ........................ Z blz. 54
Zwart/wit................................................. Z blz. 35
76 NE
Accu’s
De bijgeleverde accu is een lithium-ionaccu. Lees alvorens deze accu of een los verkrijgbare accu te gebruiken de volgende voorzorgen goed door:
1. Voorkom gevaar . . .
.... verbrand de accu niet.
.... sluit de contactpunten niet kort.
.... maak geen veranderingen en demonteer niet.
....
stel de accu niet aan temperaturen boven de 60°C bloot daar de accu anders oververhit met mogelijk een ontploffing en brand tot gevolg.
.... gebruik uitsluitend de gespecificeerde laders.
2.
Voorkom beschadiging en verleng de levensduur . . .
.... stel de accu niet aan schokken bloot.
.... laad bij temperaturen op die binnen het
hieronder getoonde bereik ligt. Dit is een accu van het “chemische reactie type” ­lagere temperaturen vertragen het laden, en hogere temperaturen belemmeren mogelijk het volledig laden van de accu.
.... bewaar de accu op een droge, koele plaats.
Door langdurige blootstelling aan hoge temperaturen wordt de accu ontladen en de levensduur verkort.
.... laad één keer per jaar een accu eerst geheel
op en ontlaad dan geheel wanneer u de accu voor langere tijd opbergt.
.... verwijder de accu van de lader of het toestel
wanneer u deze niet gebruikt. Sommige toestellen gebruiken namelijk ook spanning wanneer ze zijn uitgeschakeld.
OPMERKINGEN:
De accu is na het laden of gebruik warm. Dit is normaal.
Temperatuurbereik
Laden ........................................... 10°C t/m 35°C
Gebruik ........................................ 0°C t/m 40°C
Opslag ......................................... –10°C t/m 30°C
De oplaadtijd is gebaseerd op een kamer-temperatuur
van 20°C.
Hoe lager de temperatuur, hoe langer het opladen duurt.
Cassettes
Lees de volgende voorzorgen door voor een juist gebruik en opslag van uw cassettes.
1. Tijdens gebruik . . .
.... controleer dat de cassette de Mini DV
markering heeft.
.... vergeet niet dat opname op een reeds
opgenomen cassette automatisch de “oude” opname van de video- en audiosignalen wist.
....
controleer dat de cassette juist wordt geplaatst.
.... plaats en verwijder een cassette niet
herhaaldelijk zonder dat de band is getransporteerd. De band komt hierdoor namelijk los te zitten met mogelijk beschadiging tot gevolg.
.... open nooit de huls van de cassette. Er zou
anders stof of vingerafdrukken op de band kunnen komen.
Contactpunten
VOORZORGEN
2. Bewaar cassettes . . .
.... uit de buurt van de verwarming of andere
warmtebronnen.
.... uit het directe zonlicht.
.... op een plaats die niet aan schokken of
trillingen blootstaat.
.... op een plaats die niet aan sterke magnetische
velden blootstaat (bijvoorbeeld in de buurt
van motoren, transformators of magneten).
.... verticaal geplaatst en in het originele
cassettedoosje.
LCD-monitor
1. Voorkom beschadiging van de LCD-monitor en NIET . . .
.... hard op de monitor drukken of aan schokken
onderhevig stellen.
.... de camcorder met de LCD-monitor onder
ergens neerleggen.
2. Verleng de levensduur . . .
.... en wrijf niet hard of met een ruwe doek
schoon.
3. Let op de volgende punten. Dit zijn karakteristieken van de LCD-monitor.
•Bij gebruik van de camcorder wordt het oppervlak
en/of de achterkant van de LCD-monitor warm.
•De oppervlakken rond de LCD-monitor worden
mogelijk warm wanneer de spanning lang is ingeschakeld.
Hoofdtoestel
1. Voor de veiligheid, NIET . . .
.... de behuizing van de camcorder openen.
.... het toestel demonteren of er veranderingen in
aanbrengen.
.... de contactpunten van de accu kortsluiten.
Houd uit de buurt van metalen voorwerpen wanneer niet in gebruik.
.... ontvlambare stoffen, water of metalen
voorwerpen in het toestel laten vallen.
.... de accu verwijderen of de spanning
ontkoppelen wanneer de spanning nog is ingeschakeld.
.... de accu op de camcorder bevestigd laten
wanneer niet in gebruik.
2. Vermijd gebruik van het toestel . . .
.... op zeer vochtige of stoffige plaatsen.
.... op plaatsen die onderhevig zijn aan roet of
stoom, bijvoorbeeld in de buurt van een gasfornuis.
.... op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke
schokken of trillingen.
.... in de buurt van een TV.
.... in de buurt van apparatuur die sterke
magnetische of elektrische velden opwekt
(bijvoorbeeld luidsprekers of zendantennes).
.... op plaatsen die aan zeer hoge (boven 40°C)
of zeer lage (onder 0°C) temperaturen
onderhevig zijn.
3. Bewaar het toestel NIET . . .
.... op plaatsen waar de temperatuur hoger is
dan 50°C.
.... op plaatsen met een zeer lage (onder 35%) of
hoge (boven 80%) vochtigheidsgraad.
.... in het directe zonlicht.
.... in de zomer in een afgesloten auto.
.... in de buurt van een verwarmingselement.
4. Ter bescherming, het toestel NIET . . .
.... nat laten worden.
.... laten vallen of tegen harde voorwerpen
stoten.
.... tijdens transport onderhevig aan sterke
schokken of trillingen blootstellen.
.... met de lens langdurig op een helder
onderwerp richten.
.... met de lens in het directe zonlicht houden.
.... aan de LCD-monitor of zoeker dragen.
.... hard heen en weer slingeren met de
handriem of greep.
.... in de zachte camerahoes sterk heen en weer
slingeren.
5. Vuile koppen veroorzaken mogelijk de volgende problemen:
•Geen beeld tijdens weergave.
•Ruis of ruisblokken tijdens weergave.
•Tijdens opname wordt de waarschuwing voor
een vuile kop “ ” op de LCD-monitor getoond.
Reinig vuile koppen met een in de handel verkrijgbare reinigingscassette. Plaats de reinigingscassette en start de weergave. De koppen worden mogelijk beschadigd indien u deze cassette meerdere malen achter elkaar gebruikt. De weergave wordt automatisch na ongeveer 20 seconden gestopt. Zie tevens de aanwijzingen van de kopreinigingscassette. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na gebruik van deze reinigingscassette het probleem nog niet is opgelost. De mechanisch bewegende onderdelen voor het bewegen van de videokoppen en het transporteren van de band raken na verloop van tijd verontreinigd en verslijten op den duur. Laat voor een optimale werking en heldere beelden het toestel na ongeveer 1000 gebruiksuren nakijken. Raadpleeg uw JVC handelaar voor deze periodieke check-ups.
NE77
Juiste omgang met een CD-ROM
•Zorg dat er geen vuil of krassen komen op de glimmende onderkant (tegenover de labelkant). Schrijf niet op een CD-ROM en plak geen etiketten e.d. op de bovenkant of de onderkant. Als een CD-ROM vuil is, kunt u deze met een zachte does schoonvegen, vanuit het midden naar de rand.
•Gebruik geen reinigingsmiddelen of antistatische spray voor conventionele grammofoonplaten.
•Verbuig een CD-ROM niet en raak de glimmende onderkan niet met uw vingers aan.
•Bewaar een CD-ROM niet op een warme, stoffige of vochtige plaats. Laat niet in de volle zon liggen.
Meer over condensvorming . . .
Het is u misschien wel eens opgevallen dat wanneer een koude vloeistof in een glas geschonken wordt, er zich waterdampdruppels vormen aan de buitenkant van het glas. Ditzelfde fenomeen, dat we condensatie noemen, kan op de koppen van de camcorder optreden wanneer deze van een koude naar een warme plaats wordt overgebracht, na het verwarmen van een koude kamer, in overmatig vochtige omstandigheden, of op een plek in de directe luchtstroom van een airconditioner.
Vocht op de kop, een van de meest kwetsbare onderdelen van de camcorder, kan de videoband zowel als het interne mechanisme van de camcorder beschadigen.
Ernstige problemen
Indien er iets mis is met het toestel, moet u het gebruik van de camcorder direkt staken en uw JVC handelaar raadplegen.
Deze camcorder wordt door een microcom­puter bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een TV of radio) heeft mogelijk tot gevolg dat de camcorder niet juist functioneert. Ontkoppel in dat geval eerst de spanningsbron (accu, netadapter/lader, enz.) en wacht een paar minuten. Sluit de spanning weer aan en start de bediening als normaal.
78 NE
TECHNISCHE GEGEVENS
Camcorder
Algemeen
Spanningsbron : 6,3 V gelijkstroom (Met de Lichtnetadapter/acculader)
Stroomverbruik
LCD-monitor uitgeschakeld, zoeker ingeschakeld : Ongeveer 4,5 W
LCD-monitor ingeschakeld,
zoeker uitgeschakeld : Ongeveer 5,4 W Formaat : DV formaat (SD functie) Signaalformaat : PAL standaard Videosignaalopnameformaat : Digitaal Component opname Cassette : MINI DV cassette Bandsnelheid : SP: 18,8 mm/sec.
Maximale opnametijd : SP: 60 min.
Pickup : 1/4” CCD Lens : F1,8, f = 3,6 t/m 36 mm, 10:1 motorzoomlens Filterdiameter : ø27 mm LCD-monitor : 2,5”, diagonaal gemeten, LCD paneel/TFT actief matrix systeem Zoeker : Elektronische zoeker met 0,55” kleuren-LCD Luidspreker : Mono Bedrijfstemperatuur : 0 t/m 40°C Bedrijfsvochtigheid : 35 t/m 80% Opslagtemperatuur : –20 t/m 50°C Afmetingen : 48 (B) x 119 (H) x 89 (D) mm
Gewicht : Ongeveer 420 g (zonder handriem, cassette en accu)
Aansluitingen
Video uitgang :
Audio uitgang : –8 dBs, 1 kiloOhm analoge uitgang, stereo (via de AV OUT
Hoofdtelefoon uitgang : Doorsnee 3,5 mm stereo (via de AV OUT uitgangsaansluiting) DV uitgang : 4-pens, voldoet aan IEEE1394
7,2 V gelijkstroom (Met de accu)
LP: 12,5 mm/sec.
LP: 90 min. (met M-DV60ME cassette)
(Met de LCD-monitor dicht en de zoeker helemaal ingeduwd)
Ongeveer 505 g (met handriem, cassette en accu)
1 Vp-p, 75 Ohm ongebalanceerd, analoge uitgang (via video­uitgangsaansluiting)
uitgangsaansluiting)
Lichtnetadapter/Acculader AA-V50EG
Spanningsvereisten : 110 tot 240V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik : 20 W Uitgang
Opladen : 7,2 V gelijkspanning; 0,63 A
VTR : 6,3 V gelijkspanning; 1,8 A Afmetingen : 122 (B) x 39 (H) x 92 (D) mm Gewicht : Ongeveer 310 g
Technische gegevens zijn gebaseerd op de SP functie tenzij anders aangegeven. Ontwerp en technische gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
NE79
Docking station
Algemeen
Afmetingen : 115 mm (B) x 31 mm (H) x 55 mm (D) Gewicht : Ongeveer 90 g
Aansluitingen
S-Video : Y: 1 Vp-p, 75 Ohm, analoge uitgang
Video : 1 Vp-p, 75 Ohm, analoge uitgang Audio : –8 dBs, 1 kiloOhm, analoge uitgang JLIP : ø3,5 mm, 4-pens, mini-kop contrastekker (compatibel met RC-
Montage : ø3,5 mm diameter, 2 pens PC : ø2,5 mm, 3 pens Externe microfoon ingang : –68 dBs, hoge impedantie ongebalanceerd met ø3,5 mm (stereo)
Ontwerp en technische gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
C: 0,29 Vp-p, 75 Ohm, analoge uitgang
5325 stekker)
GR-DVX4
COPYRIGHT© 1999 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LTD.
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
DU
EG
Gedrukt in Japan 0399HOV*UN*SN
Loading...