JVC GC-S1 Instruction Manual [nl]

DIGITALE STILBEELD-CAMERA
GC-S1
Bezoek onze CyberCam Homepage op de World Wide Web en antwoord ons klantenoverzicht (uitsluitend in het Engels):
http://www.jvc-victor.co.jp/index-e.html
STILL CAMERA
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
LYT0143-004A
DU
2 NE
Beste klant,
Dank u voor de aanschaf van deze digitale stilbeeld-camera. Lees alvorens gebruik de waarschuwingen en voorzorgen op de volgende bladzijden goed door voor een veilige werking van uw nieuwe camera.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
•De inhoudsopgave toont u alle belangrijke hoofdstukken en gedeelten (Z blz. 6, 7)
•Aan het eind van de diverse gedeelten vindt u vaak opmerkingen. Lees deze opmerkingen tevens door.
•De basisbedieningen en meer geavanceerde functies/bedieningen zijn apart beschreven zodat u snel de uitleg kunt vinden die u nodig heeft.
Wij bevelen aan dat u . . .
.... eerst even het gedeelte “BEDIENINGSORGANEN, AANSLUITINGEN EN INDICATORS” (
59) bekijkt en alvorens gebruik vertrouwd raakt met de plaatsen van toetsen en andere elementaire informatie.
.... de volgende “Veiligheidsvoorschriften” en “Voorzorgsmaatregelen” goed doorleest. Deze informatie is
uitermate belangrijke voor een veilig en goed gebruik van uw nieuwe camera.
Lees tevens alvorens gebruik de waarschuwingen en aanwijzingen op blz. 63 en 65 goed door.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Z blz.54 –
WAARSCHUWING: STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT TER VOORKOMING VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
VOORZORGSMAATREGELEN:
n Om elektrische schokken te vermijden, mag u
de ombouw niet openen. In het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud over aan de vakman.
n Het wordt aanbevolen de stekker van de
netadapter uit het stopcontact te trekken wanneer dit toestel voor langere tijd niet gebruikt gaat worden.
OPMERKINGEN:
Het spanningslabel (serienummer) en waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel aangegeven.
Het spanningslabel (serienummer) van de netadapter is te vinden op de onderzijde van dat apparaat.
Gebruikte batterijen
Niet weggooien, maar inleveren als KCA.
NE 3
De camera is gemaakt voor gebruik met kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het toestel kan niet gebruikt worden met een televisie gebaseerd op een ander systeem. Opname en weergave met de LCD-monitor is echter overal mogelijk.
LET OP:
Voorkom een elektrische schok of beschadiging van het toestel en steek de kleine stekker van het netsnoer in de netadapter zodat deze goed vast zit. Steek vervolgens de grotere stekker van het netsnoer in een stopcontact.
Dit toestel voldoet aan de eisen overeenkomstig de IEC standaard uitg. 65.
4 NE
1
BATTERY afdekking
Plaatsen van batterijen. (Z blz. 8)
Verschuif de BATTERY afdekking iets om het
1
batterijvak te openen.
Plaats vier LR6 (AA)-formaat batterijen in de
2
juiste richting, zoals op de binnenkant van de afdekking afgebeeld, in het vak.
Vier LR6 (AA)-formaat alkaline batterijen
2
DIRECT STARTEN
Spanningsschjf
Vergrendeltoets
OFF
Y
A
P
L
Inschakelen van de spanning.
Z blz. 14)
(
Zoomtoets
2
1
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Weergave van een beeld. (Z blz. 31)
Draai de spanningsschijf naar “
1
•Verdraai de schijf met de vergrendeltoets ingedrukt.
•Een in het geheugen opgeslagen stilbeeld wordt getoond.
Kies een beeld met de zoomtoets.
PLAY
”.
2
Draai de spanningsschijf naar “A”.
1
•Verdraai de schijf met de vergrendeltoets ingedrukt.
Sluitertoets
190°
2
1
Opname van een beeld. (Z blz. 16)
Kantel de lens en richt naar het onderwerp.
1
Druk op de sluitertoets.
2
•Er wordt een stilbeeld in het geheugen van de camera vastgelegd.
BELANGRIJKSTE KENMERKEN
10x zoom voor het vergroten van verafliggende onderwerpen
U kunt met de 10x zoom een onderwerp snel dichterbij halen voor een “close-up” opname. Een beeld dat met de zoom is opgenomen heeft overigens een veel betere kwaliteit dan een beeld dat later met software op een computer wordt vergroot.
Draadloze beeldoverdracht met infraroodcommunicatie (IrTran-P compatibel)
IrTran-P is vandaag de dag het meest geavanceerde systeem voor infraroodcommunicatie. Beelden kunnen naar andere apparatuur worden verstuurd zonder allerlei ingewikkelde kabels en snoeren te verbinden, mits de andere apparatuur natuurlijk ook voor IrTran-P geschikt is.
NE 5
Compacte geheugenkaart voor opname van nog meer beelden
Behalve met het ingebouwde geheugen kunt u met de compacte geheugenkaart (“Compact Flash card”) extra beelden opnemen en vastleggen. Dankzij deze kaarten kunt u zo veel opnamen maken als u maar wilt, en hoeft u geen mooie momenten meer te missen. Stel een foto-archief met verschillende categorieën samen door meerdere “Compact Flash” kaarten te gebruiken. U kunt een enkele camera ook met meerdere personen gebruiken en ieder zijn eigen kaart geven. COMPACTFLASH en zijn handelsmerken van SanDisk Corporation, geregistreerd in de V.S. en andere landen.
6 NE
INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2 DIRECT STARTEN 4 BELANGRIJKSTE KENMERKEN 5 INHOUDSOPGAVE 6 STARTEN
Plaatsen van batterijen ........................................................................ 8
Verwijderen van batterijen ................................................................... 8
Bevestigen van de handriem .................................................................. 8
Gebruik op netspanning ....................................................................... 9
Instellen van de datum/tijd................................................................. 10
BASISBEDIENING
Instellen van de lens ......................................................................... 12
Sluitertoets .................................................................................... 12
Regelen van de helderheid .................................................................. 13
Kiezen van de opnamefunctie ............................................................... 14
Kiezen van de beeldkwaliteitsfunctie ...................................................... 15
Eenvoudig opnemen (volautomatische opname) .......................................... 16
Controleren van camera-instellingen en gegevens ....................................... 17
Zoomen ........................................................................................ 18
Opname met de zelf-ontspanner ........................................................... 19
Gebruik van de flitser........................................................................ 20
HANDMATIGE OPNAME
Instellen van de belichting................................................................... 21
Regeling van de witbalans .................................................................. 22
Instellen van de witbalans ............................................................... 22
Handmatig instellen van de witbalans (M.W.B.) ...................................... 23
Kiezen van de sluitertijd..................................................................... 24
Instellen van de sluitertijd ............................................................... 24
Sluitertijden en effecten .................................................................. 25
Handmatig scherpstellen .................................................................... 26
Kiezen van de overzichtfunctie ............................................................. 27
Energiebesparingsfunctie .................................................................... 28
Instellen van de intensiteit van de flitser ................................................. 29
WEERGAVE
Weergave op een TV-scherm of via een videorecorder.................................. 30
Normale weergave ........................................................................... 31
Automatische weergave ..................................................................... 31
INDEX scherm .................................................................................32
Indexweergave ............................................................................... 33
Beschermen van beelden .................................................................... 34
Wissen van beelden .......................................................................... 36
12
21
30
8
Gebruik van sepia en zwart/wit-effecten ................................................ 38
Vergroten van het weergavebeeld (zoom)................................................ 39
Vastgelegde lijsten ........................................................................... 40
Inlijsten van een beeld ....................................................................... 41
Multi-scherm met beelden................................................................... 42
GEAVANCEERDE BEDIENING
Compacte geheugenkaart (“Compact Flash Card”) ...................................... 44
Plaatsen van een compacte geheugenkaart ........................................... 44
Verwijderen van een compacte geheugenkaart ....................................... 44
Terugstellen van de media voor het vastleggen (“formatteren”) ..................... 45
Vastleggen van beelden op een compacte geheugenkaart .............................. 46
Weergave van beelden die op een compacte geheugenkaart zijn vastgelegd ........ 46
Kopiëren van beelden van het ingebouwde geheugen naar een compacte
geheugenkaart en omgekeerd .............................................................. 47
Kopiëren van beelden met infraroodcommunicatie (IrTran-P) .......................... 50
Afdrukken met een digitale printer (IrDa overdracht) ................................... 52
Gebruik met een aangesloten computer ................................................... 53
BEDIENINGSORGANEN, AANSLUITINGEN EN INDICATORS
NE 7
44
54
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN DISPLAY EN MEDEDELINGEN VOORZORGEN BELANGRIJKSTE TECHNISCHE GEGEVENS
INDEX
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
x 1 voor Windows
LR6 (AA)-formaat alkaline batterijen x 4
x 1 voor Macintosh
Computerverbindingskabel
Zacht etuì
®
PC
60
62
63
66 67
®
Videokabel Handriem
CD-ROM
• Picture Navigator
• MGI PhotoSuite SE
8 NE
Plaatsen van batterijen
Gebruik LR6 (AA)-formaat droge cel batterijen.
1
STARTEN
Verwijderen van batterijen
BATTERY
2
afdekking
3
Verschuif de batterijafdekking (BATTERY) iets
1
om het batterijvak te openen.
•De batterijafdekking opent verder.
Plaats de batterijen in overeenstemming met
2
de markering op de binnenkant van de batterijafdekking.
Sluit de batterijafdekking en schuif terug.
3
•De batterijafdekking klikt in de gesloten stand vast.
•Controleer dat de batterijafdekking goed is gesloten.
Open de batterijafdekking aan de hand van de hier links beschreven stap 1 van “Plaatsen van
1
batterijen”.
Verwijder de batterijen door de camera iets schuin te houden.
2
OPMERKINGEN:
Gebruik geen mangaan batterijen, daar deze
onvoldoende vermogen voor het voeden van deze camera hebben.
Verwijder de batterijen uit de camera wanneer u de
camera voor langere tijd niet gebruikt. U voorkomt zo dat de batterijen gaan lekken, wat een onjuiste werking van de camera kan veroorzaken.
Batterijen worden heet wanneer ze bijna zijn uitgeput.
Let goed op wanneer u lege batterijen verwijdert.
Vervang de batterijen wanneer bij de indicator voor
resterende batterijspanning de rode markering verschijnt.
groen rood
Bevestigen van de handriem
2
Lus
OPMERKINGEN:
U kunt tevens in de handel verkrijgbare LR6 (AA)-
formaat nikkelcadmium (Ni-Cd) of nikkelmetaal hydride (Ni-MH) batterijen gebruiken. Ni-Cd of Ni-MH batterijen zijn economischer omdat deze kunnen worden opgeladen en opnieuw kunnen worden gebruikt. Lees echter wel de aanwijzingen van dit soort batterijen door.
Batterijen kunnen gaan lekken wanneer ze in de
verkeerde richting zijn geplaatst.
1
3
Open de aansluitingafdekking.
1
Haal het uiteinde van de handriem door het oogje van de camera. Haal vervolgens de lus
2
van de handriem door het uiteinde.
Sluit de afdekking.
3
NE 9
Gebruik op netspanning
Gebruik voor opname of weergave binnenshuis bij voorkeur de netadapter (los verkrijgbaar) om de camera via een stopcontact te voeden. Dit is handiger en tevens economischer.
Naar een stopcontact
3
AA-V33 netadapter (los verkrijgbaar)
1
Kernfilter Kernfilter
Verbind het netsnoer met de netadapter.
1
•Controleer dat de stekkers goed in de aansluitingen zijn gestoken.
Verbind het gelijkstroomsnoer met de
2
gelijkstroomingangsaansluiting van de digitale stilbeeld-camera.
Steek de stekker van het netsnoer in een
3
stopcontact.
•Trek de stekker van het netsnoer na gebruik uit het stopcontact.
2
VIDEO OUT
DC-IN
OPMERKINGEN:
De los verkrijgbare AA-V33 netadapter heeft een automatische spanningskiezer voor 110 Volt tot 240 Volt.
Controleer dat het netsnoer goed met de netadapter is verbonden.
Gebruik uitsluitend het bij de netadapter geleverde netsnoer. Het gebruik van een ander snoer kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Verbind eerst het netsnoer met de netadapter en steek dan pas de stekker in een stopcontact. U krijgt mogelijk een elektrische schok of brand indien u eerst de stekker in een stopcontact steekt en de aansluitingen van de netadapter in contact met een metalen oppervlak of voorwerp komen.
U hoort soms het geluid van trillingen uit de netadapter. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
De netadapter verwerkt elektriciteit en wordt derhalve warm tijdens gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een defect. Gebruik echter de netadapter alleen in een goed geventileerde ruimte.
LET OP:
Controleer alvorens de spanningsbron te ontkoppelen dat de spanning van de camera is uitgeschakeld. Dit nalaten kan tot gevolg hebben dat het ingebouwde geheugen van de camera wordt gewist of verstoord.
10 NE
STARTEN
(vervolg)
Instellen van de datum/tijd
De datum en tijd kunnen bij uw beelden worden getoond mits u de instellingen hiervoor heeft gemaakt. De aanduiding van de datum en tijd is tevens handig wanneer u later beelden per periode wilt categoriseren.
MENU jogschijf
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
P
L
A
Y
OFF
LCD-monitor
CA MERA MENU CA MERA PICTURE MODE SYSTEM EXI T
SYSTEM POWER SAVE FLASH ADJ . DATE / T IME EXI T
DATE / T I ME DATE
27 . 12 . 1998 TIME
9:30
EXI T
CAMERA MENU scherm
SYSTEM instelscherm
DATE/TIME instelscherm
24-uur formaat
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijk de spanningsschijf naar “M” en druk op de MENU jogschijf.
•Het CAMERA MENU scherm verschijnt.
Verdraai de MENU jogschijf om “SYSTEM” te
2
kiezen en druk op de schijf.
•Het SYSTEM instelscherm verschijnt.
Verdraai de MENU jogschijf om “DATE/TIME”
3
te kiezen en druk op de schijf.
•Het DATE/TIME instelscherm verschijnt.
•Ga naar stap 5 indien u uitsluitend de tijd
wilt instellen zonder de datum te veranderen.
LCD-monitor
DATE / T I ME DATE
27 . 12 .1998 TIME
9:30
EXI T
DATE / T I ME DATE
27 . 12 . 1998 TIME
9:30
EXI T
DATE / T I ME DATE
27 . 12 .1998 TIME
14 :20
EXI T
DATE / T I ME DATE
27 . 12 .1998 TIME
14 :20
EXI T
DATE/TIME instelscherm
14 :20:00
NE 11
Stel de datum in.
4
1. Verdraai de MENU jogschijf om het in te
stellen onderdeel van “DATE” te kiezen en druk op de schijf.
•De kleur van het gekozen onderdeel verandert ten teken dat u kunt instellen.
2. Verdraai de MENU jogschijf totdat de
instelling juist is en druk op de schijf.
•Herhaal deze handeling totdat de datum als gewenst is ingesteld.
•Ga naar stap 6 indien u uitsluitend de datum wilt instellen zonder de tijd te veranderen.
Stel de tijd in.
5
1. Verdraai de MENU jogschijf om het in te
stellen onderdeel van “TIME” te kiezen en druk op de schijf.
•De kleur van het gekozen onderdeel verandert ten teken dat u kunt instellen.
2. Verdraai de MENU jogschijf totdat de
instelling juist is en druk op de schijf.
•“EXIT” wordt gekozen en de klok start vanaf 0 seconden wanneer u na het instellen van de minuten op de MENU jogschijf drukt.
•Herhaal deze handeling totdat de tijd als gewenst is ingesteld.
Verdraai de MENU jogschijf om “EXIT” te
6
kiezen en druk 3 keer op de schijf.
•Het scherm voor opname verschijnt weer en de klok loopt.
OPMERKINGEN:
De instelling van de datum en tijd blijft dankzij
een ingebouwde, oplaadbare lithiumbatterij in het geheugen bewaard. Verbind de camera via de netadapter langer dan 24 uren met een stopcontact om deze batterij voor de klok op te laden.
De klok blijft lopen uitgezonderd tijdens het
instellen van de minuten. Na het instellen van de minuten en het drukken op de MENU jogschijf start de klok vanaf 0 seconden.
De datum en tijd die u heeft ingesteld blijven in
het ingebouwde geheugen van de camera bewaard. De aanduiding van de datum en tijd wordt echter niet op de beelden die u opneemt vastgelegd.
12 NE
Instellen van de lens
Voor een optimale stabiele positie voor het maken van opnamen met gebruik van de LCD-monitor moet u de lens zo houden dat deze een hoek van 45 graden in verhouding tot de behuizing van de camera maakt. De lens kan 100 graden naar voren en 90 graden naar achteren worden gekanteld. U kunt zo uzelf fotograferen terwijl u het resultaat op de LCD­monitor bekijkt (“zelf-opname”), door de lens 90 graden naar achteren te kantelen en dan uw foto te nemen. Maak op deze manier bijvoorbeeld een foto-dagboek voor uzelf.
BASISBEDIENING
Sluitertoets
De sluitertoets van de camera kan in twee standen worden gedrukt. Wanneer u de sluitertoets half indrukt zal “ ” worden getoond en stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp. “ ” dooft zodra op het onderwerp is scherpgesteld. Het half indrukken van de sluitertoets noemen we in deze gebruiksaanwijzing een “halve druk”. Druk de sluitertoets vanuit de “halve druk” stand geheel in om de foto te nemen.
100° 90°
Niet ingedrukt
“Halve druk” stand
Geheel ingedrukt
OPMERKINGEN:
Druk niet met uw vinger over de toets bij het
indrukken van de sluitertoets en druk tevens niet te hard. Dit zou namelijk de horizontale positie van het beeld verslechteren of een wazig beeld veroorzaken. Voor opname moet u altijd eerst de toets half indrukken en dan de tweede stap, het geheel indrukken, uitvoeren.
Wanneer u herhaaldelijk tijdens het automatisch
scherpstellen op de sluitertoets drukt, zal de periode tussen de druk op de sluitertoets en het “sluiten” van de sluiter verkorten.
Wanneer u tijdens het automatisch scherpstellen
de toets weer half indrukt, zal het getoonde beeld mogelijk bevriezen. Dit duidt niet op een defect.
De camera zal opnieuw automatisch
scherpstellen wanneer de sluitertoets vanuit de half ingedrukte stand eerst in de niet ingedrukte stand en vervolgens weer in de half ingedrukte stand wordt gedrukt.
NE 13
BRIGHT schijf (MENU jogschijf)
Voor een donkerder beeld
Voor een lichter beeld
Regelen van de helderheid
U kunt de helderheid van de LCD-monitor instellen door de BRIGHT schijf te verdraaien. Dit is echter niet mogelijk tijdens het handmatisch scherpstellen of het maken van menu-instellingen.
Voor een donkerder beeld . . .
Draai de BRIGHT schijf omhoog.
Voor een lichter beeld . . .
Draai de BRIGHT schijf omlaag.
14 NE
BASISBEDIENING
Kiezen van de opnamefunctie
Door de spanningsschijf te verdraaien kunt u een van de gewenste volgende opnamefuncties kiezen: Volautomatische functie (A), Handmatige functie (M) en Zelf-ontspanner functie ( ).
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
OFF
Y
A
P
L
A
” : Volautomatische functie
De camera maakt automatisch alle vereiste instellingen voor de belichting, sluitertijd, scherpstelling en witbalans.
M
” : Handmatige functie
U moet de belichting, sluitertijd, scherpstelling en witbalans handmatig in overeenstemming met de opname-omstandigheden instellen.
” : Zelf-ontspanner functie
Voor gebruik van een zelf-ontspanner van 15-seconden.
(vervolg)
NE 15
Kiezen van de beeldkwaliteitsfunctie
U kunt als gewenst een van de beeldkwaliteitsfuncties voor opname kiezen. Er zijn drie verschillende functies: FINE (voor de beste kwaliteit), STD (standaard, voor een normale kwaliteit) en ECONOMY (voor het meest aantal opnamen).
MENU jogschijf
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
LCD-monitor
OFF
P
L
A
Y
CAMERA MENU CAMERA P ICTURE MODE SYSTEM EX I T
CAMERA MENU scherm PICTURE MODE scherm
P ICTURE MODE
F I NE STD ECON OMY EX I T
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “M” en druk op de MENU jogschijf.
•Het CAMERA MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “PICTURE
2
MODE” te kiezen en druk op de schijf.
•Het PICTURE MODE scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “FINE”,
3
“STD” of “ECONOMY” voor de beeldkwaliteit te kiezen en druk op de schijf.
•De beeldkwaliteitsfunctie is nu ingesteld en het CAMERA MENU scherm verschijnt.
Druk op de MENU jogschijf.
4
•Het scherm voor opname wordt weer getoond.
BEELDKWALITEIT
FINE (scherp) STANDARD
(standaard) ECONOMY
(economisch)
Aantal vast te leggen beelden (in het ingebouwde geheugen)
Ongeveer 30
Ongeveer 50
Ongeveer 100
OPMERKINGEN:
Het aantal vast te leggen beelden is mogelijk
verschillend afhankelijk van de gekozen beeldkwaliteitsfunctie, de omstandigheden waarbij de camera wordt gebruikt, de temperatuur tijdens het gebruik van de camera en de geplaatste batterijen.
De gekozen beeldkwaliteitsfunctie zal ook
geactiveerd zijn wanneer u de spanningsschijf naar een andere stand dan “M” drukt.
16 NE
BASISOPNAME
(vervolg)
Eenvoudig opnemen (volautomatische opname)
Met de volautomatische functie maakt de camera automatisch de vereiste instellingen voor de scherpstelling, de sluitertijd, de belichting en de witbalans. Iedereen kan met gebruik van deze functie zonder problemen opnamen maken.
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “A”.
•De volautomatische functie voor de camera wordt geactiveerd.
Richt de lens naar het op te nemen
2
onderwerp.
•Gebruik de flitser ( icoon voor onderbelichting “ ” op de LCD­monitor wordt getoond.
Druk op de sluitertoets.
3
•Het beeld wordt nu in het ingebouwde geheugen of op de compacte geheugenkaart vastgelegd.
Z blz. 20) wanneer de
Sluitertoets
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
OFF
Y
A
P
L
OPMERKINGEN:
Er wordt automatisch scherpgesteld wanneer u de
sluitertoets half indrukt.
Na het vastleggen van beelden in het ingebouwde
geheugen, moet u deze bij voorkeur naar een compacte geheugenkaart of een computer versturen.
NE 17
Controleren van camera-instellingen en gegevens
U kunt de diverse instellingen van onderdelen voor de camera controleren, waaronder de plaats waar beelden zijn vastgelegd (uitsluitend wanneer vastgelegd op een compacte geheugenkaart), de beeldkwaliteitsfunctie, het aantal opgenomen beelden, de resterende batterijspanning en de datum en tijd. Zie “In-beelddisplay tijdens opname” voor details (Z blz. 57, 58).
LCD-monitor
CF
FINE
+2
DISPLAY toets
Standaard­overzichtfunctie (kleurendisplay)
● Door iedere druk op de DISPLAY toets verandert de overzichtfunctie. De instellingen
voor de camera kunnen met het informatiedisplay worden gecontroleerd.
Standaardoverzicht met informatie-displayfunctie (kleurendisplay)
Standaardoverzicht met informatiedisplayfunctie
021/030 0001/1
12.1998
27. 4:05:23
1
Snelle overzichtfunctie (met zwart/wit display)
18 NE
BASISBEDIENING
(vervolg)
Zoomen
De camera beschikt over een 10x zoomfunctie die correspondeert met een 43 mm t/m 430 mm lens van een normale 35 mm fotocamera. Met gebruik van de zoom kunt u groothoekopnamen of “close-up” opnamen van ver liggende onderwerpen maken zonder van positie te veranderen.
W T
W (groothoek) zoom
Voor opname van een relatief groot gebied, wanneer u meer van de omgeving wilt laten zien.
T (telelens) zoom
Voor het vergroot opnemen van een veraf liggend onderwerp.
NE 19
Opname met de zelf-ontspanner
Met de zelf-ontspanner geactiveerd zal de sluiter automatisch na een periode van 15 seconden “sluiten”. Na het maken van de instellingen kan zo de cameraman/vrouw ook in het beeld stappen. Deze functie kan tevens worden gebruikt om waas door kleine trillingen van uw hand bij het drukken op de sluitertoets te voorkomen.
Zelf-ontspannerindicator
Knippert
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ ”.
•“
” verschijnt.
•Gebruik de flitser (Z blz. 20) wanneer de icoon voor onderbelichting “ ” op de LCD­monitor wordt getoond.
Druk op de sluitertoets.
2
•De zelf-ontspannerindicator op het scherm en de “ ” icoon beginnen te knipperen. De sluiter wordt na 15 seconden gesloten voor het maken van de opname.
Sluitertoets
Vergrendeltoets
P
L
A
Y
OFF
Spanningsschijf
OPMERKINGEN:
De zelf-ontspannerindicator begint sneller te
knipperen wanneer er nog 5 seconden of minder resteren voordat de opname wordt gemaakt.
Draai de spanningsschijf naar een andere stand
dan “ ” wanneer u na het activeren van de zelf­ontspanner voordat de foto is gemaakt besluit toch geen opname te maken.
Er wordt scherpgesteld wanneer u op de
sluitertoets drukt.
20 NE
BASISOPNAME
Gebruik van de flitser
Gebruik de flitser wanneer de icoon voor onderbelichting “ ” op de LCD-monitor wordt getoond.
Flitser
MENU jogschijf
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
OFF
Y
A
P
L
FLASH/TRANSFER toets Flitsindicator
(vervolg)
Controleer dat de spanningsschijf naar “A”,
1
“M” of “ ” is gedraaid en druk dan op de FLASH/TRANSFER toets.
•De flitsindicator begint te knipperen en de flitser wordt nu geladen. De flitsindicator stopt te knipperen en licht continu op wanneer de flitser is geladen. De “ flitsicoon verschijnt dan op de LCD-monitor.
•De flitsicoon verdwijnt wanneer u met deze icoon getoond geen bediening uitvoert. Voor gebruik van de flitser moet u in dat geval weer op de FLASH/TRANSFER toets drukken.
•Druk nogmaals op de FLASH/TRANSFER toets wanneer u voordat de opname is gemaakt de flitser wilt uitschakelen.
Richt de flitser naar het onderwerp en druk op
2
de sluitertoets.
•Er wordt geflitst en daarna zal de flitsindicator doven.
Voor een volgende opname met flits . . .
.... herhaal de hiervoor beschreven stappen.
Instellen van de flitser
U kunt de intensiteit van de flitser in 2 stappen versterken of verzwakken. Zie “Instellen van de flitser” voor details (Z blz. 29).
OPMERKINGEN:
Tijdens het opladen van de flitser wordt de LCD-
monitor uitgeschakeld om energie te besparen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. De LCD­monitor wordt weer ingeschakeld nadat de flitser na een paar seconden is opgeladen.
De spanning wordt mogelijk uitgeschakeld indien
de batterijen bijna uitgeput zijn tijdens het maken van opnamen met de flitser.
Tijdens zelf-opname wordt de flitser niet opgeladen
en zal deze niet afgaan.
Opnamen met de flitser gebruikt veel meer
batterijspanning. Zorg daarom dat u extra batterijen bij u heeft wanneer u van plan bent veel foto's buitenshuis met de flitser te maken.
Bij bijna uitgeputte batterijen zal het langer duren
eer de flitsindicator continu oplicht en zal het geheel laden van de flitser misschien niet meer mogelijk zijn. Controleer daarom dat de flitsindicator is opgelicht voordat u op de sluitertoets drukt.
HANDMATIGE OPNAME
NE 21
Instellen van de belichting
Wanneer het onderwerp te donker of te licht op de LCD-monitor wordt getoond, moet u mogelijk de belichting regelen. U kunt zo de contouren van donkere en lichte gedeelten van het beeld verbeteren.
OPMERKING:
Gebruik de flitser wanneer de “ ” icoon voor onderbelichting wordt getoond.
MENU jogschijfSpanningsschijf
Vergrendeltoets
P
L
A
Y
OFF
Voor een donkerder beeld
LCD-monitor
CAMERA MENU CAMERA P ICTURE MODE SYSTEM EX I T
CAMERA MENU scherm
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “M” of “ ” en druk op de MENU jogschijf.
•Het CAMERA MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “CAMERA” te
2
kiezen en druk op de schijf.
•Het CAMERA instelscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “EXPOSURE”
3
te kiezen en druk op de schijf.
•Het EXPOSURE instelscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om de ingestelde
4
waarde te kiezen en druk op de schijf.
•De kleur van het gekozen onderdeel verandert ten teken dat u kunt instellen.
CAMERA
EXPOSURE 0 M.W. B. AUTO SHUTTER SPEED UTOA EX I T
CAMERA instelscherm
Verdraai de MENU jogschijf om de belichting
5
in te stellen.
•U kunt de belichting vanaf –6 t/m +6 instellen.
Voor een lichter beeld:
Verhoog de waarde voor de belichting. (maximaal +6)
Voor een donkerder beeld:
Verlaag de waarde voor de belichting. (maximaal –6)
Druk tweemaal op de MENU jogschijf.
6
•Het EXPOSURE instelscherm verdwijnt.
•De instelling voor de belichting is nu vastgelegd en het scherm voor opname verschijnt.
Veranderen van de zojuist ingestelde waarde voor de belichting . . .
.... herhaal de hiervoor beschreven stappen vanaf
stap 1.
Voor een lichter beeld
EXPOSURE
+
6
EX I T
EXPOSURE instelscherm
OPMERKING:
Stel “0” voor de belichting in of draai de spanningsschijf naar “ de standaardbelichting in te stellen.
A
” om indien gewenst weer
22 NE
HANDMATIGE OPNAME
(vervolg)
Regeling van de witbalans
Instellen van de witbalans
Wanneer het onderwerp te groen, rood of blauw wordt getoond, moet u mogelijk de witbalans van de camera instellen. Kies uit de vastgelegde instellingen (“ kleuren van het beeld zo natuurgetrouw als mogelijk zijn. Kies “AUTO” indien de kleuren slechts ietwat onnatuurlijk zijn.
”, “ ” of “ ”) de beste instelling waarbij de
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
P
L
A
Y
OFF
LCD-monitor
CAMERA MENU CAMERA P ICTURE MODE SYSTEM EX I T
CAMER MENU scherm
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “M” of “ ” en druk op de MENU jogschijf.
•Het CAMERA MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “CAMERA” te
2
kiezen en druk op de schijf.
•Het CAMERA instelscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “M.W.B.”
3
(handmatige witbalans) te kiezen en druk op de schijf.
•Het M.W.B. instelscherm wordt getoond.
EXPOSURE 0
M.W. B. AUTO
SHUTTER SPEED UTOA EX I T
CAMERA instelscherm
OPMERKING:
U moet de witbalans geheel handmatig instellen volgens de aanwijzingen bij “Handmatig instellen van de witbalans” wanneer u met “ ”, “ ”, “ ” of “AUTO” geen bevredigend resultaat kunt krijgen (Z blz. 23).
CAMERA
4
5
MENU jogschijf
M.W. B.
AUTO
MW
B
EX I T
M.W.B. instelscherm
Verdraai de MENU jogschijf om “ ”, “ ”, “
” of “AUTO” te kiezen en druk op de
schijf.
•Kies de instelling waarbij de kleuren van het onderwerp het beste zijn.
U heeft de volgende 5 mogelijkheden. AUTO .. Kies voor een automatisch instelling
MWB ... Kies voor opname van een onderwerp
Druk tweemaal op de MENU jogschijf.
•Het M.W.B. instelscherm verdwijnt en het
van de witbalans. Met de spanningsschijf in de stand voor de volautomatische functie wordt deze instelling automatisch geactiveerd.
........ Kies voor opname buitenshuis op een
zonnige dag.
....... Kies voor opname buitenshuis op een
bewolkte dag of in de schaduw.
......... Kies voor opname bij neonverlichting
of een videolamp.
met een voorafgaand ingestelde handmatige witbalans (Z blz. 23).
scherm voor opname verschijnt weer.
NE 23
Handmatig instellen van de witbalans (M.W.B.)
U moet de witbalans geheel handmatig instellen voor een optimaal beeld indien u met “ ”, “ ”, “ ”, of “AUTO” geen natuurgetrouwe kleuren voor het beeld kunt krijgen.
Kies in stap 4 van de voorgaande bladzijde
1
(Z blz. 22) “MWB”.
Plaats een vel wit papier voor de lens op
2
ongeveer 30 cm afstand.
•Plaats zodanig dat het witte papier het gehele scherm vult.
Druk op de MENU jogschijf.
3
•De instelling is na ongeveer 1 seconde gemaakt.
•U kunt de instelling weer veranderen door nogmaals op de MENU jogschijf te drukken.
Verdraai de MENU jogschijf om “EXIT” te
4
Bij opnamen binnenshuis . . .
.... het onderwerp wordt vaak door diverse
lichtbronnen verlicht, met inbegrip van natuurlijk licht van buiten, neonlicht, kaarslicht, etc. De kleurtemperatuur van deze lichtbronnen is sterk verschillend en u moet derhalve bij voorkeur de witbalans handmatig instellen indien u onder deze omstandigheden beelden met een natuurgetrouwe kleur wilt opnemen.
Wanneer u de witbalans handmatig met een gekleurd vel papier instelt . . .
.... bij gebruik van een vel gekleurd papier in stap
2 kunt u een instelling maken voor opnamen met een andere kleurtoon dan in vergelijking met gebruik van wit papier.
Voorbeeld:
Bij gebruik van rood papier:
De kleuren zullen een blauw/groene tint krijgen.
Bij gebruik van blauw papier:
De kleuren zullen een amberkleurige tint krijgen.
Bij gebruik van geel papier:
De kleuren zullen een paarse tint krijgen.
kiezen en druk 3 keer op de schijf.
•Het M.W.B. instelscherm verdwijnt en het scherm voor opname verschijnt weer.
Veranderen van de handmatige ingestelde witbalans naar een automatische instelling voor de witbalans . . .
.... kies in stap 4 van blz. 22 “AUTO” of draai de
spanningsschijf naar “A”.
OPMERKING:
De handmatig ingestelde witbalans blijft in het geheugen bewaard totdat u een andere waarde instelt nadat “M.W.B.” weer is gekozen.
24 NE
HANDMATIGE OPNAME
Kiezen van de sluitertijd
Instellen van de sluitertijd
U kunt de sluitertijd van de camera ook handmatig instellen voor opname bij verschillende omstandigheden.
MENU jogschijf
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
P
L
A
Y
OFF
LCD-monitor
(vervolg)
CAMERA MENU CAMERA P ICTURE MODE SYSTEM EX I T
CAMERA MENU scherm
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “M”of “ ” en druk op de MENU jogschijf.
•Het CAMERA MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “CAMERA” te
2
kiezen en druk op de schijf.
•Het CAMERA instelscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “SHUTTER
3
SPEED” te kiezen en druk op de schijf.
•Het SHUTTER SPEED instelscherm wordt getoond.
CAMERA EXPOSURE 0 M.W. B. AUTO SHUTTER SPEED AUTO EX I T
Verdraai de MENU jogschijf om de gewenste
4
sluitertijd te kiezen en druk tweemaal op de schijf.
•De gekozen sluitertijd is nu vastgelegd en het scherm voor opname verschijnt weer.
OPMERKING:
Gebruik bij voorkeur een statief om een wazig beeld te voorkomen indien u 1/13 sec. of lager (of 1/25 sec. of lager bij gebruik van de zoom voor groothoek of telelens) als sluitertijd heeft gekozen.
UTTERHS SPEED
AUTO 1 / 100
1 /
1 / 6
25 0 1 / 1 3 1 / 5 0 0 1 / 2 5 1 / 1 0 0 0
EX I T
SHUTTER SPEED instelschermCAMERA instelscherm
Sluitertijden en effecten
NE 25
Sluitertijd
AUTO
1/6 (sec.)
1/13 (sec.)
1/25 (sec.)
1/100 (sec.) 1/250 (sec.)
1/500 (sec.)
1/1000 (sec.)
Er wordt automatisch een sluitertijd gekozen in overeenstemming met de verlichting van het onderwerp.
Geschikt voor opnamen 's nachts. Het licht van koplampen van auto's, etc. wordt met een “bewegende” strook opgenomen. Gebruik een statief om waas door subtiele trillingen van uw hand te voorkomen.
Geschikt voor opnamen in donkere ruimtes. Met een langzame sluitertijd kan meer licht dan normaal door de camera worden ontvangen voor lichte en heldere opnamen van onderwerpen die moeilijk zijn te fotograferen in het donker. Gebruik een statief om waas door subtiele trillingen van uw hand te voorkomen.
Geschikt voor opnamen in slecht-verlichte ruimtes (bijvoorbeeld op regenachtige dagen). Met een langzame sluitertijd kan meer licht dan normaal door de camera worden ontvangen voor lichte en heldere opnamen van onderwerpen die moeilijk zijn te fotograferen bij een slechte verlichting.
Geschikt voor opname buitenshuis op bewolkte of donkere dagen.
Geschikt voor opname buitenshuis wanneer er voldoende licht is, zoals op een zonnige dag. Lichte trillingen hebben met deze sluitertijd geen effect op het beeld.
Geschikt voor opname buitenshuis op een zonnige dag met veel reflecterend licht, bijvoorbeeld op het strand. Lichte trillingen hebben met deze sluitertijd geen effect op het beeld.
Geschikt voor opname van een beeld van snel bewegende onderwerpen. Gebruik deze sluitertijd uitsluitend bij voldoende licht.
Effect
OPMERKING:
Het beeld wordt mogelijk gestoord of de kleuren veranderen bij gebruik van een snelle sluitertijd in een ruimte die door neonlampen wordt verlicht. Dit duidt niet op een defect.
26 NE
HANDMATIGE OPNAME
(vervolg)
Handmatig scherpstellen
Met de handmatige scherpstelling kunt u in tegenstelling tot de automatische scherpstelling waarbij op het midden van het onderwerp wordt scherpgesteld, op het gewenste punt in het beeld scherpstellen.
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
P
L
A
Y
OFF
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “M” of “ ”.
Houd de CLEAR/FOCUS toets ongeveer 2
2
seconden ingedrukt.
•“ ” en “ ” verschijnen en u kunt nu handmatig scherpstellen.
Verdraai de FOCUS schijf (MENU jogschijf)
3
om op het gewenste onderwerp scherp te stellen.
Scherpstellen op een veraf liggend onderwerp . . .
Draai de FOCUS schijf (MENU jogschijf) omhoog. “ ” start te knipperen indien u niet verder kunt scherpstellen.
Scherpstellen op een dichtbijf liggend onderwerp . . .
Draai de FOCUS schijf (MENU jogschijf) omlaag. “ ” start te knipperen indien u niet dichterbij kunt scherpstellen.
• Er zijn 2 verschillende snelheden voor het scherpstellen. Deze worden gekozen afhankelijk van de snelheid waarmee u de FOCUS schijf (MENU jogschijf) verdraait. Wanneer u de FOCUS schijf (MENU jogschijf) snel verdraait, verandert de scherpstelling snel. Verdraai de FOCUS schijf (MENU jogschijf) langzaam om geleidelijker scherp te stellen.
CLEAR/FOCUS toets
Sluitertoets
LCD-monitor
Druk op de sluitertoets om de foto te maken.
FOCUS schijf (MENU jogschijf)
4
OPMERKING:
Stel onder de volgende omstandigheden bij voorkeur handmatig scherp:
Bij opname van een onderwerp met weinig contrast (verschil tussen donker/licht), bijvoorbeeld een vlakke muur of blauwe lucht.
Wanneer er een obstakel tussen de camera en het onderwerp is, bijvoorbeeld een net.
Wanneer het onderwerp regelmatige fijne patronen of dezelfde patronen heeft.
Wanneer u een opname maakt bij flikkerend licht, bijvoorbeeld een neonlamp.
Gebruik van de automatische scherpstelling tijdens de handmatige functie (“M”) . . .
.... houd de CLEAR/FOCUS toets ongeveer 2
seconden ingedrukt zodat “ ” en “ ” doven.
Minimale afstand van het onderwerp:
De camera kan scherpstellen op een onderwerp tot op 7 cm afstand van de lens met de zoom geheel naar “W” gedrukt.
Kiezen van de overzichtfunctie
Met de standaardoverzichtfunctie wordt een kleurenbeeld op de LCD-monitor getoond. De snelle weergavefunctie toont echter uitsluitend zwart/wit-beelden, maar werkt aanzienlijk sneller zodat de beweging van een onderwerp beter te volgen is.
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
OFF
Y
A
P
L
DISPLAY toets
Controleer dat de spanningsschijf naar “M”, “A” of “ ” is gedraaid en druk dan op de DISPLAY
1
toets.
•Door iedere druk op de DISPLAY toets verandert de overzichtfunctie in de hieronder getoonde volgorde.
NE 27
Standaard­overzichtfunctie (kleurendisplay)
Standaardoverzicht met informatie­displayfunctie (kleurendisplay)
Standaardoverzichtfunctie
Er wordt een kleurenbeeld op de LCD-monitor getoond en het beeld wordt ongeveer 4 keer per seconde bijgewerkt. Gebruik deze functie voor niet­bewegende onderwerpen.
Snelle overzichtfunctie (met zwart/wit display)
Snelle overzichtfunctie
Een zwart/wit-beeld wordt op de LCD-monitor getoond en ongeveer 15 keer per seconde bijgewerkt. Deze functie is geschikt voor bewegende onderwerpen.
• Het beeld wordt bij opname echter in kleur vastgelegd.
• Het in-beeldscherm kan niet worden gebruikt.
• De snelle overzichtfunctie is niet beschikbaar wanneer de sluitertijd op 1/6 sec. of 1/13 sec. is gesteld.
28 NE
HANDMATIGE OPNAME
(vervolg)
Energiebesparingsfunctie
Met de energiebesparingsfunctie wordt de spanning van de camera automatisch uitgeschakeld indien er gedurende ongeveer meer dan 2 minuten geen bediening wordt uitgevoerd.
MENU jogschijf
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
P
L
A
Y
OFF
LCD-monitor
CAMERA MENU CAMERA P ICTURE MODE SYSTEM EX I T
SYSTEM POWER SAVE FLASH ADJ . DATE / T IME EX I T
POWER SAVE
ON OFF EX I T
CAMERA MENU scherm SYSTEM instelscherm POWER SAVE scherm
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
1
” en druk op de MENU jogschijf.
•Het CAMERA MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “SYSTEM” te kiezen en druk op de schijf.
2
•Het SYSTEM instelscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “POWER SAVE” te kiezen en druk op de schijf.
3
•Het POWER SAVE scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “ON” te kiezen en druk tweemaal op de schijf.
4
•De energiebesparingsfunctie is nu actief en het scherm voor opname verschijnt weer.
Uitschakelen van de energiebesparingsfunctie . . .
M
” of
.... kies in stap 4 “OFF”. Met de spanningsschijf op
“A”, “M”, “ ” of “ spanning van de camera ingeschakeld ookal wordt er geen bediening uitgevoerd.
” gedrukt blijft de
PLAY
OPMERKINGEN:
Draai de spanningsschijf naar “OFF”, wacht langer dan 1 seconde en draai de schijf dan naar “ A”, “ M”, “ ”of “ automatisch uitschakelen de camera weer wilt gebruiken.
Voorkom dat de batterijen onnodig snel worden uitgeput en vergeet derhalve niet de camera uit te schakelen wanneer niet in gebruik.
De energiebesparingsfunctie is bij het verlaten van de fabriek geactiveerd (“ON”).
” wanneer u na het
PLAY
NE 29
Instellen van de intensiteit van de flitser
Stel de intensiteit, oftewel sterkte, van de flitser in indien een met de flitser opgenomen beeld te donker of te licht is.
MENU jogschijf
Spanningsschijf
Vergrendeltoets
P
L
A
Y
OFF
LCD-monitor
CAMERA MENU CAMERA P ICTURE MODE SYSTEM EX I T
CAMERA MENU scherm SYSTEM instelscherm
SYSTEM POWER SAVE FLASH ADJ .
DATE / T IME
EX I T
FLASH ADJ .
+2
EX I T
FLASH ADJ. scherm
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
1
” en druk op de MENU jogschijf.
•Het CAMERA MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “SYSTEM” te kiezen en druk op de schijf.
2
•Het SYSTEM instelscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “FLASH ADJ.” te kiezen en druk op de schijf.
3
•Het FLASH ADJ. scherm wordt getoond.
M
” of
Verdraai de MENU jogschijf om de gewenste intensiteit te kiezen en druk op de schijf.
4
•Kies “0”, “–1”, “–2”, “+1” of “+2”.
Voor een sterkere flits (+1, +2) . . .
Draai de MENU jogschijf omlaag.
Voor een zwakkere flits (–1, –2) . . .
Draai de MENU jogschijf omhoog.
Druk tweemaal op de MENU jogschijf.
5
•De waarde voor de flitser is nu ingesteld en het scherm voor opname verschijnt weer.
OPMERKINGEN:
Richt de flitser naar het onderwerp.
Afhankelijk van de opname-omstandigheden wordt het onderwerp met een sterkere flits nog niet voldoende of juist belicht.
30 NE
WEERGAVE
Weergave op een TV-scherm of via een videorecorder
Door de digitale stilbeeld-camera met een TV of via een videorecorder te verbinden kunt u de beelden op het scherm van de TV tonen of op een videocassette opnemen.
TV
Videorecorder
Naar VIDEO IN Naar VIDEO IN
Videokabel (bijgeleverd)
Digitale stilbeeld-camera
Kernfilter
Naar VIDEO OUT
VIDEO OUT
DC-IN
OPMERKINGEN:
Zie de gebruiksaanwijzingen van de TV en videorecorder voor details aangaande het verbinden.
De beelden kunnen natuurlijk ook gewoon op de LCD-monitor van de camera worden getoond. Hiervoor
hoeft u geen TV of videorecorder aan te sluiten.
Tijdens weergave op een TV zullen de aanduidingen die tijdens de opnamefuncties verschijnen niet
worden getoond.
Normale weergave
Beelden die met deze camera zijn opgenomen worden automatisch genummerd en vervolgens op volgorde van nummer in het geheugen vastgelegd. U kunt de vastgelegde beelden, per beeld, stuk­voor-stuk weergeven, min of meer op dezelfde manier als bij het doorbladeren van een foto-album.
NE 31
Automatische weergave
U kunt alle beelden die in het geheugen zijn vastgelegd automatisch achterelkaar tonen, min of meer op dezelfde manier als bij een diavoorstelling.
Zoomtoets
W T
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
•Het meest recent opgenomen beeld wordt getoond.
•Een blauw scherm verschijnt indien er geen beelden meer in het geheugen zijn.
Wanneer er meer dan één beeld in het
2
geheugen is: Druk op de zoomtoets om andere beelden te tonen.
“T” : Voor het tonen van het volgende beeld. “W” : Voor het tonen van het voorgaande
beeld.
PLAY
”.
OPMERKING:
Ook wanneer u na het tonen van een beeld met een laag nummer een nieuw beeld opneemt, zal het bestaande beeld niet worden overschreven. De nieuwe beelden worden namelijk automatisch na het laatst opgenomen beeld vastgelegd.
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
•Het meest recent opgenomen beeld wordt getoond.
Houd de zoomtoets langer dan 3 seconden
2
ingedrukt.
“T” : Voor het tonen van volgende beelden
(oplopende volgorde).
“W” : Voor het tonen van voorgaande beelden
(aflopende volgorde).
Druk op de zoomtoets om de automatische
3
weergave te stoppen.
•De automatische weergave kan zowel met de “T” als “W” toets worden gestopt.
PLAY
”.
32 NE
WEERGAVE
(vervolg)
INDEX scherm
De door u opgenomen beelden kunnen samen met de indexinformatie op het scherm worden getoond. Dit is handig wanneer u wilt controleren hoe en wat is opgenomen. Het INDEX scherm toont namelijk tevens de ingestelde beeldkwaliteitsfunctie en welke beelden tegen wissen zijn beschermd.
Gekozen beeld
INDEX
Indexnummer
001 F 002 S 003 E
Beeldkwaliteitsfunctie
004 F
001 t/m 999: indexnummer
Met deze camera kunnen maximaal 999 beelden met een compacte geheugenkaart worden vastgelegd en de indexnummers lopen derhalve vanaf 001 t/m 999. Wanneer er bijvoorbeeld 10 beelden zijn vastgelegd (indexnummer: 001 t/m
010), zullen na het wissen van bijvoorbeeld indexnummers 002, 004 en 006 de overige beelden automatisch opnieuw worden genummers zodat er geen hiaten in de numerieke volgorde zijn. Het resterende aantal beelden zal in dit geval 7 zijn en de nieuwe indexnummers lopen vanaf 001 t/m 007. Wanneer beelden zowel in het ingebouwde geheugen als op een in de camera geplaatste compacte geheugenkaart zijn vastgelegd, zijn de indexbeelden en nummers verschillend van de nummers voor de beelden die uitsluitend in het ingebouwde geheugen zijn vastgelegd.
005 F
006 F
F/S/E: Beeldkwaliteitsfunctie
Deze aanduiding toont welke beeldkwaliteitsfunctie voor het vastgelegde beeld werd gebruikt. Er zijn 3 verschillende functies: scherp voor de beste kwaliteit (“F“), Standaard (“S”) en Economisch voor het meeste aantal opnamen (“E”).
: Icoon voor bescherming
Er verschijnt een “hangslotje” naast een beeld dat tegen wissen is beschermd. Dit beeld kan niet zondermeer worden gewist.
Gekozen beeld
Een beeld wordt met deze lijst getoond nadat u het heeft gekozen. Verdraai de MENU jogschijf om de groene lijst naat het gewenste beeld te verplaatsen.
Icoon voor bescherming
NE 33
Indexweergave
U kunt alle in het geheugen vastgelegde beelden, per set van 6, bekijken. Gebruik deze methode wanneer u een bepaald beeld even wilt opzoeken.
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
LCD-monitor
PLAY MENU PLAY MODE FILE CO
MM
. MODE
EX I T
PLAY MENU scherm
PLAY MODE
I NDEX
EFFECT
FRAME MULT I EX I T
PLAY MODE scherm
MENU jogschijf
INDEX
00 1 F 00 2 S 003 E
00 5 F
00 4 F
INDEX scherm
006 F
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “PLAY
2
MODE” te kiezen en druk op de schijf.
•Het PLAY MODE scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “INDEX” te
3
kiezen en druk op de schijf.
•Het INDEX scherm wordt getoond.
PLAY
”en
Verdraai de MENU jogschijf om het beeld te
4
kiezen dat u wilt bekijken en druk op de schijf.
•Het gekozen beeld van het INDEX scherm wordt nu getoond.
OPMERKING:
“PLAY MODE” kan niet worden gekozen indien er geen beelden in het geheugen zijn vastgelegd.
34 NE
WEERGAVE
(vervolg)
Beschermen van beelden
Met deze functie kunt u beelden beschermen zodat ze niet per ongeluk kunnen worden gewist. Zorg dat het “hangslotje” naast een beeld wordt getoond om dit beeld tegen wissen te beschermen.
MENU jogschijf
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
LCD-monitor
Vergrendeltoets
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “FILE” te
2
kiezen en druk op de schijf.
•Het FILE instelscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “PROTECT”
3
te kiezen en druk op de schijf.
•Het PROTECT scherm wordt getoond.
PLAY MENU PLAY MODE F I LE CO
MM
. MODE
EX I T
PLAY MENU scherm
OPMERKING:
PLAY
Wanneer het geheugen van de camera wordt
”en
teruggesteld zullen alle vastgelegde beelden, inclusief de beschermde beelden uit het geheugen worden gewist. Stuur voor het veilig stellen van belangrijke beelden deze bijvoorbeeld naar uw computer en leg op de harde schijf van de compu­ter vast.
F I LE
PROTECT DELETE COPY
FOR MAT
EX I T
FILE instelscherm
INDEX
00 1 F 002 S 003 E
PRESS SHUTTER AFTER SELECT
PROTECT scherm
NE 35
Verdraai de MENU jogschijf om het te
4
beschermen beeld (tegen wissen) te kiezen en druk op de schijf.
•Er verschijnt een “hangslotje” naast het gekozen beeld ten teken dat dit beeld is beschermd.
•Bescherm ieder belangrijk beeld zodat het niet per ongeluk wordt gewist.
Druk op de sluitertoets.
5
Druk tweemaal op de MENU jogschijf.
6
•Het scherm voor normale weergave wordt weer getoond.
Ongedaan maken van de bescherming . . .
Voer stappen 1 t/m 3 uit en draai dan de MENU jogschijf om het beeld met het ”hangslotje” te kiezen dat u niet meer wilt beschermen. Het ”hangslotje” boven het beeld zal doven en het beeld is niet meer beschermd. Voer stappen 5 en 6 uit wanneer u de bescherming niet meer voor andere beschermde beelden ongedaan wilt maken.
36 NE
Wissen van beelden
U kunt reeds opgenomen beelden stuk-voor-stuk of allemaal tegelijk wissen.
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
LCD-monitor
PLAY MENU PLAY MODE F I LE CO
MM
. MODE
EX I T
PLAY MENU scherm
WEERGAVE
MENU jogschijf
F I LE
PROTECT DELETE COPY
FOR MAT
EX I T
FILE scherm
(vervolg)
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ en druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “FILE” te
2
kiezen en druk op de schijf.
•Het FILE scherm wordt getoond.
PLAY
Verdraai de MENU jogschijf om “DELETE” te
3
kiezen en druk op de schijf.
•Het DELETE scherm wordt getoond.
NE 37
LCD-monitor
DELETE
DELETE scherm
ALL SELECTED EXI T
DELETE
001 F 002 S 003 E
DELETE keuzescherm
PRESS SHUTTER AFT ER SELECT
DELETE EXECUT E EXI T
DELETE bevestigingsscherm
Kiezen van een beeld door de in het geheugen vastgelegde beelden te doorlopen . . .
Voer eerst stappen 1 t/m 3 uit (Z blz. 36).
Verdraai de MENU jogschijf om “SELECTED” te kiezen en druk op de schijf.
4
•Het DELETE keuzescherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om het te wissen beeld te kiezen en druk op de schijf.
5
•“x” verschijnt boven het gekozen beeld.
•Druk nogmaals op de MENU jogschijf wanneer u het gekozen beeld niet wilt wissen. De “x” markering voor het wissen zal dan doven en het beeld wordt niet gewist.
Druk op de sluitertoets.
6
•Het DELETE bevestigingsscherm wordt getoond.
•Verdraai de MENU jogschijf om “EXIT” te kiezen en druk 4 keer op de schijf wanneer u het beeld toch niet wilt wissen.
Verdraai de MENU jogschijf om “EXECUTE” te kiezen en druk op de schijf.
7
•De gekozen beelden worden gewist en daarna verschijnt weer het normale scherm voor weergave.
LCD-monitor
DELETE
DELETE scherm
ALL SELECTED EXI T
DELETE EXECUT E EXI T
Wissen van alle beelden . . .
Voer eerst stappen 1 t/m 3 uit (Z blz. 36).
Verdraai de MENU jogschijf om “ALL” te kiezen en druk op de schijf.
4
•Het DELETE bevestigingsscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “EXECUTE” te kiezen en druk op de schijf.
5
•“DELETING IN PROGRESS” blijft getoond totdat alle beelden zijn gewist. Dit kan afhankelijk van het aantal vastgelegde beelden een paar seconden tot enkele minuten duren.
•Uitsluitend de niet-beschermde beelden worden gewist wanner “CONTAINS PROTECTED IMAGES” wordt getoond.
•Wanneer u tevens beschermde beelden wilt wissen, moet u eerst de handelingen van “Ongedaan maken van de bescherming” kiezen
Z blz. 35) alvorens alle beelden te wissen.
(
•Verdraai de MENU jogschijf om “EXIT” te kiezen en druk 4 keer op de schijf wanneer u de beelden toch niet wilt wissen. Het scherm voor normale weergave zal weer worden getoond.
DELETE bevestigings­scherm
LET OP
Bij het beschermen/ongedaan maken van de bescherming van beelden mag u niet de compacte geheugenkaart verwijderen of de spanningsbron ontkoppelen/verwijderen. Het geheugen van de camera zou hierdoor namelijk kunnen worden verstoord. Gebruik bij voorkeur de los verkrijgbare netadapter om problemen te voorkomen wanneer de batterijen tijdens de werking uitgeput raken.
OPMERKINGEN:
Een gewist beeld is voorgoed verloren. Voorkom dat
belangrijke beelden worden gewist en bescherm ze of stuur ze naar uw computer en leg op de harde schijf vast.
“DELETE” kan niet worden gekozen indien er geen
beelden in het geheugen zijn vastgelegd.
38 NE
WEERGAVE
Gebruik van sepia en zwart/wit-effecten
U kunt een opgenomen beeld met een sepia-effect (roodbruine gloed) of zwart/wit tonen.
MENU jogschijf
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
LCD-monitor
(vervolg)
PLAY MENU PLAY MODE F I LE CO
MM
. MODE
EX I T
PLAY MENU scherm
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ en druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “PLAY
2
MODE” te kiezen en druk op de schijf.
•Het PLAY MODE scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “EFFECT” te
3
kiezen en druk op de schijf.
•Het EFFECT instelscherm wordt getoond.
PLAY MODE
I NDEX
EFFECT
FRAME M ULT I EX I T
PLAY MODE scherm
Verdraai de MENU jogschijf om het “BLACK/
4
PLAY
WHITE” of “SEPIA” te kiezen en druk op de schijf.
•Het beeld wordt nu met het gekozen sepia-
•Het gekozen effect wordt tevens voor
Annuleren van het effect . . .
.... druk op de CLEAR/FOCUS toets.
EFFECT
BLACK/WH ITE
SEP IA ZOOM EX I T
EFFECT instelscherm
effect of zwart/wit getoond.
volgende beelden gebruikt totdat u het effect annuleert.
Vergroten van het weergavebeeld (zoom)
U kunt met het zoomeffect een gedeelte van een beeld vergroten.
NE 39
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
LCD-monitor
PLAY MENU PLAY MODE F I LE CO
MM
. MODE
EX I T
PLAY MENU scherm
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ en druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “PLAY
2
MODE” te kiezen en druk op de schijf.
•Het PLAY MODE scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “EFFECT” te
3
kiezen en druk op de schijf.
•Het EFFECT instelscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “ZOOM” te
4
kiezen en druk op de schijf.
PLAY MODE
I NDEX
EFFECT
FRAME MULT I EX I T
PLAY MODE scherm
PLAY
Verdraai de MENU jogschijf om het te
5
vergroten gedeelte te kiezen en druk op de schijf.
•Het gekozen beeld wordt in 9 delen
•Het effect wordt tevens voor volgende
Annuleren van het effect . . .
.... druk op de CLEAR/FOCUS toets.
MENU jogschijf
EFFECT BLACK /WHITE SEP IA
ZOOM
EX I T
EFFECT instelscherm
verdeeld. U kunt het gewenste gedeelte voor het vergroten kiezen. Verdraai de MENU jogschijf om het gewenste gedeelte te kiezen zoals hierboven afgebeeld.
beelden gebruikt totdat u het effect annuleert.
40 NE
WEERGAVE
(vervolg)
Vastgelegde lijsten
U kunt een beeld met 9 verschillende lijsten tonen. Het “ingelijste” beeld kan worden afgedrukt door de beelddata met de data voor de lijst naar een printer te versturen. U kunt tevens lijsten gebruiken voor een scherm met 4 of 16 beelden (“multi-scherm”).
Vastgelegde lijsten (9 soorten)
Inlijsten van een beeld
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
NE 41
MENU jogschijf
LCD-monitor
Vergrendeltoets
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ en druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “PLAY
2
MODE” te kiezen en druk op de schijf.
•Het PLAY MODE scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “FRAME” te
3
kiezen en druk op de schijf.
•Het FRAME instelscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om een lijst te
4
kiezen en druk op de schijf.
•Het gekozen beeld wordt met de lijst getoond.
PLAY MENU PLAY MODE F I LE CO
MM
. MODE
EX I T
PLAY MENU scherm
OPMERKING:
PLAY
U kunt tevens lijsten gebruiken voor een scherm
met 4 of 16 beelden (“multi-scherm”) (Z blz. 42).
Verwijderen van een lijst . . .
.... druk op de CLEAR/FOCUS toets.
PLAY MODE
I NDEX
EFFECT
FRAME MULT I EX I T
FRAME instelscherm
42 NE
WEERGAVE
(vervolg)
Multi-scherm met beelden
U kunt het scherm onderverdelen voor een “multi-scherm”. U kunt 4 of 16 van dezelfde beelden tegelijk tonen of 4 verschillende, door u gekozen beelden tegelijk in één scherm tonen.
MENU jogschijf
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
LCD-monitor
Vergrendeltoets
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ en druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “PLAY
2
MODE” te kiezen en druk op de schijf.
•Het PLAY MODE scherm wordt getoond.
PLAY MENU PLAY MODE F I LE CO
MM
. MODE
EX I T
PLAY MENU scherm
PLAY
Verdraai de MENU jogschijf om “MULTI” te
3
kiezen en druk op de schijf.
•Het MULTI instelscherm wordt getoond.
•Wanneer een multi-scherm wordt getoond
PLAY MODE
I NDEX EFFECT FRAME
MULT I
EX I T
PLAY MODE scherm
kunt u het MULTI instelscherm niet vanuit het PLAY MODE scherm kiezen. U moet eerst op de CLEAR/FOCUS toets drukken om weer het normale scherm voor weergave te tonen en dan stappen 1 t/m 3 weer uitvoeren indien u het MULTI instelscherm weer wilt kiezen.
NE 43
MULT I SAME 4 SELECTED 4 SAME 16 EXI T
MULTI instelscherm
Multi-scherm met beelden
Tonen van dezelfde beelden in een multi-scherm
Voer eerst stappen 1 t/m 3 uit (Z blz. 42).
Verdraai de MENU jogschijf om “SAME 4” of
4
“SAME 16” te kiezen en druk op de schijf.
•Een multi-scherm met 4 of 16 van dezelfde beelden wordt nu getoond.
OPMERKINGEN:
Door een multi-scherm met een voor stickers
geschikte printer af te drukken, krijgt u leuke stickers van een gewenst beeld. Zie de gebruiksaanwijzing van de printer voor details.
Voor een multi-scherm met lijsten moet u eerst de
gewenste lijst kiezen aan de hand van “Inlijsten van een beeld” (Z blz. 41) en dan het multi­scherm tonen.
MULT I SAME 4 SELECTED 4 SAME 16 EXI T
MULTI instelscherm
Multi-scherm met beelden
Tonen van verschillende beelden in een multi-scherm
Voer eerst stappen 1 t/m 3 uit (Z blz. 42).
Verdraai de MENU jogschijf om “SELECTED
4
4” te kiezen en druk op de schijf.
•Het MULTI indexscherm wordt nu getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om een beeld te
5
kiezen en druk op de schijf.
•“u” verschijnt bij het gekozen beeld.
Annuleren van het gekozen beeld . . .
... Verdraai de MENU jogschijf om het beeld
te kiezen en druk op de schijf. “u”zal nu verdwijnen.
Herhaal stap 5 voor de overige van de 4 te
6
kiezen beelden.
•De gekozen beelden worden op volgorde
van het kiezen in stap 5 en 6 getoond.
•Er verschijnt vervolgens een multi-scherm met de 4 gekozen beelden.
44 NE
Compacte geheugenkaart (“Compact Flash Card”)
Plaatsen van een compacte geheugenkaart
Met gebruik van een compacte geheugenkaart kunt u meer beelden vastleggen.
OPMERKINGEN:
Schakel de camera uit met de spanningsschijf voordat
u een compacte geheugenkaart plaatst.
Richt de markering op de onderkant van de camera
en de markering op de compacte geheugenkaart naar boven (omhoog) en richt vervolgens de op de compacte geheugenkaart naar de camera en steek de kaart recht in de camera.
Breng beide markeringen in lijn.
markering
GEAVANCEERDE BEDIENING
Verwijderen van een compacte geheugenkaart
U kunt een compacte geheugenkaart uit de camera verwijderen. De vastgelegde beelden blijven ook in dit geval gewoon op de kaart en u kunt zo deze kaarten als “foto-albums” gebruiken.
OPMERKINGEN:
Schakel de camera uit met de spanningsschijf.
Verwijder de compacte geheugenkaart niet met de
spanning van de camera ingeschakeld. Het ingebouwde geheugen van de camera of de gegevens op de kaart zouden hierdoor namelijk kunnen worden gewist of verstoord.
Druk op EJECT
Onderkant van de camera
Vergrendeltoets
OFF
Y
A
P
L
Spanningsschijf
DISPLAY toets
Plaats de compacte geheugenkaart in de gleuf.
1
• Steek de compacte geheugenkaart goed in zodat deze op zijn plaats vastklikt. De volgende stappen 2 en 3 dienen voor het controleren dat de compacte geheugenkaart werkelijk goed is geplaatst.
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
2
Druk op de DISPLAY toets.
3
• Het informatiedisplayscherm wordt getoond.
CF
” icoon (compacte geheugenkaart)
• De “ verschijnt linksboven op het scherm en beelden die u vanaf nu opneemt zullen op de compacte geheugenkaart worden vastgelegd.
Compacte geheugenkaart
P
L
A
Y
OFF
A
” of “M”.
OPMERKING:
Indien de “CF” icoon niet linksboven op het scherm verschijnt nadat u de compacte geheugenkaart heeft geplaatst, moet u de spanning van de camera uitschakelen, de kaart even verwijderen en vervolgens weer opnieuw op de juiste manier plaatsen.
Afdekking van aansluiting
Open de aansluitingafdekking en druk op de EJECT toets op de onderkant van de camera.
1
•De compacte geheugenkaart komt nu gedeeltelijk uit de camera.
Verwijder de compacte geheugenkaart.
2
OPMERKINGEN:
Gebruik uitsluitend een compacte geheugenkaart
die met het CF handelsmerk ( ) is gemarkeerd.
Compacte geheugenkaarten van bepaalde merken
kunnen niet met deze camera worden gebruikt. Raadpleeg uw handelaar of de fabrikant alvorens een compacte geheugenkaart te kopen.
NE 45
Terugstellen van de media voor het vastleggen (“formatteren”)
Deze camera wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en storingen (van bijvoorbeeld een TV, radio, etc.) kunnen een onjuiste werking veroorzaken. Wanneer bijvoorbeeld een opgenomen stilbeeld in het geheugen moet worden vastgelegd kan dit de volgende consequentie hebben: de aanduiding voor het aantal resterende opnamen toont dat opname nog mogelijk is, maar een stilbeeld kan niet meer worden vastgelegd na opname. U moet in dat geval het geheugen terugstellen door de hieronder beschreven stappen 1 t/m 4 uit te voeren. Vergeet niet dat door het terugstellen alle beelden (inclusief de beschermde beelden) uit het geheugen zullen worden gewist. U moet beelden die u wilt bewaren vóór het terugstellen naar uw computer sturen en op de harde schijf vastleggen. Het versturen is echter onder bepaalde gevallen niet mogelijk. Normaliter hoeft u een compacte geheugenkaart niet terug te stellen (ookwel “formatteren” genoemd). Indien er echter een probleem is (en een opgenomen beeld kan bijvoorbeeld niet worden weergegeven), formatteer dan de compacte geheugenkaart.
OPMERKING:
Schakel de camera uit met de spanningsschijf alvorens een compacte geheugenkaart te plaatsen.
Voorbereiding
Steek de te formatteren compacte geheugenkaart in de camera.
PLAY MENU scherm
PLAY MENU
PLAY MODE
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
FILE
CO
MM
.MODE
Vergrendeltoets
EXI T
FILE PROT EC T DELETE
MENU jogschijf
FILE scherm
COPY FORMAT EXI T
FORMAT EXECUT E EXI T
FORMAT scherm
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
1
druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “FILE” te kiezen en druk op de schijf.
2
•Het FILE scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “FORMAT” te kiezen en druk op de schijf.
3
Verdraai de MENU jogschijf om “EXECUTE” te kiezen en druk op de schijf.
4
•“FORMATTING IN PROGRESS” wordt getoond en het formatteren start.
•Het terugstellen is voltooid wanneer “NO IMAGES STORED” verschijnt.
LET OP
Voer tijdens het terugstellen geen anderen bedieningen uit (zoals het uitschakelen van de camera). Dit zou namelijk het geheugen van de camera kunnen verstoren. Gebruik tevens beslist de los verkrijgbare netadapter daar bij gebruik met batterijen het ingebouwde geheugen van de camera of de compacte geheugenkaart zouden kunnen worden verstoord wanneer de batterijen tijdens het terugstellen uitgeput raken.
Bij het terugstellen van het ingebouwde geheugen zullen de vastgelegde lijsten (Z blz. 40) tevens worden gewist. Raadpleeg uw JVC handelaar in dat geval. U kunt nog wel gewoon beelden opnemen en weergeven, echter zonder lijsten.
PLAY
” en
OPMERKINGEN:
Na het terugstellen zijn alle op de compacte geheugenkaart vastgelegde beelden gewist (inclusief de beschermde
beelden). Stuur belangrijke beelden naar uw computer alvorens het terugstellen te starten. Het is onder bepaalde omstandigheden echter niet mogelijk beelden te versturen wanneer de data verstoord zijn.
Het ingebouwde geheugen van de camera en de daarin vastgelegde beelden worden niet gewist door het
formatteren van een compacte geheugenkaart.
Het ingebouwde geheugen van de camera moet worden teruggesteld indien “PLEASE INITIALIZE” wordt getoond.
Voer stappen 1 t/m 4 in dit geval uit echter zonder een compacte geheugenkaart te plaatsen.
“FORMAT” kan normaliter niet worden gekozen indien er geen compacte geheugenkaart is geplaatst. Het
ingebouwde geheugen functioneert niet juist indien u het wel kunt kiezen. U moet in dat geval een back-up van alle vastgelegde beelden maken en dan het terugstellen starten.
46 NE
GEAVANCEERDE BEDIENING
Vastleggen van beelden op een compacte geheugenkaart
U kunt aanzienlijk meer beelden vastleggen wanneer u behalve het ingebouwde geheugen ook een compacte geheugenkaart gebruikt. Met gebruik van meerdere kaarten kan bijvoorbeeld een camera door verschillende personen worden gebruikt of kunt u een videobibliotheek samenstellen en uw beelden met verschillende kaarten categoriseren.
OPMERKING:
Schakel de spanning van de camera uit met de spanningsschijf alvorens een compacte geheugenkaart te plaatsen of te verwijderen.
(vervolg)
Weergave van beelden die op een compacte geheugenkaart zijn vastgelegd
OPMERKING:
Schakel de spanning van de camera uit met de spanningsschijf alvorens een compacte geheugenkaart te plaatsen of te verwijderen.
CF
FINE 001
Plaats de compacte geheugenkaart in de camera.
1
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
2
M
” of “ ”.
• Druk op de DISPLAY toets om te controleren
CF
dat de het informatiedisplayscherm wordt getoond.
Neem de beelden op.
3
• De beelden worden automatisch op de compacte geheugenkaart vastgelegd.
icoon (compacte geheugenkaart) op
A
”,
OPMERKINGEN:
Voor het vastleggen van beelden in het
ingebouwde geheugen van de camera moet u de compacte geheugenkaart verwijderen. Zie “Verwijderen van een compacte geheugenkaart” (
Z
blz. 44).
Voorkom dat op een compacte geheugenkaart
vastgelegde beelden per ongeluk worden gewist en stuur ze naar een Windows® of Macintosh computer en leg op de harde schijf vast. Wij bevelen tevens aan de op de geheugenkaart vastgelegde beelden regelmatig naar het ingebouwde geheugen van de camera te kopiëren tijdens het opnemen.
CF
Plaats de compacte geheugenkaart in de camera.
1
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
2
•Druk op de DISPLAY toets om te controleren
Geef de beelden weer.
3
•De beelden die op de compacte
CF
dat de het informatiedisplayscherm wordt getoond.
geheugenkaart zijn vastgelegd worden getoond.
icoon (compacte geheugenkaart) op
001
PLAY
”.
OPMERKING:
Voor weergave van beelden van het ingebouwde geheugen van de camera moet u de compacte geheugenkaart verwijderen. Zie “Verwijderen van een compacte geheugenkaart” (
®
Z
blz. 44).
NE 47
Kopiëren van beelden van het ingebouwde geheugen naar een compacte geheugenkaart en omgekeerd
U kunt beelden die in het ingebouwde geheugen van de camera zijn vastgelegd naar een compacte geheugenkaart kopiëren en tevens in de tegengestelde richting kopiëren. Gebruik deze functie voor het vastleggen van belangrijke beelden of het wisselen en sorteren van beelden.
OPMERKING:
Schakel de spanning van de camera uit met de spanningsschijf alvorens een compacte geheugenkaart te plaatsen of te verwijderen.
MENU jogschijf
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
PLAY MENU
PLAY MODE
F I LE
CO
MM
. MODE
EX I T
PLAY MENU scherm
Plaats de compacte geheugenkaart in de camera.
1
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
2
en druk op de schijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “FILE” te kiezen en druk op de schijf.
3
•Het FILE scherm wordt getoond.
PROTECT DELETE COPY FORMAT EX I T
FILE scherm
PLAY
F I LE
COPY CAMERA CARD CARD CAMERA EX I T
COPY scherm
Verdraai de MENU jogschijf om “COPY” te kiezen en druk op de schijf.
4
• Het COPY scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “CAMERA ¥ CARD” voor het kopiëren van de camera naar
5
een kaart of “CARD ¥ CAMERA” voor het kopiëren van een kaart naar de camera te kiezen en druk op de schijf.
• Het COPY instelscherm verschijnt nu.
Voor het kopiëren van bepaalde gekozen beelden . . .
Ga naar stap 6 op blz. 48.
Voor het kopiëren van alle beelden . . .
Ga naar stap 6 op blz. 49.
48 NE
Kopiëren van bepaalde gekozen beelden
Voer eerst stappen 1 t/m 5 van blz. 47 uit.
GEAVANCEERDE BEDIENING
(vervolg)
COPY ALL SELECTED EX I T
COPY scherm
Verdraai de MENU jogschijf om “SELECTED”
6
te kiezen en druk op de schijf.
•Het INDEX scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om het te
7
kopiëren beeld te kiezen en druk op de schijf.
•“u” verschijnt bij het gekozen beeld.
•Herhaal deze handeling om alle andere te kopiëren beelden te kiezen.
Sluitertoets
Druk na het kiezen van de te kopiëren
8
beelden op de sluitertoets.
•Het COPY bevestigingsscherm wordt
Verdraai de MENU jogschijf om “EXECUTE” te
9
kiezen en druk op de schijf.
•“IMAGE COPYING IN PROGRESS” wordt
COPY EXECUTE EX I T
COPY bevestigingsscherm
getoond.
getoond en het kopiëren start. Het kopiëren is voltooid wanneer deze mededeling dooft.
Kopiëren van alle beelden
Voer eerst stappen 1 t/m 5 van blz. 47 uit.
COPY ALL SELECTED EXI T
COPY scherm
Verdraai de MENU jogschijf om “ALL” te
6
kiezen en druk op de schijf.
•Het COPY bevestigingsscherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “EXECUTE” te
7
kiezen en druk op de schijf.
•“IMAGE COPYING IN PROGRESS” wordt getoond en het kopiëren start. Het kopiëren is voltooid wanneer deze mededeling dooft.
NE 49
COPY EXECUT E EXI T
COPY bevestigingsscherm
OPMERKINGEN:
Schakel tijdens het kopiëren de spanning niet uit
en verwijder niet de compacte geheugenkaart. Dit zou namelijk het geheugen van de camera kunnen verstoren of vastgelegde beelden worden hierdoor gewist. Gebruik tevens beslist de los verkrijgbare netadapter daar bij gebruik met batterijen het ingebouwde geheugen van de camera of de compacte geheugenkaart zouden kunnen worden verstoord wanneer de batterijen tijdens het kopiëren uitgeput raken.
Indien u bijvoorbeeld 5 beelden van een
compacte geheugenkaart naar het ingebouwde geheugen kopieert waarin reeds 10 beelden zijn vastgelegd, zullen de indexnummers van de gekopieerde beelden 11 t/m 15 zijn.
50 NE
GEAVANCEERDE BEDIENING
(vervolg)
Kopiëren van beelden met infraroodcommunicatie (IrTran-P)
U kunt beelden van deze camera naar andere apparatuur, ongeacht het merk, versturen die voor IrTran-P infraroodcommunicatie geschikt is.
MENU jogschijf
Spanningsschijf
OFF
Y
A
L
P
FLASH/TRANSFER toets
Vergrendeltoets
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ en druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om
2
“COMM. MODE” te kiezen en druk op de schijf.
•Het COMM. MODE instelscherm wordt getoond.
PLAY MENU PLAY MODE F I LE
CO
MM
. MODE
COMM. MODE
PC MODE
I R MO DE
EX I T
EX I T
PLAY MENU scherm COMM. MODE instelscherm
PLAY
Verdraai de MENU jogschijf om “IR MODE”
3
te kiezen en druk tweemaal op de schijf.
•Het normale scherm voor weergave wordt weer getoond.
Apparatuur die voor IrTran-P infraroodcommunicatie geschikt is
15° 15°
< 50 cm
15° 15°
Richt de apparatuur voor het zenden en
4
ontvangen zodanig dat de infraroodzender en infraroodontvanger tegenover elkaar in lijn zijn.
•De afstand dient niet meer dan 50 cm te zijn. De zender en ontvanger mogen tevens niet in een grotere hoek dan 15° ten opzichte van elkaar liggen.
Druk indien de camera de zender is op de
5
FLASH/TRANSFER toets.
•“TRANSMISSION IN PROGRESS” wordt getoond en de beelden worden verstuurd.
•Tijdens het versturen van de beelden mag uitsluitend een beeld worden getoond. Met een menuscherm of indexscherm getoond zal het versturen niet mogelijk zijn.
•Controleer de plaatsing van de apparatuur, spanningstoevoer, etc. indien “TRANSMIS­SION FAILED“ ongeveer 30 seconden na het drukken op de FLASH/TRANSFER toets verschijnt. Probeer het versturen vervolgens opnieuw.
•Druk op de CLEAR/FOCUS toets wanneer u het versturen tijdens de werking wilt stoppen. “TRANSMISSION TO BE STOPPED” zal dan verschijnen en het versturen wordt geannuleerd.
Indien de camera de ontvanger is zal “RECEP-
6
TION IN PROGRESS” worden getoond.
• De beelden zijn ontvangen wanneer deze mededeling dooft.
• Controleer de plaatsing van de apparatuur, spanningstoevoer, etc. indien “RECEPTION FAILED” verschijnt. Probeer het versturen vervolgens opnieuw.
• Druk op de CLEAR/FOCUS toets wanneer u het versturen tijdens de werking wilt stoppen.
• De beelden worden met de “FINE” beeldkwaliteitsfunctie ontvangen.
• Gebruik bij voorkeur de los verkrijgbare netadapter als spanningsbron tijdens het versturen van beelden.
NE 51
52 NE
GEAVANCEERDE BEDIENING
(vervolg)
Afdrukken met een digitale printer (IrDa overdracht)
U kunt bepaalde gekozen beelden zonder kabels aan te sluiten naar een digitale printer overdragen voor het afdrukken indien de printer voor infraroodcommunicatie geschikt is (IrTran-P), bijvoorbeeld de JVC GV-DT1 en GV-HT1.
Voorbereiding
De afstand vanaf de infraroodzender van de digitale stilbeeld-camera tot de infraroodontvanger van de digitale printer dient minder dan ongeveer 50 cm te zijn. Bij het versturen van data dient de hoek van de zender ten opzichte van de infraroodontvanger van de printer niet groter dan 15° te zijn.
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
1
Zoomtoets
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “
Kies het af te drukken beeld (of de beelden)
2
met de zoomtoets of het INDEX scherm.
Druk op de MENU jogschijf om het PLAY
3
MENU scherm te tonen. Verdraai vervolgens de MENU jogschijf om “COMM. MODE” te kiezen en druk op de schijf. Verdraai daarna de MENU jogschijf om “IR MODE” te kiezen en druk op de schijf.
Bewerk indien gewenst de gekozen beelden
4
(of het beeld).
•U kunt effecten toevoegen of een multi­scherm samenstellen tijdens het bewerken van beelden.
Druk op de FLASH/TRANSFER toets.
5
•“TRANSMISSION IN PROGRESS” wordt getoond en de beelden worden naar de printer verstuurd.
•Na het versturen moet u de beelden afdrukken met de printer. In geval van een automatische printer wacht u even totdat het afdrukken automatisch is gestart.
PLAY
”.
Voortijdig stoppen van het versturen . . .
FLASH/TRANSFER toets
.... druk op de CLEAR/FOCUS toets. “TRANSMIS-
SION TO BE STOPPED” zal verschijnen.
OPMERKINGEN:
Controleer de plaatsing van de apparatuur, spanningstoevoer, etc. indien “TRANSMISSION FAILED”
ongeveer 30 seconden na het drukken op de FLASH/TRANSFER toets verschijnt. Probeer het versturen vervolgens opnieuw.
Het overdragen (versturen) van beelden via IrDA communicatie is uitsluitend mogelijk tussen zender en
ontvanger. Indien u probeert beelden van een digitale stilbeeld-camera tegelijk naar meer dan digitale printer te versturen, zal uitsluitend printer de gegevens ontvangen en afdrukken.
IrTran-P (Infrared Transfer Picture): Dit is een communicatiestandaard voor het overdragen van infrarood
beelddata. Apparatuur die aan deze standaard voldoet is ongeacht het merk geschikt voor het versturen van data middels een infraroodstraal.
NE 53
Gebruik met een aangesloten computer
Picture Navigator Software (bijgeleverd)
U kunt beelden van de camera naar de RS-232C aansluiting van een Windows® computer of naar de modemaansluiting van een Macintosh® of Macintosh-compatibele computer versturen.
OPMERKING:
Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de “Picture Navigator” software.
Verbind de computeraansluiting van de
1
camera met de RS-232C aansluiting (Win­dows®) of de modem- of printeraansluiting (Macintosh®) van de computer.
Installeer de Picture Navigator software op
2
uw computer.
Houd de vergrendeltoets ingedrukt en draai
3
tegelijkertijd de spanningsschijf naar “ en druk op de MENU jogschijf.
•Het PLAY MENU scherm wordt getoond.
Verdraai de MENU jogschijf om “COMM.
4
MODE” te kiezen en druk op de MENU jogschijf.
•Het COMM. MODE instelscherm wordt getoond.
PLAY MENU PLAY MODE F I LE
CO
MM
. MODE
COMM. MODE PC MODE
I R MODE
EX I T
EX I T
PLAY MENU scherm COMM. MODE instelscherm
Verdraai de MENU jogschijf om “PC MODE”
5
te kiezen en druk tweemaal op de schijf.
•Het scherm voor normale weergave verschijnt.
Ontvang de gewenste beelden met de
6
computer en bewerk verder indien gewenst.
•“PC MODE” verschijnt tijdens het versturen
PLAY
van beelden.
•Schakel de camera bij voorkeur uit na het overdragen van beelden.
OPMERKINGEN:
Tijdens het versturen van de beelden mag
uitsluitend een beeld worden getoond. Met een menuscherm of indexscherm getoond zal het versturen niet mogelijk zijn.
Kies beslist de “FINE” beeldkwaliteitsfunctie
alvorens het versturen van beelden van de computer naar deze camera te starten. Zie “Kiezen van de beeldkwaliteitsfunctie” (Z blz. 15).
54 NE
BEDIENINGSORGANEN, AANSLUITINGEN EN INDICATORS
4
2
8
Vergrendeltoets
OFF
1
3
5
6
PC
7
Y
A
P
L
9
^
0
@
#
!
VIDEO OUT
&
DC-IN
%
$
Vooraanzicht
1 Sluitertoets ............................. Z blz. 12
Druk op deze toets om een beeld op te nemen.
2 Flitser ..................................... Z blz. 20
Gaat af bij opname bij weinig licht of tegenlicht.
3 Flitssensor............................... Z blz. 20
Let op dat u dit gedeelte tijdens het gebruik van de flitser niet met uw vingers bedekt.
4 Sensor voor infraroodstraal ...... Z blz. 51
Voor het versturen/ontvangen van beelddata via een infraroodstraal.
5 Lens ....................................... Z blz. 12
Richt naar het onderwerp.
6 Zelf-ontspanner indicator......... Z blz. 19
Knippert wanneer de zelf-ontspanner is geactiveerd.
7 Computeraansluiting
Verbind met de RS-232C aansluiting (Windows printeraansluiting (Macintosh computer.
®
) of de modem- of
®
) van uw
NE 55
Achteraanzicht
8 Spanningsschijf........................ Z blz. 14
Verdraai terwijl u de vergrendeltoets indrukt om een opnamefunctie of de weergavefunctie te kiezen.
9 Zoomtoets ......................... Z blz. 18, 31
Druk tijdens opname om te zoomen of tijdens weergave om het volgende/ voorgaande beeld te tonen.
0 MENU/BRIGHT/FOCUS
jogschijf .......................
Verdraai om instellingen voor opname of weergave te maken, de helderheid van de LCD-monitor in te stellen of het handmatig scherpstellen.
! BATTERY afdekking.................... Z blz. 8
Open voor het vervangen van de batterijen.
@ CLEAR/FOCUS toets ................ Z blz. 26
Druk op deze toets om een effect te annuleren of handmatig op een onderwerp scherp te stellen.
# DISPLAY toets ......................... Z blz. 17
Druk op deze toets om het in-beelddisplay tijdens weergave te tonen/verwijderen, of de standaardoverzichtfunctie, het standaardoverzicht met informatiedisplay of de snelle overzichtfunctie te doorlopen tijdens opname.
$ Flitsindicator ........................... Z blz. 20
Licht op wanneer de flitser is opgeladen.
% FLASH/TRANSFER toets ...... Z blz. 20, 50
Druk op deze toets om beelden via een infraroodstraal te versturen of om de flitser op te laden.
^ VIDEO OUT aansluiting ........... Z blz. 30
Verbind met een videorecorder, TV of videospeler.
& DC-IN aansluiting ...................... Z blz. 9
Verbind met de los verkrijgbare netadapter.
Z blz. 10, 13, 26
56 NE
BEDIENINGSORGANEN, AANSLUITINGEN EN INDICATORS
(vervolg)
12
34
Onderkant
1 EJECT toets ............................. Z blz. 44
Druk op deze toets om een los verkrijgbare compacte geheugenkaart te verwijderen.
2 Statiefbevestiging
Draai het schroefgedeelte van een statief in deze bevestiging voor gebruik van een statief. Draai goed vast. Gebruik uitsluitend een statief dat geen versteviging tegen het draaien van de camera heeft.
3 Oogje voor handriem................. Z blz. 8
Haal de bijgeleverde handriem door dit oogje.
5
4 Gleuf voor compacte
geheugenkaart .........................
Steek een los verkrijgbare compacte geheugenkaart in deze gleuf.
5 Terugstelschakelaar (RESET)
Met deze schakelaar wordt de camera naar de fabrieksinstellingen teruggesteld. Verwijder/ontkoppel eerst de spanningsbron (netadapter, batterijen) en druk dan met een pen of dergelijk voorwerp op deze schakelaar.
Z blz. 44
NE 57
In-beelddisplay tijdens opname
Druk met de spanningsschijf op “A”, “M” of “ ” op de DISPLAY toets om de gewenste overzichtfunctie te kiezen. Door iedere druk op de DISPLAY toets verandert het scherm in de volgende volgorde.
Standaardoverzichtfunctie (kleurendisplay)
Standaardoverzicht met informatiedisplayfunctie (kleurendisplay)
12345
CF
+
6
2
7
8
CF
1
icoon .................................. Z blz. 46
Verschijnt wanneer beelden op een compacte geheugenkaart worden vastgelegd.
2 Beeldkwaliteitsfunctie.............. Z blz. 15
Toont de gekozen beeldkwaliteitsfunctie (FINE/STD/ECONOMY).
3 Sluitertijd................................ Z blz. 24
4 Aantal opgenomen beelden
Toont het aantal beelden dat u reeds heeft opgenomen.
5 Totaal aantal beelden
Toont het totaal aantal beelden dat kan worden vastgelegd, inclusief de reeds opgenomen beelden.
6 Belichtingswaarde ................... Z blz. 21
7 Scherpstelindicator .................. Z blz. 26
Toont de instelling voor handmatige scherpstelling.
8 Aanduiding voor resterende batterijspanning
Toont de resterende batterijspanning bij benadering:
Snelle overzichtfunctie (met zwart/wit display)
021/FINE 030 0001/1
9
0
!
12. 1998
27. 4:05:23
1
9 Witbalans ............................... Z blz. 22
Toont de huidige instelling met een andere witbalansfunctie dan AUTO gekozen (Zonnig “ Geheel handmatige witbalans “M.W.B.”).
0 Flitsericoon ............................. Z blz. 20
Verschijnt wanneer de flitser wordt opgeladen.
! Onderbelichtingicoon .............. Z blz. 20
Verschijnt wanneer u moet flitsen.
@ Datumdisplay
(Dag/Maand/Jaar) ...................
# Tijddisplay .............................. Z blz. 10
Aanduiding tijdens zelf-ontspannerfunctie
: Verschijnt wanneer de spanningsschijf naar “ ” wordt gedraaid. De indicator knippert na een druk op de sluitertoets en de zelf-ontspanner is actief.
@
#
”, Bewolkt “ ”/Halogeen “ ”/
..................... Z blz. 19
Z blz. 10
58 NE
BEDIENINGSORGANEN, AANSLUITINGEN EN INDICATORS
In-beelddisplay tijdens opname (vervolg)
(vervolg)
12 3
CF
FINE 001
Informatie die wordt getoond na een druk op de sluitertoets en vóór het vastleggen van het beeld in het geheugen
CF
1
icoon .................................. Z blz. 46
Verschijnt wanneer beelden op een compacte geheugenkaart worden vastgelegd.
2 Beeldkwaliteitsfunctie
(FINE/STD/ECONOMY) ..........
3 Beeldnummer
Toont het indexnummer dat aan een beeld wordt gegeven.
Z blz. 15
4
5
Iconen die tijdens het handmatig scherpstellen worden getoond
Deze iconen worden getoond wanneer u de handmatige scherpstelling heeft gekozen.
4 Veraf ................................... Z blz. 26
Draai de FOCUS schijf (MENU jogschijf) omhoog om op een veraf liggend onderwerp scherp te stellen. getoond wanneer u de FOCUS schijf (MENU jogschijf) verdraait.
5 Dichtbij .............................. Z blz. 26
Draai de FOCUS schijf (MENU jogschijf) omlaag om op een dichtbij liggend onderwerp scherp te stellen. getoond wanneer u de FOCUS schijf (MENU jogschijf) verdraait.
wordt
wordt
In-beelddisplay tijdens weergave
Druk met de spanningsschijf op “
Door iedere druk op de DISPLAY toets verandert het scherm in de volgende volgorde.
” op de DISPLAY toets om het informatiedisplay bijhetbeeld te tonen.
PLAY
NE 59
Weergavebeeld
12 34
CF
7
CF
1
CF icoon ............................. Z blz. 46
Verschijnt wanneer beelden van een compacte geheugenkaart worden weergegeven.
2 Beeldkwaliteitsfunctie.............. Z blz. 15
Toont de gekozen beeldkwaliteitsfunctie voor het beeld.
3 Beeldnummer
Toont het indexnummer dat aan een beeld werd gegeven.
4 Aantal opgenomen beelden
Toont het aantal vastgelegde beelden.
Weergavebeeld en informatiedisplay
021/FINE 030
12. 1998
27. 4:05:23
1
5 Datum .................................... Z blz. 10
6 Tijd ........................................ Z blz. 10
7 Aanduiding voor resterende
batterijspanning
Toont de resterende batterijspanning bij benadering:
5
6
60 NE
Deze camera wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en storingen (van bijvoorbeeld een TV, radio) kunnen een onjuiste werking veroorzaken. U moet in dat geval de spanningsbron ontkoppelen/ verwijderen (batterijen of netadapter), op de terugstelschakelaar drukken ( de camera opnieuw controleren. Raadpleeg uw JVC handelaar indien het probleem na het controleren van de volgende punten niet kan worden opgelost.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Z blz. 56) en dan de werking van
SYMPTOOM OORZAAK/OPLOSSING BLADZIJDE
Spanning
Geen spanning.
Zijn de batterijen leeg?
Zijn de batterijen in de juiste richting
geplaatst?
Is de spanningsbron goed aangesloten?
8 9
Opname
De LCD-monitor flikkert tijdens de standaardoverzichtfunctie (kleurendisplay)
Opname is onmogelijk. Er verschijnt geen beeld.
De menuschermen verschijnen niet.
De sluitertoets is half ingedrukt maar er wordt niet scherpgesteld.
Het beeld wordt donker wanneer het zonlicht op de camera valt.
De LCD-monitor is donker of wit.
“MEMORY FULL” wordt getoond.
Beelden hebben een stroboscoopachtig effect.
Kleurruis in het beeld.
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de batterijen.
Is de spanningsschijf naar “
Schakel de camera uit, wacht even en
schakel weer in.
Is de spanningsschijf naar “
Is de handmatige scherpstelfunctie
ingesteld?
Is er weinig licht of probeert u een onderwerp op te nemen dat geen contrast heeft?
Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Verdraai de lens om de hoek van de LCD-
monitor in te stellen of stel de helderheid in.
Is de omgevingstemperatuur zeer laag? Bij lage temperaturen is het beeld op de LCD­monitor wat donkerder. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
De lamp van de LCD-monitor is bijna versleten. Raadpleeg uw JVC handelaar.
Deze mededeling verschijnt wanneer het ingebouwde geheugen van de camera vol is en u niet meer kunt opnemen. Gebruik een lege compacte geheugenkaart of verstuur vastgelegde beelden naar een Windows Macintosh schijf vast. Wis vervolgens de beelden uit het geheugen van de camera zodat er ruimte voor nieuwe opnamen is.
Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Dit is normaal en duidt niet op een defect.
®
computer en leg op de harde
” gedraaid?
PLAY
A
” gedraaid?
®
of
8
14 14
14
26
12
47–53
36
Tijdens opname met de flitser wordt de spanning uitgeschakeld.
Tijdens flitsopnamen zal de spanning mogelijk worden uitgeschakeld wanner de batterijen bijna leeg zijn.
20
SYMPTOOM OORZAAK/OPLOSSING BLADZIJDE
Overige
Het beeld op de LCD-monitor lijkt vervormd.
De datum/tijd worden niet juist getoond.
Een compacte geheugenkaart kan niet worden geplaatst.
Toetsen en regelaars van de camera functioneren niet.
Kleine gekleurde of zwarte stippen verschijnen op de LCD-monitor.
De vastgelegde lijsten verschijnen niet.
Drukt u op de rand van de LCD-monitor? Haal uw hand weg en wacht even.
De ingebouwde batterij voor de klok is bijna leeg. Sluit de camera via de netadapter op een stopcontact aan en laat 24 uren aangesloten.
Houdt u de compacte geheugenkaart in de juiste richting?
Schakel de camera uit, ontkoppel/verwijder de spanningsbron (netadapter of accu) en druk met een pen of puntig voorwerp op de terugstelschakelaar op de onderkant van de camera. Alle instellingen worden hierdoor naar de fabrieksinstellingen teruggesteld.
De LCD-monitor is met hoogwaardige technologie gefabriceerd. Het is echter mogelijk dat een paar beeldpunten altijd gedoofd (zwart) of opgelicht zijn. Dit duidt niet op een defect van de camera. (Functionele beeldpunten: meer dan 99,99%.)
De vastgelegde lijsten worden gewist wanneer het ingebouwde geheugen na “PLEASE FORMAT” wordt teruggesteld. Raadpleeg uw JVC handelaar.
NE 61
9
44
9
56
45
62 NE
Display Beschrijving
NO IMAGES STORED (Geen beelden vastgelegd)
CONTAINS PROTECTED IMAGES (Bevat beschermde beelden)
TRANSMISSION IN PROGRESS (Versturen aan de gang)
RECEPTION IN PROGRESS (Ontvangen aan de gang)
TOO MANY COPIES (Te veel kopiëren)
IMAGE COPYING IN PROGRESS (Kopiëren van beelden aan de gang)
FORMATTING IN PROGRESS (Terugstellen (formatteren) aan de gang)
TRANSMISSION TO BE STOPPED (Transmissie wordt gestopt)
RECEPTION TO BE STOPPED (Ontvangen wordt gestopt)
TRANSMISSION FAILED (Transmissie niet geslaagd)
RECEPTION FAILED (Ontvangst niet geslaagd)
PC MODE (Computerfunctie)
DELETING IN PROGRESS (Wissen aan de gang)
PLEASE INITIALIZE (Terugstellen a.u.b.)
DISPLAY EN MEDEDELINGEN
Verschijnt tijdens weergave wanneer er geen beelden in het ingebouwde geheugen of op de compacte geheugenkaart zijn vastgelegd.
Verschijnt wanneer er beelden zijn beschermd en u de functie voor het wissen van alle beelden probeert uit te voeren. U moet de bescherming eerst ongedaan maken om deze beschermde beelden ook te wissen.
Verschijnt wanneer de camera beelden via het infraroodcommunicatiesysteem verstuurt.
Verschijnt wanneer de camera beelden via het infraroodcommunicatiesysteem ontvangt.
Verschijnt wanneer het kopiëren niet mogelijk is omdat er onvoldoende plaats bij de bestemming (“ontvanger”) is. Maak eerst vrije ruimte of verlaag het aantal te kopiëren beelden.
Verschijnt wanneer beelden worden gekopieerd.
Verschijnt wanneer een compacte geheugenkaart wordt
geformatteerd of het ingebouwde geheugen wordt teruggesteld.
Verschijnt wanneer u het versturen van beelden voortijdig annuleert.
Verschijnt wanneer u het ontvangen van beelden voortijdig annuleert.
Verschijnt wanneer beelden niet zijn verstuurd vanwege een defect/probleem.
Verschijnt wanneer beelden niet zijn ontvangen vanwege een defect/probleem.
Verschijnt tijdens beeldoverdracht via een computerverbinding.
Verschijnt tijdens het wissen van beelden met de camera.
Verschijnt wanneer er een probleem met het ingebouwde
geheugen is. U moet het ingebouwde geheugen in dit geval terugstellen.
VOORZORGEN
NE 63
Netadapter (los verkrijgbaar)
1. Voorkom brand, een elektrische schok en letsel . . .
... Gebruik de netadapter NIET met een andere
spanningsbron of voltage dan aangegeven.
... Demonteer de netapdater NIET en maak er
geen veranderingen in. Probeer de netadapter niet zelf te repareren of te inspecteren. Dit is uitermate gevaarlijk. Laat onderhoud van de netadapter aan uw JVC handelaar over.
... Sluit NIET een ander netsnoer dan het bij de
netadapter geleverde snoer aan. Het gebruik van een ander netsnoer met andere specificaties of ontwerp kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
... Sluit altijd eerst het netsnoer op de
netadapter aan en steek daarna de stekker in het stopcontact. Wanneer u de stekker eerst in een stopcontact steekt en de aansluitingen van de netadapter in contact komen met een metalen voorwerp, zullen de aansluitingen kortsluiting maken met brand of letsel tot gevolg.
2. Voorkom brand, een onjuiste werking en een elektrische schok . . .
.... Gebruik NIET een andere netadapter dan de
gespecificeerde voor deze digitale stilbeeld­camera. Het gebruik van een andere netadapter met andere specificaties of ontwerp kan brand, een onjuiste werking of elektrische schokken veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing van deze digitale stilbeeld-camera en de netadapter goed door alvorens gebruik.
3. Voorkom een onjuiste werking . . .
.... Verbind het netsnoer van de nedapter goed.
Opname of weergave is onmogelijk en beelddata worden mogelijk gewist wanneer het netsnoer tijdens de werking ontkoppelt.
Batterijen
•Deze camera gebruikt 4 LR6 (AA)-formaat alkaline batterijen. LR6 (AA)-formaat nikkel-cadmium (Ni-Cd) of nikkel-metaal hydride (Ni-MH) batterijen kunnen tevens worden gebruikt. De aanduiding voor de resterende batterijspanning houdt echter geen rekening met het type van de geplaatste batterijen.
•Gebruik geen mangaan batterijen daar het vermogen van deze batterijen niet voldoende is voor deze camera.
•Gebruik batterijen op de juiste manier. Batterijen kunnen gaan lekken, heet worden of beschadigen door een verkeerd gebruik of verkeerde plaatsing. Bij het plaatsen van de batterijen moet u de (+) en (-) polen in de juiste richting leggen, in overeenstemming met de markeringen aan de binnenkant van de batterijafdekking.
•De gebruikstijd van batterijen wordt korter wanneer de batterijen koud worden (bij temperaturen lager dan 10°. U moet in dat geval de batterijen bijvoorbeeld even in uw zak steken of op andere warme plaats leggen en dan weer voor gebruik terugplaatsen. Gebruik bij voorkeur LR6 (AA)-formaat nikkelcadmium batterijen daar deze ook bij een temperatuur van 0° voor de camera kunnen worden gebruikt.
•De batterijen zullen geen goed contact maken indien de (+) en (–) polen vuil, nat of geolied zijn. U moet de batterijen in dat geval met een droge doek schoonmaken en dan weer terugplaatsen.
•Zorg dat u altijd nieuwe batterijen bij u heeft wanneer u de camera voor langere tijd wilt gebruiken (bijvoorbeeld op reis, etc.).
•Bij gebruik van Ni-Cd of Ni-MH batterijen moet u deze eerst geheel opladen met de gespecificeerde batterijlader.
•Batterijen worden heet wanneer ze uitgeput zijn. Wees daarom voorzichtig bij het vervangen van batterijen.
• Verwijder de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd niet gebruikt. U voorkomt zo dat de batterijen gaan lekken, wat een onjuiste werking tot gevolg heeft.
•Gebruik tegelijk geen verschillende soorten of oude en nieuwe batterijen.
•Stel batterijen niet hitte bloot, daar de batterijen door hitte kunnen gaan lekken of ontploffen.
•Gooi batterijen nooit in een vuur.
•Sluit de polen van de batterijen beslist niet kort. Houd uit de buurt van metalen voorwerpen wanneer u de batterijen niet gebruikt.
64 NE
VOORZORGEN
(vervolg)
Ingebouwde oplaadbare batterij
Voor het bewaren van de datum en tijd in het geheugen is een oplaadbare batterij in de camera ingebouwd. Deze batterij wordt continu opgeladen wanneer de camera via een netadapter op een stopcontact is aangesloten. De ingebouwde batterij zal echter uitgeput zijn wanneer de camera ongeveer 3 maanden niet wordt gebruikt en de datum en tijd zullen dan uit het geheugen worden gewist. U moet in dat geval de camera via de netadapter met een stopcontact verbinden en ongeveer 24 uren wachten zodat de ingebouwde batterij weer geheel kan worden opgeladen. Stel dan de datum en tijd opnieuw in alvorens de camera te gebruiken. U kunt de camera echter ook zonder de datum en tijd ingesteld gebruiken.
Hoofdtoestel
1. Voor de veiligheid, NIET . . .
.... de behuizing van de camera openen.
.... het toestel demonteren of er veranderingen in
aanbrengen.
.... ontvlambare stoffen, water of metalen
voorwerpen in het toestel laten vallen.
.... de accu verwijderen of de spanning
ontkoppelen wanneer de spanning nog is ingeschakeld.
2. Vermijd gebruik van het toestel . . .
.... op zeer vochtige of stoffige plaatsen.
.... op plaatsen die onderhevig zijn aan roet of
stoom, bijvoorbeeld in de buurt van een gasfornuis.
.... op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke
schokken of trillingen.
.... in de buurt van een TV.
.... in de buurt van apparatuur die sterke
magnetische of elektrische velden opwekt
(bijvoorbeeld luidsprekers of zendantennes.
.... op plaatsen die aan zeer hoge (boven 40°C)
of zeer lage (onder 0°C) temperaturen
onderhevig zijn.
3. Bewaar het toestel NIET . . .
.... op plaatsen waar de temperatuur hoger is
dan 50°C.
.... op plaatsen met een zeer lage (onder 35%) of
hoge (boven 80%) vochtigheidsgraad.
.... in het directe zonlicht.
.... in de zomer in een afgesloten auto.
.... in de buurt van een verwarmingselement.
4. Ter bescherming, het toestel NIET . . .
.... nat laten worden.
.... laten vallen of tegen harde voorwerpen
stoten.
.... tijdens transport onderhevig aan sterke
schokken of trillingen blootstellen.
.... met de lens langdurig op een helder
onderwerp richten
.... aan de lens optillen of dragen. Houd altijd
het hoofdtoestel goed met beide handen vast.
.... met de handriem heen en weer slingeren.
NE 65
LCD-monitor
1. Voorkom beschadiging van de LCD­monitor en NIET . . .
.... hard op de monitor drukken of aan schokken
onderhevig stellen.
.... de camera met de LCD-monitor onder ergens
neerleggen.
2. Verleng de levensduur . . .
.... en wrijf niet hard of met een ruwe doek
schoon.
3. Let op de volgende punten. Dit zijn karakteristieken van de LCD-monitor . . .
•Bij gebruik van de camera wordt het oppervlak
en/of de achterkant van de LCD-monitor warm.
•De oppervlakken rond de LCD-monitor worden
mogelijk warm wanneer de spanning lang is ingeschakeld.
Juiste omgang met een CD-ROM
•Zorg dat er geen vuil of krassen komen op de
glimmende onderkant (tegenover de labelkant). Schrijf niet op een CD-ROM en plak geen etiketten e.d. op de bovenkant of de onderkant. Als een CD-ROM vuil is, kunt u deze met een zachte doek schoonvegen, vanuit het midden naar de rand.
•Gebruik geen reinigingsmiddelen of antistatische
spray voor conventionele grammofoonplaten.
•Verbuig een CD-ROM niet en raak de glimmende
onderkant niet met uw vingers aan.
•Bewaar een CD-ROM niet op een warme, stoffige
of vochtige plaats. Laat niet in de volle zon liggen.
Meer over condensvorming . . .
Het is u misschien wel eens opgevallen dat wanneer een koude vloeistof in een glas geschonken wordt, er zich waterdampdruppels vormen aan de buitenkant van het glas. Ditzelfde fenomeen, dat we condensatie noemen, kan op de lens van de camera optreden wanneer deze van een koude naar een warme plaats wordt overgebracht, na het verwarmen van een koude kamer, in overmatig vochtige omstandigheden, of op een plek in de directe luchtstroom van een airconditioner.
Ernstige problemen
Indien er iets mis is met het toestel, moet u het gebruik van de camera direct staken en uw JVC handelaar raadplegen.
66 NE
Afmetingen : 129 (B) x 74 (H) x 39 (D) mm Stroomverbruik : 4,2 Watt Gewicht : Ongeveer 260 gram Spanning : 6 Volt gelijkstroom Flitser : Ingebouwd, effectief bereik: 0,5 t/m 2 meter
LCD-monitor : 1,8 inch Statiefbevestiging : Op onderkant van de camera Opslagmedia : Ingebouwd “flash” geheugen (opslagcapaciteit: ongeveer
Compressiesysteem : JPEG (compatibel) CCD : 1/4 inch, 350.000 beeldpunten, progressieve scan,
Lensbereik : 4,5 t/m 45 mm
Zoom : 10x optische zoom Filterdiameter : 27 mm Lensopening (F-nummer) : F1,6 Minimale afstand van onderwerp : Ongeveer 7 cm (met de zoom geheel naar “W” gedrukt)
Fotometrische methode : TTL CCD fotometrie Sluitersysteem : Elektronische sluiter Sluitertijden : Automatisch/Handmatig (1/7 t/m 1/1000 sec.) Witbalans : Automatisch/Handmatig (zonnig/bewolkt/halogeen/geheel
Scherpstelling : Automatisch/Handmatig (7 cm t/m Beeldkwaliteit : 3 functies (Nauwkeurig/Standaard/Economisch) Aantal vast te leggen beelden : FINE : ongeveer 30
Computeraansluiting : 2,5 mm diameter, 3-polige stekker Video-uitgangsaansluiting : 3,5 mm diameter, 2-polige stekker (PAL) Gelijkstroomingangsaansluiting : 6 Volt Infrarood zender/ontvanger : IrDA versie 1.0 (IrTran-P compatibel)
BELANGRIJKSTE TECHNISCHE GEGEVENS
(met zoom geheel naar “W”)
3 MB), los verkrijgbare compacte geheugenkaart
complementair kleuren CCD
(gelijkwaardig aan 43 mm t/m 430 mm van een 35 mm fotocamera)
Ongeveer 1 m (met de zoom geheel naar “T” gedrukt)
handmatig M.W.B.)
)
STANDARD : ongeveer 50 ECONOMY : ongeveer 100
Ontwerp en technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
INDEX
A
Alkaline batterijen ....................... blz. 8
Automatische weergave .............. blz. 31
B
Beeldkwaliteitsfunctie . ............... blz. 15
Beschermen van beelden ............ blz. 34, 35
C
Compacte geheugenkaart ............ blz. 44, 46
Compensatie voor de
belichting .................................. blz. 21
Controleren van
camera-instellingen ................... blz. 17
D
Datum/tijd................................... blz. 10, 11
E
Effecten . ..................................... blz. 38, 39
Energiebesparingsfunctie ............. blz. 28
F
Flitser .......................................... blz. 20, 29
Formatteren................................. blz. 45
H
Handmatig scherpstellen ............. blz. 26
Handmatige witbalans
(M.W.B.).................................... blz. 22, 23
I
Indexweergave ............................ blz. 33
INDEX scherm ............................ blz. 32
Infraroodcommunicatie . ............. blz. 50, 51
Infraroodzender en ontvanger ..... blz. 51
Inzoomen.................................... blz. 18, 39
IrDA overdracht .......................... blz. 52
IrTran-P ....................................... blz. 50, 51
K
Kopiëren ..................................... blz. 47 – 49
NE 67
L
Lijsten ....................................... blz. 40, 41
M
Multi-scherm met beelden ........ blz. 42, 43
N
Netadapter ................................ blz. 9
Normale weergave .................... blz. 31
O
Opnamefuncties........................ blz. 14
Overzichtfuncties ...................... blz. 27
R
Resterende accuspanning .......... blz. 8, 57, 59
S
Scherm met 16 beelden ............ blz. 42, 43
Scherm met 4 beelden . ............ blz. 42, 43
Scherpstellen............................. blz. 26
Sepia-effect ............................... blz. 38
Sluitertijden............................... blz. 24, 25
Spanningstoevoer ...................... blz. 8, 9
Stopcontact ............................... blz. 9
T
TV-scherm................................. blz. 30
V
Verbinden met een computer .... blz. 53
Volautomatische opname .......... blz. 16
W
Weergavefunctie ....................... blz. 31
Wissen van beelden .................. blz. 36, 37
Witbalans.................................. blz. 22, 23
Z
Zelf-ontspanner ......................... blz. 19
Zwart/wit-effect ......................... blz. 38
GC-S1
COPYRIGHT© 1998 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LTD.
EG
Gedrukt in Japan 0398MNV*UN*VP
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
DU
Loading...