Al het mogelijke is gedaan om ervoor te zorgen dat de
inhoud van deze uitgave correct is op het moment van
printen. Als onderdeel van de continue verbetering van de
producten, behoudt Invacare Rea AB zich het recht voor
bestaande modellen op ieder gewenst moment te wijzigen. Voor het gebruik van deze uitgave, of delen hiervan,
alsmede het kopiëren / gebruik van afbeeldingen moet een
schriftelijke goedkeuring van Invacare Rea AB bestaan.
2
Bellis
TM
Inhoudsopgave
Product omschrijving 4
NB! 5
Afleveringscontrole 6
Dagelijkse controle 6
Gebruik 6
De onderdelen van de rolstoel 7
Optillen van de rolstoel 7
De Rea™ Bellis™ is een rolstoel met veel instelmogelijkheden en opties en
accessoires. Om ervoor te zorgen dat u zoveel mogelijk profiteert van de
Rea™ Bellis™ en om de stoel tot zijn recht te laten komen, dient de stoel
door een deskundige ingesteld en uitgelegd te worden. Wij hopen dat u tevens
instructies heeft gekregen over het alledaags gebruik van de Rea™
Bellis™.
Deze handleiding geeft u een overzicht van de onderdelen van de rolstoel,
de instellingen en hoe de Rea™
handleiding dient aandachtig te worden gelezen voordat de rolstoel in gebruik
wordt genomen.
Ook omvat deze handleiding een beschrijving van de montage van diverse
accessoires en meer geavanceerde instellingen.
De Rea™ Bellis™ is een comfortabele rolstoel die is uitgerust met de mogelijkheid de hoek van de zitting en de rugleuning aan te passen.
Het onderste gedeelte van het frame, het zitframe, de rugleuningbevestiging en
de duwbeugel/duwhandvatten zijn gemaakt van hoogwaardig staal. Onderdelen
van het onderstel en het zitgedeelte, de voetplaat- en armsteunbevestigingen
en de buizen aan de achterzijde zijn gemaakt van aluminium.
De voetplaten en zijsteunen zijn gemaakt van gewapend kunststof. De zitplaat
is gemaakt van vacuümgevormd ABS kunststofen de rugplaat van hout en het
bovenste deel van plastic. Alle metalen en kunststof onderdelen zijn geschikt
voor hergebruik.
Het materiaal van de bekleding is leverbaar in dartex en velours. Deze materialen zijn wasbaar. De zit- en rugkussens zijn gemaakt van polyether.De
Rea™ Bellis™ is leverbaar in drie zitbreedtes. Iedere zitbreedte kan worden
aangepast, d.w.z. twee centimeter smaller of twee centimeter breder worden
gemaakt. De quick release (QR) aandrijfwielen zijn verkrijgbaar in 20”, 22” en
24” uitvoeringen. Tevens kan worden gekozen voor 16” transportwielen.
De aandrijfwielen kunnen op 16 plaatsen in de achterwielbevestingsplaat
worden gemonteerd. De banden zijn pneumatisch of semi-pneumatisch. De
zwenkwielen zijn verkrijgbaar in de maten 125 mm – 200 mm. De voorvork
is vast of quick release. Het frame is in lengte verstelbaar.
De beensteunen zijn afneembaar en de voetplaten vast, in hoek en diepte
instelbaar.Tevens bestaat de mogelijkheid de voetplaten te voorzien van verlengstukken. De armsteunen kunnen omhoog worden geklapt en zijn eenvoudig
van de rolstoel te verwijderen.
De armsteunkussens zijn zacht en bekleed met dardex.
De rugleuning is opvouwbaar en de rolstoel kan eenvoudig worden vervoerd in
de kofferbak van een middelgrote auto. Slechts accessoires die door Invacare
zijn goedgekeurd en geleverd, mogen op dit product worden gemonteerd. De
Rea™ Bellis™ dient regelmatig door een bevoegd rolstoel-technicus of door
de onderhoudsdienst van uw leverancier te worden onder-houden.
Bellis™ te gebruiken en te vervoeren. De
TM
4
Bellis
DIT SYMBOOL BETEKENT GEVAAR
De hieronder aandachtspunten hebben betrekking op uw veiligheid. Lees ze
daarom aandachtig!.
Invacare is alleen verantwoordelijk voor product-aanpassingen die door Invacare
geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. Wij behouden ons het recht voor
productwijzigingen door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving
Het niet opvolgen van de gegeven instructies kan leiden tot persoonlijk
letsel en/of schade aan het product
• Controleer de volgende zaken voordat u de rolstoel gaat gebruiken:
– zijn alle onderdelen goed aan het frame bevestigd
– zijn alle wielen en knoppen correct bevestigd
– werken alle remmen en anti-tip voorzieningen correct.
• Til de rolstoel nooit op aan de afneembare armleuningen, voetsteunen,
bekkengordel of aan de afstelbare duwhandvatten.
• Zet de rem altijd vast voordat u in of uit de rolstoel gaat.
• Ga bij het in of uit stappen nooit op de voetsteunen staan, daar de rolstoel
dan kan omkiepen.
• Het veranderen van de zittinghoek veroorzaakt altijd een verhoogd risico
op omkiepen.
• De hoepels kunnen heet worden als gevolg van frictie, dit kan verwondingen
aan uw handen veroorzaken.
• Gebruik veelvuldig de antikiep voorziening.
• Houd in gedachten dat de effectiviteit van de door de begeleider bediende
remmen beperkt wordt op natte en gladde oppervlakken, evenals tijdens
het rijden op een helling.
• Overtuig u er zichzelf altijd van dat de achterwielen goed zijn bevestigd
• Achterwielen mogen niet worden bevestigd als de gebruiker in de rolstoel
zit.
• Hoe meer de klittenband riemen van de bekleding verslappen hoe groter
het risico wordt dat rolstoel omkiept
• Delen van de rolstoel, zoals het frame en de bekleding, kunnen warmer
worden dan 41° wanneer deze lange tijd worden blootgesteld aan direct
zonlicht
• Wanneer de accessoires etc. worden gemonteerd, pas dan op dat uw
vingers niet klem komen te zitten.
• Er is altijd een risico dat delen van uw lichaam klem komen te zitten wanneer de stoel in de kantelpositie wordt gezet.
• De breedte van de zitting mag nooit zo worden aangepast dat de binnenkant
van de armsteunen tegen het bekken komt.
Bellis
TM
5
Afleveringscontrole
Iedere transportschade dient direct bij de transporteur gemeld te worden.
Bewaar de verpakking totdat de transporteur de goederen heeft gecontroleerd en een overeenkomst is gesloten.
Dagelijkse controle
Controleer dagelijks of de volgende onderdelen nog stevig vastzitten op de
stoel:
• wielen
• rugleuning
• anti-tip
• duwhandvatten
• voetsteunen
Toepassing
De Rea™ Bellis™ is een comfortabele rolstoel voor mensen voor wie een
goed zitcomfort en een grote mate van steun van belang is. De hoek van de
zitting en de rugleuning kunnen worden aangepast, waardoor de druk op het
lichaam van de gebruiker vermindert. De Rea™
kelijk voort te bewegen. De eigenschappen die op het voortbewegen van de
rolstoel betrekking hebben, kunnen eenvoudig worden gewijzigd in de achterwielbevestigingsplaat. De voorgevormde duwbeugel maakt de Rea™
ook eenvoudig voort te bewegen voor een begeleider, indien van toepassing.
• De Rea™
droog, tamelijk vlak terrein. De rolstoel dient niet te worden gebruikt bij
zware regen, op besneeuwd of glibberig terrein, op nat gras of op hellingen.
• De gebruiksduur van de Rea™
met de rolstoel wordt omgegaan en de mate van slijtage waaraan de rolstoel wordt blootgesteld
• Maximum gebruikersgewicht 150 kg in zitbreedtes 49,51 en 53 cm. Voor
de overige zitbreedtes geldt 125 kg.
Bellis™ kan binnenshuis worden gebruikt, en buitenshuis op
Bellis™ is afhankelijk van de wijze waarop
Bellis™ is bijzonder gemak-
Bellis™
TM
6
Bellis
Onderdelen van de rolstoel
10
4
8
6
5
7
2
1
3
9
11
1. Rugleuning
2. Duwbeugel
3. Armsteun
4. Aandrijfwiel
5. Achterwielbevestigingsplaat
6. Anti-tip
7. Rem
8. Zwenkwiel
9. Zitting
10. Beensteun
11. Voetplaat
REA
®
BELLIS
Optillen van de Rolstoel
Til de rolstoel altijd op aan het frame en pak hem beet
aan de punten zoals in de afbeelding aangegeven. Til
de stoel nooit op aan de afneembare armleggers of de
beensteunen. Zorg ervoor dat de rug en de duwhandvatten veilig op hun plaats zitten. Lees ook het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften en voortbewegingstechnieken.
7
Standaard versie
Zitbreedte 39*–41– 43*cm
44*–46–48*cm
49*–51–53*cm
Zitdiepte 42– 54
Rug hoogte 62,5 + 20 cm zonder zitkussen
* met opklapbare armsteunen (Nice)
cm
** Niet voor Rea™ Bellis™ 150
**
**
Bekleding en framekleuren
Bekleding Grijs plushe, TR32
Grijs dardex, TR23
Framekleur Zilvergrijs
Accessoires
De Rea™ Bellis™ heeft een brede range van opties en accessoires. Sommige accessoires kunnen
mogelijk niet leverbaar zijn in uw land.
** Niet voor Rea™ Bellis™
Abductieklos
Incontinentiehoes
Pelotten
Technische gegevens – Rea™ Bellis™
41, 46, 51 cm
29–51 cm-1°–+15°SW + 24,5 cm110 cm92–104 cm
31,5 kg
40–52 cm36– 48,5 cm62,5+20 cm
( zonder zitkussen)
max 150* kg
transportgewicht 20 kg
0°– 30°
23–33 cm
Bevestigingspunt***
Crashtested
* Rea™ Bellis™ in zitbreedte 49, 51,53 cm overige 125 kg.
***Onze rolstoelen voldoen aan de ISO norm 7176-19 en zijn getest in een basisuitvoering. Gebruik in een andere uitvoering is niet getest.
Kijk voor de uitvoering in het testrapport in het hoofstuk ”Transport van rolstoelen in een ander voertuig”. Rolstoelgebruikers moeten
echter, indien mogelijk, altijd plaatsnemen op de autostoel en gebruik maken van de autogordel
Bellis
TM
9
Montage
1.
2.
Wanneer de stoel wordt afgeleverd, dienen eerst
de rugleuning, alsmede de arm- en beensteunen te
worden gemonteerd. Deze montage neemt weinig
tijd in beslag en er is geen gereedschap voor nodig.
1. Rugleuning
De rugleuning wordt bevestigd op de stoel door de
opening (A) over de buizen van de rugopname te
schuiven. Let op dat de openingen zo ver mogelijk
A
B
C
naar beneden worden geduwd. Zet hem vast door
de knoppen (C) aan te draaien.
Controleer nu of de rugleuning stevig op zijn
plaats is bevestigd.
Wanneer de rug op oudere modellen van de
Bellis™ wordt gemonteerd is een adapterset
noodzakelijk.
2. Armsteunen
Monteer de armsteunen door de twee buizen in de
gaten in de armsteunhouder te duwen. Vervolgens
wordt de armsteun omlaag gedrukt in het hulpstuk
(A).
3a.
A
3. Hoekverstelbare beensteunen/Vaste
beensteunen
De rolstoel kan uitgevoerd worden met hoek-
verstelbare beensteunen of vaste beensteunen.
3a. Hoekverstelbare beensteunen
Vaste beensteunen Bevestig de beesteunen door
de insteekpijp(aan de bovenzijde van de beensteun) in de buizen op de rolstoel te hangen. De
beensteunen dienen bij de bevestiging schuin naar
buiten worden gedraaid.
Vervolgens worden de beensteunen vergrendeld
door ze naar binnen te draaien. Dit voorkomt dat
de beensteunen losraken van de rolstoel.
Om te voorkomen dat de remhendel met de
beensteunen in aanraking komen, vergrendel hem
daarom altijd eerst de rem voordat u de beensteun
verwijdert of monteert.
10
REA® BELLIS
3b.
3b.Vaste beensteunen
Bevestig de beesteunen door de insteekpijp(aan de
bovenzijde van de beensteun) in de buizen op de
rolstoel te hangen. De beensteunen dienen bij de
bevestiging schuin naar buiten worden gedraaid.
Vervolgens worden de beensteunen vergrendeld
door ze naar binnen te draaien. Dit voorkomt dat
de beensteunen losraken van de rolstoel.
4.
4. Aandrijfwiel
D
B
C
Het aandrijfwiel wordt gemonteerd door op de
knop (B) in het midden van de naaf te drukken
en deze ingedrukt te houden terwijl de as in de
aandrijfwielbevestiging (C) wordt gezet. Het is
belangrijk dat het wiel exact op de juiste plaats
wordt vastgezet zodat het door de vergrendeling
(D) veilig wordt geborgd. Controleer dit door het
wiel vast te pakken en naar buiten te trekken. Dit
moet niet mogelijk zijn.
Het is extreem belangrijk dat u controleert of
de as het wiel heeft vergrendeld. Pak de wielen
stevig vast en probeer ze los te trekken van de
as. Dit mag NOOIT mogelijk mogen zijn.
REA® BELLIS
11
Afstellingen
ZITPLAAT
1.
2.
1. Zitplaat
De Rea™ Bellis™ heeft een anatomisch gevormde
zitplaat die voor de juiste stabiliteit en een bijzonder hoog zitcomfort zorgt.
2. Zitkussen
Het zitkussen is bevestigd op de zitplaat d.m.v.
velcro strips.
3.
4.
Gereedschap: 5 mm inbus
A
3. Zitdiepte
Maak de vergrendelingen van de beensteunen los
en draai ze opzij. Draai daarna de twee inbusboutjes (A) los. N.B. Draai de boutjes slechts een
A
paar slagen los, draai ze niet helemaal los. Pak het
zitframe aan de voorkant beet en trek het frame
compleet met kussen tot aan de gewenste stand.
Zet de inbusboutjes (A) weer vast.
Voor een exacte instelling van de zitdiepte, is de
voorste zitplaat van een schaalverdeling in cm
voorzien. Er wordt tevens gewaarschuwd voor
het risico dat de stoel naar voren kantelt, al naar
gelang de zitdiepte toeneemt.
4. Zitbreedte (alleen met opklapbare
armsteunen “Nice”)
De breedte van de zitting wordt afgesteld door
de zijsteunen te verplaatsen. Duw de bekleding
voorzichtig naar één kant. Draai de twee schroeven (A) los met een 4 mm inbussleutel en verplaats
de zijsteunen naar de gewenste positie. Er zijn drie
mogelijkheden: positie 1 zorgt ervoor dat de rolstoel smaller wordt, en positie drie zorgt ervoor
dat de rolstoel breder wordt.
12
Gereedschap: 4 mm inbus
REA® BELLIS
1.
2.
B
A
HOEKVERSTELBARE BEENSTEUNEN
Hoekverstelbare beensteunen ondersteunen de
benen en verminderen druk op de benen.De hoekverstelbare beensteunen zijn wel geschikt voor benen
die verbonden zijn maar niet voor beensteunen in
het gips. De beensteunen moeten altijd uitgevoerd
zijn met kuitsteunen, voetplaten en hielbanden.
Voor een goede zitpositie is het belangijk om de hoek
en de hoogte van de beensteunen af te stellen.
1. Hoogte verstelling
Stel de hoogte van de beensteun in door de schroef
(A) los te draaien met een inbus sleutel. Trek de
beensteun iets omhoog, totdat u de juiste hoogte
heeft bereikt en de schroef zich vergrendeld in de
beensteunophanging. Draai de schroef nu weer
vast.
Gereedschap: 5 mm inbus
2. Hoekverstelling
Trek met 1 hand aan de beensteunhendel en
ondersteun met de andere hand de beensteun.
Wanneer de juiste hoek is bereikt laat u de hendel
los en de beensteun klikt vast op een van de 7
vooringestelde posities (C).
C
A
VASTE BEENSTEUNEN
90˚80˚
C
A
Gereedschap: 5 mm inbus
Plaats geen zware spullen op de beensteunen
en laat kinderen er niet op zitten. Dit kan
schade veroorzaken aan het beensteunmechanisme.
De afstand tussen het laagste gedeelte van de
beensteun en de vloer moet minimaal 40mm
bedragen.
Hoogteverstelling
Stel de hoogte van de beensteun in door de schroef
(A) los te draaien met een inbus sleutel. Trek de
beensteun iets omhoog, totdat u de juiste hoogte
heeft bereikt en de schroef zich vergrendeld in de
beensteunophanging.Draai de schroef nu weer vast.
NB Kom niet aan de bovenste schroef (C).
De afstand tussen het laagste gedeelte van de
beensteun en de vloer moet minimaal 40mm
bedragen.
REA® BELLIS
13
1.
Gereedschap: 5 mm inbus
2.
VOETPLATEN/KUITSTEUNEN
1. Hoekverstelbare voetplaten
Stel de hoek en diepte van de voetplaat in door
schroef(A) aan de voetplaatbevestiging los te
draaien met een 5 mm inbussleutel. Plaats de
voetplaat in de gewenste positie en draai de
schroef weer stevig aan.
Plaats niets op de voetplaat als de schroef niet
A
C
B
D
is aangedraaid!
Andere posities kunnen worden overwogen
wanneer de gebruiker zichzelf zou kunnen
bezeren. Zet de voetplaat in de gewenste
positie.
2. Kuitsteunen
De kuitsteunkussens kunnen op vier verschil-
lende dieptes ingesteld worden. Klap de kuitsten
voorwaarts en draai de schroef (B) los met een
inbussleutel.Verwijder de grote moer (C) aan de
achterzijde en plaats deze in een andere positie.
Plaats de kuitsteun op de nieuwe positie en draai
de schroef weer vast.
De hoogte van de kuitsteun is eenvudig in te stel-
len met het handwiel.(D).
Gereedschap: 5 mm inbus
1.
A
2/1.
CENTRALE VOETPLAAT
NIET VOOR REA™ BELLIS™ 150
1. Stel de gewenste hoek in met gebruik van knop (A)
Als u de hoek van de centrale beensteun instelt,
draai dan met een hand de knop los, terwijl u
de voetplaat vasthoudt met de andere hand, dit
om beknelling van vingers e.d. te voorkomen.
Als de rolstoel voorover gekanteld staat en
er sprake is van een lange beensteunlengte
en een lage zithoogte bestaat het risico dat
de voetplaat de vloer raakt, wat schade aan
kan richten.
2. U kunt de hoogte van de voetplaten op twee
manieren instellen:
14
I:
Draai inbusbout (B) aan de voorzijde van de
B
telescopische buis los, plaats de voetplaten in de
gewenste positie en draai de inbusbout vast
REA® BELLIS
2/2.
2:
Draai inbusbout (C) op de voetplaatbevestiging los
als aangegeven in de tekening. Stel de gewenste
hoogte in en draai de bout weer vast
C
3.
4.
3. Draai de achterste bout (D) aan de kant van de
buis los en plaats de voetplaat in de gewenste hoek.
Draai de bout weer vast. Herhaal deze procedure
voor de hoekinstelling aan de andere zijde.
D
4. Draai de voorste bout (E) aan de zijkant van de
buis los om de diepte van de voetplaat in te stellen. Draai de bout weer vast wanneer u de juiste
positie heeft gevonden. Herhaal deze procedure
voor de andere zijde.
E
5.
REA® BELLIS
5. De hoek van de voetplaat kan opwaarts ingesteld
worden wanneer dit gewenst is.
15
RUGLEUNING
1.
2.
Rugplaat
1. De rugplaat kan eenvoudig met + 10 cm worden
verlengd door de schroeven (A) los te draaien met
een x mm inbussleutel. Stel de juiste hoogte in en
draai de schroeven weer aan.
A
2. Het bovenste deel heeft twee hoogte instellingen
en is te verwijderen.(voor lage rugkussens). Draai
de schroeven (B) los met een x mm inbussleutel
en trek hem omhoog in de hoogste positie. Om
hem te verwijderen, verwijder dan de schroeven,
neem de kunststof plaat weg, en bevestig de hoofdsteunopname met dezelfde schroeven weer op de
plaat. Plaats daarna de neksteunhouder terug op
de rugplaat en draai de schroeven (B) aan.
16
3.
B
Naspanbare rugleuning
150)
3. Om de hoogte met +12,5cm cm aan te passen,
maak schroef (A) los en duw het frame in de
gewenste positie.
A
(Niet for Rea™ Bellis™
REA® BELLIS
4.
4. Om de rug in vorm te brengen kunt de velcro
strips los trekken en ze aan te passen aan de vorm
van de rug van de gebruiker. Controleer of het
kussen of de bekledinghoes de velcro strips niet
belemmeren.
Wanneer u de spanbanden van de rug te los
A
spant, dan raakt uw rug de neksteun (A) en
bestaat de kans op verwondingen.
Rugkussens
Alle rugkussens passen op zowel de harde rugplaat
als de naspanbare rugleuning.
Ze dienen echter , net als de rugbekleding cover, wel
het bovenste deel van het frame af te dekken
.
1.
2.
ARMSTEUNEN
Opklapbare "Nice" armsteun
1. Hoogte-afstelling van de armsteun
A
B
De hoogte van de armsteun kan worden afgesteld
door de legger van de armsteun voorzichtig naar
één kant te trekken en vervolgens de schroef (A)
met een 5 mm inbussleutel los te draaien. Stel de
armsteun af op de gewenste hoogte en draai de
schroef weer aan.
2. Diepte-instelling van de armsteun
De diepte van de armsteun kan worden ingesteld
door het handwiel (C) los te draaien, de armsteun
in de gewenste positie te brengen en het handwiel
weer vast te draaien.
REA® BELLIS
17
3.
3. Armsteunen opklapbaar “Nice”
Voor het demonteren van de armsteunen dient
u de steunen eerst omhoog te bewegen door de
hendel (C) naar boven te duwen. Het is vervolgens
eenvoudig om de armsteunen van de rolstoel te
verwijderen.
Neem het risico van beknelling van vingers e.d.
C
C
tussen armsteunen en rugleuning in acht.
IN HOOGTE VERSTELBARE EN AFNEEMBARE ARMSTEUNEN
1.
2.
1. Armsteun hoogte
Pas de hoogte van de armsteun aan door knop (A)
los te draainen, de juiste hoogte in te stellen, en
de knop weer vast te draaien.
A
2. Armsteun diepte
De diepte van de armsteun is in te stellen door
knop ( B) los te draaien, de gewenste armsteun
positie in te stellen, en deze weer aan te draaien.
18
B
REA® BELLIS
Zitunit
AANPASSEN VAN HOEK DOOR VERZORGER
De rolstoel is voorzien van bedieningsmogelijkheden voor de verzorger. U kunt de rughoek naar voren of naar
achteren aanpassen en de hele zittingseenheid inclusief de rugleuning kantelen. Deze twee functies kunnen
handmatig of elektrisch worden bediend
Wees voorzichtig bij het aanpassen van de rughoek. Let erop dat de vingers van de assistent of gebruiker
niet tussen de rugleuning en de armsteunen terechtkomen
1.
2.
1. Aanpassen rughoek
Pas de rughoek aan door de gele hendel aan de
linkerzijde (A) naar boven te trekken en deze vast
te houden terwijl u de rugleuning van u af duwt
of naar u toe trekt tot de leuning in de gewenste
positie staat. Laat de hendel (A) los
A
2. Aanpassen kantelhoek
Kantel de zittingseenheid (zitting en rugleuning)
door de groene hendel aan de rechterzijde (B) naar
boven te trekken en deze vast te houden terwijl u
de zittingseenheid naar de gewenste positie kantelt.
Laat de hendel (B) los
3.
REA® BELLIS
B
3 .Kantelvergrendeling
Met de kantelvergrendeling (C) kunt u de kantel-
hoek van de zittingseenheid en/of de hoek van de
rugleuning in een vaste positie instellen. Kantel de
zitting en/of zet de rugleuning naar de gewenste
C
D
hoek en plaats de kantelvergrendeling. De positie
staat nu vast en kan niet worden gewijzigd.
De kantelvergrendeling kan worden verwijderd
door de plastic pen (D) met een klein object in te
duwen terwijl u de kantelvergrendeling uittrekt.
19
ELEKTRISCH BEDIENDE ROLSTOEL
1.
2.
BC
BC
1. Kantelverstelling, elektrisch
Verander de hoek van het zitgedeelte (zitting
en rugleuning) door het onderste deel van het
bedieningspaneel te gebruiken. Druk op de linkertoets (B) om het zitgedeelte naar achteren te
laten bewegen of op de rechtertoets (C) om de
rugleuning naar voren te laten bewegen.
2. Rughoek, elektrisch verstelbaar
Verander de hoek van de rugleuning door het
bovenste deel van het bedieningspaneel te gebruiken. Druk op de linkertoets (B) om de rugleuning
naar voren te laten bewegen of op de rechtertoets (C) om de rugleuning naar achteren te laten
bewegen.
De handbediening dient alleen door bevoegd
personeel te worden gehanteerd.
Het risico op het beknellen van vingers, etc.
is bij gebruik van een elektrische verstelling
groter dan bij een mechanische verstelling
bediend door gebruiker of begeleider. Houd
de handbediening buiten bereik van kinderen,
opdat zij zichzelf of de gebruiker niet kunnen
beknellen.
Het risico op het beknellen van vingers, etc.
is bij gebruik van een elektrische verstelling
groter dan bij een mechanische verstelling
bediend door gebruiker of begeleider. Houd
de handbediening buiten bereik van kinderen,
opdat zij zichzelf of de gebruiker niet kunnen
beknellen.
20
3.
De handbediening dient alleen door bevoegd
personeel te worden gehanteerd.
3. Opladen van de batterij
Indien uw rolstoel met een elektrisch verstelbare
rughoek/ kantelverstelling is uitgerust, dient de
batterij nu en dan te worden opgeladen. Indien
deze functie overdag in gebruik is geweest, verdient het de aanbeveling om de batterij 's nachts
op de lader te zetten.
De batterij wordt geladen door de bij de stoel
inbegrepen lader in het stopcontact te steken
en de lader daarna op de aansluiting aan de zijkant van het bedieningspaneel aan te sluiten. Een
batterij die tot 50% is ontladen, moet ca. 12 uur
worden opgeladen.
De handbediening dient alleen door bevoegd
personeel te worden gehanteerd.
REA® BELLIS
AANDRIJFWIELEN
1.
2.
A
Gereedschap:
24mm steeksleutel
C
Gereedschap:
13mm steeksleutel
1. Aandrijfwielen
De zithoogte kan worden gewijzigd door de
aandrijfwielbevestiging naar de gewenste hoogte
te verplaatsen. Indien u de hoogte van de aandrijfwielen verandert, dient de hoogte van de zwenkwielen ook te worden aangepast. De framezijde
dient horizontaal te zijn. Draai de asbehuizing (A)
los met 24mm steeksleutel. Controleer of u de
asbehuizing correct heeft vastgezet nadat u de
gewenste positie heeft gekozen.
De asbehuizing
moet vastgemaakt worden met een torx schroevendraaier tot 40 Nm.
Het diagram op de volgende pagina toont de ver-
schillende achterwiel posities. Dit is afhankelijk van
de diameter van het wiel.
2. Zwenkwielen
De zwenkwielen worden verplaatst door de moer
(B) los te draaien, de schroef (C) naar de gewenste
positie te verplaatsen en de schroef weer vast te
B
draaien.
De rijeigenschap van de rolstoel kan worden aan-
gepast door de achterwielen te verplaatsen in de
achterwielbevestigingsplaten. Dezelfde methode
wordt gebruikt bij het bevestigen van een andere
maat voorwielen.
1.
REA® BELLIS
B
Gereedschap: 5 mm inbus
VERLENGING VAN HET FRAME
1. Teneinde de stabiliteit en de eigenschappen m.b.t.
de aandrijving van de rolstoel te verbeteren wanneer er veel gewicht op de zwenkwielen rust, is
de Rea™ Bellis™ uitgerust met een ingebouwde
frameverlenging. Het frame kan met 10 cm
worden verlengd door de drie schroeven (A) los
A
te draaien.
Schroef (B) niet helemaal losdraaien. Iets losdraaien en dan de rem stellen.
21
TABEL ZITHOOGTE
Als u de achterwielen in voorwaartse richting verplaatst zal de rolstoel lichter rijden, maar ook eerder kantelen.
Controleer of de banden de juiste spanning hebben
voor u de remmen opnieuw afstelt. De juiste spanning staat vermeld op de zijkant van de banden.
1. Gebruikersrem
Zet de remmen vast door de remhendels naar u
toe te trekken. De gebruikersrem dient te worden gebruikt wanneer de rolstoel niet rijdt en is
niet bedoeld om snelheid te minderen tijdens het
rijden.
Om de rem te activeren beweegt u hendel (A)
voorwaarts.
Om de rem vrij te zetten beweegt u de hendel
achterwaarts (naar u toe).
Let erop dat u uw vingers niet bekneld tussen het
remblok en de band.
Onjuiste plaatsing of onjuist gebruik van de rem
verminderd de werking van de rem.
2. Om een juiste remwerking te garanderen moet
het remblok de band “grijpen” wanneer de rem
geactiveerd wordt. Het kan nodig zijn om voor
een goede remwerking de rem opnieuw af te
stellen. Draai inbusbout (A) los en breng de rembevestiging in de juiste positie. De juiste positie is
een afstand van 15 mm tussen het remblok (B) en
de band (C) wanneer de rem vrij staat. Draai de
inbusbout weer vast.
Let op dat uw vingers niet bekneld raken tussn de
remstaaf en de band
A
NB! Geen remhendel verlengers op de Rea™
Bellis™ plaatsen.
24
1.
2.
3.
Verkeerd gebruik of afstellen van de rem ver-
mindert de remwerking.
BEGELEIDERSREMMEN
1. Remmen tijdens het rijden: knijp de hendels bei-
derzijds rustig in. De rolstoel zal vaart minderen.
2. Remmen activeren als parkeerrem: knijp de beide
hendels volledig in en beweeg de vergrendelingsclip (A) omhoog. Laat de remhendels nu los. De
rolstoel staat nu op de rem.
A
3. Remmen vrij zetten: knijp de hendels in en de
vergrendelingsclip zal automatisch ontgrendelen.
Verkeerd gebruik of afstellen van de rem ver-
minderd de remwerking.
REA® BELLIS
DUWBEUGEL/DUWHANDVATTEN
A
1
.
19 cm
1.Duwbeugel/duwhandvatten
Draai de twee knoppen (A) los. De hoogte van
de handvatten kan nu worden aangepast door ze
omhoog te trekken of omlaag te duwen. Zet de
beugel in de gewenste stand en zet hem daarna vast
door de knoppen aan te draaien
Denk eraan dat u de bovenste en onderste
knoppen niet met elkaar verwisselt. Met de
onderste knoppen is de rugleuning aan de
stoel vastgezet. Als deze knoppen per ongeluk worden losgedraaid kan dit de veiligheid
van de stoel in gevaar brengen!
Deze knoppen niet losdraaien!
De duwhandvatten mogen nooit meer dan 19
cm boven de houders uitsteken.
Steek nooit uw vingers tussen de duwbeugel en
de neksteunhouder (bij een naspanbare rug).
REA® BELLIS
25
ANTI-TIP
1–2.
Gereedschap: 5 mm inbus
10 mm steeksleutel
A
B
De anti-tip voorziening dient tevens als trapdop. De
anti-tip voorziening is eenvoudig in hoogte verstelbaar.
1.
Verwijder de plastic doppen voor de bijgesloten
doppen. Druk de anti-tip in de buis en zet hem
vast met schroef (A) en bout (B).
2. Licht de verende knop en selecteer de gewenste
hoogte. Overtuig u er van dat de anti-tip voorziening vergrendelt op de nieuwe positie.
Vergeet nooit de anti-tip voorziening neer te
klappen.
26
REA® BELLIS
Accessoires
HOOFDSTEUN
1.
2.
1. De hoogte-instelling en de afneembaarheid wordt
bepaald door de draaiknop (A). De buis is uitgerust
met een geheugen. Draai schroef (B) los, pas de
hoogte aan, en draai hem weer vast.
B
A
C
D
2. De hoek en diepte-instelling wordt gedaan met de
schroef (C) en hendel (D).
3.
4.
3. De zijdelingse aanpassingen worden gedaan door
schroef (E) los te draaien.
E
4. De hoek instelling van de “vleugels” wordt gedaan
door de schroeven (D) los te draaien. Pas de instelling aan en draai de schroeven weer vast.
D
REA® BELLIS
27
NEKSTEUN
1.
2.
1. Het instellen van de hoogte en het verwijderen van
de neksteun geschiedt met knop (A). De steun is
uitgerust met een metalen “geheugen” plaat. Draai
schroef (B) los en stel de gewenste hoogte in. Draai
schroef daarna weer vast.
B
A
2. De diepte- en hoekinstelling kunnen worden
C
D
ingesteld met schroef (C) en hendel (D).
1-2.
AMPUTATIESTEUN
1. Bevestig de beensteunen door de insteekpijp (aan
de bovenkant van de beensteunen) in de buizen
van de rolstoel te hangen. U vergrendelt de beensteunen door ze naar binnen te draaien.
2. Draai hefboom (A) van de kussenhouder los
B
A
om de hoek en de hoogte van het kussen af te
stellen. Draai de schroeven (B) aan de onderzijde
van het kussen los om de diepte van het kussen
af te stellen.
28
REA® BELLIS
ABDUCTIEKUSSEN
De diepte instelling en het verwijderen geschiedt door
draaiknop (A) los te draaien.
A
PELOTTEN
1.
2a.
2b.
PELOTTEN Multi adjustable
1. . De hoogte instelling en het verwijderen geschiedt
door draaiknop (A) los te draaien.
B
A
2a. De pelotten zijn op veel manieren in te stellen.
Verwijder de bekleding en bekijk de illustraties
voor de mogelijkheden van aanpassen van:
De pelotten kunnen in hoogte, diepte en zijwaarts
ingesteld worden.
3
1. De hoogte wordt ingesteld door de inbusbouten
(G) los te draaien en de opname (H) naar boven
of beneden te bewegen tot de gewenste positie is
3
bereikt. Zet de inbusbouten (G) weer vast.
2. De zijwaartse instelling wordt gedaan door knop
(I) los te draaien en de pelot naar binnen of naar
buiten te verplaatsen tot de gewenste positie is
bereikt. Draai knop (I) weer vast.
3. Om de diepte van de pelot in te stellen dient
u de hoes van de pelot open te ritsen om de
schroeven te bereiken. Draai de bouten los met
een schroevendraaier en beweeg de pelot voorwaarts of achterwaarts tot de gewenste positie is
bereikt. Draai de bouten weer vast.
4. Neem de pelot af door knop (I) los te draaien en
de pelot zijwaarts en buitenwaarts te bewegen.
30
Let op dat uw arm niet bekneld raakt tussen
de pelotten en de armlegger wanneer u de
rughoek aanpast.
REA® BELLIS
1.
Gereedschap: 5 mm inbus
2.
Pelotten (wegzwenkbaar)
Het is mogelijk de pelotten in hoogte, diepte en
zijwaartse positie in te stellen.
1. Pas de hoogte aan door de inbusschroeven los
B
A
te draaien (A) en de arm met het pelot op de
juiste positie te schuiven. Draai daarna de inbus schroeven (A) weer aan.
2. De zijwaartse positie van het pelot is aan te passen
door de drie schroeven (C) los te draaien. Vervolgens de pelot te verschuiven tot de gewenste
positie en de schroeven opnieuw aan te draaien.
C
3.
eerst de rits in de hoes open open te maken om
toegang te krijgen tot de schroeven (D). Gebruik
een schroevendraaier om ze los te draaien en
schuif vervolgende het pelot voorwaarts en achterwaarts tot de gewenste positie. Draai de schroeven
weer aan.
D
4. De pelotten kunnen worden weggeklapt zodat de
3. Om de diepte van de pelot aan te passen dient u
4.
gebruiker een vrije transfer kan maken.
REA® BELLIS
31
Transport
Invacare streeft continu naar verdere verbetering van de veiligheid van al haar producten bij het dagelijks gebruik.
In dit kader heeft Invacare al sinds het midden van de jaren negentig erkende onderzoeksinstituten botsproeven
heeft laten doen met verschillende modellen handbewogen rolstoelen. We willen u dan ook informeren over het
vervoer van rolstoelen inclusief hun gebruikers in voertuigen die speciaal voor dit vervoer zijn ingericht. Ten eerste
willen we benadrukken dat de veiligste vervoerswijze altijd één van de normaal aanwezige autostoelen in combinatie
met de autogordel voor die zitplaats is. Invacare zegt dus uitdrukkelijk NIET dat zittend vervoer in een rolstoel
veiliger zou zijn. Maar we beseffen ook dat er vaak medische omstandigheden kunnen zijn die zittend vervoer in een
rolstoel noodzakelijk maken. Volg in dat geval de hier genoemde veiligheidsvoorschriften op om de kans op letsel bij
ongevallen te minimaliseren.
Alle rolstoelen zijn getest volgens de ISO-norm 7176, deel 19: “Mobiliteitvoorzieningen op wielen voor gebruik
als zitplaats in motorvoertuigen”. Hierbij is de standaardtest doorstaan die één mogelijke ongevalsituatie simuleert – een volledig frontale aanrijding bij 48 km/u met een vertraging van 20 g en een testpop van 75 kg. Deze
standaardtest, ISO 7176-19, is ontwikkeld door autoriteiten en deskundigen en definieert de minimumeisen die aan
rolstoelen worden gesteld voor vervoer in voertuigen. Deze norm wordt regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten.
In de realiteit vinden ongelukken natuurlijk niet plaats onder dergelijke laboratoriumomstandigheden. Bij “echte”
ongevallen is er waarschijnlijk sprake van andere snelheden, botshoeken, rolstoelconfiguraties, gebruikersgewichten en vertragingen. Invacare wijst dan ook uitdrukkelijk elke aansprakelijkheid van de hand voor de gevolgen van
ongelukken waarbij onze producten zijn betrokken. We hebben uitsluitend een algemene configuratie met gangbare
aanpassingen getest. Configuraties en accessoires die niet geschikt zijn voor zittend vervoer in een voertuig worden
later in dit hoofdstuk genoemd.
TRANSPORT VAN ROLSTOELEN
IN EEN ANDER VOERTUIG
1. De bezette rolstoel moet vastgezet worden in een
voorwaarts gerichte positie (reisrichting) met de
handremmen aangedrukt. Alle toebehoren (werkblad, zijsteunen, abductiekussens etc.) moeten
worden verwijderd en veilig opgeborgen, zodat bij
calamiteiten verwondingen worden voorkomen.
2. De rolstoel moet veilig vastgezet worden in de
auto met een 4-punts vastzetsysteem. De gebruiker behoort in het voertuig gebruik te maken
van een
3-punts veiligheidsgordel. Zowel het 4-punts
vastzetsysteem als de 3-punts veiligheidsgordel
dienen ISO-10542-2 goedgekeurd te zijn
32
3. De bevestigingspunten aan de rolstoel waar het
vastzetsysteem geplaatst moet worden, zijn aangegeven met dit symbool.
REA® BELLIS
4. Bij gebruik als stoel tijdens transport in een vo-
ertuig, moet de rolstoel uitgevoerd zijn met een
heupgordel.
5. De gordel van de auto hoort zo stevig als mogelijk
om het lichaam te zitten, zonder dat dit oncomfortabel voelt. De bovenkant van deze gordel hoort
om de schouders te passen, zoals aangegeven op
de tekening. De gordel mag niet gedraaid zijn.
7. De 3-punts veiligheidsgordel mag niet verwijderd
zijn van het lichaam door delen van de rolstoel
zoals armsteunen of wielen etc.
8. Indien mogelijk moet er gebruik gemaakt worden
van een hoofdsteun tijdens transport om het risico
op nekletsel te verminderen. De hoofdsteun moet
worden ingesteld zoals de tekening laat zien. .
6. Het bekkengedeelte van de 3-punts veilighe-
idsgordel moet laag over het bekken bevestigd
worden, zodat de gewenste hoek van de gordel
wordt bereikt (A) van 30° tot 75° t.o.v. de horizontale lijn. Een grotere hoek heeft de voorkeur,
maar mag nooit meer zijn dan 75°.
REA® BELLIS
33
FIXATIEMETHODEN
Rea™ Bellis™
A. Voorste fixatie
B
C
1. Breng de voorste banden aan rond het frame van
de rolstoel. Indien de banden zijn uitgevoerd met
haken, plaats deze dan in de taxi-ogen.
2. Zet de remmen los en span de voorste banden
aan door de rolstoel achterwaarts te bewegen.
Zet de remmen weer vast.
B. Achterste fixatie
1. Plaats de bevestigingshaken van de achterste
banden aan de transportfixatie welke aan het
achterframe zijn gemonteerd.
2. Span de banden aan.
C. Vastzetten van de bekkengordel en de
veiligheidsgordel
1. Controleer of de bekkengordel op de rolstoel
correct is vastgezet.
2. Plaats de driepuntsgordel over de gebruiker.
Als de bekkengordel van de rolstoel niet aan-
wezig is moet de gebruiker op een autostoel
plaatsnemen of geplaatst worden.
De veiligheidsgordel mag niet belemmerd
worden door rolstoel componenten bij het
A
B
vastzetten van de gebruiker.
Rea™ Bellis™ Transport
A. Voorste fixatie
1. Breng de voorste banden aan rond het frame van
de rolstoel. Indien de banden zijn uitgevoerd met
haken, plaats deze dan in de taxi-ogen.
2. Zet de remmen los en span de voorste banden
aan door de rolstoel achterwaarts te bewegen.
C
Zet de remmen weer vast.
B. Achterste fixatie
1.
Bevestig de haken van de achterste banden aan
de achterwielbevestigingsplaten.
2. Span de banden aan.
C. Vastzetten van de bekkengordel en de
veiligheidsgordel
1. Controleer of de bekkengordel op de rolstoel
correct is vastgezet.
2. Plaats de driepuntsgordel over de gebruiker.
Als de bekkengordel van de rolstoel niet aan-
wezig is moet de gebruiker op een autostoel
plaatsnemen of geplaatst worden.
34
De veiligheidsgordel mag niet belemmerd
worden door rolstoel componenten bij het
vastzetten van de gebruiker.
A
TM
Bellis
7.3WERKWIJZE OM UW ® ALS BAGGAGE TE VERVOEREN
1.
2.
De Rea™ Bellis™ is eenvoudig klaar te maken voor
transport.
1. Rugleuning
Verwijder het rugkussen door deze los te trekken
(in voorwaartse richting) van de rugplaat. Draai
de knoppen (A) los en trek de rugplaat omhoog.
Leg de rugplaat op de zitting waar het kan blijven
gedurende het transport. Indien noodzakelijk kunt
u de duwhandvatten eveneens verwijderen. Let
dan extra op de kabels die lopen van de onderzijde
A
naar de handvatten. Wanneer u de rugplaat weer
bevestigd, zorg er dan voor dat de kabels niet
afgekneld worden.
B
2. Handvatten met duwbeugel.
Draai de twee knoppen (B) los. De hoogte van de
handvatten kan simpelweg worden ingesteld door
deze omhoog of omlaag te brengen.
3.
Het is belangrijk dat u de juiste verstelknoppen
los draait. Wanneer u per ongeluk de onderste
knoppen van de rug los draait kan de veiligheid
van de stoel en daarmee de gebruiker in gevaar
komen.
De duwbeugel met handvatten mag niet meer
dan 19 cm boven de rugplaat uitsteken.
3. Hoek verstelbare beensteuen
De hoek verstelbare beensteunen kunnen worden
gedemonteerd door de hendel (C) in te drukken
terwijl u de beensteun naar buiten draait. U kunt
de beensteun nu uit de ophanging tillen.
C
Bellis
TM
35
4.
5a.
4. Vaste beensteunen
De vaste beensteunen kunnen worden gedemon-
teerd door aan de klem (C) te trekken terwijl u
de beensteun naar buiten draait. Vervolgens kunt u
de beensteun eenvoudig uit de ophanging tillen.
C
5a. Wegklapbare armsteun.
Om de armsteunen te verwijderen moeten deze
eerst omhoog worden geklapt. Ontgrendel de
armsteun door knop (A) in te drukken.
5b.
6.
A
5b. In hoogte verstelbare en afneembare
armsteun.
Trek ze recht omhoog om ze te verwijderen.
6. Aandrijfwielen
Verwijder de aandrijfwielen door op de knop (B)
te drukken en het wiel recht naar buiten te trek-
B
ken.
36
REA® BELLIS
Veiligheidsinstructies/Aandrijftechnieken
Wij doen de aanbeveling om de rolstoel te laten testen door een deskundige wanneer de gewenste instellingen
en wijzigingen zijn aangebracht waarbij rekening gehouden dient te worden met uw lichaamsbouw en behoeften.
Wij hopen dat u tevens hulp heeft gekregen in het omgaan met de rolstoel. Begin altijd met voorzichtig oefenen
tot u de mogelijkheden en beperkingen van uw rolstoel kent.
Transfer naar en vanuit de rolstoel
Plaats de rolstoel zo dicht mogelijk bij de zitplaats waar u naartoe over
wilt schuiven. Zet de rolstoel op de rem. Neem de armsteun af en
zwenk de beensteun weg. Ga nooit op de voetplaten staan; de rolstoel
kan hierdoor voorover kantelen.
Reiken en leunen Breng de rolstoel zo dichtbij als mogelijk. Wanneer u reikt en strekt,
zorg dan altijd voor volledig contact tussen de rugleuning en uw rug om
kantelen van de rolstoel te voorkomen. Achter de rug reiken wordt
sterk afgeraden.
Heuvels oprijden
Veel ervaren rolstoelgebruikers kunnen zichzelf heuvelop rijden. Om
niet achterover te kantelen of de controle over de rolstoel te verliezen
dient u bij het heuvel oprijden altijd voorover te leunen. Drijf de rolstoel
aan met korte, snelle bewegingen om controle en snelheid te houden.
In het algemeen is hulp nodig bij het nemen van steile hellingen. Wanneer u stopt op een helling is het belangrijk dat u geen onverwachte
of wilde bewegingen maakt indien u de rolstoel weer in beweging zet.
Aangezien de rolstoel al achterover staat bij het heuvelopwaarts rijden
kan de rolstoel hierdoor achterover kantelen. De maximaal neembare
hellingshoek ligt tussen de 3° en de 13.5° en is sterk afhankelijk van
gebruikersgewicht en de instellingen van de rolstoel.
Heuvels afrijden
Wij bevelen aan om gebruik te maken van een begeleider wanneer u
steile of natte heuvels afrijdt.
Controleer heuvels op eventueel aanwezige gevaren als gaten in de
weg, gladheid of oneffenheden. Gebruik de standaard remmen niet om
af te remmen. Dit leidt bij het activeren tot het risico dat de wielen
blokkeren en de rolstoel voorover kantelt. Controleer de snelheid
altijd door gebruik te maken van de hoepels. Denk eraan dat de hoepels heet kunnen aanvoelen als gevolg van wrijving en u uw handen dus
kunt verwonden. Rijd altijd in een zo recht mogelijke lijn wanneer u
heuvelafwaarts rijdt.
Bellis
TM
37
Stoepen oprijden
Deze methode is bedoeld voor als de begeleider zich achter de rolstoel
bevindt en het geeft de gebruiker een veilig gevoel.
Het volgende advies is voor de begeleider:
Tekening 1) Stel de anti-tip hoger in. Zorg ervoor dat de voeten van de
gebruiker zich op de voetplaten bevinden en er niet vanaf kunnen glijden.
Vervolgens kantelt u de rolstoel en rijdt hem tegen de stoeprand aan.
Tekening 2) Laat de voorzijde van de rolstoel op de stoeprand zakken en
ga zo dicht mogelijk achter de rolstoel staan voordat u de rolstoel optilt
an de achterzijde.
Tekening 3) Leun voorover en lift / rol de rolstoel de stoep op.
Tekening 4) Laat de rolstoel op de stoep zakken zodat het gewicht weer
wordt verdeeld over de vier wielen. Zorg ervoor dat de rolstoel niet ach-
teruit rolt.
Stoepen afrijden
Volg de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde. (Stap 4,3,2,1)
om de stoep af te rijden.
Stoepen – alternatieve methode
Deze methode wordt over het algemeen gebruikt door ervaren begelei-
ders met meer kracht. De methode kan eveneens gebruikt worden als het
obstakel slechts minimaal is.
De begeleider stapt achteruit de stoep op en trekt de rolstoel de stoep op.
Het is hierbij belangrijk dat de begeleider zijn / haar lichaam goed gebruikt
om verwonding aan het eigen lichaam te voorkomen. Kantel de rolstoel
achterover en rol de rolstoel over de stoeprand op de stoep. Let vooral
goed op wanneer de stoep nat of glad is.
Roltrappen
Gebruik nooit een roltrap met een rolstoel. Zoek in dit geval naar de
dichtstbijzijnde lift.
Trappen
Wij adviseren het gebruik van trappen zoveel mogelijk te vermijden wan-
neer u in de rolstoel zit. Kies een alternatieve route.
Het verdient de aanbeveling om trappen altijd te nemen met behulp van
twee begeleiders. Een begeleider loopt voor de rolstoel en houdt de rol-
stoel aan het frame vast terwijl de andere begeleider achter de rolstoel
loopt en de rolstoel aan de duwhandvatten vasthoudt. Zorg ervoor dat de
duwhandvatten / duwbeugel goed vastzitten. Draai de anti-tip weg onder de
rolstoel. Kantel de rolstoel achterover op de achterwielen tot de rolstoel
in balans is. De rolstoel wordt vervolgens trede voor trede de trap afge-
rold. Begeleiders moeten de rolstoel nooit aangrijpen aan de armsteunen
of beensteunen. De rolstoel mag alleen aangegrepen worden aan de vaste
framedelen en de begeleiders moeten eraan denken hun benen te gebruiken
en hun rug recht te houden.
38
Bellis
TM
Garantie
Wij garanderen het product tot 2 jaar na de factuurdatum. Normale slijtage is uitgesloten
van de garantie. Onderdelen zoals bekleding,banden, hoepels en voorwielen. Beschadigingen
ontstaan door fysiek geweld, onachtzaamheid of abnormaal gebruik zijn eveneens uitgesloten,
evenals schades ontstaan door een te hoog gebruikersgewicht.
Onderhoudsinstructies
Uw rolstoel is eenvoudig te reinigen.
• Controleer eens per week alle onderdelen van de rolstoel op scheurtjes of beschadiging.
Neem bij geconstateerde gebreken direct contact op met Invacare. Zie voor contactgegevens de achterzijde van de gebuikershandleiding.
• Controleer regelmatig of schroeven en moeren goed vastzitten (dit geldt voor alle losse
onderdelen).
Schoonmaken
Reinig metalen delen en de bekleding regelmatig schoon met een vochtige doek. Een milde
zeep kan gebruikt worden. Indien nodig kan de bekleding gewassen worden op 40°. Hierbij kan
gebruikt gemaakt worden van een normaal wasmiddel.
Wassen en desinfecteren
1. Verwijder alle losse bekleding en was deze in een wasmachine volgens het wasvoorschrift dat
op de ingenaaide etiketten staat.
2. Spuit de rolstoel in met een reinigingsmiddel, bijvoorbeeld een autoshampoo met was, en laat
dit middel even inwerken.
3. Spuit de rolstoel schoon met een hogedrukspuit of met een gewone waterstraal, afhan
kelijk van hoe vuil de rolstoel is. Richt de straal nooit op de lagers en de afvoergaten.
Als de rolstoel in een speciale machine wordt gewassen, mag het gebruikte water niet heter
zijn dan 60 graden Celsius.
4. Spuit de rolstoel in met alcohol om hem te desinfecteren.
5. Droog de stoel in een droogkast. Maak de onderdelen los waar water in kan achterblijven,
zoals afsluitdoppen, handvatten, enz. Als de rolstoel in de speciale machine is gewassen, raden
we u aan om hem met perslucht droog te blazen.
Bellis
Wielen en banden
• De wielassen moeten schoon gehouden worden met een doek en regelmatig voorzien
worden van een druppel olie
• De luchtbanden hebben een autoventiel en kunnen opgepompt worden met een pomp
voor autobanden of door gebruik te maken van een verloopnippel.
Aanbevolen bandenspanning voor de achterwielen:
Standaard banden: 3.5 bar 50 psi
Laag profielbanden 7.0 bar 90 psi
Aanbevolen bandenspanning voor zwenkwielen:
(200 mm) 8" 4,0 bar
(150 mm) 6" 2,5 bar
Technische service
• Alleen originele welke overeenstemmen met Invacare’s
specificaties dienen te worden
gebruikt
• Alle technische handelingen dienen uitgevoerd te worden door een erkende leverancier of
de technische dienst van Invacare. Het adres en telefoon nummer wordt vermeld op de
achterzijde van de handleiding
TM
39
Levensduur
Wij schatten de levensduur van uw Rea™ Bellis™ in op 5 jaar. Het is moeilijk om een een
exacte levensduur voor het product weer te geven. De verwachtte levensduur is gebaseerd
op normaal alledaags gebruik. De levensduur kan langer zijn wanneer de rolstoel slechts gedurende dagdelen wordt gebruikt, goed wordt onderhouden en correct wordt behandeld. De
levensduur kan korter zijn wanneer de rolstoel onderhevig is aan zeer intensief gebruik.
Ongelukken / bijna ongelukken
Aangezien alle Invacare producten CE zijn gekeurd dient u bij een ongeluk of bijna ongeluk,
welke veroorzaakt werd door de rolstoel waarbij persoonlijk letsel of de mogelijkheid op persoonlijk letsel aanwezig was, direct direct contact op te nemen met Invacare. De betreffende
instanties moeten in een dergelijke situatie op de hoogte gesteld worden.
Testen
De Rea™ Bellis™ is getest door het het zweedse Handicap Instituut en voldoet aan de CErichtlijn conform de MDD.
Reconditioneren
De Rea™ Bellis™ kan verdeeld worden in de volgende componenten:
• Frame
• Kunststof onderdelen
• Bekleding
• Wielen, banden en binnenbanden
• Verpakking
Frame
Het frame is gemaakt van staal en is volledig te recyclen. Het recyclen van het staal kost slechts
20-25% aan energie vergeleken met nieuw geproduceerd staal.
Rea™ Bellis™ heeft twee gasveren en deze bevatten een smeermiddel (olie) en dienen derhalve
als chemisch afval te worden aangeboden. De gasveer staat onder grote druk. Let daarom extra
op wanneer u de gasveer demonteerd.
Kunststof onderdelen
De kunststof onderdelen van de rolstoel zijn gemaakt van materiaal die behoort tot dat thermoplasten en zijn voorzien van het recyling symbool (waar mogelijk in verband met de maat van
het component). Het hoofdbestanddeel is polyamide. Het materiaal kan gerecycled of verbrand
worden in de daartoe goedgekeurde afvalverwerkingsbe-drijven.
Bekleding
De bekleding is gemaakt van polyester, PUR of PVC. De beste manier om de bekleding te vernietigen is ze verbranden in de daartoe goedgekeurde afvalverwerkingsbedrijven.
Wielen, banden en binnenbanden
• De hoepel, velg, spaken en naaf zijn van staal, roestvrijstaal of aluminium gemaakt en kunnen
net als voornoemde componenten gerecycled worden.
• Buiten- en binnenbanden zijn gemaakt van rubber en kunnen worden gerecycled.
Verpakking
Alle verpakkingsmaterialen welke gebruikt worden door Invacare Rea™ AB zijn ontwikkeld om
het product op een optimale manier te verpakken en te voorkomen dat er onnodig afval wordt
gecreëerd. Alle dozen zijn recyclebaar.
Neem contact op met uw lokale afvalverwerkingsbedrijf om de juiste informatie te ontvangen
omtrent het afvoeren van de bovenstaande materialen.
Oppervlakte behandeling
Gelakte oppervlakten zijn polyester gelakt. Sommige stalen onderdelen zijn verzinkt. Niet
gelakte aluminium onderdelen zijn geanodiseerd. Zichtbare houten onderdelen zijn gelakt.