Hyundai Tucson 2016 Owner's Manual [nl]

GGEEBBRRUUIIKKSSHHAANNDDLLEEIIDDIINNGG
BBeeddiieenniinngg OOnnddeerrhhoouudd T
Teecchhnniisscchhee ggeeggeevveennss
De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct ten tijde van druk. HYUNDAI streeft echter naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting aan te brengen.
Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van dit model en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de standaarduitrusting. Het kan derhalve voorkomen dat sommige van de behandelde onderwerpen niet van toepassing zijn op uw wagen.
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:56 PM Page 1
F2
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben. Het is niet toegestaan uw HYUNDAI op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen
kunnen een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van uw HYUNDAI. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten hetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer nadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage van een radio aan uw HYUNDAI dealer over te laten.
OPMERKING: WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:56 PM Page 2
F3
In dit instructieboekje vindt u informatie onder de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING en AANWIJZING. Hiermee wordt het volgende bedoeld.
WAARSCHUWINGEN
GEVAAR verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
GEVAAR
WAARSCHUWING verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
OPMERKING verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, licht tot middelzwaar letsel tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
AANWIJZING verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, kan leiden tot schade aan de auto.
AANWIJZING
WAARSCHUWING
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:56 PM Page 3
F4
FOREWORD
Wij zijn blij dat u voor een HYUNDAI heeft gekozen. Welkom bij het groeiende aantal van prijsbewuste automobilisten die tot de aanschaf van een HYUNDAI hebben besloten. Elke HYUNDAI is gebouwd met behulp van vooruitstrevende technieken en hoogwaardige materialen.
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het onderhoud van uw wagen. Wij verzoeken u deze handleiding goed te lezen. De gegeven informatie zal er toe bijdragen dat u over uw nieuwe wagen ten volle tevreden zult zijn.
De fabrikant raadt u ook aan om het onderhoud aan uw auto te laten uitvoeren door een officiële HYUNDAI -dealer.
HYUNDAI MOTOR COMPANY
N.B.: Eventuele toekomstige eigenaars moeten ook kunnen beschikken over de informatie in deze handleiding. Wij
verzoeken u dan ook om bij eventuele verkoop van uw wagen deze handleiding aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Dank u.
Copyright 2015 HYUNDAI Motor Company. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de HYUNDAI Motor Company.
Er kan ernstige schade ontstaan aan de motor en de transaxle als brandstoffen en smeermiddelen van slechte kwaliteit worden gebruikt, die niet aan de HYUNDAI specificaties voldoen. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen aan de specificaties die op bladzijde 8-7 in het hoofdstuk Technische gegevens van de gebruikshandleiding zijn vermeld.
OPMERKING
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:56 PM Page 4
Wij willen u helpen om het meeste rijplezier van uw auto te krijgen. Het instructieboekje kan daar op vele manieren toe bijdragen. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om de kans op letsel te beperken, moet u met name de gedeeltes met WAARSCHUWING en OPMERKING door het gehele instructieboekje lezen.
De afbeeldingen vormen een waardevolle aanvulling op de tekst. In uw instructieboekje vindt u informatie over de kenmerken, over belangrijke veiligheidsaspecten en over het rijden onder diverse omstandigheden.
De algemene indeling van het instructieboekje vindt u in de INHOUDSOPGAVE. De index geeft een alfabetisch overzicht van alle informatie in uw instructieboekje. Gebruik deze wanneer u op zoek bent naar een specifiek onderwerp.
Hoofdstukken: Dit instructieboekje heeft acht hoofdstukken en een index. Elk hoofdstuk begint met een korte inhoudsopgave, zodat u direct kunt zien of het gewenste hoofdstuk de gewenste informatie bevat.
Uw veiligheid en de veiligheid van anderen is zeer belangrijk. In dit instructieboekje vindt u veel veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsprocedures. Deze informatie maakt u attent op potentiële gevaren die u of anderen kunnen verwonden of schade aan uw auto kunnen veroorzaken.
Veiligheidsmeldingen op labels in de auto en in dit instructieboekje beschrijven wat deze gevaren zijn en wat er gedaan kan worden om risico's te vermijden of te beperken.
De waarschuwingen en instructies in dit instructieboekje zijn voor uw veiligheid. Het niet opvolgen van deze waarschuwingen en instructies kan leiden tot ernstig letsel.
In dit instructieboekje worden de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING, AANWIJZING en het VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGS
-
SYMBOOL gebruikt.
Dit is het veiligheids- waarschuwingssymbool. Het wordt gebruikt om u te
waarschuwen voor potenti ële gevaren waarbij u fysiek letsel kunt oplopen. Volg alle veiligheidswaarschuwingen onder dit symbool om mogelijk ernstig letsel te voorkomen. Het veiligheids
-
waarschuwingssymbool wordt gevolgd door de signaalwoorden GEVAAR, WAARSCHUWING en OPMERKING.
GGEEBBRRUUIIKK VVAANN DDIITT IINNSSTTRRUUCCTTIIEEBBOOEEKKJJEE
F5
Introductie
GEVAAR verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
GEVAAR
WAARSCHUWING verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
WAARSCHUWING
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:56 PM Page 5
F6
Introductie
AANWIJZING verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, kan leiden tot schade aan de auto.
Benzinemotor
Loodvrij
Voor optimale prestaties raden we u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95/AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger. (Gebruik geen brandstoffen die methanol bevatten.)
U kan gebruik maken van ongelode benzine met een octaangetal (RON)
91~94 / AKI 87~90, maar hierdoor kunnen de prestaties van de auto iets minder worden.
Bij gebruik van LOODVRIJE BENZINE zijn de prestaties maximaal en de uitlaatgassen het schoonst en wordt vervuiling van de bougies tegengegaan.
AANWIJZING
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE. Loodhoudende benzine is schadelijk voor de katalysator en de lambdasensor van het motorregelsysteem en zal de emissieregeling nadelig beïnvloeden. Voeg nooit brandstofadditieven producten toe aan het brandstofsysteem. (We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.)
OPMERKING
OPMERKING verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, licht tot middelzwaar letsel tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
VVEERREEIISSTTEE BBRRAANNDDSSTTOOFF
Probeer de tank niet verder te
vullen nadat het vulpistool automatisch is afgeslagen.
Controleer altijd of de
tankdop goed vastgedraaid is, om morsen van brandstof in geval van een aanrijding te voorkomen.
WAARSCHUWING
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 6
F7
Introductie
Loodhoudende benzine (indien van toepassing)
In sommige landen moet er loodhoudende benzine worden gebruikt. Neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer om te informeren of uw auto geschikt is voor het gebruik van loodhoudende benzine.
Het vereiste octaangetal voor loodhoudende benzine is gelijk aan dat voor loodvrije benzine.
Benzine die alcohol en methanol bevat
In sommige landen is naast benzine ook gasohol verkrijgbaar. Dit is een mengsel van benzine en ethanol of methanol.
Gebruik dit mengsel niet met meer dan 10% ethanol en gebruik geen benzine of mengsel dat methanol bevat. Deze brandstoffen kunnen rijproblemen en schade aan het brandstofsysteem, motorregel- systeem en emissieregelsysteem veroorzaken.
Gebruik gasohol niet langer wanneer er rijproblemen optreden.
Schade aan de auto of rijproblemen vallen mogelijk niet onder de fabrieksgarantie wanneer ze veroorzaakt worden door het gebruik van:
1. Benzinemengsels met meer dan 10% ethanol.
2. Benzine of gasohol die methanol bevat.
3. Loodhoudende benzine.
Andere brandstoffen
Het gebruik van brandstoffen als:
- brandstof die silicium (Si) bevat
- brandstof die MMT (mangaan, Mn) bevat
- brandstof die ferroceen (Fe) bevat
- brandstoffen met andere etaalachtige toevoegingen
kan voertuig- en motorschade veroorzaken of leiden tot verstopping, overslaan, afslaan van de motor, oververhitting van de katalysator, abnormale corrosie, kortere levensduur, enz.
Mogelijk gaat het controlelampje motormanagement (MIL) branden
Schade aan het brandstofsysteem of problemen met betrekking tot de prestaties van de auto veroorzaakt door het gebruik van deze brandstoffen worden niet door de garantie gedekt.
AANWIJZING
Gebruik nooit benzinemengsels die methanol bevatten. Gebruik gasoholproducten niet langer wanneer er rijproblemen optreden.
OPMERKING
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 7
F8
Introductie
Gebruik van MTBE
Geadviseerd wordt geen brandstof in uw auto te gebruiken die meer dan 15,0 volumeprocent MBTE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa 2,7%) bevat. Brandstof die meer dan 15,0 volumeprocent MBTE (zuurstofmassa 2,7%) bevat kan de prestaties van de auto in negatieve zin beïnvloeden en dampvorming of slecht aanslaan veroorzaken.
Gebruik geen methanol
Uw auto is niet geschikt voor het gebruik van methanol (methyl- alcohol). Dit type brandstof heeft een negatieve invloed op de prestaties van uw auto en kan schade aan het brandstofsysteem,
motorregelsysteem en emissieregel- systeem veroorzaken.
Benzines die het milieu minder belasten
HYUNDAI raadt u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95/AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger (Europa).
Klanten die niet de beschikking hebben over kwalitatief hoogwaardige brandstoffen met de juiste additieven wordt geadviseerd elke 15.000 km (Europa) een fles additieven toe te voegen aan de brandstoftank als er problemen zijn met het starten of soepel ronddraaien van de motor. Bij uw officiële HYUNDAI-dealer zijn additieven verkrijgbaar met de daarbij behorende gebruiksinstructies. Gebruik geen andere additieven.
Schade aan het brandstof
-
systeem van uw auto of het verhelpen van problemen met betrekking tot de prestaties van de auto worden niet door de garantie gedekt indien ze veroorzaakt worden door brandstof die methanol bevat of brandstof die meer dan 15,0% volumeprocent MTBE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa 2,7%) bevat.
OPMERKING
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 8
F9
Introductie
Rijden in het buitenland
Als u van plan bent om met uw auto naar het buitenland te gaan:
• Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in dat land geldende wettelijke voorschriften met betrekking tot registratie en verzekering.
• Informeer of de juiste brandstof verkrijgbaar is.
Dieselmotor
Dieselbrandstof
Gebruik voor de dieselmotor alleen bij het benzinestation verkrijgbare dieselbrandstof die aan de EN 590­norm of vergelijkbaar voldoet. (EN staat voor “European Norm”). Gebruik geen dieselbrandstof die bestemd is voor de scheepvaart, lichte stookoliën of niet­goedgekeurde brandstoftoevoegin- gen, aangezien dit de slijtage zal bespoedigen en de motor en het brandstofsysteem kan beschadigen. Het gebruik van niet­goedgekeurde brandstoffen en/of brandstoftoevoegingen heeft een beperking van de garantie tot gevolg. Het cetaangetal van de dieselbrandstof voor uw auto moet hoger zijn dan 51. Als er twee soorten diesel leverbaar zijn, moet afhankelijk van de temperatuur worden gekozen voor zomer- of winterdiesel.
• Boven -5°C ... Zomerkwaliteit dieselbrandstof
• Onder -5°C ... Winterkwaliteit dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet leeg raakt. Als de motor door brandstoftekort afslaat, moeten de brandstofcircuits volledig worden ontlucht voordat de motor weer kan worden gestart.
Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de passagier verminderd wordt. De passagier kan bij een aanrijding of een noodstop onder de gordel doorglijden. Er kan ernstig letsel ontstaan als de veiligheidsgordel niet correct kan werken.
OPMERKING
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 9
F10
Introductie
Biodiesel
ndien uw auto aan de EN 14214­norm of vergelijkbaar voldoet, mag bij het benzinestation verkrijgbare dieselmengsels met niet meer dan 7% biodiesel, algemeen bekend als “B7-diesel” worden gebruikt. (EN staat voor “European Norm”). Het gebruik van biobrandstoffen van meer dan 7% gemaakt uit koolzaad methylester (RME), vetzuur methylester (FAME), plantaardige methylester (VME), enz. of een diesel/biodieselmengsel zal de slijtage bespoedigen en kan de motor of het brandstofsysteem beschadigen. Reparatie of vervanging van versleten of beschadigde onderdelen als gevolg van het gebruik van niet­goedgekeurde brandstoffen valt niet onder de fabrieksgarantie.
Gebruik nooit brandstof,
ongeacht of diesel, B7­biodiesel of anderszins, dat niet aan de meest recente specificaties voldoet.
Gebruik nooit brandstof-
toevoegingen en dergelijke die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of goedgekeurd.
OPMERKING
Het is raadzaam om alleen dieselbrandstof te gebruiken die geschikt is voor voertuigen met het roetfiltersysteem.
Als u dieselbrandstof gebruikt met een hoog zwavelgehalte (meer dan 50 ppm) en niet gespecificeerde additieven, kan het roetfiltersysteem beschadigen en witte rook worden waargenomen.
OPMERKING
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 10
F11
Introductie
Een onjuiste bediening van de auto kan ertoe leiden dat u de macht over het stuur kwijtraakt, dat u betrokken raakt bij een ongeval of dat de auto over de kop slaat.
Door het specifieke ontwerp (grotere bodemvrijheid, kleinere spoorbreedte,
enz.) ligt het zwaartepunt hoger dan bij andere soorten personenauto's. Deze auto is dus niet ontworpen om met dezelfde snelheid als conventionele auto's met tweewielaandrijving bochten te nemen. Neem scherpe bochten voorzichtig en voer geen abrupte manoeuvres uit. Anders kunt u de macht over het stuur kwijtraken of kan de auto over de kop slaan. Lees de
aanwijzingen voor het rijden onder “Verkleinen van de kans op over de kop slaan” in hoofdstuk 5 van dit instructieboekje.
U hoeft de auto niet gedurende een bepaalde periode in te rijden. U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen gedurende de eerste 1.000 km de prestaties, het brandstofverbruik en de levensduur van uw auto in positieve zin beïnvloeden.
• Voer het toerental van de motor niet te hoog op.
• Houd tijdens het rijden het motortoerental tussen de 2.000 -
4.000 omw/min.
• Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid. Om de motor goed in te rijden, moet het motortoerental worden gevarieerd.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.
• Trek gedurende de eerste 2.000 km met uw auto geen aanhanger.
HYUNDAI stimuleert een milieuvriendelijke afvoer voor auto's die aan het eind van hun levenscyclus zijn gekomen en biedt aan uw auto in te nemen volgens de richtlijnen van de Europese Unie (EU) voor voertuigen die aan het einde van hun levenscyclus gekomen zijn. Gedetailleerde informatie vindt u op de homepage van de Nederlandse HYUNDAI­importeur.
IINNSSTTRRUUCCTTIIEESS VVOOOORR HHEETT R
RIIJJDDEENN MMEETT DDEE AAUUTTOO
I
INNRRIIJJPPRROOCCEEDDUURREE RREETTOOUURRNNEERREENN VVAANN
G
GEEBBRRUUIIKKTTEE AAUUTTOO''SS ((EEUURROOPPAA))
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 11
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 12
1
2
3
4
5
6
7
8
I
Introductie
Veiligheidssysteem van uw auto
Kenmerken van uw auto
Multimediasysteem
Rijden met uw auto
Wat te doen in een noodgeval
Onderhoud
Specificaties & Consumenteninformatie
Introductie
INHOUDSOPGAVE
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 13
F14F14
Overzicht exterieur (I) ..........................................1-2
Overzicht exterieur (II) .........................................1-3
Interieur, overzicht ................................................1-4
Dashboard, oversicht (I) .......................................1-5
Dashboard, oversicht (II) ......................................1-6
Motorruimte............................................................1-7
Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen .2-2
Doe uw veiligheidsgordel altijd om .............................2-2
Gebruik voor alle kinderen de juiste
veiligheidssystemen ......................................................2-2
Gevaren airbag...................................................................2-2
Afleiding van de bestuurder...........................................2-3
Pas uw snelheid aan.........................................................2-3
Houd uw auto in een veilige conditie .........................2-3
Stoelen.....................................................................2-4
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen..................................2-5
Voorstoel .............................................................................2-6
Achterstoelen...................................................................2-13
Hoofdsteun ......................................................................2-16
Stoelverwarming en stoelventilatiesysteem.............2-20
Veiligheidsgordels ...............................................2-24
Voorzorgsmaatregelen veiligheidsgordel .................2-24
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel ..................2-25
Veiligheidsgordels ..........................................................2-28
Extra voorzorgsmaatregelen veiligheidsgordel.......2-35
Verzorging van de veiligheidsgordels........................2-38
Kinderzitjes...........................................................2-39
Dit raden wij aan: Vervoer kinderen altijd
op de achterzitplaatsen ...............................................2-39
Kiezen van een kinderzitje (CRS)................................2-40
1
Introductie
2
Veiligheidssysteem van uw auto
TLe DUTCH foreword.qxp 6/11/2015 3:22 PM Page 14
F15F15
Plaatsen van een kinderzitje (CRS)............................2-42
Aanvullend veiligheidssysteem ..........................2-53
Waar zitten de airbags? ...............................................2-55
Hoe werkt het airbagsysteem? ..................................2-60
Wat gebeurt er als een airbag
geactiveerd wordt? .....................................................2-64
Plaats geen kinderzitje waarbij het kind
met het gezicht naar achteren gericht op de voorstoel zit, tenzij de airbag is
uitgeschakeld.................................................................2-65
Onderhoud aan aanvullend veiligheidssysteem ......2-72
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de veiligheid ..............................2-73
Waarschuwingslabel airbag ..........................................2-74
Actieve motorkap.................................................2-75
Mogelijke situaties voor activering ............................2-75
Situaties voor niet-activering......................................2-76
Storing actieve motorkap..............................................2-77
Toegang tot uw auto .............................................3-4
Afstandsbediening.............................................................3-4
Smart key ............................................................................3-8
Vervangen van batterij..................................................3-12
Startblokkeersysteem ....................................................3-13
Sloten ...................................................................3-15
Portiersloten van binnenuit
vergrendelen/ontgrendelen.......................................3-17
Supervergrendeling.........................................................3-20
Kenmerken van de automatische
portiervergrendeling/- ontgrendeling ....................3-20
Kinderslot op portierslot achter..................................3-21
Antidiefstalsysteem .............................................3-22
Stuurwiel ...............................................................3-24
Elektronische stuurbekrachtiging (EPS)....................3-24
Verstelbare stuurkolom .................................................3-25
Stuurwielverwarming......................................................3-26
Claxon ................................................................................3-26
Spiegels .................................................................3-27
Binnenspiegel ...................................................................3-27
Buitenspiegel....................................................................3-31
Uiten.......................................................................3-35
Elektrisch bedienbare ruiten........................................3-35
3
Kenmerken van uw auto
TLe DUTCH foreword.qxp 6/11/2015 3:22 PM Page 15
F16F16
Panoramisch schuif-/kanteldak........................3-40
Zonnescherm....................................................................3-41
Open-/dichtschuiven van
het schuif-/kanteldak.................................................3-41
Kantelen van het schuif-/kanteldak..........................3-42
Het schuif-/kanteldak sluiten .....................................3-42
Resetten van het schuif-/kanteldak..........................3-44
Waarschuwing geopend schuif-/kanteldak .............3-44
Exterieur ...............................................................3-45
Motorkap...........................................................................3-45
Tankdopklep .....................................................................3-47
Achterklep.............................................................3-50
Handmatig bedienbare achterklep..............................3-50
Elektrisch bedienbare achterklep ...............................3-52
Smart Tailgate..................................................................3-59
Instrumentenpaneel.............................................3-64
Bediening instrumentenpaneel ....................................3-66
Meters................................................................................3-67
LCD-Display ..........................................................3-74
Bediening LCD-display...................................................3-74
LCD-modi...........................................................................3-74
Modus Gebruikersinstell................................................3-79
Waarschuwingsmeldingen.............................................3-84
Tripcomputer.........................................................3-94
Modi tripcomputer ..........................................................3-94
Waarschuwings- en controlelampjes ...............3-99
Waarschuwingslampjes..................................................3-99
Controlelampjes.............................................................3-109
Verlichting ...........................................................3-116
Verlichting buitenzijde .................................................3-116
Welcome-systeem ........................................................3-123
Interieurverlichting .......................................................3-124
Ruitenwissers en ruitensproeiers....................3-129
Ruitenwissers voor .......................................................3-130
Ruitensproeier voorruit ...............................................3-131
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier.........3-132
Rijhulpsysteem ...................................................3-134
Achteruitrijcamera........................................................3-134
Parkeerhulp achter.......................................................3-135
Waarschuwingen parkeerhulp ...................................3-139
Parkeerhulp ....................................................................3-139
Waarschuwingen parkeerhulp ...................................3-143
Smart parking assist-systeem (SPAS).....................3-144
Ontwaseming ......................................................3-163
Achterruitverwarming..................................................3-163
Handbediend verwarmings-
en ventilatiesysteem..........................................3-165
Verwarming en airconditioning..................................3-166
Werking systeem...........................................................3-170
Onderhoud van het systeem......................................3-173
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 16
F17F17
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem..........................................3-176
Automatische verwarming en airconditioning.......3-177
Handmatig bediende verwarming
en airconditioning ......................................................3-178
Werking systeem...........................................................3-184
Onderhoud van het systeem......................................3-187
Voorruit ontdooien en ontwasemen ...............3-190
Verwarmings- en ventilatiesysteem,
handbediend ................................................................3-190
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem..................................................3-191
Ontwasemfunctie ..........................................................3-192
Extra voorzieningen verwarmings-
en ventilatiesysteem..........................................3-196
Luchtreiniger instrumentenpaneel............................3-196
Automatische ventilatie...............................................3-196
Luchtcirculatie ...............................................................3-196
Opbergvak...........................................................3-197
Opbergvak middenconsole..........................................3-197
Verschuifbare armsteun..............................................3-198
Dashboardkastje ...........................................................3-198
Koelbox............................................................................3-199
Opbergvak voor zonnebril..........................................3-199
Overige voorzieningen......................................3-201
Asbak ...............................................................................3-201
Bekerhouder...................................................................3-201
Zonneklep .......................................................................3-203
12V-aansluiting..............................................................3-203
Aansteker........................................................................3-205
Klok...................................................................................3-205
Jashaak............................................................................3-207
Bevestigingspunt (EN) vloermat................................3-208
Bagagenet (houder) .....................................................3-208
Rolhoes bagageruimte.................................................3-209
Opbergvak bagageruimte............................................3-212
Exterieur ............................................................3-213
Roof rack ........................................................................3-213
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 17
F18F18
Multimediasysteem ................................................4-2
Aux-, USB- en iPod®- aansluiting ..............................4-2
Antenne ...............................................................................4-3
Audiobediening op het stuurwiel...................................4-4
Audio/Video/Navigatiesysteem (AVN) .........................4-5
Bluetooth®
Wireless Technology Handsfree ............4-5
De werking van een autoradio.......................................4-6
Bedieningsorganen
en functies systeem ............................................4-16
Hoofdeenheid audio
-Uitvoering met RDS en Bluetooth
®
.........................4-16
-Uitvoering met RDS en zonder Bluetooth
®
...........4-18
Setup ..................................................................................4-20
Radio : FM, AM................................................................4-31
DAB-Radio (uitvoeringen met DAB)...........................4-33
Basisgebruik : USB / iPod® / My Music
-Uitvoering met RDS en Bluetooth
®
.........................4-36
-Uitvoering met RDS en zonder Bluetooth
®
...........4-36
Bluetooth
®
Wireless Technology Audio ....................4-41
Spraakherkenning...........................................................4-46
Vóór het rijden.......................................................5-4
Voor het instappen ...........................................................5-4
Vóór het starten................................................................5-4
Contact ....................................................................5-6
Contactslot ..........................................................................5-6
Toets Engine Start/Stop................................................5-11
Handgeschakelde transmissie............................5-20
Bediening handgeschakelde transmissie...................5-20
Goede rijgewoonten.......................................................5-22
Automatische transmissie...................................5-24
Bediening automatische transmissie..........................5-24
Parkeren ............................................................................5-29
Goede rijgewoonten.......................................................5-29
Double clutch-transmissie..................................5-31
Werking Double clutch-transmissie ...........................5-31
Parkeren ............................................................................5-38
Goede rijgewoonten.......................................................5-38
Remsysteem..........................................................5-40
Rembekrachtiging ...........................................................5-40
Remblokslijtage-indicatoren.........................................5-41
Parkeerrem (handbediend) ...........................................5-41
Elektronische parkeerrem (EPB).................................5-43
5
Rijden met uw auto
4
Multimediasysteem
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 18
F19F19
AUTO HOLD ......................................................................5-49
Antiblokkeersysteem (ABS) ..........................................5-53
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC).....................5-55
Vehicle Stability Management (VSM).........................5-59
Hill-start Assist Control (HAC).....................................5-61
Downhill Brake Control (DBC)......................................5-61
Noodstopsignaal (Emergency Stop Signal-ESS) .....5-63
Goede remgewoonten....................................................5-64
Vierwielaandrijving (4WD)..................................5-65
Rijden met vierwielaandrijving ....................................5-67
Voorzorgsmaatregelen bij een noodgeval................5-71
ISG (Idle Stop & Go) ............................................5-73
Activeren van het ISG-systeem...................................5-73
Deactiveren van het ISGsysteem ................................5-76
Storing ISG-systeem ......................................................5-77
Deactiveren van accusensor ........................................5-78
Flex-stuurwiel ......................................................5-79
In drive-stand geïntegreerd regelsysteem.......5-81
Blind spot detection-systeem (BSD) ................5-84
BSD (Blind Spot Detection)/
LCA (Lane Change Assist)..........................................5-85
RCTA (Rear Cross Traffic Alert) ..................................5-88
Autonomous emergency braking (AEB)...........5-93
Systeeminstelling en - activering ...............................5-93
AEB-waarschuwingsmelding
en systeemregeling......................................................5-95
Sensor voor het signaleren van
de afstand tot de voorligger (radar voor).............5-98
Storing in het systeem...................................................5-99
Beperkingen van het systeem...................................5-100
Snelheidslimietinformatiefunctie (SLIF).........5-104
Systeeminstelling en - activering.............................5-105
Bediening ........................................................................5-105
Display .............................................................................5-106
Aandacht van de bestuurder .....................................5-108
Lane keeping assist-systeem (LKAS).............5-109
Werking LKAS................................................................5-110
Aandacht van de bestuurder .....................................5-114
Storing LKAS ..................................................................5-115
Wijzigen LKAS-functie ................................................5-116
Snelheidslimietregelsysteem ............................5-118
Bediening snelheidsbegrenzer...................................5-118
Cruise control (met snelheidsbegrenzer).......5-120
Werking cruise control................................................5-120
Cruise control .....................................................5-125
Werking cruise control................................................5-125
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 19
F20
Rijden onder speciale rijomstandigheden......5-132
Rijden onder moeilijke mstandigheden ...................5-132
Op eigen kracht lostrekken van de auto ................5-132
Vloeiend nemen van bochten ....................................5-133
Rijden in het donker ....................................................5-133
Rijden in de regen ........................................................5-134
Doorwaden van water .................................................5-134
Rijden met hoge snelheden........................................5-135
Verkleinen van de kans op over de kop slaan......5-135
Rijden in de winter ............................................5-137
Sneeuw en ijs.................................................................5-137
Voorzorgsmaatregelen voor rijden
in de winter..................................................................5-140
Rijden met een aanhanger ...............................5-143
Als u gaat rijden met een aanhanger?....................5-144
Uitrusting voor het rijden met een aanhanger.....5-147
Rijden met een aanhanger.........................................5-148
Onderhoud bij het rijden met een aanhanger ......5-152
Massa van de auto ............................................5-153
Overbeladen ...................................................................5-153
Alarmknipperlichten...............................................6-2
Wat te doen in een noodgeval tijdens
het rijden.................................................................6-2
Als de motor afslaat tijdens het rijden .......................6-2
Als de motor afslaat op een
kruising of kruispunt .....................................................6-3
Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt...........6-3
Als de motor niet gestart kan worden ...............6-4
Als de motor niet of langzaam ronddraait .................6-4
Als de motor wel ronddraait maar niet aanslaat ......6-4
Starten met een hulpaccu ....................................6-4
Als de motor oververhit raakt .............................6-8
Controlesysteem lage bandenspanning
(TPMS) ..................................................................6-10
Controleer de bandenspanning ...................................6-10
Bandenspanningscontrolesysteem .............................6-11
Waarschuwingslampje lage bandenspanning...........6-12
Waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning en aanduiding
bandenspanning............................................................6-12
Controlelampje storing TPMS
(bandenspanningscontrolesysteem)........................6-13
F20
6
Wat te doen in een noodgeval
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 20
F21
Een wiel wisselen met TPMS .......................................6-14
Lekke band (Met reservewiel)...........................6-17
Aanwijzingen voor krikken...........................................6-17
Verwisselen van wielen..................................................6-18
Kriklabel.............................................................................6-24
EG-conformiteitsverklaring voor krik........................6-25
Lekke band (met tire mobility kit) ....................6-26
Introductie.........................................................................6-27
Aanwijzingen voor een veilig gebruik van
de Tire Mobility Kit ......................................................6-28
Componenten van het Tire Mobility Kit (TMK) .......6-29
Gebruik van de Tire Mobility Kit.................................6-30
Het dichtmiddel verdelen...............................................6-32
Controleren van de bandenspanning.........................6-32
Aanwijzingen voor een veilig gebruik van
de Tire Mobility Kit ......................................................6-33
Technische specificaties................................................6-34
Slepen ....................................................................6-35
Afneembare trekhaak....................................................6-36
Slepen in een noodgeval...............................................6-37
Motorruimte............................................................7-3
Onderhoudswerkzaamheden................................7-6
Verantwoordelijkheid van de eigenaar........................7-6
Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud
uitgevoerd door eigenaar.............................................7-6
Door de eigenaar uit te voeren
onderhoudswerkzaamheden ................................7-7
Schema voor door de eigenaar uit
te voeren onderhoudswerkzaamheden ....................7-8
Uitleg bij onderhoudsschema.............................7-10
Motorolie...............................................................7-14
Controle van het motoroliepeil....................................7-14
Motorolie verversen en filter vervangen..................7-16
Koelvloeistof.........................................................7-17
Controleren van het koelvloeistofpeil........................7-17
Vervangen van de koelvloeistof..................................7-20
Rem-/Koppelingsvloeistof..................................7-21
Controle van niveau rem-/koppelingsvloeistof.......7-21
Ruitensproeiervloeistof.......................................7-23
Ruitensproeiervloeistofniveau controleren..............7-23
Parkeerrem ...........................................................7-24
Controleer de parkeerrem ............................................7-24
F21
7
Onderhoud
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 21
F22F22
Brandstoffilter (Diesel).......................................7-24
Aftappen van water uit het brandstoffilter .............7-24
Brandstoffilterelement vervangen..............................7-24
Luchtfilter .............................................................7-25
Filter vervangen ..............................................................7-25
Interieurfilter........................................................7-27
Controle filter...................................................................7-27
Filter vervangen ..............................................................7-27
Ruitenwisserbladen..............................................7-28
Controle bladen ...............................................................7-28
Vervangen van bladen ...................................................7-28
Accu .......................................................................7-31
Voor een optimale werking van de accu...................7-31
Accucapaciteitsticker .....................................................7-33
Accu; laden van ...............................................................7-33
Te resetten onderdelen.................................................7-34
Banden en wielen ................................................7-35
Onderhoud van de banden ...........................................7-35
Aanbevolen bandenspanning koud.............................7-35
Controleren bandenspanning.......................................7-37
Wielen verwisselen ........................................................7-38
Uitlijnen en balanceren van de wielen ......................7-39
Banden vervangen..........................................................7-40
Velgen vervangen............................................................7-42
Grip .....................................................................................7-42
Onderhoud van banden.................................................7-42
Label op de wang van de band ...................................7-42
Band met een kleine hoogte-/
breedteverhouding.......................................................7-47
Zekeringen............................................................7-48
Zekering-/relaiskast ......................................................7-53
Gloeilampen ..........................................................7-63
Vervangen van koplamp, gloeilamp
statische bochtverlichting, parkeerlicht, gloeilamp richtingaanwijzer en gloeilamp
mistlamp..........................................................................7-64
Lamp richtingaanwijzer opzij vervangen..................7-69
Koplampen en mistlampen voor afstellen.................7-70
Lamp achterlichtunit vervangen..................................7-75
Gloeilamp derde remlicht vervangen..........................7-78
Vervangen van gloeilamp
kentekenplaatverlichting ............................................7-78
Gloeilamp interieurverlichting vervangen.................7-78
Onderhoud exterieur...........................................7-81
Exterieur, onderhoud .....................................................7-81
Onderhoud interieur.......................................................7-87
Emissieregelsysteem............................................7-89
Carterventilatiesysteem.................................................7-89
Brandstofdampafzuigsysteem .....................................7-89
Emissieregelsysteem ......................................................7-90
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 22
F23F23
Afmetingen .............................................................8-2
Motor .......................................................................8-2
Wattage gloeilampen .............................................8-3
Banden en wielen ..................................................8-4
Belastingsindex en snelheidsindex banden .......8-5
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht ..................8-6
Inhoud bagageruimte.............................................8-6
Aanbevolen smeermiddelen
en hoeveelheden....................................................8-7
Aanbevolen motorolie (Europa).....................................8-9
Aanbevolen SAE-viscositeitsindex..............................8-10
Voertuig-identificatienummer (VIN) .................8-11
Voertuigcertificatielabel .....................................8-11
Bandenspanningslabe..........................................8-12
Motornummer.......................................................8-12
Label aircocompressor........................................8-13
Koudemiddelsticker..............................................8-13
Conformiteitsverklaring ......................................8-13
8
Specificaties & Consumenteninformatie
TLe DUTCH foreword.qxp 5/19/2015 5:57 PM Page 23
Uw auto in één oogopslag
1
Uw auto in één oogopslag
1
Overzicht exterieur (I) ..........................................1-2
Overzicht exterieur (II) .........................................1-3
Interieur, overzicht ................................................1-4
Dashboard, oversicht (I) .......................................1-5
Dashboard, oversicht (II) ......................................1-6
Motorruimte............................................................1-7
TLe DUTCH 1.qxp 5/19/2015 7:02 PM Page 1
1-2
OOVVEERRZZIICCHHTT EEXXTTEERRIIEEUURR ((II))
Uw auto in één oogopslag
1. Panoramadak .........................................3-40
2. Voorruitenwisserbladen...........................7-29
3. Buitenspiegel ..........................................3-31
4. Portiersloten ...........................................3-15
5. Koplamp ......................................3-117, 7-64
6. Dagrijverlichting ....................................3-121
7. Mistlamp vóór .......................................3-119
8. Motorkap.................................................3-45
9. Banden en wielen...................................7-35
10. Hulpsysteem bestuurder.....................3-134
OTLE015006
Vooraanzicht
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
TLe DUTCH 1.qxp 5/19/2015 7:03 PM Page 2
1-3
Uw auto in één oogopslag
OOVVEERRZZIICCHHTT EEXXTTEERRIIEEUURR ((IIII))
1
1. Antenne ....................................................4-3
2. Ontwaseming........................................3-163
3. Tankdopklep............................................3-47
4. Sleepoog ................................................6-36
5. Achterlichtunit .........................................7-75
6. Achterruitenwisserblad ...........................7-30
7. Derde remlicht ........................................7-78
8. Achterklep...............................................3-50
OTL015002
Achteraanzicht
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
TLe DUTCH 1.qxp 5/19/2015 7:03 PM Page 3
1-4
Uw auto in één oogopslag
I
INNTTEERRIIEEUURR,, OOVVEERRZZIICCHHTT
1. Knop vergrendelen/
ontgrendelen portier ..........................3-17
2. Schakelaars ruitbediening ................3-35
3. Schakelaar centrale
portiervergrendeling ..........................3-18
4. Blokkeerschakelaar ruitbediening......3-38
5. Schakelaar spiegelbediening ............3-32
6. Toets inklapbare buitenspiegel ..........3-32
7. Koplampverstelling ..........................3-121
8. Bedieningstoets
dashboardverlichting ........................3-66
9. Toets Blind Spot Detection (BSD) ....5-84
10. Lane Keeping Assist-systeem
(LKAS) ..........................................5-109
11. Toets ESC OFF ..............................5-55
12. Toets elektrisch
bedienbare achterklep ....................3-52
13. Zekeringkast ....................................7-48
14. Stuurwiel..........................................3-24
15. Stuurwielverstellingsknop ................3-25
16. Stoel ..................................................2-4
17. Hendel motorkapontgrendeling ......3-45
OTLE015003
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
TLe DUTCH 1.qxp 5/19/2015 7:04 PM Page 4
DDAASSHHBBOOAARRDD,, OOVVEERRSSIICCHHTT ((II))
1. Schakelaar verlichting/
richtingaanwijzers ........................3-116
2. Stuurwielbediening audiosysteem/
bediening Bluetooth-telefoon ............4-4
3. Instrumentenpaneel ........................3-64
4. Schakelaar ruitenwissers
en -sproeiers ................................3-129
5. Snelheidsbegrenzer/
cruise control ......................5-118/5-120
6. Claxon ............................................3-26
7. Bestuurdersairbag ..........................2-55
8. Contactslot........................................5-6
9. Audio/AVN
............4-5/Afzonderlijk instructieboekje
10. Schakelaar alarmknipperlichten......6-2
11. Verwarmings-
en ventilatiesysteem ........3-165, 3-176
12. Voorpassagiersairbag ..................2-55
13. Dashboardkastje ........................3-198
14. Bekerhouder ..............................3-201
15. Selectiehendel ............5-20, 5-24, 5-31
16. Achterste deel middenconsole....3-197
OTL015004
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
1-5
Uw auto in één oogopslag
1
TLe DUTCH 1.qxp 5/19/2015 7:04 PM Page 5
1-6
DDAASSHHBBOOAARRDD,, OOVVEERRSSIICCHHTT ((IIII))
Uw auto in één oogopslag
1. 12V-aansluiting ............................3-203
2. Aux, USB en iPod
®
-aansluiting ........4-2
3. Aansteker......................................3-205
4. Schakelaar elektronische
parkeerrem (EPB) ..........................5-43
5. Toets rijmodus ................................5-81
6. Toets AUTO HOLD..........................5-49
7. Toets parkeerhulpsysteem achter/
parkeerhulpsysteem ..........3-135/3-139
8. Toets Downhill Brake Control (DBC) ..5-61
9. Toets 4WD LOCK/
Idle Stop & Go (ISG) ..............5-65/5-73
10. Toets slimme parkeerhulp
(SPAS) ........................................3-144
11. Toets flex-stuurwiel........................5-79
OTLE015005
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
TTTTyyyyppppeeee AA
AA
TTTTyyyyppppeeee BB
BB
TTTTyyyyppppeeee CC
CC
TLe DUTCH 1.qxp 5/19/2015 7:04 PM Page 6
1-7
Uw auto in één oogopslag
1
MMOOTTOORRRRUUIIMMTTEE
1. Koelvloeistofreservoir/radiateurdop .....7-17
2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir.......7-21
3. Luchtfilter .............................................7-25
4. Peilstok motorolie.................................7-14
5. Vuldop motorolie ..................................7-16
6. Sproeierreservoir .................................7-23
7. Zekeringkast ........................................7-48
8. Accu.....................................................7-31
OTLE075001/OTLE075002
Benzine (Gamma 1,6L GDI)
Benzine (Gamma 1,6L T-GDI)
De werkelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
TLe DUTCH 1.qxp 5/19/2015 7:05 PM Page 7
Loading...
+ 651 hidden pages