Deze handleiding moet worden beschouwd als een onderdeel van uw wagen en moet bij verkoop ook aan de
volgende eigenaar worden overhandigd.
GEGEVENS VAN DE EIGENAAR
EERSTE EIGENAAR:
AANKOOPDATUM:
TWEEDE EIGENAAR:
VERKOOPDATUM:
NAAM:
ADRES:
STRAAT:
PLAATS:
POSTCODE:
NAAM:
STRAAT:
PLAATS:
POSTCODE:
GEBRUIKSHANDLEIDING
A030A01FC-GXT
Bediening
Onderhoud
Technische gegevens
HFC001-2
De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct ten tijde van druk. Hyundai streeft echter
naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder
voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting aan te brengen.
Deze handleiding geeft een beschrijving van alle Hyundai modellen inclusief alle extra's en uitrusting. Het kan
derhalve voorkomen dat sommige van de behandelde onderwerpen niet van toepassing zijn op uw wagen.
SA020A1-FX
RICHTLIJNEN MET BETREKKING TOT HET ONDERHOUD
De onderhoudsvoorschriften voor uw nieuwe Hyundai vindt u in hoofdstuk 5. Als
eigenaar dient u er op toe te zien dat het onderhoud op de voorgeschreven termijnen
wordt uitgevoerd. Als de wagen onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt,
moet het onderhoud met kortere tussenpozen worden uitgevoerd. Gegevens
hieromtrent zijn eveneens in hoofdstuk 5 beschreven.
SA030A1-FX
EEN WOORD VOORAF
Wij zijn blij dat u voor een Hyundai heeft gekozen. Welkom bij het groeiende aantal van
prijsbewuste automobilisten die tot de aanschaf van een Hyundai hebben besloten. Elke Hyundai
is gebouwd met behulp van vooruitstrevende technieken en hoogwaardige materialen.
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het
onderhoud van uw wagen. Wij verzoeken u deze handleiding goed te lezen. De gegeven informatie
zal er toe bijdragen dat u over uw nieuwe wagen ten volle tevreden zult zijn.
Uw auto moet door de HYUNDAI dealer onderhouden worden. Onze dealers beschikken over de
vakkennis voor een hoogwaardige service, onderhoud en eventueel noodzakelijke reparaties.
SA030B2-FX
HYUNDAI MOTOR COMPANY
N.B.: Eventuele toekomstige eigenaars moeten ook kunnen beschikken over de informatie in deze
handleiding. Wij verzoeken u dan ook om bij eventuele verkoop van uw wagen deze handleiding
aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Dank u.
!
LET OP:
Er kan ernstige schade ontstaan aan de motor en de transaxle als brandstoffen en
smeermiddelen van slechte kwaliteit worden gebruikt, die niet aan de Hyundai specificaties
voldoen. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen
aan de specificaties die op bladzijde 9-4 in het hoofdstuk Technische gegevens van de
gebruikshandleiding zijn vermeld.
Copyright 2006 Hyundai Motor Company. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden
gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hyundai Motor Company.
SA040A1-FX
LET OP : WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
!
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben.
Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen
een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van
uw Hyundai. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten
hetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.
SA050A1-FX
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een
elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer
nadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u
de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage
van een radio aan uw Hyundai dealer over te laten.
INHOUD
HOOFSTUK
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
IN GEVAL VAN PECH
CORROSIEBESCHERMING EN ONDERHOUD VAN DE CARROSSERIE
ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN
EENVOUDIGE ONDERHOUD
EMISSIE REGELSYSTEEM
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
TECHNISCHE GEGEVENS
INHOUD
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
SA070A1-FX
WAARSCHUWINGEN
In deze handleiding zult u de uitdrukkingen WAARSCHUWING, LET OP en N.B.
tegenkomen. Hiermee wordt het volgende bedoeld.
!
WAARSCHUWING:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor zaken die letsel kunnen veroorzaken als
de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geadviseerd wat wel en niet te
doen, om het risico op letsel voor u en anderen te voorkomen of te verminderen.
!
LET OP:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor iets dat schade kan berokkenen aan uw
wagen of de uitrusting van uw wagen. U wordt geadviseerd wat wel en niet te
doen, om het risico op schade aan uw wagen en de uitrusting te voorkomen
of te verminderen.
N.B.:
Hierbij wordt nuttige informatie verstrekt.
A100A01A-GXT
Handleiding voor originele
Hyundai onderdelen
1. Wat zijn originele Hyundai
onderdelen?
Originele Hyundai onderdelen zijn
gelijk aan de onderdelen die door
Hyundai Motor Company bij de
fabricage van uw auto zijn gebruikt.
Ze zijn voor ontworpen en getest
voor optimale veiligheid, prestaties
en betrouwbaarheid.
2. Waarom moeten originele
onderdelen worden gebruikt?
Originele Hyundai onderdelen zijn
vervaardigd en gebouwd om te
voldoen aan de oorspronkelijke
fabriekseisen. Het gebruik van
imitatie-onderdelen, merkloze en
gebruikte onderdelen valt niet onder
de garantie voor Hyundai
automobielen of een andere
garantie. Wanneer door het
monteren van een imitatieonderdeel, een merkloos of gebruikt
onderdeel schade of een defect aan
een origineel Hyundai onderdeel
ontstaat, valt dit niet onder de
garantie van Hyundai Motor Company.
3. Op welke wijze zijn originele
Hyundai onderdelen herkenbaar?
Controleer of het Hyundai Genuine
Parts Logo op de verpakking
aanwezig is (zie hierna).
De exportspecificaties zijn alleen in
het Engels vermeld.
Originele Hyundai onderdelen zijn
alleen verkrijgbaar bij geautoriseerde Hyundai dealers.
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het
dashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen
(instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de
vloeistof van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden
gereinigd.
Voor optimale prestaties van uw auto
raden wij aan om ongelode benzine met
een octaangetal (RON) hoger dan 95/
AKI (Anti Knock Index) hoger dan 91 te
tanken. U kan gebruik maken van
ongelode benzine met een octaangetal
(RON) 91~94 / AKI 87~90, maar hierdoor
kunnen de prestaties van de auto iets
minder worden.
Het tanken van loodhoudende benzine
heeft een onherstelbare beschadiging
van de katalysator en een onvoldoende
werking van het emissieregelsysteem
tot gevolg. Bovendien kan dit hoge
onderhoudskosten met zich
meebrengen. Om vergissingen bij het
tanken te voorkomen past het vulpistool
voor loodhoudende benzine niet in de
vulopening van uw Hyundai.
Dieselbrandstof
In Hyundai automobielen met
dieselmotor moet dieselbrandstof met
een cetaangetal van 52 tot 54 worden
gebruikt.
Wanneer de dieselbrandstof in zomeren winterkwaliteit verkrijgbaar is, moet
afhankelijk van de onderstaande
temperaturen de aangegeven kwaliteit
worden gebruikt:
o Boven -5°C (23°F) .........
Zomerkwaliteit dieselbrandstof
o Onder -5°C (23°F) .........
Winterkwaliteit dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet
leeg raakt. Als de motor door
brandstoftekort afslaat, moeten de
brandstofcircuits volledig worden
ontlucht voordat de motor weer kan
worden gestart.
!
WAARSCHUWING:
Voorkom dat benzine of water in de
tank komt. Als dit toch het geval is
moet de tank worden afgetapt en de
leidingen worden doorgespoeld om
te voorkomen dat de brandstofpomp
vastloopt en daardoor de motor
beschadigd raakt.
B010B01A-AXT
Gasohol
Gasohol (een mengsel van 90%
loodvrije benzine en 10% ethanol) kan
worden gebruikt in uw Hyundai. Als
echter problemen optreden in de werking
van de motor, wordt het gebruik van
uitsluitend benzine aangeraden.
Brandstoffen met een onbekende
hoeveelheid alcohol of een andere alcohol dan ethanol mogen niet worden
gebruikt.
B010D01S-AXT
Gebruik geen methanol
Benzine die methanol bevat mag niet
worden gebruikt voor uw Hyundai. Deze
benzine kan een vermindering van de
motorprestaties tot gevolg nebben en
onderdelen van het brandstofsysteem
beschadigen.
!
LET OP:
Het gebruik van methanol of
brandstoffen die methanol bevatten
kan tot schade aan het
brandstofsysteem en een
vermindering van de motorprestaties
leiden; dit valt niet altijd onder de
garantie.
B010E01A-AXT
Benzine voor een lagere
belasting van het milieu
Hyundai raadt het gebruik aan van benzine met detergerende toevoegingen,
waardoor aanslag in de motor wordt
voorkomen. Door gebruik van deze
benzine wordt het milieu minder belast.
Deze benzine houdt de motor schoner,
waardoor de werking van het
uitlaatgasregelsysteem wordt verbeterd.
B010F01A-AXT
Rijden in het buitenland
Overtuig u voor het maken van
buitenlandse reizen van het volgende:
o Wordt voldaan aan de wettelijke
bepalingen.
o Is de geschikte benzine verkrijgbaar.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
INRIJDEN VAN UW NIEUWE
HYUNDAI
SB020A1-FX
Gedurende de eerste 2000 km
(Benzinemotor)
Voor uw Hyundai geldt geen speciale
inrijperiode. Voor een lange levensduur
en optimale prestaties van uw Hyundai
is het echter aan te bevelen gedurende
de eerste 2000 km onderstaande
aanbevelingen op te volgen:
o Rijd niet sneller dan 90 km/h.
o Houd het motortoerental tijdens het
rijden tussen 2000 en 4000/min.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet volledig
in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km
krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3 minuten
stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 2000 km
niet met een caravan of aanhanger.
1
3
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
4
STARTBLOKKERING
B020B01FC-GXT
Gedurende de eerste 1000 km
(Dieselmotor)
Voor uw Hyundai geldt geen speciale
inrijperiode. Voor een lange levensduur
en optimale prestaties van uw Hyundai
is het echter aan te bevelen gedurende
de eerste 1000 km onderstaande
aanbevelingen op te volgen:
o Houd tijdens het rijden het
motortoerental (omwentelingen per
minuut) ongeveer op 3000/min.
o Rijd niet harder dan driekwart van de
maximumsnelheid.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet volledig
in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km
krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3 minuten
stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 1000 km
niet met een caravan of aanhanger.
B880A01A-GXT
De startblokkering is een antidiefstalvoorziening en is ontworpen om
diefstal van de wagen tegen te gaan en
te vertragen.
B880B03A-GXT
Sleutels
AX10020A
Alle sloten van de auto kunnen met
dezelfde sleutel worden bediend. Omdat
de portieren zonder sleutel kunnen
worden vergrendeld, moet worden
voorkomen dat de sleutel in de auto
wordt gelaten als de portieren worden
vergrendeld.
N.B.:
Met een zelf vervaardigde
duplicaatsleutel kan het systeem niet
worden uitgeschakeld of de motor
worden gestart.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
5
B880C02A-GXT
Sleutelnummers
AX10030A
Het nummer van de autosleutels staat
vermeld op een metalen strip die bij de
aflevering van de auto aan de sleutels
is bevestigd.
Het sleutelnummer moet worden
genoteerd en op een veilige plaats
worden bewaard, voor het geval nieuwe
sleutels nodig zijn. Nieuwe sleutels
kunnen bij elke Hyundai dealer worden
besteld; hierbij moet het betreffende
sleutelnummer worden vermeld.
Voor de veiligheid moet de metalen
strip met het sleutelnummer van de
sleutelring worden verwijderd, nadat de
nieuwe auto aan u is afgeleverd.
Bovendien kan de Hyundai dealer om
veiligheidsredenen geen
sleutelnummers verstrekken.
Indien u extra sleutels nodig heeft of als
sleutels zijn verloren, kan uw Hyundai
dealer nieuwe sleutels maken.
B880D02A-GXT
Noodstartprocedure
B880D03FC
Als bij het aanzetten van het contact de
controlelamp van de startblokkering
gedurende vijf seconden knippert, is er
een storing in de startblokkering. Om
de motor te starten moet een
noodprocedure m.b.v. de contactsleutel
worden uitgevoerd.
Hierna volgt de beschrijving van de
procedure om de motor in noodgevallen
te starten. (0, 1, 2, 3 als voorbeeldcode).
N.B.:
De noodcode wordt bij de aflevering
van de auto aan u verstrekt. Raadpleeg
uw Hyundai dealer als u niet over de
noodcode beschikt.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
6
1. Om de code in te voeren moet het
contact worden aangezet ("ON") en
vervolgens weer uitgezet ("OFF");
het aantal keren is afhankelijk van
het codecijfer. De controlelamp van
de startblokkering knippert mee met
de bediening van het contactslot.
Bijvoorbeeld: bedien het contact
eenmaal voor het cijfer "1" en
tweemaal voor "2", enz. Voor het
cijfer "0" moet het contactslot echter
10 keer worden bediend.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor de
overige cijfers van de code, "1", "2",
"3".
4. Wanneer de vier codecijfers correct
zijn ingevoerd, zet dan het contact
aan "ON" en controleer of de
controlelamp van de startblokkering
brandt. Vanaf dit moment moet de
motor binnen 30 seconden worden
gestart. Na 30 seconden kan de
motor niet meer worden gestart.
N.B.:
Wanneer de motor afslaat nadat hij
m.b.v. de noodprocedure is gestart,
kan de motor binnen 8 seconden
zonder noodprocedure worden
gestart.
5. Als de controlelamp van de
startblokkering gedurende vijf
seconden knippert, moet de
noodprocedure vanaf het begin
worden herhaald.
Nadat van de noodprocedure gebruik is
gemaakt, moet zo snel mogelijk uw
Hyundai dealer worden geraadpleegd.
!
LET OP:
o Als driemaal achter elkaar een
poging tot het uitvoeren van de
noodprocedure is mislukt, moet
één uur worden gewacht voordat
opnieuw de noodprocedure kan
worden uitgevoerd.
o Als ondanks de noodprocedure
de motor niet kan worden gestart,
moet de auto door een Hyundai
dealer worden weggesleept.
PORTIERSLOTEN
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
7
B040A02Y-AXT
!
WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren
kunnen gevaarlijk zijn. Controleer
alvorens weg te rijden, vooral als
zich kinderen in de wagen
bevinden, of alle portieren goed
zijn gesloten. Hierdoor wordt
voorkomen dat de portieren tijdens
het rijden abusievelijk worden
geopend. Bovendien wordt op
deze manier, in combinatie met
het juiste gebruik van de
veiligheidsgordels, voorkomen
dat inzittenden in geval van een
ongeluk naar buiten worden
geslingerd.
o Let er alvorens een portier te
openen op dat geen verkeer van
achteren komt.
o Bij een ongeval wordt het portier
automatisch ontgrendeld.
(Indien gemonteerd)
B040B01A-AXT
Portieren met behulp van
sleutel afsluiten en openen.
Vergrendelen
o Het portier wordt vergrendeld en
ontgrendeld met behulp van een
sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de
sleutel naar de voorzijde van de
wagen te draaien en ontgrendelen
door hem naar de achterzijde van de
wagen te draaien.
Ontgrendelen
HFC2004
B040C01FC-GXT
Portieren van buitenaf afsluiten
HFC2009
De portieren kunnen zonder sleutel
worden vergrendeld.
Druk hiertoe eerst de
vergrendelingsknop in de "LOCK"-stand,
zodat de rode markering op de knop niet
meer zichtbaar is, en sluit vervolgens
het portier.
Het portier kan niet worden vergrendeld
als bij gesloten voorportieren de sleutel
zich nog in het contactslot bevindt. Dit
is normaal. (Indien gemonteerd)
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
8
N.B.:
o Let er hierbij op dat de sleutel niet
in de wagen achterblijft.
o Verwijder om diefstal te
voorkomen, altijd de
contactsleutel, sluit alle ruiten en
vergrendel de portieren en de
achterklep als de auto onbeheerd
wordt achtergelaten.
B040D01FC-GXT
Portieren van binnenuit afsluiten
Ontgrendelen
Vergrendelen
HFC2005
Voor het afsluiten van de wagen van
binnenuit is het voldoende het portier te
sluiten en de vergendelingsknop in de
"LOCK"-stand te drukken. Hierna is het
niet meer mogelijk het portier met de
binnen- of buitenhandgreep te openen.
N.B.:
Wanneer het portier is ontgrendeld,
zijn het rode merkteken en het woord
"LOCK" op de schakelaar zichtbaar.
B040E04A-AXT
Kindersloten Alleen
Achterportieren
HFC2006
Uw wagen is voorzien van kindersloten
op de achterportieren. Bij ingeschakeld
kinderslot kan het portier niet van
binnenuit worden geopend.
Om de kinderslotfunctie in te schakelen,
zodat het portier niet van binnenuit kan
worden geopend, de hendel in de stand
"
" zetten en het portier sluiten.
Beweeg de hendel in de stand "
terug te keren naar normale
deurbediening.
" om
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
9
Het portier kan van buitenaf met de
handgreep aan de buitenzijde worden
geopend.
De portieren worden centraal
vergrendeld door de vergrendelingsknop
van het bestuurdersportier naar voren
of naar achteren te drukken. Als het
portier aan passagierszijde of de
achterportieren zijn geopend terwijl de
knop wordt ingedrukt, worden deze
vergrendeld als ze worden gesloten.
N.B.:
o Wanneer de schakelaar naar
achteren wordt gedrukt, worden
alle portieren en de achterklep
ontgrendeld.
Wanneer de schakelaar naar voren
wordt gedrukt, worden alle
portieren en de achterklep
vergrendeld.
o Wanneer het portier is
ontgrendeld, zijn het rode
merkteken en het woord "LOCK"
op de schakelaar zichtbaar.
o De centrale portiervergrendeling
wordt bediend door de sleutel naar
de voor- of achterzijde van de auto
te draaien (met diefstalbeveiliging:
bestuurders en passagiersportier,
zonder diefstalbeveiliging: alleen
bestuurdersportier).
o Als de portieren meerdere keren
snel achter elkaar worden ver- en
ontgrendeld met de sleutel of de
slotschakelaar, dan is het mogelijk
dat het systeem tijdelijk niet werkt.
Hierdoor wordt het circuit
beschermd en wordt beschadiging
van componenten voorkomen.
Wanneer de snelheid gedurende 2~3
seconden boven 40 km/h is, worden
voor de veiligheld van de bestuurder en
passagiers alle portieren vergrendeld.
Als de contactsleutel wordt verwijderd
worden alle portieren automatisch
ontgrendeld.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
DIEFSTALBEVEILIGINGS-
10
INSTALLATIE
B070A01A-GXT
(Indien gemonteerd)
Met deze installatie wordt het
binnendringen van onbevoegden in uw
wagen bemoeilijkt. De installatie werkt
in drie fasen: de eerste is de
activeerfase, de tweede de alarmfase
en de derde de uitschakelfase. Als het
alarm afgaat, wordt een sirene in werking
gesteld.
B070B01O-GXT
Activeerfase
Vergrendelen
(1) Verwijder de contactsleutel uit het
contactslot.
(2) Zorg ervoor dat de motorkap en de
achterklep gesloten zijn.
(3) Vergrendel de portieren met behulp
van de afstandsbediening van de
centrale vergrendeling.
Nadat de bovenstaande handelingen
correct zijn uitgevoerd knipperen de
richtingaanwijzers eenmaal om aan te
geven dat het systeem is ingeschakeld.
N.B.:
1) Indien een portier, de achterklep
of de motorkap geopend blijft,
wordt het systeem niet
geactiveerd.
2) In dit geval moet de installatie
opnieuw worden geactiveerd,
zoals hierboven wordt beschreven.
B070C01FC-GXT
Alarmfase
Het alarm gaat af indien zich bij
geparkeerde wagen en geactiveerde
installatie één van de volgende
omstandigheden voordoet:
1) Een voor- of achterportier wordt
geopend zonder gebruik te maken
van de afstandsbediening.
2) De achterklep kan zonder gebruik
van de afstandsbediening worden
geopend.
3) De motorkap wordt geopend.
De alarmsirene wordt ingeschakeld en
de richtingaanwijzers knipperen
gedurende 27 seconden. Om het
systeem uit te schakelen, moet een
portier of de achterklep met de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
Ontgrendelen
Parkeer de wagen en zet de motor af.
Activeer de installatie zoals hieronder
beschreven.
B070B01FC
!
LET OP:
Activeer de installatie niet als zich
nog iemand in de wagen bevindt. Als
dit wel geschiedt, zal het alarm afgaan
als de betreffende persoon de wagen
verlaat.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
11
B070D02O-AXT
UITSCHAKELFASE
3A9BA21
Het systeem wordt op de volgende
wijze uitgeschakeld:
Het bestuurders- of passagiersportier
wordt ontgrendeld door het indrukken
van de "UNLOCK" toets van de
afstandsbediening.
Na het uitvoeren van de
bovengenoemde handelingen knipperen
de richtingaanwijzers tweemaal om aan
te geven dat het systeem is
uitgeschakeld.
N.B.:
Nadat het systeem is uitgeschakeld,
kan het alleen weer worden
ingeschakeld door de
inschakelprocedure opnieuw uit te
voeren.
!
LET OP:
De alarminstallatie kan alleen met de
afstandsbediening worden
uitgeschakeld. Kan de installatie niet
met de afstandsbediening worden
uitgeschakeld, ga dan als volgt te
werk:
1. Ontgrendel het portier met de
sleutel; hierdoor wordt het alarm
geactiveerd.
2. Steek de sleutel in het contactslot
en draai de sleutel in de stand
"ON".
3. Wacht 30 seconden.
Nadat de bovenstaande handelingen
zijn uitgevoerd, wordt de
alarminstallatie uitgeschakeld.
B070F02A-GXT
Afstandsbediening
(Keyless Entry System)
Portieren vergrendelen
1. Sluit alle portieren.
2. Druk de toets "LOCK" op de
afstandsbediening in.
3. Nadat de portieren zijn vergrendeld,
knipperen de richtingaanwijzers
eenmaal, om aan te geven dat het
systeem is ingeschakeld.
Portieren ontgrendelen
1. Druk de toets "UNLOCK" op de
afstandsbediening in.
2. Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
knipperen de richtingaanwijzers
tweemaal, om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
N.B.:
In de volgende omstandigheden
werkt de afstandsbediening niet:
- Als het contact aan staat.
- Als de afstandsbediening buiten
het bereik van de ontvanger is (10
m).
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
12
- Als de batterij in de
afstandsbediening (bijna) leeg is.
- Als er zich voorwerpen tussen de
afstandsbediening en de
ontvanger bevinden.
- Als de buitentemperatuur erg laag
is.
- Als de afstandsbediening zich in
de buurt van een radiozender of
een luchthaven bevindt, waardoor
de normale werking van de
afstandsbediening verstoord
wordt.
Vergrendel en ontgrendel de
portieren met de contactsleutel
wanneer de afstandsbediening niet
juist werkt. Neem contact op met een
officiële Kia-dealer indien u
problemen met de afstandsbediening
heeft.
N.B.:
Zorg ervoor dat de afstandsbediening
niet nat wordt. Beschadiging van de
afstandsbediening door water of
andere vloeistoffen, valt niet onder
de fabrieksgarantie.
B070E02HP-GXT
Batterij vervangen
Als de batterij van de afstandsbediening
zwak begint te worden, kan het nodig
zijn om de toets verschillende malen in
te drukken om de portieren te
vergrendelen en te ontgrendelen - ook
de LED brandt niet. Vervang de batterij
zo snel mogelijk.
Batterijtype: CR2032
Vervangingsinstructies:
Schroevendraaier
MSO-0048-1
1. Maak de huishelften met een platte
schroevendraaier los zoals in de
afbeelding is weergegeven.
Tas
Accu
MSO-0048-2
2. Verwijder de oude batterij uit het huis
en noteer de polariteit. Controleer of
de polariteit van de nieuwe batterij
hetzelfde is (pluszijde omlaag) en
breng hem in de afstandsbe-diening
aan.
PORTIERRUITEN
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
13
B050A01A-AXT
B050A01FC
De portierruit wordt geopend of gesloten
door de ruitslinger links- of rechtsom te
draaien.
!
WAARSCHUWING:
Let er op dat bij het sluiten van de ruit
geen verwondingen aan armen of
handen kunnen ontstaan (kinderen!)
De elektrische ruitbediening werkt met
het contactslot in de stand "ON". De
bedieningsschakelaars bevinden zich
in de armleuning aan bestuurderszijde
en bedienen de ruiten voor en achter
aan beide zijden van de auto. De ruiten
kunnen worden geopend door de
betreffende schakelaar naar beneden
te drukken en worden gesloten door de
schakelaar omhoog te verplaatsen. Druk
voor het openen van de ruit aan
bestuurderszijde de schakelaar (1) naar
beneden. De ruit beweegt zolang de
schakelaar wordt bediend.
HFC2013
Om de werking van de ruitbediening te
blokkeren, is een blokkeerschakelaar
aangebracht in de armleuning van het
bestuurdersportier.
Druk de blokkeerschakelaar in om de
ruitbediening uit te schakelen.
Druk de blokkeerschakelaar opnieuw in
om de werking van de ruitbediening
weer mogelijk te maken.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
14
STOELINSTELLING
Ruit met tiptoetsbediening
(bestuurderszijde)
De ruit met tiptoetsbediening wordt
volledig geopend door de schakelaar in
te drukken; de beweging wordt
onderbroken als de schakelaar opnieuw
wordt ingedrukt.
!
WAARSCHUWING:
1) Let er bij het sluiten van een ruit
op dat hoofd of handen niet
bekneld raken.
2) Probeer nooit de hoofdschakelaar
en de subschakelaar tegelijkertijd
in tegenovergestelde richting te
bedienen, omdat de ruit dan stopt
en het niet meer mogelijk is deze
te openen of te sluiten.
3) Laat kinderen nooit alleen in de
wagen achter. Verwijder voor hun
veiligheid altijd de contactsleutel.
B080A01FC-GXT
!
WAARSCHUWING:
De stoel niet verstellen tijdens het
rijden. Hierdoor kunt u de macht
over het stuur verliezen.
B080B02FC-GXT
VOORSTOELEN
Stoel voorwaarts en
achterwaarts verstellen
HFC2024
Om de stoel naar voren of naar achteren
te verstellen, dient men de
stoelvergrendelingshendel naar boven
te trekken. Nu kan de stoel in de
gewenste positie versteld worden.
Wanneer de gewenste positie gevonden
is, laat dan de hendel los en schuif de
stoel voorwaarts of achterwaarts totdat
hij vast in de vergrendeling zit en niet
verder geschoven kan worden.
!!
WAARSCHUWING:
Om er zeker van te zijn dat de stoel
correct is vergrendeld, dient de
stoel voor- of achterwaarts
verschoven te worden zonder de
vergrendelingshendel te bedienen.
B080C01A-AXT
Rugleuning verstellen
WAARSCHUWING:
Om het risico van persoonlijk letsel
bij een ongeval of plotseling
afremmen tot een minimum te
beperken, moeten de rugleuningen
van de stoelen van zowel de
bestuurder als de pasaagier altijd in
een zo recht mogelijke stand staan
wanneer met de auto wordt gereden.
De bescherming die de
veiligheidsgordels bieden wordt
aanzienlijk beperkt als de rugleuning
schuin achterover staat; het risico
dat de bestuurder of passagier in dat
geval onder de gordel doorschuift is
groter, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B080D03A-AXT
Verstelbare hoofdsteunen
Vergrendelingsknop
HFC2028
Hoofdsteunen zijn ontworpen om de
kans op nekletsel te verminderen.
Trek de hoofdsteun naar boven om hem
hoger te stellen. Druk de knop in en de
hoofdsteun naar beneden om hem lager
te stellen.
1
15
HFC2025
Trek de ontgrendelingsknop omhoog
en zet de rugleuning in de gewenste
stand. De rugleuning wordt vergrendeld
door de knop los te laten.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
16
!
WAARSCHUWING:
B080D01JM
o Om de optimale bescherming te
kunnen bieden bij een aanrijding
moet het midden van de
hoofdsteun op gelijke hoogte met
de ogen van de inzittende worden
ingesteld. Om veiligheidsredenen
wordt het gebruik van een kussen
tussen de rugleuning en de rug
van de inzittende afgeraden.
o Omwille van de veiligheid is het
niet aan te bevelen met verwijderde
hoofdsteunen te rijden.
De lendesteun wordt harder door de
knop naar voren te draaien en zachter
door deze knop naar achteren te draaien.
1. Maximale steun
2. Minimale steun
2
HFC2027
B080F01S-AXT
Hoogte van voorstoel
verstellen
(alleen bestuurdersstoel)
(Indien gemonteerd)
HFC2026
Voor het verstellen van de zittinghoogte
moet de draaiknop in de gewenste
richting worden gedraaid.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
17
B080G01O-AXT
OPBERGLADE
(Indien gemonteerd)
HFC2059
De opberglade bevindt zich onder de
stoel van de voorpassagier. Trek de
lade naar voren om hem te openen.
!
WAARSCHUWING:
Om verwondingen bij een aanrijding
of plotselinge remmanoeuvres te
voorkomen, moet de lade tijdens het
rijden gesloten blijven.
B080H01FC-GXT
ACHTERBANK
Stoel voorwaarts en
achterwaarts verstellen
HFC2060
Om de stoel naar voren of naar achteren
te verstellen, dient men de
stoelvergrendel ingshendel naar boven
te trekken. Dit laat de stoel los van zijn
stoelvergrendeling zodat hij naar voren
of achteren in de gewenste positie
versteld kan worden.
Wanneer de gewenste positie gevonden
is, laat dan de hendel los en schuif de
stoel voorwaarts of achterwaarts totdat
hij vast in de vergrendeling zit en niet
verder geschoven kan worden.
B080I01FC-GXT
Rugleuning verstellen
Hefboom achterbankleuning
HFC2061
Druk om de rugleuning te verstellen de
hefboom omhoog en laat hem los als de
gewenste hoek is bereikt.
Let er na het verstellen van de rugleuning
op dat hij goed is vergrendeld in de
ingestelde stand.
!
LET OP:
Bij het verstellen van de rugleuning
moet de kantelhefboom in de
vergrendelde stand staan.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
18
B080D02A-AXT
Verstelbare hoofdsteunen
Vergrendelingsknop
B090A01FC
Hoofdsteunen zijn ontworpen om de
kans op nekletsel te verminderen.
Trek de hoofdsteun naar boven om hem
hoger te stellen. Druk de knop in en de
hoofdsteun naar beneden om hem lager
te stellen.
!
WAARSCHUWING:
B080D01JM
o Om de optimale bescherming te
kunnen bieden bij een aanrijding
moet het midden van de
hoofdsteun op gelijke hoogte met
de ogen van de inzittende worden
ingesteld. Om veiligheidsredenen
wordt het gebruik van een kussen
tussen de rugleuning en de rug
van de inzittende afgeraden.
o Omwille van de veiligheid is het
niet aan te bevelen met verwijderde
hoofdsteunen te rijden.
o Verstel de hoofdsteun niet tijdens
het rijden.
B090B01FC-GXT
Omklappen van rugleuning en
zitting van achterste bank
Voor meer comfort kan de volledige
achterbank met zitting omlaag en naar
voren worden geklapt.
Hefboom
achterbankleuning
HFC2074
1. Zet de achterbank in de achterste
stand.
2. Verwijder de hoofdsteun.
3. Druk om de rugleuning omlaag te
klappen de hefboom van de
rugleuning naar binnen, houd hem
vast en klap vervolgens de rugleuning
omlaag.
Hefboom zitting
4. Trek de hefboom van de zitting
omhoog en klap de zitting omhoog.
!
LET OP:
Kantel na het sluiten van de
bekerhouder in de achterconsole de
rugleuning en de zitting terug om
beschadiging te voorkomen.
HFC2075
Bevestiging
-sband
HFC2076
5. Om de bank vast te zetten de
bevestigingsband onder de zitting
aan de bevestigingen van de
hoofdsteunen van de voorstoelen
vastzetten.
6. Breng de verwijderde hoofdsteunen
aan tussen de rugleuning en de zitting,
zodat ze bij een noodstop of een
ongeval niet maar voren worden
geslingerd.
7. Ga voor het terugzetten van de zitting
en de rugleuning in omgekeerde
volgorde te werk.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
WAARSCHUWING:
o Let er bij het terugzetten van de
rugleuning in de normale stand
op dat de veiligheidsgordels
bereikbaar zijn en normaal kunnen
worden gebruikt.
o Door het opklappen van de zitting
en het neerklappen van de
rugleuning is een grotere
laadruimte beschikbaar. Laat geen
personen in de laadruimte
plaatsnemen wanneer met de auto
wordt gereden. Hier bevinden zich
geen normale zitplaatsen en de
veiligheidsgordels kunnen met de
rugleuning neergeklapt niet
worden gebruikt. Passagiers die
zich niet op een normale zitplaats
bevinden en geen
veiligheidsgordels dragen kunnen
bij een noodstop of ongeval
ernstig of dodelijk verwond raken.
1
19
o Controleer bij het terugzetten van de
rugleuning altijd of de vergrendeling
heeft aangegrepen door aan de
bovenzijde van de rugleuning te
trekken en te duwen.
Loading...
+ 202 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.