Husqvarna 42 User Manual [nl]

4 (1)
42/242XP/246
Gebruiksaanwijzing
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en begint niet te werken voor u alles duidelijk heeft begrepen.
101 89 26-36

VERKLARING VAN DE SYMBOLEN

Symbolen op de zaag:
WAARSCHUWING! Motorkettingzagen kunnen gevaarlijk zijn! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen.
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en begint niet te werken voor u alles duidelijk heeft begrepen.
Draag altijd:
Goedgekeurde veiligheidshelm
Goedgekeurde gehoorbeschermers
Veiligheidsbril of vizier
Symbolen in de gebruiksaanwijzing:
Gebruik altijd goedgekeurde veiligheidshandschoenen.
Moet regelmatig schoongemaakt worden.
Controleer met het blote oog.
Gebruik van veiligheidsbril of vizier verplicht.
2 – Nederlands

INHOUD

Voor u uw nieuwe kettingzaag gebruikt
• Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig.
• Controleer de montage en de afstelling van de zaaguitrusting. Zie blz. 25.
• Tank, start de zaag en controleer de instelling van de carburateur. Zie blz. 26-29.
• Begin niet te zagen voor de kettingsmeerolie de ketting heeft bereikt. Zie blz. 14.
BELANGRIJK! Te arm afstellen van de carburateur verhoogt het risico op motorpech. Onvoldoende onderhoud van het luchtfilter veroorzaakt afzettingen op de bougie. Dit kan moeilijkheden bij het starten veroorzaken. Een verkeerd afgestelde ketting leidt tot meer slijtage of beschadigingen van het zaagblad, het kettingwiel en de ketting.
WAARSCHUWING!
!
De oorspronkelijke vormgeving van de motorkettingzaag mag in geen enkel geval gewijzigd worden zonder toestand van de fabrikant. Men moet altijd originele onderdelen gebruiken. Niet goedgekeurde wijzigingen en/ of niet-originele onderdelen kunnen tot ernstige verwondingen of de dood van zowel gebruiker als omstanders leiden.
Inhoud
Verklaring van de symbolen........................2
Veiligheidsinstructies
Persoonlijkeveiligheidsuitrusting .............................4
Veiligheidsuitrusting van de
motorkettingzaag.....................................................4
Controle, onderhoud en service van de
veiligheidsuitrusting van de motorkettingzaag..................... 8
Zaaguitrusting .......................................................10
Maatregelen die terugslag voorkomen..................16
Algemene veiligheidsinstructies ............................18
Algemene werkinstructies .....................................19
Wat is wat?
Wat is wat? ........................................................................ 24
Monteren
Monteren van zaagblad en ketting .................................... 25
Brandstofhantering
Brandstof ........................................................................... 26
Tanken ............................................................................... 27
Starten en stoppen
Starten en stoppen ............................................................ 28
Onderhoud
Carburateur ....................................................................... 29
Starter................................................................................ 30
Luchtfilter ........................................................................... 31
Bougie ............................................................................... 31
Knalpot .............................................................................. 31
Naaldlager smeren ............................................................ 32
Het instellen van de oliepomp ........................................... 32
Koelsysteem ...................................................................... 32
Elektrisch verwarmde handvatten ..................................... 32
Gebruik in de winter .......................................................... 32
Dagelijks onderhoud.......................................................... 33
Wekelijks onderhoud ......................................................... 33
Maandelijks onderhoud ..................................................... 33
Technische gegevens
42 ......................................................................................34
242XP................................................................................ 34
246 .................................................................................... 35
Nederlands – 3

VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

Als motorkettingzagen slordig of verkeerd
!
gebruikt worden, kunnen ze gevaarlijk gereedschap zijn en tot ernstige, zelfs levensgevaarlijke verwondingen leiden. Het is erg belangrijk dat u deze gebruiksaanwijzing leest en begrijpt.
PERSOONLIJKE VEILIGHEIDSUITRUSTING
HET GROOTSTE GEDEELTE VAN
!
• HELM
• GEHOORBESCHERMERS
• VEILIGHEIDSBRIL OF VIZIER
ONGEVALLEN MET MOTORKETTINGZAGEN GEBEUREN WANNEER DE MOTORKETTINGZAAG DE GEBRUIKER RAAKT. Wanneer men de motorkettingzaag gebruikt, moet men door de autoriteiten goedgekeurde persoonlijke veiligheidsuitrusting gebruiken. Persoonlijke veiligheidsuitrusting elimineert de risico’s niet, maar vermindert het schadelijk effect in geval van een ongeval. Vraag uw dealer om raad wanneer u uw uitrusting koopt.
VEILIGHEIDSUITRUSTING V AN DE MOTORKETTINGZAAG
Hier verklaren wat de veiligheidsdetails van de motorkettingzaag zijn, welke functie ze hebben en hoe de controle en het onderhoud moeten uitgevoerd worden om hun goede werking veilig te stellen. (In het hoofdstuk ziet u waar deze details zich bevinden op uw motorkettingzaag).
GEBRUIK DE MOTORKETTINGZAAG NOOIT
!
1 Kettingrem
met terugslagbeveiliging
2 Gashendelvergrendeling
3 Kettingvanger
ALS DE VEILIGHEIDSDETAILS DEFECT ZIJN. Volg de controle-, onderhouds- en service­instructies die in dit hoofdstuk beschreven worden.
“Wat is wat?”
• HANDSCHOENEN MET ZAAGBESCHERMING
• VEILIGHEIDSBROEK MET ZAAGBESCHERMING
• LAARZEN MET ZAAGBESCHERMING, STALEN NEUS EN ANTI-SLIP ZOOL
4 Rechterhandbescherming
5 Trillingdempingssysteem
6 Stopschakelaart
7 Knalpot
Verder moet de kleding goed aansluiten zonder u in uw bewegingen te belemmeren.
U MOET ALTIJD EEN
EHBO-KIT BIJ U HEBBEN.
4 – Nederlands
8 Zaaguitrusting
(zie hoofdstuk
“Zaaguitrusting”
)
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1 Kettingrem met terugslagbeveiliging
Uw motorkettingzaag is voorzien van een kettingrem die de ketting in geval van terugslag onmiddellijk stopt. Een kettingrem vermindert het risico op ongevallen, maar alleen u als gebruiker kunt ze voorkomen.
Wees voorzichtig wanneer u de motorkettingzaag gebruikt en zorg ervoor dat de terugsslagrisico-sector van het zaagblad nooit in contact komt met een voorwerp.
1 De rem (A) wordt ofwel
manueel (met de linkerhand) of via het traagheidsmechanisme (via een in verhouding tot de motorkettingzaag vrij pendelend gewicht. Op de meeste van onze model­len doet de terugslagbeveiliging dienst als tegenwicht voor de terugslagrichting.) geactiveerd.
A
B
B
2 De terugslagbeveiliging
werd niet alleen geconstrueerd om de kettingrem te activeren.
Een andere belangrijke functie is dat ze het risico vermindert dat de linkerhand de ketting raakt wanneer men de greep op het voorste handvat verliest.
3 Gebruik de kettingrem als
parkeerrem wanneer u zich verplaatst en tijdens kort “parkeren”! Behalve het feit dat een motorkettingzaag met kettingrem bij terugslag het risico op ongevallen vermindert, kan en moet de kettingrem manueel geactiveerd worden om ongevallen te voorkomen wanneer omstanders of de omgeving onopzettelijk in contact kunnen komen met de ketting.
Het activeren vindt plaats wanneer de terugslagbeveiliging (B) naar voren wordt geduwd.
Deze beweging activeert een met een veer gespannen mechanisme dat de remband (C) rond het kettingaandrijvingssysteem van de motor (D) (“koppelingtrommel”) spant.
D
B
C
4 De ketting wordt ontkopp-
eld door de terugslagbeveiliging naar achter te duwen, naar het voorste handvat.
5 Zoals beschreven in
hoofdstuk A, kan een terugslag bliksemsnel en erg krachtig zijn.
Meestal is de terugslag erg licht en wordt de kettingrem niet altijd geactiveerd. In die gevallen is het belangrijk dat men de motorkettingzaag stevig vasthoudt en niet laat vallen.
Nederlands – 5
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
6 Hoe de kettingrem geactiveerd wordt, manueel of via het
traagheidsmechanisme, wordt bepaald door de sterkte van de terugslag en door de positie van de motorkettingzaag in verhouding tot het voorwerp waarmee de terugslagrisico­sector in contact komt.
Bij hevige terugslag en wanneer de terugslagrisico-sector van de motorkettingzaag zich zo ver mogelijk van de gebruiker bevindt, wordt de kettingrem geactiveerd door het traagheidsmechanisme via het tegenwicht van de kettingrem (“TRAAGHEID”) in de terugslagrichting.
Bij minder hevige terugslag en wanneer de terugslagrisico-sector van de motorkettingzaag zich dichter bij de gebruiker bevindt, wordt de kettingrem manueel geactiveerd met de linkerhand.
2 Gashendelvergrendeling
De gashendelvergrendeling is geconstrueerd om onvrijwillige activering van de gashendel te voorkomen. Wanneer de vergrendeling (A) in het handvat wordt gedrukt (=wanneer men het handvat vasthoudt) wordt de gashen­del ontkoppeld (B). Wanneer men het handvat loslaat, gaan zowel de gashendel als de gashendelvergrendeling naar hun respectievelijke beginposities. Dit gebeurt via twee van elkaar onafhankelijke retourveersystemen. Deze positie houdt in dat de gashendel automatisch vergrendeld wordt op “station­air draaien”.
A
3 Kettingvanger
De kettingvanger is geconstrueerd om een losgeraakte of gebarsten ketting p te vangen. Dit kan meestal voorkomen worden door de ketting juist aan te spannen (zie hoofdstuk
“Monteren”
onderhoud en service van het zaagblad en de ketting te zorgen (zie hoofdstuk
mene gebruiksinstructies”
) en voor een goed
“Alge-
).
B
7 Met de motorkettingzaag
in de velpositie grijpt de linkerhand het voorste handvat zo beet dat manueel activeren van kettingrem onmogelijk wordt.
Bij deze greep, d.w.z. wanneer de linkerhand zo geplaatst is dat ze de beweging van de terugslagbeveiliging niet kan beïnvloeden, kan de kettingrem uitsluitend geactiveerd worden via het traagheidsmechanisme.
Het traagheids­mechanisme biedt een groot aantal voordelen, maar er zijn wel bepaalde voorwaarden van toepassing (zie punt 6 hierboven).
4 Rechterhandbescherming
De rechterhandbescherming moet er behalve de hand beschermen wanneer de ketting losraakt of breekt, ook voor zorgen dat de takken en twijgen de grip op het achterste handvat niet beïnvloeden.
6 – Nederlands
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
5 Trillingdempingssysteem
Uw motorkettingzaag is uitgerust met een trillingdempingssysteem dat geconstrueerd is om zo trillingvrij en comfortabel mogelijk met de zaag te kunnen werken.
De trillingen waaraan u wordt blootgesteld wanneer u een motorkettingzaag gebruikt, worden veroorzaakt door het “ongelijkmatige” contact dat tijdens het zagen ontstaat tussen de ketting en de boom.
Zagen in een “harde” houtsoort (de meeste loofbomen) veroorzaakt meer trillingen dan zagen in een “zachte” houtsoort (de meeste naaldbomen). Zagen met een botte of verkeerde ketting (verkeerd type of verkeerd geslepen) verhoogt het trillingniveau.
6 Stopschakelaar
De stopschakelaar moet gebruikt worden om de motor uit te schakelen.
7 Knalpot
De knalpot werd ontworpen om het geluidsniveau zo laag mogelijk te houden, en om de uitlaatgassen weg te richten van de gebruiker.
Het trillingdempingssysteem van de motorkettingzaag reduceert het overbrengen van de trillingen van de motoreenheid/zaaguitrusting op de handvateenheid van de motorkettingzaag. De motoreenheid inclusief de zaaguitrusting is via een zogenaamd trillingdempend element opgehangen in de handvateenheid.
Als men teveel wordt blootgesteld aan
!
trillingen, kan dit tot bloedvat- en zenuwbeschadigingen leiden bij personen die en slechte bloedcirculatie hebben.Consulteer uw dokter wanneer symptomen heeft die daarop wijzen. Zulke symptomen zijn: slapen vingers e.d., geen gevoel, “kriebelend” gevoel, “speldeprikken”, pijn, geen of weinig kracht, huidverkleuringen of veranderingen van het huidoppervlak. Deze symptomen hebben meestal betrekking op vingers, handen of polsen.
De uitlaatgassen van de motor zijn heet en
!
In landen met een warm en droog klimaat is het risico op bosbranden erg groot. Daarom is de knalpot van bepaalde motorkettingzagen uitgerust met een zogenaamde “VONKENOPVANGNET”. Controleer of de knalpot van uw motorkettingzaag uitgerust is met zo’n net.
Voor de knalpot is het erg belangrijk dat de controle-, onderhouds- en service­instructies gevolgd worden (zie hoofdstuk
onderhoud en service van de veiligheidsuitrusting van de motorkettingzaag”
kunnen vonken bevatten die brand kunnen veroorzaken. Start de zaag daarom nooit binnenshuis of in de buurt van licht ontvlambaar materiaal.
“Controle,
).
!
Tijdens het gebruik van de motorkettingzaag en een tijdje daarna is de knalpot erg warm. RAAK DE KNALPOT NIET AAN WANNEER HIJ WARM IS!
Nederlands – 7
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Controle, onderhoud en service van de veiligheidsuitrusting van de motorkettingzaag
Om service en reparaties aan de
!
1 Kettingrem met terugslagbescherming
1 Controle van de remvoeringslijtage
Maak de kettingrem en de koppelingtrommel vrij van houten spaanders, hars en vuil. Vuil en slijtage hebben een negatieve invloed op het remvermogen.
Controleer regelmatig of de dikte van de remvoering op de meest versleten plaats tenminste 0,6 mm bedraagt.
motorkettingzaag uit te voeren, moet u een SPECIALE OPLEIDING HEBBEN. Dit geldt vooral voor de veiligheidsuitrusting van de motorkettingzaag. Als de motorkettingzaag één van de volgende controles niet goed doorstaat, moet u ermee naar uw SERVICEWERKPLAATS gaan. Als u één van onze produkten koopt, garandeert dit dat de reparaties en service door een vakman worden uitgevoerd. Als u uw motorkettingzaag heeft gekocht bij één van onze dealers die geen servicewerkplaats heeft, vraag hem dan waar de dichtstbijzijnde erkende werkplaats is.
3 Controle van het traagheidsmechanisme
Hou de motorkettingzaag boven een boomstronk of een ander stabiel voorwerp. Laat het voorste handvat los en laat de motorkettingzaag door zijn eigen gewicht, scharnierend rond het achterste handvat, naar beneden naar de stronk toe vallen.
Wanneer de punt van het zaagblad de stronk raakt, moet de rem geactiveerd worden.
4 Remvermogen controleren
Start de motorkettingzaag en plaats ze op een stabiele ondergrond. Zorg ervoor dat de motorkettingzaag niet in contact kan komen met de grond of een ander voorwerp.
2 Terugslagbescherming controleren
A) Controleer of de
terugslagbescherming geen zichtbare beschadigingen vertoont zoals materiaalbarsten.
B) Duw de
terugslagbescherming naar voor en terug naar achter om te controleren of hij gemakkelijk loopt en of hij stabiel verankerd is bij zijn verbinding in het koppelingdeksel.
8 – Nederlands
Hou de motorkettingzaag stevig vast met duimen en vingers rond de hand­vatten.
Geef volgas en activeer de kettingrem door uw linkerpols naar de terugslagbeweging te bewegen. Laat het voorste handvat niet los.
De ketting moet onmiddellijk stoppen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
2 Gashendelvergrendeling
1 Controleer of de gashen-
del vergrendeld is in de “STATIONAIRE STAND” wanneer de gashendelvergrendeling in de oorspronkelijke stand staat.
2 Druk de
gashendelvergrendeling in en controleer of hij teruggaat naar zijn oorspronkelijke positie wanneer u hem loslaat.
3 Controleer of de gashen-
del en de gashendelvergrendeling vlot lopen en of hun retourveersystemen werken.
4 Start de motorkettingzaag
en geef vol gas. Laat de gashendel los en controleer of de ketting stopt en stil blijft staan. Als de ketting roteert wanneer de gashendel in de “STATIONAIRE STAND” stand staat, moet de “STATIONAIR DRAAIEN-INSTELLING” van de carburateur gecontroleerd worden. Zie hoofdstuk
“Onderhoud”
.
3 Kettingvanger
4 Rechterhandbescherming
Controleer of de RECHTERHAND­BESCHERMING geen zichtbare beschadigingen vertoont, b.v. materiaalbarsten.
5 Trillingdempingssystem
Controleer regelmatig het trillingdempingselement op materiaalbarsten en vervormingen.
Controleer of het trillingdempingselement vast verankerd is tussen de motoreenheid en de handvateenheid.
6 Stopschakelaar
Start de motor en controleer of de motor wordt uitgeschakeld wanneer de stopschakelaar naar de stopstand wordt gevoerd.
Controleer of de KETTINGVANGER niet beschadigd is en hij vast zit in de zaageenheid.
Nederlands – 9
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
7 Knalpot
Gebruik de motorkettingzaag nooit wanneer de knalpot defect is.
Controleer regelmatig of de knalpot vastzit in de motorkettingzaag.
Als de knalpot van uw motorkettingzaag uitgerust is met een vonkenopvangnet, moet dit regelmatig schoongemaakt worden. Een verstopt net leidt tot oververhitting van de motor wat tot ernstige beschadigingen van de motor leidt. Gebruik de
knalpot nooit wanneer het vonkenopvangnet ontbreekt of defect is.
GEBRUIK DE MOTORKETTINGZAAG NOOIT
!
WANNEER DE VEILIGHEIDSUITRUSTING DEFECT IS. DE VEILIGHEIDSUITRUSTING VAN DE MOTORKETTINGZAAG MOET GECONTROLEERD EN ONDERHOUDEN WORDEN ZOALS BESCHREVEN IN DIT HOOFDSTUK. ALS UW MOTORKETTINGZAAG NIET DOOR ALLE CONTROLES KOMT, MOET U ERMEE NAAR UW SERVICEWERKPLAATS VOOR REPARATIE.
ZAAGUITRUSTING
In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u door het juiste onderhoud en door het juiste type zaaguitrusting te gebruiken:
• Het terugslagrisico van uw motorkettingzagen reduceert.
• Het risico op losraken en barsten van de ketting vermindert.
• Een maximum zaagprestatievermogen krijgt.
• De levensduur van de zaaguitrusting verlengt.
De 5 basisregels
1 Gebruik uitsluitend de
door ons aanbevolen zaaguitrusting! Zie
hoofdstuk
gegevens”
2 Zorg ervoor dat de
tanden van de ketting goed en juiste geslepen zijn! Volg onze instructies en gebruik de aanbevolen vijlmal.
Een verkeerd geslepen of beschadigde ketting verhoogt het risico op ongevallen.
3 Zorg ervoor dat de
tanddiepte juist is! Volg onze instructies en gebruikt de aanbevolen dieptesteller mal. Als de
tanddiepte te groot is, verhoogt dit het risico op terugslag.
4 Hou de ketting gestrekt!
Als de ketting niet voldoende gestrekt is, neemt het risico dat de ketting losraakt toe en verhoogt de slijtage van zaagblad, ketting en kettingwiel.
“Technische
.
10 – Nederlands
5 Zorg ervoor dat de
zaaguitrusting voldoende gesmeerd is en onderhoud ze op de juiste manier! Als de
ketting niet voldoend gesmeerd wordt, neemt het risico op barsten toe en verhoogt de slijtage van zaagblad, kettingen kettingwiel.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1 Zaaguitrusting die het risico op terugslag vermindert
Een verkeerde zaaguitrusting of een verkeerde
!
Terugslag kan alleen voorkomen worden doordat u er als gebruiker voor zorgt dat de terugslagrisico-sector van het zaagblad nooit in contact komt met een voorwerp. Door zaaguitrusting met een “ingebouwde” terugslagreductie te gebruiken en door de ketting correct te slijpen en te onderhouden kan het effect van een terugslag gereduceerd kan worden.
A Zaagblad
Hoe kleiner de neusradius hoe kleiner de terugslagrisico­sector en hoe lager het risico op terugslag.
B Ketting
Een ketting bestaat uit een aantal verschillende schakels die leverbaar zijn in standaarduitvoering en in een uitvoering die het risico op terugslag reduceert. Geen Standaard Terugslagreductie
Snijschakel
Aandrijfschakel
Zijschakel
zaagblad/kettingcombinatie verhoogt het risico op terugslag! Gebruik uitsluitend de zaagblad/kettingcombinaties die aangegeven zijn in het hoofdstuk “Technische gegevens”.
C Een aantal uitdrukkingen die de specificaties van
het zaagblad en de ketting aangeven.
Wanneer de zaaguitrusting die bij uw motorkettingzaag werd geleverd, versleten of beschadigd werd en vervangen moet worden, mag men uitsluitend door ons aanbevolen zaagbladtypes respectievelijk kettingtypes gebruiken. Zie hoofdstuk voor uw model gelden.
“Technische gegevens”
voor de aanbevelingen die
Zaagblad
• LENGTE ("/cm)
• AANTAL TANDEN IN HET NEUSWIEL (T). Klein aantal = kleine neuswielradius = laag terugslagrisico.
• KETTINGSTEEK (") Het neuswiel van het zaagblad en het kettingaandrijftandwiel van de motorkettingzaag moeten aangepast zijn aan de afstand tussen de aandrijfschakels.
• AANTAL AANDRIJFSCHAKELS (stuks). Elke zaagbladlengte levert in combinatie met de kettingsteek en het aantal tanden van het neuswiel een bepaald aantal aandrijfschakels op.
• ZAAGBLADGROEF­BREEDTE ("/mm). De breedte van de zaagbladgroef moet aangepast zijn aan de aandrijfschakelbreedte van de ketting.
• KETTINGOLIE-OPENING EN OPENING VOOR KETTINGSTREKKERPEN. Het zaagblad moet aangepast zijn aan de constructie van de motorkettingzaag.
Door deze schakels op verschillende manieren te combineren krijgt men verschillende graden van terugslagreductie. Als men uitsluitend rekening houdt met de terugslagreductiegraad van de ketting zijn er vier types.
Terugslagreductie- Snijschakel Aandrijfschakel Zijschakel graad
KLEIN
STANDAARD
GROOT
EXTRA GROOT
Ketting
• KETTINGSTEEK ("). (Afstand tussen de aandrijfschakels)
• AANDRIJFSCHAKEL­BREEDTE (mm/").
• AANTAL AANDRIJFSCHAKELS (stuks).
• TERUGSLAGREDUCTIE­GRAAD. Het enige dat de terugslagreductiegraad van een ketting aangeeft is de typebenaming. Zie hoofdstuk
gegevens”
typebenaming de kettingen hebben die goedgekeurd zijn voor gebruik in uw motorkettingzaagmodel.
“Technische
voor welke
Nederlands – 11
Loading...
+ 25 hidden pages