HUAWEI WAS-LX1A User Manual [nl]

Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Voorwoord
Het uitpakken van uw apparaat
De SIM-kaart en microSD-kaart plaatsen 2
Uw apparaat opladen. 2
De batterijstatus bekijken 4
Initiële configuratie 6
Een SIM-kaart in- of uitschakelen 6
Een naam aan een SIM-kaart geven 7
De standaard-SIM voor mobiele gegevens selecteren 7
De standaard SIM-kaart instellen 8
Verbinding maken met internet 8
Gegevensoverdracht vanaf een ander apparaat 9
Scherm en display
Startscherm 11
Het scherm vergrendelen en ontgrendelen 21
Berichtenpaneel en statusbalk 24
Navigatiebalk 26
Thema's 29
Algemeen zoeken 29
Schermafdruk 30
Schermopname 36
Modus voor gesplitst scherm 38
Bewegingsgebaren gebruiken 42
Oogcomfortmodus 42
eergave-instellingen 43
W
Netwerk en delen
Mobiel internet 46
Wi-Fi 48
Bluetooth 50
Multischerm 52
VPN's 53
HiSuite 54
Huawei Share gebruiken om bestanden tussen twee Huawei-
apparaten uit te wisselen
Een USB-poort gebruiken om gegevens over te brengen 55
Beveiliging en back-up
55
i
Vingerafdrukherkenning 59
Beveiligingsinstellingen 60
Back-up maken en gegevens herstellen 61
Bestandsbeheer 63
Camera en galerij
Camera-opties 68
Foto's en video-opnames 68
Objectherkenning en de modus Pro camera 72
De modus Perfecte selfie 74
Vertraagde opname 74
Tijdsverloopmodus 74
Watermerken aan foto's toevoegen 75
Audionotities 75
Opnamemodus selecteren 76
Inhoudsopgave
De camera-instellingen configureren 76
Foto's en video's bekijken 78
Albums organiseren 79
Foto's en video's delen 80
Een foto bewerken 80
Video's bewerken 83
Galerie configureren 84
Oproepen en contactpersonen
Bellen 85
Oproepen beantwoorden 87
Een telefonische vergadering starten 89
Opties tijdens oproepen 90
Beheer van telefoonlogboeken 91
Gespreksinstellingen 92
Een visitekaartje maken 95
Een nieuwe contactpersoon maken 96
Contactpersonen importeren en exporteren 97
Contactpersonen beheren 98
Zoeken naar contactpersonen 100
Contactpersonen delen 101
Een contactpersoon aan uw favorieten toevoegen 102
Contactfoto's wijzigen 102
Belrecords voor individuele contactpersonen maken 102
Een beltoon aan een contactpersoon toewijzen 103
Contactgroepen 103
Berichten en e-mail
Een bericht verzenden 105
ii
Inhoudsopgave
Een bericht beantwoorden 105
Zoeken naar berichten 106
Berichtenthreads verwijderen 106
Berichten beheren 106
Terugkeren naar de bovenkant van de lijst 106
Berichten bovenaan in de lijst vastzetten 107
Berichten als gelezen markeren 107
Spamberichten blokkeren 107
Een berichthandtekening toevoegen 107
De beltoon van berichten configureren 108
Kwaadaardige URL's in sms-berichten identificeren 108
Een e-mailaccount toevoegen 108
E-mails verzenden 109
E-mails beantwoorden 109
E-mails beheren 109
E-mails zoeken 110
VIP-contactpersonen beheren 110
E-mailaccounts beheren 111
Mail configureren 111
Agenda en notitieblok
De agendaweergave wijzigen 113
Wereldwijde vakanties bekijken 113
Verjaardagsherinneringen 114
Afspraken synchroniseren 114
Een afspraak maken 114
Afspraken delen 114
Een afspraak verwijderen 115
Zoeken naar afspraken 115
Uitnodigingen voor afspraken verzenden 115
Een notitie maken 116
Notities beheren 116
Back-up maken van notities 117
Muziek en video
Muziek beluisteren 118
Zoeken naar muziek 118
Muzieknummers verwijderen 119
Een afspeellijst maken 119
Een afspeellijst afspelen 119
Een video afspelen 119
Telefoonbeheer
Prestaties optimaliseren 121
iii
Inhoudsopgave
Snelheid verbeteren 121
Gegevensgebruik beheren 121
Intimidatiefilter 122
Batterijbeheer 123
Beheer van app-toestemmingen 124
Virusscanner 124
App coderen 124
Apps instellen om automatisch te sluiten wanneer het scherm
wordt vergrendeld
Configureren van Telefoonbeheer 125
Tools
U tegelijkertijd bij twee sociale media-accounts aanmelden 126
Klok 126
Geluidsrecorder 129
Systeemfuncties en -instellingen
In- en uitschakeltimer 131
Apparaat opnieuw starten 131
De systeemtaal wijzigen 131
De invoermethode wijzigen 131
Invoermethode-instellingen 132
Tekst bewerken 132
Vliegtuigmodus 133
125
De geluidsinstellingen configureren 133
Eénhandsmodus 135
De niet-storen-modus 136
Een account instellen 137
Geheugen- en opslaggegevens bekijken 138
De datum en tijd instellen 138
Locatietoegang inschakelen 138
Fabrieksinstellingen herstellen 139
OTA-updates 139
Productinformatie bekijken 140
Toegankelijkheidsfuncties 141
Hulp ontvangen
Persoonlijke gegevens en gegevensbeveiliging
Lijst met beveiligingsfuncties
Juridische kennisgeving
iv

Voorwoord

Lees deze handleiding aandachtig voordat u het apparaat gebruikt.
Alle afbeeldingen en illustraties in dit document zijn alleen bedoeld ter informatie en kunnen
afwijken van het uiteindelijke product.
Sommige functies in deze handleiding worden mogelijk niet door bepaalde apparaten of
providers ondersteund.
Symbolen en definities
Beschrijving
Herinnering
Waarschuwing
Markeert belangrijke informatie en tips en verschaft bijkomende
informatie.
Wijst op mogelijke problemen die kunnen opduiken wanneer er
onvoldoende zorg of aandacht wordt besteed, zoals
toestelschade of gegevensverlies.
Waarschuwt u over mogelijke gevaren die ernstig letsel kunnen
veroorzaken.
1
Nano-SIM
microSD
Nano-SIM
Na no-SIM
of

Het uitpakken van uw apparaat

De SIM-kaart en microSD-kaart plaatsen

Uw apparaat is uitgerust met een 2-in-1 SIM-kaartsleuf. U kunt twee nano-SIM-kaarten plaatsen
of één nano-SIM-kaart en één microSD-kaart.
l De SIM-kaartsleuf ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. Neem contact op met uw provider
voor een nieuwe of vervangende nano-SIM-kaart.
l Gebruik alleen standaard nano-SIM-kaarten om schade aan de SIM-kaartlade te voorkomen.
l Zorg ervoor dat de kaart in de juiste richting wijst en houd de kaartlade recht wanneer u deze
in de apparaat schuift.
l Zorg ervoor dat u zichzelf niet bezeert en de apparaat niet beschadigt wanneer u de SIM-
uitwerppin gebruikt.
l Bewaar de SIM-uitwerppin buiten het bereik van kinderen om onbedoeld doorslikken of letsel
te voorkomen.
l De SIM-uitwerppin mag alleen worden gebruikt voor het uitwerpen van de SIM-kaarthouder.
Het insteken van de SIM-uitwerppin in andere openingen kan uw apparaat beschadigen.
1 Houd de aan/uit-knop ingedrukt en raak vervolgens aan om uw apparaat uit te
schakelen.
2 Voor het uitnemen van de kaartlade plaatst u de SIM-uitwerppin die bij uw apparaat wordt
meegeleverd in het kleine gaatje naast de kaartlade.
3 Plaats een SIM-kaart of microSD-kaart in de kaartlade. 4 Plaats de kaartlade weer in de juiste richting in uw apparaat.

Uw apparaat opladen.

Het apparaat geeft een waarschuwing wanneer de batterij bijna leeg is. Laad uw apparaat
onmiddellijk op om te voorkomen dat hij automatisch wordt uitgeschakeld.
2
Het uitpakken van uw apparaat

Een lader gebruiken om uw apparaat op te laden

Sluit uw apparaat aan op een stopcontact met behulp van de door de fabriek meegeleverde
lader en USB-kabel.
U moet de oplader en de USB-kabel die met uw apparaat zijn meegeleverd gebruiken om te
kunnen profiteren van kortere oplaadtijden. Als u andere laders of USB-kabels gebruikt, kan
het gebeuren dat uw apparaat doorlopend opnieuw wordt gestart of dat de oplaadtijd stijgt.
Het kan ook leiden tot oververhitting van de lader of zelfs uw apparaat beschadigen.
l Als uw apparaat niet reageert wanneer u op de Aan/Uit-knop drukt, is de batterij
waarschijnlijk leeg. Laad uw batterij gedurende ten minste 10 minuten op (gebruik de
lader die bij uw apparaat is meegeleverd) en start uw apparaat opnieuw op.
l Uw apparaat voert automatisch een veiligheidscontrole uit wanneer u hem op een lader of
andere apparaten aansluit. Als uw apparaat detecteert dat de USB-poort nat is, wordt het
opladen automatisch stopgezet en verschijnt er een veiligheidsmelding. Als deze melding
wordt weergegeven, ontkoppelt u de USB-kabel van uw apparaat en laat u de USB-poort
volledig drogen om schade aan uw apparaat of de batterij te voorkomen.

Een USB-poort gebruiken om uw apparaat op te laden

Als u geen toegang tot een lader hebt, kunt u uw apparaat opladen door hem met een USB-
kabel op een computer aan te sluiten.
1 Wanneer u een USB-kabel gebruikt om uw apparaat op een computer of een ander apparaat
aan te sluiten, verschijnt Toegang verlenen tot apparaatgegevens?
in een pop-upvenster.
2 Raak Nee, alleen opladen aan.
Als er een andere USB-verbindingsmodus is geselecteerd, veegt u omlaag vanaf de statusbalk
om het berichtenpaneel te openen. Raak Bestandsoverdracht via USB aan en selecteer dan
Alleen opladen.

Veiligheidsinformatie

l Gebruik uitsluitend originele Huawei-batterijen, -laders en -USB-kabels om uw apparaat op te
laden. Accessoires van derden vormen mogelijk een gevaar voor de veiligheid en kunnen een
negatieve invloed op de prestaties van uw apparaat hebben.
l U kunt uw batterij vele keren opladen, maar alle batterijen hebben een beperkte levensduur.
Als u merkt dat de levensduur van de batterij van uw apparaat aanzienlijk verslechtert, moet u
een nieuwe originele Huawei-batterij kopen. Probeer ingebouwde batterijen niet zelf te
verwijderen. Als uw apparaat een ingebouwde batterij heeft, neemt u contact op met een
erkend Huawei-servicecenter om deze te vervangen. Als de batterij kan worden verwijderd,
vervangt u hem door een authentieke Huawei-batterij.
l Uw apparaat kan warm worden na langdurig gebruik of bij blootstelling aan hoge
omgevingstemperaturen. Als uw apparaat te heet wordt om aan te raken, stopt u met opladen
en schakelt u onnodige functies uit. Plaats uw apparaat op een koele locatie en laat hem
3
Het uitpakken van uw apparaat
afkoelen tot kamertemperatuur. Raak het oppervlak van het apparaat gedurende lange tijd niet
aan wanneer het heet wordt.
l De oplaadduur kan variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het resterende
batterijniveau.
l Vermijd het gebruik van uw apparaat terwijl deze wordt opgeladen. U mag uw apparaat of de
lader niet bedekken.
Voor meer informatie over het opladen en de zorg voor uw batterij brengt u een bezoek aan
http://consumer.huawei.com/ en zoekt u naar de gebruikershandleiding van uw apparaat.

Informatie over de batterijstatus

De batterijstatus wordt aangegeven door het indicatielampje van uw apparaat en het
batterijpictogram op de statusbalk.
Statuslampje BatterijpictogramBatterijstatus
Knipperend of
Minder dan 4% resterend
ononderbroken rood
Rood Bezig met opladen, minder dan 10% resterend
Oranje Bezig met opladen, 10-90% resterend
Groen Bezig met opladen, minimaal 90% resterend Als naast
het batterijpictogram in de statusbalk 100% wordt
weergegeven, of als op het vergrendelingsscherm een
bericht verschijnt dat het opladen is voltooid, geeft dit
aan dat het opladen is voltooid.

De batterijstatus bekijken

U kunt de batterijstatus bekijken en de statusbalk zodanig configureren dat het percentage
resterende energie wordt weergegeven.

De batterijstatus bekijken

De batterijstatus wordt aangegeven door het batterijpictogram op de statusbalk.
Open
Telefoonbeheer. Raak aan om het percentage resterende energie en de
gebruikstijd te bekijken.

Het percentage resterende energie in de statusbalk weergeven

U kunt het percentage resterende energie op twee manieren in de statusbalk weergeven:
l Open Telefoonbeheer.Raak aan en schakel Percentage resterende energie in.
l Open Instellingen. Raak Meldingen en statusbalk > Batterijpercentage aan. Selecteer
Naast pictogram of In pictogram om het percentage resterende energie in de gekozen
4
Het uitpakken van uw apparaat
locatie weer te geven. Selecteer Niet tonen als u niet wilt dat het percentage resterende
energie wordt weergegeven.
5

Aan de slag

Initiële configuratie

l Zorg voordat u uw apparaat voor het eerste gebruikt dat de SIM-kaart goed is ingestoken.
Lees de Snelstartgids voor meer informatie over het opzetten van uw apparaat.
l Houd de aan/uit-toets ingedrukt om uw apparaat in te schakelen. Volg de instructies op
het scherm om de initiële setup uit te voeren.
1 Selecteer uw taal en land en raak vervolgens VOLGENDE aan. 2 Lees de inhoud zorgvuldig door, accepteer de algemene gebruikersvoorwaarden en raak dan
AKKOORD > AKKOORD aan.
3 Lees de informatie over de app-toestemming. Selecteer AKKOORD en raak VOLGENDE
aan.
4 Lees het servicebeleid. Selecteer AKKOORD en raak
VOLGENDE aan.
5 Uw apparaat zoekt naar beschikbare Wi-Fi-netwerken. Volg de instructies op het scherm om
verbinding te maken met een netwerk.
6 Lees de algemene voorwaarden van Google en raak VOLGENDE aan. 7 U kunt op twee manieren uw apparaat configureren:
l Volg de instructies op het scherm om een back-up te herstellen.
l Volg de instructies op het scherm om gegevens te kopiëren van een ander apparaat of raak
Als nieuw instellen > OK aan om deze stap over te slaan.
Als u er voor kiest om deze stap over te slaan, kunt u later nog steeds gegevens
importeren vanaf een ander apparaat door Instellingen > Geavanceerde instellingen
> Gegevensoverdracht aan te raken.
8 Uw apparaat beschikt over een vingerafdruksensor. Volg de instructies op het scherm om uw
vingerafdruk toe te voegen. Voordat u uw vingerafdruk toevoegt, zult u worden gevraagd om
een pincode of wachtwoord aan te maken die u kunt gebruiken om het scherm te
ontgrendelen als de vingerafdrukherkenning mislukt.
9 Raak
gebruik.
AAN DE SLAG aan om de instellingen te voltooien. Uw apparaat is nu klaar voor

Een SIM-kaart in- of uitschakelen

Schakel uw SIM-kaart in of uit voor eenvoudiger gebruik en beheer.
Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
1 Open Instellingen. 2 Raak Duale SIM-beheer
aan.
6
Aan de slag
3 Druk op de schakelaar naast de SIM-kaart die u wilt beheren om deze SIM-kaart in of uit te
schakelen.
Uitgeschakelde SIM-kaarten kunnen niet worden gebruikt om mee te bellen, berichten te
verzenden of voor toegang tot het internet.

Een naam aan een SIM-kaart geven

Elke SIM-kaart heeft standaard de naam van de provider. U kunt uw SIM-kaart hernoemen om
hem gemakkelijker te kunnen identificeren.
l Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
l Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open 2 Aanraken Duale SIM-beheer 3 Selecteer een SIM-kaart. V
Instellingen.
oer een naam in en raak OK.

De standaard-SIM voor mobiele gegevens selecteren

U kunt een standaard SIM-kaart voor mobiele gegevensservices selecteren.
l Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
l Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open Instellingen.
7
Aan de slag
2 Raak Duale SIM-beheer aan. 3 Druk op de schakelaar Standaard mobiele gegevens naast de geselecteerde SIM-kaart.

De standaard SIM-kaart instellen

U kunt een standaard SIM-kaart voor uitgaande gesprekken selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
1 Open Instellingen. 2 Raak Duale SIM-beheer aan. 3 Raak Standaard SIM-kaart voor oproepen aan en selecteer uw gewenste SIM-kaart.
Nadat u de standaard SIM-kaart hebt geselecteerd, wordt SIM 1 en SIM 2 niet langer op de
kiezer weergegeven.
V
erbinding maken met internet
Moeiteloos verbinding maken tussen Wi-Fi-netwerken en uw apparaat.

Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk

1 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2 Houd
aangeraakt om het scherm Wi-Fi-instellingen te openen.
3 Schakel Wi-Fi in. Uw apparaat zal een lijst weergeven van alle beschikbare Wi-Fi-netwerken
op uw locatie.
4 Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding wilt maken. Als u een versleuteld netwerk
selecteert, moet u ook het Wi-Fi-wachtwoord in te voeren.
8
Aan de slag

Verbinding maken met mobiele data

Voordat u mobiele gegevens gaat gebruiken, moet u zorgen dat uw een dataplan met uw
provider hebt afgesloten om bovenmatige datakosten te voorkomen.
1 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2 Raak aan om mobiele data in te schakelen.
Schakel mobiele data uit wanneer dit niet nodig is om op batterij te besparen en het
datagebruik te reduceren.

Gegevensoverdracht vanaf een ander apparaat

Gegevens importeren uit een andere telefoon in een paar eenvoudige stappen.

Kopiëren van gegevens naar uw nieuwe apparaat

1 Raak Instellingen aan.
2 Raak Geavanceerde instellingen >
Gegevensoverdracht aan.
9
Aan de slag

Phone Clone gebruiken om gegevens te importeren

Phone Clone is een app ontwikkeld door Huawei die u het mogelijk maakt om gegevens over te
dragen tussen apparaten zonder een computer of internetverbinding.
1 Installeer Telefoonkloon op uw oude apparaat.
2 Open Instellingen op uw nieuwe apparaat. 3 Raak Geavanceerde instellingen > Gegevensoverdracht > Vanuit oude telefoon (met
Telefoonkloon) aan.
4 Selecteer het apparaat waaruit u wilt importeren gegevens en raak Doorgaan
aan.
5 Open Telefoonkloon en raak versturen aan op uw oude apparaat. Scan de QR-code op het
nieuwe apparaat of maak handmatig een verbinding met de Wi-Fi-hotspot van het nieuwe
apparaat.
Om Telefoonkloon op uw oude apparaat te installeren, raakt u raak hier aan om een
QR-code te genereren aan op uw nieuw apparaat en scant u de QR-code.
6 Eenmaal aangesloten, selecteert de gegevens die u wilt verzenden op uw oude apparaat en
raakt u versturen aan.

HiSuite gebruiken voor het importeren van gegevens

Gebruik HiSuite om een back-up te maken van uw gegevens op uw oude apparaat naar uw
computer en importeer de back-up in het nieuwe apparaat.
1 Installeer HiSuite op uw computer
.
2 Gebruik een USB-kabel om uw apparaat aan te sluiten op uw computer. HiSuite wordt
automatisch gestart.
3 Ga naar het back-upscherm in HiSuite. Selecteer de gegevens waarvan uw een back-up wilt
maken en volg de instructies op het scherm voor het maken van een back-up.
4 Sluit uw nieuwe apparaat aan op uw computer met een USB-kabel. Ga naar het scherm
back-up herstellen in HiSuite.
5 Kies welke back-up die u wilt herstellen en volg de instructies op het scherm om de gegevens
te herstellen.
10

Scherm en display

Statusbalk: Geeft meldings- en statuspictogrammen weer
Weergavegebied: Geeft app-pictogrammen, mappen en widgets weer
Schermpositie-indicatie: Geeft aan welk startscherm wordt weergegeven
Dock-balk: Geeft veelgebruikte apps weer
Navigatiebalk: Geeft virtuele navigatietoetsen weer

Startscherm

Info over het startscherm

Gebruik het startscherm voor toegang tot uw apps en widgets.

Basisschermgebaren

Gebruik eenvoudige touchscreengebaren om allerlei taken uit te voeren, zoals het starten van
apps, door lijsten bladeren en afbeeldingen vergroten.
Aanraken: Raak een item een keer aan. Aanraken om
bijvoorbeeld een optie te selecteren of een app te
openen.
Twee keer aanraken: Raak het doelgebied van het
scherm twee keer snel achter elkaar aan. Twee keer
aanraken om bijvoorbeeld een afbeelding in volledig
scherm te zien of om in of uit te zoomen.
11
Scherm en display
Aanraken en vasthouden: Aanraken en het doelgebied
van het scherm minimaal 2 seconden vasthouden. Houd
bijvoorbeeld een leeg gebied op het startscherm
aangeraakt voor toegang tot de startscherm-editor.
Vegen: Veeg met uw vingers over het scherm. Veeg
verticaal of horizontaal om naar andere startschermen te
bladeren, door een document te bladeren en meer.
Slepen: Houd een item aangeraakt en verplaats het dan
naar een nieuwe positie. Gebruik dit gebaar bijvoorbeeld
om apps en widgets op het startscherm opnieuw te
schikken.
Vingers uit elkaar spreiden: Spreid twee vingers uit
elkaar op het scherm. Spreid bijvoorbeeld twee vingers
uit elkaar om op een foto of webpagina in te zoomen.
Vingers samenknijpen: Knijp twee vingers samen op
het scherm. Knijp bijvoorbeeld twee vingers samen om
op een afbeelding uit te zoomen.

Het Drawer Home-scherm inschakelen

Gebruik het Drawer Home-scherm om app-pictogrammen in een afzonderlijke app-lade op te
slaan.
Het Drawer Home-scherm inschakelen
1 Open Instellingen. 2 Raak Startschermstijl > Lade aan.
App-snelkoppelingen aan het startscherm toevoegen
Voeg veelgebruikte apps aan het startscherm toe voor snelle toegang.
1 Raak op het startscherm aan om de lijst met apps te bekijken. 2 Houd een app-pictogram aangeraakt totdat uw apparaat trilt en versleep het app-pictogram
dan naar de gewenste locatie op het startscherm.
12
Scherm en display
U moet voldoende ruimte op het startscherm hebben. Als er niet voldoende ruimte is,
voegt u een ander startscherm toe of maakt u wat ruimte vrij.
Het standaardscherm terugzetten
1 Open Instellingen. 2 Raak Startschermstijl > Standaard aan.

Overschakelen op eenvoudig startscherm

Het eenvoudige startscherm maakt gebruik van een eenvoudige lay-out en grote pictogrammen
voor een gemakkelijker gebruik.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Eenvoudige modus aan en raak dan aan.
13
Scherm en display
3 Op het eenvoudige startscherm kunt u:
l Raak app-pictogrammen of widgets aan om ze te openen.
l Houd een pictogram aangeraakt om de editor van het startscherm te openen. In deze
modus kunt u apps toevoegen of verwijder of een pictogram van een app naar de gewenste
plaats te slapen.
l Raak Overige aan om de app-lijst te openen en apps te bekijken of openen.
l Raak Standaardmodus aan om naar het standaard startscherm terug te keren.

Meldingsbadges weergeven of verbergen

Meldingsbadges verschijnen in de rechterbovenhoek van app-pictogrammen. Het badgenummer
duidt het aantal nieuwe meldingen aan. Open de bijbehorende app om meldingsdetails te
bekijken.
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen. 2 Raak Instellingen > Badge app-pictogrammen aan. 3 Wissel de bijbehorende schakelaar om meldingsbadges in of uit te schakelen.

Startschermachtergrond instellen

Kies uit een groot aantal verschillende thema's en achtergronden om uw apparaat te
personaliseren.
14
De achtergrond wijzigen
1 Open Instellingen.
Scherm en display
2 Raak Weergave > Achtergrond > Achtergrond instellen
aan.
3 Selecteer de gewenste achtergrond en volg de instructies op het scherm om dit in te stellen
als startscherm of vergrendelingsschermachtergrond (of beide).
De achtergrond automatisch wijzigen
1 Open
Instellingen.
2 Raak Weergave > Achtergrond aan. 3 Schakel W
Wanneer het Willekeurig wijzigen van de achtergrond voor het startscherm is
ingeschakeld, kunt u Interval en Album om weer te geven dusdanig configureren dat
uw achtergrond verandert na een specifieke interval.

Beheer van pictogrammen op het startscherm

U kunt apps gemakkelijk verplaatsen of verwijderen op het startscherm.
Pictogrammen op het startscherm verplaatsen
illekeurige verandering startscherm achtergrond in of uit.
Op het startscherm houdt u een apppictogram of widget aangeraakt totdat uw apparaat trilt. U
kunt het apppictogram of widget vervolgens naar de gewenste locatie verslepen.
15
Scherm en display
Apps verwijderen van het startscherm
Op het startscherm houdt u de app of widget die u wilt verwijderen aangeraakt totdat
bovenaan het scherm wordt weergegeven. Sleep de ongewenste app of widget naar en
volg de instructie op het scherm.
Sommige vooraf geïnstalleerde apps kunnen niet worden verwijderd omdat ze nodig zijn om
het systeem goed te laten werken.
Uw apparaat schudden om pictogrammen automatisch uit te lijnen
Er verschijnen mogelijk openingen op het startscherm nadat u apps hebt verwijderd of naar
mappen hebt verplaatst. U kunt de functie Automatisch uitlijnen gebruiken om apps netjes op het
startscherm te organiseren.
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen. 2 Raak Instellingen aan en schakel Schudden in. 3 Keer terug naar het startscherm en open de startscherm-editor nogmaals. Schud uw
apparaat om apps opnieuw te schikken, zodat de openingen worden opgevuld.
16
Scherm en display

Beheer van startschermen

U kunt startschermen naar wens aanpassen.
Startschermen toevoegen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak helemaal links of helemaal rechts op het startscherm aan om een nieuw scherm
toe te voegen.
Startschermen verwijderen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak op een leeg scherm aan om het te verwijderen.
17
Scherm en display
U kunt een startscherm niet verwijderen als het apps of widgets bevat.
Startschermen verplaatsen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen. 2 Houd het startscherm dat u wilt verplaatsen aangeraakt en versleep het naar de gewenste
locatie.
Het standaard startscherm instellen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak bovenaan een startscherm aan om het gekozen startscherm als standaard
startscherm in te stellen.

Beheer van widgets op het startscherm

Widgets vanaf het startscherm toevoegen, verplaatsen of verwijderen
Widgets toevoegen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen. 2 Raak Widgets
startscherm.
U moet voldoende ruimte op het startscherm hebben. Als er niet voldoende ruimte is,
voegt u een ander startscherm toe of maakt u wat ruimte vrij.
aan. Selecteer een widget en sleep het naar een leeg gebied op het
18
Scherm en display
Widgets verplaatsen
Op het startscherm houdt u een widget aangeraakt totdat uw apparaat trilt. Versleep de widget
vervolgens naar de gewenste locatie.
Widgets verwijderen
Op het startscherm houdt u een widget aangeraakt totdat uw apparaat trilt. Versleep de widget
vervolgens naar Verwijderen de gewenste locatie.

Beheer van startschermmappen

Organiseer uw apps in mappen, zodat u ze gemakkelijker kunt vinden.
Een map maken
Groepeer uw apps in gecategoriseerde mappen, zodat u ze gemakkelijker kunt vinden. U kunt
bijvoorbeeld een sociale map maken voor al uw sociale media-apps.
Op het startscherm sleept u een pictogram naar een ander pictogram om een map te maken
waarin beide apps zijn opgenomen.
19
Scherm en display
Naam van mappen wijzigen
Als de naam van een map wilt wijzigen, opent u de map en raakt u de mapnaam aan.
Apps toevoegen aan een map
1 Open de map.
2 Raak aan. 3 Selecteer de apps die u wilt toevoegen en raak OK aan.
Apps uit een map verwijderen
1 Open de map.
2 Raak aan. 3 Deselecteer de apps die u wilt verwijderen en raak OK aan.
U kunt ook een pictogram aangeraakt houden en buiten een map verslepen om hem te
verwijderen.
Mappen verwijderen
1 Open de map.
2 Raak aan. 3 Maak de selectie van de apps ongedaan en raak OK aan. De map wordt automatisch
verwijderd.
Als er zich meer dan twee apps in een map bevinden, kan de map niet worden
verwijderd.
20
Scherm en display

Het scherm vergrendelen en ontgrendelen

De schermvergrendelingsstijl wijzigen

Stel een schermvergrendelingswachtwoord in om ongeautoriseerde toegang tot uw apparaat te
voorkomen.
De schermvergrendelingsmethode wijzigen
Tijdschriftontgrendeling is ingesteld als standaard schermvergrendelingsstijl. Als u de
schermvergrendelingsstijl wilt wijzigen, raakt u
Instellingen > Schermvergrendeling en
wachtwoorden > Achtergrond schermvergr. aan en selecteert u een stijl.
Voor meer informatie over Magazineontgrendeling, raadpleegt u Magazineontgrendeling
instellen en beheren.
Het wachtwoord voor schermvergrendeling instellen
1 Open Instellingen. 2 Aanraken Schermvergrendeling en wachtwoorden > Schermvergrendelingsstijl 3 U kunt kiezen om het scherm te ontgrendelen met een ontgrendelingspatroon, PIN of
wachtwoord:
l Raak Patroon aan en verbind minimaal twee keer vier punten om een
ontgrendelingspatroon voor het scherm aan te maken.
l Raak PIN aan. V
te maken en raak vervolgens OK aan.
l Raak W
achtwoord aan. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord met
olg de instructies op het scherm om een pincode met minimaal vier cijfers
minimaal vier tekens te maken en raak vervolgens OK aan.
l U kunt ook uw vingerafdruk gebruiken om het scherm te ontgrendelen. Raak
Vastleggen in het pop-upvenster aan om uw vingerafdruk toe te voegen. Voor meer
informatie over het gebruik van uw vingerafdruk om het scherm te ontgrendelen,
raadpleegt u Set fingerprint
l Als u het vergrendelingswachtwoord voor het scherm wilt verwijderen, selecteert u
.
Geen en volgt u de instructies op het scherm.

Het scherm vergrendelen

Vergrendel het scherm om stroomverbruik te verminderen en het onbedoeld indrukken van
knoppen of onbevoegde toegang tot uw gegevens te voorkomen.
l Handmatig vergrendelen: Druk op de Aan/Uit-knop om het scherm handmatig te
vergrendelen.
21
Scherm en display
l Automatisch vergrendelen: Het scherm wordt automatisch vergrendeld en gaat over op de
slaapstand na de vooraf ingestelde slaaptijd om stroomverbruik te reduceren en onbedoelde
handelingen te voorkomen.
Als u wilt wijzigen hoe lang het duurt voordat wordt overgegaan op de slaapstand, raakt u
Instellingen > Weergave > Slaapstand
aan en selecteert u een tijd.

Het scherm ontgrendelen

1 Druk op de Aan/uit-knop om het scherm in te schakelen. 2 Veeg in een willekeurige richting over het scherm.
l Als u een ontgrendelingspatroon voor uw scherm, een pincode of een wachtwoord
hebt ingesteld, moet u het ontgrendelingspatroon tekenen of uw pincode/wachtwoord
invoeren om het scherm te ontgrendelen.
l Als uw apparaat een vingerafdruksensor heeft, kunt u het scherm ontgrendelen door
uw vinger op de vingerafdruksensor te plaatsen.

Magazineontgrendeling configureren

Magazineontgrendeling configureren om uw achtergronden voor vergrendelingsscherm aan te
passen.
Online achtergrond toevoegen aan de weergavelijst
Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de optie van
Tijdschriftontgrendeling weer te geven.
Raak aan. Raak aan en selecteer de achtergronden die u aan de weergavelijst wilt
toevoegen.
Magazineontgrendelingsachtergronden delen
Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de optie van
Magazineontgrendeling weer te geven en raak dan aan. Selecteer hoe u de achtergrond
wilt delen en volg de instructies op het scherm.
Offline achtergronden toevoegen aan de weergavelijst
1 Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de optie van
Tijdschriftontgrendeling weer te geven.
2 Raak aan om de weergavelijst te openen.
3 Raak Toegevoegd door mij aan en selecteer .
4 Selecteer de gewenste afbeeldingen en raak vervolgens aan.
Magazineontgrendelingsomslagen bijwerken
1 Open Instellingen.
22
Recorder
Calculator
Zaklamp
Scanner
Klok
Scherm en display
2 Raak Schermvergrendeling en wachtwoorden > Tijdschriftontgrendeling aan. 3 Raak Inschrijvingen > Gedownload aan en selecteer
uw Magazineontgrendeling handmatig bij te werken.
Deze functie vereist een verbinding met het internet. Verbinding maken met een Wi-Fi-
netwerk om onnodige datakosten te voorkomen.
Bijwerken om de achtergronden van

Hulpprogramma's openen vanuit het vergrendelingsscherm

Open apps rechtstreeks vanuit het vergrendelingsscherm.
1 Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de functies en
hulpprogramma's van het vergrendelingsscherm weer te geven.
2 Raak het pictogram van de snelkoppeling aan de onderkant van het scherm aan om de
gewenste app te openen.
Veeg omhoog op het pictogram van de camera op het vergrendelingsscherm om de
camera rechtstreeks te openen.

Uw vergrendelschermtekst configureren

Een vergrendelschermtekst configureren om uw vergrendelingsscherm te personaliseren.
1 Open Instellingen. 2 Raak Schermvergrendeling en wachtwoorden > Vergrendingsscherm tekst aan. 3 Voer uw vergrendelschermtekst in en raak Opslaan aan.
Uw vergrendelschermtekst wordt weergegeven op het vergrendelingsscherm.
23
Scherm en display

Berichtenpaneel en statusbalk

Info over de statusbalk

Gebruik de statusbalk voor toegang tot het berichtenpaneel en controleer de status van uw
apparaat.

Het berichtenpaneel en de statusbalk openen

Het berichtenpaneel en de statusbalk vanuit het vergrendelingsscherm openen
Schakel het scherm in en veeg vanaf de statusbalk omlaag om het berichtenpaneel te openen.
Vervolgens kunt u snelschakelaars in- of uitschakelen snelkoppeling schakelaars of
meldingsberichten bekijken.
Het berichtenpaneel en de statusbalk openen wanneer het scherm is ontgrendeld
Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen. Vervolgens kunt u
snelschakelaars in- of uitschakelen snelkoppeling schakelaars of meldingsberichten bekijken.

Info over meldings- en statuspictogrammen

Statuspictogrammen
Statuspictogrammen worden weergegeven aan de rechterkant van het notificatiegebied en
vertellen u meer over de status van uw apparaat, inclusief netwerkverbindingen, signaalsterkte,
batterij en tijd.
Statuspictogrammen kunnen variëren, afhankelijk van uw regio of provider.
Signaalsterkte Geen signaal
Verbonden via 4G Verbonden via 3G
Verbonden via 2G Verbonden via HSPA
Verbonden via HSPA+ Verbonden via LTE
VoLTE ingeschakeld NFC ingeschakeld
Roamen Vliegtuigmodus ingeschakeld
Bluetooth ingeschakeld Verbonden via Wi-Fi
Er worden locatiegegevens van
Wi-Fi-netwerk beschikbaar
GPS ontvangen
Trillingsmodus ingeschakeld Stille modus ingeschakeld
24
Scherm en display
Alarm ingeschakeld Opladen
Batterij vol Batterij bijna leeg
Hoofdtelefoon aangesloten Geen SIM-kaart gevonden
Meldingspictogrammen
Meldingspictogrammen worden aan de linkerkant van de statusbalk weergegeven wanneer u
een nieuw bericht, een nieuwe melding of een herinnering ontvangt.
Gemiste oproepen Nieuwe e-mails
Verbonden met een VPN Nieuwe voicemail
Bezig met downloaden van
gegevens
Komende afspraken Geheugen van het apparaat is vol
Gegevens synchroniseren Synchronisatie mislukt
Problemen met aanmelding of
synchronisatie
Bezig met uploaden van
gegevens
Meer meldingen

Meldingen configureren

U kunt de instellingen voor meldingen voor elke app configureren.
1 Open Instellingen. 2 Raak Meldingen en statusbalk > Meldingenbeheer aan. 3 Selecteer de app die u wilt configureren en schakel de meldingen ervan naar wens in of uit.

Het scherm configureren om in te schakelen wanneer u een melding ontvangt

Configureer dat het scherm wordt ingeschakeld wanneer u een nieuwe melding ontvangt om te
voorkomen dat u belangrijke informatie mist.
1 Open Instellingen. 2 Raak Meldingen en statusbalk aan. 3 Schakel de schakelaar Scherm aanzetten bij meldingen om.

De statusbalk configureren

Open
Naam provider weergeven, Netwerksnelheid tonen of Batterijpercentage om te configureren
welke informatie in de statusbalk wordt weergegeven.
Instellingen en raak Meldingen en statusbalk aan. Wissel tussen de schakelaars
25
Loading...
+ 126 hidden pages