De informatie in dit document kan
zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd. De enige garanties
die gelden voor HP producten en
diensten zijn de garanties die worden
beschreven in de garantievoorwaarden
behorende bij deze producten en
diensten. Geen enkel onderdeel van dit
document mag als extra garantie
worden opgevat. HP aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor technische
fouten of redactionele fouten,
drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Windows® is een in de V.S.
geregistreerd handelsmerk van
Microsoft Corporation.
Het SD-logo is een
handelsmerk van de desbetreffende
eigenaar.
Inhoudsopgave
1Aan de slag............................................................................................................6
Boven- en achterzijde van de camera ....................................................................6
Voor- en onderzijde van de camera........................................................................7
Dock en inzetstuk van de camera...........................................................................8
Voordat u foto's maakt.............................................................................................8
De batterij plaatsen..........................................................................................8
De batterij opladen...........................................................................................9
De camera aanzetten.......................................................................................9
De taal kiezen...................................................................................................9
De regio instellen..............................................................................................9
De datum en tijd instellen.................................................................................9
Een optionele geheugenkaart plaatsen en formatteren.................................10
De software installeren...................................................................................10
De camera gebruiken............................................................................................12
2Foto's maken en videoclips opnemen...............................................................13
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera bedient, hoe u de digitale camera instelt
voor gebruik en hoe u kunt beginnen met het maken van foto's.
Boven- en achterzijde van de camera
2 3 45 6 78 9
1
10
11
12
13
16
1Luidspreker.
2Knop Flitser—Zie De flitser instellen op pagina 18.
3Knop Focus—Zie De instellingen voor focusbereik gebruiken
op pagina 17.
4Knop Photosmart Express—Zie HP Photosmart Express gebruiken
op pagina 44.
5
Knop Liveweergave/Weergave.—Voor het schakelen tussenLiveweergave en Weergave (zie Foto's maken en videoclips opnemen
op pagina 13 en Foto's en videoclips bekijken op pagina 30).
6Aan/uit-lampje.
7Knop .
8Sluiterknop.
9Knop Video.
10Knop In-/uitzoomen —Hiermee kunt u de functies In-/uitzoomen (zie De
zoomfunctie gebruiken op pagina 17), Miniaturen (zie Miniaturen weergeven
op pagina 31) en Vergroten (zie Opnames vergroten op pagina 31)
gebruiken.
15
14
11
Knop Mode—Druk op om het menu Opnamemodus te openen wanneer
Liveweergave actief is (zie De opnamemodi gebruiken op pagina 19).
12
Knoppen en —Voor het bladeren door menu's en opnames.
6
(vervolg)
13
Knop —Voor het weergeven van cameramenu's, het selecteren van opties
en het bevestigen van keuzen.
14
Knop Verwijderen—Druk op voor de functie Verwijderen wanneer
Weergave actief is.
15Batterijoplaadindicator.
16LCD-scherm.
Voor- en onderzijde van de camera
1
645
1Flitser.
2Lampje van zelfontspanner/focushulp—Zie Zelfontspanner gebruiken
op pagina 27.
3Microfoon.
4Bevestigingspunt voor statief.
5Aansluiting voor dock.
6Klepje van vak voor batterij/geheugenkaart.
2
3
HP Photosmart R967 Digitale camera7
Hoofdstuk 1
Dock en inzetstuk van de camera
Wanneer u het dock gereedmaakt voor gebruik met deze camera, kunt u het
dockinzetstuk gebruiken dat bij de camera is geleverd. Sluit het dockinzetstuk aan door
het boven op het cameradock vast te klikken.
1
1Aansluiting camera-dock
2USB-aansluiting.
3Aansluiting voor netvoedingsadapter.
23
Voordat u foto's maakt
Voer de volgende procedures uit voordat u foto's maakt of videoclips opneemt.
De batterij plaatsen
1. Open het vak voor de batterij/geheugenkaart
door de vergrendeling ervan te verschuiven
zoals op het klepje wordt aangegeven.
2.Plaats de batterij in de grootste sleuf en duw de
batterij naar binnen totdat het
ontgrendelingspalletje op zijn plaats klikt.
3. Sluit het vak voor de batterij/geheugenkaart.
Opmerking Zet de camera uit voordat u de
batterij verwijdert. Laad de batterij volledig op
voordat u deze voor het eerst gebruikt (zie De
batterij opladen op pagina 9).
8
De batterij opladen
U kunt een batterij opladen in de camera met de op het cameradock aangesloten
netvoedingsadapter of in het extra batterijcompartiment van een optionele
HP Photosmart Premium-cameradock.
1. Sluit de netvoedingsadapter op het dock en vervolgens
op een stopcontact aan.
2.Plaats de camera in het dock. De
batterijoplaadindicator van de camera knippert,
hetgeen aangeeft dat de batterij wordt opgeladen (als
u de batterij oplaadt in een optioneel HP Photosmart
Premium-dock, knippert de batterijoplaadindicator van
het dock). De batterij is volledig opgeladen wanneer de
batterijoplaadindicator blijft branden (zie De
lithiumionenbatterij opladen op pagina 60 voor
informatie over de duur van het opladen).
Opmerking U kunt de batterij ook opladen met een optionele HP Photosmart
snellader.
De camera aanzetten
Zet de camera aan door op de knop te drukken.
De taal kiezen
Kies de gewenste taal met en druk op .
U kunt de taal desgewenst later wijzigen met het
menu Instellen (zie Het menu Instellen gebruiken
op pagina 49).
De regio instellen
Met de instellingen Taal en Regio bepaalt u de
standaard datumnotatie evenals de indeling van het
videosignaal voor het weergeven van cameraopnames
op een televisie die u met een optioneel HP Photosmart
Premium-dock of draadloze dockbase op de camera
hebt aangesloten (zie Het menu Instellen gebruiken
op pagina 49).
Kies de gewenste regio met
en druk op .
De datum en tijd instellen
Als u de juiste datum en tijd instelt, kunt afbeeldingen die u naar de computer hebt
overgebracht gemakkelijker terugvinden. Bovendien wordt de juiste datum en tijd aan
HP Photosmart R967 Digitale camera9
Hoofdstuk 1
afbeeldingen toegevoegd als u van deze functie gebruikmaakt. Zie Datum en tijdtoevoegen onder Het menu Opname gebruiken op pagina 23.
1.
Pas de gemarkeerde waarde aan met
2.
Druk op
tijd en indeling correct zijn. Druk vervolgens
nogmaals op
3. Ga naar de andere selecties met
stap 1 totdat de datum en tijd correct zijn ingesteld.
U kunt de datum en tijd desgewenst later wijzigen met
het menu Instellen (zie Het menu Instellen gebruiken
op pagina 49).
wanneer de instellingen voor datum,
om de keuze te bevestigen.
.
en herhaal
Een optionele geheugenkaart plaatsen en formatteren
De camera ondersteunt SD-geheugenkaarten (Secure Digital) van HP, standaard en
hoge snelheid, van 8 MB tot 2 GB.
1. Zet de camera uit en open het vak voor de
batterij/geheugenkaart.
2. Plaats de optionele geheugenkaart in de
kleinste sleuf zoals in de illustratie. Zorg
ervoor dat de geheugenkaart vastklikt.
3. Sluit het vak voor de batterij/geheugenkaart
en zet de camera aan.
Formatteer nieuwe geheugenkaarten altijd alvorens deze voor het eerst te gebruiken. Bij
formatteren worden alle opnames van de geheugenkaart verwijderd. Daarom moet u de
aanwezige opnames naar de computer overbrengen voordat u formatteert (zie Opnames
overbrengen en afdrukken op pagina 40).
1.
Zet de camera aan, druk op
scherm kort
2.
Druk op
3.
Selecteer met
4.
Selecteer met
wordt weergegeven. Dit geeft aan dat Weergave actief is.
om het submenu Verwijderen te openen.
de optie Kaart formatteren en druk op .
de optie Ja en druk op om de kaart te formatteren.
totdat rechtsboven in de hoek van het LCD-
Opmerking Wanneer u een geheugenkaart hebt geïnstalleerd, worden alle
nieuwe foto's en videoclips op de kaart opgeslagen in plaats van in het interne
geheugen. Als u het interne geheugen wilt gebruiken en opnames wilt weergeven
die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijdert u de geheugenkaart. Zie
Opnames naar kaart onder Het menu Weergave gebruiken op pagina 31 als
u opnames van het interne geheugen naar een optionele geheugenkaart wilt
overbrengen.
Zie Opslag onder Technische specificaties op pagina 62 voor informatie over
ondersteunde geheugenkaarten.
De software installeren
De HP Photosmart-software bevat functies voor het overbrengen van foto's en videoclips
naar de computer en functies voor het wijzigen van opgeslagen opnames (onder meer
rode ogen verwijderen, draaien, bijsnijden, formaat wijzigen en fotokwaliteit wijzigen).
Zie Help in de HP Photosmart-software.
10
Opmerking Als u bij het installeren of gebruiken van de HP Photosmart-
software problemen ondervindt, kunt u voor meer informatie terecht op de website
voor klantenondersteuning van HP: www.hp.com/support.
Windows
Als u een Windows-computer hebt:
●met minimaal 128 MB aan RAM, Windows XP of x64 en Internet Explorer 5.5 Service
Pack 2 of hoger (Internet Explorer 6 wordt aanbevolen), krijgt u de optie om
HP Photosmart Premier of HP Photosmart Essential te installeren.
●met minimaal 128 MB aan RAM, Windows 2000 en Internet Explorer 5.5 Service
Pack 2 of hoger (Internet Explorer 6 wordt aanbevolen), wordt HP Photosmart
Essential geïnstalleerd.
1. Sluit alle programma's en schakel eventuele antivirussoftware tijdelijk uit.
2. Plaats de HP Photosmart Software CD in het cd-rom-station en volg de aanwijzingen
op het scherm. Als het installatiescherm niet verschijnt, doet u het volgende: klik
op Start en op Uitvoeren, typ D:\Setup.exe, waarbij D staat voor de letter van het
cd-rom-station, en klik op OK.
3. Wanneer de installatie van de software is voltooid, schakelt u de antivirussoftware
weer in.
Macintosh
Als u de HP Photosmart Mac-software wilt installeren, moet uw Macintosh-computer
voldoen aan de systeemvereisten die worden vermeld op de verpakking van de camera.
1. Plaats de HP Photosmart Software CD in het cd-rom-station.
2. Dubbelklik op het pictogram van het cd-rom-station op het bureaublad van de
computer.
3. Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma volg de aanwijzingen op
het scherm.
Informatie over de HP Photosmart-software
De cd die bij de camera is meegeleverd, bevat de volgende versies van HP Photosmartsoftware:
●HP Photosmart Premier-software (voor systemen met Windows XP en x64 met ten
minste 128 MB aan RAM). Deze versie van de software bevat extra functies
waarmee u de volgende mogelijkheden hebt:
–Opnames die zijn gemarkeerd als Favorieten verwerken voor afdrukken,
verzenden en online kopen van afdrukken. Zie Opnames als favoriet
markeren op pagina 45.
–Een video onderbreken en een frame ervan afdrukken.
●HP Photosmart Essential-software (voor systemen met Windows 2000, Windows
XP en x64 met ten minste 128 MB aan RAM). Deze versie heeft niet de extra functies
van de HP Photosmart Premier-software.
Zie de Help in de HP Photosmart-software voor meer informatie over de softwarefuncties
en over het gebruik ervan.
HP Photosmart R967 Digitale camera11
Hoofdstuk 1
De camera gebruiken
De camera is nu volledig ingesteld en is gereed voor het maken en bekijken van foto's
en videoclips.
Voor informatie over het maken van foto's
en videoclips
Voor informatie over het bekijken van
foto's en videoclips op de camera
Voor informatie over het bewerken van uw
opnames
Voor informatie over het overbrengen van
opnames van de camera naar een
computer
Voor informatie over het afdrukken van
opnames
Tip Druk op als u wilt schakelen tussen Liveweergave en Weergave.
Zie Foto's maken op pagina 13 en
Videoclips opnemen op pagina 14.
Zie Foto's en videoclips bekijken
op pagina 30.
Zie Het menu Ontwerpgalerie gebruiken
op pagina 36.
Zie Opnames overbrengen met
HP Photosmart-software op pagina 40.
Zie Opnames afdrukken vanaf de
camera op pagina 42.
12
2
Foto's maken en videoclips
opnemen
In de modus Liveweergave kunt u foto's en videoclips op het LCD-scherm inkaderen.
Als u Liveweergave wilt activeren, drukt u op
het LCD-scherm kort
als volgt uit:
1Indicator van opnamemodus.
2Geheugenkaartindicator.
3Batterijniveau-indicator (zie Voedingsindicators op pagina 59).
wordt weergegeven. In de Liveweergave ziet het scherm er
totdat rechtsboven in de hoek van
412Aantal resterende foto's.
5Focushaken (zie Autofocus en belichting op pagina 14)
Foto's maken
Als de camera aanstaat, kunt u praktisch op elk gewenst moment een foto maken,
ongeacht de inhoud van het LCD-scherm.
1.
Druk op
weergegeven. Dit geeft aan dat Liveweergave actief is.
2. Kader het onderwerp voor de foto in.
3. Druk de sluiterknop half in om de brandpuntsafstand
focus en belichting te meten en te vergrendelen. Het
scherpstellingskader op het LCD-scherm wordt groen als
de brandpuntsafstand is vergrendeld (zie Autofocus en
belichting op pagina 14).
4. Druk de sluiterknop helemaal in om de foto te maken.
5. Als u een audioclip (maximaal 60 seconden) wilt opnemen,
houdt u de sluiterknop ingedrukt en laat u deze los om de
opname te beëindigen.
HP Photosmart R967 Digitale camera13
totdat rechtsboven in de hoek van het LCD-scherm kort wordt
Hoofdstuk 2
Videoclips opnemen
1.
Druk op
weergegeven. Dit geeft aan dat Liveweergave actief is.
2. Kader het onderwerp in.
3. Druk de knop
4. U stopt de opname van de video door de knop
nogmaals in te drukken en los te laten.
totdat rechtsboven in de hoek van het LCD-scherm kort wordt
Video in en laat deze los.
Meteen bekijken
Wanneer u een foto of videoclip hebt gemaakt, wordt deze weergegeven in Meteen
bekijken. Als u de foto of videoclip wilt verwijderen, drukt u op
opname in het submenu Verwijderen en drukt u nogmaals op
Als
in de hoek linksonder wordt weergegeven, drukt u op om Fotoadvies weer te
geven (zie Fotoadvies onder Het menu Weergave gebruiken op pagina 31). Hiermee
krijgt u tips te zien voor het verbeteren van foto's die onder soortgelijke omstandigheden
worden genomen. Aan de hand van deze tips kunt u eventueel een nieuwe en betere
opname maken.
Autofocus en belichting
Als u de sluiterknop half indrukt, worden automatisch de brandpuntsafstand en
belichting gemeten, waarna deze instellingen worden vergrendeld. Dit ziet u bij het
gebruik van autofocus:
Video
, selecteert u Deze
.
Indicator
Groene focushakenHet beeld is scherpgesteld.
Rode focushakenHet beeld is niet scherpgesteld (zie Focus
(trillende hand)
Scherpstellen op het onderwerp
Als de camera is ingesteld op de standaardwaarde
Multi voor meerdere focusgebieden (zie
Autofocusgebied onder Het menu Opname
gebruiken op pagina 23), wordt het beeld
scherpgesteld op basis van vijf focusgebieden.
14
Beschrijving
optimaliseren op pagina 15).
Er is een lange belichtingstijd nodig (zie Belichting
optimaliseren op pagina 16).
Als u de sluiterknop half indrukt, wordt eerst
scherpgesteld op het dichtstbijzijnde onderwerp en
worden vervolgens de andere focusgebieden
doorzocht. Hierbij worden groene haken weergegeven
om de gebieden waarop wordt scherpgesteld. Op de
voorbeeldfoto is scherpgesteld op gebied een, twee en
vijf.
Als er steeds op iets anders dan het onderwerp wordt
scherpgesteld, stelt u Autofocusgebied in op Spot
(zie Autofocusgebied onder Het menu Opname gebruiken op pagina 23) en gebruikt
u vervolgens Focusvergrendeling (zie Focusvergrendeling gebruiken op pagina 15).
Focus optimaliseren
Als de camera niet automatisch kan scherpstellen, worden de focushaken rood. Dit geeft
aan dat de foto mogelijk mogelijk wazig wordt omdat het onderwerp zich buiten het
focusbereik bevindt of omdat het tafereel weinig contrast bevat.
Voor het normale focusbereik
Als de camera is ingesteld op Normale focus (zie De instellingen voor focusbereik
gebruiken op pagina 17) en niet kan scherpstellen, kan de foto wel worden gemaakt.
Laat de sluiterknop los, kader het onderwerp opnieuw in en druk de sluiterknop
nogmaals half in. Als de focushaken nog steeds rood zijn, doet u het volgende:
●Als het tafereel weinig contrast bevat, gebruikt u Focusvergrendeling (zie
Focusvergrendeling gebruiken op pagina 15) en richt u de camera op een punt op
het onderwerp met meer kleur of duidelijker zichtbare randen.
●Als het onderwerp te dichtbij is (minder dan 500 mm of 20 inch), neemt u meer
afstand van het onderwerp of gebruikt u het focusbereik
Automacro (zie De instellingen voor focusbereik gebruiken op pagina 17).
●Gebruik
op pagina 17).
Macro of
Handmatige focus (zie Handmatige focus gebruiken
Voor het macrofocusbereik
Als de camera is ingesteld op
gemaakt. Voer een van de volgende handelingen uit:
●Ga op een afstand staan die geschikt is voor
Automacro of Normale focus (zie De instellingen voor focusbereik
gebruiken op pagina 17).
●Gebruik Focusvergrendeling (zie Focusvergrendeling gebruiken op pagina 15)
voor taferelen met weinig contrast.
●Gebruik
op pagina 17).
Handmatige focus (zie Handmatige focus gebruiken
Macro en niet kan scherpstellen, kan de foto niet worden
Macro of stel de camera in op
Focusvergrendeling gebruiken
Met Focusvergrendeling kunt u scherpstellen op een onderwerp dat zich niet in het
midden van het beeld bevindt, sneller actiefoto's maken door van te voren scherp te
HP Photosmart R967 Digitale camera15
Hoofdstuk 2
stellen op het gebied waar de actie zal plaatsvinden, of scherpstellen in omstandigheden
met weinig licht of weinig contrast.
1. Kader het onderwerp voor de foto in tussen de
focushaken. In omstandigheden met weinig licht of
weinig contrast richt u de camera op een voorwerp
dat lichter is of meer contrast heeft.
2. Druk de sluiterknop half in.
3.Houd de sluiterknop half ingedrukt en kader het
onderwerp opnieuw in.
4. Druk de sluiterknop helemaal in om de foto te
maken.
Belichting optimaliseren
Als u de sluiterknop half indrukt, wordt ook het lichtniveau gemeten dat moet worden
ingesteld voor een correcte belichting. Als de camera vaststelt dat er een zeer lange
belichtingstijd nodig is, wordt een trillende hand (
genomen, maar wordt mogelijk wazig omdat het lastig is om de camera gedurende de
benodigde tijd stil te houden. Voer een van de volgende handelingen uit:
●Stel de flitser in op Automatisch flitsen of Flitser Aan (zie De flitser instellen
op pagina 18).
●Plaats de camera op een statief of een stabiele ondergrond.
●Als het onderwerp van de foto zich buiten het bereik van de flitser bevindt of als u
niet over een statief beschikt, stelt u de opnamemodus in op Scherpe foto (zie
Scherpe foto onder De opnamemodi gebruiken op pagina 19).
●Zorg voor meer licht.
) weergegeven. De foto wordt wel
Andere aanbevelingen
Als een opname bij het bekijken in Weergave niet de juiste scherpstelling of belichting
blijkt te hebben, kunt u met behulp van Fotoadvies (zie Fotoadvies onder Het menu
Weergave gebruiken op pagina 31) vaststellen hoe u het probleem bij soortgelijke
opnames in de toekomst kunt corrigeren. Als u een nieuwe opname maakt, kunt u een
betere opname maken aan de hand van de suggesties in Fotoadvies.
Aangezien scherpstelling en belichting essentieel zijn voor een goede opname, kunt u
wellicht profijt hebben van de volgende onderwerpen:
●Onderwerpen over wazige, donkere, lichte of korrelige opnames in Problemen
oplossen op pagina 51
●De instellingen voor focusbereik gebruiken op pagina 17
●Autofocusgebied en AE-meting onder Het menu Opname gebruiken
op pagina 23
16
●Belichtingscompensatie op pagina 28
●Handmatige focus gebruiken op pagina 17
De instellingen voor focusbereik gebruiken
Als u een instelling voor focusbereik wilt selecteren, drukt u op , markeert u met
het gewenste focusbereik en drukt u op .
Normale focus (standaard)—Gebruik deze instelling wanneer u foto's wilt
maken van onderwerpen die zich op een grotere afstand dan 500 mm (20
inch) bevinden.
Macro—Gebruik deze instelling wanneer u close-ups wilt maken van
onderwerpen die zich op een afstand tussen 100 mm en 1 meter (4,7 tot 39,4
inch) bevinden.
Automacro—Gebruik deze instelling wanneer u twijfelt of het onderwerp zich
in het focusbereik Macro of Normaal bevindt.
Oneindig—Gebruik deze instelling wanneer u foto’s wilt maken van objecten
op grote afstand of van landschappen.
Handmatige focus (Manual Focus)—Hiermee kunt u handmatig het hele
focusbereik doorlopen (zie Handmatige focus gebruiken op pagina 17).
De instelling voor focusbereik blijft van kracht totdat u de instelling wijzigt of de camera
uitschakelt.
Handmatige focus gebruiken
Het gebruik van Handmatige focus is te overwegen wanneer er weinig licht is of
wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen op onderwerpen die zich zeer dichtbij bevinden.
1. Als u Handmatige focus selecteert, kunt u
scherpstellen met behulp van een focusmeter en
een vergrote weergave.
2.Kijk of er pijlen om de meter voor Handmatigefocus heen staan en stel de focus bij met
er geen pijlen om de meter voor Handmatige
focus staan, gebruikt u
is en stelt u de focus bij met
3. Als u de opnamemodi wilt wijzigen terwijl
Handmatige focus actief is, gebruikt u
opnamemodus in de hoek linksboven heen staan, drukt u op
opnamemodus met
totdat dit wel het geval
.
en drukt u op .
. Als
totdat er pijlen om het pictogram voor
, markeert u een
De zoomfunctie gebruiken
De camera heeft zowel een functie voor optisch als voor digitaal zoomen. Bij optisch
zoomen wordt het onderwerp van de foto dichterbij gehaald door het bewegen van de
lens. Als de lens met de optische zoomfunctie in de uiterste stand is gezet, wordt digitaal
zoomen ingeschakeld. Bij digitaal zoomen worden geen onderdelen van de lens
bewogen.
HP Photosmart R967 Digitale camera17
Hoofdstuk 2
Optisch zoomen
Met optisch zoomen wordt de lens versteld tussen de groothoekstand (1x) en telestand
(3x).
In Liveweergave kunt u de zoomfunctie regelen met de knop In-/
uitzoomen. Druk op
Digitaal zoomen
Bij digitaal zoomen wordt op het LCD-scherm een geel kader om het tafereel
weergegeven, evenals de instellingen voor fotokwaliteit (MP-waarde). Terwijl u inzoomt,
wordt het gele kader om het gewenste gedeelte van de opname kleiner en wordt de MPwaarde, de resolutie waarmee de opname wordt gemaakt, lager.
Houd er bij digitaal zoomen rekening mee dat de MP-waarde op het LCD-scherm
geschikt is voor het formaat waarop u de foto wilt afdrukken. Zie Fotokwaliteit onder
Het menu Opname gebruiken op pagina 23 voor de MP-waarden en daarbij horende
aanbevolen afdrukformaten.
1. Druk in de modus Liveweergave op
zoomen tot het maximale inzoomniveau en laat de knop vervolgens los.
2. Druk op
op
3.
Als u de optische zoomfunctie weer wilt gebruiken, drukt u op
zoomfunctie wordt uitgeschakeld. Laat
knop.
Tip Hoe meer u inzoomt op het onderwerp van uw foto, hoe meer de kleine
bewegingen van de camera worden uitvergroot (waardoor u een bewogen foto
kunt krijgen). Als
foto mogelijk wazig. Zorg ervoor dat u de camera stil houdt of zorg voor meer
licht. U kunt proberen om de camera dichterbij uw lichaam of tegen een
onbeweeglijk voorwerp te houden. U kunt de camera ook op een statief of een
stabiel oppervlak plaatsen.
en houd de knop ingedrukt totdat het onderwerp het gele kader vult. Druk
als u te ver inzoomt.
te zien is wanneer u de sluiterknop half indrukt, wordt de
om in te zoomen en op om uit te zoomen.
op de knop In-/uitzoomen om optisch in te
totdat de digitale
los en druk vervolgens nogmaals op de
Opmerking In de modus Panorama en tijdens het opnemen van videoclips is
de digitale zoomfunctie niet beschikbaar.
De flitser instellen
Als u een flitserinstelling wilt selecteren, drukt u op , markeert u met de gewenste
flitsmodus en drukt u op
Automatisch flitsen (standaard)—De camera gebruikt de flitser indien nodig.
Als u rode ogen, voorzover aanwezig op opnames, wilt verwijderen, schakelt
u Rode-ogenverwijdering in (zie Rode-ogenverwijdering onder Het menu
18
.
(vervolg)
De Flitser-instelling blijft van kracht totdat u de instelling wijzigt of de camera uitschakelt.
Rode ogen
Het rode-ogeneffect wordt veroorzaakt doordat het licht van de flitser wordt weerkaatst
door de ogen van mensen die worden gefotografeerd. Hierdoor krijgen de ogen op de
foto soms een rode kleur. Als u
ogenverwijdering onder Het menu Opname gebruiken op pagina 23) inschakelt,
wordt een gemaakte opname onderzocht. Als er rode ogen worden aangetroffen, wordt
de opname zodanig bewerkt dat de rode ogen worden verwijderd.
Het onderzoeken en bewerken kost extra tijd. Als deze extra tijd u te lang is, kunt u
hebt genomen. Dit doet u met Rode ogen verwijderen (zie Rode ogen verwijderen
onder Het menu Ontwerpgalerie gebruiken op pagina 36) of HP Photosmart-software
die bij de camera is geleverd.
Opname gebruiken op pagina 23). Zie Rode ogen op pagina 19 voor
informatie over rode ogen.
Flitser Aan—De camera maakt altijd gebruik van de flitser. Als uw onderwerp
van achteren wordt belicht, kunt u de flitser gebruiken om de voorzijde van het
onderwerp extra te belichten. Als u rode ogen, voorzover aanwezig op
opnames, wilt verwijderen, schakelt u Rode-ogenverwijdering in (zie Rode-
ogenverwijdering onder Het menu Opname gebruiken op pagina 23).
Flitser Uit—De camera maakt geen gebruik van de flitser. Gebruik deze
instelling voor het fotograferen van slecht belichte onderwerpen die zich buiten
het flitsgebied bevinden of voor het fotograferen van taferelen met het
aanwezige licht.
Opmerking De flitser is niet beschikbaar in de opnamemodi Document,
Landschap, Nachttafereel, Panorama, Zonsondergang of Theater, met de
instelling Burst of bij het opnemen van videoclips. In de opnamemodus
Nachtportret wordt de flitser ingesteld op Aan.
Rode-ogenverwijdering (zie Rode-
Rode-ogenverwijdering uitschakelen en de rode ogen verwijderen nadat u de foto
De opnamemodi gebruiken
Met de verschillende opnamemodi kunt u geoptimaliseerde sluiterinstellingen kiezen
voor het tafereel dat u fotografeert. De meeste opnamemodi behelzen vooraf
gedefinieerde instellingen voor bepaalde soorten taferelen. Hiermee kunt u snel foto's
maken als u geen tijd hebt om de instellingen zelf te regelen. Met andere instellingen
(zoals Prioriteit diafragma, Prioriteit sluiter en Handmatig) kunt u tot in detail opties
instellen voor lastige taferelen of speciale effecten.
Als u een opnamemodus wilt selecteren, drukt u op
markeert u met
Modus Auto (standaard)—Voor het snel maken van goede opnames
wanneer u geen tijd hebt om een speciale opnamemodus te kiezen.
Landschap—Voor beelden met een diep perspectief, zoals bergen.
HP Photosmart R967 Digitale camera19
een opnamemodus en drukt u op .
terwijl Liveweergave actief is,
Hoofdstuk 2
(vervolg)
of
Portret—Voor foto's met een of meer personen als voornaamste
onderwerp.
Scherpe foto—Voor het tegengaan van wazige opnames wanneer het
onderwerp in beweging is of wanneer u de camera niet lang genoeg kunt
stilhouden als de belichting matig tot slecht is (zie Belichting optimaliseren
op pagina 16).
Panorama—Voor indrukwekkende landschappen of voor groepen die te
breed zijn voor één foto (zie De modus Panorama gebruiken
op pagina 21).
Theater—Voor het fotograferen van grote bijeenkomsten, concerten of
binnensportevenementen zonder gebruik van de flitser.
Actie—Voor het fotograferen van sportevenementen, bewegende auto's of
een willekeurig bewegend tafereel.
Nachtportret—Voor het 's nachts fotograferen van personen. In deze modus
wordt de flitser en een lange belichtingstijd gebruikt. In verband hiermee moet
u de camera op een statief of een stabiele ondergrond plaatsen.
Nachttafereel—Voor het 's nachts fotograferen van taferelen. In deze modus
wordt een lange belichting zonder flitser gebruikt. In verband hiermee moet u
de camera op een statief of een stabiele ondergrond plaatsen.
Strand—Voor fotograferen op het strand.
Sneeuw—Voor fotograferen in de sneeuw.
Zonsondergang—Voor het maken van buitenopnames bij zonsondergang.
Document—Voor het maken van foto's van vlakke onderwerpen als tekst of
illustraties.
Prioriteit diafragma—Voor het opgeven van de diafragma-instelling. In deze
modus kunt u met
het F-getal (diafragmaopening) instellen, terwijl de
beste sluitersnelheid automatisch wordt geselecteerd. Als de opname met
meer dan 0,5 stops wordt over- of onderbelicht, worden het F-getal en de
sluitersnelheid rood weergegeven. Stel het F-getal bij totdat deze items wit
worden. Als u de opnamemodus wilt wijzigen, drukt u op
opnamemodus door pijlen wordt omgeven en drukt u vervolgens op
totdat de
.
Prioriteit sluiter—Voor het opgeven van de sluitersnelheid. In deze modus
kunt u met
de sluitersnelheid instellen, terwijl het beste F-getal
automatisch wordt geselecteerd. Als de opname met meer dan 0,5 stops wordt
over- of onderbelicht, worden het F-getal en de sluitersnelheid rood
weergegeven. Stel de sluitersnelheid bij totdat deze items wit worden. Als u
de opnamemodus wilt wijzigen, drukt u op
de pijlen wordt omgeven en drukt u vervolgens op
totdat de opnamemodus door
.
20
Loading...
+ 46 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.