De informatie in dit document kan
zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd. De enige garanties
die gelden voor HP producten en
diensten zijn de garanties die worden
beschreven in de garantievoorwaarden
behorende bij deze producten en
diensten. Geen enkel onderdeel van dit
document mag als extra garantie
worden opgevat. HP aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor technische
fouten of redactionele fouten,
drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Windows® is een in de V.S.
geregistreerd handelsmerk van
Microsoft Corporation.
Het SD-logo is een
handelsmerk van de desbetreffende
eigenaar.
Inhoudsopgave
1 Aan de slag
Bovenkant, zijkant en achterkant van de camera.......................................................................4
Voorkant en onderkant van de camera......................................................................................5
Voordat u foto's maakt................................................................................................................5
De batterij plaatsen...............................................................................................................5
De batterij opladen...............................................................................................................6
De camera aanzetten...........................................................................................................6
De taal kiezen.......................................................................................................................6
De regio instellen..................................................................................................................6
De datum en tijd instellen.....................................................................................................7
Een optionele geheugenkaart plaatsen en formatteren........................................................7
De software installeren.........................................................................................................8
De camera gebruiken.................................................................................................................9
Het touchscreen gebruiken...................................................................................................9
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera bedient, hoe u de digitale camera instelt
voor gebruik en hoe u kunt beginnen met het maken van foto's.
Bovenkant, zijkant en achterkant van de camera
35
4
6
12
11
7
8
10
1Luidspreker.
2
3Aan/uit-lampje.
4
5Sluiterknop.
6
7USB-aansluiting.
8Batterijoplaadindicator.
9
10Pen (zie "Het touchscreen gebruiken" op pagina 9).
11LCD-scherm met touchscreen-functie—Kadert het beeld in vanuit Foto-opname of
-knop
Schakelaar —Schakelt tussen Foto-opname, Video-opname en Weergave (zie "Foto's maken" op pagina 12, "Videoclips opnemen" op pagina 12 en
"Foto's en videoclips bekijken" op pagina 24).
Knop In-/Uitzoomen—Geeft toegang tot de functies /In-/Uitzoomen (zie "De
zoomfunctie gebruiken" op pagina 14), Miniaturen (zie "Miniaturen weergeven"
op pagina 26) en
Knop —Schakelt de touchscreen-overlay op het LCD-scherm in of uit (zie "Het
touchscreen gebruiken" op pagina 9).
Video-opname, geeft beelden weer vanuit Weergave en fungeert als touchscreen
voor de bediening van de camera (zie "Het touchscreen gebruiken" op pagina 9).
Vergroten (zie "Opnames vergroten" op pagina 27).
9
4Aan de slag
Voorkant en onderkant van de camera
132
54
1Flitser.
2 Lampje van zelfontspanner/focushulp—Zie "Zelfontspanner gebruiken" op pagina 21.
3Microfoon.
4Klepje van vak voor batterij/geheugenkaart.
5Bevestigingspunt voor statief.
Voordat u foto's maakt
Voer de volgende procedures uit voordat u foto's maakt of videoclips opneemt.
De batterij plaatsen
1. Open het vak voor de batterij/
geheugenkaart door de
vergrendeling ervan te verschuiven
zoals op het klepje wordt
aangegeven.
2. Plaats de batterij in de grootste sleuf
en duw de batterij naar binnen totdat
het ontgrendelingspalletje op zijn
plaats klikt.
3. Sluit het vak voor de batterij/
geheugenkaart.
Als u de batterij wilt verwijderen,
beweegt u het lipje opzij totdat de batterij vrijkomt.
Opmerking Laad de batterij volledig op voordat u deze voor het eerst gebruikt
(zie "
De batterij opladen" op pagina 6). Zet de camera uit voordat u de batterij
verwijdert.
Voorkant en onderkant van de camera5
Hoofdstuk 1
De batterij opladen
Zo kunt u de batterij in de camera opladen:
1. Sluit de USB-kabel met het
smalle eind aan op de camera
en met het brede eind op de
netstroomadapter. Sluit de
netstroomadapter vervolgens
aan op een stopcontact (zie
illustratie).
Het knipperende lampje op de
camera geeft aan dat de
batterij wordt opgeladen. De
batterij is volledig opgeladen wanneer de batterijoplaadindicator continu blijft branden
(zie "
De lithiumionenbatterij opladen" op pagina 59 voor informatie over de tijd die
nodig is voor het opladen).
2. Koppel de camera los van de netstroomadapter wanneer de batterij volledig is
opgeladen.
Opmerking Zie "De lithiumionenbatterij opladen" op pagina 59 voor andere
methoden voor het opladen van de batterij.
De camera aanzetten
U zet de camera aan door op de -knop te drukken.
De taal kiezen
1. Tik met uw vinger of met de pen op de gewenste taal.
2. Tik in het bevestigingsscherm op Volgende om
uw keuze te bevestigen en het scherm
Regio weer te geven.
U kunt de taal ook later nog wijzigen via het menu
Camera instellen (zie "Het menu 'Camera
instellen' gebruiken" op pagina 45).
De regio instellen
De instellingen voor taal en regio bepalen samen de standaardinstelling voor de
weergave van tijden en datums.
1. Tik op de gewenste regio.
2. Tik in het bevestigingsscherm op Volgende om
uw keuze te bevestigen en het scherm
Datum weer te geven.
6Aan de slag
De datum en tijd instellen
Als u de juiste datum en tijd instelt, kunt afbeeldingen die u naar de computer hebt
overgebracht gemakkelijker terugvinden. Bovendien wordt de juiste datum en tijd aan
afbeeldingen toegevoegd als u van deze functie gebruikmaakt. Zie Datum en tijdtoevoegen onder "
op pagina 18.
1.
Tik op
het jaartal in te stellen.
2. Tik op Volgende om de instellingen te
bevestigen en het scherm
3.
Tik op
4. Tik op Gereed wanneer alle instellingen naar
wens zijn.
U kunt de datum en tijd ook later nog wijzigen via het
menu
op pagina 45).
Camera instellen (zie "Het menu 'Camera instellen' gebruiken"
De menu's Foto-opname en Video-opname gebruiken"
of op om de maand, de datum en
Tijd weer te geven.
of op om de tijd in te stellen.
Een optionele geheugenkaart plaatsen en formatteren
Deze camera ondersteunt standaard SD-geheugenkaarten (Secure Digital) en SDgeheugenkaarten met een hoge snelheid en grote capaciteit (SDHC) van 32 MB tot 8
GB.
1. Zet de camera uit en open het vak voor
de batterij/geheugenkaart.
2. Plaats de optionele geheugenkaart in
de kleinste sleuf zoals in de illustratie.
Zorg ervoor dat de geheugenkaart
vastklikt.
3. Sluit het vak voor de batterij/
geheugenkaart en zet de camera aan.
Opmerking Als u de camera
inschakelt terwijl er een geheugenkaart
is geïnstalleerd, toont de camera het
aantal foto- en video-opnames dat u met
de momenteel ingestelde
Fotokwaliteit nog op de
geheugenkaart kunt opslaan. Met deze
camera kunt u maximaal 1999 opnames
op een geheugenkaart opslaan.
Formatteer nieuwe geheugenkaarten altijd alvorens deze voor het eerst te gebruiken. Bij
formatteren worden alle opnames van de geheugenkaart verwijderd. Daarom moet u de
aanwezige opnames naar de computer overbrengen voordat u formatteert (zie "
overbrengen en afdrukken" op pagina 36).
1. Schakel de camera in en schuif
2.
Tik op
.
Opnames
naar .
Voordat u foto's maakt7
Hoofdstuk 1
3. Tik op om de optie Kaart formatteren te selecteren en tik vervolgens op Kaart
formatteren.
4. Tik op Ja om het formatteren te starten.
Opmerking Wanneer u een geheugenkaart hebt geïnstalleerd, worden alle nieuwe
foto's en videoclips op de kaart opgeslagen in plaats van in het interne geheugen. Als
u het interne geheugen wilt gebruiken en opnames wilt weergeven die in het
geheugen zijn opgeslagen, verwijdert u de geheugenkaart. Zie Opnames naarkaart onder "
interne geheugen naar een optionele geheugenkaart wilt overbrengen.
Zie Opslag onder "Technische specificaties" op pagina 61 voor informatie over
ondersteunde geheugenkaarten.
De software installeren
De HP Photosmart-software bevat functies voor het overbrengen van foto's en videoclips
naar de computer en voor het aanpassen van opgeslagen opnames (bijvoorbeeld
verwijderen van rode ogen, draaien, bijsnijden en aanpassen van de grootte).
Voor de installatie van de HP Photosmart software moet uw computer voldoen aan de
systeemvereisten die worden vermeld op de verpakking van de camera.
Als u bij het installeren of gebruiken van de HP Photosmart-software problemen
ondervindt, kunt u voor meer informatie terecht op de website voor technische
ondersteuning van Hewlett-Packard:
vaak worden opgelost met een nieuwe versie van de firmware. U kunt optimaal profiteren
van de mogelijkheden van uw digitale camera door van tijd tot tijd op deze website te
kijken of er updates zijn voor de firmware, de software en drivers van de camera.
Informatie over ondersteuning voor uw camera in Windows Vista vindt u op
go/windowsvista (alleen Engels).
Windows:
1. Sluit alle programma's en schakel ook eventuele antivirussoftware tijdelijk uit.
2. Plaats de cd-rom met de HP Photosmart-software in het cd-rom-station van de
computer en volg de instructies op het scherm. Als het installatievenster niet
verschijnt, klikt u op Start en Uitvoeren en typt u D:\Setup.exe, waarbij D staat voor
de letter van uw cd-rom-station. Klik vervolgens op OK.
3. Wanneer u klaar bent met het installeren van de software, schakelt u de
antivirussoftware weer in.
Macintosh:
1. Plaats de cd-rom met de HP Photosmart-software in het cd-rom-station.
2. Dubbelklik op het cd-pictogram op het bureaublad van de computer.
3. Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma en volg de instructies op
het scherm.
Wanneer de installatie is voltooid en u de computer opnieuw hebt gestart, wordt het
scherm System Preferences (Systeemvoorkeuren) automatisch geopend met de
instellingen van de HP Photosmart-camera. U kunt de instellingen zodanig wijzigen dat
de HP Photosmart-software automatisch wordt gestart wanneer u de camera op de
Macintosh aansluit (klik in het dialoogvenster voor instellingen van de HP Photosmart-camera op de Help-knop voor meer informatie).
Het menu Weergave gebruiken" op pagina 27 als u opnames van het
www.hp.com/support. Bekende problemen kunnen
www.hp.com/
8Aan de slag
De camera gebruiken
Via de informatie in dit hoofdstuk kunt u kennismaken met de nieuwe touchscreeninterface van de camera en beginnen met het opnemen en weergeven van foto's en
videoclips.
Het touchscreen gebruiken
De camera is voorzien van een touchscreen-interface, die u toegang verschaft tot de
menu's en een groot aantal functies van de camera.
U gebruikt het touchscreen als volgt:
•Tik op het touchscreen op een
aanraakknop met afgeronde hoeken (zie
illustratie) of op een menu-optie. Als u
bijvoorbeeld op
scherm of menu af.
•Wanneer u een foto of videoclip inkadert
om een opname te maken, kunt u de
overlay van het touchscreen uitschakelen
om een duidelijker beeld te krijgen. Druk
op
om de overlay met de aanraakknoppen uit te schakelen. Druk nogmaals op
als u de aanraakknoppen opnieuw wilt weergeven.
Opmerking Welke items in de overlay van het touchscreen worden weergegeven,
is afhankelijk van de taak die u uitvoert.
Tips voor het gebruik van het touchscreen:
•U kunt opties op het touchscreen selecteren met uw vinger of met de speciale pen
(zie illustratie). Als u het touchscreen schoon wilt houden, kunt u het best
gebruikmaken van de pen (zie "
•U bereikt het beste resultaat door in het midden van de gewenste optie te tikken.
•Als de camera niet op de juiste manier reageert wanneer u met de vinger tikt, probeert
u het met de pen. Als ook het tikken met de pen na verschillende pogingen niet het
gewenste resultaat oplevert, is het misschien nodig om het touchscreen uit te lijnen
(zie "
Het touchscreen uitlijnen" op pagina 47).
tikt, sluit u het huidige
Onderhoud van het touchscreen" op pagina 48).
Opmerking De camera biedt via de touchscreen-interface ook een virtueel
toetsenbord, waarmee u tekst voor fotolabels en e-mailadressen kunt invoeren (zie
"
Het toetsenbord gebruiken" op pagina 29).
Verwante informatie
Nadat u de instellingen van de camera hebt voltooid (zie "Voordat u foto's maakt"
op pagina 5), kunt u foto's en videoclips opnemen en weergeven.
Voor informatie over het maken van foto's en
het opnemen van videoclips
Voor informatie over het instellen van opties
voor foto- en video-opname
Zie "Foto's maken" op pagina 12 en
"Videoclips opnemen" op pagina 12.
Zie "Opties instellen voor het maken van foto's
en videoclips" op pagina 16.
De camera gebruiken9
Hoofdstuk 1
(vervolg)
Voor informatie over het bekijken en labelen
van foto's en videoclips op de camera
Voor informatie over het bewerken van uw
opnames
Voor informatie over het overbrengen van
opnames van de camera naar een computer
Voor informatie over het afdrukken van
opnames
Voor informatie over het instellen en verzenden
van opnames naar bestemmingen op het
internet
Zie "Foto's en videoclips bekijken"
op pagina 24.
Zie "Het menu Ontwerpgalerie gebruiken"
op pagina 31.
Zie "Foto's overbrengen met HP Photosmart-
software" op pagina 36.
Zie "Rechtstreeks op een printer afdrukken"
op pagina 38.
Zie "Opnames delen" op pagina 43.
Tip Als u wilt overschakelen tussen Foto-opname, Video-opname en
Weergave, schuift u naar de gewenste optie.
10Aan de slag
2Foto's maken en videoclips
opnemen
U kunt foto's maken in de modus Foto-opname en u kunt video's maken in de modus
Video-opname. Schuif naar om foto's te maken of naar om videoclips
te maken. Het LCD-scherm ziet er ongeveer als volgt uit:
1Knoppen op het touchscreen
Menu
Opent vanuit Foto-opname het Menu Foto-opname.
•
•
Opent vanuit Video-opname het Menu Video-opname.
(alleen ) Opent het menu Opnamemodus. Het pictogram op de knop
geeft aan welke opnamemodus geselecteerd is. Zie "De opnamemodi
gebruiken" op pagina 17 voor een overzicht van de opnamemodi en de
bijbehorende pictogrammen.
(alleen ) Opent het menu Flitserinstelling. Het pictogram op de knop
geeft aan welke flitserinstelling geselecteerd is. Zie "De flitser instellen"
op pagina 16 voor een overzicht van de flitserinstellingen en de
bijbehorende pictogrammen.
2Statuslampjes
12(alleen ) Het aantal resterende opnames.
Indicator Foto-opname.
•
Indicator Video-opname.
•
Geheugenkaartindicator.
Batterijniveau-indicator (zie "Voedingsindicators" op pagina 58).
3Focushaken (zie "Autofocus en belichting" op pagina 13)
Wanneer u een camerafunctie instelt op een andere waarde dan de standaardwaarde,
wordt er een knop weergegeven met een pictogram dat de ingestelde waarde aanduidt.
Bijvoorbeeld: de
Witbalans staat standaard Uit en er wordt geen knop weergegeven.
Foto's maken en videoclips opnemen11
Hoofdstuk 2
Als u Witbalans echter instelt op Neon, wordt er een knop weergegeven met het
pictogram
instelling kunt wijzigen.
Zie de beschrijvingen van de camerafuncties in "
opname gebruiken" op pagina 18 voor informatie over de pictogrammen die op andere
knoppen kunnen worden weergegeven.
. Als u op die knop tikt, verschijnt het menu Witbalans, waarmee u de
Foto's maken
U kunt een foto nemen als de camera zich in de modus Foto-opname bevindt.
1. Schuif
2. Kader het onderwerp van de foto in op het LCD-scherm.
3. Druk de sluiterknop half in om de brandpuntsafstand en
belichting te meten en te vergrendelen. Het
scherpstellingskader op het LCD-scherm wordt groen als
de brandpuntsafstand is vergrendeld (zie "
belichting" op pagina 13).
4. Druk de sluiterknop helemaal in om de foto te maken.
naar .
Videoclips opnemen
U kunt een videoclip maken als de camera is ingesteld op Video-opname.
1. Schuif
2. Kader het onderwerp in op het LCD-scherm.
3. Druk de sluiterknop half in om de focus en belichting te
meten. Het scherpstellingskader op het LCD-scherm
wordt groen als de brandpuntsafstand is vergrendeld
(zie "
Autofocus en belichting" op pagina 13).
4. Druk de sluiterknop helemaal in en laat de knop
vervolgens los om een video-opname te starten.
5. Om de opname van de video stop te zetten, drukt u de sluiterknop opnieuw in en
laat u hem weer los.
naar .
De menu's Foto-opname en Video-
Autofocus en
Meteen bekijken
Wanneer u een foto of videoclip hebt gemaakt, wordt deze kort in Meteen bekijken
getoond. Als u de foto of videoclip wilt verwijderen, tikt u op
opname in het menu
tikken.
12Foto's maken en videoclips opnemen
Verwijderen. U kunt Meteen bekijken afsluiten door op te
en vervolgens op Deze
Autofocus en belichting
Als u de sluiterknop half indrukt, worden automatisch de brandpuntsafstand (voor foto's
en videoclips) en belichting (alleen voor foto's) gemeten, waarna deze instellingen
worden vergrendeld. Bij gebruik van autofocus:
IndicatorBeschrijving
Groene focushakenHet beeld is scherpgesteld.
Rode focushakenHet beeld is niet scherpgesteld (zie "Een optimale
(trillende hand)
Tip Wanneer u de aanwijzingen opvolgt voor scherpstelling en belichting en
uw opname niet juist is scherpgesteld of belicht wanneer u deze bekijkt in
Weergave, raadpleegt u de onderwerpen over wazige, donkere, lichte of korrelige
opnamen in "
Een optimale scherpstelling verkrijgen
Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen, worden de focushaken rood.
Dit betekent dat de foto onscherp wordt, omdat deze buiten het focusbereik ligt of de
scène weinig contrast heeft.
Als u een video of foto maakt met een andere opnamemodus (zie "
gebruiken" op pagina 17) dan Close-up en het lukt niet om scherp te stellen, dan
wordt de foto toch gemaakt. Laat de sluiterknop los, kader het onderwerp opnieuw in
en druk de sluiterknop nogmaals half in. Als de focushaken nog steeds rood zijn, doet
u het volgende:
Voor foto's en videoclips: Als het tafereel weinig contrast bevat , gebruikt u
Focusvergrendeling (zie "
camera op een punt op het onderwerp met meer kleur of duidelijker zichtbare randen.
Alleen voor foto's:
•Selecteer een opnamemodus die beter geschikt is voor de scène waarvan u een
opname maakt (zie "
•Als het onderwerp te dichtbij is (minder dan 100 mm of 3,94 inch), gaat u verder weg
staan of gebruikt u
op pagina 17).
Als de camera is ingesteld op
worden gemaakt. Voer een van de volgende handelingen uit:
•Ga binnen het
of stel de camera in op
op pagina 17).
•Gebruik Focusvergrendeling in scènes met weinig contrast (zie
"
Focusvergrendeling gebruiken" op pagina 14).
Problemen oplossen" op pagina 47.
Focusvergrendeling gebruiken" op pagina 14) en richt u de
De opnamemodi gebruiken" op pagina 17).
Close-up (zie Close-up onder "De opnamemodi gebruiken"
Close-up en niet kan scherpstellen, kan de foto niet
Close-up-bereik (100 mm tot 1 meter of 3,94 tot 39,4 inch) staan
Auto (zie Auto onder "De opnamemodi gebruiken"
scherpstelling verkrijgen" op pagina 13).
(Alleen foto's) Er is een lange belichtingstijd nodig (zie
Een optimale belichting verkrijgen" op pagina 14).
"
De opnamemodi
Autofocus en belichting13
Hoofdstuk 2
Focusvergrendeling gebruiken
Met behulp van de Focusvergrendeling kunt u scherpstellen op een onderwerp dat zich
niet in het midden van de foto bevindt, sneller actiefoto’s maken door van tevoren scherp
te stellen op het gebied waar de actie zal plaatsvinden, of scherpstellen in situaties met
weinig licht of contrast.
1. Richt de camera op het onderwerp en zorg ervoor
dat het onderwerp zich binnen de focushaken
bevindt. Wanneer er weinig licht of contrast is,
richt u de camera op een object dat helderder is
of meer contrast heeft.
2. Druk de sluiterknop half in.
3. Houd de sluiterknop half ingedrukt en richt de
camera opnieuw op het onderwerp.
4. Druk de sluiterknop helemaal in om de foto te
nemen.
Een optimale belichting verkrijgen
Als u bij het maken van een foto de sluiterknop half indrukt, wordt ook het lichtniveau
gemeten dat moet worden ingesteld voor een correcte belichting.
Als de camera vaststelt dat er een zeer lange belichtingstijd nodig is, wordt een trillende
hand (
het lastig is om de camera gedurende de benodigde tijd stil te houden. Voer een van de
volgende handelingen uit:
•Stel de flitser in op
•Zet de camera op een statief of een stabiele ondergrond.
•Als het onderwerp zich buiten het bereik van de flitser bevindt of als u geen statief
•Voeg meer licht toe.
) weergegeven. De foto wordt wel genomen, maar wordt mogelijk wazig omdat
Automatisch flitsen of Flitser Aan (zie "De flitser
instellen" op pagina 16).
hebt, schakelt u de opnamemodus
"
De menu's Foto-opname en Video-opname gebruiken" op pagina 18).
Scherpe foto in (zie Scherpe foto onder
Opmerking Bij het opnemen van video wordt de belichting continu aangepast.
De zoomfunctie gebruiken
De camera heeft zowel een functie voor optisch als voor digitaal zoomen. Bij optisch
zoomen wordt het onderwerp van de foto dichterbij gehaald door het bewegen van de
lens. Als de lens met de optische zoomfunctie in de uiterste stand is gezet, wordt digitaal
zoomen ingeschakeld. Bij digitaal zoomen worden geen onderdelen van de lens
bewogen.
14Foto's maken en videoclips opnemen
Tip Hoe meer u inzoomt op het onderwerp van uw foto, hoe meer de kleine
bewegingen van de camera worden uitvergroot (waardoor bewegingsonscherpte kan
ontstaan). Als
de foto mogelijk onscherp. Zie de tips in "
op pagina 14 voor het voorkomen van onscherpe opnames.
Optisch zoomen
Met optisch zoomen wordt de lens versteld tussen de groothoekstand (1x) en telestand
(3x).
Gebruik in
zoomknop om de zoominstelling te regelen. Druk op
zoomen en op
Digitaal zoomen
Bij digitaal zoomen geeft het LCD-scherm een geel kader rond de scène en de ingestelde
fotokwaliteit (MP-waarde) weer. Terwijl u inzoomt, wordt het gebied in het gele kader
vergroot om aan te geven van welk deel op het scherm een opname wordt gemaakt.
Tegelijkertijd gaat de MP-waarde omlaag om de resolutie aan te geven waarmee de
opname wordt gemaakt.
Houd er bij digitaal zoomen rekening mee dat de MP-waarde op het LCD-scherm geschikt
is voor het formaat waarop u de foto wilt afdrukken. Zie Fotokwaliteit onder "
Foto-opname en Video-opname gebruiken" op pagina 18 voor de MP-waarden en
daarbij horende aanbevolen afdrukformaten.
Zo gebruikt u de digitale zoomfunctie:
1. Druk in
maximumniveau en laat de knop vervolgens los.
2. Druk op
op
3.
Om terug te keren naar optisch zoomen drukt u op
stopt. Laat
wordt weergegeven wanneer u de sluiterknop half indrukt, wordt
Een optimale belichting verkrijgen"
Foto-opname of Video-opname de
om in te
om uit te zoomen.
De menu's
Foto-opname op van de zoomknop om optisch te zoomen tot het
en houd de knop ingedrukt totdat het onderwerp het gele kader vult. Druk
als u te ver inzoomt.
totdat het digitaal zoomen
los en druk deze knop vervolgens opnieuw in.
Opmerking Digitaal zoomen is niet beschikbaar in de / Panorama-modus of
tijdens het opnemen van videoclips.
De zoomfunctie gebruiken15
3Opties instellen voor het maken
van foto's en videoclips
De standaardinstellingen van de camera zijn geschikt voor de meest voorkomende
omstandigheden. Er zijn echter omstandigheden waaronder u betere foto's en videoclips
kunt maken met behulp van de in dit hoofdstuk beschreven functies. U kunt niet alleen
optimale instellingen maken voor belichting en beweging, maar u kunt de camera ook
instellen voor het maken van een panoramafoto, het maken van een serie foto's snel
achter elkaar of het maken van foto's met een vertraging van 10 seconden nadat u de
sluiterknop hebt ingedrukt, zodat u zichzelf kunt fotograferen.
De flitser instellen
Zo kunt u een flitserinstelling selecteren:
1. Tik vanuit
standaardwaarde is
2. Tik op de gewenste flitserinstelling en tik daarna op OK. Als u het menu
Flitserinstelling wilt afsluiten zonder de flitserinstelling te wijzigen, tikt u op .
Foto-opname op het pictogram van de huidige flitserinstelling (de
).
Automatisch flitsen (standaard)—De camera gebruikt de flitser indien nodig. Het
gebruik van de flitser kan leiden tot het rode-ogeneffect (zie "Rode ogen"
op pagina 16).
Flitser Aan—De camera maakt altijd gebruik van de flitser. Als uw onderwerp van
achteren wordt belicht, kunt u de flitser gebruiken om de voorzijde van het onderwerp
extra te belichten. Het gebruik van de flitser kan leiden tot het rode-ogeneffect (zie "
ogen" op pagina 16).
Flitser Uit—De camera maakt geen gebruik van de flitser. Gebruik deze instelling voor
het fotograferen van slecht belichte onderwerpen die zich buiten het flitsgebied bevinden
of voor het fotograferen van taferelen met het aanwezige licht.
Rode
De flitserinstelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt of de camera uitzet.
Opmerking De flitser wordt ingesteld op Flitser uit in de opnamemodi
Landschap, / Panorama, Zonsondergang en Theater, bij de
instelling
Flitser aan in de opnamemodus Nachtportret.
op
Burst en bij het opnemen van videoclips. De flitser wordt ingesteld
Rode ogen
Het rode-ogeneffect wordt veroorzaakt doordat het licht van de flitser wordt weerkaatst
in de ogen van degenen die worden gefotografeerd. Als gevolg hiervan krijgen de ogen
van mensen op de foto soms een rode kleur, en lijken de ogen van dieren vaak op te
gloeien. U kunt de rode ogen van mensen verwijderen nadat u de foto hebt gemaakt. Dit
doet u met
of met de HP Photosmart-software die bij de camera is meegeleverd. U kunt de gloeiende
ogen van dieren verwijderen nadat u de foto hebt gemaakt. Dit doet u met Dierenogencorrigeren (zie "
16Opties instellen voor het maken van foto's en videoclips
Rode ogen verwijderen (zie "Rode ogen verwijderen" op pagina 32)
Foto verbeteren" op pagina 33).
De opnamemodi gebruiken
Opnamemodi zijn vooraf gedefinieerde standaardinstellingen. In deze modi zijn de beste
instellingen voor bepaalde onderwerpen of omstandigheden gedefinieerd.
Zo selecteert u een opnamemodus:
1. Tik vanuit
standaardwaarde is
2.
Tik op
opnamemodus en tik op OK. Als u het menu
de opnamemodus te wijzigen, tikt u op
Modus Auto (standaard)—Voor het snel maken van goede opnames wanneer u geen
tijd hebt om een speciale opnamemodus te kiezen.
Close-up—Gebruik deze instelling wanneer u close-ups wilt maken van onderwerpen
die zich op een afstand tussen 10 cm en 1 meter (3,94 tot 39,4 inch) bevinden.
Theater—Voor het fotograferen van grote bijeenkomsten, concerten of
binnensportevenementen zonder gebruik van de flitser.
Panorama—Voor indrukwekkende landschappen of voor groepen die te breed zijn voor
één foto (zie "
of
Landschap—Voor taferelen met diep perspectief, bijvoorbeeld berglandschappen.
Portret—Voor foto's met een of meer personen als voornaamste onderwerp.
Foto-opname op het pictogram van de huidige opnamemodus (de
).
of om de gewenste opnamemodus weer te geven, tik op de gewenste
De modus Panorama gebruiken" op pagina 17).
Opnamemodus wilt afsluiten zonder
.
Actie—Voor het vastleggen van sportevenementen, bewegende wagens of een andere
scène waarvan u de actie wenst stop te zetten.
Nachtportret—Voor het 's nachts fotograferen van personen. In deze modus wordt de
flitser en een lange belichtingstijd gebruikt. Daarom kunt u de camera het beste op een
statief of stabiele ondergrond zetten.
Strand—Voor fotograferen op het strand.
Sneeuw—Voor fotograferen in de sneeuw.
Zonsondergang—Voor fotograferen buiten bij zonsondergang.
Opmerking U kunt geen opnamemodus gebruiken tijdens het opnemen van
videoclips.
De opnamemodus blijft van kracht totdat u de instelling wijzigt of de camera uitschakelt.
De modus Panorama gebruiken
In de modus / Panorama kunt u een reeks van 2 tot 5 opnames maken, die kunnen
worden samengevoegd tot een panoramafoto die anders te breed zou zijn om in één
opname te passen. U kunt de panoramareeks op de camera samenvoegen met
De opnamemodi gebruiken17
Hoofdstuk 3
Panorama samenvoegen (zie "Panoramafoto's samenvoegen" op pagina 30). Als u
de HP Photosmart-software (zie "
kunt u panorama's ook automatisch laten samenvoegen wanneer u deze naar de
computer overbrengt.
1. Tik vanuit
standaardwaarde is
weer te geven. Tik op
rechts naar links), tik op OK en tik vervolgens op
opname.
2. Druk op de sluiterknop om de eerste foto in de panoramareeks te maken.
3. Richt de camera voor het maken van de tweede
foto in de reeks. Gebruik de transparante overlay
van de eerste foto die over eenderde van het
LCD-scherm is geplaatst om de tweede foto met
de eerste uit te lijnen.
4. Druk de sluiterknop in om de tweede foto te
maken.
5. Voeg vervolgens nog maximaal drie foto's aan de
panoramareeks toe of tik op Einde panorama
om de panoramareeks te beëindigen.
In Meteen bekijken (zie "
panoramareeks weergegeven. Wanneer de laatste foto wordt weergegeven, kunt u de
reeks samenvoegen door op Panorama samenvoegen te tikken. Tik vervolgens opOpslaan wanneer het samengevoegde panorama verschijnt. Desgewenst kunt u de
panoramareeks verwijderen door op
selecteren.
Foto-opname op het pictogram van de huidige opnamemodus (de
De software installeren" op pagina 8) hebt geïnstalleerd,
). Tik op of om de /Panorama-opnamemodi
Panorama (van links naar rechts) of op Panorama (van
om terug te keren naar Foto-
Meteen bekijken" op pagina 12) worden alle foto's uit de
te tikken en vervolgens Hele panoramareeks te
De menu's Foto-opname en Video-opname gebruiken
Met de menu's Foto-opname en Video-opname kunt u speciale camerainstellingen maken voor de foto's en videoclips die u met de camera opneemt. Het menu
Foto-opname geeft alleen functies weer die beschikbaar zijn voor het maken van
foto's, terwijl het menu
het opnemen van videoclips.
1. Schuif
2.
Tik indien nodig op
op de gewenste optie om het bijbehorende menu te openen.
3.
Tik op
en tik op OK. U kunt het menu afsluiten zonder de instelling te wijzigen, door op
4. Als u het menu wilt sluiten, tikt u meerdere keren op
opname of
Tip Als er op het scherm een knop voor een bepaalde functie wordt weergegeven,
kunt u op deze knop tikken om het menu van de functie te openen en de instelling te
wijzigen.
Tik op voor meer informatie over menu's en menu-opties.
18Opties instellen voor het maken van foto's en videoclips
of om de gewenste instelling weer te geven, tik op de gewenste instelling
te tikken.
Video-opname alleen functies toont die beschikbaar zijn voor
naar of en tik op Menu.
of om de gewenste optie weer te geven en tik vervolgens
totdat u weer bij Foto-
Video-opname uitkomt.
Tenzij anders aangegeven, blijft de instelling van kracht totdat u de camera uitschakelt.
De volgende keer dat u de camera inschakelt, zijn de standaardinstellingen weer van
kracht.
Tip U kunt opgeven welke instellingen terugkeren naar de standaardwaarde en
welke instellingen de door u ingestelde waarde behouden wanneer de camera wordt
uitgeschakeld (zie "
Videokwaliteit (alleen )—Voor het instellen van de resolutie en compressie voor
videoclips. De instelling blijft van kracht totdat deze wordt gewijzigd, ook wanneer u de
camera uitschakelt.
Best (standaard)—Voor het maken van actie-videoclips buitenshuis of voor het
•
afdrukken van afzonderlijke videoframes tot 10,2 x 15,2 cm (4 x 6 inch).
•
videoframes tot 7,6 x 12,7 cm (3 x 5 inch).
•
Opnamemodus (alleen )—Hiermee kunt u een opnamemodus selecteren. Zie "De
opnamemodi gebruiken" op pagina 17 voor informatie over opnamemodi en een andere
manier om deze te selecteren.
Flitserinstelling (alleen )—Hiermee kunt u een flitserinstelling selecteren. Zie "De
flitser instellen" op pagina 16 voor informatie over flitserinstellingen en een andere
manier om deze te selecteren.
Zelfontspanner—Voor het maken van foto's of het opnemen van video met een
vertraging van 10 seconden (zie "Zelfontspanner gebruiken" op pagina 21). Nadat de
opname is gemaakt, wordt de instelling Uit weer van kracht.
Uit (standaard)—De zelfontspanner is uitgeschakeld.
•
•
•
Scherpe foto (alleen )—Om onscherpte tot een minimum te beperken. Deze
instelling blijft van kracht totdat deze wordt gewijzigd, ook wanneer u de camera
uitschakelt.
Uit (standaard), Aan
Adaptieve belichting (alleen )—Voor het in evenwicht brengen van de verhouding
tussen lichte en donkere gebieden. Zie "Adaptieve belichting" op pagina 22 voor meer
informatie.
Uit (standaard)
•
Aan
•
Fotokwaliteit (alleen )—Voor het instellen van de resolutie en compressie voor
foto's. Hoe hoger het getal, hoe hoger de resolutie. De instelling blijft van kracht totdat
deze wordt gewijzigd, ook wanneer u de camera uitschakelt.
8MP Best—Voor het vergroot afdrukken van opnames op een formaat van meer
•
dan 41 x 51 cm (16 x 20 inch).
Normaal (8MP) (standaard)—Voor het afdrukken van foto's op een formaat tot 41
•
x 51 cm (16 x 20 inch).
5MP—Voor het afdrukken van foto's op een formaat tot 28 x 36 cm (11 x 14 inch).
•
2MP—Voor het afdrukken van foto's op een formaat tot 13 x 18 cm (5 x 7 inch).
•
VGA—Voor het verzenden van foto's via e-mail of gebruik op internet.
•
Opgeslagen instellingen definiëren" op pagina 46).
Beter—Voor videoclips binnenshuis of voor het afdrukken van afzonderlijke
Goed—Voor het maken van langere videoclips of het e-mailen van kortere clips.
Aan—Hiermee kunt u één vertraagde foto of videoclip opnemen.
Aan - 2 foto's (alleen )—Hiermee kunt u twee vertraagde foto's maken.
De menu's Foto-opname en Video-opname gebruiken19
Loading...
+ 48 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.