Hp PHOTOSMART PRO B8300 User Manual [nl]

HP Photosmart Pro B8300 series
HP Photosmart Pro B8300 series
Gebruikershandleiding
Copyright
Handelsmerken
Veiligheidsinformatie
© 2006 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en services van HP worden uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd. Niets in deze verklaring mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of weglatingen in deze verklaring.
ENERGY STAR® en het ENERGY STAR­logo® zijn gedeponeerde handelsmerken in de VS van de Amerikaanse Environmental Protection Agency. Informatie over correct gebruik van de handelsmerken is beschikbaar in de publicatie 'Guidelines for Proper use of the ENERGY STAR® Name and International Logo'.
HP ColorSmart III en HP PhotoREt IV zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Company.
Microsoft®, Windows®, Windows XP® en Windows NT® zijn gedeponeerde handelsmerken in de VS van Microsoft Corporation.
Pentium® is een gedeponeerd handelsmerk in de VS van Intel Corporation.
Neem bij gebruik van dit product altijd voorzorgsmaatregelen om het risico van letsel door brand of elektrische schokken te beperken.
Zorg dat u alle instructies in de bij de printer behorende documentatie heeft gelezen en begrepen.
Sluit dit product altijd aan op een geaard stopcontact. Als u niet weet of het stopcontact geaard is, kunt u dit laten controleren door een erkend elektricien.
Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt.
Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of als u nat bent.
Zorg dat het product stevig op een stabiel oppervlak staat.
Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen en waar het netsnoer niet kan worden beschadigd.
Zie
Problemen oplossen als het product niet
naar behoren werkt.
Dit product bevat geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs.
Inhoudsopgave
1 Welkom
Speciale functies .................................................................................................................................. 2
Gebruik van deze handleiding .............................................................................................................. 3
Andere informatiebronnen voor het product ......................................................................................... 4
2 Aan de slag
Onderdelen en functies van de printer ................................................................................................. 6
Vooraanzicht (lades, klep en inktpatroonhouder) ................................................................ 6
Vooraanzicht (invoerlade) .................................................................................................... 7
Printerlampjes ...................................................................................................................... 7
Achteraanzicht ..................................................................................................................... 8
De printer configureren (Windows) ....................................................................................................... 9
Rechtstreekse aansluiting .................................................................................................... 9
De printersoftware installeren en de printer delen ............................................................... 9
De software installeren voordat u de printer aansluit .......................................... 9
De printer aansluiten voordat u de software installeert ..................................... 10
Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk ..................................................... 10
De printer configureren (Mac OS) ...................................................................................................... 12
De software installeren voor een lokaal gedeeld netwerk of voor een rechtstreekse
aansluiting .......................................................................................................................... 12
Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk ...................................................................... 13
De printersoftware verwijderen ........................................................................................................... 14
Het setupprogramma voor de printersoftware aanpassen ................................................................. 16
Overige software installeren ............................................................................................................... 17
3 Gebruik van inktpatronen en accessoires
Gebruik van de inktpatronen .............................................................................................................. 20
Ondersteunde inktpatronen ............................................................................................... 20
Inktpatronen plaatsen ........................................................................................................ 20
Een inktpatroon installeren of vervangen .......................................................... 21
Inktpatronen uitlijnen .......................................................................................................... 22
Inktpatronen reinigen ......................................................................................................... 23
Inktpatronen automatisch reinigen .................................................................... 23
Windows ........................................................................................... 24
Macintosh ......................................................................................... 24
Inktpatronen onderhouden ................................................................................................. 24
Inktpatronen bewaren ....................................................................................... 24
Afdrukken met één inktpatroon .......................................................................................... 25
De kleuren kalibreren ......................................................................................................... 26
NLWW iii
De optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) installeren ............................ 27
4 Afdrukken en afdrukmateriaal laden
Afdrukmateriaal selecteren ................................................................................................................. 30
Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmateriaal .................................................... 30
Specificaties van ondersteund afdrukmateriaal ................................................................. 30
Ondersteunde formaten afdrukmateriaal .......................................................... 30
Ondersteunde soorten afdrukmateriaal ............................................................. 35
Ondersteunde gewichten en capaciteiten afdrukmateriaal ............................... 36
Minimummarges instellen .................................................................................................. 37
Afdrukmateriaal in invoerlade plaatsen .............................................................................................. 38
De automatische papiertypesensor gebruiken ................................................................................... 40
De afdrukinstellingen wijzigen ............................................................................................................ 41
Geavanceerde softwarefuncties ......................................................................................................... 42
Digitale foto’s afdrukken ..................................................................................................................... 43
Verbeterde kleurendruk ..................................................................................................... 43
Richtlijnen voor het afdrukken van foto’s .......................................................... 43
Technieken voor digitale fotografie .................................................................................... 44
Afdrukken met PhotoREt ................................................................................... 44
4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd ...................................................................... 44
Met Exif Print verbeterde foto’s afdrukken ........................................................ 45
HP Photosmart Essential-software .................................................................................... 45
Afdrukken zonder rand ....................................................................................................................... 46
Afdrukken in grijstinten ....................................................................................................................... 48
Panoramafoto's afdrukken ................................................................................................................. 49
Een document afdrukken ................................................................................................................... 51
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant ................................................................. 52
De software-instellingen wijzigen ....................................................................................... 52
De sleuf voor handinvoer aan de voorkant gebruiken ....................................................... 53
De sleuf voor handinvoer aan de achterkant gebruiken .................................................... 54
Afdrukken op diverse soorten afdrukmateriaal ................................................................................... 55
Afdrukken op aangepast papierformaat ............................................................................................. 56
Afdrukken op enveloppen ................................................................................................................... 57
Op kaarten en afdrukmateriaal van klein formaat afdrukken .............................................................. 59
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken ................................................................................ 62
Brochures (folders) afdrukken ............................................................................................................ 63
Handmatig folders afdrukken ............................................................................................. 63
Automatisch brochures afdrukken ..................................................................................... 63
Posters afdrukken .............................................................................................................................. 65
Banieren afdrukken ............................................................................................................................ 66
Etiketten afdrukken ............................................................................................................................. 67
T-shirt opstrijkpatronen afdrukken ...................................................................................................... 68
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) ..................................................................................................... 69
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken ............................................................................. 69
Handmatig dubbelzijdig afdrukken ..................................................................................... 70
Automatisch dubbelzijdig afdrukken .................................................................................. 71
Voordelen van het gebruik van de duplexeenheid ............................................ 71
Een afdruktaak annuleren .................................................................................................................. 73
5 Gebruik van de Werkset
iv NLWW
Overzicht Werkset .............................................................................................................................. 76
Printerstatus (tabblad) ........................................................................................................................ 77
Informatie (tabblad) ............................................................................................................................ 78
HP Instant Support ............................................................................................................ 78
Beveiliging en privacy ........................................................................................................ 79
Toegang verkrijgen tot HP Instant Support ........................................................................ 79
myPrintMileage .................................................................................................................. 80
Hoe kan ik… ...................................................................................................................... 80
Printerservice (tabblad) ...................................................................................................................... 82
Gebruik van het HP Printerprogramma (Macintosh) .......................................................................... 83
Panelen van het HP Printerprogramma weergeven .......................................................... 83
6 Problemen oplossen
Tips en informatiebronnen voor probleemoplossing .......................................................................... 86
Algemene tips voor het oplossen van problemen .............................................................................. 87
Een demopagina afdrukken ............................................................................................................... 88
Een diagnosepagina afdrukken .......................................................................................................... 89
Afdrukproblemen oplossen ................................................................................................................. 90
Printer schakelt onverwachts uit ........................................................................................ 90
Alle printerlampjes knipperen ............................................................................................ 90
Printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt) .................................................................. 90
Printer accepteert een inktpatroon niet .............................................................................. 91
De printer weigert de pen .................................................................................................. 92
Printer drukt langzaam af ................................................................................................... 93
Er wordt een lege pagina afgedrukt ................................................................................... 94
De afdruk is niet correct of onvolledig ................................................................................ 94
Voeding en voedingskabels controleren ........................................................... 90
Ventilatieopeningen controleren ........................................................................ 90
Er is een onherstelbare fout opgetreden ........................................................... 90
De printerinstellingen controleren ..................................................................... 90
De initialisatie van de inktpatronen controleren ................................................ 90
De installatie van de printersoftware installeren ................................................ 90
De kabelaansluitingen controleren .................................................................... 90
De printerinstellingen voor de netwerkomgeving controleren ........................... 91
Personal Firewall-software die op de computer is geïnstalleerd
controleren ........................................................................................................ 91
Inktpatroon past niet in de printer ...................................................................... 91
Printer herkent de inktpatroon niet .................................................................... 91
De contacten van de inktpatroon reinigen ......................................................... 91
De systeemconfiguratie controleren .................................................................. 93
Controleren hoeveel softwareprogramma's worden uitgevoerd op de
computer ........................................................................................................... 93
Instellingen van de printersoftware controleren ................................................ 93
Er wordt een groot bestand afgedrukt ............................................................... 93
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus .................. 93
Op lege inktpatronen controleren ...................................................................... 94
De beschermende tape op de spuitgaatjes van de inktpatroon is niet
verwijderd .......................................................................................................... 94
De instellingen voor de afdrukmaterialen controleren ....................................... 94
De marge-instellingen controleren .................................................................... 94
NLWW v
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus .................. 94
Het inktniveau in de inktpatronen controleren ................................................... 94
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd ....................................... 94
De instellingen voor afdrukken in kleur controleren .......................................... 94
De afdruklocatie en de lengte van de USB-kabel controleren .......................... 95
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst ................................................................... 95
Controleren hoe het afdrukmateriaal is geplaatst ............................................. 95
Het formaat van het afdrukmateriaal controleren .............................................. 95
De marge-instellingen controleren .................................................................... 95
Instelling voor paginaoriëntatie controleren ...................................................... 95
De printerlocatie en de lengte van de USB-kabel controleren .......................... 95
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukken ............................................................................ 96
Afdrukken van slechte kwaliteit .......................................................................................... 96
Controleer de inktpatronen ................................................................................ 96
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus .................. 96
Het inktniveau in de inktpatronen controleren ................................................... 96
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd ....................................... 96
Papierkwaliteit controleren ................................................................................ 96
Controleren welk type afdrukmateriaal in de printer is geplaatst ...................... 97
De rollen in de printer controleren ..................................................................... 97
De printerlocatie en de lengte van de USB-kabel controleren .......................... 97
Er worden betekenisloze tekens afgedrukt ........................................................................ 97
De kabelverbindingen controleren .................................................................... 97
Documentbestand controleren .......................................................................... 97
Inktvlekken ......................................................................................................................... 97
De printerinstellingen controleren ..................................................................... 97
Soort afdrukmateriaal controleren ..................................................................... 98
Controleer de marge-instellingen ...................................................................... 98
Tekst of afbeeldingen zijn niet helemaal met inkt opgevuld .............................................. 98
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus .................. 98
Het inktniveau in de inktpatronen controleren ................................................... 98
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd ....................................... 98
Soort afdrukmateriaal controleren ..................................................................... 98
Misschien moeten de afdrukinstellingen worden gewijzigd ............................................... 98
De uitvoer is bleek of de kleuren zijn flets ......................................................................... 98
Afdrukmodus controleren .................................................................................. 98
Misschien gebruikt u niet de meest geschikte inktpatronen voor het
project ............................................................................................................... 99
Controleer de ingestelde papiersoort ................................................................ 99
Controleer de inktpatronen ................................................................................ 99
Kleuren worden zwart-wit afgedrukt .................................................................................. 99
Controleer de afdrukinstellingen ....................................................................... 99
De printer is aan het afdrukken in de Inktreservemodus ................................... 99
Er worden verkeerde kleuren afgedrukt ............................................................................. 99
Controleer de afdrukinstellingen ....................................................................... 99
Controleer de inktpatronen ................................................................................ 99
Kleuren lopen uit op de afdruk ........................................................................................... 99
Controleer de afdrukinstellingen ....................................................................... 99
Controleer de inktpatronen .............................................................................. 100
Kleuren zijn niet goed uitgelijnd ....................................................................................... 100
vi NLWW
Controleer de inktpatronen .............................................................................. 100
Plaatsing van afbeeldingen controleren .......................................................... 100
Lijnen of punten zijn weggevallen in de tekst of afbeeldingen ......................................... 100
Misschien is de printer aan het afdrukken in de Inktreservemodus ................ 100
Het inktniveau in de inktpatronen controleren ................................................. 100
Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd ..................................... 100
De contactplaatjes van de inktpatronen controleren ....................................... 100
Problemen bij de papierinvoer oplossen .......................................................................................... 101
Er treedt een ander probleem op bij de papierinvoer ...................................................... 101
Het afdrukmateriaal wordt niet ondersteund voor de printer of lade ............... 101
Afdrukmateriaal wordt niet uit de invoerlade opgenomen ............................... 101
Afdrukmateriaal komt niet goed uit het apparaat ............................................ 101
Pagina's trekken scheef .................................................................................. 101
Er worden meerdere pagina's opgenomen ..................................................... 101
Installatieproblemen oplossen .......................................................................................................... 102
Problemen bij het afdrukken van een uitlijningspagina .................................................... 102
Problemen bij het installeren van de software ................................................................. 102
De hardwarevereisten controleren .................................................................. 102
Voorbereiding voor de installatie ..................................................................... 102
De printersoftware opnieuw installeren ........................................................... 102
Papierstoringen verhelpen ............................................................................................................... 103
Tips ter voorkoming van papierstoringen ......................................................................... 105
Problemen met fotoafdrukken oplossen ........................................................................................... 106
Problemen met afdrukken zonder rand oplossen ............................................................................. 107
Problemen met het afdrukken van banieren oplossen ..................................................................... 108
Problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken oplossen ........................................................ 109
Problemen met afdrukken in een netwerk oplossen ........................................................................ 111
7 Printerlampjes
De printerlampjes ............................................................................................................................. 114
8 HP benodigdheden en accessoires
Printerbenodigdheden via de Werkset bestellen .............................................................................. 120
Accessoires ...................................................................................................................................... 121
Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken ...................................................... 121
USB-kabel ........................................................................................................................ 121
Netwerkinterface .............................................................................................................. 121
Benodigdheden ................................................................................................................................ 122
Inktpatronen ..................................................................................................................... 122
Fotopapier ........................................................................................................................ 122
Inkjetpapier ...................................................................................................................... 123
Transparanten ................................................................................................................. 123
Speciaal papier ................................................................................................................ 123
Wenskaarten .................................................................................................................... 124
Brochure .......................................................................................................................... 124
9 Klantenondersteuning en garantie
Elektronische ondersteuning ............................................................................................................ 126
HP Instant Support ........................................................................................................................... 127
NLWW vii
Telefonische ondersteuning van HP ................................................................................................ 128
Voordat u belt .................................................................................................................. 128
Nummers voor telefonische ondersteuning ..................................................................... 128
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ........................................................................... 130
10 Printerspecificaties en verklaring van conformiteit
Printerspecificaties ........................................................................................................................... 132
Declaration of Conformity ................................................................................................................. 135
11 Overheidsvoorschriften
FCC statement ................................................................................................................................. 138
Kennisgeving voor gebruikers in Korea ........................................................................... 138
Diverse overheidsvoorschriften ........................................................................................................ 139
LED-classificatie .............................................................................................................. 139
Wettelijk modelnummer ................................................................................................... 139
Programma voor milieubehoud ........................................................................................................ 140
Papiergebruik ................................................................................................................... 140
Kunststof .......................................................................................................................... 140
Programma voor hergebruik ............................................................................................ 140
Programma voor hergebruik van HP inkjetbenodigdheden ............................................. 140
Verwerking van materialen .............................................................................................. 140
Energieverbruik - Energy Star ......................................................................................... 140
Energieverbruik - Federal Energy Management Program ............................................... 141
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese
Unie .................................................................................................................................................. 142
Index ................................................................................................................................................................. 143
viii NLWW
1Welkom
Hartelijk dank voor de aanschaf van deze HP Photosmart-printer.
Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Speciale functies
Gebruik van deze handleiding
Andere informatiebronnen voor het product
NLWW 1

Speciale functies

Deze printer is voorzien van diverse handige functies.
Afdrukken van digitale foto's – U kunt kleurenfoto's en zwart-witfoto's afdrukken met hoge
kwaliteit.
Afdrukken op brede formaten – U kunt afdrukken op papierformaten tot 330 x 483 mm of A3+
zonder rand.
Afdrukken zonder rand – U kunt bij het afdrukken van uw foto's en kaarten het volledige
paginaoppervlak benutten door gebruik te maken van de functie afdrukken zonder rand. Druk af op formaten tot 330 x 483 mm of A3+ zonder rand.
Modus inkt-backup – U kunt doorgaan met afdrukken met één inktpatroon als de andere
inktpatroon leeg is.
Kleurbeheer – De software van de printer vertaalt de kleuren van uw foto van hun bestaande
kleurenruimte naar de kleurenruimte die in het printerstuurprogramma is geselecteerd. Raadpleeg de on line Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Automatische papiertypesensor – De printer selecteert automatisch de juiste afdrukinstellingen
voor het afdrukmateriaal dat in de printer ligt, met name bij gebruik van afdrukmateriaal van HP.
Annuleerknop – U kunt afdruktaken met één druk op de knop annuleren.
Energiebesparingsmodus – De printer schakelt over naar een energiezuinige stand nadat deze
30 minuten lang niet is gebruikt.
Werkset – U kunt informatie bekijken over de status en het onderhoud van de printer. Via de
Werkset krijgt u ook toegang tot de website myPrintMileage, tot documentatie en tot on line hulpmiddelen voor het oplossen van printerproblemen.
Panorama-afdrukken – U kunt met een hoge kwaliteit panoramafoto's afdrukken, met of zonder
rand.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken – Met de printersoftware kunt u maximaal 16 pagina's
afdrukken op één vel papier.
2 Hoofdstuk 1 Welkom NLWW

Gebruik van deze handleiding

Deze handleiding bestaat uit de volgende delen:
Aan de slag – Beschrijft de printeronderdelen en leert u een USB-kabel aansluiten, de
printersoftware installeren en de printer op een netwerk en een externe printserver aansluiten.
Gebruik van inktpatronen en accessoires – Leert u de inktpatronen gebruiken en de optionele
duplexeenheid installeren.
Afdrukken en afdrukmateriaal laden – Beschrijft en illustreert hoe afdrukmateriaal in de printer
wordt geladen en leert u op diverse soorten en formaten afdrukmateriaal afdrukken. Beschrijft kleurendruk met zes inkten, wat de kwaliteit van fotoafdrukken verbetert, en leert u afdrukken zonder rand. Beschrijft ook de functies van het printerstuurprogramma.
Gebruik van de Werkset – Beschrijft de functies van de Werkset (zoals informatie over inktniveau,
onderhoud van inktpatronen en koppelingen naar instructies voor het oplossen van problemen), HP Instant Support en de website myPrintMileage (waarop informatie over uw printergebruik wordt bijgehouden). Leert u ook printerbenodigdheden rechtstreeks via de Werkset bestellen.
Problemen oplossen – Helpt u bij het oplossen van veelvoorkomende printerproblemen, zoals
papierstoringen en de installatie van de software, alsmede afdrukproblemen, zoals problemen met het afdrukken zonder rand en het afdrukken van foto's.
Printerlampjes – Beschrijft en illustreert de diverse combinaties van printerlampjes, legt uit wat
zij betekenen en wat u eventueel moet doen.
Benodigdheden en accessoires van HP – Bevat een lijst met de onderdeelnummers van de
accessoires, het afdrukmateriaal en de inktpatronen die u kunt aanschaffen voor gebruik met de printer.
Klantenondersteuning en garantie – Bevat een lijst met ondersteuningsmogelijkheden voor hulp
bij printerproblemen.
Printerspecificaties en verklaring van conformiteit – Bevat informatie zoals de afdruksnelheid,
de capaciteit van de laden en de systeemeisen. Bevat tevens een verklaring van conformiteit.
Overheidsvoorschriften – Bevat een FCC-verklaring en andere overheidsvoorschriften, zoals
EMI-verklaringen, LED-classificatie, energieverbruik en het wettelijke modelnummer.
NLWW Gebruik van deze handleiding 3

Andere informatiebronnen voor het product

U kunt op de volgende plaatsen productinformatie en verdere informatie voor het oplossen van problemen vinden die niet zijn opgenomen in deze handleiding:
Aan de slag-handleiding – Biedt instructies voor de installatie van de printer en informatie over
garantie en veiligheidszaken. Wordt in gedrukte vorm meegeleverd in de verpakking van de printer.
Leesmij-bestand en release-info – Biedt informatie en tips voor het oplossen van problemen die
op het laatste moment beschikbaar zijn gekomen. Te vinden op de Starter CD.
Werkset – Biedt informatie over het inktniveau in de inktpatronen en toegang tot
onderhoudsfuncties voor de printer. Zie als u kiest voor een installatieoptie waarbij de werkset is inbegrepen.
Elektronische Help-informatie printerstuurprogramma (Windows) – Biedt uitleg over de
functies van het printerstuurprogramma. Toegankelijk vanuit het printerstuurprogramma.
HP Printerprogramma (Macintosh) – Bevat hulpmiddelen voor het kalibreren van de printer,
reinigen van de inktpatronen, afdrukken van een testpagina en opzoeken van ondersteuningsinformatie op de website. Zie voor meer informatie.
HP Instant Support – Helpt u snel printerproblemen herkennen, diagnosticeren en verhelpen.
Zie
HP Instant Support voor meer informatie. Toegankelijk via elke standaard webbrowser of via
de Werkset (Windows).
Gebruik van de Werkset voor meer informatie. Beschikbaar
Gebruik van het HP Printerprogramma (Macintosh)
Starter CD – Bevat printersoftware, een hulpprogramma voor het maken van aangepaste
installatiepakketten, een elektronisch exemplaar van deze gebruikershandleiding en bestelinformatie. Zie
Diagnosepagina – Biedt informatie over de hardware van de printer, zoals de firmwareversie en
het modelnummer. Zie
HP websites – Bieden de nieuwste printersoftware en product- en ondersteuningsinformatie. Ga
naar
http://www.hp.com/support/.
Telefonische ondersteuning van HP – Tijdens de garantieperiode is deze ondersteuning vaak
kosteloos. Zie
Problemen oplossen.
Een diagnosepagina afdrukken.
Telefonische ondersteuning van HP.
4 Hoofdstuk 1 Welkom NLWW

2 Aan de slag

Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Onderdelen en functies van de printer
De printer configureren (Windows)
De printer configureren (Mac OS)
De printersoftware verwijderen
Het setupprogramma voor de printersoftware aanpassen
Overige software installeren
NLWW 5

Onderdelen en functies van de printer

Vooraanzicht (lades, klep en inktpatroonhouder)

6
7
1 Uittrekbare invoerlade
2
Uittrekbare uitvoerbak
3 Papiergeleider voor handinvoer aan voorkant
4 Handinvoer aan voorkant
5 Printerkap
6 Inktpatroonvergrendeling
7 Inktpatroonhouder
6 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW

Vooraanzicht (invoerlade)

1 Invoerladevergrendeling
2
Papiergeleider voor klein afdrukmateriaal
3 Papierbreedtegeleider
4 Uitwerpmechaniek voor kleine afdrukmaterialen

Printerlampjes

De printerlampjes geven een visuele indicatie van de status van de printer. Zie Printerlampjes voor meer informatie.
1 Inktpatroonlampje rechts (zwarte inktpatroon of fotopatroon, of grijze inktpatroon)
2
3 Annuleren-knop
Inktpatroonlampje links (driekleurenpatroon)
NLWW Onderdelen en functies van de printer 7
4 Doorgaan-knop en -lampje
5 Aan/uit-knop en -lampje

Achteraanzicht

6
5
4
3
2
5
1 USB-poort (Universal serial bus)
1
Toegangspaneel aan achterkant
2
3 Handinvoer aan achterkant
4 Papiergeleider voor handinvoer aan achterkant
5 Ontgrendelingsknoppen voor toegangspaneel aan achterkant
6 Stroomaansluiting
8 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW

De printer configureren (Windows)

U kunt de printer rechtstreeks op een computer aansluiten of delen binnen een lokaal netwerk.
Opmerking Voor het installeren van een printerstuurprogramma in Windows 2000,
Windows Server 2000 of Windows XP hebt u beheerdersrechten nodig.

Rechtstreekse aansluiting

U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel.
Opmerking Als u de printersoftware installeert en een printer aansluit op een computer met
Windows, kunt u op dezelfde computer aanvullende printers aansluiten zonder dat u de printersoftware opnieuw hoeft te installeren.

De printersoftware installeren en de printer delen

Bij het installeren van een printer beveelt HP aan dat u de printer aansluit nadat u de software hebt geïnstalleerd. Het installatieprogramma is namelijk speciaal ontworpen om het installeren zo gemakkelijk mogelijk te maken.
Als u de kabel echter eerst hebt aangesloten, raadpleegt u
installeert.
De printer aansluiten voordat u de software
De software installeren voordat u de printer aansluit
U wordt aanbevolen de Werkset te installeren. De Werkset biedt informatie over de status en het onderhoud van uw printer. Via de Werkset krijgt u ook toegang tot documentatie en on line hulpmiddelen voor het oplossen van printerproblemen. Als u de Werkset niet installeert, verschijnen er geen printerfoutberichten op uw computerscherm en heeft u geen toegang tot de website myPrintMileage.
Gebruik van de Werkset.
Zie
1. Sluit alle geopende toepassingen.
2. Plaats de Starter CD in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend.
Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, klikt u achtereenvolgens op Start en Uitvoeren. Blader naar het cd-rom-station van de computer, klik op Autorun.exe en vervolgens op Openen. Klik in het dialoogvenster Uitvoeren op OK.
3. Klik op Printerstuurprogramma installeren in het cd-menu.
4. Volg de instructies op het scherm op om de installatie te voltooien.
5. Sluit desgevraagd de USB-kabel aan op de computer en de printer. De wizard Nieuwe hardware
gevonden verschijnt op het computerscherm en het printerpictogram wordt aan de printermap
toegevoegd.
Opmerking U kunt de printer ook met andere computers delen door middel van een
eenvoudige netwerkvorm, aangeduid als een lokaal gedeeld netwerk. Zie
een lokaal gedeeld netwerk.
NLWW De printer configureren (Windows) 9
Printer delen in
De printer aansluiten voordat u de software installeert
Als u de printer al op de computer hebt aangesloten voordat u de printersoftware installeert, verschijnt de wizard Nieuwe hardware gevonden op het computerscherm.
Opmerking Als de printer is ingeschakeld, mag u deze niet uitschakelen of de printerkabel
ontkoppelen tijdens de uitvoering van het installatieprogramma. Als u dat toch doet, wordt het installatieprogramma niet voltooid.
1. In het dialoogvenster van de wizard Nieuwe hardware gevonden, waarin u een methode kunt
selecteren voor het opzoeken van het stuurprogramma, selecteert u de optie Geavanceerd en klikt u op Volgende.
Opmerking Laat het stuurprogramma niet automatisch opzoeken door de wizard Nieuwe
hardware gevonden.
2. Selecteer het selectievakje voor het opgeven van de locatie van het stuurprogramma en zorg
ervoor dat de andere selectievakjes niet zijn geselecteerd.
3. Plaats de Starter CD in het cd-romstation. Als het cd-menu verschijnt, sluit u het cd-menu.
4. Blader naar de hoofdmap van de Starter CD (bijvoorbeeld D:) en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
6. Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe Hardware gevonden te sluiten. De wizard start het
installatieprogramma automatisch (dit kan enige tijd duren). In Windows 98 en Windows Me moet u het installatieprogramma op dit punt uitvoeren als u een niet-Engelstalig stuurprogramma wilt installeren.
7. Voltooi het installatieproces.
Opmerking Het installatieprogramma biedt de mogelijkheid componenten te installeren
die niet tot het stuurprogramma zelf behoren, zoals de Werkset, en waarvan de installatie wordt aanbevolen. Voor instructies voor het installeren van deze componenten volgt u de stappen uit die worden beschreven in
aansluit.
U kunt de printer ook met andere computers delen door middel van een eenvoudige netwerkvorm, aangeduid als een lokaal gedeeld netwerk. Zie
gedeeld netwerk.
De software installeren voordat u de printer
Printer delen in een lokaal
Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk
In een lokaal gedeeld netwerk wordt de printer rechtstreeks op de USB-aansluiting van een gegeven computer (de server) aangesloten en wordt deze door andere computers (de clients) gedeeld.
10 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
Opmerking Bij het delen van een rechtstreeks aangesloten printer, gebruikt u de computer met
het nieuwste besturingssysteem als de server. Als u bijvoorbeeld een computer hebt waarop Windows 2000 wordt uitgevoerd, en een andere computer met een oudere versie van Windows, gebruikt u de computer met Windows 2000 als de server.
Gebruik deze configuratie alleen in kleine groepen of wanneer de printer niet veel wordt gebruikt. De computer waarop de printer is aangesloten kan vertraging vertonen wanneer veel gebruikers op de printer afdrukken.
1. Klik vanaf het bureaublad van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers of Printers
en fax-apparaten.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, klik op Eigenschappen en klik op
het tabblad Delen.
3. Klik op de optie voor het delen van de printer en geef de printer een share-naam.
4. Als u de printer deelt met clientcomputers waarop andere Windows-versies worden gebruikt, kunt
u op Extra stuurprogramma's klikken om de stuurprogramma's voor deze versies te installeren ten behoeve van de gebruikers van deze computers. Voor deze optionele stap moet de Starter CD in het cd-rom-station worden geplaatst.
NLWW De printer configureren (Windows) 11

De printer configureren (Mac OS)

U kunt de printer gebruiken met één enkele Macintosh-computer door deze via een USB-kabel aan te sluiten, of u kunt de printer delen met andere gebruikers in een netwerk.

De software installeren voor een lokaal gedeeld netwerk of voor een rechtstreekse aansluiting

1. Sluit de printer aan op de computer met behulp van een USB-kabel of op het netwerk met behulp
van een netwerkkabel.
2. Plaats de Starter CD in het cd-rom-station, dubbelklik op het cd-symbool op het bureaublad en
dubbelklik vervolgens op Setup-symbool.
-of-
Zoek naar het installatieprogramma in de map Installer op de Starter CD.
3. Klik op Stuurprogramma installeren en volg de instructies op het scherm voor het gebruikte
verbindingstype.
4. Open het hulpprogramma voor printerinstallatie, dat zich in de map Applications\Utilities bevindt.
5. Klik op het menu Printers en selecteer Voeg toe om de printer toe te voegen.
6. Selecteer in het menu de optie USB in het geval van een rechtstreekse aansluiting.
-of-
Klik in geval van een netwerkaansluiting op een IP-netwerk in het menu op Auto of Handmatig.
7. Als u Auto kiest, selecteert u vervolgens de printer in de lijst met printers.
Als u Handmatig selecteert, voert u vervolgens het IP-adres van de printer in en klikt u op Verbinden.
8. Klik op Voeg toe. Er verschijnt een markering naast de naam van de printer om aan te duiden dat
deze printer nu de standaardprinter is.
9. Sluit Afdrukbeheer of het hulpprogramma voor printerinstallatie.
10. Deel desgewenst de printer met andere Macintosh-gebruikers.
Rechtstreekse aansluiting: Deel de printer met andere Macintosh-gebruikers. Zie
delen in een lokaal gedeeld netwerk.
Netwerkaansluiting: De Macintosh-gebruikers die gebruik willen maken van de
netwerkprinter moeten de printersoftware op hun eigen computer installeren.
Printer
12 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW

Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk

Als u de printer rechtstreeks aansluit, kunt u de printer toch delen door middel van een eenvoudige netwerkvorm, die wordt aangeduid als een lokaal gedeeld netwerk. Gebruik deze configuratie alleen in kleine groepen of wanneer de printer niet veel wordt gebruikt. De computer waarop de printer is aangesloten kan vertraging vertonen wanneer veel gebruikers op de printer afdrukken.
De basisvereisten voor het delen in een Macintosh-omgeving zijn de volgende:
De Macintosh-computers moeten binnen het netwerk met elkaar communiceren via TCP/IP, en de
Macintosh-computers moeten elk een IP-adres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
De gedeelde printer moet zijn aangesloten op een van de ingebouwde USB-poorten op de
Macintosh-computer die als host fungeert.
Zowel op de Macintosh-computer die als host fungeert, als op de Macintosh-computers die als
client fungeren, moet de software voor printerdeling en het printerstuurprogramma of de PPD voor de geïnstalleerde printer worden geïnstalleerd. (U kunt het installatieprogramma gebruiken om de software voor printerdeling en de bijbehorende Help-bestanden te installeren.)
Op de Macintosh-computers die als client fungeren, moeten de juiste HP printerstuurprogramma's
worden geïnstalleerd.
Die Macintosh-computers die als client fungeren, moeten PowerMac-computers zijn.
Raadpleeg de ondersteuningsinformatie op de website van Apple op de computer voor meer informatie over het delen van een USB-printer.
Delen met andere computers met Mac OS X (10.3 en 10.4)
Voer de volgende stappen uit om de printer te delen met andere Macintosh-computers met Mac OS X (10.3 en 10.4):
1. Schakel printerdeling in op de computer waarop de printer is aangesloten (de host).
2. Open Systeemvoorkeuren, klik op Delen, klik op Services en selecteer het vakje
Printerdeling.
3. Als u wilt afdrukken vanaf een van de andere Macintosh-computers (clients) binnen het netwerk,
selecteert u de printer in Delen. Vervolgens kiest u de omgeving waar de printer wordt gedeeld en selecteert u de printer.
http://www.apple.com of Mac Help
NLWW De printer configureren (Mac OS) 13

De printersoftware verwijderen

De software verwijderen op Windows-computers
U hebt beheerdersbevoegdheden nodig om de printersoftware te verwijderen onder Windows 2000 of Windows XP.
1. Als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten met een USB-kabel, koppelt u de printer
los.
2. Sluit alle geopende toepassingen.
3. Open het configuratiescherm vanuit het menu Start.
4. Dubbelklik op Software.
5. Selecteer de printersoftware die u wilt verwijderen.
6. Klik op de knop voor het toevoegen of verwijderen van de software.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de printersoftware te voltooien.
Opmerking Als het verwijderen mislukt, start u de computer opnieuw op en voert u de
bovenstaande stappen nogmaals uit om de software te verwijderen.
8. (Voer de volgende stappen uit om de achtergebleven bestanden te verwijderen.) Koppel de
printer los van de computer.
9. Start Windows opnieuw op.
10. Plaats de Starter CD in het cd-rom-station. Als het cd-menu verschijnt, sluit u het cd-menu.
11. Zoek naar het hulpprogramma voor het verwijderen van achtergebleven bestanden (Scrubber) op
de Starter CD en voer het programma uit.
Voor Windows 2000 en Windows XP gebruikt u het bestand scrub2k.exe in de map Utils
\Scrubber\Win2k_XP.
12. Dubbelklik op het bestand scrubber.exe.
13. Start de computer opnieuw op en installeer het printerstuurprogramma nogmaals.
De software verwijderen op Macintosh-computers
1. Als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten met een USB-kabel, koppelt u de printer
los.
2. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Als u de computer niet opnieuw opstart voordat u de software verwijdert,
worden sommige bestanden niet van uw computer verwijderd tijdens de procedure voor het verwijderen.
3. Plaats de Starter CD in het cd-rom-station.
4. Dubbelklik op het cd-symbool op het bureaublad.
5. Dubbelklik op het Installer-symbool in de map Installer en volg de instructies op het scherm op.
14 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
6. Als het dialoogvenster Hoofdinstallatie verschijnt, selecteert u Verwijderen in de keuzelijst
linksboven in het dialoogvenster.
7. Volg de instructies op het scherm op om de printersoftware te verwijderen.
NLWW De printersoftware verwijderen 15

Het setupprogramma voor de printersoftware aanpassen

De Starter CD bevat een hulpprogramma waarmee systeembeheerders aangepaste installatiepakketten kunnen maken die stil kunnen worden gestart. Systeembeheerders kunnen dan een aangepast installatiepakket verspreiden door het via een lokale schijf of een gekoppelde netwerkschijf te delen.
Selecteer Aanpassingshulpprogramma in het cd-menu om dit hulpprogramma te openen. Er wordt een software-installatiepakket gemaakt met de geselecteerde taal en de geselecteerde printercomponenten.
Als u een printerstuurprogramma wilt installeren vanuit een aangepast installatiepakket, opent u de map die het pakket bevat en dubbelklikt u op het bestand Install.bat.
Opmerking Het aanpassingshulpprogramma is alleen beschikbaar voor Windows.
16 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW

Overige software installeren

Gebruik HP Photosmart Essential om foto's en beeldbestanden te bekijken en bewerken in
Windows. Installeer de software als volgt: plaats de cd met de HP Photosmart Pro-software in het cd-rom-station. Klik op de knop HP Photosmart Essential in het cd-browsermenu en selecteer de software in de lijst die verschijnt (zie
HP Photosmart Essential-software).
Ga voor het Linux-stuurprogramma naar
Informatie over het gebruik van HP printers in Linux vindt u op
Opmerking U hebt beheerdersbevoegdheden nodig om een printerstuurprogramma te
installeren onder Windows 2000 of Windows XP.
www.linuxprinting.org om de software te downloaden.
hp.sourceforge.net.
NLWW Overige software installeren 17
18 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
3 Gebruik van inktpatronen en
accessoires
Dit gedeelte bevat de volgende informatie:
Gebruik van de inktpatronen
De optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) installeren
NLWW 19

Gebruik van de inktpatronen

Ondersteunde inktpatronen

Afdrukken Plaats deze inktpatroon in de
Kleurenfoto's HP Drie kleuren HP Foto
Zwart-witfoto's HP Drie kleuren HP Grijze foto
Tekst en lijntekeningen in kleur HP Drie kleuren HP Zwart
Op de volgende locaties vindt u meer informatie over welke inktpatronen op uw printer worden ondersteund.
In de Aan de slag-handleiding
Op het etiket van de inktpatroon die u vervangt.
linkeruitsparing
Plaats deze inktpatroon in de rechteruitsparing
Windows: Op het tabblad Printerstatus in de Werkset klikt u op Inktpatrooninformatie en
vervolgens op Bestelinformatie.
Mac OS: In de HP Inkjet Werkset opent u het benodigdhedenpaneel.
Ga voor het aanschaffen van inktpatronen en overige printerbenodigdheden naar:
http://www.hpshopping.com (V.S.)
http://www.hpshopping.ca (Canada)
http://www.hp.com/eur/hpoptions (Europa)
http://www.hp.com/paper (Azië (Stille Oceaan))
Opmerking De verkrijgbaarheid van inktpatronen varieert per land/regio. De inktpatronen zijn
mogelijk in verschillende formaten verkrijgbaar.

Inktpatronen plaatsen

Gebruik alleen vervangende patronen met hetzelfde patroonnummer als de patroon die u vervangt.
20 Hoofdstuk 3 Gebruik van inktpatronen en accessoires NLWW
Loading...
+ 128 hidden pages