Deel 1: Gebruikshandleiding
In het gedeelte Gebruikshandleiding wordt beschreven hoe
u de notebookcomputer voor de eerste keer instelt.
Deel 2: Naslaggids
In het gedeelte Naslaggids vindt u een beschrijving van de
hardware- en softwarevoorzieningen van de notebookcomputer
en aanwijzingen voor het gebruik daarvan.
Inhoudsopgave
1 Gebruikshandleiding
2 Hardware
3 Toetsenbord
4Voeding
5 Schijfeenheden en schijfmedia
6 Multimedia
7 Communicatie
8 Hardwareopties en -upgrades
9 Software-updates, herstelprocedures
en hulpprogramma’s
A Specificaties
Index
Deel-1
Gebruikshandleiding
In deze gecombineerde publicatie Gebruikshandleiding en
Naslaggids vindt u informatie over het instellen en gebruiken
van de notebookcomputer.
■ Als u de hardware en software van de notebookcomputer
voor het eerst instelt, volgt u de procedures in de Gebruikshandleiding.
■ Als u meer wilt lezen over het gebruik van de notebook-
computer, raadpleegt u de Naslaggids. U vindt als volgt
informatie over een specifiek onderwerp:
❏ Raadpleeg de inhoudsopgave op de eerste pagina van
elk hoofdstuk. Of:
❏ Raadpleeg de index.
Deze handleiding bevat afbeeldingen van voorzieningen en
procedures voor verschillende notebookmodellen. Raadpleeg in
geval van afbeeldingen voor meerdere notebookcomputers alleen
de afbeeldingen die op uw notebookmodel betrekking hebben.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 11–1
Gebruikshandleiding
Hardware installeren
Voor de eerste installatie van de notebookcomputer heeft u de
notebookcomputer, de netvoedingsadapter 1, het netsnoer 2 en
de accu 3 nodig.
Tijdens de installatie van de hardware voert u de volgende
stappen uit:
■ Plaats de accu in de notebookcomputer, zodat de accu kan
worden opgeladen zodra de notebookcomputer wordt
aangesloten op externe voeding.
■ Open de notebookcomputer.
■ Sluit de notebookcomputer aan op een externe voedingsbron
en schakel de notebookcomputer in.
Vervolgens gaat u verder met de software-installatie.
Netvoedingsadapter, netsnoer en accu
(netsnoeren verschillen per regio en land)
1–2Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Accu plaatsen
U plaatst als volgt de accu in de accuruimte:
1. Plaats de notebookcomputer ondersteboven op een vlakke
ondergrond.
2. Plaats het uitstekende gedeelte van de accu in de uitsparing
op de notebookcomputer 1.
3. Kantel de accu naar beneden totdat deze vastklikt 2.
Gebruikshandleiding
Accu plaatsen
VOORZICHTIG: Verwijder de accu niet voordat de notebookcomputer
Ä
is aangesloten op een externe voedingsbron. Zo zorgt u ervoor dat de
juiste stuurprogramma’s worden geladen en voorkomt u dat bestanden
of onderdelen worden beschadigd.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 11–3
Gebruikshandleiding
Notebookcomputer openen
U opent als volgt de notebookcomputer:
1. Plaats de notebookcomputer met het beeldscherm naar boven
op een plat oppervlak in de buurt van een stopcontact.
2. Verschuif de beeldschermvergrendeling 1 terwijl u het
beeldscherm openklapt 2.
Notebookcomputer openen
1–4Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Notebookcomputer aansluiten
op een externe voedingsbron
U sluit de notebookcomputer als volgt op een externe
voedingsbron aan:
1. Sluit de kabel van de netvoedingsadapter aan op de
voedingsconnector 1.
2. Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter 2 en
vervolgens op een stopcontact 3.
Wanneer de notebookcomputer externe voeding krijgt, gaat
het acculampje 4 branden.
Gebruikshandleiding
Notebookcomputer aansluiten op een externe voedingsbron
(netsnoeren en stopcontacten kunnen per land verschillen)
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 11–5
Gebruikshandleiding
Nieuwe accu opladen
De accu die u eerder plaatste, begint op te laden zodra de
notebookcomputer wordt aangesloten op een externe
voedingsbron. De oplaadstatus wordt aangegeven door
middel van het acculampje.
■ Het acculampje brandt oranje wanneer een in de
notebookcomputer geplaatste accu wordt opgeladen.
■ Het acculampje brandt groen wanneer een in de
notebookcomputer geplaatste accu volledig is opgeladen.
U wordt aangeraden om de notebookcomputer aangesloten te
houden op een externe voedingsbron, totdat de accu volledig
is opgeladen en het acculampje groen is. (Als een nieuwe
accu gedeeltelijk is opgeladen, kunt u wel werken met de
notebookcomputer nadat de initiële software-installatie is
voltooid, maar de acculading wordt pas nauwkeurig
weergegeven nadat de nieuwe accu volledig is opgeladen.)
Acculampje
1–6Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Notebookcomputer inschakelen
U schakelt de notebookcomputer in door op de aan/uit-knop 1 te
drukken. Wanneer de notebookcomputer wordt ingeschakeld,
gaat het aan/uit/standby-lampje 2 branden en wordt u gevraagd
of u de software wilt installeren.
Gebruikshandleiding
Notebookcomputer inschakelen
Als de notebookcomputer niet aangaat:
■ Controleer of de netvoedingsadapter goed is aangesloten
op een stopcontact.
■ Controleer of het stopcontact voeding levert. (Om te
controleren of het stopcontact voeding levert, sluit u een
ander apparaat aan op het stopcontact.)
■ Als u een accu heeft geïnstalleerd, controleert u of de accu
goed vastzit.
■ Raadpleeg de bij de notebookcomputer geleverde gids
Worldwide Telephone Numbers (Telefoonnummers voor
wereldwijde ondersteuning, uitsluitend in het Engels) als u
contact wilt opnemen met een HP Customer Care Center.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 11–7
Gebruikshandleiding
Software installeren
VOORZICHTIG: Installeer software alleen wanneer de notebook-
computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op een externe
Ä
voedingsbron. Zo voorkomt u dat er bestanden beschadigd raken en dat
de verkeerde stuurprogramma's worden geïnstalleerd. Houd u aan de
volgende richtlijnen tijdens de installatie:
■ Koppel de notebookcomputer niet los van de externe voedingsbron.
■ Sluit de notebookcomputer niet af en activeer de standbystand of
de Hibernation-voorziening niet.
■ Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert,
aansluit of loskoppelt.
Basissoftware installeren
Wanneer u de notebookcomputer aansluit op externe voeding en
voor de eerste keer inschakelt, wordt u gevraagd om het
besturingssysteem en andere basissoftware te installeren.
Lees de volgende waarschuwing en installatie-informatie voordat
u deze vraag beantwoordt en de instructies op het scherm gaat
volgen.
■ Wanneer u de software-installatie start, is het noodzakelijk
het hele proces zonder onderbreking te voltooien. De
installatietijd varieert.
■ Denk goed na over uw keuze als u wordt gevraagd een taal te
selecteren. Voor sommige modellen geldt dat de talen die u
niet selecteert, van het systeem worden verwijderd en niet
kunnen worden teruggezet tijdens de installatie.
■ Regionale instellingen en de meeste andere voorkeuren die u
instelt wanneer u de basissoftware installeert, kunnen later,
nadat het besturingssysteem is geïnstalleerd, worden
geselecteerd en gewijzigd.
■ Wanneer u wordt gevraagd of u akkoord gaat met de
Gebruiksrechtovereenkomst, kunt u alleen doorgaan met de
software-installatie als u Accepteren kiest.
1–8Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Bij sommige notebookcomputers wordt de installatie af en toe
✎
gedurende maximaal twee minuten onderbroken en wordt de
notebookcomputer een aantal malen opnieuw opgestart. Dit is
normaal. Er is alleen sprake van deze onderbrekingen en herstarts
tijdens de initiële software-installatie. Deze onderbrekingen en
herstarts vinden niet plaats tijdens de standaardopstartprocedures
van Windows.
Optionele software installeren
Verderop in deze handleiding worden stapsgewijze instructies
gegeven voor de installatie en het gebruik van veel van de
applicaties en hulpprogramma's die bij de notebookcomputer
worden geleverd. Als u ervoor kiest om nu optionele software te
installeren, kan de volgende informatie van pas komen:
Als u een applicatie of hulpprogramma vanaf een cd wilt
installeren, raadpleegt u de instructies die bij de cd worden
geleverd. Als het cd-pakket geen gedrukte instructies bevat, is het
mogelijk dat deze op het scherm worden weergegeven wanneer
de cd wordt geplaatst.
Gebruikshandleiding
Als u vooraf geladen hulpprogramma's of applicaties wilt
bekijken of installeren, selecteert u Start > Alle programma's >
Software installeren. Ga dan als volgt te werk:
■ Als u de beschrijvingen en de vereiste ruimte van een vooraf
geladen item wilt bekijken zonder het item te installeren,
klikt u op Volgende en selecteert u vervolgens een item. Als u
de weergegeven informatie heeft gelezen, klikt u op
Annuleren.
■ Als u een vooraf geladen item wilt installeren, schakelt u het
selectievakje voor dat item in, selecteert u Volgende en volgt
u daarna de instructies op het scherm.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 11–9
Gebruikshandleiding
Regionale voorkeuren en voorkeuren
voor het beeldscherm instellen
De toetsenbordtaal en andere landinstellingen, zoals de tijd, de
datum en de valutanotatie, worden opgegeven in het venster
Landinstellingen van het besturingssysteem. Als u het venster
Landinstellingen wilt openen, selecteert u Start >
Configuratiescherm > pictogram Datum, tijd, taal en land.
Schermweergave-instellingen zijn toegankelijk via het venster
Vormgeving en thema’s van het besturingssysteem. Als u het
venster Vormgeving en thema’s wilt weergeven, selecteert u
Start > Configuratiescherm > pictogram Vormgeving en thema’s.
Als u de instellingen wilt weergeven voor de grootte van de items
die op het scherm worden weergegeven, selecteert u de taak
Resolutie wijzigen.
Notebookcomputer uitschakelen
U schakelt de notebookcomputer uit met behulp van de
afsluitprocedure van Windows: Selecteer Start > Uitschakelen >
Uitschakelen.
Als de notebookcomputer niet reageert, probeert u de volgende
noodprocedures (in de aangegeven volgorde) om de computer af
te sluiten:
■ Als de notebookcomputer werkt met Microsoft Windows XP
Professional, gaat u als volgt te werk: Druk op
Kies Afsluiten en kies vervolgens Afsluiten in de
vervolgkeuzelijst.
■ Houd de aan/uit-knop ten minste vier seconden ingedrukt.
■ Koppel de notebookcomputer los van de externe
voedingsbron en verwijder de accu. Raadpleeg het gedeelte
"Accu vervangen" in hoofdstuk 4 voor instructies.
1–10Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Ctrl+Alt+Delete.
Gebruikshandleiding
Draadloze apparatuur installeren
De notebookcomputer kan met of zonder Bluetooth-apparatuur of
apparatuur voor een draadloos netwerk zijn uitgerust.
U geeft bij Apparaatbeheer als volgt de namen weer van
eventuele vooraf geïnstalleerde apparatuur voor een draadloos
netwerk: Selecteer Start > Deze computer. Klik met de
rechtermuisknop op Deze computer en selecteer vervolgens
Eigenschappen > tabblad Hardware > Apparaatbeheer >
Netwerkadapters.
Lampje en knop voor draadloze
apparatuur gebruiken
Het lampje voor draadloze apparatuur 1, waarmee sommige
modellen zijn uitgerust, geeft aan of met de knop voor draadloze
apparatuur 2 geïntegreerde draadloze apparaten zijn in- of
uitgeschakeld. Deze geïntegreerde draadloze apparaten kunnen
een Bluetooth-apparaat, een ander draadloos apparaat of beide
zijn. Een geïntegreerd draadloos apparaat moet met de knop voor
draadloze apparatuur worden ingeschakeld voordat het draadloze
apparaat kan worden ingesteld.
Lampje en knop voor draadloze apparatuur
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 11–11
Gebruikshandleiding
■ Wanneer de knop voor draadloze apparatuur wordt
geactiveerd, gaat het lampje voor draadloze apparatuur
branden en worden de geïntegreerde draadloze apparaten
hardwarematig ingeschakeld.
■ Wanneer de knop voor draadloze apparatuur wordt
gedeactiveerd, gaat het lampje voor draadloze apparatuur uit
en worden de geïntegreerde draadloze apparaten
hardwarematig uitgeschakeld.
Het lampje blijft aan als een van beide of beide draadloze
apparaten niet met de knop voor draadloze apparatuur maar met
behulp van de software bij het apparaat worden uitgeschakeld.
Bluetooth-apparaat installeren
Als u een Bluetooth-apparaat wilt installeren, installeert u de
Bluetooth-software die vooraf op de notebookcomputer is
geladen:
1. Als u het Bluetooth-apparaat en de software-installatie wilt
activeren, drukt u op de knop voor draadloze apparatuur. (Het
lampje voor draadloze apparatuur gaat branden.)
2. Selecteer Start > Alle programma's > Software installeren.
Selecteer de Bluetooth-software en volg de
installatie-instructies op het scherm.
Raadpleeg op de documentatie-cd Documentation Library—Bluetooth die bij de notebookcomputer is geleverd
de handleiding Bluetooth - Getting Started (Aan de slag) en
de Bluetooth User's Guide (Gebruikershandleiding) voor
meer configuratie-informatie en gebruiksinstructies.
1–12Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Draadloos apparaat installeren
Als u een Integrated Wireless LAN 54g Network Adapter wilt
installeren, volgt u de instructies op de HP website op
http://www.hp.com om het SoftPaq voor de Integrated Wireless
LAN 54g Network Adapter te downloaden en te installeren. Voor
algemene informatie over het vinden, downloaden en installeren
van een SoftPaq, raadpleegt u in hoofdstuk 9 het gedeelte
"Software updaten".
Als u een ander draadloos apparaat wilt installeren, kunt u
gebruikmaken van het HP setup- en configuratieprogramma
dat vooraf op de notebookcomputer is geladen of van het
standaardhulpprogramma voor draadloze netwerkverbindingen
van Windows XP.
Het HP setup- en configuratieprogramma biedt ondersteuning
voor oudere besturingssystemen en voor de voorzieningen van het
Cisco Compatible Extensions-programma. Dankzij uitgebreide,
onafhankelijke tests zorgt het Cisco Compatible Extensionsprogramma voor WLAN-apparatuur ervoor dat Cisco Aironet
WLAN-producten en bepaalde notebookmodellen compatibel
zijn. Omdat een draadloos Cisco Compatible-apparaat voldoet
aan de IEEE 802.11-normen en WiFi-certificering heeft, is
het volledig compatibel met andere producten met
WiFi-certificering.
Gebruikshandleiding
U wordt aangeraden om draadloze apparatuur te installeren met
het HP setup- en configuratieprogramma, om een optimale
functionaliteit te waarborgen.
■
U installeert een apparaat voor een draadloos netwerk als volgt
met het standaardhulpprogramma voor draadloze
netwerkverbindingen van Windows XP:
1. Druk op de knop voor draadloze apparatuur.
(Het lampje voor draadloze apparatuur gaat branden.)
2. Volg de instructies die via Start > Help en ondersteuning
beschikbaar zijn.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 11–13
Gebruikshandleiding
■ Als u een apparaat voor een draadloos netwerk wilt
installeren met het HP setup- en configuratieprogramma,
schakelt u eerst het hulpprogramma voor draadloze
netwerkverbindingen van Windows XP uit en installeert u
vervolgens het HP setup- en configuratieprogramma.
1. U schakelt als volgt het hulpprogramma voor draadloze
netwerkverbindingen van Windows XP uit:
a. Selecteer Start > Configuratiescherm > Netwerk- en
b. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze
c. Schakel op het tabblad Draadloze netwerken het
d. Selecteer OK.
Het hulpprogramma voor draadloze netwerkverbindingen
van Windows XP blijft uitgeschakeld totdat u het weer
inschakelt.
(Het lampje voor draadloze apparatuur gaat branden.)
3. U installeert het HP setup- en configuratieprogramma als
volgt: Selecteer Start > Alle programma’s > Software
installeren > WLAN Utility Installer
(Installatieprogramma voor WLAN-hulpprogramma)
en selecteer vervolgens OK.
4. Volg de installatie- en configuratie-instructies op het
scherm om het draadloze apparaat te installeren en te
configureren.
1–14Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Gebruikshandleiding
Instructies voor het gebruik van een
draadloos apparaat opvragen
Instructies voor de installatie en het gebruik van een Integrated
Wireless LAN 54g Network Adapter worden geleverd bij het
Integrated Wireless LAN 54g Network Adapter SoftPaq dat
beschikbaar is op de HP website op
Instructies voor een ander geïntegreerd draadloos apparaat dat bij
uw model is geleverd, worden bij de notebookcomputer geleverd.
Afhankelijk van het draadloze apparaat, kunnen de instructies
zich in een Help-bestand in de software bij het apparaat of in de
documentatie bij de notebookcomputer bevinden.
http://www.hp.com.
Notebookcomputer beschermen tegen
spanningspieken
Houd u aan de volgende richtlijnen om de notebookcomputer te
beveiligen tegen de spanningspieken die het gevolg kunnen zijn
van onbetrouwbare voedingsbronnen of onweer:
■ Sluit het netsnoer van de notebookcomputer aan op een
optionele betrouwbare voorziening voor beveiliging
tegen spanningspieken. Voorzieningen voor beveiliging tegen
spanningspieken zijn verkrijgbaar bij de meeste computeren elektronicazaken.
■ Breng beveiliging tegen spanningspieken aan op de kabel
waarmee een modem op de telefoonlijn is aangesloten.
■ Wanneer het onweert, laat u de notebookcomputer op
accuvoeding werken of sluit u de notebookcomputer af en
koppelt u het netsnoer los.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 11–15
Gebruikshandleiding
Notebookcomputer
beveiligen tegen virussen
Wanneer u de notebookcomputer gebruikt voor e-mail of voor
netwerk- of Internet-toegang, wordt de notebookcomputer
blootgesteld aan computervirussen. Computervirussen kunnen tot
gevolg hebben dat het besturingssysteem, de applicaties of de
hulpprogramma’s buiten werking worden gesteld of niet goed
werken.
Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden
opgespoord en vernietigd. In de meeste gevallen kan ook
eventuele schade die door virussen is aangericht, worden hersteld.
Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig te updaten,
opdat deze bescherming biedt tegen nieuw ontdekte virussen.
De Norton AntiVirus 2003-software die op uw notebookcomputer is geïnstalleerd, biedt gedurende 60 dagen gratis
virusupdates.
Voor instructies over Norton AntiVirus 2003 en voor meer
informatie over virusupdates raadpleegt u het Help-bestand van
deze applicatie of selecteert u Start > Help en ondersteuning.
1–16Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Veilig werken
met de notebookcomputer
Tests hebben uitgewezen dat deze apparatuur voldoet aan
de limieten die worden gesteld aan een digitaal apparaat
van klasse B, conform deel 15 van de FCC-regels.
Raadpleeg de handleiding Informatie over veiligheid en voorschriften op de documentatie-cd Documentation Library en
het gedrukte document Internationale kennisgevingen omtrent draadloze apparatuur dat bij de notebookcomputer is geleverd
voor meer informatie over veiligheid en kennisgevingen. De
handleiding Informatie over veiligheid en voorschriften bevat ook
informatie over hoe u de notebookcomputer beschermt tegen
elektrostatische ontlading.
WAARSCHUWING: U kunt als volgt het risico van een elektrische
Å
schok of schade aan de apparatuur beperken:
■ Steek het netsnoer in een stopcontact dat altijd makkelijk te
bereiken is.
■ Schakel de voeding naar het product uit door de stekker uit het
stopcontact te halen.
■ Als bij het product een drieaderig netsnoer met een twee- of
driepolige stekker is geleverd, sluit u het netsnoer aan op een
geaard stopcontact. Probeer niet de aarding van de
netsnoerstekker te omzeilen. De aarding is een belangrijke
veiligheidsvoorziening.
Gebruikshandleiding
WAARSCHUWING: Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort,
om het risico van ernstig letsel te beperken. Deze handleiding bevat
Å
aanwijzingen voor een optimale werkplek, een goede houding en
gezonde werkgewoonten voor computergebruikers. Tevens bevat deze
handleiding belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot
elektriciteit en de mechanische werking van de apparatuur. De
handleiding is beschikbaar op
schijf en/of op de documentatie-cd Documentation Library die bij het
product is geleverd.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 11–17
http://www.hp.com/ergo, op de vaste
Gebruikshandleiding
WAARSCHUWING: Deze notebookcomputer is zodanig ontwikkeld
dat de computer op vol vermogen werkt wanneer veeleisende
Å
applicaties worden uitgevoerd. Als gevolg van het verhoogde
stroomverbruik kan de notebookcomputer warm of heet aanvoelen
wanneer de computer langdurig wordt gebruikt. Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd en gebruik de notebookcomputer niet langdurig op uw schoot. Zo voorkomt u eventueel
ongemak of eventuele brandwonden. De temperatuur van de notebookcomputer blijft binnen de temperatuurlimieten die gelden ten aanzien
van voor de gebruiker toegankelijke oppervlakken, zoals bepaald in de
International Standard for Safety of Information Technology Equipment
(IEC 60950).
Beeldschermvergrendeling Hiermee opent u de notebookcomputer.
2–2Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Bovenkant
Touchpad
Bovenkant: Touchpad
Hardware
Aan/uit-knop van het
1
touchpad
Touchpad*Hiermee kunt u de cursor verplaatsen
2
Touchpad-lampjeAan: Het touchpad is ingeschakeld.
3
Touchpad-schuifzones (2)*Hiermee schuift u de inhoud van het
4
Linker- en rechterknop van
5
het touchpad*
*In deze tabel worden de standaardinstellingen beschreven. Raadpleeg het
gedeelte "Voorkeuren voor het touchpad instellen" in hoofdstuk 3 voor
informatie over het wijzigen van de functies van de touchpadvoorzieningen.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 22–3
Hiermee schakelt u het touchpad
in/uit.
en onderdelen op het scherm
selecteren of activeren.
actieve venster omhoog of omlaag.
Deze knoppen hebben dezelfde
functie als de linker- en
rechtermuisknop op een externe muis.
Hardware
Toetsen en antenne
Bovenkant: Toetsen en antenne
Fn-toetsHiermee voert u in combinatie met andere
1
Functietoetsen (12)Hiermee kunt u systeem- en
2
Toetsenbloktoetsen (15)Deze toetsen kunt u laten werken als de
3
ApplicatietoetsHiermee opent u een snelmenu voor
4
Antenne (beschikbaar
5
op bepaalde modellen
en niet zichtbaar aan
de buitenkant van de
notebookcomputer)*
Windows-logotoetsHiermee geeft u het menu Start van
6
*De notebookcomputer heeft twee antennes: één aan de linkerkant en één
aan de rechterkant van de notebookcomputer. Voor een optimale verzending
houdt u de gebieden in de directe omgeving van de antennes vrij.
toetsen systeemtaken uit. Wanneer u
bijvoorbeeld op Fn+F7 drukt, wordt de
helderheid van het beeldscherm vergroot.
applicatietaken uitvoeren. Als u de Fn-toets
gebruikt in combinatie met de
functietoetsen F1 en F3 tot en met F12, kunt
u deze functietoetsen als hotkeys
gebruiken om extra taken uit te voeren.
toetsen op een extern numeriek
toetsenblok.
opties onder de aanwijzer.
Hiermee worden signalen voor draadloze
apparatuur verzonden en ontvangen.
Windows weer.
2–4Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Opstartvoorzieningen
Bovenkant: Opstartvoorzieningen
Aan/uit-knop*Deze knop werkt als volgt:
1
■ Als de notebookcomputer is uitgeschakeld,
drukt u op deze knop om de
notebookcomputer in te schakelen.
■ Als de notebookcomputer is ingeschakeld,
drukt u kort op deze knop om de
Hibernation-voorziening te activeren.
■ Als de notebookcomputer in de standbystand
staat, drukt u kort op deze knop om de
standbystand te beëindigen.
■ Als de computer in de Hibernation-stand
staat, drukt u kort op deze knop om de
Hibernation-stand te beëindigen.
Als het systeem niet meer reageert en
✎
de afsluitprocedures van Windows niet
beschikbaar zijn, houdt u deze knop ten
minste vier seconden ingedrukt om de
computer uit te schakelen.
Beeldscherm-
2
schakelaar*
*In deze tabel worden de standaardinstellingen beschreven. Raadpleeg
het gedeelte "Voorkeuren voor energiebeheer instellen" in hoofdstuk 4
voor informatie over het wijzigen van de functie van de aan/uit-knop of
de beeldschermschakelaar.
■ Als de notebookcomputer wordt gesloten
terwijl deze aanstaat, wordt het beeldscherm
uitgeschakeld.
■ Als de notebookcomputer wordt geopend
terwijl deze in de standbystand staat, wordt
de notebookcomputer ingeschakeld (de
standbystand wordt beëindigd).
Hardware
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 22–5
Hardware
Lampjes
Bovenkant: Lampjes
Num Lock-lampjeAan (groen): Num Lock of het interne
1
Caps Lock-lampjeAan (groen): Caps Lock is ingeschakeld.
2
toetsenblok is ingeschakeld.
Lampje voor het
3
uitschakelen van
het geluid
Lampje voor draadloze
4
apparatuur (beschikbaar
op bepaalde modellen)
AcculampjeAan: De notebookcomputer ontvangt
5
Aan (oranje): Het geluid is uitgeschakeld.
Aan: De knop voor draadloze apparatuur is
ingeschakeld en een geïntegreerd draadloos
apparaat is hardwarematig ingeschakeld.
voldoende externe voeding.
■ Aan (oranje): Er wordt een accu
opgeladen.
■ Aan (groen): Een accu is volledig
opgeladen.
■ Knipperend: Een accu vertoont een
storing en moet mogelijk worden
vervangen.
Lampje van IDE-schijf
6
(Integrated Drive
Electronics)
Aan/uit/standby-lampjeAan: De notebookcomputer is ingeschakeld.
7
2–6Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Aan: Er wordt geschreven naar of gelezen
van de interne vaste schijf of
optische-schijfeenheid.
Knipperend: De notebookcomputer staat in
de standbystand.
Audioknoppen en luidsprekers
Bovenkant: Audioknoppen en luidsprekers
Hardware
Knop voor het verhogen van het
1
volume
Knop voor het verlagen van het
2
volume
Knop voor het uitschakelen van
3
het geluid
Stereoluidsprekers (2)Deze zorgen voor stereogeluid.
4
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 22–7
Hiermee verhoogt u het
systeemvolume.
Hiermee verlaagt u het
systeemvolume.
Hiermee schakelt u de
geluidsweergave uit of in.
Hardware
Voorpaneel
Voorpaneel
Lampje van de SD Card
1
(Secure Digital Card)
SD Card-slotDit slot ondersteunt SD Cards en MMC’s
2
MicrofoonconnectorHierop sluit u een optionele mono- of
3
Audio-uitgangHierop kunt u een optionele
4
Knop voor draadloze
5
apparatuur (beschikbaar
op bepaalde modellen)
2–8Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Aan: Er wordt geschreven naar of
gelezen van een SD Card of MMC.
(multimediakaarten).
stereomicrofoon aan.
hoofdtelefoon of stereoluidsprekers met
versterking aansluiten. Hierop kunt u ook
de audiofunctie van een audio/videoapparaat zoals een televisie of
videorecorder aansluiten.
Aan: Het lampje voor draadloze
apparatuur brandt en een geïntegreerd
draadloos apparaat is hardwarematig
ingeschakeld.
Loading...
+ 144 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.