Hp PAVILION ZT3010EA User Manual [nl]

Gebruikshandleiding en Naslaggids
HP Notebookseriecomputers
Artikelnummer van document: 345561-331
September 2003
Deel 1: Gebruikshandleiding In het gedeelte Gebruikshandleiding wordt beschreven hoe
u de notebookcomputer voor de eerste keer instelt. Deel 2: Naslaggids In het gedeelte Naslaggids vindt u een beschrijving van de
hardware- en softwarevoorzieningen van de notebookcomputer en aanwijzingen voor het gebruik daarvan.
Inhoudsopgave
1 Gebruikshandleiding
2 Hardware
3 Toetsenbord
4Voeding
5 Schijfeenheden en schijfmedia
6 Multimedia
7 Communicatie
8 Hardwareopties en -upgrades
9 Software-updates, herstelprocedures
en hulpprogramma’s
A Specificaties
Index
Deel-1
Gebruikshandleiding
In deze gecombineerde publicatie Gebruikshandleiding en Naslaggids vindt u informatie over het instellen en gebruiken
van de notebookcomputer.
Als u de hardware en software van de notebookcomputer
voor het eerst instelt, volgt u de procedures in de Gebruiks­handleiding.
Als u meer wilt lezen over het gebruik van de notebook-
computer, raadpleegt u de Naslaggids. U vindt als volgt informatie over een specifiek onderwerp:
Raadpleeg de inhoudsopgave op de eerste pagina van
elk hoofdstuk. Of:
Raadpleeg de index.
Deze handleiding bevat afbeeldingen van voorzieningen en procedures voor verschillende notebookmodellen. Raadpleeg in geval van afbeeldingen voor meerdere notebookcomputers alleen de afbeeldingen die op uw notebookmodel betrekking hebben.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1 1–1
Gebruikshandleiding
Hardware installeren
Voor de eerste installatie van de notebookcomputer heeft u de notebookcomputer, de netvoedingsadapter 1, het netsnoer 2 en de accu 3 nodig.
Tijdens de installatie van de hardware voert u de volgende stappen uit:
Plaats de accu in de notebookcomputer, zodat de accu kan
worden opgeladen zodra de notebookcomputer wordt aangesloten op externe voeding.
Open de notebookcomputer.
Sluit de notebookcomputer aan op een externe voedingsbron
en schakel de notebookcomputer in.
Vervolgens gaat u verder met de software-installatie.
Netvoedingsadapter, netsnoer en accu (netsnoeren verschillen per regio en land)
1–2 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Accu plaatsen
U plaatst als volgt de accu in de accuruimte:
1. Plaats de notebookcomputer ondersteboven op een vlakke ondergrond.
2. Plaats het uitstekende gedeelte van de accu in de uitsparing op de notebookcomputer 1.
3. Kantel de accu naar beneden totdat deze vastklikt 2.
Gebruikshandleiding
Accu plaatsen
VOORZICHTIG: Verwijder de accu niet voordat de notebookcomputer
Ä
is aangesloten op een externe voedingsbron. Zo zorgt u ervoor dat de juiste stuurprogramma’s worden geladen en voorkomt u dat bestanden of onderdelen worden beschadigd.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1 1–3
Gebruikshandleiding
Notebookcomputer openen
U opent als volgt de notebookcomputer:
1. Plaats de notebookcomputer met het beeldscherm naar boven op een plat oppervlak in de buurt van een stopcontact.
2. Verschuif de beeldschermvergrendeling 1 terwijl u het beeldscherm openklapt 2.
Notebookcomputer openen
1–4 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Notebookcomputer aansluiten op een externe voedingsbron
U sluit de notebookcomputer als volgt op een externe voedingsbron aan:
1. Sluit de kabel van de netvoedingsadapter aan op de voedingsconnector 1.
2. Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter 2 en vervolgens op een stopcontact 3.
Wanneer de notebookcomputer externe voeding krijgt, gaat het acculampje 4 branden.
Gebruikshandleiding
Notebookcomputer aansluiten op een externe voedingsbron (netsnoeren en stopcontacten kunnen per land verschillen)
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1 1–5
Gebruikshandleiding
Nieuwe accu opladen
De accu die u eerder plaatste, begint op te laden zodra de notebookcomputer wordt aangesloten op een externe voedingsbron. De oplaadstatus wordt aangegeven door middel van het acculampje.
Het acculampje brandt oranje wanneer een in de
notebookcomputer geplaatste accu wordt opgeladen.
Het acculampje brandt groen wanneer een in de
notebookcomputer geplaatste accu volledig is opgeladen. U wordt aangeraden om de notebookcomputer aangesloten te
houden op een externe voedingsbron, totdat de accu volledig is opgeladen en het acculampje groen is. (Als een nieuwe accu gedeeltelijk is opgeladen, kunt u wel werken met de notebookcomputer nadat de initiële software-installatie is voltooid, maar de acculading wordt pas nauwkeurig weergegeven nadat de nieuwe accu volledig is opgeladen.)
Acculampje
1–6 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Notebookcomputer inschakelen
U schakelt de notebookcomputer in door op de aan/uit-knop 1 te drukken. Wanneer de notebookcomputer wordt ingeschakeld, gaat het aan/uit/standby-lampje 2 branden en wordt u gevraagd of u de software wilt installeren.
Gebruikshandleiding
Notebookcomputer inschakelen
Als de notebookcomputer niet aangaat:
Controleer of de netvoedingsadapter goed is aangesloten
op een stopcontact.
Controleer of het stopcontact voeding levert. (Om te
controleren of het stopcontact voeding levert, sluit u een ander apparaat aan op het stopcontact.)
Als u een accu heeft geïnstalleerd, controleert u of de accu
goed vastzit.
Raadpleeg de bij de notebookcomputer geleverde gids
Worldwide Telephone Numbers (Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning, uitsluitend in het Engels) als u contact wilt opnemen met een HP Customer Care Center.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1 1–7
Gebruikshandleiding
Software installeren
VOORZICHTIG: Installeer software alleen wanneer de notebook-
computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op een externe
Ä
voedingsbron. Zo voorkomt u dat er bestanden beschadigd raken en dat de verkeerde stuurprogramma's worden geïnstalleerd. Houd u aan de volgende richtlijnen tijdens de installatie:
Koppel de notebookcomputer niet los van de externe voedingsbron.
Sluit de notebookcomputer niet af en activeer de standbystand of
de Hibernation-voorziening niet.
Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert,
aansluit of loskoppelt.
Basissoftware installeren
Wanneer u de notebookcomputer aansluit op externe voeding en voor de eerste keer inschakelt, wordt u gevraagd om het besturingssysteem en andere basissoftware te installeren.
Lees de volgende waarschuwing en installatie-informatie voordat u deze vraag beantwoordt en de instructies op het scherm gaat volgen.
Wanneer u de software-installatie start, is het noodzakelijk
het hele proces zonder onderbreking te voltooien. De installatietijd varieert.
Denk goed na over uw keuze als u wordt gevraagd een taal te
selecteren. Voor sommige modellen geldt dat de talen die u niet selecteert, van het systeem worden verwijderd en niet kunnen worden teruggezet tijdens de installatie.
Regionale instellingen en de meeste andere voorkeuren die u
instelt wanneer u de basissoftware installeert, kunnen later, nadat het besturingssysteem is geïnstalleerd, worden geselecteerd en gewijzigd.
Wanneer u wordt gevraagd of u akkoord gaat met de
Gebruiksrechtovereenkomst, kunt u alleen doorgaan met de software-installatie als u Accepteren kiest.
1–8 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Bij sommige notebookcomputers wordt de installatie af en toe
gedurende maximaal twee minuten onderbroken en wordt de notebookcomputer een aantal malen opnieuw opgestart. Dit is normaal. Er is alleen sprake van deze onderbrekingen en herstarts tijdens de initiële software-installatie. Deze onderbrekingen en herstarts vinden niet plaats tijdens de standaardopstartprocedures van Windows.
Optionele software installeren
Verderop in deze handleiding worden stapsgewijze instructies gegeven voor de installatie en het gebruik van veel van de applicaties en hulpprogramma's die bij de notebookcomputer worden geleverd. Als u ervoor kiest om nu optionele software te installeren, kan de volgende informatie van pas komen:
Als u een applicatie of hulpprogramma vanaf een cd wilt installeren, raadpleegt u de instructies die bij de cd worden geleverd. Als het cd-pakket geen gedrukte instructies bevat, is het mogelijk dat deze op het scherm worden weergegeven wanneer de cd wordt geplaatst.
Gebruikshandleiding
Als u vooraf geladen hulpprogramma's of applicaties wilt bekijken of installeren, selecteert u Start > Alle programma's > Software installeren. Ga dan als volgt te werk:
Als u de beschrijvingen en de vereiste ruimte van een vooraf
geladen item wilt bekijken zonder het item te installeren, klikt u op Volgende en selecteert u vervolgens een item. Als u de weergegeven informatie heeft gelezen, klikt u op Annuleren.
Als u een vooraf geladen item wilt installeren, schakelt u het
selectievakje voor dat item in, selecteert u Volgende en volgt u daarna de instructies op het scherm.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1 1–9
Gebruikshandleiding
Regionale voorkeuren en voorkeuren voor het beeldscherm instellen
De toetsenbordtaal en andere landinstellingen, zoals de tijd, de datum en de valutanotatie, worden opgegeven in het venster Landinstellingen van het besturingssysteem. Als u het venster Landinstellingen wilt openen, selecteert u Start > Configuratiescherm > pictogram Datum, tijd, taal en land.
Schermweergave-instellingen zijn toegankelijk via het venster Vormgeving en thema’s van het besturingssysteem. Als u het venster Vormgeving en thema’s wilt weergeven, selecteert u Start > Configuratiescherm > pictogram Vormgeving en thema’s. Als u de instellingen wilt weergeven voor de grootte van de items die op het scherm worden weergegeven, selecteert u de taak Resolutie wijzigen.
Notebookcomputer uitschakelen
U schakelt de notebookcomputer uit met behulp van de afsluitprocedure van Windows: Selecteer Start > Uitschakelen > Uitschakelen.
Als de notebookcomputer niet reageert, probeert u de volgende noodprocedures (in de aangegeven volgorde) om de computer af te sluiten:
Als de notebookcomputer werkt met Microsoft Windows XP
Professional, gaat u als volgt te werk: Druk op Kies Afsluiten en kies vervolgens Afsluiten in de vervolgkeuzelijst.
Houd de aan/uit-knop ten minste vier seconden ingedrukt.
Koppel de notebookcomputer los van de externe
voedingsbron en verwijder de accu. Raadpleeg het gedeelte
"Accu vervangen" in hoofdstuk 4 voor instructies.
1–10 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Ctrl+Alt+Delete.
Gebruikshandleiding
Draadloze apparatuur installeren
De notebookcomputer kan met of zonder Bluetooth-apparatuur of apparatuur voor een draadloos netwerk zijn uitgerust.
U geeft bij Apparaatbeheer als volgt de namen weer van eventuele vooraf geïnstalleerde apparatuur voor een draadloos netwerk: Selecteer Start > Deze computer. Klik met de rechtermuisknop op Deze computer en selecteer vervolgens Eigenschappen > tabblad Hardware > Apparaatbeheer > Netwerkadapters.
Lampje en knop voor draadloze apparatuur gebruiken
Het lampje voor draadloze apparatuur 1, waarmee sommige modellen zijn uitgerust, geeft aan of met de knop voor draadloze apparatuur 2 geïntegreerde draadloze apparaten zijn in- of uitgeschakeld. Deze geïntegreerde draadloze apparaten kunnen een Bluetooth-apparaat, een ander draadloos apparaat of beide zijn. Een geïntegreerd draadloos apparaat moet met de knop voor draadloze apparatuur worden ingeschakeld voordat het draadloze apparaat kan worden ingesteld.
Lampje en knop voor draadloze apparatuur
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1 1–11
Gebruikshandleiding
Wanneer de knop voor draadloze apparatuur wordt
geactiveerd, gaat het lampje voor draadloze apparatuur branden en worden de geïntegreerde draadloze apparaten hardwarematig ingeschakeld.
Wanneer de knop voor draadloze apparatuur wordt
gedeactiveerd, gaat het lampje voor draadloze apparatuur uit en worden de geïntegreerde draadloze apparaten hardwarematig uitgeschakeld.
Het lampje blijft aan als een van beide of beide draadloze apparaten niet met de knop voor draadloze apparatuur maar met behulp van de software bij het apparaat worden uitgeschakeld.
Bluetooth-apparaat installeren
Als u een Bluetooth-apparaat wilt installeren, installeert u de Bluetooth-software die vooraf op de notebookcomputer is geladen:
1. Als u het Bluetooth-apparaat en de software-installatie wilt activeren, drukt u op de knop voor draadloze apparatuur. (Het lampje voor draadloze apparatuur gaat branden.)
2. Selecteer Start > Alle programma's > Software installeren. Selecteer de Bluetooth-software en volg de installatie-instructies op het scherm.
Raadpleeg op de documentatie-cd Documentation Library—Bluetooth die bij de notebookcomputer is geleverd de handleiding Bluetooth - Getting Started (Aan de slag) en de Bluetooth User's Guide (Gebruikershandleiding) voor meer configuratie-informatie en gebruiksinstructies.
1–12 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Draadloos apparaat installeren
Als u een Integrated Wireless LAN 54g Network Adapter wilt installeren, volgt u de instructies op de HP website op
http://www.hp.com om het SoftPaq voor de Integrated Wireless
LAN 54g Network Adapter te downloaden en te installeren. Voor algemene informatie over het vinden, downloaden en installeren van een SoftPaq, raadpleegt u in hoofdstuk 9 het gedeelte
"Software updaten".
Als u een ander draadloos apparaat wilt installeren, kunt u gebruikmaken van het HP setup- en configuratieprogramma dat vooraf op de notebookcomputer is geladen of van het standaardhulpprogramma voor draadloze netwerkverbindingen van Windows XP.
Het HP setup- en configuratieprogramma biedt ondersteuning voor oudere besturingssystemen en voor de voorzieningen van het Cisco Compatible Extensions-programma. Dankzij uitgebreide, onafhankelijke tests zorgt het Cisco Compatible Extensions­programma voor WLAN-apparatuur ervoor dat Cisco Aironet WLAN-producten en bepaalde notebookmodellen compatibel zijn. Omdat een draadloos Cisco Compatible-apparaat voldoet aan de IEEE 802.11-normen en WiFi-certificering heeft, is het volledig compatibel met andere producten met WiFi-certificering.
Gebruikshandleiding
U wordt aangeraden om draadloze apparatuur te installeren met het HP setup- en configuratieprogramma, om een optimale functionaliteit te waarborgen.
U installeert een apparaat voor een draadloos netwerk als volgt met het standaardhulpprogramma voor draadloze netwerkverbindingen van Windows XP:
1. Druk op de knop voor draadloze apparatuur.
(Het lampje voor draadloze apparatuur gaat branden.)
2. Volg de instructies die via Start > Help en ondersteuning
beschikbaar zijn.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1 1–13
Gebruikshandleiding
Als u een apparaat voor een draadloos netwerk wilt
installeren met het HP setup- en configuratieprogramma, schakelt u eerst het hulpprogramma voor draadloze netwerkverbindingen van Windows XP uit en installeert u vervolgens het HP setup- en configuratieprogramma.
1. U schakelt als volgt het hulpprogramma voor draadloze
netwerkverbindingen van Windows XP uit: a. Selecteer Start > Configuratiescherm > Netwerk- en
b. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze
c. Schakel op het tabblad Draadloze netwerken het
d. Selecteer OK. Het hulpprogramma voor draadloze netwerkverbindingen
van Windows XP blijft uitgeschakeld totdat u het weer inschakelt.
Internet-verbindingen > Netwerkverbindingen.
netwerkverbinding en selecteer Eigenschappen.
selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren uit.
2. Druk op de knop voor draadloze apparatuur.
(Het lampje voor draadloze apparatuur gaat branden.)
3. U installeert het HP setup- en configuratieprogramma als
volgt: Selecteer Start > Alle programma’s > Software installeren > WLAN Utility Installer (Installatieprogramma voor WLAN-hulpprogramma) en selecteer vervolgens OK.
4. Volg de installatie- en configuratie-instructies op het
scherm om het draadloze apparaat te installeren en te configureren.
1–14 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Gebruikshandleiding
Instructies voor het gebruik van een draadloos apparaat opvragen
Instructies voor de installatie en het gebruik van een Integrated Wireless LAN 54g Network Adapter worden geleverd bij het Integrated Wireless LAN 54g Network Adapter SoftPaq dat beschikbaar is op de HP website op
Instructies voor een ander geïntegreerd draadloos apparaat dat bij uw model is geleverd, worden bij de notebookcomputer geleverd. Afhankelijk van het draadloze apparaat, kunnen de instructies zich in een Help-bestand in de software bij het apparaat of in de documentatie bij de notebookcomputer bevinden.
http://www.hp.com.
Notebookcomputer beschermen tegen spanningspieken
Houd u aan de volgende richtlijnen om de notebookcomputer te beveiligen tegen de spanningspieken die het gevolg kunnen zijn van onbetrouwbare voedingsbronnen of onweer:
Sluit het netsnoer van de notebookcomputer aan op een
optionele betrouwbare voorziening voor beveiliging tegen spanningspieken. Voorzieningen voor beveiliging tegen spanningspieken zijn verkrijgbaar bij de meeste computer­en elektronicazaken.
Breng beveiliging tegen spanningspieken aan op de kabel
waarmee een modem op de telefoonlijn is aangesloten.
Wanneer het onweert, laat u de notebookcomputer op
accuvoeding werken of sluit u de notebookcomputer af en koppelt u het netsnoer los.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1 1–15
Gebruikshandleiding
Notebookcomputer beveiligen tegen virussen
Wanneer u de notebookcomputer gebruikt voor e-mail of voor netwerk- of Internet-toegang, wordt de notebookcomputer blootgesteld aan computervirussen. Computervirussen kunnen tot gevolg hebben dat het besturingssysteem, de applicaties of de hulpprogramma’s buiten werking worden gesteld of niet goed werken.
Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd. In de meeste gevallen kan ook eventuele schade die door virussen is aangericht, worden hersteld. Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig te updaten, opdat deze bescherming biedt tegen nieuw ontdekte virussen.
De Norton AntiVirus 2003-software die op uw notebook­computer is geïnstalleerd, biedt gedurende 60 dagen gratis virusupdates.
Voor instructies over Norton AntiVirus 2003 en voor meer informatie over virusupdates raadpleegt u het Help-bestand van deze applicatie of selecteert u Start > Help en ondersteuning.
1–16 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Veilig werken met de notebookcomputer
Tests hebben uitgewezen dat deze apparatuur voldoet aan de limieten die worden gesteld aan een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-regels.
Raadpleeg de handleiding Informatie over veiligheid en voorschriften op de documentatie-cd Documentation Library en het gedrukte document Internationale kennisgevingen omtrent draadloze apparatuur dat bij de notebookcomputer is geleverd voor meer informatie over veiligheid en kennisgevingen. De handleiding Informatie over veiligheid en voorschriften bevat ook informatie over hoe u de notebookcomputer beschermt tegen elektrostatische ontlading.
WAARSCHUWING: U kunt als volgt het risico van een elektrische
Å
schok of schade aan de apparatuur beperken:
Steek het netsnoer in een stopcontact dat altijd makkelijk te
bereiken is.
Schakel de voeding naar het product uit door de stekker uit het
stopcontact te halen.
Als bij het product een drieaderig netsnoer met een twee- of
driepolige stekker is geleverd, sluit u het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Probeer niet de aarding van de netsnoerstekker te omzeilen. De aarding is een belangrijke veiligheidsvoorziening.
Gebruikshandleiding
WAARSCHUWING: Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort, om het risico van ernstig letsel te beperken. Deze handleiding bevat
Å
aanwijzingen voor een optimale werkplek, een goede houding en gezonde werkgewoonten voor computergebruikers. Tevens bevat deze handleiding belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot elektriciteit en de mechanische werking van de apparatuur. De handleiding is beschikbaar op schijf en/of op de documentatie-cd Documentation Library die bij het product is geleverd.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1 1–17
http://www.hp.com/ergo, op de vaste
Gebruikshandleiding
WAARSCHUWING: Deze notebookcomputer is zodanig ontwikkeld dat de computer op vol vermogen werkt wanneer veeleisende
Å
applicaties worden uitgevoerd. Als gevolg van het verhoogde stroomverbruik kan de notebookcomputer warm of heet aanvoelen wanneer de computer langdurig wordt gebruikt. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd en gebruik de notebook­computer niet langdurig op uw schoot. Zo voorkomt u eventueel ongemak of eventuele brandwonden. De temperatuur van de notebook­computer blijft binnen de temperatuurlimieten die gelden ten aanzien van voor de gebruiker toegankelijke oppervlakken, zoals bepaald in de International Standard for Safety of Information Technology Equipment (IEC 60950).
1–18 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 1
Deel 2
Naslaggids
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Inhoudsopgave
Beeldscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–2
Bovenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–3
Touchpad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–3
Toetsen en antenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–4
Opstartvoorzieningen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–5
Lampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–6
Audioknoppen en luidsprekers . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–7
Voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–8
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–9
Connectoren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–9
Ventilatieopening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–10
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–11
Rechterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–12
Onderkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–13
Ruimtes en geheugencompartiment. . . . . . . . . . . . . 2–13
Aansluitconnector en ventilatieopeningen. . . . . . . . 2–14
Labels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–15
Aanvullende standaardonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–16
Kabels en snoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–16
Adapters en accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–17
Herstel- en documentatie-cd's . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–18
2
Hardware
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2 2–1
Hardware
Beeldscherm
Beeldscherm
Beeldschermvergrendeling Hiermee opent u de notebookcomputer.
2–2 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Bovenkant
Touchpad
Bovenkant: Touchpad
Hardware
Aan/uit-knop van het
1
touchpad
Touchpad* Hiermee kunt u de cursor verplaatsen
2
Touchpad-lampje Aan: Het touchpad is ingeschakeld.
3
Touchpad-schuifzones (2)* Hiermee schuift u de inhoud van het
4
Linker- en rechterknop van
5
het touchpad*
*In deze tabel worden de standaardinstellingen beschreven. Raadpleeg het gedeelte "Voorkeuren voor het touchpad instellen" in hoofdstuk 3 voor informatie over het wijzigen van de functies van de touchpadvoorzieningen.
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2 2–3
Hiermee schakelt u het touchpad in/uit.
en onderdelen op het scherm selecteren of activeren.
actieve venster omhoog of omlaag.
Deze knoppen hebben dezelfde functie als de linker- en rechtermuisknop op een externe muis.
Hardware
Toetsen en antenne
Bovenkant: Toetsen en antenne
Fn-toets Hiermee voert u in combinatie met andere
1
Functietoetsen (12) Hiermee kunt u systeem- en
2
Toetsenbloktoetsen (15) Deze toetsen kunt u laten werken als de
3
Applicatietoets Hiermee opent u een snelmenu voor
4
Antenne (beschikbaar
5
op bepaalde modellen en niet zichtbaar aan de buitenkant van de notebookcomputer)*
Windows-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van
6
*De notebookcomputer heeft twee antennes: één aan de linkerkant en één aan de rechterkant van de notebookcomputer. Voor een optimale verzending houdt u de gebieden in de directe omgeving van de antennes vrij.
toetsen systeemtaken uit. Wanneer u bijvoorbeeld op Fn+F7 drukt, wordt de helderheid van het beeldscherm vergroot.
applicatietaken uitvoeren. Als u de Fn-toets gebruikt in combinatie met de functietoetsen F1 en F3 tot en met F12, kunt u deze functietoetsen als hotkeys gebruiken om extra taken uit te voeren.
toetsen op een extern numeriek toetsenblok.
opties onder de aanwijzer.
Hiermee worden signalen voor draadloze apparatuur verzonden en ontvangen.
Windows weer.
2–4 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Opstartvoorzieningen
Bovenkant: Opstartvoorzieningen
Aan/uit-knop* Deze knop werkt als volgt:
1
Als de notebookcomputer is uitgeschakeld,
drukt u op deze knop om de notebookcomputer in te schakelen.
Als de notebookcomputer is ingeschakeld,
drukt u kort op deze knop om de Hibernation-voorziening te activeren.
Als de notebookcomputer in de standbystand
staat, drukt u kort op deze knop om de standbystand te beëindigen.
Als de computer in de Hibernation-stand
staat, drukt u kort op deze knop om de Hibernation-stand te beëindigen.
Als het systeem niet meer reageert en
de afsluitprocedures van Windows niet beschikbaar zijn, houdt u deze knop ten minste vier seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Beeldscherm-
2
schakelaar*
*In deze tabel worden de standaardinstellingen beschreven. Raadpleeg het gedeelte "Voorkeuren voor energiebeheer instellen" in hoofdstuk 4 voor informatie over het wijzigen van de functie van de aan/uit-knop of de beeldschermschakelaar.
Als de notebookcomputer wordt gesloten
terwijl deze aanstaat, wordt het beeldscherm uitgeschakeld.
Als de notebookcomputer wordt geopend
terwijl deze in de standbystand staat, wordt de notebookcomputer ingeschakeld (de standbystand wordt beëindigd).
Hardware
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2 2–5
Hardware
Lampjes
Bovenkant: Lampjes
Num Lock-lampje Aan (groen): Num Lock of het interne
1
Caps Lock-lampje Aan (groen): Caps Lock is ingeschakeld.
2
toetsenblok is ingeschakeld.
Lampje voor het
3
uitschakelen van het geluid
Lampje voor draadloze
4
apparatuur (beschikbaar op bepaalde modellen)
Acculampje Aan: De notebookcomputer ontvangt
5
Aan (oranje): Het geluid is uitgeschakeld.
Aan: De knop voor draadloze apparatuur is ingeschakeld en een geïntegreerd draadloos apparaat is hardwarematig ingeschakeld.
voldoende externe voeding.
Aan (oranje): Er wordt een accu
opgeladen.
Aan (groen): Een accu is volledig
opgeladen.
Knipperend: Een accu vertoont een
storing en moet mogelijk worden vervangen.
Lampje van IDE-schijf
6
(Integrated Drive Electronics)
Aan/uit/standby-lampje Aan: De notebookcomputer is ingeschakeld.
7
2–6 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Aan: Er wordt geschreven naar of gelezen van de interne vaste schijf of optische-schijfeenheid.
Knipperend: De notebookcomputer staat in de standbystand.
Audioknoppen en luidsprekers
Bovenkant: Audioknoppen en luidsprekers
Hardware
Knop voor het verhogen van het
1
volume
Knop voor het verlagen van het
2
volume
Knop voor het uitschakelen van
3
het geluid
Stereoluidsprekers (2) Deze zorgen voor stereogeluid.
4
Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2 2–7
Hiermee verhoogt u het systeemvolume.
Hiermee verlaagt u het systeemvolume.
Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit of in.
Hardware
Voorpaneel
Voorpaneel
Lampje van de SD Card
1
(Secure Digital Card)
SD Card-slot Dit slot ondersteunt SD Cards en MMC’s
2
Microfoonconnector Hierop sluit u een optionele mono- of
3
Audio-uitgang Hierop kunt u een optionele
4
Knop voor draadloze
5
apparatuur (beschikbaar op bepaalde modellen)
2–8 Gebruikshandleiding en Naslaggids—Deel 2
Aan: Er wordt geschreven naar of gelezen van een SD Card of MMC.
(multimediakaarten).
stereomicrofoon aan.
hoofdtelefoon of stereoluidsprekers met versterking aansluiten. Hierop kunt u ook de audiofunctie van een audio/video­apparaat zoals een televisie of videorecorder aansluiten.
Aan: Het lampje voor draadloze apparatuur brandt en een geïntegreerd draadloos apparaat is hardwarematig ingeschakeld.
Loading...
+ 144 hidden pages