Hp COMPAQ MINI CQ10-500EA, MINI 110-3110SA, MINI 110-3000EA, MINI 110-3109SA, MINI 110-3108SA, MINI 110-3010SA, MINI 110-3155EA, MINI 110-3113SA, COMPAQ MINI CQ10-400SA, MINI 110-3112SA, MINI 110-3101SA, MINI 110-3060EA, MINI 110-3020SA, MINI 110-3110EA, MINI 110-3104SA, MINI 110-3107SA, MINI 110-3102SA, MINI 110-3101EA, MINI 110-3111SA, COMPAQ MINI CQ10-500SA, MINI 110-3000SA, MINI 110-3103SA, MINI 110-3105SA User Manual [nl]
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreffende houder en wordt door
Hewlett-Packard Company onder licentie
gebruikt. Microsoft en Windows zijn in de
Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Het SD-logo is een handelsmerk van de
desbetreffende houder.
De informatie in deze documentatie kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd. De
enige garanties voor HP producten en
diensten staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze handleiding kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Tweede editie, juni 2010
Eerste editie, mei 2010
Artikelnummer: 605302-332
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de
voorzieningen beschreven die op de meeste
modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet
alle voorzieningen op uw computer
beschikbaar.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden
of anderszins gebruiken van een
softwareproduct dat vooraf op deze
computer is geïnstalleerd, bevestigt u dat u
gehouden bent aan de voorwaarden van de
HP EULA (End User License Agreement).
Als u niet akkoord gaat met deze
licentievoorwaarden, is uw enige
rechtsmogelijkheid om het volledige,
ongebruikte product (hardware en software)
binnen 14 dagen te retourneren en te
verzoeken om restitutie van het
aankoopbedrag op grond van het
restitutiebeleid dat op de plaats van aankoop
geldt.
Neem contact op met het lokale verkooppunt
(de verkoper) als u meer informatie wilt of als
u een verzoek om volledige restitutie van het
aankoopbedrag van de computer wilt
indienen.
Page 3
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING!Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van
de computer niet, om de kans op letsel door hitte of oververhitting van de computer te beperken. Gebruik
de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt
geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of
een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de
netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact komt met de huid of een voorwerp van zacht
materiaal. De temperatuur van de computer en de netvoedingsadapter blijft binnen de
temperatuurlimieten voor de oppervlakken die toegankelijk zijn voor de gebruiker, zoals bepaald in de
International Standard for Safety of Information Technology Equipment (IEC 60950).
Index ................................................................................................................................................................... 44
vi
Page 7
1Welkom
Nadat u de computer gebruiksklaar heeft gemaakt en heeft geregistreerd, zijn de volgende stappen
belangrijk:
Configureer HP QuickWeb: voor onmiddellijke toegang tot uw muziek, digitale foto's en internet
●
zonder dat het hoofdbesturingssysteem wordt gestart. Raadpleeg
modellen) op pagina 12 voor meer informatie.
Maak verbinding met internet: installeer uw bekabelde of draadloze netwerk, zodat u verbinding
●
kunt maken met internet. Raadpleeg
Update uw antivirussoftware: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software
●
is vooraf geïnstalleerd op de computer en bevat een beperkt abonnement voor gratis updates.
Raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor meer informatie. Instructies voor het
opzoeken van deze handleiding vindt u in
HP QuickWeb (alleen bepaalde
Netwerk op pagina 18 voor meer informatie.
Informatie zoeken op pagina 2.
Raak vertrouwd met de computer: maak kennis met de voorzieningen van uw computer.
●
Raadpleeg
op pagina 23 voor aanvullende informatie.
Maak herstelschijven: herstel de fabrieksinstellingen van het besturingssysteem en software
●
wanneer het systeem instabiel wordt of niet meer werkt. Raadpleeg
op pagina 37 voor instructies.
Zoek geïnstalleerde software op: toegang tot een overzicht van de vooraf op de computer
●
geïnstalleerde software. Selecteer Start > Alle programma's. Raadpleeg de instructies van de
softwarefabrikant voor verdere informatie over het gebruik van de software die bij de computer is
meegeleverd. Deze instructies kunnen zijn verstrekt bij de software of kunnen op de website van
de fabrikant staan.
Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 en Toetsenbord en aanwijsapparaten
Back-up en herstel
1
Page 8
Informatie zoeken
De computer bevat verschillende hulpmiddelen voor de uitvoering van uiteenlopende taken.
HulpmiddelenInformatie over
Poster Snel aan de slag
Naslaggids voor HP notebookcomputer
Om toegang te krijgen tot deze gids, selecteert u Start
> Help en ondersteuning >
Gebruikershandleidingen.
Help en ondersteuning
Als u Help en ondersteuning wilt openen, selecteert u
Start > Help en ondersteuning.
OPMERKING: voor land- of regiospecifieke
ondersteuning gaat u naar
Selecteer uw land of regio en volg de instructies op het
scherm.
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
Om toegang te krijgen tot dit document, selecteert u
Start > Help en ondersteuning >
Gebruikershandleidingen.
http://www.hp.com/support.
De computer gebruiksklaar maken
●
Onderdelen van de computer herkennen
●
Voorzieningen voor energiebeheer
●
De accuwerktijd maximaliseren
●
De multimediavoorzieningen de computer gebruiken
●
De computer beveiligen
●
Onderhoud van de computer
●
Updates van de software uitvoeren
●
Informatie over het besturingssysteem
●
Updates van software, stuurprogramma's en BIOS
●
Hulpmiddelen voor probleemoplossing
●
Krijgen van technische ondersteuning
●
Informatie over veiligheid en kennisgevingen
●
Informatie over het afvoeren van accu's
●
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer Start>Help en ondersteuning>Gebruikershandleidingen.
– of –
Ga naar
Boekje Worldwide Telephone Numbers
(Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning)
Dit boekje wordt bij de computer geleverd.
Website van HP
Voor deze website gaat u naar
support.
Beperkte garantie*
U krijgt als volgt toegang tot deze garantie:
http://www.hp.com/ergo.
http://www.hp.com/
Aanwijzingen voor een optimale werkplek, een goede houding
●
en gezonde werkgewoonten
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
●
Telefoonnummers voor ondersteuning van HP
Informatie over ondersteuning
●
Onderdelen bestellen en aanvullende ondersteuning vinden
●
Updates van software, stuurprogramma's en BIOS (Setup
●
Utility)
Voor het apparaat verkrijgbare accessoires
●
Garantiegegevens
2Hoofdstuk 1 Welkom
Page 9
HulpmiddelenInformatie over
Selecteer Start > Help en ondersteuning > HP
Garantie.
– of –
Ga naar
*De uitdrukkelijk verstrekte HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, is te vinden in het startmenu van de
computer en/of op de meegeleverde cd/dvd in de doos. Voor sommige landen of regio's wordt een gedrukte versie van de HP
beperkte garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u een
gedrukt exemplaar aanvragen. Ga naar
11311 Chinden Blvd, Boise, ID 83714, VS; Hewlett Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063, Cernusco s/Naviglio (MI), Italië;
Hewlett Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore 911507. Geef het productnummer, de garantieperiode
(te vinden op het label met het serienummer) en uw naam en postadres op.
http://www.hp.com/go/orderdocuments.
http://www.hp.com/go/orderdocuments of schrijf naar HP: Hewlett Packard, MS POD,
Informatie zoeken3
Page 10
2Vertrouwd raken met de computer
Bovenkant
Touchpad
OnderdeelBeschrijving
(1)TouchpadzoneHiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd)
verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of
activeren.
(2)Linkerknop van het touchpadDeze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een
externe muis.
(3)Rechterknop van het touchpadDeze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een
externe muis.
4Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Page 11
Lampjes
OnderdeelBeschrijving
(1)Caps Lock-lampje
(2)Lampje Volume uit
(3)Lampje voor draadloze
communicatie
Wit: Caps Lock is ingeschakeld.
●
Uit: Caps Lock is uitgeschakeld.
●
Oranje: het geluid van de computer is uitgeschakeld.
●
Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.
●
Wit: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals
●
een adapter voor een draadloos lokaal netwerk (WLAN), een adapter
voor een draadloos wide-area netwerk (WWAN) en/of een
Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld.
Oranje: alle apparatuur voor draadloze communicatie is
●
uitgeschakeld.
Bovenkant5
Page 12
Toetsen
OnderdeelBeschrijving
(1)esc-toetsDruk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
systeeminformatie weer te geven.
(2)fn-toetsDruk op deze toets in combinatie met een pijltoets of de esc-toets
(3)Windows-logotoetsHiermee geeft u het menu Start van Windows weer.
(4)Windows-applicatietoetsHiermee opent u een snelmenu voor items waarbij de aanwijzer
(5)PijltoetsenHiermee schuift u de pagina omhoog of omlaag. Als u op deze
(6)ActietoetsenHiermee kunt u veelgebruikte systeemfuncties uitvoeren.
om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
staat.
toetsen drukt combinatie met de fn-toets, gaat u naar het begin of
einde van het document.
6Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Page 13
Voorkant
OnderdeelBeschrijving
(1)Ventilatieopeningen (2)Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
(2)LuidsprekerHiermee wordt het geluid van de computer weergegeven.
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen
te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator
automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
Voorkant7
Page 14
Rechterkant
OnderdeelBeschrijving
(1)DigitalemediaslotOndersteunt de volgende types digitale kaarten:
MultiMediaCard (MMC)
●
Secure Digital-geheugenkaart (SD)
●
Secure Digital Extended Capacity-geheugenkaart (SDxC)
●
Secure Digital High Capacity-geheugenkaart (SDHC)
●
(2)Aan/uit-lampje
(3)Aan/uit-schakelaar
(4)USB-poorten (2)Hierop kunt u optionele USB-apparaten aansluiten.
(5)RJ-45-netwerkconnector
en afdekplaatje
Wit: de computer staat aan.
●
Knipperend wit: de computer staat in de slaapstand.
●
Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand.
●
Als de computer is uitgeschakeld, verschuift u de schakelaar om de
●
computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, verschuift u de schakelaar en laat
●
u deze direct weer los om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de schakelaar
●
om de slaapstand te beëindigen.
Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op de
●
schakelaar om de sluimerstand te beëindigen.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures van
Windows® geen effect hebben, houdt u de aan/uit-knop minstens vier
seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Selecteer Start>Configuratiescherm>Systeem en beveiliging>Energiebeheer of raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer
als u meer wilt weten over de instellingen voor energiebeheer.
Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten.
(6)Bevestigingspunt voor
een beveiligingskabel
8Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Hiermee bevestigt u een optionele beveiligingskabel aan de computer.
OPMERKING: van de beveiligingskabel moet op de eerste plaats een
ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet
voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
Page 15
Linkerkant
OnderdeelBeschrijving
(1)NetvoedingsconnectorHierop sluit u een netvoedingsadapter aan.
(2)Lampje van de netvoedingsadapter
(3)ExternemonitorpoortHierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector aansluiten.
(4)VentilatieopeningDeze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
(5)SchijfeenheidlampjeKnipperend wit: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste
(6)USB-poortHierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten.
(7)Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/
Audio-ingang (microfoon)
Wit: de computer is aangesloten op een externe voedingsbron
●
en de accu is volledig opgeladen.
Oranje: de computer is aangesloten op een externe
●
voedingsbron en de accu wordt opgeladen.
Uit: de computer is niet aangesloten op een externe
●
voedingsbron.
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch
om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen.
Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat
terwijl u met de computer werkt.
schijf.
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers, een hoofdtelefoon, een
oortelefoon, een headset of een televisie aansluiten. Ook kunt u
hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten.
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico
van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften,veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid.
OPMERKING: wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
Linkerkant9
Page 16
Beeldscherm
OnderdeelBeschrijving
(1)WWAN-antennes* (2) (alleen bepaalde
modellen)
(2)WLAN-antennes (2)*Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
(3)WebcamlampjeAan: de webcam is in gebruik.
(4)WebcamHiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken.
(5)Interne microfoonHiermee kunt u geluid opnemen.
*Deze antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale verzending en ontvangst houdt u
de directe omgeving van de antennes vrij. Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het
gedeelte over uw land of regio in Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu. Deze informatie vindt u in Help en
ondersteuning.
Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
ontvangen om te communiceren met draadloze WAN's (WWAN's,
wireless wide area networks).
ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's,
wireless local area networks).
U gebruikt de webcam als volgt:
Selecteer Start>Alle programma's>HP>HP Media
●
Suite>HP Camera.
– of –
Selecteer Start>Alle programma's>Arcsoft WebCam
●
Companion 3>WebCam Companion 3.exe.
10Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Page 17
Onderkant
OnderdeelBeschrijving
(1)Accu-ontgrendelingen (2)Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte.
(2)AccuruimteHierin bevindt zich de accu.
Onderkant11
Page 18
3HP QuickWeb (alleen bepaalde
modellen)
De eerste keer dat u de computer inschakelt nadat u de Windows-installatie heeft voltooid, verschijnt
het installatiescherm van QuickWeb. HP QuickWeb is een optionele, onmiddellijk toegankelijke
omgeving die losstaat van het hoofdbesturingssysteem. Met QuickWeb krijgt u toegang tot de volgende
applicaties zonder eerst Windows te hoeven starten:
Webbrowser
●
Chat
●
Skype (alleen bepaalde modellen)
●
Webmail
●
Webagenda
●
Muziekspeler
●
Fotoviewer
●
OPMERKING:raadpleeg de helpfunctie van de QuickWeb-software voor aanvullende informatie over
het gebruik van QuickWeb.
HP QuickWeb activeren
Volg de instructies op het scherm om QuickWeb te activeren. Nadat u QuickWeb heeft geactiveerd,
verschijnt bij inschakeling van de computer altijd het scherm Start van QuickWeb.
OPMERKING:voor het in- of uitschakelen van HP QuickWeb raadpleegt u het gedeelte HP QuickWeb
in- en uitschakelen op pagina 17.
12Hoofdstuk 3 HP QuickWeb (alleen bepaalde modellen)
Page 19
HP QuickWeb starten
1.Zet de computer aan.
Het scherm Start van HP QuickWeb verschijnt.
2.Klik op een pictogram op het scherm Start van QuickWeb om een applicatie te starten.
OPMERKING:wanneer het scherm Startpagina van HP QuickWeb voor het eerst verschijnt, wordt
boven het pictogram Windows starten een automatische timer weergegeven. Als u niet binnen 15
seconden de muis beweegt of op een toets drukt, wordt Microsoft Windows gestart. Raadpleeg de
helpfunctie van de HP QuickWeb software voor meer informatie over de QuickWeb-timer en het wijzigen
van de timer-instellingen.
HP QuickWeb starten13
Page 20
LaunchBar van QuickWeb herkennen
De LaunchBar van QuickWeb bevat pictogrammen voor de bediening van QuickWeb (1), LaunchBarpictogrammen (2) en meldingspictogrammen (3).
Bedieningspictogrammen van QuickWeb herkennen
PictogramFunctie
Hiermee start u het besturingssysteem Windows.
Hiermee schakelt u de computer uit.
Hiermee gaat u terug naar het scherm Start van QuickWeb.
LaunchBar-pictogrammen van QuickWeb herkennen
PictogramFunctie
Hiermee opent u de webbrowser. U kunt zoeken en surfen op internet, bladwijzers openen en
koppelingen naar uw favoriete websites maken.
Hiermee start u de applicatie Chat. Chat is het expresberichtenprogramma waarmee u kunt
chatten met vrienden in meerdere expresberichtenprogramma tegelijk.
Hiermee start u Skype (alleen bepaalde modellen). Skype is de vooraf geïnstalleerde software
voor bellen via internet, waarmee ook telefonisch vergaderen en videochats mogelijk zijn. U kunt
ook met een of meer mensen tegelijk chatten.
Hiermee start u Webmail, waarmee u recente e-mails kunt bekijken, kunt controleren op nieuwe
e-mails en uw e-mailaccount kunt configureren.
Hiermee start u Webagenda, waarmee u uw activiteiten kunt plannen en beheren met behulp van
uw favoriete online agendaprogramma.
14Hoofdstuk 3 HP QuickWeb (alleen bepaalde modellen)
Page 21
PictogramFunctie
Hiermee start u Muziekspeler, waarmee u uw muziekcollectie snel kunt doorzoeken en beheren
op basis van artiest, album, muziekstuk, genre of afspeellijst. De ondersteunde muziekindelingen
omvatten .mp3-bestanden.
Hiermee start u Fotoviewer. Hiermee kunt u uw favoriete foto's en albums bekijken en uw
fotocollectie beheren. Ondersteunt de bestandstypes .bmp, .gif, .jpg en .png.
Meldingspictogrammen van QuickWeb herkennen
PictogramFunctie
Wanneer er een USB-drive wordt geplaatst, verschijnt het venster Bestandsbeheer met een USBpictogram. Klik op het USB-pictogram om het venster Bestandsbeheer te openen. Klik met de
rechtermuisknop op het USB-pictogram om een menu te openen en het apparaat veilig te
verwijderen.
Geeft aan dat er verbinding is met het netwerk. Klik op het netwerkpictogram om het
dialoogvenster Netwerk te openen.
Geeft aan dat er geen verbinding is met het netwerk.
Hiermee opent u het dialoogvenster Volumeregeling.
Hiermee opent u het paneel Instellingen. In het paneel Instellingen kunt de volgende instellingen
van QuickWeb wijzigen:
datum en tijd instellen;
●
netwerkverbindingen configureren;
●
instellingen voor energiebeheer beheren;
●
QuickWeb-applicaties beheren;
●
QuickWeb herstellen.
●
Hiermee opent u het dialoogvenster Power Control (Energiebeheer), om informatie over de
accucapaciteit weer te geven:
Als de computer is aangesloten op netvoeding, wordt het pictogram weergegeven met een
●
netsnoer.
Als de computer werkt op accuvoeding, wordt het pictogram alleen weergegeven als een
●
accu.
LaunchBar van QuickWeb herkennen15
Page 22
PictogramFunctie
De status van de lading wordt aangegeven door de kleur van het accupictogram:
Groen: opgeladen
●
Geel: laag
●
Rood: kritiek laag
●
Hiermee opent u de helpfunctie van de QuickWeb-software.
16Hoofdstuk 3 HP QuickWeb (alleen bepaalde modellen)
Page 23
Netwerk configureren
Met HP QuickWeb Configuration Tool kunt u een draadloze verbinding instellen in QuickWeb.
U opent dit hulpprogramma als volgt:
1.Klik op het pictogram Instellingen in het systeemvak.
2.Selecteer Netwerk en schakel daarna het selectievakje WiFi inschakelen in.
Raadpleeg de helpfunctie van de software voor meer informatie over het het instellen van een draadloze
verbinding met QuickWeb.
Microsoft Windows starten
1.Zet de computer aan.
Het scherm Start van HP QuickWeb verschijnt.
2.
Klik op het pictogram Start
3.Klik op Ja in het Windows-dialoogvenster.
OPMERKING:als u in dit dialoogvenster klikt op Windows de standaard inschakeloptie maken,
wordt QuickWeb uitgeschakeld. Voor het inschakelen van QuickWeb raadpleegt u
uitschakelen op pagina 17.
aan de linkerkant van de LaunchBar van QuickWeb.
HP QuickWeb in- en
OPMERKING:als QuickWeb is geactiveerd, wordt QuickWeb altijd gestart wanneer u de computer
inschakelt. Om Microsoft® Windows te starten, moet u ofwel wachten tot de automatische timer heeft
teruggeteld tot nul na 15 seconden, ofwel klikken op het pictogram Windows starten op het scherm
Startpagina van QuickWeb. Raadpleeg de helpfunctie van de HP QuickWeb software voor meer
informatie over de QuickWeb-timer en het wijzigen van de timer-instellingen.
HP QuickWeb in- en uitschakelen
1.Selecteer Start > Alle programma's > HP QuickWeb > HP QuickWeb Configuration Tool (HP
QuickWeb configuratiehulpprogramma).
Het QuickWeb-dialoogvenster verschijnt.
2.Selecteer het tabblad Status.
3.Schakel het selectievakje Inschakelen of Uitschakelen in om QuickWeb in of uit te schakelen.
4.Klik op OK.
Netwerk configureren17
Page 24
4Netwerk
OPMERKING:de voorzieningen van internethardware en -software variëren, afhankelijk van het
computermodel en uw locatie.
De computer ondersteunt twee types internettoegang:
Draadloos: voor mobiele toegang tot internet gebruikt u een draadloze verbinding. Raadpleeg
●
Verbinding maken met een bestaand WLAN op pagina 20 of Nieuw WLAN instellen
op pagina 21.
Bekabeld: u krijgt toegang tot internet door verbinding te maken met een bekabeld netwerk.
●
Raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor informatie over verbinding maken met
een bekabeld netwerk.
18Hoofdstuk 4 Netwerk
Page 25
Gebruikmaken van een internetprovider
Om toegang te krijgen tot internet, moet u een account bij een internetprovider openen. Neem contact
op met een lokale internetprovider voor een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u
bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de computer met
draadloze voorzieningen aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
OPMERKING:van uw internetprovider ontvangt u een gebruikersnaam en wachtwoord voor toegang
tot internet. Noteer deze gegevens en bewaar ze op een veilige plek.
De volgende voorzieningen helpen u bij het opzetten van een nieuwe internetaccount of het configureren
van de computer voor het gebruik van een bestaande account:
Internetservices en aanbiedingen (beschikbaar in sommige landen): dit hulpprogramma helpt
●
u bij de aanmelding voor een nieuwe internetaccount en het configureren van de computer voor
het gebruik van een bestaande account. Selecteer Start > Alle programma's > Online
diensten > Ga online.
Pictogrammen van internetproviders (beschikbaar in sommige landen): deze pictogrammen
●
worden mogelijk afzonderlijk weergegeven op het bureaublad van Windows of gegroepeerd in een
map op het bureaublad met de naam Online diensten. U kunt een nieuwe internetaccount instellen
of de computer configureren voor gebruik van een bestaande account door te dubbelklikken op
een pictogram en vervolgens de instructies op het scherm te volgen.
Wizard Verbinding met internet maken van Windows: u kunt de wizard Verbinding met internet
●
maken van Windows gebruiken om een verbinding met internet tot stand te brengen in de volgende
situaties:
U beschikt al over een account bij een internetprovider.
◦
u heeft nog geen internetaccount en wilt een internetprovider selecteren in de lijst die wordt
◦
aangeboden in de wizard (de lijst met internetproviders is niet beschikbaar in alle landen/
regio's);
U heeft een internetprovider geselecteerd die niet voorkomt in de lijst en de internetprovider
◦
heeft u een specifiek IP-adres en POP3- en SMTP-instellingen geleverd.
Om toegang te krijgen tot de wizard Verbinding met internet maken van Windows en instructies
voor het gebruik daarvan, selecteert u Start > Help en ondersteuning en typt u wizardVerbinding met internet maken in het zoekvak.
OPMERKING:als u in de wizard wordt gevraagd om te kiezen tussen het inschakelen of
uitschakelen van Windows Firewall, kiest u voor het inschakelen van de firewall.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven
doorgegeven. De computer kan zijn voorzien van een of meer van de volgende apparaten voor
draadloze communicatie:
WLAN-apparaat voor een draadloos lokaal netwerk
●
HP module voor mobiel breedband (een WWAN-apparaat; WWAN: wireless wide area network)
●
Bluetooth-apparaat
●
Gebruikmaken van een internetprovider19
Page 26
Voor meer informatie over draadloze technologie en verbinding maken met een draadloos netwerk
raadpleegt u de Naslaggids voor HP notebookcomputer en informatie en koppelingen naar relevante
websites in Help en ondersteuning.
Verbinding maken met een bestaand WLAN
1.Zet de computer aan.
2.Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
3.Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
4.Selecteer een netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
5.Klik op Verbinding maken.
6.Voer, indien vereist, de beveiligingscode in.
20Hoofdstuk 4 Netwerk
Page 27
Nieuw WLAN instellen
Vereiste apparatuur:
een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een internetservice met hoge snelheid via
●
een abonnement bij een internetprovider;
een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2);
●
de nieuwe computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3).
●
OPMERKING:sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router. Vraag bij uw
internetprovider na wat voor type modem u heeft.
De afbeelding laat een voorbeeld zien van een WLAN dat is verbonden met Internet. Naarmate uw
netwerk groter wordt, kunnen extra draadloze en bekabelde computers op het netwerk worden
aangesloten voor toegang tot internet.
Verbinding maken met een draadloos netwerk21
Page 28
Draadloze router configureren
Als u hulp nodig heeft bij het installeren van een draadloos netwerk, raadpleegt u de informatie die de
routerfabrikant of uw internetprovider heeft verstrekt.
Het besturingssysteem Windows biedt ook hulpprogramma's om u te helpen bij het installeren van een
draadloos netwerk. Als u de hulpmiddelen van Windows voor het instellen van het netwerk wilt
gebruiken, selecteert u Start > Configuratiecentrum > Netwerk en internet > Netwerkcentrum >Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen> Een nieuw netwerk instellen. Volg daarna
de instructies op het scherm.
OPMERKING:u wordt geadviseerd de nieuwe computer met voorzieningen voor draadloze
communicatie eerst aan te sluiten op de router, met behulp van de netwerkkabel die is geleverd bij de
router. Als de computer eenmaal verbinding heeft gemaakt met internet, kunt u de kabel loskoppelen
en toegang krijgen tot internet via uw draadloze netwerk.
Draadloos netwerk beveiligen
Wanneer u een draadloos netwerk installeert of verbinding maakt met een bestaand draadloos netwerk,
is het altijd belangrijk de beveiligingsvoorzieningen in te schakelen om het netwerk te beveiligen tegen
onbevoegde toegang.
Raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor informatie over het beveiligen van uw
WLAN.
22Hoofdstuk 4 Netwerk
Page 29
5Toetsenbord en aanwijsapparaten
Toetsenbord gebruiken
Actietoetsen gebruiken
Actietoetsen zijn speciale acties die zijn toegewezen aan bepaalde toetsen bovenaan het toetsenbord.
De pictogrammen op de toetsen f1 tot en met f12 geven de functies van de actietoetsen weer.
Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt om de toegewezen functie te activeren.
OPMERKING:de actietoetsvoorziening is in de fabriek ingeschakeld. U kunt deze voorziening
uitschakelen in Setup Utility. Als deze voorziening is uitgeschakeld in Setup Utility, moet u op fn en een
actietoets drukken om de toegewezen functie te activeren.
PictogramToetsBeschrijving
f1Hiermee opent u Help en ondersteuning, dat informatie bevat over het
besturingssysteem Windows en de computer, antwoorden op vragen,
zelfstudieprogramma's en updates voor de computer.
Help en ondersteuning voorziet ook in geautomatiseerde probleemoplossing en
koppelingen naar ondersteuningsspecialisten.
f2Wanneer u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid steeds verder verlaagd.
f3Wanneer u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid steeds verder verhoogd.
f4Hiermee schakelt u tussen de beeldschermen als er meerdere weergaveapparaten op
het systeem zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is
aangesloten, wordt de weergave iedere keer dat u op deze toets drukt, overgeschakeld
tussen het scherm van de computer, de monitor, en zowel het computerscherm als de
monitor.
De meeste externe monitoren maken gebruik van de externe-VGA-videostandaard om
videogegevens van de computer te ontvangen. Met de toets voor schakelen tussen
beeldschermen kan de weergave ook worden geschakeld van en naar andere
apparaten die weergavegegevens van de computer ontvangen.
Toetsenbord gebruiken23
Page 30
PictogramToetsBeschrijving
f5Hiermee speelt u het vorige muziekstuk van een audio-cd of het vorige gedeelte van
een dvd of bd af.
f6Hiermee kunt u een muziekstuk van een audio-cd of een gedeelte van een dvd of bd
afspelen, het afspelen onderbreken of het afspelen hervatten.
f7Hiermee stopt u het afspelen.
f8Hiermee speelt u het volgende muziekstuk van een audio-cd of het volgende gedeelte
van een dvd of bd af.
f9Wanneer u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd.
f10Wanneer u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder
f11Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).
f12Hiermee schakelt u de voorziening voor draadloze communicatie in of uit.
verhoogd.
OPMERKING: met deze toets kunt u geen draadloze verbinding tot stand brengen.
Als u een draadloze verbinding tot stand wilt brengen, moet er ook een draadloos
netwerk zijn ingesteld.
24Hoofdstuk 5 Toetsenbord en aanwijsapparaten
Page 31
Aanwijsapparaten gebruiken
OPMERKING:naast de bij de computer horende aanwijsapparaten kunt u een (afzonderlijk aan te
schaffen) externe USB-muis gebruiken door deze aan te sluiten op een van de USB-poorten van de
computer.
Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen
Via de eigenschappen voor de muis in Windows® kunt u de instellingen voor aanwijsapparaten
aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld de knopconfiguratie, kliksnelheid en opties voor de
aanwijzer instellen.
Selecteer Start>Apparaten en printers om Eigenschappen voor Muis te openen. Klik daarna met de
rechtermuisknop op het apparaat dat uw computer vertegenwoordigt en selecteer Muisinstellingen.
Touchpad gebruiken
Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u een vinger over het touchpad in de richting waarin u de
aanwijzer wilt bewegen. Gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de knoppen op een
externe muis zou gebruiken. Als u omhoog en omlaag wilt schuiven met de verticale schuifzone van het
touchpad, schuift u met uw vinger omhoog en omlaag over de lijnen.
OPMERKING:als u het touchpad gebruikt om de aanwijzer te verplaatsen, haalt u eerst uw vinger
van het touchpad voordat u uw vinger op de schuifzone plaatst. Als u uw vinger doorschuift van het
touchpad naar de schuifzone, wordt de schuiffunctie niet geactiveerd.
Navigeren
Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u een vinger over het touchpad in de richting waarin u de
aanwijzer wilt bewegen.
Aanwijsapparaten gebruiken25
Page 32
Selecteren
Gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de betreffende knoppen op een externe
muis zou gebruiken.
26Hoofdstuk 5 Toetsenbord en aanwijsapparaten
Page 33
6Onderhoud
Accu plaatsen of verwijderen
OPMERKING:raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor aanvullende informatie over
het gebruik van de accu.
U plaatst de accu als volgt:
Plaats de accu (1) in de accuruimte totdat de accu op zijn plaats zit.
▲
De accu-ontgrendelingen (2) vergrendelen de accu automatisch.
U verwijdert de accu als volgt:
VOORZICHTIG:bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron voor de
computer vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en activeer de sluimerstand of
schakel de computer uit via Windows voordat u de accu verwijdert. Zo voorkomt u dat er gegevens
verloren gaan.
1.Verschuif de accu-ontgrendelingen (1) om de accu los te koppelen.
Accu plaatsen of verwijderen27
Page 34
2.Verwijder de accu uit de computer (2).
28Hoofdstuk 6 Onderhoud
Page 35
Vaste schijf vervangen of upgraden
VOORZICHTIG:neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan
of het systeem vastloopt:
Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vasteschijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste
schijf niet wanneer de computer aan staat of in de slaapstand of de sluimerstand staat.
Als u niet zeker weet of de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat, zet u de computer
aan door kort op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem.
Vaste schijf verwijderen
1.Sla uw werk op en sluit de computer af.
2.Ontkoppel alle randapparatuur die op de computer is aangesloten.
3.Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
4.Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond.
5.Verwijder de accu uit de computer.
OPMERKING:raadpleeg het voorgaande gedeelte, Accu plaatsen of verwijderen
op pagina 27, voor meer informatie.
6.Verwijder het sierpaneel als volgt:
a.Verschuif de binnenste accu-ontgrendeling (1) om het sierpaneel los te maken.
b.Neem het sierpaneel weg (2).
7.Verwijder de vier schroeven van de vaste schijf (1).
8.Trek het lipje van de vaste schijf (2) naar rechts om de vaste schijf los te maken.
Vaste schijf vervangen of upgraden29
Page 36
9.Til de vaste schijf (3) uit de vasteschijfruimte.
Vaste schijf plaatsen
1.Plaats de vaste schijf in de vasteschijfruimte (1).
2.Trek het lipje van de vaste schijf (2) naar links tot de vaste schijf vastklikt.
3.Breng de vier schroeven van de vaste schijf (3) weer aan.
4.Plaats het sierpaneel als volgt terug:
a.Plaats het sierpaneel, met de accuruimte naar u toe gericht, onder een hoek van 45 graden
ten opzichte van het oppervlak van de computer, zodat de nokjes aan de onderzijde van het
paneel zich op één lijn bevinden met de bijpassende sleuven op de computer (1).
30Hoofdstuk 6 Onderhoud
Page 37
b.Druk het sierpaneel (2) voorzichtig naar beneden, waarbij u op de linker- en rechterrand van
het paneel drukt, totdat het vastklikt.
5.Plaats de accu terug.
6.Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe
apparaten weer aan.
7.Zet de computer aan.
Geheugenmodules toevoegen of vervangen
De computer heeft één geheugenmodulecompartiment, dat zich aan de onderkant van de computer
bevindt, onder het verwijderbare sierpaneel. U kunt de geheugencapaciteit van de computer vergroten
door de bestaande geheugenmodule in het geheugenmoduleslot te vervangen.
WAARSCHUWING!Koppel het netsnoer los en verwijder alle accu's voordat u een geheugenmodule
plaatst, om het risico van een elektrische schok of schade aan de apparatuur te beperken.
VOORZICHTIG:door elektrostatische ontlading kunnen elektronische onderdelen beschadigd raken.
Zorg ervoor dat u vrij bent van statische elektriciteit door een goed geaard metalen voorwerp aan te
raken voordat u elektronische onderdelen hanteert.
Ga als volgt te werk om een geheugenmodule toe te voegen of te vervangen:
VOORZICHTIG:neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan
of het systeem vastloopt:
Zet de computer uit voordat u geheugenmodules toevoegt of vervangt. Verwijder een geheugenmodule
niet wanneer de computer aan staat of in de slaapstand of de sluimerstand staat.
Als u niet zeker weet of de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat, zet u de computer
aan door kort op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem.
1.Sla uw werk op en sluit de computer af.
2.Ontkoppel alle randapparatuur die op de computer is aangesloten.
3.Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
4.Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond.
5.Verwijder de accu uit de computer.
Geheugenmodules toevoegen of vervangen31
Page 38
OPMERKING:raadpleeg het gedeelte Accu plaatsen of verwijderen op pagina 27 voor meer
informatie.
6.Verwijder het sierpaneel als volgt:
a.Verschuif de binnenste accu-ontgrendeling (1) om het sierpaneel los te maken.
b.Neem het sierpaneel weg (2).
7.Draai de twee schroeven van de geheugenmodulehouder los (1).
8.Verwijder de geheugenmodulehouder (2).
9.Verwijder de huidige geheugenmodule als u de module wilt vervangen:
a.Trek de borgklemmetjes (1) aan beide zijden van de geheugenmodule weg.
De geheugenmodule komt omhoog.
32Hoofdstuk 6 Onderhoud
Page 39
b.Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de geheugenmodule voorzichtig uit het
geheugenmoduleslot.
VOORZICHTIG:houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de
module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan.
Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te
beschermen.
10. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule:
VOORZICHTIG:houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de
module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan.
a.Breng de inkeping (1) in de geheugenmodule op één lijn met het nokje in het
geheugenmoduleslot.
b.Druk de module onder een hoek van 45 graden ten opzichte van het
geheugenmodulecompartiment in het geheugenmoduleslot totdat de module goed op zijn
plaats zit (2).
c.Kantel de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden, waarbij u op de linker- en
rechterrand van de module drukt, totdat de borgklemmetjes vastklikken.
VOORZICHTIG:zorg ervoor dat u de geheugenmodule niet buigt, om schade aan de
module te voorkomen.
Geheugenmodules toevoegen of vervangen33
Page 40
11. Plaats de geheugenmodulehouder (1) terug.
12. Draai de twee schroeven van de geheugenmodulehouder vast (2).
13. Plaats het sierpaneel als volgt terug:
a.Plaats het sierpaneel, met de accuruimte naar u toe gericht, onder een hoek van 45 graden
ten opzichte van het oppervlak van de computer, zodat de nokjes aan de onderzijde van het
paneel zich op één lijn bevinden met de bijpassende sleuven op de computer (1).
34Hoofdstuk 6 Onderhoud
Page 41
b.Druk het sierpaneel (2) voorzichtig naar beneden, waarbij u op de linker- en rechterrand van
het paneel drukt, totdat het vastklikt.
14. Plaats de accu terug.
15. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe
apparaten weer aan.
16. Zet de computer aan.
Geheugenmodules toevoegen of vervangen35
Page 42
Update van programma's en stuurprogramma's uitvoeren
U wordt aangeraden regelmatig uw programma's en stuurprogramma's bij te werken naar de recentste
versies. Ga naar
aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates
beschikbaar komen.
http://www.hp.com/support om de recentste versies te downloaden. U kunt u ook
Onderhoud
Beeldscherm schoonmaken
VOORZICHTIG:voorkom blijvende schade aan de computer: spuit nooit water, vloeibare
schoonmaakmiddelen of chemische producten op het beeldscherm.
Maak het beeldscherm regelmatig schoon met een zachte, vochtige en pluisvrije doek om vlekken en
stof te verwijderen. Als het beeldscherm nog niet geheel schoon is, gebruikt u antistatische vochtige
doekjes of een antistatisch schoonmaakmiddel speciaal voor beeldschermen.
Touchpad en toetsenbord schoonmaken
Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de aanwijzer onverwachte bewegingen gaat
maken. U kunt dit vermijden door het touchpad te reinigen met een vochtige doek en uw handen
regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt.
WAARSCHUWING!Gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord schoon te maken. Zo beperkt u het
risico van een elektrische schok en schade aan de interne onderdelen. Een stofzuiger kan vuildeeltjes
op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten.
Reinig het toetsenbord regelmatig om te voorkomen dat toetsen blijven steken en om stof, pluisjes en
kruimels te verwijderen die onder de toetsen terechtkomen. U kunt een spuitbus met perslucht en een
rietje gebruiken om lucht rondom en onder de toetsen te blazen en vuil te verwijderen.
36Hoofdstuk 6 Onderhoud
Page 43
7Back-up en herstel
In het geval van een systeemfout kunt u het systeem herstellen in de staat van de recentste back-up.
U wordt aangeraden om na de installatie van de software onmiddellijk herstelschijven te maken. Als u
nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek back-ups van het systeem blijven
maken om altijd een redelijk actuele back-up achter de hand te hebben.
Het besturingssysteem en de HP Recovery Manager software bevatten voorzieningen die zijn bedoeld
om u te helpen bij de volgende taken voor het beveiligen van uw gegevens en het herstellen ervan als
de computer niet meer werkt:
een set herstelschijven maken (voorziening van de Recovery Manager software);
●
een back-up maken van uw gegevens;
●
systeemherstelpunten maken;
●
een programma of stuurprogramma herstellen;
●
het volledige systeem herstellen (vanaf de partitie of vanaf herstelschijven).
●
Herstelschijven
U wordt aangeraden om herstelschijven te maken, om er zeker van te zijn dat u de computer in zijn
oorspronkelijke staat kunt herstellen als de vaste schijf niet meer werkt of als u om welke reden dan ook
niet kunt herstellen met de herstelpartitieprogramma's. Maak deze schijven nadat u de computer
gebruiksklaar heeft gemaakt.
Behandel deze schijven met zorg en bewaar ze op een veilige plek. Met deze software kunt u slechts
één set herstelschijven maken.
OPMERKING:als de computer geen geïntegreerde optischeschijfeenheid heeft, kunt u een
(afzonderlijk aan te schaffen) optionele externe optischeschijfeenheid gebruiken om herstelschijven te
maken. U kunt ook herstelschijven voor uw computer aanschaffen via de website van HP. Als u
gebruikmaakt van een externe optischeschijfeenheid, moet die worden aangesloten op een USB-poort
van de computer, niet op een USB-poort van een ander extern apparaat, zoals een USB-hub.
Richtlijnen:
Gebruik uitsluitend dvd-r-, dvd+r- of cd-r-schijven van hoge kwaliteit. Dvd's hebben een veel grotere
●
opslagcapaciteit dan cd's. Als u cd's gebruikt, heeft u mogelijk tot 20 schijven nodig, waar slechts
een paar dvd's volstaan.
OPMERKING:lees/schrijf-schijven, zoals cd-rw-, dvd±rw- en dubbellaags dvd±rw-schijven, zijn
niet compatibel met de Recovery Manager-software.
De computer moet tijdens deze procedure zijn aangesloten op een netvoedingsbron.
●
Herstelschijven37
Page 44
Per computer kan slechts één set herstelschijven worden gemaakt.
●
Nummer elke schijf voordat u deze in de optischeschijfeenheid plaatst.
●
U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van herstelschijven.
●
De volgende keer dat u Recovery Manager opent, wordt u verzocht door te gaan met het
vervaardigen van schijven.
Ga als volgt te werk om een set herstelschijven te maken:
Met de Recovery Manager software herstelt u de computer in zijn oorspronkelijke fabriekstoestand.
Recovery Manager wordt uitgevoerd vanaf herstelschijven of vanaf een speciale herstelpartitie (alleen
bepaalde modellen) op de vaste schijf.
Houd bij het uitvoeren van een systeemherstelactie rekening met het volgende:
U kunt alleen bestanden herstellen waarvan tevoren een back-up is gemaakt. U wordt aangeraden
●
om met HP Recovery Manager een set herstelschijven (back-up van de volledige vaste schijf) te
maken zodra u de computer gebruiksklaar heeft gemaakt.
Windows heeft eigen herstelvoorzieningen, zoals Systeemherstel. Als u deze voorzieningen nog
●
niet heeft gebruikt, probeert u deze eerst, voordat u Recovery Manager gebruikt.
Recovery Manager herstelt alleen software die vooraf in de fabriek is geïnstalleerd. Software die
●
niet bij deze computer is meegeleverd, moet worden gedownload van de website van de fabrikant
of opnieuw worden geïnstalleerd vanaf de schijf die door de fabrikant is geleverd.
Herstellen middels de speciale herstelpartitie (alleen bepaalde modellen)
Bij sommige modellen kunt u een herstelactie uitvoeren vanaf de herstelpartitie op de vaste schijf, die
toegankelijk is door te klikken op Start of te drukken op de toets f11. Hierdoor worden de
fabrieksinstellingen van de computer hersteld zonder het gebruik van herstelschijven.
U herstelt de computer als volgt vanaf de partitie:
1.Open Recovery Manager op een van de volgende manieren:
Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer het bericht "Press the
●
ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) onder aan het
scherm verschijnt. Druk op f11 terwijl "F11 HP Recovery" (F11 HP Herstel) op het scherm
wordt weergegeven.
2.Klik op System Recovery (Systeemherstel) in het venster Recovery Manager.
3.Volg de instructies op het scherm.
38Hoofdstuk 7 Back-up en herstel
Page 45
Herstelactie uitvoeren met de herstelschijven
1.Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden.
2.Plaats de eerste herstelschijf in de optischeschijfeenheid van de computer of in een optionele
externe optischeschijfeenheid en start de computer opnieuw op.
3.Volg de instructies op het scherm.
Back-up maken van uw gegevens
Maak periodiek back-ups van uw computerbestanden om altijd een actuele back-up achter de hand te
hebben. U kunt een back-up maken van uw gegevens op een optionele externe vaste schijf, op een
netwerkschijfeenheid of op schijven. Maak op de volgende momenten een back-up van uw systeem:
periodiek, op basis van een back-upschema;
●
OPMERKING:stel herinneringen in om periodiek een back-up te maken van uw informatie.
voordat de computer wordt gerepareerd of hersteld;
●
voordat u software of hardware toevoegt of wijzigt.
●
Richtlijnen:
Maak systeemherstelpunten met de voorziening Systeemherstel van Windows® en kopieer ze op
●
gezette tijden naar een optische schijf of een externe vasteschijfeenheid. Raadpleeg
Systeemherstelpunten gebruiken op pagina 40 voor meer informatie over het gebruik van
systeemherstelpunten.
Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak periodiek een back-up van
●
deze map.
Sla aangepaste instellingen in een venster, werkbalk of menubalk op door een schermafbeelding
●
van de instellingen te maken. Een schermopname kan veel tijd besparen als u opnieuw uw
voorkeuren moet instellen.
Back-up en terugzetten van Windows gebruiken
Met Back-up en terugzetten van Windows kunt u back-ups maken van afzonderlijke bestanden of een
back-up maken van de volledige computerimage.
Richtlijnen:
Zorg dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u het back-upproces start.
●
Neem voldoende tijd om het back-upproces te voltooien. Afhankelijk van de grootte van de
●
bestanden kan dit meer dan een uur in beslag nemen.
U maakt als volgt een back-up:
1.Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Back-up en terugzetten.
2.Volg de instructies op het scherm om een back-up te plannen en te maken.
Back-up maken van uw gegevens39
Page 46
OPMERKING:Windows® bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de
computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken als het
installeren van applicaties, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windowsinstellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie.
Systeemherstelpunten gebruiken
Met een systeemherstelpunt kunt u een "momentopname" van de vaste schijf op een bepaald tijdstip
opslaan onder een specifieke naam. Als u wijzigingen die nadien zijn aangebracht ongedaan wilt maken,
kunt u het systeem herstellen zoals het op dat tijdstip was.
OPMERKING:als u een eerdere staat van het systeem herstelt, heeft dat geen invloed op
gegevensbestanden die zijn opgeslagen of e-mailberichten die zijn gemaakt sinds het laatste
herstelpunt.
U kunt ook extra herstelpunten maken om uw bestanden en instellingen extra te beschermen.
Wanneer maakt u herstelpunten
voordat u software of hardware toevoegt of ingrijpend wijzigt;
●
op gezette tijden wanneer de computer optimaal functioneert.
●
OPMERKING:als u het systeem heeft hersteld naar een herstelpunt en van gedachten verandert,
kunt u de herstelactie ongedaan maken.
Systeemherstelpunt maken
1.Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Systeem.
2.Klik in het linkerdeelvenster op Systeembeveiliging.
3.Klik op het tabblad Systeembeveiliging.
4.Volg de instructies op het scherm.
Herstellen op basis van een bepaalde datum en tijd
U gaat als volgt terug naar een herstelpunt (gemaakt op een eerdere datum en tijd) waarop de computer
optimaal werkte:
1.Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Systeem.
2.Klik in het linkerdeelvenster op Systeembeveiliging.
3.Klik op het tabblad Systeembeveiliging.
4.Klik op Systeemherstel.
5.Volg de instructies op het scherm.
40Hoofdstuk 7 Back-up en herstel
Page 47
8Klantenondersteuning
Contact opnemen met de klantenondersteuning
Als de informatie in deze gebruikershandleiding, in de Naslaggids voor HP notebookcomputer of in Help
en ondersteuning geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de
klantenondersteuning van HP op:
http://www.hp.com/go/contactHP
OPMERKING:voor wereldwijde ondersteuning klikt u op Contact HP worldwide (Wereldwijd
contact opnemen met HP) aan de linkerkant van de pagina, of gaat u naar
country/us/en/wwcontact_us.html.
Hier kunt u:
online chatten met een technicus van HP;
●
http://welcome.hp.com/
●
●
●
Labels
De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u
problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt.
●
OPMERKING:wanneer technische ondersteuning niet beschikbaar is in een bepaalde taal, is
deze beschikbaar in het Engels.
een e-mail sturen naar de klantenondersteuning van HP;
telefoonnummers opzoeken van de klantenondersteuning van HP (wereldwijd);
een HP servicecentrum opzoeken.
Label met serienummer: biedt belangrijke informatie, waaronder:
Contact opnemen met de klantenondersteuning41
Page 48
Onderdeel
(1)Productnaam
(2)Serienummer (s/n)
(3)Artikelnummer/productnummer (p/n)
(4)Garantieperiode
(5)Modelbeschrijving (alleen bepaalde modellen)
Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
Het label met het serienummer bevindt zich in de accuruimte van de computer.
Certificaat van echtheid van Microsoft®: bevat de Windows®-productcode. U kunt de productcode
●
nodig hebben wanneer u een update van het besturingssysteem wilt uitvoeren of problemen met
het systeem wilt oplossen. Dit certificaat bevindt zich onder het sierpaneel van de computer.
Raadpleeg het gedeelte "Vaste schijf vervangen of upgraden" als u toegang wilt tot dit certificaat
in de computer.
Label met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer,
●
inclusief de volgende informatie:
Informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van een
◦
aantal landen of regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik. Een optioneel
apparaat kan een WLAN-apparaat zijn, een WWAN-apparaat of een Bluetooth®-apparaat.
Als uw computermodel is voorzien van een of meer apparaten voor draadloze communicatie,
is de computer voorzien van een of meer van deze certificeringslabels. U kunt deze informatie
nodig hebben als u het apparaat in het buitenland wilt gebruiken.
Het serienummer van de HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen).
◦
Het label met kennisgevingen bevindt zich onder het sierpaneel van de computer. Raadpleeg het
gedeelte "Vaste schijf vervangen of upgraden" als u toegang wilt tot het label met kennisgevingen
in de computer.
42Hoofdstuk 8 Klantenondersteuning
Page 49
9Specificaties
Ingangsvermogen
De elektriciteitsgegevens in dit gedeelte kunnen van pas komen als u van plan bent internationaal te
reizen met de computer.
De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron
voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
Hoewel de computer kan worden gevoed via een aparte gelijkstroomvoedingsbron, wordt u dringend
aangeraden de computer alleen aan te sluiten via een netvoedingsadapter of een gelijkstroombron die
door HP is geleverd en goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
De computer kan op gelijkstroom werken binnen de volgende specificaties.
IngangsvermogenCapaciteit
Bedrijfsspanning19 V DC bij 1,58 A - 30 W
Werkstroom1,58 A
OPMERKING:dit product is ontworpen voor IT-elektriciteitsnetten in Noorwegen met een fase-
fasespanning van maximaal 240 V wisselspanning.
OPMERKING:de bedrijfsspanning en bedrijfsstroom van de computer vindt u op het label met
kennisgevingen onder het sierpaneel van de computer.