De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming
van Hewlett-Packard, met uitzondering
van wat is toegestaan onder de wet op
de auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en
services is vastgelegd in de
garantieverklaringen bij de betreffende
producten. Niets in dit document mag
worden opgevat als aanvullende
garantiebepaling. HP kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor
technische of redactionele fouten of
omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows, Windows XP en Windows XP
zijn in de VS gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft
Corporation.
ENERGY STAR en het ENERGY
STAR-logo zijn in de VS gedeponeerde
handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico van verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de
printerdocumentatie hebt gelezen en
begrepen.
2. Neem alle op dit product vermelde
waarschuwingen en instructies in acht.
3. Haal de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact voordat u dit product
reinigt.
4. Plaats of gebruik dit product niet in de
buurt van water of als u nat bent.
5. Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak staat.
6. Zet het product op een veilige plaats
waar niemand op het netsnoer kan
trappen of erover kan struikelen en
waar het netsnoer niet kan worden
beschadigd.
7. Als het product niet naar behoren
werkt, raadpleeg dan
oplossen.
8. Dit product bevat geen door de
gebruiker te onderhouden onderdelen.
Een probleem
Laat onderhoudswerkzaamheden over
aan erkende onderhoudsmonteurs.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal
functies die de printer toegankelijk
maken voor gebruikers met bepaalde
handicaps.
Visuele handicap
De printersoftware is geschikt voor
personen met een visuele handicap of
verminderd zicht dankzij de
toegankelijkheidsopties en -functies
van uw besturingssysteem. Bovendien
zijn er ondersteunende technieken
beschikbaar voor gebruikers met een
visuele beperking, zoals schermlezers,
braillelezers en
spraakherkenningstechnologie.
Speciaal voor gebruikers die
kleurenblind zijn, zijn de gekleurde
knoppen en tabbladen in de software en
op het bedieningspaneel van de printer
voorzien van korte tekst of
pictogramlabels die de functie ervan
aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met
mobiliteitsproblemen kunnen de
functies van de printersoftware worden
uitgevoerd via toetsenbordopdrachten.
De software ondersteunt ook de
toegankelijkheidsopties van Windows
zoals StickyKeys, ToggleKeys,
FilterKeys en MouseKeys. De
printerkleppen, knoppen, papierladen
en papiergeleiders kunnen bediend
worden met beperkte kracht en beperkt
bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de
toegankelijkheid van dit product en
HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de
website van HP op
accessibility .
Voor informatie over de
toegankelijkheid op Mac OS X gaat u
naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility .
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen
van problemen.
•
Toegankelijkheid
Eco
•
De onderdelen van de printer kennen
•
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
•
Het modelnummer van de printer vinden
•
HP Digital Solutions
•
Afdrukmateriaal selecteren
•
Een origineel op de glasplaat plaatsen
•
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
•
Afdrukmateriaal plaatsen
•
Geheugenapparaat plaatsen
•
Onderhoud van de printer
•
De printer updaten
•
De printer uitschakelen
•
Opmerking Indien u de printer gebruikt met een computer onder Windows XP
Starter Edition, Windows Vista Starter Edition of Windows 7 Starter Edition, zijn
bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg
informatie.
Systeemvereisten voor meer
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor
gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De HP-software die bij de printer is geleverd, is geschikt voor gebruikers met een visuele
handicap of verminderd zicht door gebruik van de toegankelijkheidsopties en -functies
van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste technologische
hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en spraak-naar-tekst-toepassingen.
Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen
in de HP-software en op het bedieningspaneel van de printer voorzien van korte tekst of
pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software
worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de
toegankelijkheidsopties van Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en
MouseKeys. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen
bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
Aan de slag9
Hoofdstuk 1
Eco
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple
op
www.apple.com/accessibility .
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op
milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op
recycling. Raadpleeg
HP zet zich ervoor in om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen.
HP biedt deze Eco-tips, zodat u zich kunt richten op manieren om de impact vast te stellen
en te verminderen die uw afdrukkeuzen op het milieu hebben.
Ga naar
de milieu-initiatieven van HP.
Stroom beheren
Ga als volgt te werk om elektriciteit te besparen:
•Schakel de slaapstandfunctie van de printer in en selecteer de optie met de kortste
•Gebruik de printerfunctie Planning Aan/Uit en selecteer de dagen en tijden waarop u
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/ voor meer informatie over
wachttijd. Als de printer tijdens de duur van deze wachttijd niet is gebruikt, treedt de
stroombesparingsstand in werking. Om deze functie te configureren, raakt u
(de Eco-knop) op het bedieningspaneel van de printer aan. Raak daarna
Slaapstand aan en vervolgens de gewenste optie.
de printer automatisch wilt in- en uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld de printer instellen
om zichzelf in te schakelen om 8 uur en uit te schakelen om 20 uur van maandag tot
vrijdag. Op deze manier bespaart u energie tijdens de nacht en de weekends. Om
Programma voor milieubeheer voor meer informatie.
www.hp.com/accessibility .
deze functie te configureren, raakt u
van de printer aan. Raak daarna Planning Aan / Uit aan en stel de tijd in voor het
in- en uitschakelen van de printer.
•Kies een diminstelling om de helderheid van het scherm aan te passen. Om deze
functie te configureren, raakt u de knop
van de printer aan. Raak daarna Schermhelderheid aan en selecteer de gewenste
optie.
Opmerking De printerfuncties Slaapstand en Planning Aan/Uit zijn tijdelijk niet
beschikbaar bij één of meer ontbrekende inktcartridges. Nadat de cartridge opnieuw
is geïnstalleerd, zijn de functies opnieuw beschikbaar.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges
ontbreken.
Afdrukbenodigdheden besparen
10Aan de slag
(de Eco-knop) op het bedieningspaneel
(Eco-knop) op het bedieningspaneel
Om afdrukbenodigdheden zoals inkt en papier te besparen, probeert u het volgende:
•Wijzig de afdrukmodus naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen verbruiken
minder inkt.
•Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de
levensduur van de inktcartridges.
•Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken.
Raadpleeg
Anders kunt u eerst alleen de oneven genummerde pagina’s afdrukken, de pagina’s
omdraaien en vervolgens alleen de even genummerde pagina’s afdrukken.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Vooraanzicht
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
•
Achteraanzicht
•
Vooraanzicht
11
10
1
2
3
4
1Automatische documentinvoer (ADF)
2Scannerglasplaat
3Uitvoerlade
4USB-poort (Universal Serial Bus) voorzijde
5Verlengstuk van uitvoerlade
6Invoerlade
7Aan/uit-knop
8Venster van het bedieningspaneel
9Bedieningspaneel
5
9
8
7
6
De onderdelen van de printer kennen11
Hoofdstuk 1
(vervolg)
10Documentinvoerlade
11Breedtegeleiders
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
3
2
1Toegangsklep voor de inktcartridge
2Inktcartridges
3Printkop
1
Opmerking De printerbenodigdheden moeten in de printer blijven, om mogelijke
problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder
de benodigdheden geen langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge
ontbreekt.
Achteraanzicht
12Aan de slag
1
2
3
4
5
1Ethernet-netwerkpoort
2Faxpoort (1-LINE)
3Faxpoort (2-EXT)
4Stroomaansluiting
5USB-poort (Universal Serial Bus) achterzijde
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Overzicht knoppen en lampjes
Schermpictogrammen bedieningspaneel
•
Printerinstellingen wijzigen
•
Overzicht knoppen en lampjes
In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een kort overzicht van
de functies op het bedieningspaneel van de printer.
1
2
3
?
8
7
6
LabelNaam en beschrijving
1Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
2Scherm van bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
Schermpictogrammen bedieningspaneel voor meer informatie over de pictogrammen die op het
scherm worden weergegeven.
3Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
4Knop Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of verlaat u de instellingen.
5
4
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken13
Hoofdstuk 1
(vervolg)
LabelNaam en beschrijving
5Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
6Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
7Lampje draadloos: Het lampje brandt als de functie voor draadloze verbinding 802.11 is
8Linker pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
ingeschakeld.
Schermpictogrammen bedieningspaneel
PictogramDoel
Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat.
Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De
signaalsterkte wordt aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de
infrastructuurmodus. Zie
meer informatie.
Dit pictogram toont een scherm waarin u meer ontdekt over de printerfuncties die u
helpen om energie en grondstoffen te sparen om zo de impact van uw printerkeuzes
op het milieu te beperken.
Tip U kunt de instellingen configureren voor bepaalde functies van dit venster.
Geeft aan dat HP ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint voor meer informatie.
De printer instellen voor draadloze communicatie voor
14Aan de slag
Hiermee opent u een scherm waar u kopieën kunt maken of andere opties kunt
selecteren.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een fax te maken of
faxinstellingen te kiezen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om te scannen of
scaninstellingen te wijzigen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om met HP Apps te werken.
Hiermee opent u een scherm waar u opties voor het afdrukken van foto's kunt
aanpassen.
Toont het Installatiescherm om rapporten aan te maken, fax- en andere
onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te krijgen tot het Helpscherm.
Met dit pictogram geeft u meer informatie weer over de mogelijkheden van de printer.
Hiermee geeft u een scherm weer waarop informatie over de inktcartridges wordt
weergegeven, waaronder de vulniveaus. Dit pictogram heeft een rode rand wanneer
een inktcartridge aandacht vereist.
(vervolg)
PictogramDoel
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe cartridge aan te
schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u
vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot
u dit wordt gevraagd.
Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak
Automatisch beantwoorden aan om de functie in of uit te schakelen. Zie De
antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie.
Printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de modus en de instellingen van de printer te wijzingen,
afdrukrapporten af te drukken of het helpgedeelte van de printer te raadplegen.
Tip Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de printerinstellingen ook
wijzigen met HP-softwarehulpprogramma's op de computer, zoals de HPprintersoftware, het HP-hulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver
(EWS). Zie
hulpprogramma's.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De modus selecteren
Een andere modus selecteren
•
De instellingen van een modus wijzigen
•
Printerinstellingen wijzigen
•
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze
De modus selecteren
Het hoofdmenu van het scherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi
voor de printer weer.
Raak de
(pijl links) of de (pijl rechts) aan om de beschikbare modi te bekijken en
raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren. Volg de
opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de taak te voltooien. Het scherm
van het bedieningspaneel keert terug naar het hoofdmenu wanneer de taak is voltooid.
Een andere modus selecteren
Raak
of
(de knop Terug) aan om terug te keren naar het hoofdmenu. Raak (pijl links)
(pijl rechts) aan om door de beschikbare modi te bladeren en raak vervolgens het
pictogram aan om de gewenste modus te selecteren.
De instellingen van een modus wijzigen
1. Nadat u een modus hebt geselecteerd, raakt u de pijltjestoetsen aan om door de
beschikbare instellingen te bladeren. Vervolgens raakt u de instelling aan die u wilt
wijzigen.
2. Volg de opdrachten op het scherm om de instellingen te wijzigen en raak dan
Gereed aan.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken15
Hoofdstuk 1
Opmerking Raak de knop (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige
menu.
Printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die
beschikbaar zijn in het scherm Instellingen:
1. Raak
2. Raak de pijltjestoetsen aan om door de schermen te scrollen.
3. Raak de schermitems aan om de schermen of opties te selecteren.
Opmerking Gebruik de knop (Terug) om terug te keren naar het vorige menu.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Het modelnummer van de printer vinden
Naast de modelnaam die op de voorkant van de printer verschijnt, heeft deze printer een
specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken als u contact opneemt met de
klantenservice en om te bepalen welke benodigdheden en accessoires er beschikbaar
zijn voor uw product.
Het modelnummer staat op een label aan de binnenkant van de toegangsklep voor
inktcartridges, in de buurt van de inktcartridges.
HP Digital Solutions
De printer bevat een reeks digitale oplossingen die u kunnen helpen bij het
vereenvoudigen en stroomlijnen van uw werk.
Scannen naar computer
Bij gebruik van deze printer kunt u gewoon naar het apparaat stappen, een knop op het
bedieningspaneel van de printer aanraken en documenten rechtstreeks naar een
computer scannen of ze snel als e-mailbijlagen delen met zakenpartners.
Raadpleeg
HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac)
Verlies nooit meer belangrijke faxen in een stapel papier!
Gebruik Faxen naar pc en Faxen naar Mac om automatisch uw faxen op uw computer
te ontvangen en op te slaan. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u gemakkelijk
digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer met stapels
papieren bestanden. Daarnaast kunt u het afdrukken van faxen helemaal uitzetten - dit
bespaart papier- en inktkosten en helpt papierverbruik en -afval te verminderen.
Raadpleeg
Faxen naar Mac) voor meer informatie.
Scannen voor meer informatie.
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en
16Aan de slag
Afdrukmateriaal selecteren
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor
kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote
hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit.
Bezoek de website van HP op
afdrukmateriaal.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
•
Tips voor de keuze en het gebruik van media
•
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
www.hp.com voor meer informatie over HP-
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het papier
met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste
standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen,
en documenten te produceren met heldere kleuren, scherper
zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier. Zoek
naar papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en
formaten van grote papierfabrikanten.
HP Brochurepapier
HP Professioneel
papier
HP Premium
Presentatiepapier
HP Professioneel
papier
HP Helderwit
inkjetpapier
HP-afdrukpapierHP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor
dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is de ideale keuze voor de productie
van marketingmateriaal van professionele kwaliteit, zoals brochures en
mailings, en voor zakelijke illustraties op de omslagen van
bedrijfsrapporten en kalenders.
Dit zware papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is perfect
voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Ze zijn
heavyweight en bieden daardoor een indrukwekkende hoogwaardige
uitstraling.
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp
afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig
afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten
en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten
die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt. Met ColorLoktechnologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger
kleuren.
Afdrukmateriaal selecteren17
Hoofdstuk 1
(vervolg)
HP Office PaperHP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
HP Office Gerecycled
papier
HP Premium Plus
fotopapier
HP Advanced
fotopapier
HP Everyday
Fotopapier
HP T-shirt transfersHP T-shirt transfers (voor gekleurde stoffen of voor lichtgekleurde of
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse
documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge
kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLoktechnologie voor minder vlekken, scherper zwart en intensere kleuren.
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's van
professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende, veegvaste
afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken
en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende formaten,
waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x
7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans
(gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het
papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid.
De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een
winkel hebt laten afdrukken. Het papier is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18
cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans
(gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat
voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-glanzende
afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch and 10x15 cm. Het is zuurvrij
voor duurzame documenten.
witte stoffen) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen Tshirts met uw digitale foto's.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde
papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Premium Plus
fotopapier
HP Geavanceerd
fotopapier
18Aan de slag
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's van
professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende, veegvaste
afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken
en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende formaten,
waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x
7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans
(gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het
papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid.
De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een
(vervolg)
winkel hebt laten afdrukken. Het papier is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18
cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans
(gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday
Fotopapier
HP Photo Value Packs: HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktcartridges van
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat
voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-glanzende
afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch en 10x15 cm. Het is zuurvrij voor
duurzame documenten.
HP en HP Geavanceerd fotopapier bevatten waardoor u tijd bespaart
en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare
professionele foto's met uw HP-printer. Originele HP-inkt en HP
Geavanceerd fotopapier zijn op elkaar afgestemd zodat de levensduur
van uw foto's wordt verlengd en uw foto's, afdruk na afdruk, levendig
zijn. Zeer geschikt voor het afdrukken van een vakantie vol foto's of
meerdere afdrukken die men kan delen.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
•Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
•Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische
documentinvoer (ADF).
•Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen voor meer informatie.
•Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
•Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te
vermijden, kunt u de volgende papiersoorten beter niet in de laden of ADF
plaatsen:
◦Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
◦Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
◦Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
Afdrukmateriaal plaatsen of Een
Afdrukmateriaal selecteren19
Hoofdstuk 1
◦Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
◦Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
Opmerking Gebruik de glasplaat van de scanner om documenten met pagina's
die niet conform deze richtlijnen zijn te scannen, te kopiëren of te faxen. Zie
origineel op de glasplaat plaatsen voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat plaatsen
U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de
glasplaat te plaatsen.
Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep
niet schoon zijn. Zie
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1. Til de scannerklep op.
2. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag.
Tip Raadpleeg de gegraveerde voorbeelden langs de glasplaat voor meer hulp
bij het plaatsen van originelen.
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Een
3. Sluit de klep.
20Aan de slag
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen
U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de automatische
documentinvoer (ADF) te plaatsen.
Let op Plaats geen foto's in de ADF; als u dat wel doet kunnen uw foto's beschadigd
raken. Gebruik alleen afdrukmateriaal dat door de printer wordt ondersteund.
Raadpleeg
Opmerking Alleen enkelzijdige documenten kunnen worden gescand, gekopieerd
of gefaxt met de ADF. ADF ondersteunt geen dubbelzijdige documenten.
Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina,
werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de
glasplaat leggen.
Een origineel in de ADF plaatsen
Gebruik deze stappen om een document in de ADF te plaatsen.
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde in de ADF.
a. Wanneer u een origineel document plaatst in staande afdrukstand, plaats de
pagina's dan zo dat de bovenrand van het document eerst wordt ingevoerd.
Wanneer u een origineel document plaatst in liggende afdrukstand, plaats de
pagina's dan zo dat de linkerrand van het document eerst wordt ingevoerd.
b. Schuif het materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon
hoort of een bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's
zijn gedetecteerd.
Tips voor de keuze en het gebruik van media voor meer informatie.
Tip Raadpleeg het diagram in de ADF voor hulp bij het laden van originelen in
de documentinvoerlade.
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand van
het medium komen.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen21
Hoofdstuk 1
Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep
van de printer optilt.
Afdrukmateriaal plaatsen
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Enveloppen plaatsen
•
Kaarten en fotopapier plaatsen
•
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
•
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de voorste
rand van de invoerlade dan uit.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade. Zorg ervoor
dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering
in de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
22Aan de slag
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Enveloppen plaatsen
Enveloppen plaatsen
Plaats een envelop volgens deze instructies.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleiders in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u grotere enveloppen plaatst, trek de invoerlade dan uit.
3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding. Zorg
ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de lade
aangeeft.
Opmerking Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken.
Afdrukmateriaal plaatsen23
Hoofdstuk 1
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Kaarten en fotopapier plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de voorste
rand van de invoerlade dan uit.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade. Zorg ervoor
dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering
in de lade niet overschrijdt. Als het fotopapier een tab langs de rand heeft, zorg er
dan voor dat de tab naar de voorkant van de printer wijst.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
24Aan de slag
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt ondersteund
door de printer. Raadpleeg
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de voorste
rand van de invoerlade dan uit.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade. Zorg ervoor
dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering
in de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Geheugenapparaat plaatsen
Gebruik de USB-poort vooraan de printer, u kunt een USB-opslagapparaat aansluiten.
U kunt ook bestanden van het opslagapparaat overbrengen naar uw computer of
bestanden scannen van het geheugenapparaat naar de printer.
Let op Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer bezig
is met het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat beschadigd
raken. U kunt een geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het statuslampje niet
knippert.
Opmerking De printer ondersteunt geen gecodeerde geheugenapparaten.
Geheugenapparaat plaatsen25
Hoofdstuk 1
Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer info over de
geheugenapparaten die u met de printer kunt gebruiken.
Opslagapparaat aansluiten
Gebruik deze instructies om een opslagapparaat aan te sluiten
▲ Plaats een USB-opslagapparaat
Opmerking Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past of
als de connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u een
USB-verlengkabel kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.
Onderhoud van de printer
Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer optimaal
blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover nodig.
•
De glasplaat van de scanner reinigen
De buitenkant reinigen
•
De automatische documentinvoer reinigen.
•
De glasplaat van de scanner reinigen
Opmerking Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de
scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en
een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën
aan een bepaald paginaformaat.
De glasplaat van de scanner reinigen
1. Zet de printer uit. Raadpleeg
2. Til de scannerklep op.
26Aan de slag
De printer uitschakelen voor meer informatie.
3. Reinig het glas met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht
glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en pluisvrije
doek.
Let op Reinig de glasplaat van de scanner alleen met een glasreinigingsmiddel.
Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met schuurmiddelen, aceton,
benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die kunnen de glasplaat beschadigen.
Vermijd isopropylalcohol want dat kan strepen achterlaten op de glasplaat.
Let op Breng het glasreinigingsmiddel niet rechtstreeks aan op de glasplaat. Als
teveel glasreinigingsmiddel wordt aangebracht, kan dit onder de glasplaat lekken
en de scanner beschadigen.
4. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De buitenkant reinigen
Waarschuwing Voordat u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken op
(Aan/uit-knop). Haal het netsnoer uit het stopcontact.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel
van de printer terechtkomen.
De automatische documentinvoer reinigen.
Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze
geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
Onderhoud van de printer27
Hoofdstuk 1
Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te kunnen,
reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1).
Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3).
2
3
1
1 Klep van de automatische documentinvoer
2 Rollen
3 Scheidingskussen
3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige
vloeistof uit de doek.
4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
Opmerking Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van
gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
De printer updaten
HP werkt er altijd aan om de prestaties van zijn printers te verbeteren en u de laatste
functies te bezorgen. Als de printer is aangesloten op een netwerk en als Webservices
is ingeschakeld, kunt u controleren op printerupdates en deze installeren.
Voer de volgende stappen uit om de printer te updaten:
1.
Op het bedieningspaneel van de printer raakt u
Instellingen aan en vervolgens raakt u Productupdates aan.
2. Raak Productupdate zoeken aan, en volg dan de instructies op het scherm.
(HP ePrint) aan. Dan raakt u
28Aan de slag
Tip Om de printer automatisch naar updates te laten zoeken, raakt u Instellingen
aan, dan raakt u Productupdates aan, vervolgens raakt u Auto Update aan, en
tenslotte raakt u Automatisch aan.
De printer uitschakelen
Schakel de printer uit door te drukken op de knop (Aan/uit) op de printer. Wacht tot
het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de inktcartridges
mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de inktcartridges
en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges
ontbreken.
De printer uitschakelen29
2Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch
afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt
veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt
gebruiken. Zie voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen
voor uw documenten
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Afdrukmateriaal selecteren.
Documenten afdrukken
Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Foto's afdrukken
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal
formaat
Documenten afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Documenten afdrukken (Windows)
Documenten afdrukken (Mac OS X)
•
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk
ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien
van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
meer informatie.
30Afdrukken
Documenten zonder rand afdrukken
HP ePrint voor
Documenten afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de
knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af te
drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien beschikbaar).
6. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in overeenstemming
met uw project.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Brochures afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Brochures afdrukken (Windows)
Brochures afdrukken (Mac OS X)
•
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk
ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien
van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
meer informatie.
HP ePrint voor
Brochures afdrukken31
Hoofdstuk 2
Brochures afdrukken (Windows)
Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om
de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie
printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de
knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af te
drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Brochures afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a.Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Hulpprogramma's
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
32Afdrukken
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
instellingen:
•Papiersoort: Het juiste type brochurepapier
•Kwaliteit:Normaal of Beste
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen
Vermijd het gebruik van enveloppen met de volgende kenmerken:
•Zeer gladde afwerking
•Plakbanden, sluitingen of vensters
•Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
•Gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen
Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst scherp gevouwen zijn.
Opmerking Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de
documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Afdrukken op enveloppen (Windows)
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
•
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1. Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig op het tabblad Opmaak de afdrukstand naar Liggend.
6. Klik op Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste envelopsoort uit devervolgkeuzelijst Papierformaat.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt
vinden.
7. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen33
Hoofdstuk 2
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
1. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a.Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Kies het gewenste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer in het pop-upmenu Papierformaat het juiste envelopformaat (indien
beschikbaar).
6. Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast hetpop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen,
waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op
te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
•
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk
ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien
van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
meer informatie.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt u op de optie om het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer te openen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
HP ePrint voor
34Afdrukken
5. Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal het
juiste type fotopapier.
6. Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu
Uitvoerkwaliteit.
7. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Grijswaarde en
selecteert u een van de volgende opties:
•Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze
schakeringen.
•Alleen zwarte inkt: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in grijstinten.
De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen van
zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
•Papiersoort: Het juiste type fotopapier
•Kwaliteit:Beste of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
Foto's afdrukken35
Hoofdstuk 2
7. Wijzig indien nodig de foto- en kleuropties:
a. Klik op het driehoekje naast Kleuropties en selecteer de juiste opties voor Foto
verbeteren:
•Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
•Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte van
het beeld enigszins aan.
b. Om de foto in zwart-wit af te drukken klikt u op Grijstinten in het pop-upmenu
Kleur. Kies hier een van deze opties:
•Hoge kwaliteit: Gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken
in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
•Alleen zwarte printcartridge: Gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken
in grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende
patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat
eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat
in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten
aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op een aangepast papierformaat.
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer.
Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Opmerking Aangepaste afdrukformaten kunnen alleen worden gedefinieerd in de
HP-afdruksoftware in Mac OS X.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het aangepaste
formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie voor instructies
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a.Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
36Afdrukken
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
7. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan
papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Pagina-indeling en
controleer vervolgens of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het popupmenu Formaat voor.
- of Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Afdrukken en controleer
of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd.
3. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat.
Opmerking Als u geen opties ziet,in het dialoogvenster Afdrukken, klik dan ophet blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upvenster Printer of klik op
Details weergeven.
4. Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een naam
voor het nieuwe aangepaste formaat.
5. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges in,
indien u die wilt aanpassen.
6. Klik op OK.
Documenten zonder rand afdrukken
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten
fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking U kunt geen document zonder rand afdrukken als de papiersoort is
ingesteld op Normaal papier.
Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in een
softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat het
formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)
•
Documenten zonder rand afdrukken37
Hoofdstuk 2
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop Geavanceerd.
6. Klik in de optie Afdrukken zonder rand op Afdrukken zonder rand en klikvervolgens op de knop OK.
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal de juiste papiersoort.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat zonder rand:
a.Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer een beschikbaar papierformaat zonder rand in het pop-upmenu
Papierformaat en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
•Papiersoort: de juiste papiersoort
•Kwaliteit:Beste of Maximum dpi
7. Controleer of het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
8. Klik, indien nodig, op het weergavedriehoekje naastKleurenopties en selecteer de
9. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
38Afdrukken
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
juiste Photo Fix-opties:
•Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
•Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte van het
beeld enigszins aan.
afdrukken te starten.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel afdrukmateriaal met de accessoire
voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
Opmerking Voor dubbelzijdig afdrukken moet een accessoire voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn geïnstalleerd.
Opmerking U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven
genummerde pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de
even genummerde pagina’s af te drukken.
Dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1. Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Raadpleeg
meer informatie.
2. Controleer of de duplexmodule goed is geïnstalleerd.
3. Zorg dat het document is geopend, klik op Afdrukken in het menu Bestand enselecteer vervolgens onder de opties voor Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad
Indeling de optie Omslaan over lange zijde of de optie Omslaan over korte
zijde.
4. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
5. Druk het document af.
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
1. Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Raadpleeg
meer informatie.
2. Controleer of de duplexmodule goed is geïnstalleerd.
3. Selecteer een papierformaat:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Afdrukmateriaal plaatsen voor
Afdrukmateriaal plaatsen voor
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 4.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
4. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
5. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
6. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien beschikbaar).
Opmerking Mogelijk moet u de papierformaatoptie Marges voor dubbelzijdig
afdrukken selecteren.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)39
Hoofdstuk 2
7. Klik in het pop-upmenu Dubbelzijdig afdrukken op Afdrukken op beide zijden, en
klik op de juiste bindopties voor het document.
- of Klik op het pop-upmenu Lay-out en selecteer de juiste bindopties voor het document
in het pop-upmenu Afdrukken op beide zijden.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
40Afdrukken
3Scannen
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer documenten, foto's en andere
originelen scannen en deze naar verschillende bestemmingen verzenden, zoals een map
op een computer. U kunt deze originelen ook scannen met de HP-software die bij de
printer is geleverd en TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma's op een
computer.
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar
een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Opmerking De HP-scansoftware biedt geen ondersteuning voor scannen via
TWAIN en WIA op computers die werken met Mac OS X.
Opmerking Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de door HP
aanbevolen software hebt geïnstalleerd.
Tip Zie Scanproblemen oplossen als u problemen hebt met het scannen van
documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een origineel scannen
Scannen met Webscan
•
Documenten scannen als bewerkbare tekst
•
Een origineel scannen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Opmerking Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Opmerking Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de printer
of vanuit uw computer met de HP-printersoftware, dan moet de HP-software die bij
de printer is geleverd ook op uw computer zijn geïnstalleerd en werken voordat u
scant. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken voor u
scant.
Opmerking Als u een origineel scant zonder randen, plaats dan het origineel op de
glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade.
•Scannen naar een computer
Scannen naar geheugenapparaat
•
Scannen41
Hoofdstuk 3
Scannen naar een computer
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Opmerking Als uw printer is aangesloten op een netwerk en u scant naar een
Windows-computer moet u, voor u scant vanaf het bedieningspaneel, scannen vanaf
software inschakelen. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en
selecteer vervolgens de optie voor uw HP-printer.. Dubbelklik op Scantaken,
dubbelklik op Scannen naar computer en klik vervolgens op Inschakelen.
Gebruik deze stappen om vanuit het bedieningspaneel te scannen.
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en selecteer Computer.
3. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
4. Raak Scan starten aan.
Een origineel scannen vanuit de HP-scansoftware
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de HP-scansoftware op de computer:
•Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en
selecteer vervolgens HP Scan.
•Mac OS X: Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de
map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de
harde schijf.
3. Kies een snelkoppeling voor scannen. Wijzig indien nodig de scaninstellingen.
4. Klik op Scannen om het scannen te starten.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Opmerking U kunt de HP-software gebruiken om documenten te scannen als
bewerkbare tekst, zodat u in het gescande document tekst kunt zoeken, kopiëren,
plakken en bewerken. Met deze indeling kunt u brieven, krantenknipsels en vele
andere documenten bewerken. Raadpleeg
tekst voor meer informatie.
Scannen naar geheugenapparaat
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer rechtstreeks naar een
geheugenapparaat, zoals een USB-flashstation, scannen zonder een computer of de HPsoftware die bij de printer is geleverd, te gebruiken.
Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen.
42Scannen
Documenten scannen als bewerkbare
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Plaats een geheugenapparaat Raadpleeg
informatie.
3. Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
4. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Raadpleeg
bewerkbare tekst voor meer informatie.
Scannen met Webscan
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en
documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser. Deze
functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt
geïnstalleerd.
Opmerking Als u Webscan in de EWS niet kunt openen, is dit door uw
netwerkbeheerder mogelijk uitgeschakeld. Neem voor meer informatie contact op
met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld.
Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Geheugenapparaat plaatsen voor meer
Documenten scannen als
Een scan maken met Webscan
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg
informatie.
3. Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig eventueel
de instellingen en klik vervolgens op Scannen starten.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Raadpleeg
bewerkbare tekst voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Geïntegreerde webserver voor meer
Documenten scannen als
Documenten scannen als bewerkbare tekst
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar
een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee kunt
u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
•
Documenten scannen als bewerkbare tekst43
Hoofdstuk 3
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle
programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens HP
Scan.
3. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Text (.txt) in het
vervolgmenu Bestandstype.
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Rich Text (.rtf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
Of:
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als PDF en selecteer vervolgens
Doorzoekbare PDF (.pdf) in hetvervolgmenu Bestandstype.
4. Klik op Scannen en volg de aanwijzingen op het scherm om de scan te starten.
Mac OS X
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map Hewlett-
3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren.
4. Selecteer Documenten in het pop-upmenu Voorinstellingen.
5. Klik op Scannen om het scannen te starten.
6. Na het scannen klikt u op de knop Opslaan in de werkbalk HP Scan.
7. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
44Scannen
van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling.
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Selecteer RTF of PDF-doorzoekbaar in het
pop-upmenu Indeling.
8. Klik op Opslaan.
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan
converteren:
•Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het ADF-venster schoon is.
Wanneer u de printer gebruikt om documenten te scannen, worden vegen of stof op
de glasplaat of het ADF-venster mogelijk ook gescand waardoor de software het
document niet meer goed kan converteren naar bewerkbare tekst.
•Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst
Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADF, moet het origineel
in de ADF worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te scannen tekst
naar boven. Wanneer u scant vanaf de glasplaat van de scanner, moet het origineel
op de glasplaat worden geplaatst met de bovenrand naar de rechterkant van de
glasplaat.
Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie
de glasplaat plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen voor meer informatie.
•Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt.
Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het
origineel duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende
omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed kan
converteren:
◦De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld.
◦De tekst is te klein.
◦De structuur van het document is te complex.
◦De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door het
OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd.
De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als
"m".
◦De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de
voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
•Kies het juiste profiel.
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare tekst
mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale kwaliteit
krijgt voor de OCR-scan. Gebruik in Windows de snelkoppelingen Bewerkbare tekst(OCR) of Opslaan als PDF. Gebruik in Mac OS X de voorinstelling Documenten.
•Sla het bestand op met de juiste indeling.
Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het
oorspronkelijke document over te nemen, selecteert u een indeling voor kale tekst
(zoals Text (.txt) of TXT). Als u de tekst wilt ophalen inclusief enige opmaak uit het
oorspronkelijke document, selecteert u een Rich Text Format (zoals Rich Text
(.rtf) of RTF) of een doorzoekbaar PDF-formaat (Doorzoekbare PDF (.pdf) of PDF-
doorzoekbaar).
Een origineel op
Documenten scannen als bewerkbare tekst45
4Kopiëren
U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoortenen formaten.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer er een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het
kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen
verminderen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Documenten kopiëren
Kopieerinstellingen wijzigen
•
Documenten kopiëren
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
plaatsen voor meer informatie.
2. Plaats het origineel met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat of plaats originelen
in de ADF. Zie
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel in de
Afdrukmateriaal
Opmerking Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u de foto op de glasplaat van
de scanner met de afgedrukte zijde naar beneden, op de manier die wordt
aangegeven door het pictogram aan de rand van de glasplaat.
3. Raak Kopiëren aan.
4. Wijzig de extra instellingen. Raadpleeg
informatie.
5. Om de kopieeropdracht te starten raakt u Start Zwrt of Start Kleur aan.
Opmerking Als het origineel in kleur is, geeft de kopieerfunctie Start Zwrt een
zwart-witkopie van het gekleurde origineel. De functie Start Kleur biedt een
kleurenkopie van het kleurenorigineel.
Kopieerinstellingen wijzigen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het
bedieningspaneel van de printer, waaronder:
•Aantal kopieën
•Kopieerformaat
•Soort kopieerpapier
•Kopieersnelheid en kwaliteit
46Kopiëren
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer
•Instellingen lichter/donkerder
•Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de instelilngen
opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
De kopieerinstellingen voor een eenmalige taak wijzigen
1. Raak Kopiëren aan.
2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige
taken
1. Raak Kopiëren aan.
2. Breng wijzigingen aan in de kopieerinstellingen en raak vervolgens Instellingen aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en selecteer vervolgens Als nieuwe
standaardinstellingen instellen.
4. Raak Ja, standaardinstellingen wijzigen aan en selecteer vervolgens Klaar.
Kopieerinstellingen wijzigen47
5Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief
kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en
snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar
veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal
faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen
die u verzendt.
Opmerking Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint met
faxen. Dit hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van het
bedieningspaneel of de HP-software die bij de printer werd geleverd. U kunt
controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het
bedieningspaneel uit te voeren. Zie
faxtest.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een fax verzenden
Een fax ontvangen
•
Snelkiescodes installeren
•
Faxinstellingen wijzigen
•
Faxen en digitale telefoonservices
•
Fax over internetprotocol (FoIP)
•
Rapporten gebruiken
•
Test Faxinstallatie voor meer informatie over de
Een fax verzenden
U kunt op verschillende manieren een faxbericht verzenden. Via het bedieningspaneel
van de printer kunt u een zwart-wit- of kleurenfaxbericht verzenden. U kunt ook handmatig
een faxbericht verzenden vanaf een verbonden telefoon. U kunt op deze wijze eerst met
de ontvanger spreken voordat u het faxbericht verzendt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een standaardfax verzenden
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
•
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
•
Een fax verzenden met handsfree kiezen
•
Een fax verzenden vanuit het geheugen
•
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
•
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
•
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
•
Een standaardfax verzenden
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in
kleuren van een of meer pagina's verzenden.
48Fax
Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn verzonden,
schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden.
Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van
handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze
functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt
betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
Tip Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u *
herhaaldelijk aan totdat er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
4. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt
het dat document naar het ingevoerde nummer.
Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u
verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax wijzigen.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te drukken
en vanaf de printer te faxen.
Opmerking Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden,
maken gebruik van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding of
uw computermodem. Zorg er daarom voor dat uw printer is aangesloten op een
werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het
installatieprogramma op de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Windows
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4. Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of als
kleurenfax wilt verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze
knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of
Voorkeuren.
5. Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
Een fax verzenden49
Hoofdstuk 5
6. Klik op Afdrukken of OK.
7. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel
instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het
faxnummer te draaien en het document te faxen.
Mac OS X
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Selecteer de printer met “Fax” in de naam.
4. Selecteer Faxontvangers in het vervolgkeuzemenu onder de instelling
Afdrukstand.
Opmerking Indien u het pop-upmenu niet kunt vinden, probeer dan op hetblauwe weergavedriehoekje naast de Printerselectie te klikken.
5. Geef het faxnummer en andere informatie op in de bijbehorende velden en klikvervolgens op Toevoegen aan bestemmelingen.
6. Selecteer de Faxmodus en eventuele andere gewenste faxopties en klik vervolgensop Fax nu verzenden. Het faxnummer wordt gedraaid en het document wordt gefaxt.
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax verzendt.
Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax wilt toesturen
voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig verzendt, kunt u
de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de handset van
de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart gebruiken voor het
verzenden van een fax.
Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de
ontvanger de telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als
een persoon de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax
verzendt. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het
apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort.
50Fax
Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is
aangesloten.
Opmerking Vermijd het gebruik van het toetsenblok op het bedieningspaneel
van de printer wanneer u handmatig een fax verzendt. U moet het toetsenbord
op de telefoon gebruiken om het nummer van de ontvanger te kiezen.
4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u
de fax verzendt.
Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen
van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te
verzenden.
5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start
kleur aan.
Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt u
tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende faxapparaat
wanneer de faxtonen hoorbaar worden.
Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op dat
moment kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met uw
gesprek, blijft u aan de lijn totdat de fax is verzonden.
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel
van de printer kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax verzendt
met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en
andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op
aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
Tip Als u een belkaart gebruikt en u de pincode van de belkaart niet snel genoeg
invoert, begint de printer de faxtonen misschien te vroeg te verzenden, waardoor uw
pincode niet wordt herkend door de belkaartservice. Als dat het geval is, kunt u een
snelkiesnummer maken om de pincode voor uw belkaart op te slaan. Zie
Snelkiescodes installeren voor meer informatie.
Opmerking Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van
de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en raak vervolgens Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert dat in de automatische documentinvoer is
geplaatst, hoort u een kiestoon.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel
Een fax verzenden51
Hoofdstuk 5
3. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op
het bedieningspaneel van de printer.
4. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode
als snelkiesnummer opgeslagen, raakt u het pictogram
wanneer een pincode wordt gevraagd. U kunt dan het snelkiesnummer kiezen
waaronder u uw pincode hebt opgeslagen.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het
geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te
bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het
geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is
gebracht, worden de originelen verzonden. Als de pagina's door de printer in het
geheugen zijn gescand, kunt u de originelen direct uit de lade van de documentinvoerlade
of van de glasplaat van de scanner halen.
Opmerking U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen.
3. Raak Scannen en faxen aan.
4. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel
(Snelkiezen) aan
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
5. Raak Fax starten aan.
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als het
ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u
een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is
op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. De printer verzendt de
fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de gewone
wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
Opmerking U kunt alleen geplande faxen in zwart-wit verzenden.
52Fax
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen.
3. Raak Fax later verzenden aan.
4. Geef de verzendtijd op met het numerieke toetsenblok omlaag) raak AM of PM aan en selecteer vervolgens Gereed.
5. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
6. Raak Fax starten aan.
De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm weergegeven.
De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden.
Een geplande fax annuleren
1. Raak het bericht Fax later verzenden op het scherm aan.
– OF –
Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
2. Raak Geplande fax annuleren aan.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke
snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers.
(pijl omhoog) en (pijl
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een
groepssnelkiescode
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2.
Raak Fax aan, raak het pictogram
groep ontvangers.
3. Raak Start, Zwart aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt
de printer het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers.
Opmerking U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep
snelkiesnummers vanwege de beperkte geheugenruimte. De printer scant de fax
naar het geheugen en kiest het eerste nummer. Zodra er verbinding is, wordt de
fax verzonden en het volgende nummer gekozen. Als een nummer bezet is of er
wordt niet opgenomen, volgt de printer de instellingen voor Opnieuw zenden bijin gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord. Als er geen verbinding tot
stand kan worden gebracht, wordt het volgende nummer gekozen en wordt er een
foutrapport gegenereerd.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel
(Snelkiezen) aan en selecteer vervolgens de
Een fax verzenden53
Hoofdstuk 5
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door
fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken
dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde
of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de
verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de gegevens veel
betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM uitsluitend uit als de
telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor lagere kosten kunt
accepteren.
Denk aan het volgende voordat u ECM uitschakelt. Als u ECM uitschakelt:
•worden de kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen
beïnvloed.
•wordt de Faxsnelheid automatisch ingesteld op Normaal.
•kunt u geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Ga naar het beginscherm, raak
Installatie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Selecteer Foutcorrectiemodus.
4. Selecteer Aan of Uit.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens
Een fax ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch
antwoorden uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie
Automatisch antwoorden inschakelt (de standaardinstelling), dan beantwoordt de
printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal keer
overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan. (De standaard instelling
Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van het formaat Legal of groter ontvangt, terwijl de printer
niet is ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch
verkleind zodat het op het geplaatste papier past. Als u de functie Automatische
verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op twee pagina's af.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is
voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
•
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
•
Een fax opvragen voor ontvangst
•
Faxen doorsturen naar een ander nummer
•
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
•
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
•
54Fax
•Ongewenste faxnummers blokkeren
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar
•
Mac)
Een fax handmatig ontvangen
Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met
elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit
gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er
faxtonen weerklinken.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
•Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
•Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
Een fax handmatig ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat
beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden uitschakelen
zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen beantwoordt.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat
Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te
werk:
a.Raak Fax aan en selecteer vervolgens Start zwart-wit of Start kleur.
b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan
de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Backup-faxontvangst instellen
Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle
ontvangen faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de
printer door een fout niet functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te slaan.
Voor back-upfaxontvangst zijn de volgende modi beschikbaar:
AanDit is de standaardinstelling. Als Backup-faxontvangst Aan is, slaat de
printer alle ontvangen faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u tot
acht van de laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog in
het geheugen zijn opgeslagen.
Opmerking Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte
faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het
geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het
beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Een fax ontvangen55
Hoofdstuk 5
(vervolg)
Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer
gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen
opgeslagen.
Alleen bij foutenFaxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen als
UitFaxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan
de printer de faxberichten door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld
als het papier in de printer op is). De printer blijft faxberichten opslaan
zolang er geheugen beschikbaar is. Als het geheugen vol raakt, stopt de
printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Wanneer de
fout is opgelost, worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen
automatisch afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd.
bijvoorbeeld zijn dat u Backup-faxontvangst wilt uitschakelen omwille van
de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de printer niet kan
afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer
met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als back-upfaxontvangst is ingeschakeld en u de printer uitschakelt,
worden alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd waaronder
eventuele faxen die nog niet zijn afgedrukt en die u mogelijk hebt ontvangen terwijl
de printer zich in een fouttoestand bevond. U moet contact opnemen met de
afzenders om ze te vragen onafgedrukte faxen nogmaals te verzenden. Druk het
Faxlogboek af voor een lijst met alle faxen die u hebt ontvangen. Het Faxlogboek
wordt niet verwijderd wanneer de printer is uitgeschakeld.
Backup-faxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Backup-faxontvangst aan.
4. Raak Aan, Alleen bij fouten of Uit aan.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Als u de modus voor Backup-faxontvangst instelt op Aan, worden de ontvangen
faxberichten altijd in het geheugen van het apparaat opgeslagen, ook als er geen fout is
op het apparaat.
Opmerking Als het geheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxen
overschreven als nieuwe faxen worden ontvangen. Als geen van de opgeslagen
faxberichten in de printer zijn afgedrukt, worden nieuwe faxberichtenen pas
ontvangen als u de faxberichten in het geheugen hebt afgedrukt of verwijderd. Het
kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het geheugen wilt
verwijderen.
56Fax
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatst ontvangen
berichten afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan bijvoorbeeld
nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de
printer
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
plaatsen voor meer informatie.
2. Raak de
3. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Faxhulpmiddelen en dan Fax in
geheugn opn. afdr.
De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen
waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4. Als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen, raakt u
(de knop Annuleren) aan.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
Een fax opvragen voor ontvangst
Dankzij de opvraagfunctie kan de printer een ander faxapparaat vragen een fax te
verzenden die in de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst gebruikt,
wordt het opgegeven faxapparaat door de printer aangeroepen en wordt het faxbericht
aangevraagd. Het opgegeven faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen en er moet
een fax klaar zijn voor ontvangst.
Opmerking De printer biedt geen ondersteuning voor codes voor het doorgeven
van polling. Met deze beveiligingsfunctie moet het ontvangende faxapparaat een
beveiligingscode geven aan de opgevraagde printer om de fax te ontvangen. Zorg
dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor de opgevraagde printer (of dat de
standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de printer de fax niet ontvangen.
Afdrukmateriaal
Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen.
2. Raak Opvragen voor ontvangst aan.
3. Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in.
4. Raak Fax starten aan.
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander
faxnummer. Een ontvangen kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt een
werkende faxlijn is. Stuur een testfax naar het nummer om na te gaan of het faxapparaat
de faxen kan doorsturen naar dit nummer.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Fax doorsturen aan.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
Een fax ontvangen57
Hoofdstuk 5
4. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen
of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven
faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de
printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen
faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
5. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de
doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Voer voor elk van de
volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en
eindtijd.
6. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt
ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het
telefoonnummer op. Wanneer de printer weer stroom krijgt, is de instelling voor het
doorsturen van faxen nog steeds Aan.
Opmerking U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren
in het menu Fax doorsturen.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde
papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade.
Faxen kunnen alleen worden afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat.
Opmerking Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een
fax wordt ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een foutbericht
op het scherm. Plaats papier van Letter-, A4- of Legal-formaat en raak vervolgens
OK aan om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel van
de printer
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Papierformaat fax aan en selecteer vervolgens een optie.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax
binnenkomt die te groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is standaard
ingeschakeld, dus de afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien mogelijk,
dusdanig verkleind dat deze op een pagina past. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt
alle informatie die niet op de eerste pagina past, op een tweede pagina afgedrukt.
Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat ontvangt als er
papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
58Fax
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning,
kunt u bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die
afkomstig zijn van deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de printer
het nummer met de ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te stellen of de
oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een nummer in de
lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het maximale aantal
faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen / regio's ondersteund. Indien niet
ondersteund in uw land / regio, verschijnt Faxnummerblokkering verschijnt niet in
het menu Faxopties of Faxinstellingen.
Opmerking Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt
verondersteld dat u niet op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de
telefoonmaatschappij.
•Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
•
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
•
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde faxnummers
toe te voegen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen teblokkeren. Raak OK aan om verder te gaan.
5. Raak Nummers toevoegen aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Een fax ontvangen59
Hoofdstuk 5
6. Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's, selecteert
u Selecteren uit geschiedenis Beller-ID.
- of Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, raakt u Nieuw nummer
invoeren aan.
7. Nadat u een faxnummer hebt ingevoerd om te blokkeren, raakt u Gereed aan.
Opmerking Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het scherm
van het bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het kopschrift
van de ontvangen fax wordt weergegeven. Deze nummers kunnen verschillend
zijn.
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de
lijst met ongewenste nummers verwijderen.
Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Raak Nummers verwijderen aan.
5. Raak het nummer aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens OK aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde ongewenste
faxnummers.
Een rapport van Ongewenste faxnummers afdrukken
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Raak Rapporten afdrukken aan en selecteer en vervolgens Lijst met
geblokkeerde nummers.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar
Mac)
Als de printer is aangesloten op uw computer met een USB-kabel, kunt u HP Digital Fax
(Faxen naar pc en Faxen naar Mac) gebruiken om automatisch faxen te ontvangen en
rechtstreeks op uw computer te bewaren. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u
gemakkelijk digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer met
stapels papieren bestanden.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Als de fax
is ontvangen, krijgt u op het scherm een melding met een koppeling naar de map waarin
de fax is opgeslagen.
60Fax
Voor de bestandsnamen wordt de volgende methode gebruikt:
XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waarbij X de informatie over de afzender is, Y de datum
en Z het tijdstip waarop de fax is ontvangen.
Opmerking Faxen naar pc en Faxen naar Mac zijn alleen beschikbaar voor het
ontvangen van zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van op de
computer te worden opgeslagen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
•
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
•
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
•De beheerderscomputer, de computer die de functie Faxen naar pc of Faxen naar
Mac heeft geactiveerd, moet altijd zijn ingeschakeld. Slechts een computer kan de
beheerdercomputer voor Faxen naar pc of Faxen naar Mac zijn.
•De computer of server waarop de bestemmingsmap zich bevindt, moet altijd aan
staan. De doelcomputer moet ook actief zijn. Faxen worden niet opgeslagen als de
computer in de slaapstand staat.
•Er moet papier in de invoerlade zitten. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor
meer informatie.
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
Op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kunt u de wizard Digitale fax
instellen gebruiken om Faxen naar pc te activeren. Op een Macintosh-computer kunt u
het HP-hulpprogramma gebruiken.
Fax naar pc installeren (Windows)
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle
programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens de optie
voor uw HP-printer..
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Digitale fax instellen.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Om Faxen naar Mac (Mac OS X) te configureren
1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor
meer informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het HP-hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor het faxen naar de pc op uw computer op elk moment bijwerken
vanuit de Wizard Digitale fax instellen. U kunt de Fax naar Mac-instellingen bijwerken
met het HP-hulpprogramma.
Een fax ontvangen61
Hoofdstuk 5
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen, uitschakelen
vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens Faxen
naar pc aan.
3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen wijzigen:
•PC-hostnaam bekijken: Bekijk de naam van de computer die is geconfigureerd
•Uitschakelen: Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen.
•Afdrukken van faxen uitschakelen: Kies deze optie als u faxen wilt afdrukken
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Windows)
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle
programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens de optie
voor uw HP-printer..
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Digitale fax instellen.
3. Volg de instructies op het scherm.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
om Faxen naar pc en Faxen naar Mac te beheren.
Opmerking Gebruik de HP-software op uw computer om Fax naar pc of Fax
naar Mac in te schakelen.
zodra ze worden ontvangen. Als u afdrukken uitschakelt, worden kleurenfaxen
nog wel afgedrukt.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Mac OS X)
1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
meer informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het HP-hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan, raak Basisinstallatiemenu Fax aan en vervolgens Faxen
naar pc aan.
3. Raak Uitschakelen aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Snelkiescodes installeren
U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Zo kunt u snel nummers
via het bedieningspaneel van de printer kiezen.
62Fax
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor
Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het
bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die
beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt
geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Raadpleeg
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
•
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
•
Snelkiesnummers verwijderen
•
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
•
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
U kunt faxnummers als snelkiesnummers opslaan.
Snelkiescodes installeren
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens een niet-
gebruikt nummer aan.
4. Typ het faxnummer en raak Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal
bellen.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens het
snelkiesnummer aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en raakt u Volgende
aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal
bellen.
5. Als u de naam van het snelkiesnummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt
u vervolgens Gereed aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
Snelkiescodes installeren63
Hoofdstuk 5
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen.
Snelkiesgroepen instellen
Opmerking Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één
snelkiesnummer hebben ingesteld.
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer (pijl rechts) aan en raak vervolgens
Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesgroep aan en raak vervolgens een niet-gebruikt nummer aan.
4. Raak de snelkiesnummers aan die u in de snelkiesgroep wilt opnemen en raakvervolgens OK aan.
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesgroepen wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Selecteer Snelkiesgroep en raak vervolgens het item aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u snelkiesnummers wilt toevoegen aan de groep of daaruit wilt verwijderen, raakt
u de snelkiesnummers aan die u wilt opnemen of verwijderen en raakt u vervolgens
OK aan.
5. Als u de naam van de snelkiesgroep wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt u
vervolgens Gereed aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
Snelkiesnummers verwijderen
Als u snelkiesnummers of snelkiesgroepen wilt verwijderen, voert u de volgende stappen
uit:
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer verwijderen aan, raak het item aan dat u wilt verwijderenen raak vervolgens Ja aan om de bewerking te bevestigen.
Opmerking Als u een snelkiesgroep verwijdert, worden de afzonderlijke
snelkiesnummers niet verwijderd.
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Als u een lijst wilt afdrukken van alle snelkiesnummers die zijn ingesteld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
64Fax
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
3. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
4. Raak Snelkieslijst afdrukken aan.
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt
u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
•
Het faxkopschrift instellen
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
•
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
•
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
•
Het kiessysteem instellen
•
Opties opnieuw kiezen instellen
•
De faxsnelheid instellen
•
Het faxgeluidsvolume instellen
•
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven
aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door de HPsoftware te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel ook instellen
vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
Opmerking In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk
vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Faxkop aan.
4. Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5. Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Gereed aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden
beantwoord.
•Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen
automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de
printer beantwoord.
•Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt
ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden, anders kan de printer geen faxberichten ontvangen.
Faxinstellingen wijzigen65
Hoofdstuk 5
De antwoordmodus instellen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Automatisch beantwoorden aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel
belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is
aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de
telefoon moet beantwoorden voordat de printer dat doet. Het aantal belsignalen voor
beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal
belsignalen en stel de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen.
(Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt
het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de printer faxsignalen
detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het
antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Aantal belsignalen voor het antwoorden aan.
4. Raak de
5. Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
(pijl omhoog) of (pijl omlaag) aan om het aantal belsignalen te wijzigen.
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één
telefoonlijn meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen specifieke
belsignalen hebben. Als u zich op deze service abonneert, wordt er aan elk
telefoonnummer een ander belsignaal toegekend. U kunt de printer instellen voor het
beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de
telefoonmaatschappij verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan
binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. HP raadt aan om voor een
faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het
specifieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax ontvangen.
Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de
printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent
de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon
vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke belpatroon
bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Allebeltonen.
66Fax
Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel met
het hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
2. Raak
3. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
4. Raak Specifiek belsignaal aan.
5. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden
gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Ja aan om
verder te gaan.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
•Raak het belpatroon aan dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is
•Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies op het bedieningspaneel
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
toegewezen.
-of-
van de printer.
Opmerking Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan
detecteren of als u de functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt het
belpatroon automatisch ingesteld op de standaardwaarde, namelijk Alle
belsignalen.
Opmerking Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende
oproeppatronen voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer
oproepen via een extern nummer.
Het kiessysteem instellen
Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is
Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze.
Opmerking De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak
4. Raak aan om Toon of Puls te selecteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
(pijl omlaag) aan en selecteer vervolgens Toon- of pulskiezen.
Opties opnieuw kiezen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet
antwoordde of bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de
Faxinstellingen wijzigen67
Hoofdstuk 5
instellingen van de opties Opnieuw verzenden bij in gesprek en Opnieuw verzenden bij
geen gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
•Opnieuw verzenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, verzendt de
printer automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie
is AAN.
•Opnieuw verzenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de
printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De
fabrieksinstelling van deze optie is Uit.
De opties opnieuw bellen instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Opnieuw kiezen bij in gesprek of Geen antwoord opnieuw kiezen aan en
selecteer de gewenste opties.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en
overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te
verlagen:
•Een Internet-telefoonservice
•Een PBX-systeem
•Fax over Internet-protocol (FoIP)
•Een ISDN-service
Probeer een lagere Faxsnelheid als u problemen ondervindt bij het verzenden en
ontvangen van faxen. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
68Fax
Instelling faxsnelheidFaxsnelheid
Snelv.34 (33600 baud)
Normaalv.17 (14400 baud)
Langzaamv.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Faxsnelheid aan.
4. Raak de optie aan die u wilt selecteren.
Het faxgeluidsvolume instellen
Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te maken.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Geluidsvolume fax aan.
4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Faxen en digitale telefoonservices
Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende
services:
•DSL: Een DSL-aansluiting (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij.
(DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
•PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
•ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
•FoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer
te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internetprotocol (FoIP) genoemd. Raadpleeg
informatie.
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge
telefoonservices. Als u met een systeem voor digitaal telefoneren werkt (zoals DSL/
ADSL, PBX of ISDN), moet u mogelijk filters of converters gebruiken voor de conversie
van digitaal naar analoog als u wilt faxen.
Fax over internetprotocol (FoIP) voor meer
Opmerking HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of
providers voor digitaal telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters voor
conversie van digitaal naar analoog. U wordt aangeraden om in alle gevallen
rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken wat de juiste configuratie-opties zijn
op basis van de services die het bedrijf levert.
Fax over internetprotocol (FoIP)
U kunt zich mogelijk abonneren op een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid
biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode
wordt Fax over Internet-protocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt
aangeboden) als u:
•samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of
•een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge
telefoonpoorten voor de faxlijn.
Fax over internetprotocol (FoIP)69
Hoofdstuk 5
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een
telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de
verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die is
uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw
telefoonmaatschappij.
Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is
vaak beperkt. Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u
proberen om de faxsnelheid te verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error
Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de foutcorrectiemodus echter
uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen. Zie
faxsnelheid instellen voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid. Zie
Fax verzenden in foutcorrectiemodus voor meer informatie over de
foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de
ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor
meer begeleiding.
Rapporten gebruiken
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten
automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt
indien gewenst ook handmatig systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden
nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als
zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het
verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het
bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
De
70Fax
Opmerking Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus
controleren vanuit het bedieningspaneel of de HP-software. Raadpleeg
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges niet
te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking Controleer of de printkoppen en inktcartridges in goede staat verkeren
en goed zijn geïnstalleerd. Zie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Foutrapporten voor faxen afdrukken
•
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
•
Het faxlogboek wissen
•
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
•
Werken met inktcartridges voor meer informatie.
•Een rapport beller-ID's afdrukken
De belgeschiedenis weergeven
•
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u
onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat
verzenden. Selecteer Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen).
De standaardinstelling voor faxbevestiging is Uit. Dit betekent dat de geen
bevestigingsrapport afdrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na het verzenden
van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het bedieningspaneel
met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
Opmerking U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina opnemen in het
bevestigingsrapport dat aangeeft dat de fax is verzonden als u Aan (Faxverzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) selecteert, en als u de fax scant om
deze vanuit het geheugen te verzenden of als u de optie Scannen en faxen gebruikt.
Faxbevestiging inschakelen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxbevestiging aan.
4. Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
UitEr wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten
Aan (Fax
verzenden)
Aan (Fax
ontvangen)
Aan (Verzenden
en ontvangen)
verzendt en ontvangt. Dit is de standaardinstelling.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt
of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxbevestiging aan.
3. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) aan.
4. Raak Faxbevestiging met afbeelding aan.
Rapporten gebruiken71
Hoofdstuk 5
Foutrapporten voor faxen afdrukken
U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt
als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxfoutrapport aan.
4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Aan (Verzenden
en ontvangen)
UitEr worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Aan (Fax
verzenden)
Aan (Fax
ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de
standaardinstelling.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en
verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxlogboek aan.
Het faxlogboek wissen
Gebruik de volgende stappen om het faxlogboek leeg te maken.
Opmerking Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen
zijn opgeslagen, verwijderd.
72Fax
Het faxlogboek wissen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
•Raak Hulpprogramma's aan.
-of-
•Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxhulpmiddelen aan.
3. Raak Faxlogboek wissen aan.
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details
zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Laatste transactie aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Een rapport beller-ID's afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers.
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Rapport Beller-ID's aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
De belgeschiedenis weergeven
Gebruik de volgende procedure om een lijst met alle oproepen vanaf de printer weer te
geven.
Opmerking De belgeschiedenis kan niet worden afgedrukt. U kunt de geschiedenis
alleen weergeven op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
De belgeschiedenis weergeven
1. Raak
2.
Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Fax aan.
(Belgeschiedenis) aan.
Rapporten gebruiken73
6Webservices
De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt
tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp
kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
Opmerking Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet
verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze
webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Wat zijn webservices?
Webservices instellen
•
Webservices gebruiken
•
Webservices verwijderen
•
Wat zijn webservices?
De printer bevat volgende webservices:
HP ePrint
HP ePrint is een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie
documenten kunt afdrukken met uw printer voorbereid voor HP ePrint. Het is zo
eenvoudig als een e-mail sturen naar het e-mailadres dat is toegekend aan uw printer
wanneer u Webservices op de printer activeert. Er zijn geen speciale stuurprogramma's
of software nodig. Als u een e-mail kunt versturen, kunt u met HP ePrint vanaf elke locatie
documenten afdrukken.
Eenmaal u een account hebt aangemaakt op het ePrintCenter, kunt u zich aanmelden
om uw HP ePrint-taakstatus te bekijken, uw HP ePrint-printerwachtrij te beheren, de
personen die het HP ePrint e-mailadres van uw printer gebruiken om af te drukken te
controleren en om hulp te vragen voor HP ePrint.
Printer Apps
Met Printer Apps kunt u gemakkelijk vooraf opgemaakte webinhoud lokaliseren en
afdrukken, rechtstreeks vanaf uw printer. U kunt uw documenten ook digitaal scannen
en opslaan op het web.
Printer Apps bieden een waaier van inhoud, van bonnen tot gezinsactiviteiten, nieuws,
reizen, sport, koken, foto's en nog veel meer. U kunt zelfs uw onlineafbeeldingen bekijken
en afdrukken van populaire fotosites
Met bepaalde Printer Apps kunt u de levering van de appinhoud plannen voor uw printer.
Vooraf opgemaakte inhoud specifiek ontworpen voor uw printer betekent geen tekst of
afbeeldingen die wegvallen en geen extra pagina's met slechts een tekstregel. Op
sommige printers kunt u ook de instellingen van papier en afdrukkwaliteit kiezen op het
scherm afdrukvoorbeeld.
74Webservices
Dit alles zonder uw computer te moeten opzetten!
Webservices instellen
Voer de volgende stappen uit om Webservices te installeren.
Opmerking Zorg ervoor dat u vast (Ethernet) of draadloos bent verbonden met het
internet voordat u Webservices instelt.
Stel Webservices in door middel van de HP-printersoftware.
Naast het activeren van de hoofdfucties van de printer, kunt u de HP-printersoftware die
bij uw printer is geleverd, gebruiken om Webservices in te stellen. Als u Webservices niet
hebt ingesteld bij het installeren van de HP-software op uw computer, kunt u de software
nog steeds gebruiken om Webservices in te stellen.
Voer de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem om Webservices in te stellen:
Windows:
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle
programma's, klik op HP, selecteer de map voor uw printer en selecteer vervolgens
het pictogram met de naam van uw printer.
2. Dubbelklik op Internetoplossingen en dubbelklik vervolgens op ePrint setup. De
geïntegreerde webserver van de printer wordt geopend.
3. In het tabblad Webservices klikt u op Set-up in de sectie Instellingen
Webservices.
4. Klik op Gebruikersvoorwaarden accepteren en Webservices inschakelen, en klikvervolgens op Volgende.
5. Klik op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates en
deze installeert.
6. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het internet,
voert u deze instellingen in.
7. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te
voltooien.
Mac OS X:
Om Webservices in te stellen en te beheren in Mac OS X, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer (EWS) gebruiken. Zie
geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Webservices instellen via de
Webservices instellen via het bedieningspaneel van de printer.
Het bedieningspaneel van de printer biedt een gemakkelijke manier om Webservices in
te stellen en te beheren.
Webservices instellen75
Hoofdstuk 6
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1. Controleer of de printer is verbonden met internet.
2.
Raak op het bedieningspaneel van de printer de knop
(HP ePrint).
3. Raak Ja aan om akkoord te gaan met de Gebruiksvoorwaarden en om de
Webservices in te schakelen.
4. Klik in het venster Auto Update op Ja om toe te staan dat de printer automatisch
zoekt naar productupdates en deze installeert.
5. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het internet,
voert u deze instellingen in:
a.Raak Proxy invoeren aan.
b. Voer de proxyserverinstellingen in en raak dan Gereed aan.
6. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te
voltooien.
Webservices instellen via de geïntegreerde webserver
U kunt de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) gebruiken om Webservices in
te stellen en te beheren.
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg
meer informatie.
2. In het tabblad Webservices klikt u op Set-up in de sectie Instellingen
Webservices.
3. Klik op Gebruikersvoorwaarden accepteren en Webservices inschakelen, en klikvervolgens op Volgende.
4. Klik op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates en
deze installeert.
5. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het internet,
voert u deze instellingen in.
6. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te
voltooien.
(Apps) aan of de knop
Geïntegreerde webserver voor
Webservices gebruiken
De volgende sectie beschrijft hoe u Webservices gebruikt en instelt.
HP ePrint
HP ePrint biedt de mogelijkheid om op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten af
te drukken met uw printer voorbereid voor HP ePrint.
Zorg ervoor dat u over het volgende beschikt om HP ePrint te gebruiken:
•Een computer of mobiel toestel met internet en e-mail.
•Een printer met HP ePrint waarop Webservices is geactiveerd.
76Webservices
Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van de HP ePrintinstellingen en om meer te weten over de laatste functies, gaat u naar het
ePrintCenter (
Afdrukken met HP ePrint
Voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met HP ePrint:
1. Open de e-mailtoepassing op uw computer of mobiel toestel.
Opmerking Voor meer informatie over het gebruik van de e-mailtoepassing op
uw computer of mobiel toestel, raadpleegt u de documentatie die bij de toepassing
is geleverd.
2. Maak een nieuw e-mailbericht aan en voeg het bestand toe dat u wilt afdrukken. Zie
Webservices en HP-websitespecificaties voor een lijst met bestanden die kunnen
worden afgedrukt met HP ePrint en richtlijnen voor het gebruik van HP ePrint.
3. Voer het e-mailadres van de printer in in de regel "Naar" van het e-mailbericht en
selecteer vervolgens "Verzenden".
Opmerking Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt
weergegeven in de regel "Naar". Als er nog een ander e-mailadres staat in de regel
"Naar", worden de bijlagen die u verzendt waarschijnlijk niet afgedrukt.
Het-emailadres van de printer zoeken
Om het ePrint-e-mailadres van uw printer te tonen moet u volgende stappen doorlopen:
www.eprintcenter.com).
Vanuit het beginscherm raakt u de knop
Het e-mailadres voor de printer verschijnt op het beeldscherm.
HP ePrint uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint uit te schakelen:
1.
2. Raak ePrint aan en vervolgens Uit.
Printer Apps
Met Printer Apps kunt u gemakkelijk vooraf opgemaakte webinhoud lokaliseren en
afdrukken, rechtstreeks vanaf uw printer.
(HP ePrint) aan.
Tip Om het e-mailadres af te drukken raakt u Afdrukken aan.
Vanuit het beginscherm raakt u de knop
Instellingen.
Opmerking Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen.
(HP ePrint) aan en vervolgens
Webservices gebruiken77
Hoofdstuk 6
Printer Apps gebruiken
Om Printer Apps op uw printer te gebruiken moet u Apps aanraken op het
bedieningspaneel op het printerbeeldscherm en vervolgens de Print App aanraken die u
wilt gebruiken.
Voor meer info over individuele Printer Apps surft u naar
Printer Apps beheren
U kunt uw Printer Apps met ePrinterCenter beheren. U kunt Printer Apps toevoegen,
configureren of verwijderen en de volgorde waarin ze op het printerbeeldscherm
voorkomen instellen.
Opmerking Printer Apps beheren van het ePrintCenter: maak een account aan op
ePrintcenter en voeg uw printer toe. Voor meer informatie, ga naar
www.eprintcenter.com.
Printer Apps uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om Printer Apps uit te schakelen:
1.
Vanuit het beginscherm raakt u de knop
Instellingen.
2. Raak Apps aan en vervolgens Uit.
(HP ePrint) aan en vervolgens
www.eprintcenter.com.
Opmerking Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen.
Webservices verwijderen
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1.
Vanuit het bedieningspaneel van de printer raakt u de knop
vervolgens Instellingen.
2. Raak Webservices verwijderen aan.
(HP ePrint) aan en
78Webservices
7Werken met inktcartridges
Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u
enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit gedeelte vindt u richtlijnen
voor het hanteren van inktcartridges, instructies voor het vervangen van inktcartridges
en voor het uitlijnen en schoonmaken van de printkop.
Tip Zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen als u problemen hebt met het
kopiëren van documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Informatie over inktcartridges en de printkop
De geschatte inktniveaus bekijken
•
Afdrukken met een of meer lege inktcartridges
•
Inktcartridges vervangen
•
Printerbenodigdheden bewaren
•
Gebruik informatieverzameling
•
Informatie over inktcartridges en de printkop
Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktcartridges
als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
•De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van
inktcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.
•Haal inktcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
•Zorg ervoor dat u de printer correct uitzet. Zie
informatie.
•Bewaar inktcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
•Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de
inktcartridges hebben een langere levensduur.
De printer uitschakelen voor meer
Werken met inktcartridges79
Hoofdstuk 7
•Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de inktcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
•Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de printer
lekt of dat de printer beschadigd raakt:
◦
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met de knop
printer niet uit zolang u nog interne printergeluiden hoort. Raadpleeg
uitschakelen voor meer informatie.
◦Zorg ervoor dat u de inktcartridges in de printer laat.
◦De printer moet vlak worden getransporteerd en mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges
ontbreken.
Verwante onderwerpen
De geschatte inktniveaus bekijken
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren via de printersoftware of via het
bedieningspaneel van de printer. Zie
bedieningspaneel van de printer gebruiken voor informatie over het gebruik van deze
hulpprogramma's. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te
bekijken (zie
Het printerstatusrapport begrijpen).
Hulpprogramma's printerbeheer en Het
(Aan/uit). Schakel de
De printer
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de printer hierom vraagt.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde inktcartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk
onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal verschillende
manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de printer en de
cartridges worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan de printkop, dat
ervoor zorgt dat de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed blijft stromen.
Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is gebruikt. Raadpleeg
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Afdrukken met een of meer lege inktcartridges
De printer kan nog steeds worden gebruikt als de zwarte inktcartridge of één of meer
kleuren inktcartridges bijna op zijn maar hij zal trager afdrukken. De kwaliteit van de
afgedrukte documenten kan worden aangetast.
80Werken met inktcartridges
De printer kan niet afdrukken als beide zwarte inktcartridges en een kleuren inktcartridge
leeg zijn.
•Als de zwarte inktcartrigde leeg is, wordt de zwarte kleur in de documenten
aangemaakt door een combinatie van de overgebleven kleuren. Als resultaat hiervan
kan het zwart minder donker lijken.
•Als een kleurcartrigde leeg is, zal de printer in grijswaarden afdrukken met de zwarte
inktcartridge.
Vervang indien mogelijk de lege inktcartridge. Zie
informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Let op Printcartridges worden weliswaar niet beschadigd wanneer ze buiten de
printer worden bewaard, maar voor de printkop hoeven niet alle cartridges te allen
tijde te zijn geplaatst nadat de printer is geconfigureerd en in gebruik. Een of meer
lege cartridgesleuven langere tijd leeglaten, kan echter leiden tot problemen met de
afdrukkwaliteit en mogelijke schade aan de printkop. Als u onlangs langere tijd een
cartridge uit de printer hebt gehouden of een papierstoring hebt gehad, en daarna
een slechte afdrukkwaliteit hebt geconstateerd, moet u de printkop wellicht reinigen.
Zie
De printkop reinigen voor meer informatie.
Inktcartridges vervangen
Opmerking Zie Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer
informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Als u nog geen vervangende inktcartridges voor de printer hebt, zie dan HPbenodigdheden en -accessoires.
Inktcartridges vervangen voor
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges
ontbreken.
U vervangt de inktcartridges als volgt:
Gebruik deze stappen om de inktcartridges te vervangen.
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep van de inktcartridges.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
Inktcartridges vervangen81
Hoofdstuk 7
3. Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze
vervolgens uit de sleuf.
4. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf tot
deze stevig vastzit.
Zorg ervoor dat u de inktcartridge in de sleuf plaatst met een letter van dezelfde kleur
als de kleur die u installeert.
6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke inktcartridge die u wilt vervangen.
7. Sluit de toegangsklep van de wagen met inktcartridges.
Verwante onderwerpen
HP-benodigdheden en -accessoires
82Werken met inktcartridges
Printerbenodigdheden bewaren
Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de
toestand van de inktcartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste
wijze uitschakelen. Raadpleeg
De printer uitschakelen voor meer informatie.
Gebruik informatieverzameling
De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die
de werking van de printer ondersteunt.
Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid informatie over het
gebruik van de printer, waaronder: de datum waarop de cartridge voor het eerst werd
geïnstalleerd, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd gebruikt, het aantal
pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, de paginadekking, de gebruikte
afdrukstanden, eventuele afdrukfouten, en het printermodel. Deze informatie helpt HP
om printers in de toekomst zo te ontwerpen dat deze aan de afdrukbehoeften van onze
klanten voldoen.
De gegevens die worden verzameld door de cartridgegeheugenchip bevatten geen
informatie die kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of hun
printer te identificeren.
HP verzamelt een steekproef uit de geheugenchips van cartridges die worden
teruggestuurd naar het HP programma voor gratis terugbrengen en recyclen (HP Planet
Partners:
en bestudeerd om toekomstige HP-printers te verbeteren. HP-partners die helpen bij de
recycling van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Een derde die de cartridge in zijn bezit heeft, kan mogelijk toegang hebben tot de
anonieme informatie op de geheugenchip. Als u liever geen toegang geeft tot deze
informatie, kunt u de chip onbruikbaar maken. Door de geheugenchip onbruikbaar te
maken, kan de cartridge niet meer worden gebruikt in een HP-printer.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze informatie
ontoegankelijk maken door de mogelijkheid van de geheugenchip om gebruiksinformatie
van de printer te verzamelen, uit te schakelen.
www.hp.com/recycle). De geheugenchips uit deze steekproef worden gelezen
Het verzamelen van gebruiksinformatie uitschakelen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2. Selecteer Voorkeuren en raak danInformatie cartridgechip aan.
3. Raak OK aan om het verzamelen van gebruiksinformatie uit te schakelen.
Opmerking Als u het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van
de printer te verzamelen uitschakelt, kunt u de cartridge nog steeds in de HP-printer
gebruiken.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
Gebruik informatieverzameling83
8Een probleem oplossen
Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen.
Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost,
probeer dan om een van de volgende ondersteunende services te gebruiken voor
ondersteuning.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
HP-ondersteuning
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen
•
Printerproblemen oplossen
•
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
•
Problemen met de papierinvoer oplossen
•
Problemen met het kopiëren oplossen
•
Scanproblemen oplossen
•
Faxproblemen oplossen
•
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices en HP-websites
•
Problemen met een geheugenapparaat oplossen
•
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen
•
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
•
Uw firewall-software configureren voor gebruik met de printer
•
Problemen met het printerbeheer oplossen
•
Installatieproblemen oplossen
•
Het printerstatusrapport begrijpen
•
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
•
Storingen verhelpen
•
HP-ondersteuning
Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1. Raadpleeg de documentatie van de printer.
2. Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op
customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. De online ondersteuning van HP
is beschikbaar voor alle klanten van HP. HP-ondersteuning is de meest betrouwbare
bron van actuele printerinformatie en deskundige hulp, en biedt de volgende
voordelen:
•Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
•HP-software en stuurprogramma-updates voor de HP-printer
•Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende problemen
•Pro-actieve printerupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-
nieuwsbrieven die beschikbaar zijn als u de printer registreert
84Een probleem oplossen
www.hp.com/go/
Raadpleeg Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie.
3. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen
per printer, land/regio en taal. Raadpleeg
meer informatie.
Elektronische ondersteuning krijgen
Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP gaan
op
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen
waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Selecteer uw land/regio
wanneer hierom wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP als u
contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Deze website biedt ook technische ondersteuning, stuurprogramma's, benodigdheden,
bestelinformatie en andere opties zoals:
•Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
•Verstuur HP een e-mailbericht en u krijgt direct antwoord op uw vragen.
•Online met een technicus van HP spreken.
•Controleren of er HP-software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning krijgen vanuit de HP-software voor Windows of Mac OS X, die
eenvoudige, stapsgewijze oplossingen biedt voor veelvoorkomende afdrukproblemen.
Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en
taal.
Telefonische ondersteuning van HP
De ondersteunende telefoonnummers en bijbehorende kosten die hier zijn vermeld, zijn
van kracht ten tijde van de publicatie en alleen van toepassing op oproepen die vanaf
een vaste lijn zijn gemaakt. Mogelijk zijn andere tarieven van toepassing op mobiele
telefoons.
Zie
www.hp.com/go/customercare voor de meest recente lijst van HP met
ondersteunende telefoonnummers en informatie over de gesprekskosten.
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP
Klantenondersteuningscentrum.
Telefonische ondersteuning van HP voor
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor afdrukken in Linux. Alle
ondersteuning wordt online geboden op de volgende website:
hplip. Klik op de knop Een vraag stellen om het ondersteuningsproces op te starten.
De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Als u deze
besturingssystemen gebruikt, gaat u naar
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Voordat u belt
Periode voor telefonische ondersteuning
•
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
•
Na de periode van telefonische ondersteuning
•
www.hp.com/go/customercare.
https://launchpad.net/
HP-ondersteuning85
Hoofdstuk 8
Voordat u belt
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en de printer zit. Zorg dat u de volgende
informatie kunt geven:
•Modelnummer (zie
Het modelnummer van de printer vinden voor meer informatie)
•Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer)
•Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
•Antwoorden op de volgende vragen:
◦Doet dit probleem zich vaker voor?
◦Kunt u het probleem reproduceren?
◦Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort voordat
dit probleem zich begon voor te doen?
◦Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voorafgaand aan deze toestand
(was er een onweersbui of is de printer verplaatst)?
Periode voor telefonische ondersteuning
Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille
Oceaan) en Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Op vele locaties biedt HP gratis telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode.
Sommige ondersteuningsnummers zijn echter niet gratis.
86Een probleem oplossen
Zie www.hp.com/go/customercare voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor
ondersteuning. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning,
kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. U kunt ook Help-informatie verkrijgen
op de HP-website voor online ondersteuning:
website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen
kunt verhelpen. Neem contact op met uw HP-leverancier of bel het telefoonnummer voor
ondersteuning in uw land/regio voor meer informatie over de beschikbare
ondersteuningsopties.
www.hp.com/go/customercare. Deze
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van
problemen
Opmerking Voor veel van de volgende stappen hebt u HP-software nodig. Als u de
HP-software niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit doen met de cd met HP-software die
bij de printer werd geleverd. U kunt de software ook downloaden vanaf de HPondersteuningswebsite
informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt
verhelpen.
Controleer het volgende voor u problemen begint op te sporen:
•Schakel de printer uit en vervolgens weer in.
•Zie
Storingen verhelpen voor papierstoringen.
Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over problemen met de
•Zie
papierinvoer, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
•
Het lampje van de
de eerste keer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 9 minuten om te initialiseren
nadat de inktcartridges zijn geïnstalleerd.
•Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer zijn
aangesloten. Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend
wisselstroom-stopcontact en is ingeschakeld. Zie
spanningsvereisten.
•Afdrukmateriaal moet goed in de invoerlade zijn geplaatst en niet in de printer zijn
vastgelopen.
•Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
•De printer is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows stelt
u het apparaat in de map Printers als standaard in. Voor Mac OS X, kunt u dit als
standaard instellen in het gedeelte Afdrukken en Faxen of Afdrukken enScannen van de Systeemvoorkeuren. Raadpleeg de documentatie van de
computer voor meer informatie.
•Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met
Windows gebruikt.
•Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit de
programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de taak
opnieuw afdrukt.
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt
(knop Aan/uit) is aan en knippert niet. Wanneer de printer voor
Elektrische specificaties voor
88Een probleem oplossen
Printerproblemen oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
De printer maakt onverwachte geluiden
•
Het uitlijnen is mislukt
•
De printer reageert niet (drukt niet af)
•
De printer drukt langzaam af
•
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
•
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
•
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
•
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Zorg dat het netsnoer goed is aangesloten op een werkende voedingsadapter. Zie
Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
De printer maakt onverwachte geluiden
U hoort wellicht enkele onverwachte geluiden uit de printer. Dit zijn onderhoudsgeluiden
wanneer de printer automatische onderhoudsfuncties uitvoert om de printkoppen in
goede staat te houden.
Opmerking Om mogelijke schade aan uw printer te voorkomen:
Schakel de printer nooit uit als er onderhoud wordt uitgevoerd. Als u de printer
uitschakelt, wacht dan totdat de printer volledig is gestopt voordat u deze uitschakelt
met de knop
informatie.
Ga na of alle inktcartridges zijn geplaatst. Als een van de inktcartridges ontbreekt,
voert de printer extra onderhoud uit om de printkoppen te beschermen.
(Aan/uit) gebruikt. Raadpleeg De printer uitschakelen voor meer
Het uitlijnen is mislukt
Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier in
de invoerlade hebt geplaatst. Wanneer bij het uitlijnen van de inktcartridges gekleurd
papier in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning.
Als het uitlijningsproces herhaaldelijk mislukt, kan het zijn dat u de printkop moet reinigen
of dat de sensor defect is. Zie
Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem niet is opgelost door het
reinigen van de printkop. Ga naar
informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt
verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op
Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische
ondersteuning.
De printkop reinigen om de printkop te reinigen.
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt
Printerproblemen oplossen89
Hoofdstuk 8
De printer reageert niet (drukt niet af)
Er zitten printtaken vast in de afdrukwachtrij
Open de afdrukwachtrij, annulleer alle documenten, en start vervolgens de computer
opnieuw op. Probeer af te drukken nadat de computer opnieuw is opgestart. Zie het Helpsysteem voor het besturingssysteem voor meer informatie.
Controleer de printerinstellingen
Raadpleeg
informatie.
De installatie van de HP-software controleren
Als de printer is uitgezet tijdens het afdrukken, verschijnt er op uw computer een
waarschuwing. Gebeurt dat niet, dan is de meegeleverde HP-printersoftware wellicht niet
juist geïnstalleerd. U kunt dit oplossen door de HP-software volledig van uw computer te
verwijderen en de HP-software vervolgens opnieuw te installeren. Zie
volledig verwijderen en opnieuw installeren voor meer informatie.
Controleer de kabelaansluitingen
•Controleer of beide uiteinden van de Ethernet-/USB-kabel goed zijn aangesloten.
•Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleert u het volgende:
◦Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van de printer brandt.
◦Controleer of u geen telefoonkabel hebt gebruikt voor het aansluiten van de
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen voor meer
printer.
De HP-software
Controleer individuele firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd
De individuele firewallsoftware is een beveiligingstoepassing die de computer beschermt
tegen indringers. De firewall kan echter ook communicatie tussen de computer en de
printer blokkeren. Als er problemen zijn bij de communicatie met de printer, kunt u
proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft voordoen, worden
de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt. Schakel de firewall weer
in.
De printer drukt langzaam af
Probeer de volgende oplossingen als de printer heel traag afdrukt.
•
Oplossing 1: De afdrukkwaliteit lager instellen
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
•
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
•
Oplossing 1: De afdrukkwaliteit lager instellen
Oplossing: Controleer de ingestelde afdrukkwaliteit. Beste en Maximum dpi
bieden de beste kwaliteit maar zijn langzamer dan Normaal of Snel. Snel biedt de
hoogste afdruksnelheid.
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te hoog ingesteld.
90Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Controleer het inktniveau van de inktcartridges.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Als u een melding over een laag
inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om eventuele
afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges niet te vervangen tot
het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking De printer werkt nog als een of meer inktcartridges leeg zijn. Bij het
afdrukken met lege cartridges werkt de printer echter langzamer, wat de kwaliteit
van de afgedrukte documenten negatief beïnvloedt. Als de zwarte cartridge leeg
is, zijn zwarten zijn niet zo donker. Als een kleurencartridge leeg is, krijgt u
grijstinten. Vervang indien mogelijk de lege inktcartridge. Wacht tot u een nieuwe
inktcartridge hebt voordat u de oude inktcartridge verwijdert. Zie
Inktcartridges
vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Let op Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de printer
worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn
geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of
meerdere cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan leiden tot
problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk beschadigen. Als
u onlangs langere tijd een cartridge uit de printer hebt gehouden en een slechte
afdrukkwaliteit hebt geconstateerd, moet u de printkop wellicht reinigen.
Raadpleeg
De printkop reinigen voor meer informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de inktcartridges. De printer werkt
trager als een of meer inktcartridges leeg zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar:
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en
hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printer.
Printerproblemen oplossen91
Hoofdstuk 8
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
De printkop reinigen
Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. De printkop moet mogelijk
worden gereinigd als de printer verkeerd werd uitgeschakeld.
Opmerking Als u de printer niet op de juiste manier uitschakelt, kan dit problemen
met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals lege of slechts gedeeltelijk bedrukte
paginas. Door de printkoppen te reinigen kunt u deze problemen oplossen. U kunt dit
probleem echter voorkomen door de printer op de juiste manier uit te schakelen.
Schakel de printer altijd uit door op
tot het lampje van de
trekt of de schakelaar omzet.
Controleer de materiaalinstellingen
•Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor afdrukkwaliteit
hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de laden.
•Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met de
breedte van het afdrukmateriaal in de lade.
Er wordt meer dan een pagina genomen
Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen van
problemen met de papiertoevoer.
(Aan/uit-knop) uitgaat voor u de stekker uit het stopcontact
(Aan/uit-knop) op de printer te drukken. Wacht
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit evalueren
Druk een pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit af. Op basis hiervan kunt u beter
bepalen of het nodig is om onderhoudsprogramma's uit te voeren om de kwaliteit van uw
afdrukken te verbeteren. Zie
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen. Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de kleurinstellingen
Controleer of Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het
printerstuurprogramma.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-kabel
92Een probleem oplossen
Het printerstatusrapport begrijpen voor meer informatie.
te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden
te minimaliseren.
Controleer het papierformaat
Zorg ervoor dat het geselecteerde papierformaat overeenkomt met het papierformaat dat
in de printer is geplaatst.
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het
afdrukmateriaal zijn geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is geplaatst.
Ga voor meer informatie naar
Controleer het papierformaat
•De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het document
groter is dan het gebruikte papier.
•Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in het printerstuurprogramma
overeenkomt met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
Controleer de marge-instellingen
Als de tekst of de afbeeldingen van de randen van de pagina wegvallen, moet u nagaan
of de marge-instellingen van het document het afdrukgebied van uw printer misschien
overschrijden. Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Afdrukmateriaal plaatsen.
Controleer de instelling van de paginastand
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginastand in het
softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in het printerstuurprogramma.
Raadpleeg
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-kabel
te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden
te minimaliseren.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, wordt het probleem mogelijk veroorzaakt
doordat de toepassing de printerinstellingen niet goed kan interpreteren. Lees de
printerinformatie voor bekende softwareproblemen, raadpleeg de documentatie bij de
toepassing of neem contact op met de softwarefabrikant.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, kunt u ook de HP-website voor
online-ondersteuning op
biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen
kunt verhelpen.
Afdrukken voor meer informatie.
www.hp.com/go/customercare raadplegen. Deze website
93
Hoofdstuk 8
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Probeer de oplossingen in dit gedeelte om de problemen met de afdrukkwaliteit in uw
afdruk op te lossen.
•
Oplossing 1: controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt
Oplossing 2: controleer de inktniveaus
•
Oplossing 3: controleer het papier in de invoerlade
•
Oplossing 4: controleer de papiersoort
•
Oplossing 5: controleer de afdrukinstellingen
•
Oplossing 6: druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
•
Oplossing 7: neem contact op met HP-ondersteuning
•
Oplossing 1: controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt
Oplossing: Controleer of uw inktcartridges originele HP-inktcartridges zijn.
HP raadt aan inktcartridges van HP te gebruiken. inktcartridges van HP zijn
ontworpen voor en getest op HP-printers, zodat u altijd bent verzekerd van
fantastische resultaten.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan de printer die nodig zijn
door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-inktcartridge hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden inktcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de inktniveaus
Oplossing: Het inktniveau van de inktcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges
pas te vervangen als u wordt gevraagd dit te doen.
94Een probleem oplossen
Opmerking De printer kan met een of meerdere lege cartridges gebruikt
worden. Afdrukken met lege cartridges vertraagt de printer echter en vermindert
de kwaliteit van afgedrukte documenten. Als de zwarte cartridge leeg is, worden
zwarte tinten minder donker. Als een kleurencartridge leeg is, wordt de afdruk in
grijstinten afgedrukt. Vervang de lege cartridge indien mogelijk. Verwijder de lege
cartridge niet totdat u deze kunt vervangen door een nieuwe inktcartridge. Zie
Inktcartridges vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe
inktcartridges.
Let op Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de printer
worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn
geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of
meerdere cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan leiden tot
problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk beschadigen. Als
u onlangs een cartridge gedurende een lange tijd uit de printer hebt gelaten, of
als onlangs het papier vastzat en u een slechte afdrukkwaliteit hebt opgemerkt,
reinig dan de printkop. Raadpleeg
De printkop reinigen voor meer informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de inktcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer het papier in de invoerlade
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het niet gekreukt
of te dik is.
•Plaats het papier met de afdrukzijde naar onder. Als u bijvoorbeeld glanzend
fotopapier plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde naar beneden.
•Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet is gekreukt. Als het
papier tijdens het afdrukken te dicht bij de printkop komt, kunnen er vegen
ontstaan. Dit is mogelijk bij papier met reliëf, gekreukt papier of erg dik papier
(zoals een envelop voor mailingen).
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal plaatsen
Oorzaak: Het papier was verkeerd geplaatst, of het was gekreukt of te dik.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke andere
papiersoort die geschikt is voor de printer. Al het papier met het ColorLok-logo is
onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en
afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren,
scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen95
Hoofdstuk 8
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd
fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u
klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Hierdoor krult het fotopapier niet.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden.
Het is dus niet nodig om de inktcartridges te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
•Controleer de afdrukinstellingen om te zien of de kleurinstellingen juist zijn.
U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in grijswaarden
te worden afgedrukt. Of controleer of geavanceerde kleurinstellingen zoals
verzadiging, helderheid of kleurschakering zijn ingesteld om het uitzicht van
kleuren te wijzigen.
•Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de
papiersoort in de printer.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit, als de kleuren
in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een kwaliteitsfoto afdrukt,
en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Geavanceerd fotopapier in de invoerlade
is geplaatst.
Opmerking Op bepaalde computerschermen kunnen kleuren anders worden
weergegeven dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat geval is er niets
mis met de printer, de afdrukinstellingen of de inktcartridges. U hoeft verder geen
probleem op te lossen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren niet goed.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
96Een probleem oplossen
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.