HP CN583A, Officejet 6700 User guide [nl]

OFFICEJET 6700
Gebruikersgids
HP Officejet 6700 e-All-in­One series
Gebruikershandleiding
Copyright informatie
© 2012 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Kennisgeving van Hewlett­Packard Company
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en services is vastgelegd in de garantieverklaringen bij de betreffende producten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantiebepaling. HP kan niet aansprakelijk worden gehouden voor technische of redactionele fouten of omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows, Windows XP en Windows XP zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-logo zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de printerdocumentatie hebt gelezen en begrepen.
2. Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht.
3. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt.
4. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of als u nat bent.
5. Zorg dat het product stevig op een stabiel oppervlak staat.
6. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen en waar het netsnoer niet kan worden beschadigd.
7. Als het product niet naar behoren werkt, raadpleeg dan oplossen.
8. Dit product bevat geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen.
Een probleem
Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De printersoftware is geschikt voor personen met een visuele handicap of verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en -functies van uw besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op het bedieningspaneel van de printer voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de printersoftware worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De software ondersteunt ook de toegankelijkheidsopties van Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en MouseKeys. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op accessibility .
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op www.apple.com/accessibility .
www.hp.com/

Inhoudsopgave

1 Aan de slag
Toegankelijkheid.........................................................................................................................9
Eco............................................................................................................................................10
De onderdelen van de printer kennen......................................................................................11
Vooraanzicht.......................................................................................................................11
Gedeelte met afdrukbenodigdheden..................................................................................12
Achteraanzicht....................................................................................................................12
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken.......................................................................13
Overzicht knoppen en lampjes...........................................................................................13
Schermpictogrammen bedieningspaneel...........................................................................14
Printerinstellingen wijzigen.................................................................................................15
De modus selecteren....................................................................................................15
Een andere modus selecteren......................................................................................15
De instellingen van een modus wijzigen.......................................................................15
Printerinstellingen wijzigen...........................................................................................16
Het modelnummer van de printer vinden.................................................................................16
HP Digital Solutions..................................................................................................................16
Scannen naar computer.....................................................................................................16
HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac).............................................................................16
Afdrukmateriaal selecteren.......................................................................................................17
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren.................................................................17
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken............................................................18
Tips voor de keuze en het gebruik van media....................................................................19
Een origineel op de glasplaat plaatsen.....................................................................................20
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen..........................................21
Afdrukmateriaal plaatsen..........................................................................................................22
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen.........................................................22
Enveloppen plaatsen..........................................................................................................23
Kaarten en fotopapier plaatsen..........................................................................................24
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen..........................................................25
Geheugenapparaat plaatsen....................................................................................................25
Onderhoud van de printer.........................................................................................................26
De glasplaat van de scanner reinigen................................................................................26
De buitenkant reinigen .......................................................................................................27
De automatische documentinvoer reinigen........................................................................27
De printer updaten....................................................................................................................28
De printer uitschakelen.............................................................................................................29
2 Afdrukken
Documenten afdrukken............................................................................................................30
Documenten afdrukken (Windows)....................................................................................31
Documenten afdrukken (Mac OS X)...................................................................................31
1
Brochures afdrukken................................................................................................................31
Brochures afdrukken (Windows)........................................................................................32
Brochures afdrukken (Mac OS X).......................................................................................32
Afdrukken op enveloppen.........................................................................................................33
Afdrukken op enveloppen (Windows).................................................................................33
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)...............................................................................34
Foto's afdrukken.......................................................................................................................34
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows).........................................................................34
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X).......................................................................35
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat................................................................36
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X).....................36
Documenten zonder rand afdrukken........................................................................................37
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)................................................................38
Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)..............................................................38
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)...............................................................39
3Scannen
Een origineel scannen..............................................................................................................41
Scannen naar een computer..............................................................................................42
Scannen naar geheugenapparaat......................................................................................42
Scannen met Webscan............................................................................................................43
Documenten scannen als bewerkbare tekst.............................................................................43
Documenten scannen als bewerkbare tekst.......................................................................44
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst.................................45
4Kopiëren
Documenten kopiëren..............................................................................................................46
Kopieerinstellingen wijzigen.....................................................................................................46
5Fax
Een fax verzenden....................................................................................................................48
Een standaardfax verzenden..............................................................................................48
Een standaardfax vanaf de computer verzenden...............................................................49
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon.............................................................50
Een fax verzenden met handsfree kiezen..........................................................................51
Een fax verzenden vanuit het geheugen............................................................................52
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen..................................................................52
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers..................................................................53
Fax verzenden in foutcorrectiemodus................................................................................54
2
Inhoudsopgave
Een fax ontvangen....................................................................................................................54
Een fax handmatig ontvangen............................................................................................55
Backup-faxontvangst instellen............................................................................................55
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken...............................................56
Een fax opvragen voor ontvangst.......................................................................................57
Faxen doorsturen naar een ander nummer........................................................................57
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen.............................................................58
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen.........................................58
Ongewenste faxnummers blokkeren..................................................................................59
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers..................................59
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers................................60
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken......................................................60
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar
Mac)....................................................................................................................................60
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac......................................................61
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren...............................................................61
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen..................................61
Snelkiescodes installeren.........................................................................................................62
Snelkiesnummers instellen en wijzigen..............................................................................63
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen................................................................................64
Snelkiesnummers verwijderen............................................................................................64
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken..........................................................................64
Faxinstellingen wijzigen............................................................................................................65
Het faxkopschrift instellen...................................................................................................65
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)....................................................65
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen...............................................66
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen............................................66
Het kiessysteem instellen...................................................................................................67
Opties opnieuw kiezen instellen.........................................................................................67
De faxsnelheid instellen......................................................................................................68
Het faxgeluidsvolume instellen...........................................................................................69
Faxen en digitale telefoonservices...........................................................................................69
Fax over internetprotocol (FoIP)...............................................................................................69
Rapporten gebruiken................................................................................................................70
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken.....................................................................71
Foutrapporten voor faxen afdrukken..................................................................................72
Het faxlogboek afdrukken en bekijken................................................................................72
Het faxlogboek wissen........................................................................................................72
De details van de laatste faxtransactie afdrukken..............................................................73
Een rapport beller-ID's afdrukken.......................................................................................73
De belgeschiedenis weergeven..........................................................................................73
6 Webservices
Wat zijn webservices?..............................................................................................................74
HP ePrint............................................................................................................................74
Printer Apps........................................................................................................................74
Webservices instellen...............................................................................................................75
Stel Webservices in door middel van de HP-printersoftware. ...........................................75
Webservices instellen via het bedieningspaneel van de printer.........................................75
Webservices instellen via de geïntegreerde webserver.....................................................76
3
Webservices gebruiken............................................................................................................76
HP ePrint............................................................................................................................76
Afdrukken met HP ePrint..............................................................................................77
Het-emailadres van de printer zoeken..........................................................................77
HP ePrint uitschakelen.................................................................................................77
Printer Apps........................................................................................................................77
Printer Apps gebruiken.................................................................................................78
Printer Apps beheren....................................................................................................78
Printer Apps uitschakelen.............................................................................................78
Webservices verwijderen..........................................................................................................78
7 Werken met inktcartridges
Informatie over inktcartridges en de printkop...........................................................................79
De geschatte inktniveaus bekijken...........................................................................................80
Afdrukken met een of meer lege inktcartridges........................................................................80
Inktcartridges vervangen..........................................................................................................81
Printerbenodigdheden bewaren...............................................................................................83
Gebruik informatieverzameling.................................................................................................83
8 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning.....................................................................................................................84
Elektronische ondersteuning krijgen...................................................................................85
Telefonische ondersteuning van HP...................................................................................85
Voordat u belt...............................................................................................................86
Periode voor telefonische ondersteuning.....................................................................86
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning.....................................................86
Na de periode van telefonische ondersteuning............................................................88
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen.................................................88
Printerproblemen oplossen.......................................................................................................89
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld........................................................................89
De printer maakt onverwachte geluiden.............................................................................89
Het uitlijnen is mislukt.........................................................................................................89
De printer reageert niet (drukt niet af)................................................................................90
De printer drukt langzaam af..............................................................................................90
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt...................................................92
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten............................................................92
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst....................................................................93
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen.............................................................................94
Problemen met de papierinvoer oplossen..............................................................................101
Problemen met het kopiëren oplossen ..................................................................................103
Er komt geen kopie uit......................................................................................................104
Kopieën zijn blanco..........................................................................................................104
Documenten ontbreken of zijn vervaagd..........................................................................104
Het formaat is verkleind....................................................................................................105
Kopieerkwaliteit is slecht .................................................................................................105
Er verschijnen defecten in de kopieën..............................................................................105
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit............................................106
Papierconflict....................................................................................................................106
4
Inhoudsopgave
Scanproblemen oplossen.......................................................................................................107
Scanner reageert niet.......................................................................................................107
Scannen duurt te lang......................................................................................................107
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst....................................108
Tekst kan niet worden bewerkt.........................................................................................108
Er verschijnen foutmeldingen...........................................................................................109
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht...........................................................109
Er verschijnen defecten in de scans.................................................................................111
Faxproblemen oplossen.........................................................................................................111
De faxtest is mislukt..........................................................................................................112
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices en HP-websites ......................................126
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices...........................................................126
Problemen oplossen bij gebruik van HP-websites...........................................................127
Problemen met een geheugenapparaat oplossen..................................................................127
De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen...................................128
De printer kan foto's op het geheugenapparaat niet lezen...............................................128
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen.........................................................128
Algemene netwerkproblemen oplossen...........................................................................129
Problemen met draadloze verbindingen oplossen ................................................................129
Draadloze basisproblemen oplossen...............................................................................129
Geavanceerde draadloze problemen oplossen................................................................130
Stap 1: Controleer of de computer verbinding heeft met het netwerk........................131
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten..................................132
Stap 3: Controleer of de firewall-software de communicatie blokkeert.......................133
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is...............................133
Stap 5: Controleer of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)......................................134
Stap 6: Zorg ervoor dat uw computer niet is aangesloten op uw netwerk via een
Virtual Private Network (VPN)....................................................................................135
Na het oplossen van de problemen ...........................................................................135
Uw firewall-software configureren voor gebruik met de printer..............................................136
Problemen met het printerbeheer oplossen...........................................................................137
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend...................................................137
Installatieproblemen oplossen................................................................................................138
Suggesties voor hardware-installatie................................................................................138
Suggesties voor de installatie van de HP-software..........................................................139
Netwerkproblemen oplossen............................................................................................140
Het printerstatusrapport begrijpen..........................................................................................141
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen................................................................................142
Storingen verhelpen...............................................................................................................143
Papierstoringen verhelpen................................................................................................144
Papierstoringen voorkomen..............................................................................................146
A Technische informatie
Informatie over de garantie.....................................................................................................148
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard...........................................................149
Garantie-informatie inktcartridge......................................................................................150
5
Printerspecificaties.................................................................................................................151
Fysieke specificaties.........................................................................................................151
Productkenmerken en -mogelijkheden.............................................................................151
Specificaties processor en geheugen...............................................................................152
Systeemvereisten.............................................................................................................152
Netwerkprotocolspecificaties............................................................................................152
Specificaties van de geïntegreerde webserver.................................................................153
Mediaspecificaties............................................................................................................153
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal............................153
Minimummarges instellen...........................................................................................157
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken......................................................................157
Afdrukspecificaties............................................................................................................158
Kopieerspecificaties..........................................................................................................158
Faxspecificaties................................................................................................................158
Scanspecificaties..............................................................................................................159
Specificaties Webservices................................................................................................159
HP ePrint....................................................................................................................159
Printer Apps................................................................................................................159
HP-websitespecificaties....................................................................................................159
Omgevingsspecificaties....................................................................................................160
Elektrische specificaties...................................................................................................160
Geluidsspecificaties..........................................................................................................160
Specificaties voor een geheugenapparaat.......................................................................160
USB-flashstations.......................................................................................................160
Wettelijk verplichte informatie.................................................................................................161
Voorgeschreven modelnummer:......................................................................................161
FCC-verklaring..................................................................................................................162
Kennisgeving voor gebruikers in Korea............................................................................162
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan.................................163
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan.....................................................163
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland.........................................................163
Verklaring over de indicatielampjes..................................................................................163
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland............................................163
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen..........164
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk...................................164
Kennisgeving voor gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk........................................165
Australische verklaring over vaste faxen..........................................................................165
Bericht voor de Europese Unie.........................................................................................166
Wettelijke informatie inzake draadloze producten............................................................167
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties......................................................167
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië....................................................................167
Kennisgeving voor gebruikers in Canada...................................................................167
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan....................................................................168
6
Inhoudsopgave
Programma voor milieubeheer...............................................................................................169
Papiergebruik...................................................................................................................169
Kunststof...........................................................................................................................169
Veiligheidsinformatiebladen..............................................................................................169
Recyclingprogramma........................................................................................................169
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen..............................................................169
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie..................................................................................................................170
Stroomverbruik.................................................................................................................170
Chemische stoffen............................................................................................................171
Batterijen...........................................................................................................................171
Wegwerpen van batterijen in Taiwan.........................................................................171
Bericht aan gebruikers in Californië............................................................................171
EU-batterijrichtlijn..............................................................................................................172
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)......................................................................173
RoHS-waarschuwingen (alleen voor Oekraïne)...............................................................173
Licenties van derden..............................................................................................................174
B HP-benodigdheden en -accessoires
Afdrukbenodigdheden online bestellen..................................................................................182
Benodigdheden......................................................................................................................182
inktcartridges....................................................................................................................182
HP-afdrukmateriaal...........................................................................................................183
C Bijkomende faxinstallatie
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)........................................................................184
De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor............................................185
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)......................188
Situatie B: De printer configureren voor DSL...................................................................188
Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn.......190
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn...........................................191
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn...............................................................................192
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail.......................................................193
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen
binnen)..............................................................................................................................194
De printer installeren met een computermodem voor inbellen...................................195
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem......................................196
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem.............197
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen.................................197
Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem...................................200
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat..............................201
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem
en een antwoordapparaat.................................................................................................203
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en een antwoordapparaat.............................................................................203
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en
een antwoordapparaat................................................................................................205
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
voor inbellen en voicemail................................................................................................206
Seriële faxinstallatie................................................................................................................208
Test Faxinstallatie...................................................................................................................209
7
D Netwerkinstallatie
De printer instellen voor draadloze communicatie..................................................................210
Voordat u begint...............................................................................................................210
De printer instellen op uw draadloos netwerk...................................................................211
De printer instellen door middel van de HP printersoftware (Aanbevolen).......................211
De printer aansluiten met de wizard Draadloze installatie................................................211
De printer instellen met WiFi-beschermde instellingen (WPS).........................................211
De printer aansluiten door middel van de drukknopmethode.....................................212
De printer aansluiten met de PIN-methode................................................................212
De printer instellen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)........................................212
De verbindingsmethode wijzigen......................................................................................212
De draadloze verbinding testen........................................................................................213
Richtlijnen om de beveiliging van het draadloos netwerk te garanderen.........................213
Overzicht beveiligingsinstellingen...............................................................................214
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloze router (MAC-filteren)..................214
Andere draadloze veiligheidsrichtlijnen......................................................................214
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk.........................215
Basisnetwerkinstellingen wijzigen..........................................................................................215
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken..................................................................215
De draadloze radio in- en uitschakelen ...........................................................................215
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen...........................................................................216
De verbindingssnelheid instellen......................................................................................216
IP-instellingen bekijken.....................................................................................................216
IP-instellingen wijzigen.....................................................................................................216
De netwerkinstellingen herstellen.....................................................................................217
De HP-software volledig verwijderen en opnieuw installeren.................................................217
E Hulpprogramma's printerbeheer
Werkset (Windows).................................................................................................................218
HP-hulpprogramma (Mac OS X).............................................................................................218
Geïntegreerde webserver.......................................................................................................218
Over cookies.....................................................................................................................219
De geïntegreerde webserver openen...............................................................................219
Index............................................................................................................................................228
8

1 Aan de slag

In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
Toegankelijkheid Eco
• De onderdelen van de printer kennen
• Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
• Het modelnummer van de printer vinden
• HP Digital Solutions
• Afdrukmateriaal selecteren
• Een origineel op de glasplaat plaatsen
• Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
• Afdrukmateriaal plaatsen
• Geheugenapparaat plaatsen
• Onderhoud van de printer
• De printer updaten
• De printer uitschakelen
Opmerking Indien u de printer gebruikt met een computer onder Windows XP Starter Edition, Windows Vista Starter Edition of Windows 7 Starter Edition, zijn bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg informatie.
Systeemvereisten voor meer

Toegankelijkheid

De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De HP-software die bij de printer is geleverd, is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht door gebruik van de toegankelijkheidsopties en -functies van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste technologische hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en spraak-naar-tekst-toepassingen. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de HP-software en op het bedieningspaneel van de printer voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de toegankelijkheidsopties van Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en MouseKeys. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
Aan de slag 9
Hoofdstuk 1
Eco
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility .
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Raadpleeg
HP zet zich ervoor in om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen. HP biedt deze Eco-tips, zodat u zich kunt richten op manieren om de impact vast te stellen en te verminderen die uw afdrukkeuzen op het milieu hebben.
Ga naar de milieu-initiatieven van HP.
Stroom beheren
Ga als volgt te werk om elektriciteit te besparen:
Schakel de slaapstandfunctie van de printer in en selecteer de optie met de kortste
Gebruik de printerfunctie Planning Aan/Uit en selecteer de dagen en tijden waarop u
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/ voor meer informatie over
wachttijd. Als de printer tijdens de duur van deze wachttijd niet is gebruikt, treedt de stroombesparingsstand in werking. Om deze functie te configureren, raakt u
(de Eco-knop) op het bedieningspaneel van de printer aan. Raak daarna
Slaapstand aan en vervolgens de gewenste optie.
de printer automatisch wilt in- en uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld de printer instellen om zichzelf in te schakelen om 8 uur en uit te schakelen om 20 uur van maandag tot vrijdag. Op deze manier bespaart u energie tijdens de nacht en de weekends. Om
Programma voor milieubeheer voor meer informatie.
www.hp.com/accessibility .
deze functie te configureren, raakt u van de printer aan. Raak daarna Planning Aan / Uit aan en stel de tijd in voor het in- en uitschakelen van de printer.
Kies een diminstelling om de helderheid van het scherm aan te passen. Om deze
functie te configureren, raakt u de knop van de printer aan. Raak daarna Schermhelderheid aan en selecteer de gewenste optie.
Opmerking De printerfuncties Slaapstand en Planning Aan/Uit zijn tijdelijk niet beschikbaar bij één of meer ontbrekende inktcartridges. Nadat de cartridge opnieuw is geïnstalleerd, zijn de functies opnieuw beschikbaar.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges ontbreken.
Afdrukbenodigdheden besparen
10 Aan de slag
(de Eco-knop) op het bedieningspaneel
(Eco-knop) op het bedieningspaneel
Om afdrukbenodigdheden zoals inkt en papier te besparen, probeert u het volgende:
Wijzig de afdrukmodus naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen verbruiken minder inkt.
Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van de inktcartridges.
Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken. Raadpleeg Anders kunt u eerst alleen de oneven genummerde pagina’s afdrukken, de pagina’s omdraaien en vervolgens alleen de even genummerde pagina’s afdrukken.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.

De onderdelen van de printer kennen

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vooraanzicht Gedeelte met afdrukbenodigdheden
• Achteraanzicht

Vooraanzicht

11
10
1
2
3
4
1 Automatische documentinvoer (ADF)
2 Scannerglasplaat
3 Uitvoerlade
4 USB-poort (Universal Serial Bus) voorzijde
5 Verlengstuk van uitvoerlade
6 Invoerlade
7 Aan/uit-knop
8 Venster van het bedieningspaneel
9 Bedieningspaneel
5
9
8
7
6
De onderdelen van de printer kennen 11
Hoofdstuk 1
(vervolg)
10 Documentinvoerlade
11 Breedtegeleiders

Gedeelte met afdrukbenodigdheden

3
2
1 Toegangsklep voor de inktcartridge
2 Inktcartridges
3 Printkop
1
Opmerking De printerbenodigdheden moeten in de printer blijven, om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden geen langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.

Achteraanzicht

12 Aan de slag
1
2
3
4
5
1 Ethernet-netwerkpoort
2 Faxpoort (1-LINE)
3 Faxpoort (2-EXT)
4 Stroomaansluiting
5 USB-poort (Universal Serial Bus) achterzijde

Het bedieningspaneel van de printer gebruiken

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Overzicht knoppen en lampjes Schermpictogrammen bedieningspaneel
• Printerinstellingen wijzigen

Overzicht knoppen en lampjes

In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van de printer.
1
2
3
?
8
7
6
Label Naam en beschrijving
1 Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
2 Scherm van bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
Schermpictogrammen bedieningspaneel voor meer informatie over de pictogrammen die op het scherm worden weergegeven.
3 Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
4 Knop Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of verlaat u de instellingen.
5
4
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 13
Hoofdstuk 1 (vervolg)
Label Naam en beschrijving
5 Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
6 Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
7 Lampje draadloos: Het lampje brandt als de functie voor draadloze verbinding 802.11 is
8 Linker pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
ingeschakeld.

Schermpictogrammen bedieningspaneel

Pictogram Doel
Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat.
Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De signaalsterkte wordt aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de infrastructuurmodus. Zie meer informatie.
Dit pictogram toont een scherm waarin u meer ontdekt over de printerfuncties die u helpen om energie en grondstoffen te sparen om zo de impact van uw printerkeuzes op het milieu te beperken.
Tip U kunt de instellingen configureren voor bepaalde functies van dit venster.
Geeft aan dat HP ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint voor meer informatie.
De printer instellen voor draadloze communicatie voor
14 Aan de slag
Hiermee opent u een scherm waar u kopieën kunt maken of andere opties kunt selecteren.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een fax te maken of faxinstellingen te kiezen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om te scannen of scaninstellingen te wijzigen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om met HP Apps te werken.
Hiermee opent u een scherm waar u opties voor het afdrukken van foto's kunt aanpassen.
Toont het Installatiescherm om rapporten aan te maken, fax- en andere onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te krijgen tot het Helpscherm.
Met dit pictogram geeft u meer informatie weer over de mogelijkheden van de printer.
Hiermee geeft u een scherm weer waarop informatie over de inktcartridges wordt weergegeven, waaronder de vulniveaus. Dit pictogram heeft een rode rand wanneer een inktcartridge aandacht vereist.
(vervolg)
Pictogram Doel
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe cartridge aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot u dit wordt gevraagd.
Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak Automatisch beantwoorden aan om de functie in of uit te schakelen. Zie De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie.

Printerinstellingen wijzigen

Gebruik het bedieningspaneel om de modus en de instellingen van de printer te wijzingen, afdrukrapporten af te drukken of het helpgedeelte van de printer te raadplegen.
Tip Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de printerinstellingen ook wijzigen met HP-softwarehulpprogramma's op de computer, zoals de HP­printersoftware, het HP-hulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver (EWS). Zie hulpprogramma's.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De modus selecteren Een andere modus selecteren
• De instellingen van een modus wijzigen
• Printerinstellingen wijzigen
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze
De modus selecteren
Het hoofdmenu van het scherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi voor de printer weer.
Raak de
(pijl links) of de (pijl rechts) aan om de beschikbare modi te bekijken en raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de taak te voltooien. Het scherm van het bedieningspaneel keert terug naar het hoofdmenu wanneer de taak is voltooid.
Een andere modus selecteren
Raak of
(de knop Terug) aan om terug te keren naar het hoofdmenu. Raak (pijl links)
(pijl rechts) aan om door de beschikbare modi te bladeren en raak vervolgens het
pictogram aan om de gewenste modus te selecteren.
De instellingen van een modus wijzigen
1. Nadat u een modus hebt geselecteerd, raakt u de pijltjestoetsen aan om door de
beschikbare instellingen te bladeren. Vervolgens raakt u de instelling aan die u wilt wijzigen.
2. Volg de opdrachten op het scherm om de instellingen te wijzigen en raak dan
Gereed aan.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 15
Hoofdstuk 1
Opmerking Raak de knop (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige menu.
Printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in het scherm Instellingen:
1. Raak
2. Raak de pijltjestoetsen aan om door de schermen te scrollen.
3. Raak de schermitems aan om de schermen of opties te selecteren.
Opmerking Gebruik de knop (Terug) om terug te keren naar het vorige menu.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.

Het modelnummer van de printer vinden

Naast de modelnaam die op de voorkant van de printer verschijnt, heeft deze printer een specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken als u contact opneemt met de klantenservice en om te bepalen welke benodigdheden en accessoires er beschikbaar zijn voor uw product.
Het modelnummer staat op een label aan de binnenkant van de toegangsklep voor inktcartridges, in de buurt van de inktcartridges.

HP Digital Solutions

De printer bevat een reeks digitale oplossingen die u kunnen helpen bij het vereenvoudigen en stroomlijnen van uw werk.

Scannen naar computer

Bij gebruik van deze printer kunt u gewoon naar het apparaat stappen, een knop op het bedieningspaneel van de printer aanraken en documenten rechtstreeks naar een computer scannen of ze snel als e-mailbijlagen delen met zakenpartners.
Raadpleeg

HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac)

Verlies nooit meer belangrijke faxen in een stapel papier!
Gebruik Faxen naar pc en Faxen naar Mac om automatisch uw faxen op uw computer te ontvangen en op te slaan. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u gemakkelijk digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer met stapels papieren bestanden. Daarnaast kunt u het afdrukken van faxen helemaal uitzetten - dit bespaart papier- en inktkosten en helpt papierverbruik en -afval te verminderen.
Raadpleeg Faxen naar Mac) voor meer informatie.
Scannen voor meer informatie.
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en
16 Aan de slag

Afdrukmateriaal selecteren

De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op afdrukmateriaal.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Tips voor de keuze en het gebruik van media

Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren

Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
www.hp.com voor meer informatie over HP-
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
HP Brochurepapier
HP Professioneel papier
HP Premium Presentatiepapier
HP Professioneel papier
HP Helderwit inkjetpapier
HP-afdrukpapier HP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is de ideale keuze voor de productie van marketingmateriaal van professionele kwaliteit, zoals brochures en mailings, en voor zakelijke illustraties op de omslagen van bedrijfsrapporten en kalenders.
Dit zware papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Ze zijn heavyweight en bieden daardoor een indrukwekkende hoogwaardige uitstraling.
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger kleuren.
maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt. Met ColorLok­technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger kleuren.
Afdrukmateriaal selecteren 17
Hoofdstuk 1
(vervolg)
HP Office Paper HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
HP Office Gerecycled papier
HP Premium Plus fotopapier
HP Advanced fotopapier
HP Everyday Fotopapier
HP T-shirt transfers HP T-shirt transfers (voor gekleurde stoffen of voor lichtgekleurde of
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLok­technologie voor minder vlekken, scherper zwart en intensere kleuren.
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch and 10x15 cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
witte stoffen) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T­shirts met uw digitale foto's.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.

Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken

Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Premium Plus fotopapier
HP Geavanceerd fotopapier
18 Aan de slag
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een
(vervolg)
winkel hebt laten afdrukken. Het papier is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday Fotopapier
HP Photo Value Packs: HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktcartridges van
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch en 10x15 cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP en HP Geavanceerd fotopapier bevatten waardoor u tijd bespaart en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare professionele foto's met uw HP-printer. Originele HP-inkt en HP Geavanceerd fotopapier zijn op elkaar afgestemd zodat de levensduur van uw foto's wordt verlengd en uw foto's, afdruk na afdruk, levendig zijn. Zeer geschikt voor het afdrukken van een vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.

Tips voor de keuze en het gebruik van media

Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische
documentinvoer (ADF).
Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te
vermijden, kunt u de volgende papiersoorten beter niet in de laden of ADF plaatsen:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
Afdrukmateriaal plaatsen of Een
Afdrukmateriaal selecteren 19
Hoofdstuk 1
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
Opmerking Gebruik de glasplaat van de scanner om documenten met pagina's die niet conform deze richtlijnen zijn te scannen, te kopiëren of te faxen. Zie origineel op de glasplaat plaatsen voor meer informatie.

Een origineel op de glasplaat plaatsen

U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te plaatsen.
Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon zijn. Zie
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1. Til de scannerklep op.
2. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag.
Tip Raadpleeg de gegraveerde voorbeelden langs de glasplaat voor meer hulp
bij het plaatsen van originelen.
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Een
3. Sluit de klep.
20 Aan de slag

Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen

U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de automatische documentinvoer (ADF) te plaatsen.
Let op Plaats geen foto's in de ADF; als u dat wel doet kunnen uw foto's beschadigd raken. Gebruik alleen afdrukmateriaal dat door de printer wordt ondersteund. Raadpleeg
Opmerking Alleen enkelzijdige documenten kunnen worden gescand, gekopieerd of gefaxt met de ADF. ADF ondersteunt geen dubbelzijdige documenten.
Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina, werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de glasplaat leggen.
Een origineel in de ADF plaatsen
Gebruik deze stappen om een document in de ADF te plaatsen.
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde in de ADF.
a. Wanneer u een origineel document plaatst in staande afdrukstand, plaats de
pagina's dan zo dat de bovenrand van het document eerst wordt ingevoerd. Wanneer u een origineel document plaatst in liggende afdrukstand, plaats de pagina's dan zo dat de linkerrand van het document eerst wordt ingevoerd.
b. Schuif het materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon
hoort of een bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's zijn gedetecteerd.
Tips voor de keuze en het gebruik van media voor meer informatie.
Tip Raadpleeg het diagram in de ADF voor hulp bij het laden van originelen in de documentinvoerlade.
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand van
het medium komen.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen 21
Hoofdstuk 1
Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer optilt.

Afdrukmateriaal plaatsen

Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen Enveloppen plaatsen
• Kaarten en fotopapier plaatsen
• Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen

Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen

Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de voorste
rand van de invoerlade dan uit.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade. Zorg ervoor dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering in de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
22 Aan de slag
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.

Enveloppen plaatsen

Enveloppen plaatsen
Plaats een envelop volgens deze instructies.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleiders in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u grotere enveloppen plaatst, trek de invoerlade dan uit.
3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding. Zorg
ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de lade aangeeft.
Opmerking Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken.
Afdrukmateriaal plaatsen 23
Hoofdstuk 1
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.

Kaarten en fotopapier plaatsen

Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de voorste
rand van de invoerlade dan uit.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade. Zorg ervoor dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering in de lade niet overschrijdt. Als het fotopapier een tab langs de rand heeft, zorg er dan voor dat de tab naar de voorkant van de printer wijst.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
24 Aan de slag
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.

Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen

Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt ondersteund door de printer. Raadpleeg
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de voorste
rand van de invoerlade dan uit.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade. Zorg ervoor dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering in de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Mediaspecificaties voor meer informatie.

Geheugenapparaat plaatsen

Gebruik de USB-poort vooraan de printer, u kunt een USB-opslagapparaat aansluiten. U kunt ook bestanden van het opslagapparaat overbrengen naar uw computer of bestanden scannen van het geheugenapparaat naar de printer.
Let op Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer bezig is met het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat beschadigd raken. U kunt een geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het statuslampje niet knippert.
Opmerking De printer ondersteunt geen gecodeerde geheugenapparaten.
Geheugenapparaat plaatsen 25
Hoofdstuk 1
Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer info over de geheugenapparaten die u met de printer kunt gebruiken.
Opslagapparaat aansluiten
Gebruik deze instructies om een opslagapparaat aan te sluiten
Plaats een USB-opslagapparaat
Opmerking Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past of als de connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u een USB-verlengkabel kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.

Onderhoud van de printer

Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer optimaal blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover nodig.
De glasplaat van de scanner reinigen De buitenkant reinigen
• De automatische documentinvoer reinigen.

De glasplaat van de scanner reinigen

Opmerking Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de
scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën aan een bepaald paginaformaat.
De glasplaat van de scanner reinigen
1. Zet de printer uit. Raadpleeg
2. Til de scannerklep op.
26 Aan de slag
De printer uitschakelen voor meer informatie.
3. Reinig het glas met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en pluisvrije doek.
Let op Reinig de glasplaat van de scanner alleen met een glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan strepen achterlaten op de glasplaat.
Let op Breng het glasreinigingsmiddel niet rechtstreeks aan op de glasplaat. Als teveel glasreinigingsmiddel wordt aangebracht, kan dit onder de glasplaat lekken en de scanner beschadigen.
4. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.

De buitenkant reinigen

Waarschuwing Voordat u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken op
(Aan/uit-knop). Haal het netsnoer uit het stopcontact.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel van de printer terechtkomen.

De automatische documentinvoer reinigen.

Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
Onderhoud van de printer 27
Hoofdstuk 1
Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te kunnen, reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1).
Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3).
2
3
1
1 Klep van de automatische documentinvoer
2 Rollen
3 Scheidingskussen
3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de doek.
4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
Opmerking Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van
gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.

De printer updaten

HP werkt er altijd aan om de prestaties van zijn printers te verbeteren en u de laatste functies te bezorgen. Als de printer is aangesloten op een netwerk en als Webservices is ingeschakeld, kunt u controleren op printerupdates en deze installeren.
Voer de volgende stappen uit om de printer te updaten:
1.
Op het bedieningspaneel van de printer raakt u
Instellingen aan en vervolgens raakt u Productupdates aan.
2. Raak Productupdate zoeken aan, en volg dan de instructies op het scherm.
(HP ePrint) aan. Dan raakt u
28 Aan de slag
Tip Om de printer automatisch naar updates te laten zoeken, raakt u Instellingen aan, dan raakt u Productupdates aan, vervolgens raakt u Auto Update aan, en tenslotte raakt u Automatisch aan.

De printer uitschakelen

Schakel de printer uit door te drukken op de knop (Aan/uit) op de printer. Wacht tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de inktcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de inktcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges ontbreken.
De printer uitschakelen 29

2 Afdrukken

De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. Zie voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Afdrukmateriaal selecteren.

Documenten afdrukken

Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Foto's afdrukken
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
Documenten afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten afdrukken (Windows) Documenten afdrukken (Mac OS X)
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie meer informatie.
30 Afdrukken
Documenten zonder rand afdrukken
HP ePrint voor

Documenten afdrukken (Windows)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Documenten afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien beschikbaar).
6. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in overeenstemming
met uw project.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.

Brochures afdrukken

Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Brochures afdrukken (Windows) Brochures afdrukken (Mac OS X)
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie meer informatie.
HP ePrint voor
Brochures afdrukken 31
Hoofdstuk 2

Brochures afdrukken (Windows)

Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om
de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Brochures afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a.Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Hulpprogramma's
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
32 Afdrukken
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
instellingen:
Papiersoort: Het juiste type brochurepapier
Kwaliteit: Normaal of Beste
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
afdrukken te starten.

Afdrukken op enveloppen

Vermijd het gebruik van enveloppen met de volgende kenmerken:
Zeer gladde afwerking
Plakbanden, sluitingen of vensters
Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
Gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen
Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst scherp gevouwen zijn.
Opmerking Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Afdrukken op enveloppen (Windows) Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)

Afdrukken op enveloppen (Windows)

1. Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig op het tabblad Opmaak de afdrukstand naar Liggend.
6. Klik op Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste envelopsoort uit de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt vinden.
7. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen 33
Hoofdstuk 2

Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)

1. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a.Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Kies het gewenste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer in het pop-upmenu Papierformaat het juiste envelopformaat (indien
beschikbaar).
6. Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.

Foto's afdrukken

Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen, waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows) Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie meer informatie.

Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt u op de optie om het dialoogvenster Eigenschappen van de printer te openen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
HP ePrint voor
34 Afdrukken
5. Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal het juiste type fotopapier.
6. Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu Uitvoerkwaliteit.
7. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Grijswaarde en
selecteert u een van de volgende opties:
Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
Alleen zwarte inkt: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in grijstinten.
De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende instellingen:
Papiersoort: Het juiste type fotopapier
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
Foto's afdrukken 35
Hoofdstuk 2
7. Wijzig indien nodig de foto- en kleuropties: a. Klik op het driehoekje naast Kleuropties en selecteer de juiste opties voor Foto
verbeteren:
Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte van het beeld enigszins aan.
b. Om de foto in zwart-wit af te drukken klikt u op Grijstinten in het pop-upmenu
Kleur. Kies hier een van deze opties:
Hoge kwaliteit: Gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
Alleen zwarte printcartridge: Gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.

Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat

Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op een aangepast papierformaat.
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Opmerking Aangepaste afdrukformaten kunnen alleen worden gedefinieerd in de HP-afdruksoftware in Mac OS X.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.

Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)

Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het aangepaste
formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie voor instructies Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a.Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
36 Afdrukken
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
7. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Pagina-indeling en
controleer vervolgens of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop­upmenu Formaat voor.
- of ­Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Afdrukken en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd.
3. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat.
Opmerking Als u geen opties ziet,in het dialoogvenster Afdrukken, klik dan op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upvenster Printer of klik op Details weergeven.
4. Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een naam
voor het nieuwe aangepaste formaat.
5. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges in, indien u die wilt aanpassen.
6. Klik op OK.

Documenten zonder rand afdrukken

Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking U kunt geen document zonder rand afdrukken als de papiersoort is ingesteld op Normaal papier.
Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in een softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat het formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten zonder rand afdrukken (Windows) Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)
Documenten zonder rand afdrukken 37
Hoofdstuk 2

Documenten zonder rand afdrukken (Windows)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop Geavanceerd.
6. Klik in de optie Afdrukken zonder rand op Afdrukken zonder rand en klik vervolgens op de knop OK.
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal de juiste papiersoort.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat zonder rand: a.Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer een beschikbaar papierformaat zonder rand in het pop-upmenu
Papierformaat en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
Papiersoort: de juiste papiersoort
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
7. Controleer of het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
8. Klik, indien nodig, op het weergavedriehoekje naastKleurenopties en selecteer de
9. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
38 Afdrukken
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
juiste Photo Fix-opties:
Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte van het
beeld enigszins aan.
afdrukken te starten.

Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)

U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel afdrukmateriaal met de accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
Opmerking Voor dubbelzijdig afdrukken moet een accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn geïnstalleerd.
Opmerking U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven genummerde pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de even genummerde pagina’s af te drukken.
Dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1. Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Raadpleeg
meer informatie.
2. Controleer of de duplexmodule goed is geïnstalleerd.
3. Zorg dat het document is geopend, klik op Afdrukken in het menu Bestand en selecteer vervolgens onder de opties voor Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Indeling de optie Omslaan over lange zijde of de optie Omslaan over korte zijde.
4. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
5. Druk het document af.
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
1. Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Raadpleeg
meer informatie.
2. Controleer of de duplexmodule goed is geïnstalleerd.
3. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Afdrukmateriaal plaatsen voor
Afdrukmateriaal plaatsen voor
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar stap 4.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
4. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
5. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
6. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien beschikbaar).
Opmerking Mogelijk moet u de papierformaatoptie Marges voor dubbelzijdig afdrukken selecteren.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) 39
Hoofdstuk 2
7. Klik in het pop-upmenu Dubbelzijdig afdrukken op Afdrukken op beide zijden, en klik op de juiste bindopties voor het document.
- of ­Klik op het pop-upmenu Lay-out en selecteer de juiste bindopties voor het document
in het pop-upmenu Afdrukken op beide zijden.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.
40 Afdrukken

3 Scannen

U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer documenten, foto's en andere originelen scannen en deze naar verschillende bestemmingen verzenden, zoals een map op een computer. U kunt deze originelen ook scannen met de HP-software die bij de printer is geleverd en TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma's op een computer.
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Opmerking De HP-scansoftware biedt geen ondersteuning voor scannen via TWAIN en WIA op computers die werken met Mac OS X.
Opmerking Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de door HP aanbevolen software hebt geïnstalleerd.
Tip Zie Scanproblemen oplossen als u problemen hebt met het scannen van documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een origineel scannen Scannen met Webscan
• Documenten scannen als bewerkbare tekst

Een origineel scannen

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Opmerking Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Opmerking Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de printer
of vanuit uw computer met de HP-printersoftware, dan moet de HP-software die bij de printer is geleverd ook op uw computer zijn geïnstalleerd en werken voordat u scant. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken voor u scant.
Opmerking Als u een origineel scant zonder randen, plaats dan het origineel op de glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade.
Scannen naar een computer Scannen naar geheugenapparaat
Scannen 41
Hoofdstuk 3

Scannen naar een computer

Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de printer
Opmerking Als uw printer is aangesloten op een netwerk en u scant naar een
Windows-computer moet u, voor u scant vanaf het bedieningspaneel, scannen vanaf software inschakelen. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens de optie voor uw HP-printer.. Dubbelklik op Scantaken, dubbelklik op Scannen naar computer en klik vervolgens op Inschakelen.
Gebruik deze stappen om vanuit het bedieningspaneel te scannen.
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en selecteer Computer.
3. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
4. Raak Scan starten aan.
Een origineel scannen vanuit de HP-scansoftware
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de HP-scansoftware op de computer:
Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens HP Scan.
Mac OS X: Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de
map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
3. Kies een snelkoppeling voor scannen. Wijzig indien nodig de scaninstellingen.
4. Klik op Scannen om het scannen te starten.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Opmerking U kunt de HP-software gebruiken om documenten te scannen als bewerkbare tekst, zodat u in het gescande document tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Met deze indeling kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken. Raadpleeg tekst voor meer informatie.

Scannen naar geheugenapparaat

U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer rechtstreeks naar een geheugenapparaat, zoals een USB-flashstation, scannen zonder een computer of de HP­software die bij de printer is geleverd, te gebruiken.
Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van de printer
Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen.
42 Scannen
Documenten scannen als bewerkbare
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Plaats een geheugenapparaat Raadpleeg informatie.
3. Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
4. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Raadpleeg bewerkbare tekst voor meer informatie.

Scannen met Webscan

Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser. Deze functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt geïnstalleerd.
Opmerking Als u Webscan in de EWS niet kunt openen, is dit door uw netwerkbeheerder mogelijk uitgeschakeld. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld.
Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Geheugenapparaat plaatsen voor meer
Documenten scannen als
Een scan maken met Webscan
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg informatie.
3. Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig eventueel de instellingen en klik vervolgens op Scannen starten.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software installeren die bij de printer is geleverd. Raadpleeg bewerkbare tekst voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Geïntegreerde webserver voor meer
Documenten scannen als

Documenten scannen als bewerkbare tekst

U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten scannen als bewerkbare tekst Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Documenten scannen als bewerkbare tekst 43
Hoofdstuk 3

Documenten scannen als bewerkbare tekst

Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens HP Scan.
3. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het originele document
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
Selecteer in de lijst de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en selecteer vervolgens Text (.txt) in het vervolgmenu Bestandstype.
Selecteer in de lijst de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en selecteer vervolgens Rich Text (.rtf) in het vervolgmenu Bestandstype.
Of:
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als PDF en selecteer vervolgens Doorzoekbare PDF (.pdf) in het vervolgmenu Bestandstype.
4. Klik op Scannen en volg de aanwijzingen op het scherm om de scan te starten.
Mac OS X
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map Hewlett-
3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren.
4. Selecteer Documenten in het pop-upmenu Voorinstellingen.
5. Klik op Scannen om het scannen te starten.
6. Na het scannen klikt u op de knop Opslaan in de werkbalk HP Scan.
7. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
44 Scannen
van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het originele document
Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling.
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het originele document
Selecteer RTF of PDF-doorzoekbaar in het pop-upmenu Indeling.
8. Klik op Opslaan.

Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst

Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan converteren:
Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het ADF-venster schoon is. Wanneer u de printer gebruikt om documenten te scannen, worden vegen of stof op
de glasplaat of het ADF-venster mogelijk ook gescand waardoor de software het document niet meer goed kan converteren naar bewerkbare tekst.
Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADF, moet het origineel
in de ADF worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te scannen tekst naar boven. Wanneer u scant vanaf de glasplaat van de scanner, moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst met de bovenrand naar de rechterkant van de glasplaat. Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie de glasplaat plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt. Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het
origineel duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed kan converteren:
De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld. De tekst is te klein. De structuur van het document is te complex. De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door het
OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de
voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
Kies het juiste profiel. Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare tekst
mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale kwaliteit krijgt voor de OCR-scan. Gebruik in Windows de snelkoppelingen Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF. Gebruik in Mac OS X de voorinstelling Documenten.
Sla het bestand op met de juiste indeling. Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het
oorspronkelijke document over te nemen, selecteert u een indeling voor kale tekst (zoals Text (.txt) of TXT). Als u de tekst wilt ophalen inclusief enige opmaak uit het oorspronkelijke document, selecteert u een Rich Text Format (zoals Rich Text
(.rtf) of RTF) of een doorzoekbaar PDF-formaat (Doorzoekbare PDF (.pdf) of PDF- doorzoekbaar).
Een origineel op
Documenten scannen als bewerkbare tekst 45

4 Kopiëren

U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten­en formaten.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer er een fax binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten kopiëren Kopieerinstellingen wijzigen

Documenten kopiëren

U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
plaatsen voor meer informatie.
2. Plaats het origineel met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat of plaats originelen in de ADF. Zie automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel in de
Afdrukmateriaal
Opmerking Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u de foto op de glasplaat van de scanner met de afgedrukte zijde naar beneden, op de manier die wordt aangegeven door het pictogram aan de rand van de glasplaat.
3. Raak Kopiëren aan.
4. Wijzig de extra instellingen. Raadpleeg
informatie.
5. Om de kopieeropdracht te starten raakt u Start Zwrt of Start Kleur aan.
Opmerking Als het origineel in kleur is, geeft de kopieerfunctie Start Zwrt een
zwart-witkopie van het gekleurde origineel. De functie Start Kleur biedt een kleurenkopie van het kleurenorigineel.

Kopieerinstellingen wijzigen

U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het bedieningspaneel van de printer, waaronder:
Aantal kopieën
Kopieerformaat
Soort kopieerpapier
Kopieersnelheid en kwaliteit
46 Kopiëren
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer
Instellingen lichter/donkerder
Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
De kopieerinstellingen voor een eenmalige taak wijzigen
1. Raak Kopiëren aan.
2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige taken
1. Raak Kopiëren aan.
2. Breng wijzigingen aan in de kopieerinstellingen en raak vervolgens Instellingen aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en selecteer vervolgens Als nieuwe
standaardinstellingen instellen.
4. Raak Ja, standaardinstellingen wijzigen aan en selecteer vervolgens Klaar.
Kopieerinstellingen wijzigen 47
5Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Opmerking Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint met faxen. Dit hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van het bedieningspaneel of de HP-software die bij de printer werd geleverd. U kunt controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het bedieningspaneel uit te voeren. Zie faxtest.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een fax verzenden Een fax ontvangen
• Snelkiescodes installeren
• Faxinstellingen wijzigen
• Faxen en digitale telefoonservices
• Fax over internetprotocol (FoIP)
• Rapporten gebruiken
Test Faxinstallatie voor meer informatie over de

Een fax verzenden

U kunt op verschillende manieren een faxbericht verzenden. Via het bedieningspaneel van de printer kunt u een zwart-wit- of kleurenfaxbericht verzenden. U kunt ook handmatig een faxbericht verzenden vanaf een verbonden telefoon. U kunt op deze wijze eerst met de ontvanger spreken voordat u het faxbericht verzendt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een standaardfax verzenden Een standaardfax vanaf de computer verzenden
• Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
• Een fax verzenden met handsfree kiezen
• Een fax verzenden vanuit het geheugen
• Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
• Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
• Fax verzenden in foutcorrectiemodus

Een standaardfax verzenden

U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in kleuren van een of meer pagina's verzenden.
48 Fax
Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden.
Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
Tip Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u * herhaaldelijk aan totdat er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
4. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer.
Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax wijzigen.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een

Een standaardfax vanaf de computer verzenden

U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te drukken en vanaf de printer te faxen.
Opmerking Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden, maken gebruik van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding of uw computermodem. Zorg er daarom voor dat uw printer is aangesloten op een werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het installatieprogramma op de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Windows
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4. Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of als
kleurenfax wilt verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster Eigenschappen wordt geopend. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of
Voorkeuren.
5. Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
Een fax verzenden 49
Hoofdstuk 5
6. Klik op Afdrukken of OK.
7. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel
instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het faxnummer te draaien en het document te faxen.
Mac OS X
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Selecteer de printer met “Fax” in de naam.
4. Selecteer Faxontvangers in het vervolgkeuzemenu onder de instelling Afdrukstand.
Opmerking Indien u het pop-upmenu niet kunt vinden, probeer dan op het blauwe weergavedriehoekje naast de Printerselectie te klikken.
5. Geef het faxnummer en andere informatie op in de bijbehorende velden en klik vervolgens op Toevoegen aan bestemmelingen.
6. Selecteer de Faxmodus en eventuele andere gewenste faxopties en klik vervolgens op Fax nu verzenden. Het faxnummer wordt gedraaid en het document wordt gefaxt.

Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon

Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax verzendt. Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax wilt toesturen voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de handset van de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart gebruiken voor het verzenden van een fax.
Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de ontvanger de telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als een persoon de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort.
50 Fax
Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is
aangesloten.
Opmerking Vermijd het gebruik van het toetsenblok op het bedieningspaneel van de printer wanneer u handmatig een fax verzendt. U moet het toetsenbord op de telefoon gebruiken om het nummer van de ontvanger te kiezen.
4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt.
Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te verzenden.
5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start kleur aan.
Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt u tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende faxapparaat wanneer de faxtonen hoorbaar worden.
Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op dat moment kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met uw gesprek, blijft u aan de lijn totdat de fax is verzonden.

Een fax verzenden met handsfree kiezen

Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel van de printer kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
Tip Als u een belkaart gebruikt en u de pincode van de belkaart niet snel genoeg invoert, begint de printer de faxtonen misschien te vroeg te verzenden, waardoor uw pincode niet wordt herkend door de belkaartservice. Als dat het geval is, kunt u een snelkiesnummer maken om de pincode voor uw belkaart op te slaan. Zie Snelkiescodes installeren voor meer informatie.
Opmerking Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en raak vervolgens Start zwart-wit of Start kleur aan. Als de printer een origineel detecteert dat in de automatische documentinvoer is
geplaatst, hoort u een kiestoon.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel
Een fax verzenden 51
Hoofdstuk 5
3. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op het bedieningspaneel van de printer.
4. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode
als snelkiesnummer opgeslagen, raakt u het pictogram wanneer een pincode wordt gevraagd. U kunt dan het snelkiesnummer kiezen waaronder u uw pincode hebt opgeslagen.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.

Een fax verzenden vanuit het geheugen

U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is gebracht, worden de originelen verzonden. Als de pagina's door de printer in het geheugen zijn gescand, kunt u de originelen direct uit de lade van de documentinvoerlade of van de glasplaat van de scanner halen.
Opmerking U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen.
3. Raak Scannen en faxen aan.
4. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel
(Snelkiezen) aan
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
5. Raak Fax starten aan. De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als het
ontvangende faxapparaat beschikbaar is.

Een later verzendtijdstip voor een fax instellen

U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. De printer verzendt de fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de gewone wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
Opmerking U kunt alleen geplande faxen in zwart-wit verzenden.
52 Fax
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen.
3. Raak Fax later verzenden aan.
4. Geef de verzendtijd op met het numerieke toetsenblok omlaag) raak AM of PM aan en selecteer vervolgens Gereed.
5. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
6. Raak Fax starten aan. De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm weergegeven.
De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden.
Een geplande fax annuleren
1. Raak het bericht Fax later verzenden op het scherm aan.
– OF – Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
2. Raak Geplande fax annuleren aan.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel

Een fax verzenden naar meerdere ontvangers

U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers.
(pijl omhoog) en (pijl
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een groepssnelkiescode
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2.
Raak Fax aan, raak het pictogram groep ontvangers.
3. Raak Start, Zwart aan. Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt
de printer het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers.
Opmerking U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep snelkiesnummers vanwege de beperkte geheugenruimte. De printer scant de fax naar het geheugen en kiest het eerste nummer. Zodra er verbinding is, wordt de fax verzonden en het volgende nummer gekozen. Als een nummer bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt de printer de instellingen voor Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord. Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt het volgende nummer gekozen en wordt er een foutrapport gegenereerd.
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel
(Snelkiezen) aan en selecteer vervolgens de
Een fax verzenden 53
Hoofdstuk 5

Fax verzenden in foutcorrectiemodus

Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door
fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM uitsluitend uit als de telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor lagere kosten kunt accepteren.
Denk aan het volgende voordat u ECM uitschakelt. Als u ECM uitschakelt:
worden de kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen beïnvloed.
wordt de Faxsnelheid automatisch ingesteld op Normaal.
kunt u geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Ga naar het beginscherm, raak Installatie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Selecteer Foutcorrectiemodus.
4. Selecteer Aan of Uit.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens

Een fax ontvangen

U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden inschakelt (de standaardinstelling), dan beantwoordt de
printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan. (De standaard instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van het formaat Legal of groter ontvangt, terwijl de printer niet is ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch verkleind zodat het op het geplaatste papier past. Als u de functie Automatische
verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op twee pagina's af.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
Een fax handmatig ontvangen Backup-faxontvangst instellen
• Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
• Een fax opvragen voor ontvangst
• Faxen doorsturen naar een ander nummer
• Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
• Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
54 Fax
Ongewenste faxnummers blokkeren Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar
• Mac)

Een fax handmatig ontvangen

Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
Een fax handmatig ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden uitschakelen zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen beantwoordt.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te
werk:
a.Raak Fax aan en selecteer vervolgens Start zwart-wit of Start kleur. b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan
de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.

Backup-faxontvangst instellen

Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle ontvangen faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de printer door een fout niet functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te slaan.
Voor back-upfaxontvangst zijn de volgende modi beschikbaar:
Aan Dit is de standaardinstelling. Als Backup-faxontvangst Aan is, slaat de
printer alle ontvangen faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u tot acht van de laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog in het geheugen zijn opgeslagen.
Opmerking Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Een fax ontvangen 55
Hoofdstuk 5
(vervolg)
Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
Alleen bij fouten Faxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen als
Uit Faxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan
de printer de faxberichten door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is). De printer blijft faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het geheugen vol raakt, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Wanneer de fout is opgelost, worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd.
bijvoorbeeld zijn dat u Backup-faxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als back-upfaxontvangst is ingeschakeld en u de printer uitschakelt, worden alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd waaronder eventuele faxen die nog niet zijn afgedrukt en die u mogelijk hebt ontvangen terwijl de printer zich in een fouttoestand bevond. U moet contact opnemen met de afzenders om ze te vragen onafgedrukte faxen nogmaals te verzenden. Druk het Faxlogboek af voor een lijst met alle faxen die u hebt ontvangen. Het Faxlogboek wordt niet verwijderd wanneer de printer is uitgeschakeld.
Backup-faxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Backup-faxontvangst aan.
4. Raak Aan, Alleen bij fouten of Uit aan.

Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken

Als u de modus voor Backup-faxontvangst instelt op Aan, worden de ontvangen faxberichten altijd in het geheugen van het apparaat opgeslagen, ook als er geen fout is op het apparaat.
Opmerking Als het geheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxen overschreven als nieuwe faxen worden ontvangen. Als geen van de opgeslagen faxberichten in de printer zijn afgedrukt, worden nieuwe faxberichtenen pas ontvangen als u de faxberichten in het geheugen hebt afgedrukt of verwijderd. Het kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het geheugen wilt verwijderen.
56 Fax
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatst ontvangen berichten afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
plaatsen voor meer informatie.
2. Raak de
3. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Faxhulpmiddelen en dan Fax in geheugn opn. afdr.
De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4. Als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen, raakt u
(de knop Annuleren) aan.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.

Een fax opvragen voor ontvangst

Dankzij de opvraagfunctie kan de printer een ander faxapparaat vragen een fax te verzenden die in de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst gebruikt, wordt het opgegeven faxapparaat door de printer aangeroepen en wordt het faxbericht aangevraagd. Het opgegeven faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen en er moet een fax klaar zijn voor ontvangst.
Opmerking De printer biedt geen ondersteuning voor codes voor het doorgeven van polling. Met deze beveiligingsfunctie moet het ontvangende faxapparaat een beveiligingscode geven aan de opgevraagde printer om de fax te ontvangen. Zorg dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor de opgevraagde printer (of dat de standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de printer de fax niet ontvangen.
Afdrukmateriaal
Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen.
2. Raak Opvragen voor ontvangst aan.
3. Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in.
4. Raak Fax starten aan.

Faxen doorsturen naar een ander nummer

U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander faxnummer. Een ontvangen kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt een werkende faxlijn is. Stuur een testfax naar het nummer om na te gaan of het faxapparaat de faxen kan doorsturen naar dit nummer.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Fax doorsturen aan.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
Een fax ontvangen 57
Hoofdstuk 5
4. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
5. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Voer voor elk van de volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd.
6. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen. Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt
ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op. Wanneer de printer weer stroom krijgt, is de instelling voor het doorsturen van faxen nog steeds Aan.
Opmerking U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren in het menu Fax doorsturen.

Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen

U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade. Faxen kunnen alleen worden afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat.
Opmerking Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een fax wordt ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een foutbericht op het scherm. Plaats papier van Letter-, A4- of Legal-formaat en raak vervolgens
OK aan om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Papierformaat fax aan en selecteer vervolgens een optie.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.

Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen

De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax binnenkomt die te groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is standaard ingeschakeld, dus de afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien mogelijk, dusdanig verkleind dat deze op een pagina past. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt alle informatie die niet op de eerste pagina past, op een tweede pagina afgedrukt. Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat ontvangt als er papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
58 Fax
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.

Ongewenste faxnummers blokkeren

Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning, kunt u bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die afkomstig zijn van deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de printer het nummer met de ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het maximale aantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen / regio's ondersteund. Indien niet ondersteund in uw land / regio, verschijnt Faxnummerblokkering verschijnt niet in het menu Faxopties of Faxinstellingen.
Opmerking Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt verondersteld dat u niet op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de telefoonmaatschappij.
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
• Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde faxnummers toe te voegen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen te blokkeren. Raak OK aan om verder te gaan.
5. Raak Nummers toevoegen aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Een fax ontvangen 59
Hoofdstuk 5
6. Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's, selecteert u Selecteren uit geschiedenis Beller-ID.
- of ­Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, raakt u Nieuw nummer
invoeren aan.
7. Nadat u een faxnummer hebt ingevoerd om te blokkeren, raakt u Gereed aan.
Opmerking Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het scherm
van het bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het kopschrift van de ontvangen fax wordt weergegeven. Deze nummers kunnen verschillend zijn.
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de lijst met ongewenste nummers verwijderen.
Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Raak Nummers verwijderen aan.
5. Raak het nummer aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens OK aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde ongewenste faxnummers.
Een rapport van Ongewenste faxnummers afdrukken
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Raak Rapporten afdrukken aan en selecteer en vervolgens Lijst met geblokkeerde nummers.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.

Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)

Als de printer is aangesloten op uw computer met een USB-kabel, kunt u HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) gebruiken om automatisch faxen te ontvangen en rechtstreeks op uw computer te bewaren. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u gemakkelijk digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer met stapels papieren bestanden.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Als de fax is ontvangen, krijgt u op het scherm een melding met een koppeling naar de map waarin de fax is opgeslagen.
60 Fax
Voor de bestandsnamen wordt de volgende methode gebruikt: XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waarbij X de informatie over de afzender is, Y de datum en Z het tijdstip waarop de fax is ontvangen.
Opmerking Faxen naar pc en Faxen naar Mac zijn alleen beschikbaar voor het ontvangen van zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van op de computer te worden opgeslagen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
• De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
De beheerderscomputer, de computer die de functie Faxen naar pc of Faxen naar Mac heeft geactiveerd, moet altijd zijn ingeschakeld. Slechts een computer kan de beheerdercomputer voor Faxen naar pc of Faxen naar Mac zijn.
De computer of server waarop de bestemmingsmap zich bevindt, moet altijd aan staan. De doelcomputer moet ook actief zijn. Faxen worden niet opgeslagen als de computer in de slaapstand staat.
Er moet papier in de invoerlade zitten. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor
meer informatie.
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
Op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kunt u de wizard Digitale fax instellen gebruiken om Faxen naar pc te activeren. Op een Macintosh-computer kunt u het HP-hulpprogramma gebruiken.
Fax naar pc installeren (Windows)
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens de optie
voor uw HP-printer..
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Digitale fax instellen.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Om Faxen naar Mac (Mac OS X) te configureren
1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor
meer informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het HP-hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor het faxen naar de pc op uw computer op elk moment bijwerken vanuit de Wizard Digitale fax instellen. U kunt de Fax naar Mac-instellingen bijwerken met het HP-hulpprogramma.
Een fax ontvangen 61
Hoofdstuk 5
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen, uitschakelen vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens Faxen naar pc aan.
3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen wijzigen:
PC-hostnaam bekijken: Bekijk de naam van de computer die is geconfigureerd
Uitschakelen: Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen.
Afdrukken van faxen uitschakelen: Kies deze optie als u faxen wilt afdrukken
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Windows)
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens de optie
voor uw HP-printer..
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Digitale fax instellen.
3. Volg de instructies op het scherm.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
om Faxen naar pc en Faxen naar Mac te beheren.
Opmerking Gebruik de HP-software op uw computer om Fax naar pc of Fax naar Mac in te schakelen.
zodra ze worden ontvangen. Als u afdrukken uitschakelt, worden kleurenfaxen nog wel afgedrukt.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Mac OS X)
1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
meer informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het HP-hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan, raak Basisinstallatiemenu Fax aan en vervolgens Faxen naar pc aan.
3. Raak Uitschakelen aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.

Snelkiescodes installeren

U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Zo kunt u snel nummers via het bedieningspaneel van de printer kiezen.
62 Fax
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor
Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Raadpleeg Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Snelkiesnummers instellen en wijzigen

• Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
• Snelkiesnummers verwijderen
• Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
U kunt faxnummers als snelkiesnummers opslaan.
Snelkiescodes installeren
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens een niet-
gebruikt nummer aan.
4. Typ het faxnummer en raak Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens het
snelkiesnummer aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en raakt u Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
5. Als u de naam van het snelkiesnummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt u vervolgens Gereed aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
Snelkiescodes installeren 63
Hoofdstuk 5

Snelkiesgroepen instellen en wijzigen

U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen.
Snelkiesgroepen instellen
Opmerking Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één
snelkiesnummer hebben ingesteld.
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer (pijl rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesgroep aan en raak vervolgens een niet-gebruikt nummer aan.
4. Raak de snelkiesnummers aan die u in de snelkiesgroep wilt opnemen en raak vervolgens OK aan.
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesgroepen wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Selecteer Snelkiesgroep en raak vervolgens het item aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u snelkiesnummers wilt toevoegen aan de groep of daaruit wilt verwijderen, raakt
u de snelkiesnummers aan die u wilt opnemen of verwijderen en raakt u vervolgens
OK aan.
5. Als u de naam van de snelkiesgroep wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt u
vervolgens Gereed aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens

Snelkiesnummers verwijderen

Als u snelkiesnummers of snelkiesgroepen wilt verwijderen, voert u de volgende stappen uit:
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer verwijderen aan, raak het item aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens Ja aan om de bewerking te bevestigen.
Opmerking Als u een snelkiesgroep verwijdert, worden de afzonderlijke
snelkiesnummers niet verwijderd.

Een lijst van snelkiesnummers afdrukken

Als u een lijst wilt afdrukken van alle snelkiesnummers die zijn ingesteld, voert u de volgende stappen uit:
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan.
64 Fax
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
3. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
4. Raak Snelkieslijst afdrukken aan.

Faxinstellingen wijzigen

Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
Het faxkopschrift instellen De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
• Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
• Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
• Het kiessysteem instellen
• Opties opnieuw kiezen instellen
• De faxsnelheid instellen
• Het faxgeluidsvolume instellen

Het faxkopschrift instellen

De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door de HP­software te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
Opmerking In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Faxkop aan.
4. Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5. Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Gereed aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.

De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)

De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de printer beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden, anders kan de printer geen faxberichten ontvangen.
Faxinstellingen wijzigen 65
Hoofdstuk 5
De antwoordmodus instellen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Automatisch beantwoorden aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.

Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen

Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de telefoon moet beantwoorden voordat de printer dat doet. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal belsignalen en stel de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Aantal belsignalen voor het antwoorden aan.
4. Raak de
5. Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
(pijl omhoog) of (pijl omlaag) aan om het aantal belsignalen te wijzigen.

Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen

Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één telefoonlijn meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen specifieke belsignalen hebben. Als u zich op deze service abonneert, wordt er aan elk telefoonnummer een ander belsignaal toegekend. U kunt de printer instellen voor het beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de telefoonmaatschappij verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. HP raadt aan om voor een faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het specifieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax ontvangen.
Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle beltonen.
66 Fax
Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel met het hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
2. Raak
3. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
4. Raak Specifiek belsignaal aan.
5. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden
gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Ja aan om verder te gaan.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
Raak het belpatroon aan dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is
•Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies op het bedieningspaneel
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
toegewezen.
-of-
van de printer.
Opmerking Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan detecteren of als u de functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt het belpatroon automatisch ingesteld op de standaardwaarde, namelijk Alle
belsignalen.
Opmerking Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende
oproeppatronen voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer oproepen via een extern nummer.

Het kiessysteem instellen

Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is
Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze.
Opmerking De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak
4. Raak aan om Toon of Puls te selecteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
(pijl omlaag) aan en selecteer vervolgens Toon- of pulskiezen.

Opties opnieuw kiezen instellen

Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet antwoordde of bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de
Faxinstellingen wijzigen 67
Hoofdstuk 5
instellingen van de opties Opnieuw verzenden bij in gesprek en Opnieuw verzenden bij geen gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
Opnieuw verzenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, verzendt de printer automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is AAN.
Opnieuw verzenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De fabrieksinstelling van deze optie is Uit.
De opties opnieuw bellen instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Opnieuw kiezen bij in gesprek of Geen antwoord opnieuw kiezen aan en
selecteer de gewenste opties.

De faxsnelheid instellen

U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te verlagen:
Een Internet-telefoonservice
Een PBX-systeem
Fax over Internet-protocol (FoIP)
Een ISDN-service
Probeer een lagere Faxsnelheid als u problemen ondervindt bij het verzenden en ontvangen van faxen. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
68 Fax
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel v.34 (33600 baud)
Normaal v.17 (14400 baud)
Langzaam v.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Faxsnelheid aan.
4. Raak de optie aan die u wilt selecteren.

Het faxgeluidsvolume instellen

Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te maken.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Geluidsvolume fax aan.
4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.

Faxen en digitale telefoonservices

Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende services:
DSL: Een DSL-aansluiting (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
FoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internet­protocol (FoIP) genoemd. Raadpleeg informatie.
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge telefoonservices. Als u met een systeem voor digitaal telefoneren werkt (zoals DSL/ ADSL, PBX of ISDN), moet u mogelijk filters of converters gebruiken voor de conversie van digitaal naar analoog als u wilt faxen.
Fax over internetprotocol (FoIP) voor meer
Opmerking HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of providers voor digitaal telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters voor conversie van digitaal naar analoog. U wordt aangeraden om in alle gevallen rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken wat de juiste configuratie-opties zijn op basis van de services die het bedrijf levert.

Fax over internetprotocol (FoIP)

U kunt zich mogelijk abonneren op een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt aangeboden) als u:
samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of
een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge telefoonpoorten voor de faxlijn.
Fax over internetprotocol (FoIP) 69
Hoofdstuk 5
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw telefoonmaatschappij.
Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt. Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u proberen om de faxsnelheid te verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de foutcorrectiemodus echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen. Zie faxsnelheid instellen voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid. Zie Fax verzenden in foutcorrectiemodus voor meer informatie over de foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor meer begeleiding.

Rapporten gebruiken

U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt indien gewenst ook handmatig systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
De
70 Fax
Opmerking Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus controleren vanuit het bedieningspaneel of de HP-software. Raadpleeg Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking Controleer of de printkoppen en inktcartridges in goede staat verkeren en goed zijn geïnstalleerd. Zie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken Foutrapporten voor faxen afdrukken
• Het faxlogboek afdrukken en bekijken
• Het faxlogboek wissen
• De details van de laatste faxtransactie afdrukken
Werken met inktcartridges voor meer informatie.
Een rapport beller-ID's afdrukken De belgeschiedenis weergeven

Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken

Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat verzenden. Selecteer Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen).
De standaardinstelling voor faxbevestiging is Uit. Dit betekent dat de geen bevestigingsrapport afdrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na het verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
Opmerking U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina opnemen in het bevestigingsrapport dat aangeeft dat de fax is verzonden als u Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) selecteert, en als u de fax scant om deze vanuit het geheugen te verzenden of als u de optie Scannen en faxen gebruikt.
Faxbevestiging inschakelen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxbevestiging aan.
4. Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Uit Er wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten
Aan (Fax verzenden)
Aan (Fax ontvangen)
Aan (Verzenden en ontvangen)
verzendt en ontvangt. Dit is de standaardinstelling.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxbevestiging aan.
3. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) aan.
4. Raak Faxbevestiging met afbeelding aan.
Rapporten gebruiken 71
Hoofdstuk 5

Foutrapporten voor faxen afdrukken

U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxfoutrapport aan.
4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Aan (Verzenden en ontvangen)
Uit Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Aan (Fax verzenden)
Aan (Fax ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de standaardinstelling.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.

Het faxlogboek afdrukken en bekijken

U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxlogboek aan.

Het faxlogboek wissen

Gebruik de volgende stappen om het faxlogboek leeg te maken.
Opmerking Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd.
72 Fax
Het faxlogboek wissen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
•Raak Hulpprogramma's aan.
-of-
•Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxhulpmiddelen aan.
3. Raak Faxlogboek wissen aan.

De details van de laatste faxtransactie afdrukken

Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Laatste transactie aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.

Een rapport beller-ID's afdrukken

Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers.
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Rapport Beller-ID's aan.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.

De belgeschiedenis weergeven

Gebruik de volgende procedure om een lijst met alle oproepen vanaf de printer weer te geven.
Opmerking De belgeschiedenis kan niet worden afgedrukt. U kunt de geschiedenis alleen weergeven op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
De belgeschiedenis weergeven
1. Raak
2.
Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Fax aan.
(Belgeschiedenis) aan.
Rapporten gebruiken 73

6 Webservices

De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
Opmerking Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Wat zijn webservices? Webservices instellen
• Webservices gebruiken
• Webservices verwijderen

Wat zijn webservices?

De printer bevat volgende webservices:

HP ePrint

HP ePrint is een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorbereid voor HP ePrint. Het is zo eenvoudig als een e-mail sturen naar het e-mailadres dat is toegekend aan uw printer wanneer u Webservices op de printer activeert. Er zijn geen speciale stuurprogramma's of software nodig. Als u een e-mail kunt versturen, kunt u met HP ePrint vanaf elke locatie documenten afdrukken.
Eenmaal u een account hebt aangemaakt op het ePrintCenter, kunt u zich aanmelden om uw HP ePrint-taakstatus te bekijken, uw HP ePrint-printerwachtrij te beheren, de personen die het HP ePrint e-mailadres van uw printer gebruiken om af te drukken te controleren en om hulp te vragen voor HP ePrint.

Printer Apps

Met Printer Apps kunt u gemakkelijk vooraf opgemaakte webinhoud lokaliseren en afdrukken, rechtstreeks vanaf uw printer. U kunt uw documenten ook digitaal scannen en opslaan op het web.
Printer Apps bieden een waaier van inhoud, van bonnen tot gezinsactiviteiten, nieuws, reizen, sport, koken, foto's en nog veel meer. U kunt zelfs uw onlineafbeeldingen bekijken en afdrukken van populaire fotosites
Met bepaalde Printer Apps kunt u de levering van de appinhoud plannen voor uw printer.
Vooraf opgemaakte inhoud specifiek ontworpen voor uw printer betekent geen tekst of afbeeldingen die wegvallen en geen extra pagina's met slechts een tekstregel. Op sommige printers kunt u ook de instellingen van papier en afdrukkwaliteit kiezen op het scherm afdrukvoorbeeld.
74 Webservices
Dit alles zonder uw computer te moeten opzetten!

Webservices instellen

Voer de volgende stappen uit om Webservices te installeren.
Opmerking Zorg ervoor dat u vast (Ethernet) of draadloos bent verbonden met het internet voordat u Webservices instelt.

Stel Webservices in door middel van de HP-printersoftware.

Naast het activeren van de hoofdfucties van de printer, kunt u de HP-printersoftware die bij uw printer is geleverd, gebruiken om Webservices in te stellen. Als u Webservices niet hebt ingesteld bij het installeren van de HP-software op uw computer, kunt u de software nog steeds gebruiken om Webservices in te stellen.
Voer de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem om Webservices in te stellen:
Windows:
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, klik op HP, selecteer de map voor uw printer en selecteer vervolgens
het pictogram met de naam van uw printer.
2. Dubbelklik op Internetoplossingen en dubbelklik vervolgens op ePrint setup. De geïntegreerde webserver van de printer wordt geopend.
3. In het tabblad Webservices klikt u op Set-up in de sectie Instellingen Webservices.
4. Klik op Gebruikersvoorwaarden accepteren en Webservices inschakelen, en klik vervolgens op Volgende.
5. Klik op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates en
deze installeert.
6. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het internet, voert u deze instellingen in.
7. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te voltooien.
Mac OS X:
Om Webservices in te stellen en te beheren in Mac OS X, kunt u de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) gebruiken. Zie geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Webservices instellen via de

Webservices instellen via het bedieningspaneel van de printer.

Het bedieningspaneel van de printer biedt een gemakkelijke manier om Webservices in te stellen en te beheren.
Webservices instellen 75
Hoofdstuk 6
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1. Controleer of de printer is verbonden met internet.
2.
Raak op het bedieningspaneel van de printer de knop
(HP ePrint).
3. Raak Ja aan om akkoord te gaan met de Gebruiksvoorwaarden en om de Webservices in te schakelen.
4. Klik in het venster Auto Update op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates en deze installeert.
5. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het internet, voert u deze instellingen in:
a.Raak Proxy invoeren aan. b. Voer de proxyserverinstellingen in en raak dan Gereed aan.
6. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te
voltooien.

Webservices instellen via de geïntegreerde webserver

U kunt de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) gebruiken om Webservices in te stellen en te beheren.
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg meer informatie.
2. In het tabblad Webservices klikt u op Set-up in de sectie Instellingen Webservices.
3. Klik op Gebruikersvoorwaarden accepteren en Webservices inschakelen, en klik vervolgens op Volgende.
4. Klik op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates en
deze installeert.
5. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het internet, voert u deze instellingen in.
6. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te voltooien.
(Apps) aan of de knop
Geïntegreerde webserver voor

Webservices gebruiken

De volgende sectie beschrijft hoe u Webservices gebruikt en instelt.

HP ePrint

HP ePrint biedt de mogelijkheid om op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten af te drukken met uw printer voorbereid voor HP ePrint.
Zorg ervoor dat u over het volgende beschikt om HP ePrint te gebruiken:
Een computer of mobiel toestel met internet en e-mail.
Een printer met HP ePrint waarop Webservices is geactiveerd.
76 Webservices
Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van de HP ePrint­instellingen en om meer te weten over de laatste functies, gaat u naar het ePrintCenter (
Afdrukken met HP ePrint
Voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met HP ePrint:
1. Open de e-mailtoepassing op uw computer of mobiel toestel.
Opmerking Voor meer informatie over het gebruik van de e-mailtoepassing op
uw computer of mobiel toestel, raadpleegt u de documentatie die bij de toepassing is geleverd.
2. Maak een nieuw e-mailbericht aan en voeg het bestand toe dat u wilt afdrukken. Zie Webservices en HP-websitespecificaties voor een lijst met bestanden die kunnen worden afgedrukt met HP ePrint en richtlijnen voor het gebruik van HP ePrint.
3. Voer het e-mailadres van de printer in in de regel "Naar" van het e-mailbericht en selecteer vervolgens "Verzenden".
Opmerking Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt weergegeven in de regel "Naar". Als er nog een ander e-mailadres staat in de regel "Naar", worden de bijlagen die u verzendt waarschijnlijk niet afgedrukt.
Het-emailadres van de printer zoeken
Om het ePrint-e-mailadres van uw printer te tonen moet u volgende stappen doorlopen:
www.eprintcenter.com).
Vanuit het beginscherm raakt u de knop
Het e-mailadres voor de printer verschijnt op het beeldscherm.
HP ePrint uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint uit te schakelen:
1.
2. Raak ePrint aan en vervolgens Uit.

Printer Apps

Met Printer Apps kunt u gemakkelijk vooraf opgemaakte webinhoud lokaliseren en afdrukken, rechtstreeks vanaf uw printer.
(HP ePrint) aan.
Tip Om het e-mailadres af te drukken raakt u Afdrukken aan.
Vanuit het beginscherm raakt u de knop
Instellingen.
Opmerking Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen.
(HP ePrint) aan en vervolgens
Webservices gebruiken 77
Hoofdstuk 6
Printer Apps gebruiken
Om Printer Apps op uw printer te gebruiken moet u Apps aanraken op het bedieningspaneel op het printerbeeldscherm en vervolgens de Print App aanraken die u wilt gebruiken.
Voor meer info over individuele Printer Apps surft u naar
Printer Apps beheren
U kunt uw Printer Apps met ePrinterCenter beheren. U kunt Printer Apps toevoegen, configureren of verwijderen en de volgorde waarin ze op het printerbeeldscherm voorkomen instellen.
Opmerking Printer Apps beheren van het ePrintCenter: maak een account aan op ePrintcenter en voeg uw printer toe. Voor meer informatie, ga naar www.eprintcenter.com.
Printer Apps uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om Printer Apps uit te schakelen:
1.
Vanuit het beginscherm raakt u de knop
Instellingen.
2. Raak Apps aan en vervolgens Uit.
(HP ePrint) aan en vervolgens
www.eprintcenter.com.
Opmerking Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen.

Webservices verwijderen

Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1.
Vanuit het bedieningspaneel van de printer raakt u de knop vervolgens Instellingen.
2. Raak Webservices verwijderen aan.
(HP ePrint) aan en
78 Webservices

7 Werken met inktcartridges

Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit gedeelte vindt u richtlijnen voor het hanteren van inktcartridges, instructies voor het vervangen van inktcartridges en voor het uitlijnen en schoonmaken van de printkop.
Tip Zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen als u problemen hebt met het kopiëren van documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Informatie over inktcartridges en de printkop De geschatte inktniveaus bekijken
• Afdrukken met een of meer lege inktcartridges
• Inktcartridges vervangen
• Printerbenodigdheden bewaren
• Gebruik informatieverzameling

Informatie over inktcartridges en de printkop

Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktcartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van inktcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.
Haal inktcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
Zorg ervoor dat u de printer correct uitzet. Zie informatie.
Bewaar inktcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de inktcartridges hebben een langere levensduur.
De printer uitschakelen voor meer
Werken met inktcartridges 79
Hoofdstuk 7
Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de inktcartridges tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de printer lekt of dat de printer beschadigd raakt:
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met de knop printer niet uit zolang u nog interne printergeluiden hoort. Raadpleeg uitschakelen voor meer informatie.
Zorg ervoor dat u de inktcartridges in de printer laat. De printer moet vlak worden getransporteerd en mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges ontbreken.
Verwante onderwerpen

De geschatte inktniveaus bekijken

De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren via de printersoftware of via het bedieningspaneel van de printer. Zie bedieningspaneel van de printer gebruiken voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te bekijken (zie
Het printerstatusrapport begrijpen).
Hulpprogramma's printerbeheer en Het
(Aan/uit). Schakel de
De printer
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te vervangen als de printer hierom vraagt.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde inktcartridge gebruikt, of een cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal verschillende manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de printer en de cartridges worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan de printkop, dat ervoor zorgt dat de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed blijft stromen. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is gebruikt. Raadpleeg www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.

Afdrukken met een of meer lege inktcartridges

De printer kan nog steeds worden gebruikt als de zwarte inktcartridge of één of meer kleuren inktcartridges bijna op zijn maar hij zal trager afdrukken. De kwaliteit van de afgedrukte documenten kan worden aangetast.
80 Werken met inktcartridges
De printer kan niet afdrukken als beide zwarte inktcartridges en een kleuren inktcartridge leeg zijn.
Als de zwarte inktcartrigde leeg is, wordt de zwarte kleur in de documenten aangemaakt door een combinatie van de overgebleven kleuren. Als resultaat hiervan kan het zwart minder donker lijken.
Als een kleurcartrigde leeg is, zal de printer in grijswaarden afdrukken met de zwarte inktcartridge.
Vervang indien mogelijk de lege inktcartridge. Zie informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Let op Printcartridges worden weliswaar niet beschadigd wanneer ze buiten de printer worden bewaard, maar voor de printkop hoeven niet alle cartridges te allen tijde te zijn geplaatst nadat de printer is geconfigureerd en in gebruik. Een of meer lege cartridgesleuven langere tijd leeglaten, kan echter leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit en mogelijke schade aan de printkop. Als u onlangs langere tijd een cartridge uit de printer hebt gehouden of een papierstoring hebt gehad, en daarna een slechte afdrukkwaliteit hebt geconstateerd, moet u de printkop wellicht reinigen. Zie
De printkop reinigen voor meer informatie.

Inktcartridges vervangen

Opmerking Zie Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer
informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Als u nog geen vervangende inktcartridges voor de printer hebt, zie dan HP­benodigdheden en -accessoires.
Inktcartridges vervangen voor
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.
Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges ontbreken.
U vervangt de inktcartridges als volgt:
Gebruik deze stappen om de inktcartridges te vervangen.
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep van de inktcartridges.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
Inktcartridges vervangen 81
Hoofdstuk 7
3. Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf.
4. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf tot
deze stevig vastzit.
Zorg ervoor dat u de inktcartridge in de sleuf plaatst met een letter van dezelfde kleur als de kleur die u installeert.
6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke inktcartridge die u wilt vervangen.
7. Sluit de toegangsklep van de wagen met inktcartridges.
Verwante onderwerpen
HP-benodigdheden en -accessoires
82 Werken met inktcartridges

Printerbenodigdheden bewaren

Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de toestand van de inktcartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste wijze uitschakelen. Raadpleeg
De printer uitschakelen voor meer informatie.

Gebruik informatieverzameling

De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de werking van de printer ondersteunt.
Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid informatie over het gebruik van de printer, waaronder: de datum waarop de cartridge voor het eerst werd geïnstalleerd, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd gebruikt, het aantal pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, de paginadekking, de gebruikte afdrukstanden, eventuele afdrukfouten, en het printermodel. Deze informatie helpt HP om printers in de toekomst zo te ontwerpen dat deze aan de afdrukbehoeften van onze klanten voldoen.
De gegevens die worden verzameld door de cartridgegeheugenchip bevatten geen informatie die kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of hun printer te identificeren.
HP verzamelt een steekproef uit de geheugenchips van cartridges die worden teruggestuurd naar het HP programma voor gratis terugbrengen en recyclen (HP Planet Partners: en bestudeerd om toekomstige HP-printers te verbeteren. HP-partners die helpen bij de recycling van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Een derde die de cartridge in zijn bezit heeft, kan mogelijk toegang hebben tot de anonieme informatie op de geheugenchip. Als u liever geen toegang geeft tot deze informatie, kunt u de chip onbruikbaar maken. Door de geheugenchip onbruikbaar te maken, kan de cartridge niet meer worden gebruikt in een HP-printer.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze informatie ontoegankelijk maken door de mogelijkheid van de geheugenchip om gebruiksinformatie van de printer te verzamelen, uit te schakelen.
www.hp.com/recycle). De geheugenchips uit deze steekproef worden gelezen
Het verzamelen van gebruiksinformatie uitschakelen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan.
2. Selecteer Voorkeuren en raak danInformatie cartridgechip aan.
3. Raak OK aan om het verzamelen van gebruiksinformatie uit te schakelen.
Opmerking Als u het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van
de printer te verzamelen uitschakelt, kunt u de cartridge nog steeds in de HP-printer gebruiken.
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
Gebruik informatieverzameling 83

8 Een probleem oplossen

Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de volgende ondersteunende services te gebruiken voor ondersteuning.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
HP-ondersteuning Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen
• Printerproblemen oplossen
• Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
• Problemen met de papierinvoer oplossen
• Problemen met het kopiëren oplossen
• Scanproblemen oplossen
• Faxproblemen oplossen
• Problemen oplossen bij gebruik van Webservices en HP-websites
• Problemen met een geheugenapparaat oplossen
• Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen
• Problemen met draadloze verbindingen oplossen
• Uw firewall-software configureren voor gebruik met de printer
• Problemen met het printerbeheer oplossen
• Installatieproblemen oplossen
• Het printerstatusrapport begrijpen
• De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
• Storingen verhelpen

HP-ondersteuning

Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1. Raadpleeg de documentatie van de printer.
2. Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op
customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. De online ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. HP-ondersteuning is de meest betrouwbare bron van actuele printerinformatie en deskundige hulp, en biedt de volgende voordelen:
Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
HP-software en stuurprogramma-updates voor de HP-printer
Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende problemen
Pro-actieve printerupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-
nieuwsbrieven die beschikbaar zijn als u de printer registreert
84 Een probleem oplossen
www.hp.com/go/
Raadpleeg Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie.
3. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en taal. Raadpleeg meer informatie.

Elektronische ondersteuning krijgen

Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP gaan op
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer hierom wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Deze website biedt ook technische ondersteuning, stuurprogramma's, benodigdheden, bestelinformatie en andere opties zoals:
Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
Verstuur HP een e-mailbericht en u krijgt direct antwoord op uw vragen.
Online met een technicus van HP spreken.
Controleren of er HP-software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning krijgen vanuit de HP-software voor Windows of Mac OS X, die eenvoudige, stapsgewijze oplossingen biedt voor veelvoorkomende afdrukproblemen. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en taal.

Telefonische ondersteuning van HP

De ondersteunende telefoonnummers en bijbehorende kosten die hier zijn vermeld, zijn van kracht ten tijde van de publicatie en alleen van toepassing op oproepen die vanaf een vaste lijn zijn gemaakt. Mogelijk zijn andere tarieven van toepassing op mobiele telefoons.
Zie
www.hp.com/go/customercare voor de meest recente lijst van HP met
ondersteunende telefoonnummers en informatie over de gesprekskosten.
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP Klantenondersteuningscentrum.
Telefonische ondersteuning van HP voor
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor afdrukken in Linux. Alle ondersteuning wordt online geboden op de volgende website: hplip. Klik op de knop Een vraag stellen om het ondersteuningsproces op te starten.
De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Als u deze besturingssystemen gebruikt, gaat u naar
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voordat u belt Periode voor telefonische ondersteuning
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Na de periode van telefonische ondersteuning
www.hp.com/go/customercare.
https://launchpad.net/
HP-ondersteuning 85
Hoofdstuk 8
Voordat u belt
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en de printer zit. Zorg dat u de volgende informatie kunt geven:
Modelnummer (zie
Het modelnummer van de printer vinden voor meer informatie)
Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer)
Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
Antwoorden op de volgende vragen:
Doet dit probleem zich vaker voor? Kunt u het probleem reproduceren? Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort voordat
dit probleem zich begon voor te doen?
Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voorafgaand aan deze toestand
(was er een onweersbui of is de printer verplaatst)?
Periode voor telefonische ondersteuning
Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille Oceaan) en Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Op vele locaties biedt HP gratis telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode. Sommige ondersteuningsnummers zijn echter niet gratis.
86 Een probleem oplossen
Zie www.hp.com/go/customercare voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor ondersteuning. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
www.hp.com/support
$IULFD(QJOLVKVSHDNLQJ  $IULTXHIUDQFRSKRQH 
$OJ«ULH  $UJHQWLQD%XHQRV$LUHV 
$UJHQWLQD  $XVWUDOLD  $XVWUDOLDRXWRIZDUUDQW\  VWHUUHLFK 
%HOJL 
%HOJLTXH 
%UDVLO6DR3DXOR  %UDVLO  &DQDGD KS
&HQWUDO$PHULFD7KH &DULEEHDQ &KLOH 
ѣള ѣള
&RORPELD%RJRW£  &RORPELD  &RVWD5LFD  ÎHVN£UHSXEOLND 
'DQPDUN 
(FXDGRU$QGLQDWHO 
(FXDGRU3DFLILWHO 
(O6DOYDGRU  (VSD³D 
)UDQFH  'HXWVFKODQG



GRSSHOWHU2UWVWDULI
3HDN+RXUV೼SP /RZ+RXUV೼SP
3HDN+RXUV೼P/RZ+RXUV ೼P
LQYHQW ZZZKSFRPODVRSRUWH
 
&=1PLQ
2SNDOGNUSUPLQ 3UPLQPDQOºU 3UPLQºYULJHWLGVSXQNWHU


೼SP

೼0LQDXVGHPGHXWVFKHQ )HVWQHW]EHL$QUXIHQDXV 0RELOIXQNQHW]HQN¸QQHQDQGHUH 3UHLVHJHOWHQ
ﺮﺋﺍﺰﺠﻟﺍ
ﻦﻳﺮﺤﺒﻟﺍ
˃˨˨˙ˡ˞  ˈ˺˭ˮˬ˯  *XDWHPDOD 
俏⑥⢯࡛㺂᭵
,QGLD ,QGLD ,QGRQHVLD
  
     
,UHODQG
,WDOLD 
-DPDLFD
㡴㦻

&DOOVFRVW&RVWFHQWSHDN
FHQWRIISHDNSHUPLQXWH
FRVWRWHOHIRQLFRORFDOH


뼑霢  /X[HPERXUJ)UDQ©DLV 
/X[HPEXUJ'HXWVFK 
0DGDJDVFDU  0DJ\DURUV]£J 

0DOD\VLD  0DXULWLXV  0«[LFR&LXGDGGH0«[LFR  0«[LFR  0DURF  1HGHUODQG 
1HZ=HDODQG  1LJHULD  1RUJH 
3DQDP£  3DUDJXD\  3HU¼  3KLOLSSLQHV  3ROVND 

3RUWXJDO 
3XHUWR5LFR  5HS¼EOLFD'RPLQLFDQD  5HXQLRQ  5RP¤QLD 
ﺮﺼﻣ
   
6LQJDSRUH  6ORYHQVN£UHSXEOLND  6RXWK$IULFD56$  6XRPL  6YHULJH 

6ZLW]HUODQG 
㠰⚙
ࡷࡎ࡙ 
7ULQLGDG7REDJR  7XQLVLH 
ﻕﺍﺮﻌﻟﺍ
7¾UNL\HòVWDQEXO$QNDUD
ﺖﻳﻮﻜﻟﺍ
ò]PLU%XUVD
ﻥﺎﻨﺒﻟ
 
ﺮﻄﻗ
ﻦﻤﻴﻟﺍ
8QLWHG.LQJGRP 


8QLWHG6WDWHV  8UXJXD\  9HQH]XHOD&DUDFDV  9HQH]XHOD  9L¬W1DP 
೼PLQ
೼0LQ
+8)SHUFYH]HW«NHVWHOHIRQUD
೼0LQ
VWDUWHUS§.USHUPLQ GHUHWWHU.USHUPLQ
)UDPRELOWHOHIRQJMHOGHU PRELOWHOHIRQWDNVWHU
.RV]WSRĄÇF]HQLD]WHO VWDFMRQDUQHJRMDN]DLPSXOVZJ WDU\I\RSHUDWRUD]WHO NRPµUNRZHJRZJWDU\I\RSHUDWRUD
&XVWRF¬QWLPRVQRSULPHLUR PLQXWRHF¬QWLPRVUHVWDQWHV PLQXWRV

NUPLQ
&+)PLQ
ރ䋱
 <HUHOQXPDUD
ﺓﺪﺤﺘﻤﻟﺍ ﺔﻴﺑﺮﻌﻟﺍ ﺕﺍﺭﺎﻣﻹﺍ
eSP
ﻥﺩﺭﻷﺍ
ﻥﺎﻤ ُﻋ
ﺔﻴﺑﻮﻌﺴﻟﺍ
ﺲﻧﻮﺗ
HP-ondersteuning 87
Hoofdstuk 8
Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning, kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. U kunt ook Help-informatie verkrijgen op de HP-website voor online ondersteuning: website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Neem contact op met uw HP-leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio voor meer informatie over de beschikbare ondersteuningsopties.
www.hp.com/go/customercare. Deze

Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen

Opmerking Voor veel van de volgende stappen hebt u HP-software nodig. Als u de
HP-software niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit doen met de cd met HP-software die bij de printer werd geleverd. U kunt de software ook downloaden vanaf de HP­ondersteuningswebsite informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Controleer het volgende voor u problemen begint op te sporen:
Schakel de printer uit en vervolgens weer in.
•Zie
Storingen verhelpen voor papierstoringen. Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over problemen met de
•Zie papierinvoer, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
• Het lampje van de
de eerste keer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 9 minuten om te initialiseren nadat de inktcartridges zijn geïnstalleerd.
Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer zijn aangesloten. Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroom-stopcontact en is ingeschakeld. Zie spanningsvereisten.
Afdrukmateriaal moet goed in de invoerlade zijn geplaatst en niet in de printer zijn vastgelopen.
Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
De printer is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows stelt u het apparaat in de map Printers als standaard in. Voor Mac OS X, kunt u dit als standaard instellen in het gedeelte Afdrukken en Faxen of Afdrukken en Scannen van de Systeemvoorkeuren. Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met Windows gebruikt.
Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit de programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de taak opnieuw afdrukt.
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt
(knop Aan/uit) is aan en knippert niet. Wanneer de printer voor
Elektrische specificaties voor
88 Een probleem oplossen

Printerproblemen oplossen

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld De printer maakt onverwachte geluiden
• Het uitlijnen is mislukt
• De printer reageert niet (drukt niet af)
• De printer drukt langzaam af
• Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
• De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
• Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst

De printer wordt onverwacht uitgeschakeld

Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Zorg dat het netsnoer goed is aangesloten op een werkende voedingsadapter. Zie Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.

De printer maakt onverwachte geluiden

U hoort wellicht enkele onverwachte geluiden uit de printer. Dit zijn onderhoudsgeluiden wanneer de printer automatische onderhoudsfuncties uitvoert om de printkoppen in goede staat te houden.
Opmerking Om mogelijke schade aan uw printer te voorkomen:
Schakel de printer nooit uit als er onderhoud wordt uitgevoerd. Als u de printer uitschakelt, wacht dan totdat de printer volledig is gestopt voordat u deze uitschakelt
met de knop informatie.
Ga na of alle inktcartridges zijn geplaatst. Als een van de inktcartridges ontbreekt, voert de printer extra onderhoud uit om de printkoppen te beschermen.
(Aan/uit) gebruikt. Raadpleeg De printer uitschakelen voor meer

Het uitlijnen is mislukt

Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier in de invoerlade hebt geplaatst. Wanneer bij het uitlijnen van de inktcartridges gekleurd papier in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning.
Als het uitlijningsproces herhaaldelijk mislukt, kan het zijn dat u de printkop moet reinigen of dat de sensor defect is. Zie
Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem niet is opgelost door het reinigen van de printkop. Ga naar informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
De printkop reinigen om de printkop te reinigen.
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt
Printerproblemen oplossen 89
Hoofdstuk 8

De printer reageert niet (drukt niet af)

Er zitten printtaken vast in de afdrukwachtrij
Open de afdrukwachtrij, annulleer alle documenten, en start vervolgens de computer opnieuw op. Probeer af te drukken nadat de computer opnieuw is opgestart. Zie het Help­systeem voor het besturingssysteem voor meer informatie.
Controleer de printerinstellingen
Raadpleeg informatie.
De installatie van de HP-software controleren
Als de printer is uitgezet tijdens het afdrukken, verschijnt er op uw computer een waarschuwing. Gebeurt dat niet, dan is de meegeleverde HP-printersoftware wellicht niet juist geïnstalleerd. U kunt dit oplossen door de HP-software volledig van uw computer te verwijderen en de HP-software vervolgens opnieuw te installeren. Zie volledig verwijderen en opnieuw installeren voor meer informatie.
Controleer de kabelaansluitingen
Controleer of beide uiteinden van de Ethernet-/USB-kabel goed zijn aangesloten.
Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleert u het volgende:
Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van de printer brandt. Controleer of u geen telefoonkabel hebt gebruikt voor het aansluiten van de
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen voor meer
printer.
De HP-software
Controleer individuele firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd
De individuele firewallsoftware is een beveiligingstoepassing die de computer beschermt tegen indringers. De firewall kan echter ook communicatie tussen de computer en de printer blokkeren. Als er problemen zijn bij de communicatie met de printer, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft voordoen, worden de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt. Schakel de firewall weer in.

De printer drukt langzaam af

Probeer de volgende oplossingen als de printer heel traag afdrukt.
Oplossing 1: De afdrukkwaliteit lager instellen Oplossing 2: De inktniveaus controleren
• Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing 1: De afdrukkwaliteit lager instellen
Oplossing: Controleer de ingestelde afdrukkwaliteit. Beste en Maximum dpi
bieden de beste kwaliteit maar zijn langzamer dan Normaal of Snel. Snel biedt de hoogste afdruksnelheid.
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te hoog ingesteld.
90 Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Controleer het inktniveau van de inktcartridges.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Als u een melding over een laag inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking De printer werkt nog als een of meer inktcartridges leeg zijn. Bij het afdrukken met lege cartridges werkt de printer echter langzamer, wat de kwaliteit van de afgedrukte documenten negatief beïnvloedt. Als de zwarte cartridge leeg is, zijn zwarten zijn niet zo donker. Als een kleurencartridge leeg is, krijgt u grijstinten. Vervang indien mogelijk de lege inktcartridge. Wacht tot u een nieuwe inktcartridge hebt voordat u de oude inktcartridge verwijdert. Zie
Inktcartridges
vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Let op Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de printer worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of meerdere cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk beschadigen. Als u onlangs langere tijd een cartridge uit de printer hebt gehouden en een slechte afdrukkwaliteit hebt geconstateerd, moet u de printkop wellicht reinigen. Raadpleeg
De printkop reinigen voor meer informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de inktcartridges. De printer werkt trager als een of meer inktcartridges leeg zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar:
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en
hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printer.
Printerproblemen oplossen 91
Hoofdstuk 8

Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt

De printkop reinigen
Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. De printkop moet mogelijk worden gereinigd als de printer verkeerd werd uitgeschakeld.
Opmerking Als u de printer niet op de juiste manier uitschakelt, kan dit problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals lege of slechts gedeeltelijk bedrukte paginas. Door de printkoppen te reinigen kunt u deze problemen oplossen. U kunt dit probleem echter voorkomen door de printer op de juiste manier uit te schakelen.
Schakel de printer altijd uit door op
tot het lampje van de trekt of de schakelaar omzet.
Controleer de materiaalinstellingen
Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de laden.
Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met de breedte van het afdrukmateriaal in de lade.
Er wordt meer dan een pagina genomen
Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen van
problemen met de papiertoevoer.
(Aan/uit-knop) uitgaat voor u de stekker uit het stopcontact
(Aan/uit-knop) op de printer te drukken. Wacht
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.

De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten

De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit evalueren
Druk een pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit af. Op basis hiervan kunt u beter bepalen of het nodig is om onderhoudsprogramma's uit te voeren om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren. Zie
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen. Zie Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de kleurinstellingen
Controleer of Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-kabel
92 Een probleem oplossen
Het printerstatusrapport begrijpen voor meer informatie.
te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden te minimaliseren.
Controleer het papierformaat
Zorg ervoor dat het geselecteerde papierformaat overeenkomt met het papierformaat dat in de printer is geplaatst.

Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst

Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het afdrukmateriaal zijn geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Ga voor meer informatie naar
Controleer het papierformaat
De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het document groter is dan het gebruikte papier.
Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in het printerstuurprogramma overeenkomt met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
Controleer de marge-instellingen
Als de tekst of de afbeeldingen van de randen van de pagina wegvallen, moet u nagaan of de marge-instellingen van het document het afdrukgebied van uw printer misschien overschrijden. Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Afdrukmateriaal plaatsen.
Controleer de instelling van de paginastand
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginastand in het softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in het printerstuurprogramma. Raadpleeg
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden te minimaliseren.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, wordt het probleem mogelijk veroorzaakt doordat de toepassing de printerinstellingen niet goed kan interpreteren. Lees de printerinformatie voor bekende softwareproblemen, raadpleeg de documentatie bij de toepassing of neem contact op met de softwarefabrikant.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, kunt u ook de HP-website voor online-ondersteuning op biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Afdrukken voor meer informatie.
www.hp.com/go/customercare raadplegen. Deze website
93
Hoofdstuk 8

Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen

Probeer de oplossingen in dit gedeelte om de problemen met de afdrukkwaliteit in uw afdruk op te lossen.
Oplossing 1: controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt Oplossing 2: controleer de inktniveaus
• Oplossing 3: controleer het papier in de invoerlade
• Oplossing 4: controleer de papiersoort
• Oplossing 5: controleer de afdrukinstellingen
• Oplossing 6: druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
• Oplossing 7: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt
Oplossing: Controleer of uw inktcartridges originele HP-inktcartridges zijn.
HP raadt aan inktcartridges van HP te gebruiken. inktcartridges van HP zijn ontworpen voor en getest op HP-printers, zodat u altijd bent verzekerd van fantastische resultaten.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan de printer die nodig zijn door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-inktcartridge hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden inktcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de inktniveaus
Oplossing: Het inktniveau van de inktcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges pas te vervangen als u wordt gevraagd dit te doen.
94 Een probleem oplossen
Opmerking De printer kan met een of meerdere lege cartridges gebruikt worden. Afdrukken met lege cartridges vertraagt de printer echter en vermindert de kwaliteit van afgedrukte documenten. Als de zwarte cartridge leeg is, worden zwarte tinten minder donker. Als een kleurencartridge leeg is, wordt de afdruk in grijstinten afgedrukt. Vervang de lege cartridge indien mogelijk. Verwijder de lege cartridge niet totdat u deze kunt vervangen door een nieuwe inktcartridge. Zie Inktcartridges vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Let op Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de printer worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of meerdere cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk beschadigen. Als u onlangs een cartridge gedurende een lange tijd uit de printer hebt gelaten, of als onlangs het papier vastzat en u een slechte afdrukkwaliteit hebt opgemerkt, reinig dan de printkop. Raadpleeg
De printkop reinigen voor meer informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de inktcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer het papier in de invoerlade
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het niet gekreukt
of te dik is.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar onder. Als u bijvoorbeeld glanzend fotopapier plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde naar beneden.
Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet is gekreukt. Als het papier tijdens het afdrukken te dicht bij de printkop komt, kunnen er vegen ontstaan. Dit is mogelijk bij papier met reliëf, gekreukt papier of erg dik papier (zoals een envelop voor mailingen).
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal plaatsen
Oorzaak: Het papier was verkeerd geplaatst, of het was gekreukt of te dik.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke andere
papiersoort die geschikt is voor de printer. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 95
Hoofdstuk 8
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor krult het fotopapier niet.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de inktcartridges te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer de afdrukinstellingen om te zien of de kleurinstellingen juist zijn. U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in grijswaarden
te worden afgedrukt. Of controleer of geavanceerde kleurinstellingen zoals verzadiging, helderheid of kleurschakering zijn ingesteld om het uitzicht van kleuren te wijzigen.
Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de papiersoort in de printer.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit, als de kleuren in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een kwaliteitsfoto afdrukt, en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Geavanceerd fotopapier in de invoerlade is geplaatst.
Opmerking Op bepaalde computerschermen kunnen kleuren anders worden weergegeven dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat geval is er niets mis met de printer, de afdrukinstellingen of de inktcartridges. U hoeft verder geen probleem op te lossen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren niet goed.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
96 Een probleem oplossen
Loading...