HP CN550A, Officejet 150, L511 User guide [nl]

Gebruikershandleiding
HP Officejet
150
HP Officejet 150 (L511) Mobiele All-in-One Printer
Gebruikershandleiding
Copyright informatie
© 2014 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Uitgave 2, 1/2014
Kennisgeving van Hewlett­Packard Company
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en services is vastgelegd in de garantieverklaringen bij de betreffende producten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantiebepaling. HP kan niet aansprakelijk worden gehouden voor technische of redactionele fouten of omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Bluetooth is een handelsmerk van zijn eigenaar en wordt door Hewlett­Packard Company onder licentie gebruikt.
ENERGY STAR® en het ENERGY STAR®-logo zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken.
Microsoft, Windows, Windows XP, Windows Vista, Windows Mobile, Windows 7 en Windows 8 zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten.
Veiligheidsinformatie
en waar het netsnoer niet kan worden beschadigd.
Een probleem oplossen als het
7. Zie product niet naar behoren werkt.
8. Dit product bevat geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs.
Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de bij het apparaat behorende documentatie hebt gelezen en begrepen.
2. Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht.
3. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt.
4. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of als u nat bent.
5. Zorg dat het product stevig op een stabiel oppervlak staat.
6. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen

Inhoudsopgave

1 Aan de slag
Toegankelijkheid.........................................................................................................................7
HP EcoSolutions (HP en het milieu)...........................................................................................8
De onderdelen van de printer kennen........................................................................................9
Voorzijde...............................................................................................................................9
Ruimte voor printerbenodigdheden....................................................................................10
Achter- en zijaanzicht.........................................................................................................11
Onderaanzicht....................................................................................................................11
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken.......................................................................12
Overzicht knoppen en lampjes...........................................................................................12
Schermpictogrammen bedieningspaneel...........................................................................13
Printermodus en -instellingen wijzigen...............................................................................14
Modus selecteren en modusinstellingen wijzigen.........................................................14
Printerinstellingen wijzigen...........................................................................................14
Het modelnummer van de printer vinden.................................................................................14
Afdrukmateriaal selecteren.......................................................................................................15
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren.................................................................15
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken............................................................16
Tips voor de keuze en het gebruik van media....................................................................17
Plaats een origineel in de scanner...........................................................................................17
Afdrukmateriaal laden...............................................................................................................18
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen.........................................................19
Enveloppen plaatsen..........................................................................................................21
Kaarten en fotopapier plaatsen..........................................................................................23
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen..........................................................24
De batterij installeren en gebruiken..........................................................................................24
Veiligheid van batterijen.....................................................................................................25
Informatie over de batterij...................................................................................................26
De batterij opladen en gebruiken........................................................................................26
Een geheugenapparaat plaatsen.............................................................................................27
Afdrukken vanaf mobiele telefoons..........................................................................................29
Onderhoud van de printer.........................................................................................................29
De printer reinigen..............................................................................................................30
De printer uitschakelen.............................................................................................................30
2 Afdrukken
Documenten afdrukken............................................................................................................31
Documenten afdrukken (Windows)....................................................................................31
Documenten afdrukken (Mac OS X)...................................................................................32
Brochures afdrukken................................................................................................................32
Brochures afdrukken (Windows)........................................................................................32
Brochures afdrukken (Mac OS X).......................................................................................33
1
Afdrukken op enveloppen.........................................................................................................33
Afdrukken op enveloppen (Windows).................................................................................34
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)...............................................................................34
Een webpagina afdrukken........................................................................................................35
Een webpagina afdruken (Windows)..................................................................................35
Een webpagina afdrukken (Mac OS X)..............................................................................35
Foto's afdrukken.......................................................................................................................36
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows).........................................................................36
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X).......................................................................36
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat ................................................................37
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat................................................................38
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X).....................38
Documenten zonder rand afdrukken........................................................................................39
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)................................................................39
Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)..............................................................40
Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken).................................................................41
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows).................................................................41
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)...................................................................................41
3Scannen
Een origineel scannen..............................................................................................................43
Scannen naar een computer..............................................................................................43
Scannen naar een opslagapparaat....................................................................................44
Documenten scannen als bewerkbare tekst.............................................................................45
Documenten scannen als bewerkbare tekst.......................................................................45
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst.................................46
4Kopiëren
Documenten kopiëren..............................................................................................................49
Kopieerinstellingen wijzigen.....................................................................................................49
5 Werken met printcartridges
Informatie over printcartridges..................................................................................................51
Bekijk de geschatte inktniveaus...............................................................................................52
Omgaan met de printcartridges................................................................................................53
Inktcartridges vervangen..........................................................................................................53
Afdrukken met één inktcartridge...............................................................................................56
Printerbenodigdheden bewaren...............................................................................................56
Inktcartridges bewaren.......................................................................................................56
De inktcartridge onderhouden..................................................................................................56
Lijn de inktcartridges uit......................................................................................................56
Kleuren kalibreren..............................................................................................................57
Reinig de printcartridges.....................................................................................................57
Inktcartridges automatisch reinigen..............................................................................58
Inktcartridges handmatig reinigen................................................................................58
2
Inhoudsopgave
6 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning.....................................................................................................................61
Elektronische ondersteuning krijgen...................................................................................61
Telefonische ondersteuning van HP...................................................................................62
Voordat u belt...............................................................................................................62
Periode voor telefonische ondersteuning.....................................................................63
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning.....................................................63
Na de periode van telefonische ondersteuning............................................................65
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen.................................................65
Problemen met het afdrukken oplossen ..................................................................................66
De printer schakelt onverwachts uit....................................................................................66
Alle printerlampjes branden of knipperen...........................................................................66
De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)..............................................................66
Een van de inktcartridges past niet in de printer................................................................67
Printer drukt langzaam af...................................................................................................68
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt...................................................68
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten............................................................69
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst....................................................................70
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten.........................................................71
Algemene tips.....................................................................................................................71
Er worden vreemde tekens afgedrukt.................................................................................72
De inkt wordt uitgesmeerd..................................................................................................73
De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig...............................................................73
De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof.............................................................................74
Kleuren worden in zwart-wit afgedrukt...............................................................................74
De verkeerde kleuren worden afgedrukt............................................................................75
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar........................................................................75
Kleuren lijnen niet goed uit met elkaar...............................................................................76
Afdrukken met strepen.......................................................................................................76
Geavanceerd onderhoud van inktcartridges.............................................................................77
De contactpunten van inktcartridges reinigen....................................................................77
Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen..................................................................79
De inktservicemodule vervangen.......................................................................................80
Problemen met de papierinvoer oplossen................................................................................81
Het papier is niet geschikt voor de printer..........................................................................81
Afdrukmateriaal wordt niet gepakt......................................................................................81
Het afdrukmateriaal wordt niet goed uitgevoerd.................................................................81
Pagina’s worden scheef ingevoerd.....................................................................................81
Meerdere pagina’s tegelijk worden ingevoerd....................................................................82
Problemen met het kopiëren oplossen ....................................................................................82
Er kwam geen kopie uit......................................................................................................82
Kopieën zijn blanco............................................................................................................83
Documenten ontbreken of zijn vervaagd............................................................................83
Het formaat is verkleind......................................................................................................83
Kopieerkwaliteit is slecht ...................................................................................................83
Er verschijnen defecten in de kopieën................................................................................84
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit..............................................84
Papierconflict......................................................................................................................85
3
Scanproblemen oplossen.........................................................................................................85
Scanner reageerde niet......................................................................................................86
Scannen duurt te lang........................................................................................................86
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst......................................86
Tekst kan niet worden bewerkt...........................................................................................87
Er verschijnen foutmeldingen.............................................................................................87
Beeldkwaliteit van de gescande afbeelding is matig .........................................................88
Er verschijnen defecten in de scans...................................................................................89
Installatieproblemen oplossen..................................................................................................89
Suggesties voor hardware-installatie..................................................................................89
Suggesties voor software-installatie...................................................................................90
Problemen met de installatie van Bluetooth-communicatie......................................................90
De Bluetooth-instellingen controleren.................................................................................91
Het Bluetooth-signaal controleren......................................................................................91
Pagina’s met printerinformatie begrijpen..................................................................................91
Pagina's met printerinformatie afdrukken...........................................................................91
Papierstoringen verhelpen........................................................................................................92
Een storing in de printer verhelpen.....................................................................................92
Tips voor het vermijden van storingen................................................................................95
A Technische informatie
Informatie over de garantie.......................................................................................................97
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard.............................................................98
Garantie-informatie printcartridge.......................................................................................99
Printerspecificaties.................................................................................................................100
Fysieke specificaties.........................................................................................................100
Printerkenmerken en -mogelijkheden...............................................................................100
Specificaties processor en geheugen...............................................................................101
Systeemvereisten.............................................................................................................101
Specificaties voor een geheugenapparaat.......................................................................101
Informatie over afdrukken vanaf de mobiele telefoon.......................................................102
Mediaspecificaties............................................................................................................102
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal............................102
Minimummarges instellen...........................................................................................105
Richtlijnen voor dubbelzijdig (duxplex) afdrukken......................................................105
Afdrukresolutie..................................................................................................................106
Kopieerspecificaties..........................................................................................................106
Scanspecificaties..............................................................................................................106
Omgevingscondities.........................................................................................................106
Elektrische vereisten........................................................................................................107
Geluidsspecificatie............................................................................................................107
4
Inhoudsopgave
Wettelijk verplichte informatie.................................................................................................108
Wettelijk verplicht modelnummer......................................................................................108
FCC-verklaring..................................................................................................................109
Kennisgeving voor gebruikers in Korea............................................................................109
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan.................................109
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan.....................................................110
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland.........................................................110
Verklaring over de indicatielampjes..................................................................................110
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland............................................110
Bericht voor de Europese Unie.........................................................................................110
Wettelijke informatie inzake draadloze producten............................................................111
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties......................................................112
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië....................................................................112
Kennisgeving voor gebruikers in Canada...................................................................112
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan....................................................................113
Programma voor milieubehoud..............................................................................................114
Papiergebruik...................................................................................................................114
Kunststof...........................................................................................................................114
Veiligheidsinformatiebladen..............................................................................................114
Kringloopprogramma........................................................................................................114
Programma voor hergebruik van HP inkjetbenodigdheden..............................................115
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie..................................................................................................................115
Stroomverbruik.................................................................................................................116
Chemische stoffen............................................................................................................116
Batterij-informatie..............................................................................................................116
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)......................................................................117
RoHS-waarschuwingen (alleen voor Oekraïne)...............................................................117
Licenties van derden..............................................................................................................118
HP Officejet 150 (L511) Mobile Printer.............................................................................118
B benodigdheden en accessoires van HP
Afdrukbenodigdheden online bestellen..................................................................................121
Accessoires............................................................................................................................121
Benodigdheden......................................................................................................................121
Printcartridges...................................................................................................................122
HP media..........................................................................................................................122
C De printer instellen voor Bluetooth-communicatie
Een draadloze Bluetooth-verbinding instellen........................................................................123
De beveiliging voor Bluetooth instellen op de printer.............................................................124
Bluetooth-beveiligingsniveau instellen..............................................................................124
De printer zichtbaar maken of verbergen voor Bluetooth-apparaten................................124
Bluetooth-instellingen herstellen.......................................................................................125
D Hulpprogramma's printerbeheer
Werkset (Windows).................................................................................................................127
HP-hulpprogramma (Mac OS X).............................................................................................127
Werkset-software voor PDA’s (Microsoft Windows Mobile)....................................................127
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw..............................................128
Index............................................................................................................................................133
5
6

1 Aan de slag

In deze handleiding vindt u details over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.

Toegankelijkheid

HP EcoSolutions (HP en het milieu) De onderdelen van de printer kennen
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Het modelnummer van de printer vinden
Afdrukmateriaal selecteren Plaats een origineel in de scanner
Afdrukmateriaal laden
De batterij installeren en gebruiken Een geheugenapparaat plaatsen
Afdrukken vanaf mobiele telefoons
Onderhoud van de printer De printer uitschakelen
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De HP-software die bij de printer wordt geleverd, is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht via de toegankelijkheidsopties en -functies van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste technologische hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en spraak-naar-tekst toepassingen. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de HP-software en op het bedieningspaneel van de printer voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de toegankelijkheidsopties van Microsoft® Windows® zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en MouseKeys. De printerkleppen, knoppen, invoerladen en papiergeleiders kunnen bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van deze printer en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility.
www.hp.com/
Aan de slag 7
Hoofdstuk 1

HP EcoSolutions (HP en het milieu)

Hewlett-Packard richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor.
Programma voor milieubehoud voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP
Zie volgt tijdens het productieproces. Bezoek informatie over de milieu-initiatieven die HP neemt.
Energiebeheer
De printer wordt geleverd met de volgende functionaliteit om energie te besparen en de gebruiksduur van de accu te verlengen:
Slaapstand
In slaapstand wordt het stroomverbruik verminderd. Om de instellingen van de slaapstand te configureren, raakt u eerst de Energiemeter op het bedieningspaneel van de printer aan, en daarna achtereenvolgens Instellingen, Slaapstand en de gewenste optie. Nadat de printer gedurende deze tijd niet actief is geweest, wordt een energiebesparende modus geactiveerd.
Auto Uit
Als Autom. uitsch. is ingeschakeld wordt de printer automatisch uitgeschakeld als deze gedurende de geconfigureerde tijdsduur niet actief is geweest. Om de instellingen van de stand Autom. uitsch. te configureren, raakt u eerst de Energiemeter op het bedieningspaneel van de printer aan, en daarna achtereenvolgens Instellingen, Autom. uitsch. en de gewenste optie.
Probeer ook het volgende:
Schakel Bluetooth uit wanneer deze niet wordt gebruikt. Om Bluetooth uit te
schakelen raakt u Bluetooth aan op het bedieningspaneel van de printer en vervolgens Uitschakelen.
De batterij gaat langer mee wanneer u deze oplaadt, gebruikt en bewaart op plaatsen die voldoen aan de richtlijnen omtrent de aanbevolen temperatuur. Zie De batterij installeren en gebruiken voor meer informatie over het gebruik van de batterij.
Printerbenodigdheden bewaren
Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende doen:
Recycle gebruikte, originele HP inktcartridges via HP Planet Partners. Bezoek www.hp.com/recycle voor meer informatie.
Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken. Als de printer een HP-accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) heeft, raadpleegt u afdrukken). Anders kunt u eerst alleen de oneven genummerde pagina’s afdrukken, de pagina’s omdraaien en vervolgens alleen de even genummerde pagina’s afdrukken.
Bespaar inkt en papier bij het afdrukken van webinhoud met HP Smart Print. Ga voor meer informatie naar
www.hp.com/go/smartprint.
www.hp.com/ecosolutions voor meer
Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig
8 Aan de slag
Wijzig de afdrukmodus naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen verbruiken minder inkt.
Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van de cartridges.

De onderdelen van de printer kennen

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voorzijde Ruimte voor printerbenodigdheden
Achter- en zijaanzicht
Onderaanzicht

Voorzijde

11
1
10
1 Verlengstuk van invoerlade
2 Invoerlade
3 Geleider voor smal afdrukformaat
LTR
LGL
A4
B5
A5
3
4
5
6
7
8
9
2
De onderdelen van de printer kennen 9
Hoofdstuk 1
(vervolg)
4 Bedieningspaneel
5 Vergrendeling van bedieningspaneel
6 Aan/uit-knop
7 Toegangsklep cartridge
8 Uitvoersleuf
9 Uitvoerklep
10 Papierbreedteregelaar scanner
11 Papierbreedteregelaar

Ruimte voor printerbenodigdheden

2
LTR
LGL
A4
B5
A5
1
3
1 Toegangsklep cartridge
2 Inktpatroonklemmen
3 Inktpatroonhouders
10 Aan de slag

Achter- en zijaanzicht

1
2
3
4
5
6
1 Host/USB-poort PictBridge
2 Batterijconnectorklep
3 USB-poort
4 Batterijsleuf
5 Stroomaansluiting
6 Sleuf voor de geheugenkaart

Onderaanzicht

De onderdelen van de printer kennen 11
Hoofdstuk 1
1 Klep van verwisselbare inktservicemodule
2 Kaarthouder

Het bedieningspaneel van de printer gebruiken

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Overzicht knoppen en lampjes

Schermpictogrammen bedieningspaneel
Printermodus en -instellingen wijzigen
Overzicht knoppen en lampjes
In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van de printer.
Opmerking De knoppen rondom het kleurenscherm zijn alleen actief wanneer de handeling wordt ondersteund.
1 2 3
7
6
45
Label Naam en beschrijving
1
2 Kleurenscherm: Het kleurenscherm is een aanraakgevoelige gebruikersinterface (scherm)
3
4 Annuleren: hiermee stopt u een taak of sluit u een scherm of instellingen af.
5 Pijl naar rechts (rechterpijl
12 Aan de slag
Home ( beginscherm.
voor navigatie en selectie van de gewenste printerfunctie.
Help (
): raak deze knop aan om vanuit elk ander scherm terug te keren naar het
): raak het pictogram Help aan om het Help-scherm te openen.
): hiermee doorloopt u de instellingen in de schermen.
(vervolg)
Label Naam en beschrijving
6
7 Pijl naar links (linkerpijl
Terug (
): raak deze knop aan om terug te keren naar het vorige scherm.
): hiermee doorloopt u de instellingen in de schermen.

Schermpictogrammen bedieningspaneel

Pictogram Doel
Hiermee opent u een scherm waar u kopieën kunt maken of andere opties kunt selecteren.
Toont een scherm waarin u kunt scannen of de scaninstellingen kunt aanpassen.
Hiermee opent u een scherm waar u opties voor het afdrukken van foto's kunt aanpassen.
Hiermee opent u het Configuratiescherm waar u rapporten kunt genereren en instellingen wijzigen.
Hiermee opent u een scherm met informatie over de inktcartridges, waaronder de geschatte vulniveaus.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is.
Hiermee opent u de Bluetooth-opties en -configuratie.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 13
Hoofdstuk 1 (vervolg)
Pictogram Doel
Hiermee opent u opties voor de accu en voeding.

Printermodus en -instellingen wijzigen

Met het bedieningspaneel kunt u de printermodus (bijvoorbeeld Kopiëren of Scannen) en -instellingen (zoals het aantal kopieën of de scanbestemming) wijzigen. U kunt het bedieningspaneel ook gebruiken om rapporten af te drukken of hulp voor de printer te krijgen.
Tip Met de softwareprogramma's die bij de printer zijn geleverd, kunt u de printerinstellingen wijzigen via een computer. Zie voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
Modus selecteren en modusinstellingen wijzigen
Het beginscherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi voor de printer weer.
1. Raak de linkerpijl
raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren. Als u de instellingen van een modus wilt wijzigen, selecteert u de modus en raakt u de pijlknoppen aan om door de beschikbare modusinstellingen te bladeren. Vervolgens raakt u de instelling aan die u wilt wijzigen.
of de rechterpijl aan om de beschikbare modi te bekijken en
Hulpprogramma's printerbeheer
Opmerking Gebruik de knop (Terug) om terug te keren naar het vorige menu.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om de instellingen te wijzigen. Het
beginscherm van het bedieningspaneel keert terug wanneer de taak is voltooid.
Printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in het Configuratiemenu:
1. Raak eerst rechterpijl
2. Raak de pijltoetsen aan om door de schermen te bladeren.
3. Raak de schermelementen aan om schermen of opties te selecteren.
Opmerking Gebruik de knop (Terug) om terug te keren naar het vorige menu.
aan en vervolgens Configuratie.

Het modelnummer van de printer vinden

Naast de modelnaam die op de voorkant van de printer verschijnt, heeft deze printer een specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken als u contact opneemt met de klantenservice en om te bepalen welke benodigdheden en accessoires er beschikbaar zijn voor de printer.
14 Aan de slag
Het modelnummer wordt afgedrukt op een label aan de binnenkant van de printer, in de buurt van de inktcartridges.

Afdrukmateriaal selecteren

De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op HP-afdrukmateriaal.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier. Zoek papier met het ColorLok-logo met verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Tips voor de keuze en het gebruik van media

Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren

Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
www.hp.com voor meer informatie over
HP Brochurepapier
HP Superior inkjetpapier
HP Helderwit inkjetpapier
HP-afdrukpapier HP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
HP Office Paper HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
Dit papier heeft een glanzende of matte laag aan beide kanten voor dubbelzijdig gebruik. Dit papier is een ideale keuze voor reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale presentaties, brochures, mailings en kalenders.
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren.
Hiermee maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse documenten. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Afdrukmateriaal selecteren 15
Hoofdstuk 1
(vervolg)
HP Office Gerecycled papier
HP Premium Presentatiepapier
HP Professioneel papier
HP Advanced fotopapier
HP Everyday Fotopapier
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLok­technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit is zwaar dubbelzijdig mat papier, perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Het is extra zwaar papier met een imponerende uitstraling.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5x11 inch, 10x15 cm (4x6 inch), 13x18 cm (5x7 inch) en met een glanzende afwerking. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi­glanzende afwerking in 8,5 x11 inches, A4, 4 x 6 inches and 10 x 15 cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Ga naar www.hp.com/buy/supplies om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om uw printer te selecteren en klik vervolgens op een van de links voor bestellingen op de pagina.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.

Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken

Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Advanced fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inches, 10x15 cm (4x6 inches), 13x18 cm (5x7 inches) en met twee afwerkingen - glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-glanzende afwerking in 8,5 x11 inches, A4, 4x6 inches and 10x15 cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
16 Aan de slag
HP Photo Value Packs:
In de HP Photo Value Packs worden oorspronkelijke HP printcartridges en HP Geavanceerd fotopapier handig samen verpakt om u tijd te besparen en het giswerk voor het afdrukken van professionele foto's met uw HP-printer weg te nemen. Oorspronkelijke HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te werken zodat uw foto's duurzaam en intens zijn, afdruk na afdruk. Uitstekend voor het afdrukken van alle foto's van de vakantie of van meerdere afdrukken om te delen.
Ga naar bestellen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om uw printer te selecteren en klik vervolgens op een van de links voor bestellingen op de pagina.
www.hp.com/buy/supplies om HP-papier en andere benodigdheden te
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.

Tips voor de keuze en het gebruik van media

Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie.
Plaats slechts één papiersoort tegelijk in de invoerlade.
Zorg ervoor dat het papier goed in de invoerlade of scanplaat is geplaatst. Zie Afdrukmateriaal laden of Plaats een origineel in de scanner voor meer informatie.
Laad niet te veel papier in de invoerlade of de scanner. Zie voor meer informatie.
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te vermijden, kunt u de volgende papiersoorten beter niet in de invoerlade of de scanner:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt
niet goed absorbeert
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
Laat fotopapier niet te lang in de invoerlade zitten.
Mediaspecificaties

Plaats een origineel in de scanner

U kunt documenten kopiëren of scannen door deze in de scanner te plaatsen.
Let op Plaats geen foto's in de scanner; als u dat toch doet kunnen uw foto's beschadigd raken. Gebruik alleen afdrukmateriaal dat door de printer wordt ondersteund. Zie
Opmerking De scanner kan slechts 1 vel gewoon papier per keer vasthouden. Om meerdere pagina's te scannen moet u eerst wachten tot de printer klaar is met het scannen van pagina 1. Leg vervolgens het tweede vel op de scanplaat.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Plaats een origineel in de scanner 17
Hoofdstuk 1
Een origineel in de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een document in de scanner te plaatsen.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterrand in de
scanner, zodanig dat de bovenkant van het origineel het eerst wordt ingevoerd.
Let op Plaats slechts 1 vel tegelijk in de scanner. Wanneer u meer dan 1 vel tegelijk in de scanner plaatst, kan dit papierstoringen veroorzaken of kan het origineel worden beschadigd.
LTR
LGL
A4
B5
A5
2. Schuif het origineel in de scanner tot de scanner de pagina vastgrijpt en u een
toon hoort of een bericht op het uitleesvenster ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's werden gedetecteerd.
3. schuif de geleider tegen de rand van het origineel.

Afdrukmateriaal laden

Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Let op Gebruik alleen media die door de printer worden ondersteund. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Let op Vul nooit papier bij als de printer nog aan het afdrukken is.
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Enveloppen plaatsen
18 Aan de slag
Kaarten en fotopapier plaatsen
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen

Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen

Media laden
Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies.
1. Til de invoerlade op.
2. Open het bedieningspaneel met behulp van de vergrendeling van het paneel.
LTR
LGL
A4
B5
A5
3. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trekt u het
verlengstuk van de invoerlade uit.
Afdrukmateriaal laden 19
Hoofdstuk 1
4. Plaats het gewone papier met de afdrukzijde naar boven en recht tegen de
papiergeleider.
LTR
LGL
A4
B5
A 5
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
5. Schuif de papierbreedtegeleider goed tegen de zijden van het papier aan.
20 Aan de slag

Enveloppen plaatsen

Enveloppen plaatsen
Plaats enveloppen aan de hand van deze instructies.
1. Til de invoerlade op.
2. Open het bedieningspaneel met behulp van de vergrendeling van het paneel.
LTR
LGL
A4
B5
A5
3. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trekt u het
verlengstuk van de invoerlade uit.
Afdrukmateriaal laden 21
Hoofdstuk 1
4. Plaats enveloppen volgens de afbeelding in de lade.
5. Pas de breedtegeleider aan zodat deze precies tegen de zijkanten van de
envelop past.
LTR
LGL
A4
B5
A5
22 Aan de slag

Kaarten en fotopapier plaatsen

Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1. Til de invoerlade op.
2. Open het bedieningspaneel met behulp van de vergrendeling van het paneel.
LTR
LGL
A4
B5
A5
3. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trekt u het
verlengstuk van de invoerlade uit.
4. Laad het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterzijde van de hoofdlade. Controleer of het papier goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en of de stapel niet hoger is dan de lijnmarkering in de lade. Als het fotopapier een tab langs de rand heeft, zorg er dan voor dat de tab naar de voorkant van de printer wijst.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
5. Schuif de papierbreedtegeleider goed tegen de zijden van het papier aan.
Afdrukmateriaal laden 23
Hoofdstuk 1

Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen

Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt ondersteund door de printer. Zie
1. Til de invoerlade op.
2. Open het bedieningspaneel met behulp van de vergrendeling van het paneel.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
LTR LGL
A4
B5
A5
3. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trekt u het
verlengstuk van de invoerlade uit.
4. Laad het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterzijde
van de hoofdlade. Controleer of het papier goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en of de stapel niet hoger is dan de lijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
5. Schuif de papierbreedtegeleider goed tegen de zijden van het papier aan.

De batterij installeren en gebruiken

Bij de printer wordt een oplaadbare lithium-ionbatterij geleverd. U kunt dit onderdeel ook als extra accessoire aanschaffen. Zie meer informatie.
24 Aan de slag
benodigdheden en accessoires van HP voor
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Veiligheid van batterijen

• Informatie over de batterij
De batterij opladen en gebruiken
Veiligheid van batterijen
Gebruik uitsluitend de batterij die specifiek voor de printer is bestemd. Zie benodigdheden en accessoires van HP en Printerspecificaties voor meer informatie.
Neem contact op met uw plaatselijke afvalbedrijf over de plaatselijke voorschriften voor het wegwerpen of recyclen van batterijen. Hoewel de oplaadbare lithium-ionbatterij geen kwik bevat, is het toch mogelijk dat de batterij aan het einde van de levensduur moet worden gerecycled of op geschikte wijze afgevoerd. Zie
De batterij kan ontploffen als deze niet op de juiste manier worden vervangen of in vuur worden geworpen. Sluit de batterij niet kort.
Als u een vervangingsbatterij wilt aanschaffen, neemt u contact op met uw plaatselijke dealer of HP-verkoopkantoor. Zie HP voor meer informatie.
Om gevaar van brand, brandwonden of beschadiging van de batterij te voorkomen, mogen de batterijcontacten niet in aanraking komen met een metalen voorwerp.
Haal de batterij niet uit elkaar. De batterij bevat geen onderdelen die door de gebruiker moeten worden onderhouden.
Wees zeer voorzichtig met een beschadigde of lekkende batterij. Als u in contact komt met de elektrolyt, wast u de blootgestelde huid met water en zeep. Bij contact met het oog, spoelt u het oog gedurende 15 minuten met water en roept u medische hulp in.
Let erop dat u de batterij niet oplaadt, bewaart of gebruikt op plaatsen waar de temperatuur hoger is dan aangegeven in
Kringloopprogramma voor meer informatie.
benodigdheden en accessoires van
Omgevingscondities.
Belangrijke opmerkingen
Neem het volgende in acht wanneer u de batterij oplaadt of gebruikt:
Laad de batterij 4 uur op vóór het eerste gebruik. De volgende keren duurt het ongeveer 3 uur om de batterij volledig op te laden.
Het batterijlampje brandt oranje wanneer de batterij wordt opgeladen. Als het lampje rood is, is de batterij mogelijk defect en aan vervanging toe.
Om de batterijstatus te zien, raakt u de Energiemeter aan op het bedieningspaneel. De batterijstatus wordt ook weergegeven in de Werkset (Windows) en het HP-printerhulpprogramma (Mac OS X). Als u een Microsoft Windows Mobile®-apparaat gebruikt, kunt u de Werkset-software voor PDA’s gebruiken. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Als de batterij bijna leeg is, kunt u de netadapter aansluiten om de batterij op te laden of de batterij vervangen door een opgeladen batterij.
Met een volledig opgeladen accu kunt u ongeveer 500 pagina's afdrukken, ongeveer 140 pagina's scannen of ongeveer 100 pagina's afdrukken afhankelijk van de complexiteit van de taak.
De batterij installeren en gebruiken 25
Hoofdstuk 1
Als de printer op de accu werkt en 5 minuten niet wordt gebruikt, wordt de printer automatisch in de slaapstand gebracht om de accu te sparen. Dit is de standaardinstelling. U kunt deze functie configureren vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Voordat u het apparaat gedurende lange tijd opbergt, moet u de batterij volledig opladen. De batterij mag niet langer dan 6 maanden leeg (niet opgeladen) blijven.
De batterij gaat langer mee wanneer u deze oplaadt, bewaart en gebruikt op plaatsen die voldoen aan de richtlijnen in

Informatie over de batterij

1 Batterij - Voorziet de printer van stroom.
2 Batterijschuifje - Zet de batterij los.
Omgevingscondities.

De batterij opladen en gebruiken

Waarschuwing Laad de batterij 4 uur op vóór het eerste gebruik. Gewoonlijk is
de batterij warm tijdens het opladen. Laad de batterij niet op in een aktetas of andere besloten ruimte. Hierdoor kan de batterij oververhitten.
Opmerking De netadapter voelt gewoonlijk warm aan wanneer hij op een stopcontact is aangesloten.
Opmerking Afdrukken via Bluetooth gebruikt meer batterijvoeding dan afdrukken via een kabelverbinding. Zie over het controleren van het oplaadniveau van de batterij.
Batterij installeren
Opmerking U kunt de batterij installeren terwijl de printer aan- of uitstaat.
26 Aan de slag
De batterij installeren en gebruiken voor informatie
1. Schuif de batterij enigszins schuin in de batterijsleuf totdat de contacten van de
batterij zich ter hoogte van de contacten in de batterijsleuf bevinden. De batterijcontactklep schuift open.
2. Duw de batterij in de batterijsleuf totdat hij vastklikt.
3. Sluit de netadapter op een stopcontact aan en zet de printer aan. Zorg dat de
batterij vier uur oplaadt vóór het eerste gebruik.
4. Nadat de batterij volledig is opgeladen, kunt u de printer gebruiken zonder de
netadapter.
De batterij verwijderen
Volg deze aanwijzingen om de batterij te verwijderen.
1. Verplaats het batterijschuifje in de richting van de pijl.
2. Verwijder de batterij.

Een geheugenapparaat plaatsen

Als u een digitale camera hebt waarbij de foto's worden opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u deze geheugenkaart in de printer plaatsen en zo de foto's afdrukken of opslaan.
Een geheugenapparaat plaatsen 27
Hoofdstuk 1
U kunt de USB-poort aan de achterkant van de printer gebruiken om een USB­geheugenapparaat aan te sluiten, of om verbinding te maken met een PictBridge­compatibele camera om foto's af te drukken. U kunt ook bestanden vanaf het opslagapparaat overzetten naar uw computer.
Let op Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer bezig is met het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat beschadigd raken. U kunt een geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het fotolampje niet knippert.
Opmerking De printer ondersteunt geen gecodeerde geheugenapparaten.
Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer informatie over de ondersteunde geheugenapparaten.
Een geheugenkaart plaatsen
1. Plaats de geheugenkaart met het etiket naar boven.
2. Plaats de geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf aan de linkerzijde van de
printer. U hoort de kaart vastklikken.
Tip Om een geheugenkaart te verwijderen drukt u op de kaart zodat deze vrijkomt.
28 Aan de slag
Een opslagapparaat aansluiten
Sluit het USB-opslagapparaat of het andere uiteinde van de USB-kabel van de
camera aan op de USB-poort aan de achterkant van de printer.
Opmerking Als u een digitale camera aansluit, moet u de USB-modus van de camera veranderen in de opslagmodus en vervolgens één uiteinde van de USB­kabel op de camera aansluiten. Verschillende camera's gebruiken verschillende termen voor de opslagmodus. Sommige camera's hebben bijvoorbeeld een instelling digitale camera en een instelling schijfstation. In dat geval is de instelling schijfstation de instelling voor de opslagmodus. Als opslagmodus niet functioneert voor uw camera, dient u de firmware van de camera misschien bij te werken. Zie de bij de camera geleverde documentatie voor meer informatie.
Opmerking Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past of als de connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u een USB-verlengkabel kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.
Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer informatie over
Zie ondersteunde USB-apparaten.

Afdrukken vanaf mobiele telefoons

Als uw mobiele telefoon Bluetooth ondersteunt, kunt u software aanschaffen waarmee u documenten en foto´s vanaf uw telefoon kunt afdrukken.
Opmerking Als u een apparaat gebruikt met Windows Mobile kunt u de software­cd van HP gebruiken om de afdruksoftware te installeren.
Zie Informatie over afdrukken vanaf de mobiele telefoon voor een lijst met mobiele telefoons en afdruksoftware, en voor informatie over het verkrijgen van de software.

Onderhoud van de printer

De printer vereist geen periodiek onderhoud, behalve dat de inktservicemodule regelmatig moet worden vervangen. Zie informatie. Zorg echter wel dat de printer vrij van stof en vuil blijft. Zo houdt u de printer in uitstekende staat en is de diagnose van problemen wellicht eenvoudiger.
Waarschuwing Vergeet niet de printer uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen voordat u de printer reinigt. Als u de optionele batterij gebruikt, moet u de printer uitzetten en de batterij verwijderen.
De inktservicemodule vervangen voor meer
Onderhoud van de printer 29
Hoofdstuk 1
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

De printer reinigen

De printer reinigen
Volg onderstaande richtlijnen als u de printer reinigt:
Reinig de buitenkant van de printer met een zachte doek die met een niet­agressief detergens en water is bevochtigd.
Opmerking Reinig de printer alleen met water of met water en een niet­agressief detergens. Het gebruik van andere reinigingsmiddelen of alcohol kan de printer beschadigen.
Reinig de binnenkant van de toegangsklep voor de inktcartridges met een droge, pluisvrije doek.
Let op Raak de rollen niet aan. Huidvet op de rollen kan problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.

De printer uitschakelen

Schakel de printer uit door te drukken op (Aan/uit) op de printer. Wacht tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de inktcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de inktcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Opmerking Wacht totdat de printer volledig is uitgeschakeld voordat u het netsnoer verwijdert uit een overspanningsbeveiliging of een stopcontact, of voordat u de batterij verwijdert.
Als u de printer niet op deze manier uitschakelt, krijgt u een foutbericht te zien op het bedieningspaneel de volgende keer dat u de printer inschakelt.
30 Aan de slag

2 Afdrukken

De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch afgehandeld. U dient de instellingen alleen handmatig te wijzigen als u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, als u wilt afdrukken op speciale papiersoorten, als u het papierformaat wilt wijzigen of als u speciale functies wilt gebruiken. Voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten, zie Afdrukmateriaal selecteren.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Documenten afdrukken

Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen Een webpagina afdrukken
Foto's afdrukken
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
Documenten zonder rand afdrukken Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
Documenten afdrukken
Opmerking Met sommige papiersoorten kunt u op beide zijden van een blad
papier afdrukken ("dubbelzijdig afdrukken" of "duplex afdrukken"). Zie beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.
Afdrukken op
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.

Documenten afdrukken (Windows)

Documenten afdrukken (Mac OS X)
Documenten afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van de softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart­wit af te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken 31
Hoofdstuk 2

Documenten afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in overeenstemming met uw project.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.

Brochures afdrukken

Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Brochures afdrukken (Windows) Brochures afdrukken (Mac OS X)

Brochures afdrukken (Windows)

Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd
om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Selecteer de printer waarop u wilt afdrukken.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van de softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Selecteer een formaat in het vervolgmenu Formaat. Selecteer een type brochure
in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
Hulpprogramma's
32 Afdrukken
6. Pas eventueel andere instellingen aan.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt vinden.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.

Brochures afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende instellingen:
Papiersoort: Het juiste type brochurepapier
Kwaliteit: Normaal of Beste
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.

Afdrukken op enveloppen

Vermijd bij het selecteren van enveloppen soorten met een hele gladde afwerking, een zelfklevende laag, een sluiting of vensters. Ook enveloppen met dikke, onregelmatig gevormde of gekrulde kanten of gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde gedeelten kunt u beter niet gebruiken.
Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst stevig gemaakt en goed gevouwen zijn.
Opmerking Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt.
Afdrukken op enveloppen 33
Hoofdstuk 2
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.

Afdrukken op enveloppen (Windows)

• Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1. Plaats enveloppen in de lade. Ga voor meer informatie naar Afdrukmateriaal
laden.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Selecteer de printer waarop u wilt afdrukken.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van de softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig op het tabblad Functies de afdrukstand naar Liggend.
6. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Formaat, in het gedeelte Basisopties.
Selecteer vervolgens de juiste envelopsoort.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt vinden.
7. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)

1. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Kies het gewenste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat en
klik vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer in het pop-upmenu Papierformaat het juiste envelopformaat (indien
beschikbaar).
6. Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
34 Afdrukken

Een webpagina afdrukken

Tip Mogelijk moet u de afdrukstand op Liggend instellen om webpagina's goed af
te drukken.
Opmerking Bepaalde soorten papier kunt u aan beide zijden bedrukken (dit wordt “dubbelzijdig afdrukken” of "duplex afdrukken" genoemd). Zie zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.

Een webpagina afdruken (Windows)

Een webpagina afdrukken (Mac OS X)

Een webpagina afdruken (Windows)
Als u op uw computer Windows en Internet Explorer 6.0 of recenter als webbrowser gebruikt, kunt u HP Smart Web Printing gebruiken om eenvoudig en voorspelbaar webpagina's af te drukken, met controle over wat en hoe u wilt afdrukken. U kunt HP Smart Web Printing openen vanuit de werkbalk in Internet Explorer. Raadpleeg het helpbestand bij HP Smart Web Printing voor meer informatie.
1. Plaats papier in de lade. Zie
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Selecteer in de webbrowser welke onderdelen van de webpagina u wilt afdrukken
(als de webbrowser die mogelijkheid ondersteunt). Klik in Internet Explorer bijvoorbeeld op Opties en selecteer opties zoals Zoals
op het scherm, Alleen het gekozen frame of Alle gekoppelde documenten afdrukken.
5. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken op beide
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
Een webpagina afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
Een webpagina afdrukken 35
Hoofdstuk 2
6. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in
overeenstemming met uw project.
Tip Sommige webbrowsers hebben speciale opties om webpagina's af te drukken. Indien beschikbaar selecteert u de optie voor uw webbrowser uit het pop-upmenu. Zie de documentatie bij uw webbrowser voor meer informatie.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.

Foto's afdrukken

Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het papier kan omkrullen, waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.

Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)

Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)

Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van de softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Als u de foto wilt afdrukken in zwart-wit, klikt u op het tabblad Functies en schakelt u in het gedeelte Kleurenopties de optie Afdrukken in grijsschaal in.
6. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
36 Afdrukken
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
Papiersoort: Het juiste type fotopapier
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Wijzig indien nodig de foto- en kleuropties: a. Klik op het driehoekje naast Kleuropties en selecteer de juiste opties voor
Foto verbeteren:
Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de
scherpte van het beeld enigszins aan.
b. Om de foto in zwart-wit af te drukken klikt u op Grijstinten in het pop-
upmenu Kleur. Kies hier een van deze opties:
Hoge kwaliteit: Gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
Alleen zwarte printcartridge: Gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te
drukken in grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.

Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat

U kunt ondersteunde geheugenkaarten in de sleuf aan de linkerzijde van de printer steken. U kunt bovendien een USB-opslagapparaat (zoals een geheugenpen of draagbare vaste schijf) aansluiten op de USB-poort aan de achterkant van de printer. U kunt ook een digitale camera in de opslagmodus aansluiten op de USB-poort aan de achterkant van de printer, om foto's rechtstreeks vanaf de camera af te drukken.
Zie
Een geheugenapparaat plaatsen voor meer informatie over het gebruik van
geheugenapparaten.
Let op Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer bezig is met het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat beschadigd raken. U kunt een geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het statuslampje niet knippert.
Geselecteerde foto's afdrukken
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar als het geheugenapparaat geen
DPOF-inhoud bevat.
Foto's afdrukken 37
Hoofdstuk 2
1. Plaats het geheugenapparaat in de juiste sleuf van de printer. Op het scherm van het bedieningspaneel verschijnt het fotoscherm.
2. Raak Bekijken & afdrukken aan. De foto's worden weergegeven.
3. Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel voor het selecteren, bewerken en
afdrukken van de foto's.

Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat

Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Als dit niet kan, stel het formaat dan in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op een aangepast papierformaat.
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Zie
Opmerking Aangepaste afdrukformaten kunnen alleen worden gedefinieerd in de HP-afdruksoftware in Mac OS X.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.

Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)

Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het
aangepaste formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie voor instructies
1. Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
7. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar stap 3.
38 Afdrukken
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Pagina-indeling en
controleer vervolgens of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop­upmenu Formaat voor.
- of ­Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Afdrukken en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd.
3. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
4. Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een
naam voor het nieuwe aangepaste formaat.
5. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges in, indien u die wilt aanpassen.
6. Klik op OK.

Documenten zonder rand afdrukken

Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten fotopapier en van bepaalde papierformaten, tot 102 x 152 mm (4 x 6 inches).
Opmerking U kunt geen document zonder rand afdrukken als de papiersoort is ingesteld op Normaal papier.
Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in een softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat het formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten zonder rand afdrukken (Windows) Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)

Documenten zonder rand afdrukken (Windows)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Selecteer de printer waarop u wilt afdrukken.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van de softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Functies.
Documenten zonder rand afdrukken 39
Hoofdstuk 2
6. Klik in de lijst Formaat op Andere en selecteer vervolgens het formaat zonder
rand dat u in de lade hebt geplaatst. Als er een afbeelding zonder randen kan worden afgedrukt op het opgegeven formaat, is het selectievakje Zonder rand geselecteerd.
7. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer de juiste
papiersoort.
8. Schakel het selectievakje Zonder rand in als dit nog niet is ingeschakeld.
Als het papierformaat en de papiersoort voor afdrukken zonder rand niet compatibel zijn, geeft de printersoftware een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander papierformaat of een andere papiersoort selecteren.
9. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat zonder rand: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer een beschikbaar papierformaat zonder rand in het pop-upmenu
Papierformaat en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende instellingen:
Papiersoort: de juiste papiersoort
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
7. Controleer of het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
8. Klik, indien nodig, op het weergavedriehoekje naastKleurenopties en selecteer
9. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
40 Afdrukken
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
de juiste Photo Fix-opties:
Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte
van het beeld enigszins aan.
afdrukken te starten.

Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)

U kunt handmatig op beide zijden van een vel papier afdrukken met behulp van de printersoftware onder Windows.
U kunt dubbelzijdig afdrukken met behulp van een Mac-computer door eerst de even pagina's af te drukken, de vellen om te keren en vervolgens de oneven pagina's af te drukken.

Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows)

Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)

Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1. Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Zie Richtlijnen voor dubbelzijdig (duxplex)
afdrukken en Afdrukmateriaal laden.
2. Open het af te drukken document, klik in het menu Bestand op Afdrukken en klik vervolgens op Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer de optie Handmatig in de vervolgkeuzelijst voor dubbelzijdig
afdrukken.
5. Om het formaat van elke pagina automatisch aan te passen aan de lay-out van het document op het scherm, moet u het selectievakje Lay-out behouden inschakelen. Als u deze optie uitschakelt, kunnen pagina’s op ongewenste plaatsen worden afgebroken.
6. Schakel het selectievakje Pagina’s naar boven omslaan in of uit, afhankelijk van de bindrichting. Zie de afbeeldingen in het printerstuurprogramma voor voorbeelden.
7. Wijzig indien gewenst andere instellingen en klik op OK.
8. Druk het document af.
9. Nadat de eerste zijde van het document is afgedrukt, volgt u de aanwijzingen op
het scherm en plaatst u het papier opnieuw in de lade om de afdruktaak te voltooien.
10. Nadat u het papier opnieuw in de printer heeft geplaatst, klikt u op Doorgaan in de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met de afdruktaak.
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
1. Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Zie Richtlijnen voor dubbelzijdig (duxplex)
afdrukken en Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) 41
Hoofdstuk 2
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik op het pop-upvenster Papierbehandeling, selecteer Alleen oneven in het pop-upvenster Af te drukken pagina's en klik vervolgens op Afdrukken .
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Draai het papier om en druk vervolgens de even pagina's af.
42 Afdrukken

3 Scannen

U kunt het bedieningspaneel van de printer gebruiken om documenten en andere originelen te scannen en ze naar diverse bestemmingen te zenden, zoals een doelmap op een computer. U kunt deze originelen ook scannen vanaf uw computer met de HP­software bij de printer of met TWAIN-compliant of WIA-compliant programma's.
U kunt de HP-software op uw computer gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren in een formaat waarin u kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Opmerking Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de HP­software hebt geïnstalleerd.
Opmerking Scanfuncties worden alleen ondersteund via een USB-verbinding. Scanfuncties zijn niet beschikbaar via een Bluetooth-verbinding.
Opmerking Voor een betere scankwaliteit, gebruikt u de kleurenscan en voorkomt u scannen in rechtstreeks zonlicht of intens licht.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Een origineel scannen

Documenten scannen als bewerkbare tekst
Een origineel scannen
Opmerking Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Opmerking Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de
printer of vanuit uw computer met de HP-printersoftware, dan moet de HP-software die bij de printer is geleverd ook op uw computer zijn geïnstalleerd en werken voordat u scant.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Scannen naar een computer Scannen naar een opslagapparaat

Scannen naar een computer

Opmerking Voordat u gaat scannen naar een computer, installeert u de HP-
software en controleert u of de printer met een USB-kabel is aangesloten op de computer.
Opmerking Als u wilt scannen met behulp van de HP Scan-toepassing of TWAIN­compatibele software, moet u de volledige HP-software installeren.
Scannen 43
Hoofdstuk 3
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de printer
Gebruik deze stappen om vanuit het bedieningspaneel te scannen.
1. Plaats het origineel in de scanner. Zie
Plaats een origineel in de scanner voor
meer informatie.
2. Raak Scannen aan en selecteer Scan naar computer.
Opmerking Als u een computer met Mac OS X gebruikt, moet u de
HP Scan-toepassing afsluiten voordat u via het bedieningspaneel van de printer gaat scannen.
3. Raak het soort document aan dat u wilt opslaan.
4. Raak Scan starten aan.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware
1. Plaats het origineel in de scanner. Zie
Plaats een origineel in de scanner voor
meer informatie.
2. Open de HP-scansoftware op de computer:
Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer, selecteer HP Scan en selecteer de gewenste snelkoppeling.
Mac OS X: Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in
de map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
Tip Om met een Windows-computer documenten in te scannen en te verzenden als bijlagen bij een e-mail, selecteert u Als bijlage toevoegen aan e-mail uit de lijst Snelkoppelingen scannen, en volgt u de instructies op het scherm. Zorg er eerst voor dat u een geldige e-mailaccount hebt gedefinieerd.
3. Klik op Scannen om het scannen te starten.
Opmerking Raadpleeg voor meer informatie de online Help die bij de
scansoftware is geleverd.
Opmerking U kunt de HP-software gebruiken om documenten te scannen als bewerkbare tekst, zodat u in het gescande document tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Met deze indeling kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken. Zie scannen als bewerkbare tekst voor meer informatie.

Scannen naar een opslagapparaat

Opmerking Als u naar een geheugenapparaat wilt scannen, hoeft u de HP-
software niet te installeren of de printer aan te sluiten op een computer.
44 Scannen
Documenten
Een origineel scannen naar een geheugenapparaat vanaf het bedieningspaneel van de printer
Volg deze stappen om een origineel naar een geheugenapparaat te scannen.
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de scanner. Zie
een origineel in de scanner voor meer informatie.
2. Plaats een geheugenapparaat. Zie
Een geheugenapparaat plaatsen voor meer
informatie.
3. Raak Scannen aan en raak vervolgens Geheugenkaart of USB-station aan.
4. Raak Documenttype aan om het documenttype te selecteren dat u wilt opslaan.
Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties. Raak Resolutie aan indien u de uitvoerkwaliteit wilt wijzigen.
5. Raak Scan starten aan.

Documenten scannen als bewerkbare tekst

U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten scannen als bewerkbare tekst Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst

Documenten scannen als bewerkbare tekst

Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Plaats
Windows
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de scanner. Zie
Plaats
een origineel in de scanner voor meer informatie.
2. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens HP Scan.
3. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het originele document
Selecteer in de lijst de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst en selecteer vervolgens Tekstbestand (.txt) in het vervolgkeuzelijst Bestandstype.
Selecteer in de lijst de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst en selecteer vervolgens Rich Text File (*.rtf) in het vervolgkeuzelijst Bestandstype.
Of:
Documenten scannen als bewerkbare tekst 45
Hoofdstuk 3
Selecteer in de lijst de snelkoppeling Opslaan als PDF (doorzoekbaar) en selecteer vervolgens Doorzoekbare PDF
(.pdf) in het vervolgmenu Bestandstype.
4. Klik op Scannen en volg de aanwijzingen op het scherm om de scan te starten.
Mac OS X
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de scanner. Zie
Plaats
een origineel in de scanner voor meer informatie.
2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map Hewlett­Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren.
4. Selecteer Documenten in het pop-upmenu Voorinstellingen.
5. Klik op Scannen om het scannen te starten.
6. Na het scannen klikt u op de knop Opslaan in de werkbalk HP Scan.
7. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het originele document
Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling. Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het originele document
Selecteer RTF of PDF-doorzoekbaar in het pop-upmenu Indeling.
8. Klik op Opslaan.

Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst

Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan converteren:
Kijk na of de glasplaat schoon is. Wanneer u de printer gebruikt om documenten te scannen, worden vegen of stof
op de glasplaat mogelijk ook gescand waardoor de software het document niet meer goed kan converteren naar bewerkbare tekst.
Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst moet het origineel met de bovenrand naar voren en de te scannen tekst naar boven worden geplaatst. Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie origineel in de scanner voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt. Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het origineel duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed kan converteren:
De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld. De tekst is te klein.
46 Scannen
Plaats een
De structuur van het document is te complex. De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die
door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de
voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
Kies het juiste profiel.
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare tekst mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale kwaliteit krijgt voor de OCR-scan. Gebruik in Windows de snelkoppelingen Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF. Gebruik in Mac OS X de voorinstelling Documenten.
Sla het bestand op met de juiste indeling.
Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het oorspronkelijke document over te nemen, selecteert u een indeling voor kale tekst (zoals Text (.txt) of TXT). Als u de tekst wilt ophalen inclusief enige opmaak uit het oorspronkelijke document, selecteert u een Rich Text Format (zoals Rich Text (.rtf) of RTF) of een doorzoekbaar PDF-formaat (Doorzoekbare PDF (.pdf) of PDF-doorzoekbaar).
Documenten scannen als bewerkbare tekst 47
Hoofdstuk 3
48 Scannen
4Kopiëren
U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten- en formaten.
Opmerking Voor een betere kopieerkwaliteit, gebruikt u de kleurenkopie en voorkomt u kopiëren in rechtstreeks zonlicht of intens licht.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten kopiëren Kopieerinstellingen wijzigen

Documenten kopiëren

U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1. Zorg dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Plaats het origineel in de scanner. Zie
meer informatie.
3. Raak Kopiëren aan.
4. Raak de pijltoetsen links en rechts aan om het aantal kopieën te selecteren.
5. Raak Instellingen aan om de kopieerinstellingen te wijzigen. Zie
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
6. Raak een van de volgende opties aan om de kopieertaak te starten:
Start, zwart-wit: Hiermee start u een kopieertaak in zwart-wit.
Start, kleur: Om een kleurenkopieertaak te kiezen.
Plaats een origineel in de scanner voor
Opmerking Als het origineel in kleur is, geeft de kopieerfunctie Zwart een zwart-witkopie van het gekleurde origineel. De functie Kleur geeft een kleurenkopie van het kleurenorigineel.

Kopieerinstellingen wijzigen

U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het bedieningspaneel van de printer, waaronder:
Kopieerformaat
Soort kopieerpapier
Formaat wijzigen
Kopieerkwaliteit
Instellingen lichter/donkerder
Als nieuwe standaardinstellingen instellen - Als u dit aanraakt nadat u instellingen hebt gewijzigd, zijn dit de nieuwe standaardinstellingen voor alle kopieën.

Kopiëren 49

Hoofdstuk 4
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
Om de kopieerinstellingen voor een eenmalige job te wijzigen
1. Raak Kopiëren aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige taken
1. Raak Kopiëren aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Maak de gewenste wijzigingen in de kopieerfunctie-instellingen, en raak daarna Als nieuwe standaardinstellingen instellen aan.
3. Raak Ja aan.
50 Kopiëren

5 Werken met printcartridges

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Informatie over printcartridges

Bekijk de geschatte inktniveaus Omgaan met de printcartridges
Inktcartridges vervangen Afdrukken met één inktcartridge
Printerbenodigdheden bewaren
De inktcartridge onderhouden
Informatie over printcartridges
Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP­printcartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
Als u een printcartridge moet vervangen, wacht dan tot u beschikt over een nieuwe printcartridge om te installeren voordat u de oude cartridge verwijdert.
Let op Laat de uitgepakte printcartridge niet voor een langere periode buiten het apparaat. Dit kan leiden tot beschadiging van de printcartridge.
Haal printcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
• Schakel de printer uit door op de
Wacht tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Als de printer verkeerd is uitgeschakeld, wordt de wagen met printcartridges mogelijk niet op juiste positie teruggezet en dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken. Zie voor meer informatie.
Bewaar printcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt, maar een aanzienlijke afname van de afdrukwaliteit kan het gevolg zijn van een of meerdere lege cartridges. Mogelijke oplossingen zijn het controleren van de geschatte inktniveaus in de cartridges en het reinigen van de printcartridges. Het reinigen van de printcartridges verbruikt enige inkt. Zie Geavanceerd onderhoud van inktcartridges voor meer informatie.
Reinig printcartridges niet onnodig. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van de printcartridges.
(Aan/uit-knop) op het apparaat te drukken.
De printer uitschakelen
Werken met printcartridges 51
Hoofdstuk 5
Hanteer de printcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de printcartridges tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
Als u het apparaat vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de wagen met printcartridges lekt of dat het apparaat beschadigd raakt:
Zorg ervoor dat u het toestel uitschakelt met de knop De wagen met printcartridges moet rechts in het onderhoudsstation worden
geplaatst.
Zorg ervoor dat u de printcartridges in de printer laat.
Verwante onderwerpen

Bekijk de geschatte inktniveaus

Bekijk de geschatte inktniveaus
U kunt de geschatte inktniveaus controleren vanuit de Werkset (Windows), het HP printerhulpprogramma (Mac OS X) of de Werkset-software voor pda's. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze tools. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te bekijken (zie printerinformatie begrijpen).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de patronen wordt in het afdrukproces op een aantal verschillende manieren gebruikt, onder andere tijdens het initialisatieproces, waarin het product en de inktcartridges worden voorbereid voor het afdrukken, en voor het onderhoud van printkoppen, waardoor de inktsproeiers schoon blijven en de inkt vloeiend blijft stromen. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is gebruikt. Raadpleeg
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
(aan/uit).
Pagina’s met
52 Werken met printcartridges

Omgaan met de printcartridges

Voordat u een printcartridge vervangt of reinigt, moet u eerst de namen van de onderdelen kennen en weten hoe u met de printcartridges moet omgaan.
1 Koperkleurige contactpunten
2 Plastic tape met roze treklipje (moet voorafgaande aan de installatie worden verwijderd)
3 Inktsproeiers onder tape
Houd de printcartridges vast aan de zwarte plastic zijkant, met het etiket naar boven. Raak de koperkleurige contactpunten en de inktsproeiers niet aan.
Opmerking Hanteer de printcartridges met zorg. Door cartridges te laten vallen of er hard tegenaan te stoten kunnen tijdelijke afdrukproblemen of zelfs permanente schade ontstaan.

Inktcartridges vervangen

U kunt de geschatte inktniveaus controleren vanuit de Werkset (Windows), het HP­printerhulpprogramma (Mac OS) en de Werkset-software voor PDA’s (Microsoft Windows Mobile). Zie van deze tools. U kunt de diagnostische zelftestpagina ook afdrukken om deze informatie te bekijken (zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik
Pagina’s met printerinformatie begrijpen).
Inktcartridges vervangen 53
Hoofdstuk 5
Opmerking De getoonde inktniveaus zijn alleen een schatting. De werkelijke inktniveaus kunnen verschillen.
Installeer de inktcartridge direct nadat u deze uit de verpakking hebt verwijderd. Verwijder een cartridge niet voor langere tijd uit de printer.
Als u wilt weten welke inktcartridges bestemd zijn voor gebruik met de printer, raadpleegt u
Benodigdheden.
Let op U mag de inktsproeiers of koperen strips van de inktcartridges niet aanraken of de koperen strips verwijderen om verstoppingen, inktstoringen of slechte elektrische verbindingen te voorkomen.
U vervangt de printcartridges als volgt:
Volg deze instructies om een inktcartridge te vervangen.
1. Neem de nieuwe inktcartridge uit de verpakking en trek aan het gekleurde lipje om de beschermfolie van de cartridge te verwijderen.
1 Koperkleurige contactpunten
2 Plastic tape met roze treklipje (moet voorafgaande aan de installatie worden
verwijderd)
3 Inktsproeiers onder tape
2. Open de toegangsklep van de cartridges terwijl de printer aanstaat. Wacht tot de wagen stilstaat. Dit duurt slechts enkele seconden.
Let op Verwijder of installeer inktcartridges pas nadat de cartridgewagen is gestopt.
54 Werken met printcartridges
3. Til de klem van de inktcartridge op en verwijder de cartridge voorzichtig uit de
houder.
4. Plaats de nieuwe inktcartridge in de houder onder dezelfde hoek waaronder u de
oude cartridge hebt verwijderd. Vergelijk het symbool op de klem met het symbool op de inktcartridge om er zeker van te zijn dat u de juiste cartridge plaatst.
5. Sluit de klem van de inktcartridge. Als de inktpatroon juist is geplaatst, wordt hij
voorzichtig in de houder geduwd wanneer u de klem dichtklapt. Oefen druk uit op de klem om zeker te zijn dat hij plat tegen de inktpatroon zit.
6. Sluit de toegangsklep van de cartridge.
7. Wacht totdat de wagen gereed is met de initialisatie van de inktcartridge voordat
u de printer gebruikt.
Opmerking Open de toegangsklep van de cartridge niet voordat de initialisatie van de inktcartridge is voltooid.
Inktcartridges vervangen 55
Hoofdstuk 5

Afdrukken met één inktcartridge

Als de inkt in een van de inktcartridges op is en u de cartridge nog niet hebt vervangen, kunt u nog steeds afdrukken met één inktcartridge.
Lege cartridge Gebruikte cartridges Uitvoer
Zwart Drukt af met alleen de
Drie kleuren Drukt af met alleen de zwarte
Foto Drukt af met alleen de
Opmerking Bij gebruik van slechts één cartridge kan het zijn dat de printer langzamer afdrukt en dat de afdrukkwaliteit minder goed is. U wordt aangeraden met beide inktcartridges af te drukken. Voor afdrukken zonder randen moet de driekleureninktcartridge zijn geïnstalleerd.
driekleureninktcartridge
cartridge of de fotocartridge
driekleureninktcartridge

Printerbenodigdheden bewaren

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Inktcartridges bewaren

Inktcartridges bewaren
Bewaar de inktcartridge in een luchtdichte verpakking met de inktsproeiers naar boven.

De inktcartridge onderhouden

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Lijn de inktcartridges uit

Kleuren kalibreren
Reinig de printcartridges
Kleur en grijsschaal
Alle documenten worden in grijstinten afgedrukt
Kleur en grijsschaal
Lijn de inktcartridges uit
Telkens als u een nieuwe inktcartridge installeert, moet u de cartridges uitlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Als de afdruk korrelig is of losse stippen of gekartelde randen vertoont, of als de inktkleuren in elkaar overlopen, lijnt u de inktcartridges opnieuw uit vanuit de Werkset of het HP-hulpprogramma (Mac OS). Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze tools.
Opmerking Plaats normaal papier in de invoerlade voordat u de inktcartridges uitlijnt. Er wordt een uitlijnpagina afgedrukt tijdens de uitlijning.
56 Werken met printcartridges
Bedieningspaneel van de printer: Raak rechterpijl aan, raak Configuratie aan, raak Extra aan en selecteer vervolgens Inktcartridges uitlijnen.
Werkset (Windows): Open de Werkset. Zie informatie. Klik op het tabblad Printerservice, klik op Inktpatronen uitlijnen en volg de aanwijzingen op het scherm.
HP-hulpprogramma (Mac OS): Open het HP Hulpprogramma. Zie hulpprogramma (Mac OS X) voor meer informatie. Klik op Uitlijnen en volg de instructies op het scherm.

Kleuren kalibreren

Als u niet tevreden bent over hoe de kleuren eruitzien, kunt u de kleuren handmatig kalibreren om een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen.
Opmerking U kunt de kleuren alleen kalibreren als zowel de driekleurencartridge als de fotocartridge zijn geïnstalleerd. De fotocartridge kan als een optioneel accessoire worden aangeschaft. Zie meer informatie.
Opmerking Als u Windows Mobile gebruikt, kunt u de kleur kalibreren met de Werkset-software voor PDA’s. Zie Windows Mobile) voor meer informatie.
Kleurkalibratie brengt de kleurtinten op de afdrukken in evenwicht. Kalibreer de kleuren alleen in de volgende gevallen:
De kleuren op de afdrukken neigen duidelijk naar geel, cyaan of magenta.
De grijstinten vertonen een gekleurde ondertoon.
Onjuiste kleuren kunnen ook door een laag inktniveau worden veroorzaakt.
Werkset (Windows): Open de Werkset. Zie informatie. Klik op het tabblad Printerservices, vervolgens op Kleur kalibreren en volg de instructies op het scherm.
HP-hulpprogramma (Mac OS): Open het HP Hulpprogramma. Zie hulpprogramma (Mac OS X) voor meer informatie. Klik op de knop Kleur kalibreren en volg de instructies op het scherm op.
Werkset (Windows) voor meer
HP-
benodigdheden en accessoires van HP voor
Werkset-software voor PDA’s (Microsoft
Werkset (Windows) voor meer
HP-

Reinig de printcartridges

De inktcartridges moeten wellicht worden gereinigd als tekens niet volledig worden afgedrukt of als er stippen of lijnen op de afdrukken ontbreken. Dit wijst op verstopte inktsproeiers, wellicht veroorzaakt door langdurige blootstelling aan lucht.
Opmerking Voordat u de inktcartridges reinigt, controleert u of de cartridges niet leeg of bijna leeg zijn. Lage inktniveau's kunnen eveneens voor gevolg hebben dat tekens niet volledig worden gevuld en lijnen of punten niet worden afgedrukt. U kunt het inktniveau van de cartridges ook controleren op het bedieningspaneel van de printer, op het tabblad Printerstatus in de Werkset (Windows), via het HP­hulpprogramma (Mac OS X) of de Werkset-software voor PDA’s. Zie printcartridges voor meer informatie.
Werken met
De inktcartridge onderhouden 57
Hoofdstuk 5
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Inktcartridges automatisch reinigen
• Inktcartridges handmatig reinigen
Inktcartridges automatisch reinigen
Opmerking Reinig de inktcartridges alleen als de afdrukkwaliteit niet goed is. Bij
het reinigen wordt inkt verbruikt en dit verkort de levensduur van de inktcartridges. Er zijn drie reinigingsniveaus. Ga uitsluitend naar het volgende reinigingsniveau als u niet tevreden bent over het resultaat van een reiniging.
Bedieningspaneel
1. Raak de pijl naar rechts
aan en daarna Configuratie.
2. Raak Extra aan, en daarna Inktcartridges reinigen.
3. Volg de instructies op het scherm.
Werkset (Windows)
1. Open de Werkset. Zie
Werkset (Windows) voor meer informatie.
2. Klik op het tabblad Services, klik op Cartridges reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
HP-printerhulpprogramma (Mac OS)
1. Open het HP Hulpprogramma. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op Reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Inktcartridges handmatig reinigen
Slecht contact tussen de inktcartridges en de inktcartridgehouders kan foutberichten veroorzaken of de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden. U kunt dit probleem proberen op te lossen door de elektrische contacten van de inktcartridges en de inktcartridgehouders te reinigen.
Opmerking Voordat u de inktcartridges handmatig reinigt, verwijdert u de cartridges en plaatst u ze weer terug om te controleren of ze goed zijn geplaatst.
1. Zet het apparaat aan en open de toegangsklep aan de voorzijde. De inktpatroonhouder verplaatst zich naar het midden van de printer.
2. Wacht tot de wagen met printcartridges stilstaat en koppel vervolgens de stekker los van de achterkant van het apparaat.
3. Til de klem van de inktcartridge op en verwijder de cartridge voorzichtig uit de houder.
4. Controleer de contactpunten van de printpatronen op aangekoekte inkt en vuil.
5. Dompel een schoon schuimrubberen veegstokje of pluisvrij doekje in het
gedistilleerde water en knijp het overtollige vocht eruit.
6. Houd de printcartridge vast aan de zijkanten.
58 Werken met printcartridges
7. Reinig alleen de koperkleurige contactpunten. Laat de inktpatronen circa tien
minuten drogen.
1 Koperkleurige contactpunten
2 Inktsproeiers (niet schoonmaken)
8. Plaats de inktcartridge in de houder onder dezelfde hoek waaronder u de oude
cartridge hebt verwijderd.
9. Sluit de klem van de inktcartridge. Als de inktpatroon juist is geplaatst, wordt hij
voorzichtig in de houder geduwd wanneer u de klem dichtklapt. Oefen druk uit op de klem om zeker te zijn dat hij plat tegen de inktpatroon zit.
10. Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere printcartridge.
11. Sluit de toegangsklep aan de voorzijde voorzichtig en sluit het netsnoer aan op
de achterkant van het apparaat.
12. Wacht totdat de wagen gereed is met de initialisatie van de inktcartridge en is
teruggekeerd naar de startpositie aan de linkerzijde van de printer voordat u de printer gebruikt.
Opmerking Open de voorste toegangsklep niet voordat de initialisatie van de inktcartridge is voltooid.
13. Lijn de inktpatronen uit. Zie Lijn de inktcartridges uit voor meer informatie.
De inktcartridge onderhouden 59
Hoofdstuk 5
60 Werken met printcartridges

6 Een probleem oplossen

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
HP-ondersteuning Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen
• Problemen met het afdrukken oplossen
• Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
• Geavanceerd onderhoud van inktcartridges
• Problemen met de papierinvoer oplossen
• Problemen met het kopiëren oplossen
• Scanproblemen oplossen
• Installatieproblemen oplossen
• Problemen met de installatie van Bluetooth-communicatie
• Pagina’s met printerinformatie begrijpen
• Papierstoringen verhelpen

HP-ondersteuning

Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1. Raadpleeg de documentatie van de printer.
2. Bezoek de online ondersteuning op
ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. HP­ondersteuning is de meest betrouwbare bron van actuele printerinformatie en deskundige hulp, en biedt de volgende voordelen:
Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
Software- en stuurprogramma-updates voor de HP-printer
Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende
problemen
Pro-actieve printerupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-
nieuwsbrieven die beschikbaar zijn als u de HP-printer registreert
Zie
Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie.
3. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en taal. Zie voor meer informatie.
www.hp.com/support. De online
Telefonische ondersteuning van HP

Elektronische ondersteuning krijgen

Surf voor ondersteunings- en garantie-informatie naar www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Deze website biedt ook technische ondersteuning, drivers, benodigdheden, bestelinformatie en andere opties zoals:
Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
Een e-mail naar HP sturen voor antwoord op uw vragen.
Een probleem oplossen 61
Hoofdstuk 6
On line met een technicus van HP spreken.
Controleren of er HP-software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning krijgen via de HP-software die bij de computer is geleverd. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en taal.

Telefonische ondersteuning van HP

De ondersteunende telefoonnummers en bijbehorende kosten die hier zijn vermeld, zijn van kracht ten tijde van de publicatie en alleen van toepassing op oproepen die vanaf een vaste lijn zijn gemaakt. Voor mobiele telefoons gelden mogelijk andere tarieven.
Zie
www.hp.com/support voor de meest recente lijst met nummers voor telefonische
ondersteuning en informatie over de belkosten.
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP­Klantenondersteuningscentrum.
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor Linux-printing. U vindt alle ondersteuning online op de volgende website: op de knop Stel een vraag om te beginnen met het ondersteuningsproces.
De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Als u deze besturingssystemen gebruikt, gaat u naar
https://launchpad.net/hplip. Klik
www.hp.com/support.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voordat u belt Periode voor telefonische ondersteuning
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Na de periode van telefonische ondersteuning
Voordat u belt
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en de HP All-in-One zit. Zorg dat u de volgende informatie kunt geven:
Modelnummer (zie
Het modelnummer van de printer vinden voor meer
informatie)
Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer)
Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
Antwoorden op de volgende vragen:
Doet dit probleem zich vaker voor? Kunt u het probleem reproduceren? Deed dit probleem zich voor nadat u nieuwe hardware of software aan de
computer had toegevoegd?
Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voorafgaande aan deze
toestand (was er een onweersbui of is de printer verplaatst)?
62 Een probleem oplossen
Periode voor telefonische ondersteuning
Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille Oceaan) en Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Op vele locaties biedt HP gratis telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode. Sommige ondersteuningsnummers zijn echter niet gratis.
HP-ondersteuning 63
Hoofdstuk 6
Voor de meest recente lijst van nummers voor telefonische ondersteuning surft u naar www.hp.com/support.
64 Een probleem oplossen
Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning, kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. Er is mogelijk ook hulp beschikbaar op de HP-website voor online ondersteuning. Neem contact op met uw HP-leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio voor meer informatie over de beschikbare ondersteuningsopties.
www.hp.com/support.

Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen

Opmerking Voor veel van de onderstaande stappen hebt u HP-software nodig.
Als u de HP-software niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit doen met de HP-software­cd die bij de printer werd geleverd. U kunt de software ook downloaden vanaf de HP-ondersteuningswebsite:
Probeer het volgende als u een afdrukprobleem wilt oplossen.
•Zie
•Zie
Controleer of het Aan/Uit-lampje brandt en niet knippert. Wanneer de printer voor
Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer
Als de printer werkt op energie van de batterij, controleert u of de batterij is
Afdrukmateriaal moet goed in de invoerlade zijn geplaatst en niet in de printer zijn
Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
De printer is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows
Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met
Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit
Papierstoringen verhelpen voor papierstoringen. Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over problemen met
de papierinvoer, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
de eerste keer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer een minuut om te initialiseren nadat de inktcartridges zijn geïnstalleerd.
zijn aangesloten. Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroom-stopcontact en is ingeschakeld. Zie spanningsvereisten.
opgeladen. Zie
vastgelopen.
stelt u het apparaat in de map Printers als standaard in. Voor Mac OS X, kunt u dit als standaard instellen in het gedeelte Afdrukken & Faxen of Afdrukken& Scannen van de systeemvoorkeuren. Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
Windows gebruikt.
de programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de taak opnieuw afdrukt.
De batterij opladen en gebruiken voor meer informatie.
www.hp.com/support.
Elektrische vereisten voor
Onderwerpen over het oplossen van problemen
Problemen met het afdrukken oplossen
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
Problemen met de papierinvoer oplossen
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen 65
Hoofdstuk 6
Problemen met het kopiëren oplossen
Scanproblemen oplossen
Installatieproblemen oplossen Problemen met de installatie van Bluetooth-communicatie
Papierstoringen verhelpen

Problemen met het afdrukken oplossen

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De printer schakelt onverwachts uit Alle printerlampjes branden of knipperen

De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)

Een van de inktcartridges past niet in de printer
Printer drukt langzaam af Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst

De printer schakelt onverwachts uit

Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroom­stopcontact. Zie
Als u de batterij gebruikt, controleert u of deze correct is geplaatst.
Elektrische vereisten voor spanningsvereisten.

Alle printerlampjes branden of knipperen

Er is een fout opgetreden die niet kan worden hersteld
Koppel alle kabels los (zoals het netsnoer en de USB-kabel), verwijder de batterij, wacht ongeveer 20 seconden en verbind de kabels opnieuw. Als het probleem aanhoudt, gaat u naar de HP-website ( recente informatie over het oplossen van problemen en de nieuwste printerfixes en ­updates.
www.hp.com/support/officejetprok550) voor
De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)
Controleer de afdrukwachtrij
Er kan een afdruktaak vastzitten in de afdrukwachtrij. Om dit te verhelpen opent u de afdrukwachtrij. Annuleer het afdrukken van alle documenten in de wachtrij, en start vervolgens de computer opnieuw op. Nadat de computer is opgestart, probeert u opnieuw af te drukken. Raadpleeg de Help bij het besturingssysteem voor informatie over het openen van de afdrukwachtrij en het annuleren van afdruktaken.
66 Een probleem oplossen
De printerinstellingen controleren
Raadpleeg
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen voor meer
informatie.
De installatie van de printersoftware controleren
Als de printer is uitgezet tijdens het afdrukken, verschijnt er op de computer een waarschuwing. Gebeurt dat niet, dan is de meegeleverde printersoftware wellicht niet goed geïnstalleerd. Om dit op te lossen verwijdert u de software van uw computer en installeert u deze vervolgens opnieuw. Zie
Verwijder de HP-software volledig en
installeer deze opnieuw voor meer informatie.
Controleer de kabelaansluitingen
Controleer of beide uiteinden van de USB-kabel stevig zijn aangesloten.
Controleer individuele firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd
De individuele firewallsoftware is een beveiligingstoepassing die de computer beschermt tegen indringers. De firewall kan echter ook communicatie tussen de computer en de printer blokkeren. Als er problemen zijn bij de communicatie met de printer, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft voordoen, worden de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt. Schakel de firewall weer in. Als u na het uitschakelen van de firewall wel met de printer kunt communiceren, kunt u een statisch IP-adres aan de printer toewijzen en de firewall weer inschakelen.
De Bluetooth-verbinding controleren
Het lukt niet altijd om grote bestanden via een Bluetooth-verbinding af te drukken. Probeer een kleiner bestand af te drukken. Zie
De printer instellen voor Bluetooth-
communicatie voor meer informatie.

Een van de inktcartridges past niet in de printer

Controleer het inktpatroon
Verwijder de inktcartridge uit de printer en plaats de cartridge vervolgens weer in de printer.
Controleer of de inktcartridge bedoeld is voor gebruik in deze printer. Zie met printcartridges voor meer informatie.
De inktcartridge handmatig reinigen
Voer de reinigingsprocedure voor de inktpatronen volledig uit. Zie handmatig reinigen voor meer informatie.
De printer uitzetten nadat de inktcartridge is verwijderd
Schakel de printer uit nadat u de inktcartridge hebt verwijderd, wacht ongeveer 20 seconden en schakel de printer weer in zonder dat de inktcartridge is geïnstalleerd. Nadat de printer opnieuw is gestart, plaatst u de inktcartridge terug.
Opmerking Zorg dat u de printer correct uitschakelt. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
Werken
Inktcartridges
Problemen met het afdrukken oplossen 67
Hoofdstuk 6

Printer drukt langzaam af

Controleer de beschikbare systeembronnen
Controleer of de computer over voldoende systeembronnen beschikt om het document binnen een redelijke tijd af te drukken. Als de computer slechts voldoet aan de minimale systeemvereisten, kan het afdrukken van documenten langer duren. Zie systeemvereisten.
Ook wanneer de computer het druk heeft met het uitvoeren van andere programma’s, kan het afdrukken van documenten langer duren. Sluit een paar programma's en druk het document opnieuw af.
Instellingen van de printersoftware controleren
De afdruksnelheid is langzamer wanneer Beste of Maximale dpi is geselecteerd als afdrukkwaliteit. Om de afdruksnelheid te verhogen kiest u verschillende afdrukinstellingen in het stuurprogramma van de printer. Zie informatie.
Controleer of er sprake is van radiostoring
Als de printer via een draadloze Bluetooth-verbinding werkt en langzaam afdrukt, is het radiosignaal mogelijk te zwak. Zie voor meer informatie.
Systeemvereisten voor meer informatie over minimale en aanbevolen
Afdrukken voor meer
De printer instellen voor Bluetooth-communicatie
De draadloze Bluetooth-verbinding controleren
Het lukt niet altijd om grote bestanden via een draadloze Bluetooth-verbinding af te drukken. Probeer een kleiner bestand af te drukken. Zie van Bluetooth-communicatie voor meer informatie.

Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt

De printcartridge reinigen
Voer de reinigingsprocedure voor de inktpatronen volledig uit. Zie automatisch reinigen voor meer informatie.
Het oplaadniveau van de batterij controleren
Als de printer werkt op energie van de batterij, controleert u of de batterij is opgeladen en goed werkt. Als het oplaadniveau van de batterij te laag is, wordt de pagina wellicht uitgeworpen voordat deze volledig is afgedrukt. Sluit het netsnoer aan en laad de batterij op. Zie gebruik van de batterij.
Controleer de materiaalinstellingen
Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de invoerlade.
Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met de breedte van het afdrukmateriaal in de invoerlade.
De batterij installeren en gebruiken voor meer informatie over het
Problemen met de installatie
Inktcartridges
68 Een probleem oplossen
De Bluetooth-verbinding controleren
Het lukt niet altijd om grote bestanden via een Bluetooth-verbinding af te drukken. Probeer een kleiner bestand af te drukken. Zie
Problemen met de installatie van
Bluetooth-communicatie voor meer informatie.
Er worden meerdere pagina´s door de printer gevoerd
Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over problemen met
Zie de papierinvoer.
Het bestand bevat een lege pagina
Controleer het bestand om ervoor te zorgen dat het geen lege pagina bevat.

De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten

Controleer de printcartridges
Controleer of beide inktpatronen geïnstalleerd zijn en naar behoren werken.
Misschien moeten de inktcartridges worden gereinigd. Zie automatisch reinigen voor meer informatie.
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen.
Verwijder de inktpatronen en plaats ze weer terug en zorg daarbij dat ze stevig vastklikken. Zie
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen. Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Werken met printcartridges voor meer informatie.
Inktcartridges
Controleer de kleurinstellingen Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in de printerdriver.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden die worden gegenereerd door monitoren, motoren, ventilatoren, tv´s en dergelijke apparaten) kunnen soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden te minimaliseren.
Controleer de PictBridge-instellingen
Als u afdrukt met een PictBridge-apparaat, moet u controleren of de afdrukmateriaalinstellingen in het apparaat juist zijn ofwel of het apparaat standaard de huidige printerinstellingen gebruikt. U kunt de Werkset (Windows), het HP­hulpprogramma (Mac OS) of de Werkset-software voor PDA’s (Windows Mobile) gebruiken om te controleren of de huidige printerinstellingen juist zijn.
Problemen met het afdrukken oplossen 69
Hoofdstuk 6
Controleer de instellingen voor afdrukken zonder rand
Als u afdrukt met een PictBridge-apparaat, moet u controleren of de afdrukmateriaalinstellingen in het apparaat juist zijn ofwel of het apparaat standaard de huidige printerinstellingen gebruikt.
De Bluetooth-verbinding controleren
Het lukt niet altijd om grote bestanden via een Bluetooth-draadloze verbinding af te drukken. Probeer een kleiner bestand af te drukken. Zie van Bluetooth-communicatie voor meer informatie.
Controleer het lettertype van de mobiele telefoon
Er kunnen vakjes verschijnen als u probeert om Aziatische lettertypen af te drukken vanuit mobiele telefoons op niet in Azië aangeschafte printers. Aziatische lettertypen voor afdrukken via Bluetooth vanaf mobiele telefoons worden alleen ondersteund op modellen die in Azië zijn aangeschaft.

Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst

Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de geleiders goed tegen de randen van het afdrukmateriaal zijn geschoven en kijk na er niet te veel afdrukmateriaal in de invoerlade is geplaatst. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
Problemen met de installatie
Controleer het papierformaat
De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het document groter is dan het gebruikte papier.
Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in het printerstuurprogramma overeenkomt met het formaat van het afdrukmateriaal in de invoerlade.
Controleer de marge-instellingen
Als delen van tekst of afbeeldingen aan de randen van de pagina zijn weggevallen, controleert u of de marges van het document niet buiten het afdrukgebied van de printer vallen. Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie
Controleer of het formaat van het afdrukmateriaal en de afdrukstand die in de toepassing zijn geselecteerd, overeenkomen met de instellingen in het printerstuurprogramma. Zie
Afdrukken voor meer informatie.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden die worden gegenereerd door monitoren, motoren, ventilatoren, tv´s en dergelijke apparaten) kunnen soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden te minimaliseren.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, wordt het probleem mogelijk veroorzaakt doordat de toepassing de printerinstellingen niet goed kan interpreteren.
70 Een probleem oplossen
Lees de printerinformatie voor bekende softwareproblemen, raadpleeg de documentatie bij de toepassing of neem contact op met de softwarefabrikant.

Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten

Druk een pagina afdrukkwaliteit af voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit. Zie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Algemene tips

Controleer de printcartridges
Controleer of beide inktpatronen geïnstalleerd zijn en naar behoren werken.
Misschien moeten de inktcartridges worden gereinigd. Zie
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen.
Verwijder de inktpatronen en plaats ze weer terug en zorg daarbij dat ze stevig
Telkens als u een nieuwe inktcartridge installeert, moet u de cartridges uitlijnen
Het kan zijn dat de inktsproeiers tijdelijk niet werken als de inktcartridges zijn
Gebruik de juiste inktcartridge voor het project. U krijgt optimale resultaten door
Controleer of er met de inktcartridges is geknoeid. Het navullen van cartridges en
Algemene tips Er worden vreemde tekens afgedrukt De inkt wordt uitgesmeerd De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof Kleuren worden in zwart-wit afgedrukt De verkeerde kleuren worden afgedrukt De kleuren op de afdruk lopen door elkaar Kleuren lijnen niet goed uit met elkaar Afdrukken met strepen
automatisch reinigen voor meer informatie.
vastklikken. Zie
voor een optimale afdrukkwaliteit. Als de afdruk korrelig is of losse stippen of gekartelde randen vertoont, of als de inktkleuren in elkaar overlopen, lijnt u de cartridges opnieuw uit vanuit de Werkset of het printerstuurprogramma (Windows), het HP-printerhulpprogramma (Mac OS X) of de Werkset-software voor PDA’s (Windows Mobile). Zie
gevallen of een schok gehad. U verhelpt dit probleem door de inktcartridge 2 tot 24 uur in de printer te laten.
de zwarte inktcartridge van HP te gebruiken voor tekstdocumenten, en de foto­inktcartridge van HP voor kleuren- of zwart-witfoto’s.
het gebruik van incompatibele inkten kan het complexe afdruksysteem ontregelen, wat kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de printer of de cartridge. Nagevulde inktpatronen worden niet door de garantie van HP gedekt en worden niet door HP ondersteund. Zie benodigdheden en accessoires van HP voor bestelinformatie.
Pagina’s met printerinformatie begrijpen voor meer informatie.
Inktcartridges
Werken met printcartridges voor meer informatie.
Lijn de inktcartridges uit voor meer informatie.
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten 71
Hoofdstuk 6
Controleer de papierkwaliteit
Het papier is mogelijk te vochtig of te ruw. Controleer of het papier voldoet aan de HP­specificaties en probeer opnieuw af te drukken. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor
meer informatie.
Controleren welk type afdrukmateriaal in de printer is geplaatst
Controleer of het geplaatste invoermateriaal door de invoerlade wordt ondersteund. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie.
Controleer de rollen in de printer
De rollen in de printer zijn wellicht vuil. Hierdoor komen lijnen of vlekken op de afdruk terecht. Schakel de printer uit, verwijder de batterij en haal het netsnoer uit het stopcontact. Reinig de rollen in de printer met een in water bevochtigde schone en pluisvrije doek. Probeer vervolgens nogmaals af te drukken.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden die worden gegenereerd door monitoren, motoren, ventilatoren, tv´s en dergelijke apparaten) kunnen soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden te minimaliseren.
De Bluetooth-verbinding controleren
Het lukt niet altijd om grote bestanden via een Bluetooth-verbinding af te drukken. Probeer een kleiner bestand af te drukken. Zie Bluetooth-communicatie voor meer informatie.

Er worden vreemde tekens afgedrukt

Als een onderbreking optreedt tijdens de uitvoering van een afdruktaak, is het mogelijk dat de printer de rest van de afdruktaak niet goed herkent.
Annuleer de afdruktaak en wacht totdat het beginscherm is teruggekeerd op het bedieningspaneel van de printer. Als het beginscherm niet verschijnt, annuleert u alle afdruktaken en wacht u opnieuw. Wanneer het beginscherm verschijnt op het bedieningspaneel, verzendt u de taak opnieuw. Als u door de computer wordt gevraagd de afdruktaak opnieuw te proberen, klikt u op Annuleren.
Controleer de kabelaansluitingen
Als de printer en computer zijn verbonden via een USB-kabel, kan het probleem worden veroorzaakt door een slechte kabelverbinding.
Controleer of beide uiteinden van de kabel goed zijn aangesloten. Als het probleem zich blijft voordoen, schakelt u de printer uit, koppelt u de kabel los van de printer, schakelt u de printer in zonder de kabel aan te sluiten en verwijdert u de resterende afdruktaken uit de printspooler. Wanneer het Aan/Uit-lampje brandt en niet knippert, sluit u de kabel opnieuw aan op de printer.
Problemen met de installatie van
72 Een probleem oplossen
Controleer het documentbestand
Het bestand is mogelijk beschadigd. Als u andere documenten vanuit dezelfde toepassing wel kunt afdrukken, kunt u proberen om een reservekopie van het document (indien beschikbaar) af te drukken.
Controleer het lettertype van de mobiele telefoon
Er kunnen vakjes verschijnen als u probeert om Aziatische lettertypen af te drukken vanuit mobiele telefoons op niet in Azië aangeschafte printers. Aziatische lettertypen voor afdrukken via Bluetooth vanaf mobiele telefoons worden alleen ondersteund op modellen die in Azië zijn aangeschaft.

De inkt wordt uitgesmeerd

Controleer de afdrukinstellingen
Wanneer u documenten afdrukt waarvoor veel inkt wordt gebruikt of afdrukmateriaal gebruikt dat veel inkt opneemt, moet u de afdrukken langer laten droger voordat u ze vastpakt. Selecteer in het printerstuurprogramma de afdrukkwaliteit Beste. Verleng ook de droogtijd voor de inkt en verlaag de inktverzadiging met het inktvolume. U vindt deze instellingen bij de geavanceerde functies (Windows) of inktfuncties (Mac OS X). Een lagere inktverzadiging kan echter leiden tot vagere afdrukken.
Bij de instelling Beste kunnen kleurendocumenten met veel verschillende kleuren gaan kreuken en de kleuren kunnen worden uitgesmeerd. Probeer een andere afdrukmodus, zoals Normaal om de hoeveelheid inkt te verminderen of gebruik HP Premium-papier voor afdrukken met levendige kleuren. Raadpleeg voor meer informatie.
Afdrukken
Controleer het formaat en de soort afdrukmateriaal
De printer mag niet afdrukken op afdrukmateriaal dat kleiner is dan het formaat van de afdruktaak. Als u taken afdrukt zonder rand, moet u zorgen dat afdrukmateriaal van het juiste formaat in de printer is geladen. Gebruik van een onjuist formaat kan vlekken veroorzaken onder aan volgende pagina’s.
Sommige typen afdrukmateriaal nemen inkt niet goed op. Bij dit afdrukmateriaal droogt de inkt langzamer en kunnen er vegen ontstaan. Zie voor meer informatie.

De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig

Controleer de printcartridges
Controleer of beide inktcartridges zijn geïnstalleerd en goed functioneren.
Misschien moeten de inktcartridges worden gereinigd. Zie automatisch reinigen voor meer informatie.
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten 73
Mediaspecificaties
Inktcartridges
Hoofdstuk 6
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen.
Controleer of er met de inktcartridges is geknoeid. Het navullen van cartridges en het gebruik van incompatibele inkten kan het complexe afdruksysteem ontregelen, wat kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de printer of de cartridge. Nagevulde inktpatronen worden niet door de garantie van HP gedekt en worden niet door HP ondersteund. Zie benodigdheden en accessoires van HP voor bestelinformatie.
Controleer het type afdrukmateriaal
Sommige afdrukmaterialen zijn niet geschikt voor gebruik met uw printer. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie.

De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof

Controleer de afdrukmodus
Met de instellingen Concept of Snel in het printerstuurprogramma kunt u sneller afdrukken. Dit is handig voor het afdrukken van conceptversies. Voor een beter afdrukresultaat selecteert u Normaal of Best. Zie
Controleer de ingestelde papiersoort
Als u op speciaal afdrukmateriaal afdrukt, moet het bijbehorende materiaal zijn geselecteerd in het printerstuurprogramma. Zie speciaal formaat voor meer informatie.
Afdrukken voor meer informatie.
Afdrukken op afdrukmateriaal van
Controleer de printcartridges
Controleer of beide inktcartridges zijn geïnstalleerd en goed functioneren.
Misschien moeten de inktcartridges worden gereinigd. Zie automatisch reinigen voor meer informatie.
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen.
Controleer of er met de inktcartridges is geknoeid. Het navullen van cartridges en het gebruik van incompatibele inkten kan het complexe afdruksysteem ontregelen, wat kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de printer of de cartridge. Nagevulde inktpatronen worden niet door de garantie van HP gedekt en worden niet door HP ondersteund. Zie benodigdheden en accessoires van HP voor bestelinformatie.

Kleuren worden in zwart-wit afgedrukt

Controleer de afdrukinstellingen
Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in de printerdriver. Open het dialoogvenster Eigenschappen van de printer, klik op het tabblad Functies en controleer of de optie Afdrukken in grijstinten niet is geselecteerd bij de opties voor Kleur.
74 Een probleem oplossen
Inktcartridges
Controleer de printcartridges
Controleer of zowel de zwarte cartridge als de driekleurencartridge zijn geplaatst en correct werken. Zie
Misschien moeten de inktcartridges worden gereinigd. Zie automatisch reinigen voor meer informatie.
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen.
Verwijder de inktpatronen en plaats ze weer terug en zorg daarbij dat ze stevig vastklikken. Zie
Controleer of er met de inktcartridges is geknoeid. Het navullen van cartridges en het gebruik van incompatibele inkten kan het complexe afdruksysteem ontregelen, wat kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de printer of de cartridge. Nagevulde inktpatronen worden niet door de garantie van HP gedekt en worden niet door HP ondersteund. Zie benodigdheden en accessoires van HP voor bestelinformatie.
Afdrukken met één inktcartridge voor meer informatie.
Werken met printcartridges voor meer informatie.

De verkeerde kleuren worden afgedrukt

Controleer de afdrukinstellingen
Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in de printerdriver. Open het dialoogvenster Eigenschappen van de printer, klik op het tabblad Functies en controleer of de optie Afdrukken in grijstinten niet is geselecteerd bij de opties voor
Kleur.
Controleer de printcartridges
Controleer of beide inktcartridges zijn geïnstalleerd en goed functioneren.
Misschien moeten de inktcartridges worden gereinigd. Zie automatisch reinigen voor meer informatie.
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen.
Verwijder de inktpatronen en plaats ze weer terug en zorg daarbij dat ze stevig vastklikken. Zie
Controleer of er met de inktcartridges is geknoeid. Het navullen van cartridges en het gebruik van incompatibele inkten kan het complexe afdruksysteem ontregelen, wat kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de printer of de cartridge. Nagevulde inktpatronen worden niet door de garantie van HP gedekt en worden niet door HP ondersteund. Zie benodigdheden en accessoires van HP voor bestelinformatie.
Werken met printcartridges voor meer informatie.
Inktcartridges
Inktcartridges

De kleuren op de afdruk lopen door elkaar

Controleer de printcartridges
Controleer of beide inktcartridges zijn geïnstalleerd en goed functioneren.
Misschien moeten de inktcartridges worden gereinigd. Zie automatisch reinigen voor meer informatie.
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen.
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten 75
Inktcartridges
Hoofdstuk 6
Verwijder de inktpatronen en plaats ze weer terug en zorg daarbij dat ze stevig vastklikken. Zie
Werken met printcartridges voor meer informatie.
Controleer of er met de inktcartridges is geknoeid. Het navullen van cartridges en het gebruik van incompatibele inkten kan het complexe afdruksysteem ontregelen, wat kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de printer of de cartridge. Nagevulde inktpatronen worden niet door de garantie van HP gedekt en worden niet door HP ondersteund. Zie benodigdheden en accessoires van HP voor bestelinformatie.
Controleer het type afdrukmateriaal
Sommige afdrukmaterialen zijn niet geschikt voor gebruik met uw printer. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie.

Kleuren lijnen niet goed uit met elkaar

Controleer de printcartridges
Controleer of beide inktcartridges zijn geïnstalleerd en goed functioneren.
Misschien moeten de inktcartridges worden gereinigd. Zie automatisch reinigen voor meer informatie.
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen.
Verwijder de inktpatronen en plaats ze weer terug en zorg daarbij dat ze stevig vastklikken. Zie
Telkens als u een nieuwe inktcartridge installeert, moet u de cartridges uitlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Als de afdruk korrelig is of losse stippen of gekartelde randen vertoont, of als de inktkleuren in elkaar overlopen, lijnt u de cartridges opnieuw uit vanuit de Werkset of het printerstuurprogramma (Windows), het HP-printerhulpprogramma (Mac OS X) of de Werkset-software voor PDA’s (Windows Mobile). Zie
Controleer of er met de inktcartridges is geknoeid. Het navullen van cartridges en het gebruik van incompatibele inkten kan het complexe afdruksysteem ontregelen, wat kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de printer of de cartridge. Nagevulde inktpatronen worden niet door de garantie van HP gedekt en worden niet door HP ondersteund. Zie benodigdheden en accessoires van HP voor bestelinformatie.
Werken met printcartridges voor meer informatie.
Inktcartridges
Lijn de inktcartridges uit voor meer informatie.
Controleer de positie van de afbeeldingen
Gebruik de zoom- of afdrukvoorbeeldfunctie in de software om te controleren of er gaten zijn op de plaats van afbeeldingen op de pagina.

Afdrukken met strepen

Controleer de afdrukmodus
Probeer de modus Beste te gebruiken in het printerstuurprogramma. Zie voor meer informatie.
76 Een probleem oplossen
Afdrukken
Controleer de printcartridges
Controleer of beide inktcartridges zijn geïnstalleerd en goed functioneren.
Reinig de inktcartridges. Zie rondom de inktsproeiers reinigen voor meer informatie.
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen.
Verwijder de inktpatronen en plaats ze weer terug en zorg daarbij dat ze stevig vastklikken. Zie
Telkens als u een nieuwe inktcartridge installeert, moet u de cartridges uitlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Als de afdruk korrelig is of losse stippen of gekartelde randen vertoont, of als de inktkleuren in elkaar overlopen, lijnt u de cartridges opnieuw uit vanuit de Werkset of het printerstuurprogramma (Windows), het HP-printerhulpprogramma (Mac OS X) of de Werkset-software voor PDA’s (Windows Mobile). Zie
Controleer of er met de inktcartridges is geknoeid. Het navullen van cartridges en het gebruik van incompatibele inkten kan het complexe afdruksysteem ontregelen, wat kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de printer of de cartridge. Nagevulde inktpatronen worden niet door de garantie van HP gedekt en worden niet door HP ondersteund. Zie benodigdheden en accessoires van HP voor bestelinformatie.
Werken met printcartridges voor meer informatie.
Inktcartridges automatisch reinigen of Het gedeelte
Lijn de inktcartridges uit voor meer informatie.

Geavanceerd onderhoud van inktcartridges

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

De contactpunten van inktcartridges reinigen

Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen
De inktservicemodule vervangen
De contactpunten van inktcartridges reinigen
Voordat u de contactpunten van een inktpatroon reinigt, neemt u de inktpatroon uit het apparaat en controleert u of contactpunten vrij zijn. Vervolgens plaatst u de inktpatroon opnieuw in het apparaat.
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt:
Schuimrubberen veegstokjes, pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet loslaat of vezels achterlaat.
Tip Koffiefilterzakjes zijn pluisvrij en prima geschikt voor het reinigen van printcartridges.
gedistilleerd of gefilterd water of flessenwater (kraanwater kan verontreinigende stoffen bevatten, die de printcartridges kunnen beschadigen).
Let op Gebruik geen metaalpoetsmiddelen of alcohol om de contactpunten van inktpatronen te reinigen. Hierdoor kan de inktcartridge of de printer beschadigd raken.
Geavanceerd onderhoud van inktcartridges 77
Hoofdstuk 6
De contactpunten van de printcartridge reinigen
1. Zet het apparaat aan en open de toegangsklep aan de voorzijde.
De inktpatroonhouder verplaatst zich naar het midden van de printer.
2. Wacht tot de wagen met printcartridges stilstaat en koppel vervolgens de stekker
los van de achterkant van het apparaat.
3. Til de klem van de inktcartridge op en verwijder de cartridge voorzichtig uit de
houder.
4. Controleer de contactpunten van de printpatronen op aangekoekte inkt en vuil.
5. Dompel een schoon schuimrubberen veegstokje of pluisvrij doekje in het
gedistilleerde water en knijp het overtollige vocht eruit.
6. Houd de printcartridge vast aan de zijkanten.
7. Reinig alleen de koperkleurige contactpunten. Laat de inktpatronen circa tien
minuten drogen.
1 Koperkleurige contactpunten
2 Inktsproeiers (niet schoonmaken)
8. Plaats de inktcartridge in de houder onder dezelfde hoek waaronder u de oude
cartridge hebt verwijderd.
9. Sluit de klem van de inktcartridge. Als de inktpatroon juist is geplaatst, wordt hij
voorzichtig in de houder geduwd wanneer u de klem dichtklapt. Oefen druk uit op de klem om zeker te zijn dat hij plat tegen de inktpatroon zit.
10. Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere printcartridge.
11. Sluit de toegangsklep aan de voorzijde voorzichtig en sluit het netsnoer aan op
de achterkant van het apparaat.
12. Wacht totdat de wagen gereed is met de initialisatie van de inktcartridge en is
teruggekeerd naar de startpositie aan de linkerzijde van de printer voordat u de printer gebruikt.
Opmerking Open de voorste toegangsklep niet voordat de initialisatie van de inktcartridge is voltooid.
13. Lijn de inktpatronen uit. Zie Lijn de inktcartridges uit voor meer informatie.
78 Een probleem oplossen

Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen

Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich binnen in de printer een kleine hoeveelheid vuil ophopen. Dut vuil kan bestaan uit stof, haar en vezels van tapijten en kleren. Als er vuil op de inkpatronen komt, kan dit inktstrepen en -vlekken op afgedrukte pagina's veroorzaken. Het strepen van inkt kan worden gecorrigeerd door het gedeelte rond de inktsproeiers op de hier beschreven manier te reinigen.
Opmerking Reinig het gebied rond de inktsproeiers alleen als de inkt in uw afdrukken er streperig en vlekkerig blijft uitzien terwijl u de inktcartridges al hebt gereinigd met behulp van de software die u bij de printer hebt geïnstalleerd. Zie Inktcartridges automatisch reinigen voor meer informatie.
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt:
Schuimrubberen veegstokjes, pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet loslaat of vezels achterlaat.
Tip Koffiefilterzakjes zijn pluisvrij en prima geschikt voor het reinigen van printcartridges.
gedistilleerd of gefilterd water of flessenwater (kraanwater kan verontreinigende stoffen bevatten, die de printcartridges kunnen beschadigen).
Let op Raak de koperkleurige contactpunten en de inktspuitmondjes niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen.
Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen
1. Zet de printer aan en open de toegangsklep aan de voorzijde.
De inktpatroonhouder verplaatst zich naar het midden van de printer.
2. Wacht tot de wagen met printcartridges stilstaat en koppel vervolgens de stekker los van de achterkant van het apparaat.
3. Til de klem van de inktcartridge op en verwijder de cartridge voorzichtig uit de houder.
Opmerking Verwijder niet beide inktpatronen tegelijk. Verwijder en reinig de inktpatronen een voor een. Laat een inktcartridge niet langer dan een half uur buiten de printer liggen.
4. Plaats de printcartridge op een vel papier met de inktsproeiers naar boven.
5. Bevochtig een schoon wattenstaafje met gedistilleerd water en knijp erin om het
overtollig water te verwijderen.
Geavanceerd onderhoud van inktcartridges 79
Hoofdstuk 6
6. Reinig de voorkant en de randen van het gedeelte rondom de inktsproeiers met
het stokje, zoals hieronder wordt weergegeven.
1 Inktsproeierplaat (niet schoonmaken)
2 Voorkant en randen van gedeelte met inktsproeiers
Let op Maak de inktsproeierplaat niet schoon.
7. Plaats de inktcartridge in de houder onder dezelfde hoek waaronder u de oude
cartridge hebt verwijderd.
8. Sluit de klem van de inktcartridge. Als de inktpatroon juist is geplaatst, wordt hij
voorzichtig in de houder geduwd wanneer u de klem dichtklapt. Oefen druk uit op de klem om zeker te zijn dat hij plat tegen de inktpatroon zit.
9. Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere printcartridge.
10. Sluit de toegangsklep aan de voorzijde voorzichtig en sluit het netsnoer aan op
de achterkant van het apparaat.
11. Wacht totdat de wagen gereed is met de initialisatie van de inktcartridge en is
teruggekeerd naar de startpositie aan de linkerzijde van de printer voordat u de printer gebruikt.
Opmerking Open de voorste toegangsklep niet voordat de initialisatie van de inktcartridge is voltooid.
12. Lijn de inktpatronen uit. Zie Lijn de inktcartridges uit voor meer informatie.

De inktservicemodule vervangen

De verwisselbare inktservicemodule dient om inktafval van de zwarte cartridge op te vangen. Wanneer de inktservicemodule bijna vol is, geeft de printer aan dat de module moet worden vervangen. Wanneer u via het bedieningspaneel de melding krijgt dat de inktservicemodule vol is, kunt u contact opnemen met HP-ondersteuning om een nieuwe module te bestellen. Zie nieuwe inktservicemodule hebt, moet u de module onmiddellijk installeren volgens de instructies die bij de module zijn geleverd.
80 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning voor meer informatie. Als u een
Tip Wanneer de inktservicemodule vol is, stopt de printer met afdrukken. Zolang de nieuwe module er nog niet is, kunt u nog wel afdrukken blijven maken door de zwarte inktcartridge te verwijderen en af te drukken met alleen de driekleurencartridge. De kleurresultaten en de afdruksnelheid kunnen echter worden beïnvloed. Zie het afdrukken met één inktcartridge.
Let op Als u de inktservicemodule helemaal laat vollopen kan de zwarte inkt uitlopen. Zorg dat er geen inkt uit de inktservicemodule wordt gemorst. Inkt kan blijvende vlekken maken op stoffen en andere materialen.
Afdrukken met één inktcartridge voor meer informatie over

Problemen met de papierinvoer oplossen

Zie Papierstoringen verhelpen voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Het papier is niet geschikt voor de printer

Afdrukmateriaal wordt niet gepakt Het afdrukmateriaal wordt niet goed uitgevoerd

Pagina’s worden scheef ingevoerd

Meerdere pagina’s tegelijk worden ingevoerd
Het papier is niet geschikt voor de printer
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat wordt ondersteund door de printer en de gebruikte lade. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.

Afdrukmateriaal wordt niet gepakt

Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
Controleer of de papiergeleiders goed, maar niet te stevig tegen de stapel rusten.
Controleer dat het afdrukmateriaal in de lade niet gekruld is. Maak het papier weer recht door het in de tegenovergestelde richting van de krul te buigen.
Trek het verlengstuk van de invoerlade volledig uit.

Het afdrukmateriaal wordt niet goed uitgevoerd

Als zich te veel afdrukken ophopen buiten de printer, kunnen ze de uitvoer van afdrukmateriaal uit de printer belemmeren.
Pagina’s worden scheef ingevoerd
Zorg dat het afdrukmateriaal in de invoerlade goed tegen de papiergeleider ligt.
Plaats alleen afdrukmateriaal in de printer als deze niet aan het afdrukken is.
Trek het verlengstuk van de invoerlade volledig uit.
Problemen met de papierinvoer oplossen 81
Hoofdstuk 6

Meerdere pagina’s tegelijk worden ingevoerd

Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
Controleer of de papiergeleiders goed, maar niet te stevig tegen de stapel rusten.
Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en efficiency.

Problemen met het kopiëren oplossen

Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u HP-ondersteuning voor meer informatie over HP-ondersteuning.

Er kwam geen kopie uit

Kopieën zijn blanco Documenten ontbreken of zijn vervaagd
Het formaat is verkleind
Kopieerkwaliteit is slecht
Er verschijnen defecten in de kopieën De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit
Papierconflict
Er kwam geen kopie uit
Controleer de voeding
Als de printer werkt op stroom, controleert u of het netsnoer goed is
verbonden en of de printer aanstaat.
Als de printer werkt op de batterij, controleert u of de batterij is opgeladen
en of de printer aanstaat.
Controleer de status van de printer De printer is mogelijk bezig met een andere taak. Controleer het scherm
van het bedieningspaneel voor informatie over de status van taken. Wacht tot iedere lopende taak is voltooid.
De printer is mogelijk vastgelopen. Controleer op papierstoringen. Zie
Papierstoringen verhelpen.
De invoerlade controleren Zorg dat er afdrukmateriaal is geplaatst. Zie
informatie.
Het oplaadniveau van de batterij controleren Als de printer werkt op energie van de batterij, controleert u of de batterij is
opgeladen en goed werkt. Als het oplaadniveau van de batterij te laag is, wordt de pagina wellicht uitgeworpen voordat deze volledig is afgedrukt. Sluit het netsnoer aan en laad de batterij op. Zie meer informatie over het gebruik van de batterij.
Afdrukmateriaal laden voor meer
De batterij installeren en gebruiken voor
82 Een probleem oplossen

Kopieën zijn blanco

Controleer het afdrukmateriaal
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de HP-specificaties (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Controleer de instellingen
De contrastinstelling is misschien te licht. Raak op het bedieningspaneel van de printer Kopie aan, raak Lichter Donkerder aan en gebruik vervolgens de pijltjestoetsen om donkerdere kopieën in te stellen.
Controleer de scanner
Zorg dat het origineel goed is geplaatst. Zie voor meer informatie.

Documenten ontbreken of zijn vervaagd

Controleer het afdrukmateriaal
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de HP-specificaties (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Controleer de instellingen De kwaliteitsinstelling Snel (wat kopieën van conceptkwaliteit oplevert) kan
verantwoordelijk zijn voor ontbrekende of vervaagde documenten. Wijzig de instelling naar Normaal of Beste.
Controleer het origineel De nauwkeurigheid van de kopie is afhankelijk van de kwaliteit en
afmetingen van het origineel. Pas de helderheid van de kopie in met het menu Kopiëren. Als het origineel te licht is, kan dit mogelijk in de kopie niet worden gecompenseerd, zelfs niet als u het contrast aanpast.
De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond of de achtergrond kan in een andere tint verschijnen.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Plaats een origineel in de scanner
Mediaspecificaties voor meer informatie.

Het formaat is verkleind

De functie verkleinen/vergroten en andere kopieerfuncties kunnen worden ingesteld vanaf het bedieningspaneel van de printer om de gescande afbeelding te verkleinen. Controleer de instellingen voor de kopieertaak om zeker te zijn dat ze op normaal formaat staan.
De HP-software kan zijn ingesteld om de gescande afbeelding te verkleinen. Wijzig indien nodig de instellingen. Volg de help op het scherm van de HP­software voor meer informatie.

Kopieerkwaliteit is slecht

Stappen waarmee u de kopieerkwaliteit kunt verbeteren
Gebruik goede originelen. Plaats het origineel op de juiste manier. Als het origineel niet goed is
geplaatst in de scanner, kan dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk worden. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Problemen met het kopiëren oplossen 83
Hoofdstuk 6
Gebruik of maak een documenthouder om de originelen te beschermen. Voor een betere kopieerkwaliteit gebruikt u de printer niet onder
rechtstreeks zonlicht of intens licht.
Controleer de scanner
De scanner dient mogelijk te worden gereinigd. Om de scanner te reinigen, gebruikt u de reinigingsdoek die bij de printer is geleverd en raadpleegt u de informatie die bij de doek is geleverd.

Er verschijnen defecten in de kopieën

Verticale witte of vervaagde strepen
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de HP-specificaties (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Te licht of te donker
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
Kopie is schuin of scheef
Zorg ervoor dat de breedteregelaars van de scanner stevig tegen de randen van het afdrukmateriaal aanzit.
Onduidelijke tekst
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te
passen.
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de
taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren. Raadpleeg
Onvolledige gevulde tekst of afbeeldingen
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
Grote, zwarte lettertypes zien er vlekkering (niet egaal) uit
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren. Raadpleeg
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.

De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit

De printcartridge reinigen
Voer de reinigingsprocedure voor de inktpatronen volledig uit. Zie automatisch reinigen voor meer informatie.
Het oplaadniveau van de batterij controleren
Als de printer werkt op energie van de batterij, controleert u of de batterij is opgeladen en goed werkt. Als het oplaadniveau van de batterij te laag is, wordt de pagina wellicht uitgeworpen voordat deze volledig is afgedrukt. Sluit het netsnoer aan en laad de batterij op. Zie gebruik van de batterij.
84 Een probleem oplossen
De batterij installeren en gebruiken voor meer informatie over het
Inktcartridges
Controleer de materiaalinstellingen
Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor de afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de laden.
Controleer of de pagina-instellingen in het printerstuurprogramma overeenkomen met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
Er worden meerdere pagina´s door de printer gevoerd
Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen
van problemen met de papiertoevoer.
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.

Papierconflict

Controleer de instellingen
Controleer of het papierformaat en -type van het geladen afdrukmateriaal overeenkomen met de instellingen op het bedieningspaneel.

Scanproblemen oplossen

Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u HP-ondersteuning voor meer informatie over HP-ondersteuning.
Opmerking Als u vanaf een computer gaat scannen, raadpleeg dan de Help van de software voor informatie over het oplossen van problemen.
Scanner reageerde niet
Scannen duurt te lang Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst
Tekst kan niet worden bewerkt
Er verschijnen foutmeldingen
Beeldkwaliteit van de gescande afbeelding is matig Er verschijnen defecten in de scans
Scanproblemen oplossen 85
Hoofdstuk 6

Scanner reageerde niet

Controleer het origineel
Zorg ervoor dat het origineel goed is geladen. Zie scanner voor meer informatie.
Controleer de printer
Als u naar de computer of e-mail wilt scannen, moet uw printer op de
computer zijn aangesloten met een USB-verbinding.
De printer start mogelijk na een periode inactiviteit op vanuit de slaapstand,
waardoor de verwerking tijdelijk wordt vertraagd. Wacht totdat het beginscherm verschijnt op het bedieningspaneel van de printer.
De HP-software controleren
Zorg ervoor dat de HP-software die bij de printer is geleverd, correct is geïnstalleerd.

Scannen duurt te lang

Controleer de instellingen
Als de resolutie te hoog is ingesteld, duurt de scantaak langer en zijn de
resulterende bestanden groter. Gebruik voor goede scan- of kopieerresultaten een resolutie die niet hoger is dan nodig. U kunt de resolutie verlagen om sneller te kunnen scannen.
Als u een TWAIN-afbeelding ophaalt, kunt u de instellingen wijzigen zodat het
origineel in zwart-wit wordt gescand. Zie de Help op het scherm voor het TWAIN­programma voor informatie.
Plaats een origineel in de

Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst

Controleer het origineel
Controleer of het originele document voldoet aan de vereiste minimale
grootte. Zie
Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Raadpleeg
origineel in de scanner voor meer informatie.
De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond. Probeer de instellingen aan te passen voordat u het origineel gaat scannen of probeer de afbeelding duidelijker te maken nadat het origineel is gescand.
Controleer de instellingen
Zorg ervoor dat het papierformaat groot genoeg is voor het origineel dat u
probeert te scannen.
Als u de HP-software gebruikt die bij de printer is geleverd, kan deze
standaard zijn ingesteld zijn om automatisch een andere specifieke taak uit te voeren dan die u wilt uitvoeren. Zie de help op het scherm voor de HP­software over het wijzigen van de eigenschappen.
86 Een probleem oplossen
Plaats een origineel in de scanner voor meer informatie.
Plaats een

Tekst kan niet worden bewerkt

Controleer de instellingen
Als u het origineel scant, zorg er dan voor dat u in de software een
documenttype selecteert dat bewerkbare tekst produceert. Als tekst als afbeelding werd geclassificeerd, wordt deze niet in tekst omgezet.
Als u een afzonderlijk OCR-programma gebruikt, kan het OCR-programma
zijn gekoppeld aan een tekstverwerker die geen OCR-taken uitvoert. Zie de documentatie bij het OCR-programma voor meer informatie.
Controleer of u een OCR-taal hebt geselecteerd die overeenkomt met de
taal van het document dat u wilt scannen. Zie de documentatie bij het OCR­programma voor meer informatie.
Controleer de originelen Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst, moet het origineel in
de scanner worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te scannen tekst naar beneden. Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie
Het is mogelijk dat de software tekst met dicht op elkaar staande letters niet
herkent. Hierdoor kunnen in de tekst die door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
De nauwkeurigheid van de software is afhankelijk van de kwaliteit van de
afbeelding, de tekstafmetingen en de structuur van het origineel en van de kwaliteit van de scan zelf. Zorg ervoor dat het origineel een kwalitatief goede afbeelding is.
De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond.
Plaats een origineel in de scanner voor meer informatie.

Er verschijnen foutmeldingen

"De TWAIN-bron kan niet worden geactiveerd" of "Er is een fout opgetreden tijdens het ophalen van de afbeelding"
Indien u een afbeelding van een ander toestel ophaalt, zoals een digitale
camera of een andere scanner, controleer dan of het andere toestel werkt met TWAIN. Apparaten die niet TWAIN-compatibel zijn werken niet met de HP-software.
Zorg ervoor dat de USB-kabel op de juiste poort aan de achterkant van de
computer hebt aangesloten.
Controleer of de juiste TWAIN-bron is geselecteerd. Controleer de TWAIN-
bron in de software door Scanner selecteren te kiezen in het menu Bestand.
Fout: de scan kan niet worden uitgevoerd omdat het HP Imaging-apparaat
wordt bestuurd door een ander programma.
Sluit de HP Scan-toepassing af als u een computer met Mac OS X gebruikt. Als u het foutbericht weer krijgt, start u de computer opnieuw op en probeert u nogmaals te scannen.
Scanproblemen oplossen 87
Hoofdstuk 6

Beeldkwaliteit van de gescande afbeelding is matig

Het origineel is een kopie van een foto of afbeelding
Opnieuw afgedrukte foto's, zoals foto's in kranten of tijdschriften, worden afgedrukt met kleine inktpuntjes die een interpretatie geven van de originele foto. De kwaliteit van de foto gaat hierbij achteruit. Vaak vormen de inktpunten ongewenste patronen die kunnen worden gedetecteerd als de afbeelding wordt gescand of afgedrukt of als de afbeelding op het scherm verschijnt. Als de volgende suggesties het probleem niet verhelpen, moet u waarschijnlijk een betere versie van het origineel gebruiken.
Om deze patronen te verwijderen, kunt u proberen de afbeelding na het scannen
te verkleinen.
Druk de gescande afbeelding af om te zien of de kwaliteit is verbeterd. Zorg ervoor dat de instellingen voor resolutie en kleur juist zijn voor het type
scantaak.
Teksten of afbeeldingen aan de achterzijde van een tweezijdig bedrukt origineel verschijnen op de scan
Tweezijdige originelen kunnen tekst of afbeeldingen van de achterzijde naar de scan "lekken" als de originelen op te dun of te transparant papier zijn afgedrukt.
De gescande afbeelding is scheef
Mogelijk is het origineel niet goed geplaatst. Gebruik steeds de papiergeleider wanneer u het origineel plaatst. Zie
Is de kwaliteit van de afbeelding beter als deze wordt afgedrukt
De afbeelding die op het scherm verschijnt, is niet altijd een accurate weergave van de kwaliteit van de scan.
Probeer de instellingen van de computermonitor aan te passen zodat meer
kleuren (of grijswaarden) worden weergegeven. Op Windows-computers, wordt deze aanpassing gewoonlijk uitgevoerd door Beeldscherm te selecteren in het configuratiescherm.
Probeer de instellingen voor resolutie en kleuren aan te passen.
De gescande afbeelding vertoont vegen, lijnen en verticale, witte strepen of andere defecten
Mogelijk komen de defecten voor op het origineel en werden ze niet geproduceerd door het scannen.
Afbeeldingen zien er anders uit dan het origineel
De grafische instellingen zijn misschien niet geschikt voor het type scantaak dat u wilt uitvoeren. Probeer de grafische instellingen aan te passen.
Stappen waarmee u de scankwaliteit kunt verbeteren
Gebruik originelen van goede kwaliteit. Plaats het origineel op de juiste manier. Als het origineel niet goed in de
scanner is geplaatst, kan dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk worden. Zie informatie.
Pas de instellingen in de software aan op basis van de manier waarop u de
gescande pagina wilt gebruiken.
Plaats een origineel in de scanner voor meer informatie.
Plaats een origineel in de scanner voor meer
88 Een probleem oplossen
Gebruik of maak een documenthouder om de originelen te beschermen. Voor een betere scankwaliteit gebruikt u de printer niet onder rechtstreeks
zonlicht of intens licht.
Controleer de scanner De scanner dient mogelijk te worden gereinigd. Om de scanner te reinigen,
gebruikt u de reinigingsdoek die bij de printer is geleverd en raadpleegt u de informatie die bij de doek is geleverd.

Er verschijnen defecten in de scans

Blanco pagina's Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Zie
scanner voor meer informatie.
Te licht of te donker Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat u de juiste
instellingen gebruikt voor resolutie en kleuren.
De originele afbeelding kan zeer licht of donker zijn, of kan op gekleurd
papier gedrukt zijn.
Onduidelijke tekst Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat de instellingen voor
resolutie en kleuren correct zijn.
Formaat is kleiner geworden De HP-software kan zijn ingesteld om de gescande afbeelding te verkleinen.
Raadpleeg de Help van de HP-printersoftware voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen.
Plaats een origineel in de

Installatieproblemen oplossen

Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u HP-ondersteuning voor meer informatie.

Suggesties voor hardware-installatie

Suggesties voor software-installatie
Suggesties voor hardware-installatie
Controleer de printer
Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van de printer zijn verwijderd.
Zorg dat er papier in de printer is geladen.
Controleer of er geen foutberichten verschijnen op het bedieningspaneel.
Controleer de hardwareverbindingen
Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren.
Controleer of het netsnoer stevig met de printer en met een werkend stopcontact is verbonden. Of zorg ervoor dat de batterij goed is geplaatst en opgeladen.
Installatieproblemen oplossen 89
Hoofdstuk 6
Het oplaadniveau van de batterij controleren
Als de printer werkt op energie van de batterij, controleert u of de batterij is opgeladen en goed werkt. Als het oplaadniveau van de batterij te laag is, wordt de pagina wellicht uitgeworpen voordat deze volledig is afgedrukt. Sluit het netsnoer aan en laad de batterij op. Zie gebruik van de batterij.
De kleppen controleren
Controleer of alle vergrendelingen en kleppen correct gesloten zijn.
De batterij installeren en gebruiken voor meer informatie over het

Suggesties voor software-installatie

Controleer het computersysteem
Zorg ervoor dat op de computer een ondersteund besturingssysteem wordt uitgevoerd.
Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten.
Zorg ervoor dat de USB-drivers niet zijn uitgeschakeld in het apparaatbeheer in Windows.
Als u een computer met Windows gebruikt en de computer de printer niet kan vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software uit (util\ccc \uninstall.bat op de HP-software-cd). Hiermee verwijdert u het printerstuurprogramma volledig. Start de computer opnieuw op en installeer het stuurprogramma van de printer opnieuw.
Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan
Zorg ervoor dat u alle andere programma's afsluit voordat u de software installeert.
Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste stationsaanduiding hebt opgegeven.
Als de computer de HP-software-cd in de cd-rom-drive niet herkent, kijkt u of de HP-software-cd is beschadigd. U kunt het printerstuurprogramma ook downloaden van de HP-website:
Opmerking Als u alle problemen hebt verholpen, moet u het installatieprogramma opnieuw uitvoeren.
www.hp.com/support.

Problemen met de installatie van Bluetooth-communicatie

Probeer de volgende suggesties als u problemen hebt met afdrukken via een Bluetooth-verbinding. Zie informatie over het configureren van draadloze instellingen.
Windows
Controleer de Bluetooth-instellingen. Zie
communicatie voor meer informatie.
90 Een probleem oplossen
De printer instellen voor Bluetooth-communicatie voor meer
De printer instellen voor Bluetooth-
Mac OS
Verwijder de printer in Afdrukken & faxen of Afdrukken & scannen (Mac OS)
en voeg deze vervolgens toe.

De Bluetooth-instellingen controleren

Controleer de Bluetooth-instellingen. Zie De printer instellen voor Bluetooth­communicatie voor meer informatie.
Om Bluetooth-instellingen te configureren of de printerstatus (bijvoorbeeld de inktniveaus) te volgen met gebruik van de Werkset (Windows), moet u de printer met een USB-kabel op de computer aansluiten.

Het Bluetooth-signaal controleren

De draadloze communicatie is mogelijk onderbroken of niet beschikbaar bij signaalruis of problemen met de afstand of de signaalsterkte, of als de printer om een of andere reden niet klaar is om af te drukken.
Zorg dat de printer binnen bereik is van het verzendende Bluetooth-apparaat. Via Bluetooth kunt u draadloos afdrukken op een afstand van maximaal 10 meter.
Als een document niet wordt afgedrukt, is er wellicht signaalonderbreking. Als er een bericht op de computer verschijnt dat er een probleem met het signaal is, annuleert u de afdruktaak en stuurt u de taak nogmaals vanuit de computer.

Pagina’s met printerinformatie begrijpen

De pagina’s met printergegevens bevatten gedetailleerde gegevens over de printer, zoals het nummer van de firmwareversie, het serienummer, het service-ID-nummer, gegevens over de cartridges, standaardpagina-instellingen en instellingen voor het afdrukmateriaal.
Opmerking Verwerk geen afdruktaken terwijl u de configuratie- en diagnostische pagina’s afdrukt.
Als u HP moet bellen, is het nuttig om vooraf de configuratie- en diagnostische pagina’s af te drukken.

Pagina's met printerinformatie afdrukken

U kunt onderstaande pagina’s met printergegevens vanaf het bedieningspaneel van de printer afdrukken, zonder dat de printer op een computer is aangesloten.
Een afdrukkwaliteitpagina afdrukken
Raak op het bedieningspaneel van de printer Configuratie aan, daarna Rapporten en daarna Pagina afdrukkwaliteit.
Gebruik het rapport om de huidige conditie van de inktcartridges te bekijken en om printerproblemen op te lossen.
Pagina’s met printerinformatie begrijpen 91
Hoofdstuk 6
Een statuspagina afdrukken
Raak op het bedieningspaneel van de printer Configuratie aan, daarna Rapporten en daarna Printerstatusrapport. Gebruik de statuspagina om de standaardinstellingen voor de pagina en de printerinstellingen voor afdrukmateriaal te bekijken.

Papierstoringen verhelpen

Soms loopt afdrukmateriaal vast tijdens een taak. Probeer op de volgende manieren storingen te verminderen.
Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Raadpleeg Mediaspecificaties voor meer informatie.
Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier.
Zorg ervoor dat de invoerlade correct geplaatst is en niet te vol zit. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
Zorg ervoor dat het origineel goed is geladen. Zie scanner voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een storing in de printer verhelpen Tips voor het vermijden van storingen

Een storing in de printer verhelpen

Plaats een origineel in de
Vastgelopen papier verwijderen
Gebruik deze stappen om een papierstoring te verhelpen.
1. Zet de printer uit.
2. Koppel het netsnoer los.
Opmerking Als u de optionele batterij gebruikt, verwijdert u de batterij. Zie
De batterij installeren en gebruiken voor meer informatie.
3. Verwijder het niet vastgelopen afdrukmateriaal uit de invoerlade en de uitvoersleuf.
Opmerking Plaats uw handen niet binnen in de invoerlade. Gebruik een pincet en wees voorzichtig dat u geen krassen maakt binnen in de printer.
4. Stel vast waar het afdrukmateriaal is vastgelopen.
Er is vastgelopen papier zichtbaar in de uitvoersleuf. a. Trek het papier voorzichtig uit de sleuf naar u toe. Als het afdrukmateriaal
niet zichtbaar is, opent u de toegangsklep van de cartridge en verwijdert u het vastgelopen afdrukmateriaal.
Opmerking Verwijder het vastgelopen afdrukmateriaal voorzichtig en gelijkmatig om te voorkomen dat het scheurt.
92 Een probleem oplossen
LTR
LGL
A4
B5
A5
b. Als de wagen het vastgelopen afdrukmateriaal belemmert, duw de wagen
dan voorzichtig opzij en verwijder het afdrukmateriaal.
c. Als het vastgelopen afdrukmateriaal niet zichtbaar is in het afdrukgedeelte
binnen in de printer, verwijder dan wat zichtbaar is, uit de invoerlade.
Papierstoringen verhelpen 93
Hoofdstuk 6
Er is afdrukmateriaal vastgelopen in de scanner. a. Druk de vergrendeling omhoog om de glasplaat van de scanner te
ontgrendelen.
b. Trek het materiaal voorzichtig los van achter het bedieningspaneel, naar
boven en weg en van de printer.
94 Een probleem oplossen
c. Nadat u alle vastgelopen materiaal uit de scanner hebt verwijderd, tilt u de
glasplaat van de scanner voorzichtig omhoog totdat deze vastklikt.
5. Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer aan.
Opmerking Als u de optionele batterij gebruikt, sluit u de batterij weer aan.
6. Raak OK aan om de taak verder te verwerken.
De printer hervat de afdruktaak met de volgende pagina. Druk de vastgelopen pagina of pagina´s opnieuw af.

Tips voor het vermijden van storingen

Controleer of niets de papierbaan blokkeert.
Plaats niet te veel papier in de invoerlade. Zie informatie.
Plaats afdrukmateriaal op de juiste manier in de printer wanneer de printer niet afdrukt. Zie
Gebruik geen gekreukt papier.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties. Raadpleeg Mediaspecificaties voor meer informatie.
Controleer of het afdrukmateriaal goed tegen de rechterzijde van de invoerlade ligt.
Controleer of de lengte- en breedtegeleiders goed tegen de stapel afdrukmateriaal zijn geplaatst, maar niet te strak zodat het kreukt of opbolt.
Verwijder paperclips, nietjes of andere klemmetjes of tape van het papier.
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
Mediaspecificaties voor meer
Papierstoringen verhelpen 95
Hoofdstuk 6
96 Een probleem oplossen
Loading...