DE INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING EN DE HIERIN VERVATTE
FICTIEVE PRAKTIJKVOORBEELDEN KUNNEN ZONDER
AANKONDIGING VERANDERD WORDEN. HEWLETT–PACKARD
COMPANY GEEFT GEEN GARANTIE AF VAN WELKE AARD DAN
OOK MET BETREKKING TOT DEZE HANDLEIDING, WAARONDER
OOK STILZWIJGENDE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID,
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN GEEN INBREUK
VORMEND VAN TOEPASSING ZIJN, MAAR DIE HIER NIET TOT
BEPERKT ZIJN.
HEWLETT–PACKARD CO. KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR ENIGERLEI FOUTEN OF VOOR INCIDENTELE OF
GEVOLGSCHADE IN VERBAND MET LEVERING, PRESTATIE OF
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DE HIERIN VERVATTE
VOORBEELDEN.
De hp 39g+ is een grafische rekenmachine, rijk aan
eigenschappen. Het is tevens een krachtig leermiddel
voor wiskunde. De hp 39g+ is zo ontworpen, dat u hem
kunt gebruiken om wiskundige functies en hun
eigenschappen te bestuderen.
Op de website van Hewlett-Packard’s Calculators kunt u
meer informatie krijgen betreffende de hp 39g+. Van de
website kunt u aangepaste aplets downloaden en deze
op uw rekenmachine laden. Aangepaste aplets zijn
speciale toepassingen die zijn ontworpen om bepaalde
functies uit te voeren en wiskundige concepten te
demonstreren.
De website van Hewlett Packard’s Calculators kunt u hier
vinden:
http://www.hp.com/calculators
Handmatige conventies
In deze handleiding worden de volgende conventies
gebruikt om de knoppen te beschrijven die u dient in te
drukken. Ook de menu-opties die u kunt kiezen om de
beschreven handelingen uit te voeren, worden
weergegeven.
•Het drukken op knoppen wordt als volgt
weergegeven :
, , , enz.
•De shift-toetsen (wisseltoetsen) zijn de knopfuncties
waartoe u toegang krijgt zodra u eerst op de knop
drukt. Zij worden als volgt weergegeven:
CLEAR, MODES, ACOS, enz.
•Nummers en letters worden over het algemeen als
volgt weergegeven:
5, 7, A, B, enz.
•Menu-opties, ofwel de functies die u selecteert met
behulp van de menuknoppen boven het toetsenblok,
worden als volgt weergegeven:
, , .
VoorwoordP-1
Opmerking
•De invoer van formulevelden en het kiezen van
lijstitems worden als volgt weergegeven:
Function, Polar, Parametric
•Uw invoer, zoals die in de opdrachtregel of binnen
de invoerformulieren verschijnt, wordt als volgt
weergegeven:
2
2*X
-3X+5
Deze handleiding en elk willekeurig voorbeeld erin,
worden als-is gegeven en kunnen zonder kennisgeving
worden veranderd. Tenzij door de wet verboden, biedt
de Hewlett-Packard Company geen enkele uitdrukkelijke
of impliciete garanti onder welke vorm ook met
betrekking tot deze handleiding. De Hewlett-Packard
Company verwerpt specifiek de impliciete garanties en
de voorwaarden van verhandelbaarheid en geschiktheid
voor een bepaald doel. De Hewlett-Packard Company
zal niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige
fouten of voor incidentele of gevolgschade in verband
met het gebruiksartikel, de prestatie of het gebruik van
deze handleiding en de hierin gegeven voorbeelden.
Copyright 2003 Hewlette-Packard Development
Company, L.P.
De programma’s die uw hp 39g+ besturen vallen onder
het auteursrecht en alle rechten zijn voorbehouden.
Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Hewlett Packard is reproductie, aanpassing en vertaling
van deze programma’s verboden.
P-2Voorwoord
1
Aan de slag
Aan/uit, annuleren
InschakelenDruk op (aan) om de rekenmachine aan te zetten.
AnnulerenAls de rekenmachine aan staat, annuleert de toets
de huidige bewerking.
UitschakelenDruk op OFF (uit) om de rekenmachine uit te
zetten.
Om de batterij te sparen, zal de rekenmachine zichzelf
uitzetten als hij enkele minuten niet gebruikt wordt. Alle
opgeslagen en weergegeven informatie wordt bewaard.
Als u de annunciator ((•)) ziet, of het Low Bat (lage
batterij)-bericht, heeft de rekenmachine nieuwe batterijen
nodig.
HOMEHOME is het thuisbeeld van de rekenmachine en is
gemeenschappelijk voor alle aplets. Als u berekeningen
wilt uitvoeren, of u de huidige activiteit (zoals een aplet,
een programma of een editor) wilt verlaten, drukt u op
. In HOME zijn alle wiskundige functies
beschikbaar. De naam van het huidige aplet wordt in de
titel van de startpagina weergegeven.
Het scherm
Het contrast
bijstellen
Het scherm wissen•Druk op CANCEL (annuleren) om de bewerkingsregel
Aan de slag1-1
Druk gelijktijdig op (aan) en (of ) om het
contrast te verhogen (of te verlagen).
te verwijderen.
•Druk op CLEAR (verwijderen) om de
bewerkingsregel en de weergavegeschiedenis te
verwijderen.
Onderdelen van
het scherm
OPMERKING
Titels
Geschiedenis
Bewerkingsregel
Labels
Menutoetse
Menutoets of labels zachte toetsen. De labels met
de huidige betekenis voor de zachte toetsen is het
label voor de eerste menutoets in deze afbeelding. “Druk
op ” betekent dat u op de eerste menutoets dient te
drukken, dit is de linkertoets op de bovenste rij van het
toetsenbord van de rekenmachine.
Bewerkingsregel. De regel van de huidige invoer.
Geschiedenis. De HOME-weergave () toont tot
vier regels van de geschiedenis: de laatste invoer en
uitvoer. Oudere regels schuiven aan de bovenkant van
het scherm, maar worden in geheugen gehouden.
Titel. De naam van het huidige aplet wordt in de titel van
de startpagina weergegeven. RAD, GRD, DEG geeft aan
of u voor HOME de hoekmodus radialen, gradiënten of
graden hebt ingesteld. De symbolen
T en S geven aan
of er in de HOME-weergave meer geschiedenis is. Druk
op en om in de HOME-weergave te rollen.
Deze handleiding bevat afbeeldingen van de hp 39g+,
maar het geeft niet het label van de -menutoets
weer.
Annunciators. Annunciators zijn symbolen die boven
in de titelbalk verschijnen en u belangrijke
statusinformatie geven.
AnnunciatorsBeschrijving
Shift geactiveerd voor de
volgende toetsenbordinvoer. Om
te annuleren drukt u nogmaals op
.
1-2Aan de slag
Het toetsenbord
Menutoetsen
Menutoetsen
AnnunciatorsBeschrijving
Alpha geactiveerd voor de
α
volgende toetsenbordinvoer. Om
te annuleren drukt u nogmaals op
.
((•))Batterij bijna leeg.
Bezig.
Gegevens worden via infrarood
of kabel verzonden.
Labels
Menutoetsen
Apletbesturings-
toetsen
Lettertoets
Shift-toets
Aan de slag1-3
Cursor
toetsen
Enter-toets
Aplet-besturingstoetsen
•De toetsen op de bovenste rij heten menutoetsen. Hun
betekenis is afhankelijk van de context – daarom
hebben ze geen opdruk. De menutoetsen worden
soms “zachte toetsen” genoemd.
•De onderste regel van het scherm toont de labels met
de huidige betekenis van de menutoetsen.
De aplet-besturingstoetsen zijn:
ToetsBetekenis
Geeft de symbolische weergave voor
het huidige aplet. Zie “Symbolische
Weergave” op pagina 1-22.
Geeft de curveweergave voor het
huidige aplet. Zie “Curveweergave”
op pag 1-22.
Geeft de numerieke weergave voor
het huidige aplet. Zie “Numerieke
Weergave” op pagina 1-23.
Geeft het beeld van de thuispositie
weer. Zie “HOME” op pagina 1-1.
Geeft het menu van de
apletbibliotheek. Zie
“Apletbibliotheek” op pagina 1-22.
Geeft het VIEWS-menu. Zie
“Apletweergaven” op pagina 1-22.
1-4Aan de slag
Invoer-/
bewerkingstoetsen
De invoer- en bewerkingstoetsen zijn:
ToetsBetekenis
CANCEL)
(
Als de rekenmachine aan staat,
annuleert u de huidige handeling
door op te drukken. Druk op
en dan op OFF (uit) om de
rekenmachine uit te zetten.
Geeft toegang tot de functie die in
het blauw boven een toets is
afgedrukt.
Gaat terug naar het HOME-beeld
om berekeningen uit te voeren.
Geeft toegang tot de alfabetische
tekens die in het oranje onder een
toets zijn afgedrukt. Houd deze
ingedrukt om een reeks tekens in te
voeren.
Voert een gegeven in of voert een
handeling uit. Bij berekeningen
reageert als “=”. Als of
als een menutoets aanwezig
is, reageert hetzelfde als
wanneer u op of drukt.
Voert een negatief getal in. Om –25
in te voeren, drukt u op 25.
Opmerking: dit is niet dezelfde
handeling die door de aftrektoets
wordt uitgevoerd ().
Voert de onafhankelijke variabele
in door X, T, θ, of N in de
bewerkingsregel in te voegen,
afhankelijk van het huidige actieve
aplet.
Wist het teken onder de cursor.
Werkt als de backspace-toets als de
cursor aan het einde van de regel
staat.
CLEAR
Verwijdert alle gegevens van het
scherm. Op een instellingenscherm,
bijvoorbeeld een Curve-instelling,
doet
CLEAR alle instellingen
terugkeren naar hun
standaardwaarden.
Aan de slag1-5
Shift-toetsen
ToetsBetekenis (Vervolg)
, , ,
Verplaatst de cursor op de display.
Druk eerst op om naar het
begin, einde, boven of onder te
gaan.
CHARSGeeft een menu weer met alle
beschikbare tekens. Om er één te
typen gebruikt u de pijltoetsen om
het te markeren. Daarna drukt u op
. Om meerdere tekens te
selecteren, kiest u elk gewenst teken
en drukt u eerst op , daarna
drukt u op .
Er zijn twee shift-toetsen. Deze kunt u gebruiken om
toegang tot de handelingen en tekens die boven de
toetsen zijn afgedrukt te krijgen. Deze toetsen zijn:
en .
ToetsBeschrijving
Druk op de toets voor toegang
tot de bewerkingen die in het blauw
boven de toetsen zijn afgedrukt. Om
bijvoorbeeld in het Modusscherm te
komen, drukt u op . Daarna
drukt u op . (
MODES wordt in
het blauw boven de toets
weergegeven). U hoeft niet
ingedrukt te houden als u op HOME
drukt. Deze handeling wordt in deze
handleiding beschreven als “druk op
MODES.”
Om een shift te annuleren drukt u
nogmaals op .
1-6Aan de slag
ToetsBeschrijving (Vervolg)
De alfabetische toetsen zijn ook shift-
toetsen.
Om bijvoorbeeld Z te typen, drukt u
op Z. (De letters worden in
het oranje rechts onder elke toets
weergegeven.)
Om Alpha te annuleren drukt u
nogmaals op .
Voor een kleine letter, drukt u op
.
Voor een reeks letters houdt u tijdens
het typen ingedrukt.
HELPWITH
(helpen bij)
De ingebouwde hulp van hp 39g+ is alleen in HOME
beschikbaar. Het levert syntaxis-hulp voor ingebouwde
wiskundigefuncties.
U krijgt toegang tot de opdracht HELPWITH door op
SYNTAX te drukken en daarna op de wiskundige
toets waarvoor u de syntaxis-hulp aanvraagt.
VoorbeeldDruk op
SYNTAX
Opmerking: Voordat u de HELPWITH-opdracht
oproept, dient u van de ingebouwde functies zoals
sinus, cosinus en tangens het linkerhaakje te
verwijderen.
Wiskundige toetsenHOME () is de plaats voor het uitvoeren van de
berekeningen.
Toetsen op het toetsenbord. De meest algemene
handelingen zijn beschikbaar vanaf het toetsenbord.
Hieronder worden bijvoorbeeld rekenkundige (zoals )
en trigonometrische (zoals ) functies verstaan. Druk
op voor het voltooien van de bewerking:
256 geeft 16 weer.
Aan de slag1-7
TIP
.
MATH-menu. Om het
MATH-menu te openen drukt
u op . Het MATHmenu is een uitgebreide lijst
van wiskundefuncties die
niet op het toetsenbord
verschijnen. Het bevat ook categorieën voor alle andere
functies en constanten. De functies zijn volgens
categorieën in groepen ondergebracht en van
integraalrekening tot trigonometrie in alfabetische
volgorde gerangschikt.
– Met de pijltoetsen rolt u door de lijst (, )
en gaat u van de categorielijst in de linkerkolom
naar de itemlijst in de rechterkolom (,).
– Druk op om de geselecteerde opdracht in de
bewerkingsregel in te voegen.
– Druk op om het MATH-menu te
verwijderen zonder een opdracht te selecteren.
– Druk op
zodat de lijst met
programmaconstanten wordt weergegeven. Deze
kunt u gebruiken in programma’s die u ontwikkelt.
– Druk op om naar het begin van het MATH-
menu te gaan.
Voor meer details betreffende de wiskundefuncties,
raadpleegt u “Wiskundige functies volgens categorie” op
pagina 11-2.
Wanneer u het MATH-menu, of een ander menu op de hp
39g+ gebruikt, komt u, zodra u op een lettertoets drukt,
rechtstreeks bij de eerste menu-optie die met die letter
begint. Met deze methode hoeft u niet eerst op
te drukken. U drukt gewoon op de toets die met de eerste
letter van de opdracht overeenkomt.
Programmaopdrachten
Druk op CMDS zodat de lijst met programmaopdrachten wordt weergegeven. Zie
“Programmeeropdrachten” op pagina 16-14.
Inactieve toetsenAls u op een toets drukt die in de huidige context niet
werkzaam is, verschijnt er een waarschuwingssymbool:
!
. Er wordt geen piepgeluid gegeven.
1-8Aan de slag
Menu’s
Een menu biedt u een keuze
aan items. Menu’s worden in
één of twee kolommen
weergegeven.
•De pijl op het scherm
betekent dat eronder nog
meer items zijn.
•De
pijl op het scherm
betekent dat erboven nog meer items zijn.
Een menu zoeken•Druk op of om door de lijst te rollen. Als u
op of drukt, gaat u of naar het
begin of einde van de lijst. Markeer het item dat u
wilt selecteren en druk daarna op (of ).
•Als er twee kolommen zijn, toont de linkerkolom
algemene categorieën en de rechterkolom de
specifieke inhoud van elke categorie. Markeer in de
linkerkolom een algemene categorie en daarna een
item in de rechterkolom. De lijst in de rechterkolom
verandert zodra u een andere categorie markeert.
Druk op of zodra u uw selectie hebt
gemarkeerd.
•Om snel in een lijst te kunnen zoeken, typt u de eerste
letter van het woord. Bijvoorbeeld, voor het vinden
van de matrix-categorie in , drukt u op de
letter “M”.
•Om naar een vorige pagina te gaan, kunt u op
drukken. Om naar een volgende pagina
te gaan, kunt u op .
•drukken.
Een menu
annuleren
Aan de slag1-9
Druk op (voor CANCEL) of . Hiermee
annuleert u de huidige bewerking.
Invoerformulieren
Een invoerformulier toont verschillende informatievelden
die u kunt bestuderen en definiëren. Nadat u een te
bewerken veld hebt gemarkeerd, kunt u een getal (of
uitdrukking) invoeren of bewerken. U kunt ook opties van
een lijst selecteren (). Sommige invoerformulieren
bevatten items die u moet aanvinken (). Zie verder
voor voorbeelden van invoerformulieren.
De waarden van
de invoerformulieren
opnieuw
Om op een invoerformulier de standaardwaarden van
een veld opnieuw in te stellen, verplaatst u de cursor naar
dat veld en drukt u op . Om op het invoerformulier
alle standaard veldwaarden opnieuw in te stellen, drukt
u op
instellen
Modusinstellingen
U gebruikt het modus-invoerformulier om de modi voor
HOME instellen
TIP
Hoewel de numerieke instelling in Modes alleen HOME
beïnvloedt, bestuurt de hoekinstelling HOME en het
huidige aplet. De hoekinstelling die in Modes wordt
geselecteerd, is de hoekinstelling die zowel in HOME als
in het huidige aplet wordt gebruikt. Om een aplet verder
te configureren, gebruikt u de
( en ).
Druk op
HOME MODES toegang te krijgen.
CLEAR.
SETUP -toetsen
MODES om toegang tot het invoerformulier
1-10Aan de slag
InstellingOpties
Hoekmeting
Getalweergave
Hoekwaarden zijn:
Graden. 360 graden in een cirkel.
Radialen. 2π radianten in een cirkel.
Gradiënten. 400 gradiënten in een
cirkel.
De hoekmodus die u instelt, is de
hoekinstelling die zowel in HOME als
ook in het huidige aplet wordt
gebruikt. Dit gebeurt om er zeker van
te zijn dat de driehoeksmetingen die in
het huidige aplet worden uitgevoerd,
hetzelfde resultaat hebben als die in
HOME.
De getalweergave die u instelt, is de
hoekinstelling die zowel in HOME als
ook in het huidige aplet wordt
gebruikt.
Standaard. Volledigeprecisieweergave.
Vast. Geeft afgeronde resultaten
weer, tot een aantal decimaalplaatsen.
Voorbeeld: 123,456789 wordt
123,46 in Vast 2-weergave.
Wetenschappelijk. Geeft resultaten
weer met een exponent één cijfer links
van de decimaalpunt en het specifieke
aantal decimaaplaatsen. Voorbeeld:
123,456789 wordt 1,23E2 in
wetenschappelijk 2-weergave.
Technisch. Geeft een resultaat weer
met een exponent die een meervoud is
van 3, en het bepaalde aantal cijfers
die na het eerste kommen.
Voorbeeld: 123,456E7 wordt 1,23E9
in Technisch 2-weergave.
Breuk. Geeft resultaten als breuken
weer, gebaseerd op het aangegeven
aantal decimale plaatsen.
Voorbeelden: 123,456789 wordt
123 in Breuk 2-weergave en ,333
wordt 1/3 en 0,142857 wordt 1/7.
Raadpleeg “Breuken gebruiken” op
pagina 1-27.
Aan de slag1-11
InstellingOpties (Vervolg)
Decimaalteken
Een modus instellen
Dit voorbeeld toont hoe u de hoekmeting vanuit de
standaardmodus, radianten, naar graden voor het
huidige aplet kunt veranderen. De procedure is gelijk aan
het veranderen van de getalweergave en de decimale
tekenmodi.
1. Druk op de
2. Druk op om een
Punt of Komma. Geeft een getal
weer als 12456.98 (Puntmodus) of als
12456,98 (Kommamodus).
Puntmodus gebruikt komma’s om
elementen in lijsten en matrices te
scheiden en om functieargumenten te
scheiden. Kommamodus gebruikt
punten als scheidingstekens in deze
contexten.
MODES om het invoerformulier
HOME MODES te openen.
De cursor (markering) is
in het eerste veld,
Hoekmeting.
keuzelijst weer te geven.
3. Druk op voor het
selecteren van Graden,
en druk op . De
hoekmeting wordt naar
graden gewijzigd.
4. Druk op om naar HOME terug te keren.
TIP
Wanneer een invoerformulier een keuzelijst voor velden
heeft, kunt u drukken op om door de keuzes te gaan,
in plaats van te gebruiken.
1-12Aan de slag
Aplets (E-lessen)
Aplets zijn de toepassingsomgevingen waar u
verschillende klassen wiskundige uitvoeringen kunt
onderzoeken. U selecteert het aplet waarin u wenst te
werken.
Aplets komen van verschillende bronnen:
•In de hp 39g+ ingebouwd (aanvankelijke aankoop).
•Aplets die door het opslaan van bestaande aplets,
•Van de website HP Calculators gedownload.
•Van een andere rekenmachine gekopieerd.
Aplets worden in de
apletbibliotheek
opgeslagen. Raadpleeg
“Apletbibliotheek” op
pagina 1-22 voor meer
informatie.
U kunt de configuratieinstellingen voor de grafische,
tabelvormige en symbolische beelden van de aplets, in
de volgende tabel wijzigen. Raadpleeg “Configuratie
van apletbeelden” op pagina 1-24 voor meer informatie.
die met specifieke configuraties zijn gewijzigd,
worden gemaakt. Zie “Nieuwe aplets maken op
basis van bestaande aplets” op pagina 17-1.
Aplet-naamGebruik dit aplet om het volgende te
FunctionRechthoekfuncties met reële waarden y
InferenceBetrouwbaarheidsintervallen en
ParametricParametrische relaties x en y uitgaande
PolarPolaire functies r uitgaande van een
Aan de slag1-13
onderzoeken:
uitgaande van x. Voorbeeld:
y2x23x 5++=
Hypothesetests gebaseerd op de
normale en student-t-verdeling.
van t. Voorbeeld: x = cos(t) en y =
sin(t).
hoek θ.
Voorbeeld: .
.
r24θ()cos=
Aplet-naamGebruik dit aplet om het volgende te
onderzoeken: (Vervolg)
SequenceReeksfuncties U uitgaande van n, of
uitgaande van voorgaande termen in
dezelfde of een andere reeks zoals
en. Voorbeeld: ,
U
U21=UnU
U
n 1–
n 2–
en.
n 2–
U10=
U
+=
n 1–
SolveVergelijkingen in één of meer
werkelijke-waardevariabelen.
Voorbeeld: .
x 1+x2x–2–=
StatisticsStatistische gegevens met één-variabele
(x) of twee-variabelen (x en y).
Naast deze aplets, die u in verschillende toepassingen
kunt gebruiken, is de hp 39g+ voorzien van twee
leeraplets: Quad Explorer en Trig Explorer. Voor deze
aplets kunt u geen configuratie-instellingen wijzigen.
Op de website van HP en websites die door
onderwijsdeskundigen zijn gemaakt, kunt u veel meer
leeraplets vinden, samen met begeleidende documentatie
en vaak met werkbladen voor studenten. U kunt deze
gratis downloaden en naar de hp 39g+ verzenden.
Hiervoor gebruikt u het afzonderlijk geleverde
Connectiviteitspakket.
Quad Exploreraplet
Het Quad Explorer -aplet wordt gebruikt voor het
onderzoeken van het gedrag van
yaxh+()
2
v+=
wanneer de waarden van a, h en v veranderen, zowel
door de vergelijking te manipuleren en de wijziging in de
grafiek te zien, en door de grafiek te manipuleren en de
wijziging in de vergelijking te zien.
TIP
Op de website van HP kunt u documentatie met meer
details en een begeleidend werkpapier voor studenten
vinden.
1-14Aan de slag
Druk op , selecteer
QuadExplorer, en druk
daarna op . Het
Quad Explorer-aplet opent in
de modus , waarbij u
de pijltoetsen, de toetsen
en en de toets gebruikt om de vorm van de
grafiek te veranderen. De verandering van vorm wordt in
de vergelijking uitgedrukt, die in de rechterbovenhoek
van het scherm wordt weergegeven, terwijl de originele
grafiek behouden wordt als vergelijking. In deze modus
beheert de grafiek de vergelijking.
Het is ook mogelijk om de
vergelijking de grafiek te
laten beheren. Door te
drukken op
wordt er
een sub-uitdrukking van uw
vergelijking weergegeven.
Door te drukken op en beweegt u tussen subuitdrukkingen, terwijl het drukken op en hun
waarden verandert.
Door te drukken op kan de gebruiker selecteren
of hij/zij alle drie de sub-uitdrukkingen tegelijktijdig of
een voor een wil onderzoeken.
Een -toets is voorzien
om de kennis van de student
te evalueren. Door te
drukken op wordt er
een kwadratische
doelgrafiek weergegeven. De student dient de
vergelijkingsparameters manipuleren om zo de
vergelijking op de doelgrafiek aan te passen. Als een
student denkt de juiste parameters gekozen te hebben,
evalueert een
-toets het antwoord en geeft het
commentaar. Er is een -toets voorzien voor
degenen die het opgeven!
Trig Explorer-apletHet Trig Explorer-aplet wordt gebruikt voor het
onderzoeken van het gedrag van de grafiek
ya bxc+()d+sin=
en d veranderen, zowel door de vergelijking te
manipuleren en de verandering in de grafiek te zien, als
door de grafiek te manipuleren en de verandering in de
vergelijking te zien.
Aan de slag1-15
wanneer de waarden van a, b , c
Druk op , selecteer
TrigExplorer en druk
daarna op om het
rechts getoonde scherm
weer te geven.
In deze modus bestuurt de
grafiek de vergelijking. Door
te drukken op en
transformeert de
grafiek, terwijl deze
transformaties in de vergelijking worden weerspiegeld.
De toets met het label
is een schakeltoets tussen
Origin (oorsprong)
en . Als u
kiest voor , dan
bevindt het ‘controlepunt’
zich op de oorsprong (0,0)
en de toetsen en
besturen verticale en horizontale transformaties.
Als u kiest voor zal het ‘controlepunt’ op het
eerste extreeem van de grafiek (d.w.z bij de sinusgrafiek
π 21,⁄()
op liggen.
De pijltoetsen wijzigen de
Extreem
amplitude en frequentie van
de grafiek. U kunt dit het
beste zien door te
experimenteren.
Door op te drukken
wordt boven in het scherm
de vergelijking
weergegeven. De
vergelijking wordt door de
grafiek bestuurd. Door op de
toetsen en te drukken, gaat u van parameter naar
parameter. Door op de toetsen of te drukken,
wijzigt u de parameterwaarden.
De standaard hoekinstelling van deze aplet is radialen.
De hoekinstelling kunt u wijzigen naar graden door op
te drukken.
1-16Aan de slag
Apletbibliotheek
Aplets worden in de apletbibliotheek opgeslagen.
Het openen van een
aplet
Apletweergaven
Symbolische
weergave
Druk op voor een weergave van het
apletbibliotheekmenu. Selecteer het aplet en druk op
of .
Vanuit een aplet kunt u op elk moment naar HOME
terugkeren door te drukken op .
Als u een aplet hebt geconfigureerd om de relatie of data
die u wilt onderzoeken, te definiëren, kunt u deze in
verschillende weergeven tonen. Hier vindt u de
weergaven van de drie hoofd-apletweergaven
(Symbolisch, Curve en Numeriek), de zes
ondersteunende apletbeelden (vanuit het menu VIEWS)
en de twee door de gebruiker gedefinieerde weergaven,
Note (opmerking) en Sketch (schets).
Druk op om het symbolische beeld van het aplet
weer te geven.
Deze weergave gebruikt u
om de functie(s) of
vergelijking(en) die u wilt
onderzoeken, te definiëren.
Raadpleeg “Over de
Symbolische weergave” op pagina 2-1 voor meer
informatie.
CurveweergaveDruk op om de curveweergave van het aplet weer
te geven.
In deze weergave worden de
door u gedefinieerde functies
grafisch weergegeven.
Raadpleeg “Over de Curveweergave” op pagina 2-5
voor meer informatie.
Aan de slag1-17
Numerieke
weergave
Druk op voor de Numerieke weergave van het
aplet.
In dit beeld worden de door
u gedefinieerde functies in
tabelformaat weergegeven.
Raadpleeg “Over de
numerieke weergave” op
pagina 2-18 voor meer informatie.
CurveTabelweergave
Curve-Detailweergave
Overlay
Curveweergave
Het menu VIEWS bevat de Curve-Tabelweergave.
SelecteerPlot-Table
Verdeelt het beeld in de
curve en de datatabel.
Raadpleeg “Andere
weergaven voor schalen en splitsen van de grafiek” op
pagina 2-15 voor meer informatie.
Het menu VIEWS bevat de Curve-Tabelweergave.
SelecteerPlot-Detail
Verdeelt het beeld in de
curve en een close-up.
Raadpleeg “Andere weergaven voor schalen en splitsen
van de grafiek” op pagina 2-15 voor meer informatie.
Het menu VIEWS bevat de Overlay curveweergave.
SelecteerOverlay Plot
Brengt de huidige
uitdrukking(en) in
curvezonder voorgaande curve(s) te wissen.
Raadpleeg “Andere weergaven voor schalen en splitsen
van de grafiek” op pagina 2-15 voor meer informatie.
1-18Aan de slag
Opmerkingenw
eergave
Druk op NOTE voor de opmerkingenweergave van
het aplet.
Deze opmerking wordt
samen met het aplet
verzonden als het naar een
andere rekenmachine of
naar een computer wordt
verzonden. Een opmerkingenweergave bevat tekst als
aanvulling op een aplet.
Raadpleeg “Opmerkingen en schetsen” op pagina 15-1
voor meer informatie.
SchetsweergaveDruk op SKETCH om de schetsweergave van het
aplet weer te geven
Geeft afbeeldingen weer als
aanvulling op een aplet.
Raadpleeg “Opmerkingen
en schetsen” op
pagina 15-1 voor meer
informatie.
Configuratie van apletweergaven
U gebruikt de SETUP-toetsen (, en
) om het aplet te configureren. Druk bijvoorbeeld
op
invoerformulier voor de curveinstellingen van de aplet
weer te geven. Hoekmeting wordt via de weergave
MODES beheerd.
SETUP-PLOT ( ) om het
Curve-instellingDruk op SETUP-PLOT.
Stelt parameters in om een
grafiek te vormen.
Numerieke
instelling
Aan de slag1-19
Druk op SETUP-NUM.
Stelt parameters in om een
tabel met numerieke
waarden te bouwen.
Symbolische
instelling
Dit beeld is alleen in het
Statistische aplet in de
modus beschikbaar.
Het speelt een belangrijke
rol bij het kiezen van
datamodellen.
Druk op
SETUP-SYMB.
weergaven
wijzigen
Apletconfiguratie
opslaan
Elke weergave is een afzonderlijke omgeving. Om een
weergave te wijzigen, selecteert u een andere weergave
door te drukken op de toetsen , , of
door vanuit het menu VIEWS een weergave te selecteren.
Om naar HOME te gaan, drukt u op . De huidige
weergave wordt niet echt gesloten, u gaat gewoon naar
een andere – net als wanneer u in huis van de ene kamer
naar de andere gaat. Gegevens die worden ingevoerd,
worden automatisch tijdens het invoeren opgeslagen.
U kunt een apletconfiguratie die u hebt gebruikt, opslaan
en het aplet naar andere hp 39g+ rekenmachines
verzenden. Zie “Aplets verzenden en ontvangen” op
pagina 17-5.
Wiskundige berekeningen
De meest algemene wiskundige handelingen zijn vanaf
het toetsenbord beschikbaar. Via het menu
MATH() hebt u toegang tot de rest van de
wiskundige functies.
Voor toegang tot programmeeropdrachten drukt u op
CMDS. Raadpleeg “Programmeeropdrachten” op
pagina 16-14 voor meer informatie.
Waar te
beginnen?
Uitdrukkingen
invoeren
1-20Aan de slag
De thuisbasis van de rekenmachine is het beeld HOME
(). Hier voert u alle berekeningen uit en hebt u
toegang tot alle bewerkingen.
•U voert een uitdrukking in de hp 39g+ in dezelfde
links-naar-rechts-volgorde zoals u de uitdrukking zou
schrijven. Dit heet algebraïsche invoer.
•Om functies in te voeren, selecteert u de toets of het
MATH-menuitem voor die functie. U kunt een functie
ook met behulp van de lettertoetsen invoeren door de
naam uit te spellen.
Loading...
+ 292 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.