HP 30S
HP 30S
HP 30SHP 30S
Wetenschappelijke Rekenmachine
Wetenschappelijke Rekenmachine
Wetenschappelijke Rekenmachine Wetenschappelijke Rekenmachine
Basisfuncties
Basisfuncties
BasisfunctiesBasisfuncties
On en Off O om de rekenmachine in te schakelen; $
OFF] om het uit te schakelen.
[
De rekenmachine schakelt zich automatisch uit als geen toets
wordt gedrukt gedurende 9 minuten. Druk op O om het te
reactiveren. De parameters en alle opgeslagen en getoonde
informatie worden bewaard.
Display Het display bevat een regel voor input gegevens, één
voor resultaten en één voor indicatoren.
De input gegevensregel U kan tot 80 getallen invoeren.
De gegevens die U hebt ingevoerd verplaatsen zich naar de
linkerzijde—en de indicator
11 getallen invoert.
De rekenmachine is in overschrijfmodus (overwrite mode). In
overschrijfmodus is de cursor het onderstreepteken (_) en de
getallen die U invoert verschijnen in de plaats van de cursor.
Wanneer een getal onder de cursor staat, wordt die vervangen
door diegene die U net ingevoerd hebt.
U kan eveneens de rekenmachine programmeren om in
invoegingmodus (insert mode) te werken. In invoegingmodus
wordt de cursor het
verschijnen aan de linkerzijde van de cursor. Om de
invoegingmodus in te schakelen, zet de cursor aan de plaats waar
U een getal wenst in te voeren en druk op $[
invoegingmodus af te schakelen druk op één van de pijltoetsen of
nogmaals op $[
Druk op p of op / om de cursor te verplaatsen langs een
gegeven die u ingevoerd hebt. Om rechtstreeks naar het eerste
getal over te gaan, druk op $/. Om rechtstreeks naar het
laatste getal over te gaan, druk op $ p. Om een getal uit te
wissen, druk op e (of, in overschrijfmodus, voer gewoon het
nieuwe getal in).
± is dan vertoond—als U meer dan
´ teken en de getallen die U invoert
INS]. Om de
INS].
Negatieve getallen Om een negatief getal in te voeren,
druk eerst op F , en voer daarna het getal in.
Resultatenregel Het resultaat van een berekening is
vertoond op de resultatenregel (de onderste regel van het
beeldscherm). Tot en met 10 getallen kunnen vertoond worden,
inclusief het negatief teken, het decimaalpunt, de ×10 indicator,
en de positi ef of negatief exponent. De rekenmachine bereke nt het
aantal decimalen met een 24-cijfer nauwkeurigheid.
Indicatoren De indicatoren worden vertoond om sommige
selecties, staten of parameters aan te duiden (zie onderstaande
tabel).
Indicator Betekenis
nd
2
MODE
STAT
ENG
SCI
DEG, RAD, of
GRAD
FIX
HYP
L
SOLV Lineaire vergelijkingsoplosser is actief.
SOLV Kwadratische vergelijkingsoplosser is actief.
Q
± °
²³
M
– Het resultaat is negatief, of de invoeringsregel is
K
×
10 Het resultaat is vertoond in wetenschappelijke of
' Scheidingsteken voor duizenden
2de groep van functietoetsen is actief (zie
hieronder).
Selectiemodus is actief.
Statistiekmodus is actief.
Getallen worden vertoond in technische notatie.
Getallen worden vertoond in wetenschappelijke
notatie.
Hoektypen zijn respectievelijk degrees, radians,
of grads.
Het aantal decimalen van een vertoonde waarde
is vastgesteld.
Om hyperbolische functies te berekenen.
Er zijn getallen aan de linker-of rechterzijde van
het beeldscherm.
Vorige of verdere resultaten zijn vertoonbaar.
Gegevens zijn opgenomen in het geheugen.
vol.
Een constante kan bepaald of gebruikt worden.
technische notatie. De exponent is vertoond
boven de indicator.
(voor getallen >= 1000).
Volgorde van de invoeringen Getallen en operators
worden in dezelfde orde als in traditionele rekenkunde ingevoerd.
2nd Functies Om de functies te gebruiken die
gesymboliseerd zijn door de etiketten aan de voorkant van de
rekenmachine, druk eerst op de toets $ en dan op de toets
onder het etiket. Bijvoorbeeld, om de functie % te selecteren, druk
op $-. (In deze gids worden de etiketten met de symbolen
vertegenwoordigd tussen haakjes. Bijvoorbeeld, een instructie om
de % functie te selecteren wordt op deze manier aangeduid:
$[%]).
Menu's Verschillende functies of parameters zijn beschikbaar
vanaf de menu's. Een menu is een lijst met opties displayed langs
de invoeringsregel. Bijvoorbeeld, druk op $[
uitdrukkingsmodi van de getallen uit te kiezen.
Kies een item vanaf een menu door op p of / te drukken totdat
het gewenste item onderlijnd is, en druk dan op \.
Om het menu af te sluiten zonder item te kiezen, druk op U.
SCI/ENG] om de
Modus Er zijn vier modi (of exploitatieomgevingen):
n 0. Home (de standaardmodus, gebruikt voor gewone en een-
voudige berekeningen)
n 1. Statistiek (
n 2. Lineaire vergelijkingsoplosser (
n 3. Kwadratische vergelijkingsoplosser (
Druk op ! om de Modes menu te displayen. Om een modus te
selecteren, druk op het nummer van de modus. Druk afwisselend
op p of / totdat de gewenste modus onderlijnd is, en druk dan
op \.
STAT)
L SOLV)
Q SOLV).
Contrast Om het contrast bij te stellen (verhogen of verlagen),
druk op ! en dan op n of o zolang het nodig is. Druk op
U om de Modes menu af te sluiten.
Volgorde van berekeningen
Volgorde van berekeningen
Volgorde van berekeningenVolgorde van berekeningen
1. Uitdrukkingen tussen haakjes.
2. De omrekening van coördinatennotatie.
3. Prefix functies (zoals LN, cos).
4. Postfix functies (zoals x2).
5. Wortels
6. Breuken.
7.
8. +/–
9. Impliciete vermenigvuldiging vóór functies die worden
10. Combinaties(nCr) en permutaties (nPr).
x
() and machtsverheffing (^).
π, Willekeurige getallen en fysisch constanten.
ingevoerd vóór hun argument.
11. Vermenigvuldigingen, andere impliciete
vermenigvuldigingen, en delingen
12. Optelling en aftrekking.
13. Alle andere omrekeningen.
Systeem geheugen
Systeem geheugen
Systeem geheugen Systeem geheugen
Voormalige invoeringen De HP 30S slaat al Uw
invoeringen op (tot een maximum van 320 cijfers). Deze
invoeringen worden bewaard zelfs als U de rekenmachine
uitschakelt.
Druk op n of o om de ingevoerde gegevens te laten afdraaien.
U kan een voormalige invoering hergebruiken of editeren wanneer
het op de invoeringsregel geplaatst is.
Laatste resultaat Het laatste resultaat wordt automatisch
bewaard in het geheugen. Het wordt bewaard zelfs als U de
rekenmachine uitschakelt.
Om het laatste resultaat terug te krijgen, druk op $[ANS]. Ans
verschijnt op de invoeringsregel. Druk op \ om de waarde van
het laatste resultaat te bekijken. U kan het laatste resultaat
eveneens in een nieuwe berekening gebruiken, door eerst op een
berekeningstoets (+, -, etc) te drukken. Ans verschijnt op de
invoeringsregel, gevolgd door de operator. U kan dan Uw
invoering beëindigen op de gewone manier.
Lineaire oplossingen De resultaten na het oplossen van
een reeks lineaire vergelijkingen worden bewaard in de variabelen
X en Y.
Kwadratische oplossingen De resultaten van het
oplossen van een kwadrat ische vergelijking worden bewaard in de
variabelen X
Gebruikers geheugen
Gebruikers geheugen
Gebruikers geheugen Gebruikers geheugen
en X2, of Y1 en Y2.
1
Geheugens variabelen Er zijn vijf geheugens variabelen:
A, B, C, D, en EQN. U kan reële cijfers in de variabelen A–D
bewaren, en een uitdrukking in EQN.
U kan eveneens reële cijfers bewaren in X, Y, X
toch worden de waarden in deze variabelen vervangen door een
lineaire vergelijking en kwadratische oplossingen.
Om een cijfer of een uitdrukking te bewaren moet U het invoeren,
op ? drukken, een variabele selecteren vanuit de Variabelen
menu en uiteindelijk op \ drukken.
, X2, Y1, and Y2;
1
Constante uitdrukkingen [K] Een constante
uitdrukking is een combinatie van operators, functies, variabelen
en cijfers die U kunt aanvoegen aan het einde van een invoering
en dan evalueren. Een constante uitdrukking is praktisch als U
dezelfde berekening meerdere keren wenst toe te passen aan
verschillende uitvoeringen.
Om de constante uitdrukking te bepalen (of te wijzigen), druk op
K], voer in de operators, de functies, en de cijfers die U nodig
$[
hebt, en druk dan op \.
Om de constante uitdrukking te gebruiken, moet de K indicator
displayed worden (Als het niet displayed is, druk op $[
het drukken op \ zal de constante uitdrukking zich toeleggen
op Uw invoering en zal het resultaat geschat worden.
Bijvoorbeeld, als Uw constante uitdrukking “+ sin(30)” is, het
invoeren van 2 en het drukken op \ geeft als resultaat 2.5,
wat betekent 2 + sin(30).
Om terug naar gewone uitvoeringen te keren, druk nogmaals op
K]. De constante uitdrukking wordt bewaard voor een latere
$[
gebruik.
K]). Door
Uitvoeringsgeheugen Druk op #om een resultaat toe
te voegen aan het uitvoeringsgeheugen. Druk op ;om de
waarde op de resultatenregel te verwijderen van het
uitvoeringsgeheugen. Om de waarde in het uitvoeringsgeheugen
op te brengen, druk op :. Om het uitvoeringsgeheugen uit te
wissen, druk tweemaal op :.
Variabelen opbrengen en hergebruiken
Variabelen opbrengen en hergebruiken
Variabelen opbrengen en hergebruiken Variabelen opbrengen en hergebruiken
U kan de variabelen A, B, C, D, EQN, X, Y, X
de waarden in deze variabelen opbrengen of hergebruiken.
n Om de waarde van een variabele op te brengen, druk op
RLC] en p totdat de variabele onderlijnd is.
$[
n Om een variabele op te brengen, druk op < en op p totdat
de variabele onderlijnd is.
Om een variabele of de waarde van een variabele over te
schrijven naar de invoeringsregel, druk op \.
Uitdrukkingen
Uitdrukkingen
Uitdrukkingen Uitdrukkingen
U kan uitdrukkingen bedenken door de variabelen A, B, C, D
, X2, Y, Y
X
1
uitdrukking in de variabele EQN bewaren.
U bewaart een uitdrukking op dezelfde manier als voor een
waarde, maar doe het steeds in de variabele EQN.
Om een bewaarde waarde te evalueren, druk op </
\\. U moet dan een waarde specificeren voor elke
variabele in de uitdrukking. Voer de waarde in en druk op \. De
uitdrukking is geschat en het resultaat wordt vertoond op de
resultatenregel.
U n Verwijdert de invoeringsregel.
$[CL-VAR] Verwijdert alle variabelen in het
$[
!1/\ Verwijdert statistieke gegevens.
$[
en Y2 te gebruiken—bijvoorbeeld, 3A2 + 4B—en die
1
Gegevens en parameters verwijderen
Gegevens en parameters verwijderen
Gegevens en parameters verwijderenGegevens en parameters verwijderen
n Verwijdert een vergissingbood-
schap.
n Verwijdert een menu.
geheugen behalve EQN.
CL-EQN] Verwijdert de inhoud van EQN.
RESET] p\ Herstelt de stan daardparameters van
Notatie
Notatie
Notatie Notatie
de rekenmachine. Verwijdert
variabelen, EQN, uitvoeringen in
verwachting, uitvoeringsgeheugen,
constante uitdrukkingen, statistieke
gegevens, en Ans.
, X2, Y1, en Y2, of
1
, X,
Decimalen Druk op $[FIX] om de Decimal Places menu te
vertonen. Druk op p totdat het aantal decimalen die U achter het
decimaalpunt wenst bepaald (onderlijnd) is, en druk dan op \.
(De standaardparameter is F: vlottende decimaalpunt notatie).
Om een getal af te ronden tot de vastgestelde hoeveelheid
decimalen, druk op $[
naar een getal verwijst) in, en druk dan op \.
RND], voer het getal (of de uitdrukking die
Getallen notatie Druk op $[SCI/ENG] om de Number
Display menu te verkrijgen. De items in dit menu zijn
vlottende notatie),
(voor technische notatie). Druk op p totdat de gewenste
notatietype is onderlijnd, en druk dan op \.
U kan eveneens een getal in mantisse-en-machtsgetal formaat
invoeren (dat betekent een getal en een veelvoud van 10). Voer
het getal in, druk op E, voer het veelvoud van 10, en druk op
\.
Hoekdata
Hoekdata
HoekdataHoekdata
SCI (voor wetenschappelijke notatie), en ENG
FLO (voor
De standaardparameters wijzigen De eenheden van
hoeken zijn degrees, radians, of grads. De standaardparameter is
degrees. Om deze parameter te wijzigen, druk op X, selecteer
de gewenste eenheid, en druk dan op \. De hoekparameter
wordt dan de nieuwe standaardparameter en blijft het tot U het
nogmaals wijzigt.
Tijdelijke wijziging Om de standaard hoekparameter
tijdelijk te annuleren:
1. Voer de waarde in.
2. Druk op $[
3. Selecteer de gewenste eenheid.
4. Druk op \.
De eenheden die U kan selecteren zijn degrees (º), minuten ('),
seconden (''), radians (r), grads (g), and degrees—minuten—
seconden (¶DMS).
DMS].
Hoeken omrekening
1. Wijzig de standaard hoekparameters als U die wenst om te
rekenen.
2. Voer de waarde in van de eenheid U wenst om te rekenen.
3. Druk op $[
4. Kies de oorspronkelijke eenheden die U wenst om te rekenen.
5. Druk tweemaal op \.
Rechthoekige en polaire rekenkunde
Rechthoekige en polaire rekenkunde
Rechthoekige en polaire rekenkundeRechthoekige en polaire rekenkunde
Om de polaire eigenschappen (r of
systeem (x, y) te vinden of het omgekeerde, druk op $[H]
en selecteer een optie. U kan r of
van x en y, of x of y door het specificeren van r en
Trigonometrie
Trigonometrie
TrigonometrieTrigonometrie
De HP 30S beschikt over standaard trigonometrische functies—
S, Z, b—inverse trigonometrische functies—$[
COS
$[
HYP] samen met S, Z, b, $[SIN
[
en $[
Breuken
Breuken
BreukenBreuken
n Om een breuk in te voeren, voer de teller in, druk op V, en
voer de noemer in.
n Om een gemengde breuk in te voeren, voer het gehele deel,
druk op V, voer de teller in, druk op V, en voer de noemer
in.
n Om een decimale resultaat in een breukbare resultaat om te
keren, of vice versa, druk op $[_] en op \.
n Om een gemengde breuk in een impropere breuk om te
keren, of vice versa, druk op $[^] en op \.
Waarschijnlijkheid
Waarschijnlijkheid
Waarschijnlijkheid Waarschijnlijkheid
Het drukken op P vertoont de waarshijnlijkheidsmenu, met de
volgende functies:
nPr
nCr
!
RANDM
RANDMI
Statistieken
Statistieken
Statistieken Statistieken
Druk op !1 om de statistiekenmenu te vertonen. De opties
van het menu zijn 1-VAR (om de data in één unieke gegevensset
te analyseren), 2-VAR (om gepaarde data van twee
gegevenssets te analyseren) en CLR-DATA (om alle
gegevenssets uit te wissen).
DMS].
θ) van een rechthoekige
θ vinden door het specificeren
–1
], $[TAN–1]—en hyperbolische functies—$
–1
TAN
].
Berekent het aantal mogelijke permutaties van n
items, met r tegelijk.
Berekent het aantal mogelijke combinaties van n
items, met r tegelijk.
Berekent de faculteit van een positief geheel getal
n, waar n <= 69.
Bedenkt en willekeurig getal tussen nul en 1.
Bedenkt een willekeurig getal tussen twee
gespecificeerde getallen (en soms één van de twee
ingesloten).
–1
], $[COS–1],
θ.
–1
SIN
],
Om gegevens in te voeren Voor statistische analyse:
1. In de Statistics menu, kies 1-VAR of 2-VAR.
2. Druk op * .
3. Voer een x-waarde in en druk op o .
4. Voer de frequentie van de x-waarde in (in 1-VAR modus) of de
correspondente y-waarde (in 2-VAR modus) en druk
op o.
5. Om meer gegevens in te voeren, herhaal vanaf stap 3.
Gegevens worden bewaard tot U er overschrijft of U het uitwist.
Om gegevens uit te wissen, selecteer
menu.
CLR-DATA in de Statistics
Om gegevens te analyseren die U hebt ingevoerd:
1. Druk op J. Een reeks statistische variabelen (zie
onderstaande tabel) wordt vertoond in de Statistical Results
menu. De eerste variabele (n) is onderlijnd en de waarde
ervan is vertoond op de resultatenregel.
2. Druk op p om de Statistical Results menu te laten afdraaien
(de getroffen vergissingboodschappen overslagen). De
waarde van elke variabele is vertoond op de resultatenregel.
3. Om een waarde in een uitvoering te gebruiken, druk op \
wanneer de waarde vertoond is. De variabele is gekopieerd
naar de invoeringsregel.
4. In 2-VAR modus, om een waarde voor x (of y) te voorzien als
men reeds een waarde voor y (of x) heeft, selecteer de x' (of
y') variabele, druk op \, voer de gegeven waarde in, en
druk nogmaals op \.
Variabele Betekenis
n Aantal x waarden of x–y paren ingevoerd.
of Gemiddelde of de x waarden of y waarden.
x y
Sx of Sy Steekproef standaard deviatie.
¸x of ¸y Populatie standaard deviatie.
of Som van alle x waarden of y waarden.
x∑y
∑
2
2
of Som van alle x2 waarden of y2 waarden.
x
xy
y
∑
Som van (x × y) voor alle x–y paren.
regressie.
waarde.
waarde.
∑
∑
a y-Horizontale markeringssteepje van lineair
b Lineaire regressie helling.
r Correlatie-coëfficiënt.
x' Voo rzie n x waarde, gezien a, b, en een y
y' Voo rzie n y waarde, gezien a, b, en een x
Om gegevens te visualiseren of te wijzigen
1. Druk op *.
2. Druk op o om de gegevens die U hebt ingevoerd te laten
afdraaien.
3. Om een invoering te wijzigen, display het en voer de nieuwe
gegevens in. De nieuwe gegevens die U hebt ingevoerd
overschrijven de voormalige invoering. Dru k op o of \ om
de wijziging te registreren.
Om de statistische functie te verlaten Druk op !
en kies een andere functie.
Linear System Solver
Linear System Solver
Linear System SolverLinear System Solver
Om een set lineaire vergelijkingen op te lossen :
1. Druk op ! 2.
2. Voer de eerste vergelijking in (door op $ [ @] en $ []]
te drukken om respectievelijk x en y in te voeren).
De vergelijking kan ingevoerd worden als volgt : ax+by=c of
y=mx+b.
3. Druk op $ [,] om de twee vergelijkingen te scheiden.
4. Voer de tweede vergelijking in (ax+by=c of y=mx+b).
5. Druk op \.
De Oplossingsmenu verschijnt dan met de x-waarde displayed op
de resultatenregel. Druk op p om de correspondente
y-waarde te zien. Deze oplossingen worden bewaard in de
variabelen X en Y. U kan deze variabelen gebruiken in verdere
berekeningen. U kan ook een voormalige vergelijking selecteren
om het te hergebruiken of om het te editeren. Druk op U n
totdat de vergelijking in de invoeringsregel staat.
Quadratic Equation Solver
Quadratic Equation Solver
Quadratic Equation SolverQuadratic Equation Solver
Om kwadratische vergelijkingen op te lossen met reële
oplossingen:
1. Druk op ! 3.
2. Voer de vergelijking in. Druk het uit in de vorm: ax
U kan een kwadratische vergelijking oplossen in x of in y. als U
een vergelijking in x aan het invoeren bent, druk op $ [@]
om x in te voeren; anders druk op $ []] om y in te voeren.
In beide gevallen, druk op v om de tweede-orde exponent
in te voeren.
3. Druk op \.
The Solutions menu verschijnt met de eerste wortel (X
vertoond op de resultatenregel. Druk op p om de tweede wortel
of Y2). Deze wortelen worden bewaard in de variabelen
te zien (X
2
en X2, of Y1 en Y2. U kan deze variabelen gebruiken in verdere
X
1
berekeningen.
U kan ook een voormalige vergelijking selecteren om het te
hergebruiken of om het te editeren. Druk op U n totdat de
vergelijking in de invoeringsregel staat.
Physical Constants
Physical Constants
Physical ConstantsPhysical Constants
U kan een aantal gewone fysische constanten gebruiken in Uw
berekeningen. Om een constante in te voegen in de plaats van de
cursor:
1. Druk op c om het Physical Constants menu te vertonen.
2. Druk op p totdat de gewenste constante onderlijnd is (zie
onderstaande tabel).
3. Druk op \
c Lichtsnelheid 299792458m.s
g Versnelling door de
zwaartekracht
G aantrekkingskracht constante 6.673 × 10
VmMolaire volume van
volmaakte gassen
NAAvogadro's getal 6.02214199 × 1023mol
e Elementaire oplading 1.602176462 × 10
elektron massa 9.10938188 × 10
m
e
mpproton massa 1.67262158 × 10
neutron massa 1.67492716 × 10
m
n
R molair gas constante 8.314472 J.mol–1K
h Plank’s constante 6.62606876 × 10
k Boltzmann’s constante 1.3806503 × 10
Bron : National Institute of Standards and Technology, http://physics.nist.gov
Omrekening van eenheden
Omrekening van eenheden
Omrekening van eenhedenOmrekening van eenheden
1. Voer de waarde van de metingen U wenst om te rekenen.
2. Druk op h.
3. Druk op o om te laten afdraaien tot de geschikte eenheden's
menu. (De menu's omvatten afstanden, zone's, massa's,
volumes, het vermogen, temperaturen, energie en druk).
4. Druk op p totdat de eenheden die U wenst om te rekenen
onderlijnd zijn, druk dan op \.
5. Druk op p totdat de omrekenings resultaat onderlijnd is.
Vergissingboodschappen
Vergissingboodschappen
VergissingboodschappenVergissingboodschappen
DIVIDE BY 0
DOM
OVERFLOW
STAT
SYN
ARG
SAVE
FREQ
DOMAIN
MULTI SOLS
NO SOLUTION
NO REAL SOL
EQU LENGTH
Voornaamste pannes en hun oorzaken
Voornaamste pannes en hun oorzaken
Voornaamste pannes en hun oorzakenVoornaamste pannes en hun oorzaken
Als de rekenmachine niet wilt opstarten, druk op #c
tegelijkertijd. Als het steeds niet werkt, vervang de batterijen.
Als de rekenmachine ingeschakeld is maar onverwachte
resultaten geeft, druk op $[
voortduren, voer dan een self-test uit.
Deling door 0 geprobeerd.
De Input is buiten de toelaatbare perken.
Het resultaat is niet zichtbaar in het huidige
scherm.
Statistische toets gedrukt maar niet in
statistische modus.
Foute syntaxis.
Onaangepaste argument.
Kan geen variabele of EQN bewaren in huidige
modus.
Frequentie is niet 0 of en geheel getal.
Er is meer dan één resultaat mogelijk.
Er is geen oplossing.
Er is geen reële oplossing.
Input plus de constante uitdrukking bevatten dan
80 getallen.
9.80665m.s
22.413996 × 10–3m3mol
RESET]p\. Als de problemen
2
+bx+c=0.
of Y1)
1
–1
–2
–11m3kg–1s–2
–19
C
–31
kg
–27
kg
–27
kg
–1
–34
J.s
–23
J.K
–1
–1
–1
Self-test Druk op $[RE SET], en blijf drukken op $F en
e. wanneer de Test menu verschijnt, druk op 1 en druk
daarna driemaal op \. Als de vergissingboodschappen worden
displayed gedurende de test, heeft de rekenmachine een
herstelling nodig. Druk op X\\ om de test te verlaten.
Batterijen vervangen Schuif het deksel van het
batterijcompartiment weg en neem het af. Vervang de twee
gebruikte batterijen. Gebruik LR44 zilver oxyde batterijen. (G13 en
357 zijn gelijkwaardige batterijen.). Gebruik geen oplaadbare
batterijen.
Als problemen voortduren, nadat U de batterijen vervangt hebt,
heeft de rekenmachine een herstelling nodig. Voor
dienstinformatie, verwijs naar de ingesloten garantieverklaring.
Deksel
Deksel
Deksel Deksel
Om een deksel te plaatsen, steek de bovenste pootjes in de gaten
die U onder de toetsen ! en O zult vinden, en druk op het
deksel. Om het deksel af te nemen, druk op de haak zichtbaar in
de opening in de onderste zijde van de rekenmachine.
Opmerking
Opmerking
OpmerkingOpmerking
Deze handleiding en de daarin opgenomen voorbeelden kunnen
zonder kennisgeving gewijzigd worden. Hewlett-Packard
Company biedt ten aanzien van dit materiaal geen garanties,
noch expliciet, noch impliciet. Hewlett-Packard garandeert met
name niet dat het materiaal geschikt is voor bepaalde doeleinden.
Hewlett-Packard Co. Is niet aansprakelijk voor fouten in het
materiaal, of voor enige directe of indirecte schade van welke aard
dan ook, ontstaan uit of verband houdende met de levering, het
functioneren of het gebruik van deze handleiding of de daarin
opgenomen voorbeelden.
© Copyright 1999-2000 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Part Number F1900-90032 Dutch
Printed in China Revision 1.1