Harman kardon System 13828 User Manual [nl]

Open/Close
DVD 28
AUDIO/VIDEO
System 13828
AVR 138 Audio/Video Receiver DVD 28 Digital Versatile Disc Speler
NEDERLANDS
Inhoud
2
AVR 138
3 Veiligheid 3 Opstellen & Uitpakken 4 Afstandsbediening (AVR 138/DVD 28)
8 Bedieningsorganen 10 Aansluitingen 12 Installeren en aansluiten 12 Audio-apparatuur 13 Video-apparatuur 14 Systeemconfiguratie 14 In gebruik nemen 14 Instellingen voor
elke gebruikte ingang
14 Instelling ingang 15 Opzet luidsprekers 16 Opzet surround 16 Configureren Surround Uit
(Stereo) Functies
16 Stereo Direct (recht) 16 Stereo Digitale Functie 16 Vertraging 17 Nachtfunctie 17 Uitgangen 19 Bediening 19 Basisbediening 19 Ingangskeuze 19 Gebruik hoofdtelefoon 19 Keuze surroundfuncties 20 Digitale audioweergave 21 Digitale bron kiezen 21 Digitale status 21 Surround Functies 22 Nachtfunctie 22 Opnemen 22 Aanpassen uitgangsniveaus 23 6-Kanaals Directe Ingang 23 Helderheid display 23 Geheugenbeveiliging 23 Gebruik van de tuner 24 RDS 25 Problemen 25 Processor resetten
DVD 28
26 Terminologie 27 Mogelijkheden, Inhoud van de set 28 Aansluitingen op de Voorzijde 29 Display 30 Rear Panel Connections
31 Opzetten en Aansluiten 31 Alleen op de TV aansluiten 31 Op een Dolby Digital/DTS
Versterker/Receiver
33 Digitale Audio Verbindingen 34 Weergave 34 Basisfuncties 34 Weergavefuncties 35 Over DivX Filmbestanden 36 Systeemopzet 36 Standaard Systeeminstellingen 36 Setup Menu
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group, Inc.
2, route de Tours 72500 Château-du-Loir, Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013:2001 + A1:2003 EN 55020:2002 + A1:2003 EN 61000-3-2:2000 EN 61000-3-3:1995 + A1:2001 EN 60065:2002
36 Systeeminstellingen 37 Audio Instellingen 38 Audiocorrecties Submenu 39 Video Instellingen 40 Testbeeld 40 Testbeeld 40 TV Beeldindstelling met Testbeeld 41 Weergavemenu 41 Gebruik Speler Informatie Menu 41 Gebruik In-beeld Statusmenu 42 CD-Weergave 44 MP3, Windows Media en JPEG Weergave 46 Problemen 47 Technische Gegevens 48 Specifications
NOTE: This player is designed and manu factured
for compatibility with Region Management Information that is encoded on most DVD discs. This player is designed only for playback of discs with Region Code 2, or for discs that do not contain Region Code infor mation. If there is any other Region Code on a disc, that disc will not play on the DVD.
2 INHOUD
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group, Inc.
07/08
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedie­ningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een oplichtende indicatie in de display op de voorzijde aan.
1
(cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
0
(cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
(cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
Veiligheid
BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID
1. Lees deze aanwijzingen zorgvuldig.
2. Bewaar ze op een veilige plaats.
3. Houd u aan alle adviezen.
4. Volg alle raadgevingen op.
5. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
water.
6. Schoonmaken uitsluitend met een droge doek.
7. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Houd u bij
de installatie aan de aanwijzingen van de fabrikant.
8. Plaats het apparaat niet in de nabijheid van sterke warmtebronnen zoals radiatoren, kachels, stoven of andere apparatuur (zoals versterkers) die veel warmte produceren.
9. Verwijder nooit de beveiliging van een gepolariseer­de of randaarde stekker. Een gepolariseerde stekker heeft twee platte pennen waarvan de een breder is dan de ander. Een randaarde stekker heeft twee pennen en een zijcontact. De brede pen en het zij­contact zijn bedoeld voor uw veiligheid. Past de stekker niet in uw stopcontact, raadpleeg dan een installateur.
10. Zorg dat er niet op het netsnoer kan worden
getrapt en dat het niet kan beschadigen, vooral bij de stekker, contactdozen en op het punt waar het uit het apparaat komt.
11. Gebruik alleen toebehoren als door de fabrikant
aangegeven.
12. Gebruik ook alleen stands, driepoten,
beugels, tafels e.d. als door de fabri­kant aangegeven. Bij gebruik van een rolwagen opletten dat het apparaat niet omkiept en schade of letsel veroorzaakt.
13. Neem de stekker uit het stopcontact tijdens
onweer en bij langdurige afwezigheid.
14. Laat alle service over aan een gekwalificeerde
technicus. Service is noodzakelijk wanneer het apparaat of het netsnoer op enige manier is
beschadigd, er water, vocht of een voorwerp in is terecht gekomen, het apparaat is blootgesteld aan regen of vocht, niet normaal functioneert of is gevallen.
15. Stel het apparaat niet bloot aan spatwater of druppels en zet ook geen vazen met water o.i.d. op het apparaat.
16. Om het apparaat volledig van het lichtnet te scheiden, neemt u de stekker uit het stopcontact.
17. Zorg dat u de netstekker altijd gemakkelijk kunt bereiken.
18. Stel de batterijen niet bloot aan excessieve warm­te, zonlicht, vuur o.i.d.
De bliksemschicht in de gelijkzijdige drie­hoek waarschuwt de gebruiker voor de
aanwezigheid van ongeïsoleerde gevaarlij­ke spanningen in het inwendige van het product die kunnen leiden tot elektrische schokken.
Het uitroepteken in de gelijkzijdige drie-
hoek waarschuwt de gebruiker dat er bij
de handleiding van het product belangrijke bedienings- en onderhoudsaanwijzingen (service) zijn gevoegd.
WAARSCHUWING: om het risico op brand of elektri­sche schokken te verkleinen, het apparaat niet bloot­stellen aan regen en vocht.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het stopcontact en raad­pleeg een erkende reparateur.
Opstelling
n Plaats het apparaat, om een goede werking te
verzekeren en risico’s te vermijden, op een stevige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op een
schap, controleer dan of het schap en de steunen het gewicht kunnen dragen.
n Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor ven-
tilatie rond het apparaat. Plaatst u dit product in een kast of andere gesloten ruimte, controleer dan of er voldoende ventilatie is. In sommige gevallen kan een ventilator nodig zijn.
n Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
dergelijke ondergrond, daar dan de ventilaties­leuven worden afgesloten.
n Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
koude plaatsen, op een plaats waar het bloot­staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een verwarming.
n Plaats het apparaat niet in een vochtige of stof-
fige omgeving.
n Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de
bovenzijde van het apparaat vrij blijven en plaats er geen voorwerpen op.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een scho­ne, zachte en droge doek. Indien nodig bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en daarna met een doek met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigings middelen met drijfgas­sen, verdunner, alcohol of andere vluchtige midde­len. Gebruik geen schuurmiddelen, want deze kun­nen de afwerking van metalen onderdelen bescha­digen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle verbindingen met andere apparaten losgenomen zijn en dat de stekker van het apparaat zelf uit het stopcontact genomen is.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens trans­port te beschermen, zijn speciaal ontworpen om schokken en trillingen te absorberen. Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u deze plat maken. Dit doet u door het plakband op de bodem helemaal los te maken en de doos plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kunnen op dezelfde manier worden bewaard. Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is het goed te weten dat de doos en het overige ver­pakkingsmateriaal gerecycled kunnen worden. Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op de daarvoor aangewezen plaats.
NEDERLANDS
VEILIGHEID 3
S
E
TUP
138
28
a
q
t
`
z
x
y
p
g
j
k
m
n
o
s
u
w
v
b
d
c
f
r
e
7 8
l
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F
G H I J K L M N O P Q            
   
Inschakelen Niet in gebruik IR-zender Uitschakelen Muting Ingangskeuze Info Volume hoger/lager HD Functiekeuze Luidsprekerkeuze/Setup OK Vertraging/Status Geheugen/Camerapositie Wissen Voorkeuze hoger/lager RDS Keuze/Progressive
Scan/Interlaced Afspeellijst A-B Herhalen DTS Neo:6 Functiekeuze Stereo Functiekeuze Logic 7 Functiekeuze Dimmer Transportfuncties Volgende/vorige Nachtfunctie DTS Functiekeuze Dolby Functiekeuze Herhalen Willekeurig Klankregeling/Testsignaal aan/uit Afstemmen Directfunctie Tunerfunctie/Zoom Cijfertoetsen Digitale Keuze/Audiofunctie Navigeren Kanaalkeuze/Kanaal/Disc Menu Video uit Surroundfunctie/Programma
Terug/Ondertiteling Sluimerfunctie/Programma
Hoger/Audiokeuze Titels 6-Kanaals Directe Ingang MG/FM keuze AVR keuze
4 AFSTANDSBEDIENING
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
DTS Neo:6 MUSIC
DTS Neo:6 CINEMA
Belangrijk: de afstandsbediening van de 13828 heeft een aantal toetsen die meerdere functies besturen. Drukt u op AVR
dan is een reeks functies actief, identiek aan de functies voor CD, Tape, Video 1/2/3. Drukt u op DVD
5
dan veranderen de functies van sommige toetsen als boven de toets is aangegeven en hieronder wordt uitgelegd. Raadpleeg zonodig de functietabel voor een overzicht van de functies in beide posities.
0
Netschakelaar: indrukken om de netspan-
ning voor de AVR of de DVD in te schakelen die
is gekozen met AVR of DVD
1
Deze indicatie is niet actief.
2
IR-zender: richt dit op de sensor van de
of 5.
AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood signalen goed worden ontvangen.
3
Uitschakelen: druk op deze toets om de AVR of een gekozen apparaat in standby te zet­ten. Door de toets langer dan 3 seconden vast te houden gaan zowel de AVR als de DVD in stand­by.
4
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.
5
Ingangskeuze: door een van deze toetsen is te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan wordt de bron gekozen overeenkomend met de
5
ingedrukt toets. Tenslotte schakelt DVD
de toetsen met een dubbelfunctie om naar de DVD­functies. Nadat op DVD is gedrukt, drukt u weer
op AVR Functie
om weer de AVR-functies met de afstandsbediening te bedienen. Denk er aan dat DVD zowel de AVR als de DVD inscha­kelt, waar AVR alleen de AVR inschakelt.
6
Info (DVD): indrukken voor gedetailleerde informatie over de lopende disc (video/audio bit rate, beeldverhouding en andere) plus de huidi­ge instellingen van de speler. Denk er aan dat het apparaat op geen enkele loopwerktoets reageert zolang als het info menu in beeld is. Nogmaals indrukken om het menu te laten ver­dwijnen.
7
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt het afspeelniveau van het systeem.
8
HD Functiekeuze (DVD): wanneer de
DVD-speler is verbonden met een videomonitor
A
via de HDMI-uitgang
stuurt deze informa­tie naar de DVD die aangeeft wat de hoogste video resolutie is waartoe deze in staat is en stelt de DVD automatisch de video-uitgang daarop in. Door op deze toets te drukken kan de resolu­tie van het uitgangssignaal met de hand worden gewijzigd; de keuze wordt onder Video-uit- gang O aangegeven.
De DVD laat niet toe dat er een resolutie wordt gekozen die hoger is dan het gebruikte beeld­scherm en probeert u dat toch, dan verschijnt een in-beeld foutmelding die u wijst op een niet geschikte beeldformaat instelling. Wijzigingen die met deze toets worden ingesteld blijven actief tot de DVD of de monitor worden uitge­schakeld. Wordt één van beide uit- en weer ingeschakeld dan keert de DVD terug naar de standaardinstelling die door de monitor wordt aangegeven.
9
Luidsprekerkeuze/Setup:: indrukken om het Bass Management Systeem van de AVR te configureren op het door u gebruikte luid ­spreker systeem. Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen om het kanaal te kiezen dat u wilt instellen. Druk op OK
A
en kies het type luid­spreker. Zie pagina 17 voor aanvullende infor­matie.
Voor DVD: indrukken om het in-beeld menusys­teem van de DVD 28 op te roepen en de confi­guratie van de speler aan te passen. Denk er aan
6
op Info
te drukken om het Informatie menu van de DVD 28 te openen en gedetaille erde disc informatie te krijgen en de weergavefunctie van de disc te configureren.
A
OK: deze toets wordt gebruikt om instellin­gen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertragingstijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en het uitgangsniveau van de kanalen.
B
Vertraging/Status: druk op deze toets om het instellen van de vertragingstijd in te stellen, die door de AVR bij surround gebruikt. Voer ver­volgens de tijd in door op OK
⁄/¤
dan met op OK
in te stellen. Druk nogmaals
A
om het proces af te ronden. Zie
A
te drukken en
pagina 16 voor aanvullende informatie.
Voor DVD: roept vanuit weergave de balk met in-beeld aanwijzingen op. Kies de gewenste optie met de pijltoetsen. Is een symbool gemar­keerd, activeer de functie dan met OK op de afstandsbediening.
C
Geheugen/Camerapositie: indrukken om een zender in het geheugen van de AVR op te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de
display
F
en u heeft dan vijf seconden om
met de Cijfer toetsen
een positie voor het geheugen te kiezen. Zie pagina 23 voor meer informatie.
Voor DVD: indrukken om verschillende camerapo­sities op een DVD op te roepen. Werkt alleen wanneer de DVD meerdere posities bevat. Ook voor het roteren van JPEG beelden.
D
Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afstands bediening de frequentie van de zender invoert.
E
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de tuner drukt u op deze toets om door het overzicht van de geprogrammeerde zenders in het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de ingangskeuze
5
dan func­tioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit (DVD) of +10 (CD).
F
RDS Keuze/Progressive
Scan/Interlaced: indrukken om de verschillen-
de informaties op te roepen die RDS op de AVR biedt. Zie pagina 24 voor nadere informatie over RDS.
Voor DVD: indrukken om de resolutie van de Component Video Uitgang te wijzigen van stan­daard definitie naar progressive definitie (PAL interlaced en PAL progressive; NTSC interlaced en NTSC progressive).
G
Afspeellijst (DVD): indrukken om de volg-
orde van weergave van de disc te veranderen.
H
A-B Herhalen (DVD): indrukken om een
fragment A-B te herhalen.
I
DTS Neo:6 Functiekeuze: indrukken van deze toets schakelt de AVR door de verschillende DTS Neo:6 functies, waarmee een vijfkanaals signaal wordt gemaakt vanuit een stereosignaal van een PCM of een analoog ingangsignaal. De eerste keer dat u indrukt kiest de laatste DTS Neo:6 surround functie die het laatst werd gebruikt en elke keer dat nog eens wordt gedrukt verschijnen de functies in deze volgorde:
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING 5
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
J
Stereo Functiekeuze: indrukken om een stereo weergavefunctie te kiezen. Is op de toets gedrukt zodat
display
DSP SURR OFF in de
F
verschijnt, werkt de AVR in de passeerfunctie met echte volledig analoge tweekanaals links/rechts stereoweergave, zonder surround processing of bas management, in tegenstelling tot andere functies waarbij digitale processing wordt gebruikt. Verschijnt
SURROUND OFF in de display
F
dan hoort u stereoweergave aangevuld met de voor­delen van bas management. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREO dan wordt het stereosignaal
naar alle vijf de luidsprekers gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 16 voor meer informatie over stereoweergave.
K
Logic 7 Functie: druk op deze toets om één van de beschikbare Logic 7 functies te kie­zen. Zie pagina 19 voor de beschikbare Logic 7 functies.
L
Dimmer: indrukken om de dimmer te acti­veren zodat de helderheid van de display wordt verminderd, of geheel wordt uitgeschakeld. Eenmaal indrukken om de standaardfunctie op te roepen, maximale helderheid en de indicatie
VFD FULL in de display
F
. Nogmaals bin­nen vijf seconden indrukken om de helderheid met 50% terug te nemen; indicatie
. Weer binnen vijf seconden indrukken
HALF
VFD
om de display geheel uit te schakelen. Denk er aan dat deze functie tijdelijk is; bij het inschake­len van de AVR wordt altijd op volle sterkte gestart. Verder blij ven de Lichtnetindicatie en het blauwe attentielicht in de volumeregelaar altijd op volle sterkte, ongeacht de instelling. Dit ten teken dat de AVR nog steeds ingeschakeld is.
M
Transportfuncties: deze toetsen besturen
de DVD-speler.
N
Volgende/vorige (DVD):
(DWN): indrukken om terug te gaan naar het
begin van het lopende nummer. Direct nogmaals indrukken om naar het begin van het voorafgaande nummer te gaan. Na op PAUZE gedrukt te hebben zal het beeld telkens als op deze toets gedrukt wordt een beeldje terug gaan. (UP): indrukken om verder te gaan naar het begin van het volgende nummer. Na op PAUZ E gedrukt te hebben zal het beeld telkens als op deze toets gedrukt wordt een beeldje verder gaan.
O
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in. Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat ook op laag volume de dialoog in het cen­trum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 17 voor nadere informatie.
P
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op deze toets te drukken wordt alleen de gekozen functie aangegeven, afhankelijk van het afge­speelde surround materiaal en de luidspreker­configuratie.
Q
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste Dolby Surround processor functie. Door in te drukken wordt beurtelings een van de functies Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital gekozen. Denk er aan dat de Dolby func­tie alleen beschikbaar is bij een digitale ingang en de andere functies alleen zolang geen Dolby Digital bron wordt gebruikt.
Herhalen (DVD): telkens wanneer u op deze toets drukt, wisselt de weergavefunctie tus­sen het herhalen van een hoofdstuk, een num­mer of de gehele disc. Een herhaalsymbool ver­schijnt rechtsboven in beeld en geeft de gekozen herhaalfunctie aan. Wanneer het Informatiescherm actief is worden de wijzigin­gen in beeld aangegeven.
Willekeurig (DVD): indrukken om alle nummers in willekeurige volgorde af te spelen.
Klankregeling in/uit: de klankregeling en balans worden ingeschakeld door deze toets in te drukken. De indicatie in de display
F
TONE IN verschijnt
en met de instellingen van Bass (laag) en Tre bl e (hoog) hebben invloed op de uitgangssignalen. Staat de indicatie
in de displayF, dan wordt het signaal
OUT
3
‘recht’ weergegeven.
Afstemmen hoger/lager: wanneer de tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik. Heeft u op Tunerfunctie
Afstembereik
AUTO in de display
9
ingedrukt gehouden zodat
F
verschijnt, dan zal de tuner na het indrukken van één van de toetsen de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die met voldoende sterkte voor goede ontvangst binnenkomt. Verschijnt
play
F
dan zal worden afgestemd in enkelvou-
MANUAL in de dis-
dige stappen. Zie pagina 23 voor meer informa­tie.
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de
cijfertoetsen
de frequentie in. Zie pagina
23 voor nadere informatie.
TONE
gedrukt, of
Tunerfunctie/Zoom: indrukken terwijl de tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automa tische afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de onderste regel van de display aanwijzing
MANUAL (met de hand) en door
op Afstemming frequentie in enkele stappen hoger of lager. Is FM gekozen en staat afstemming) in de display op deze toets te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina 27 voor meer informatie.
bij het afspelen van een DVD of VCD drukt u op deze toets om in te zoomen. De zoomfunctie heeft 4 posities, elk groter dan de voorgaande. Schakel door alle zoomfuncties om naar normaal beeld terug te gaan.
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan de frequentie van een radiozender of een programma. Voor DVD kunt u de nummers direct invoeren, gevolgd door OK om naar dat nummer te gaan.
Digitale Functie/Audiofunctie: druk op deze toets om een van de digitale ingangen
4G9L
re informatie over het gebruik van de digitale ingangen. Audiofunctie: bij het bedienen van de DVD kiest u met deze toets de audiofunctie.
Navigeren: worden voor meerdere functies gebruikt, bijvoorbeeld om een surroundfunctie te kiezen. Deze toetsen worden ook gebruikt om de uitgangsniveaus aan te passen bij de configuratie van het apparaat, de luidsprekers voor configura­tie te kiezen, of de digitale ingang te kiezen.
Kanaalkeuze/Disc Menu: hiermee acti­veert u het OK van de uitgangsniveaus van de AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt te hebben kan met de toetsen
⁄/¤
het kanaal worden gekozen, waarna
met OK
A
niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 22 voor aanvullende informatie.
DVD Disc Menu: brengt tijdens afspelen het actuele DVD menu in beeld. Bij het afspelen van discs met JPEG beelden op deze toets drukken om een overzicht (thumbnails) op te roepen.
Video Uit: schakelt de video uitgang uit voor een betere kwaliteit met audio discs. Nogmaals indrukken om weer in te schakelen.
F
de
8te drukken gaat de
AUTO (automatische
F
dan wordt door
te kiezen. Zie pagina 14 voor nade-
en dan opnieuw met de ⁄/¤het
6 AFSTANDSBEDIENING
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
90
min80min70min60min50min
40
min
30
min20min10min
OFF
Surround Functie/Programma
Terug</Ondertiteling: druk op deze toets om de
surroundfunctie te wijzigen. Vervolgens kiest u met de toetsen
⁄/¤
de gewenste surroundfunc-
tie. Zie pagina 20 voor nadere informatie.
Indrukken tijdens het afspelen van een DVD om de ondertitels in of uit te schakelen.
Opmerking: vanwege de verschillende manieren waarop discs zijn opgezet kan het gebeuren dat de talen die met de toets Ondertitels worden opge­roepen, niet alle talen bevatten die op de disc staan. Wij raden u daarom aan daarvoor het menu van de disc zelf te gebruiken.
Sluimerfunctie/Programma
Verder>/Audiokeuze: druk op deze toets om het
apparaat in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal de AVR automatisch in standby gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de sluimerfunctie uit te schakelen. Denk er aan dat deze toets ook wordt gebruikt om een ander kanaal te kiezen op TV, VCR en SAT.
DVD: roept de verschillende talen geluid op (indien op de ingelegde DVD beschikbaar).
bij het afspelen van een disc indrukken om terug te gaan naar de eerste sectie van de disc. Speelt u een DVD-Audio disc die andere formaten bevat die de DVD kan afspelen, zoals lineair PCM of Dolby Digital 5.1 dan kunt u met deze toets van het ene naar het andere formaat omschakelen.
6-Kanaals Directe Ingang: indrukken om de component te kiezen die is verbonden met de
6-Kanaals Directe Ingang
N
. Denk er aan dat wanneer u de Zes Kanaals Directe Ingang wilt gebruiken in combinatie met een videobron u eerst de videobron dient te kiezen met één van de
Ingangskeuzes de 6-Kanaals Directe Ingang
5
. Druk dan op deze toets om
N
als bron te kie-
zen.
MG/FM keuze: druk op deze toets om de tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen MG en FM. Zie pagina 26.
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstands­bediening om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
No. Button Name AVR/TAPE/CD/VID1/VID2/VID3 DVD
AUDIO DVD 1 Power On Power On Power On 2 Power Off Power Off Power Off 5 Mute Mute Mute (AVR)
44 AVR AVR Power On AVR
6 DVD DVD DVD 6 TAPE TAPE TAPE 6 VID1 VID1 VID1
43 AM/FM AM/FM AM/FM
6 CD CD CD
42 6CH 6CH 6CH
6 VID2 VID2 VID2 6 VID3 VID3 VID3
40 Sleep/ Audio Sleep Audio 41 Title Title
8 Info Info 8 Vol Up Vol Up Vol Up
39 Surr./ Subt. Surr. Subtitle 38 V.OFF V.OFF
9 HD-M HD Mode 8 Vol Down Vol Down Vol Down
37 CH. / Disc menu Channel Disc Menu 10 SPKR / Setup Speaker Setup 36 Level+/Up Level+/Up Up 36 Left < Left < Left 11 OK SET Enter 36 Right > Right > Right 36 Level-/Down Level-/Down Down 35 Digital / Audio mode Digital Audio mode 12 Delay / Status Delay Status 34 1 11 34 2 22 34 3 33 34 4 44 34 5 55 34 6 66 34 7 77 34 8 88 33 TUN-M / Zoom TUN-M Zoom 34 9 99 34 0 00 13 MEM / Angle Memory Angle 31 Tuning Up Tuning Up 32 Direct Direct 14 Clear Clear Clear 15 Preset Up Preset Up Slow Up 31 Tuning Down Tuning Down 30 Tone Tone Mode/Test Tone ON-OFF 16 RDS/ P/I RDS P/I 15 Preset Down Preset Down Slow Down 29 Random Random 28 Repeat Repeat 18 A-B A-B 17 Playlist Playlist 27 Dolby Surround Dolby Surround Dolby Surround 28 DTS Surround DTS Surround DTS Surround 19 DTS NEO:6 DTS NEO:6 DTS NEO:6 25 Night Night Night 21 Logic7 Logic7 Logic7 20 Stereo Stereo Stereo 24 Skip Down Skip Down(DVD) Prev Step 24 Skip Up Skip Up(DVD) Next Step 22 DIM Dimmer Dimmer 23 Rew(G) Rew(DVD) REW 23 Play(AB) Play(DVD) Play 23 FF(H) FF(DVD) FF 23 Open/Close Open/Close(DVD) Open/Close 23 Stop Stop(DVD) Stop 23 Pause Pause(DVD) Pause
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING 7
Bedieningsorganen
1
67
G
9
D
F
I
J
C
8
B
H
2
4
A
5
E
3
DIGITAL LOGIC 7
VID 1 DVD
CD
FMAM
TAPE
VID 2
VID 3
PRO LOGIC
3 STEREO DSP
5 CH. STEREO
SURR. OFF
6 CH
1
Netschakelaar
2
Standby
3
Lichtnetindicatie
4
Hoofdtelefoonuitgang
5
Digitale ingang 3 optisch
6
Luidspreker/Kanaal Indicatie
7
Surround Functie Groep Keuze
1
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de oranje LED
3
. Wanneer deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren, deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal gesproken in de positie ON (aan) staan.
8
Afstemmen
9
FM/MG
)
Voorkeurposities
!
Ingangskeuze
@
RDS functies
#
Surround Functiekeuze
$
Surroundfunctie indicaties
2
Standby: wanneer de netschakelaar
1
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om het apparaat uit (standby) te schakelen. De
lichtnetindicatie
3
wordt blauw als het
apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens standby, als teken dat het apparaat gereed is voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon wordt aangesloten, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
5
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti­sche digitale audio uitgang van een audio of video product hierop aan. Wordt de ingang niet gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is afgedekt om te voorkomen dat er stof in de ingang komt.
%
Sensor afstandsbediening
^
Display
&
Digitale ingang 3 coax
*
Video 3 ingang
(
Volume
Ó
Ingangsindicaties
6
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of de configuratie van het binnenkomende signaal. De indicaties voor de luidsprekers links, centrum, rechts, links surround en rechts surround bestaan uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste twee wanneer een grote luidspreker is gekozen. Brandt geen enkel hokje voor de kanalen centrum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 16 voor nadere informatie over het configureren van de luidsprekers. De letter in het middelste hokje geeft een actief kanaal aan. Voor standaard analoge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat een stereo­bron aangeeft. Gaat het om een digitale bron dan geven de indicaties aan welke kanalen op de digitale ingang worden ontvangen. Een knipperende letter geeft een onderbroken digitaal signaal aan. Zie pagina 15 voor nadere informatie over deze indicaties.
8 BEDIENINGSORGANEN
Bedieningsorganen
7
Surround groep: indrukken om de eerste groep surround functies te kiezen. Telkens wan­neer u drukt wordt de volgende groep gekozen in deze volgorde: Dolby functies DTS Digital functies DSP functies Stereo functies Logic 7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de gewenste surround functiegroep in de
Onderste Displayregel Surround Functiekeuze
beschikbare functies te schakelen. Druk hier bij­voorbeeld op om de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan op Surround Functie -
keuze
#
om de verschillende opties te kiezen.
8
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de rechter zijde om naar een hogere frequen­tie te gaan. Wordt een zender met een sterk sig­naal gevonden dan verschijnt
TUNED
(met de hand afgestemd of automatisch afge­stemd). Zie pagina 23 voor meer informatie over afstemmen.
9
tuner als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus­sen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te schakelen tussen stereo en mono, handafstem­ming en automatische afstemming. Zie pagina 23 voor nadere informatie.
of AUTO TUNED in de display
FM/MG keuze: druk op deze toets om
F
en dan drukt u op
#
om door de
MANUAL
F
)
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om voor- of achteruit door het overzicht van de voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 27 voor nadere informatie.
!
Ingangskeuze: druk één of meermaals op deze toets om een andere bron te kiezen.
@ RDS functie: indrukken om de verschillen- de boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner op te roepen. Zie pagina 24 voor nadere informatie over RDS.
#
Surround Functiekeuze: indrukken om te kiezen uit de beschikbare surround functies voor de gekozen functiegroep. De specifieke functies kunnen verschillen op basis van het aantal beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of het om een analoge of een digitale bron gaat. Druk bijvoorbeeld op Surround Functie
Groep Keuze
zen als Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de beschikbare functies te zien. Voor meer informatie omtrent functiekeuze, zie pagina 21.
7
om een functiegroep te kie-
$
Surroundfuncties: geeft aan welke
surround functie momenteel in gebruik is.
%
Sensor afstandsbediening: deze sensor ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een externe sensor is aangesloten.
^
Display: in de display worden aanwijzingen en in de display verschijnen aanwijzingen en indicaties die helpen het apparaat te bedienen.
&
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk gebruikt voor het aansluiten van draagbare digitale audio apparaten, videospelletjes en andere producten die een coax digitale aanslui­ting hebben.
*
Video 3 ingang: deze audio/video aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijde­lijke verbinding met videospelletjes of draagbare audio/video apparaten zoals camcorders en draagbare audio spelers.
(
Volume: draai deze knop naar rechts om het niveau te verhogen, of naar links om het niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt auto­matisch opgeheven zodra de volumeregelaar wordt verdraaid.
Ó
Ingang: geeft aan welke ingang momenteel
als bron van de AVR in gebruik is.
NEDERLANDS
AANSLUITINGEN 9
¢
°
c
B
d
e
¡
b
·
ª
a
§
£
Aansluitingen
0
Tape ingangen
1
Tape uitgangen
2
Video 1 audio ingangen
3
MG antenne
4
Video 1 audio uitgangen
5
DVD audio ingangen
6
FM antenne
7
CD ingang
0
Tape-ingangen: verbind deze ingangen met
de Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
1
Tape-uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/In ingangen van een audiore- corder.
2
Video 1 audio ingangen: verbind deze ingangen met de Play/Out uitgangen van een TV of andere videobron.
3
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG raamantenne aan. Wordt een externe MG­antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij gevoegde aanwijzingen.
8
Video 2 Component video-ingang
9
Coax digitale ingangen
A
Subwoofer uitgang
B
TV/monitor uitgang
C
Front/Centrum luidsprekeruitgangen
D
Surround luidsprekeruitgangen
E
Component video-uitgang
F
Video 1 component video-ingang
4
Video 1 audio uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/Input ingangen van een VCR.
5
DVD audio ingangen: verbind deze ingan­gen met de analoge audio uitgangen op een DVD of andere video bron.
6
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een kabelsysteem.
7
CD-ingang: verbind deze ingang met de analoge uitgangen van een CD-speler of CD­wisselaar.
G
Netsnoer
H
DVD video ingangen
I
Video 1 video uitgangen
J
Video 2 audio ingangen
K
Video 2 video ingangen
L
Optisch digitale ingangen
M
Video 1 video ingangen
N
6-Kanaals Directe Ingang
8
Video 2 Component Video Ingang: ver­bind de Y/Pr/Pb component video uitgang van de HDTV settop converter, satellietontvanger of andere videobron met de component aansluitin­gen van dat apparaat.
9
Coax digitale ingangen: verbind deze ingang met de coax digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM-signaal zijn. Sluit geen RF digitaal signaal van een LD-speler op deze ingang aan.
A
met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij gebruik van een losse subwooferversterker wordt deze uitgang met de ingang van die ver­sterker verbonden.
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang
10 INTRODUCTION
Aansluitingen
B
TV/monitoruitgang: verbind deze uitgang met de composiet en/of S-video ingang van een TV monitor of videoprojector om het signaal van een videobron die met de video keuzeschakelaar op de receiver is gekozen.
C
Front/Centrum luidsprekeruitgangen:
verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de front/centrum luid­sprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 12 voor nadere informatie.
D
Surround luidsprekeruitgangen: verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de linker en rechter surround luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidspre­kers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 12 voor nadere informatie.
E
Monitor Component Video Uitgang:
sluit deze uitgangen aan op de component video-ingangen van een videoprojector of –monitor. Wanneer een bron, aangesloten op een van de twee Component video-ingan-
gen
8F
, wordt geselecteerd dan zal het sig-
naal naar deze aansluitingen gestuurd worden.
F
Video 1 component ingang: sluit de Y/Pr/Pb component video-uitgangen van een DVD-speler aan op deze aansluitingen.
Opmerking: alle component in- en uitgangen kunnen op dezelfde wijze als beschreven voor Y/Pr/Pb signalen ook voor RGB signalen worden gebruikt en verbonden met de aansluitingen van de overeenkomstige kleur. RGB verbinding is niet mogelijk wanneer de bron een afzonderlijk sync signaal afgeeft (zie pagina 13).
G
Netsnoer: verbind de stekker met een ongeschakeld stopcontact.
H
DVD video-ingangen: verbind deze ingan­gen met de composiet of S-video uitgangen van een DVD-speler of andere videobron.
I
Video 1 video uitgangen: verbind deze uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of S-video ingang van een VCR.
J
Video 2 audio ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere videobron.
K
Video 2 video ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een tweede VCR of andere videobron.
L
Optisch digitale ingangen: verbind deze ingang met de optisch digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM-signaal zijn.
M
Video 1 video ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een TV of andere videobron.
OPMERKING: sluit of de Video of de S-Video uitgang van een S-Video bron aan op de AVR, maar nooit beide tegelijk daar dit tot storingen in het beeld kan leiden.
N
6-Kanaals Directe Ingang: deze ingang wordt gebruikt voor het aansluiten van DVD­Audio of SACD spelers met discrete analoge uit­gangen.
NEDERLANDS
INTRODUCTION 11
Installeren en aansluiten
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op een stevige ondergrond en controleer of deze het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de overige audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of veranderen van de verbindingen tussen audio ­apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voor­komen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
Belangrijk: om alle aansluitingen gemakkelijk te kunnen onderscheiden en zo het aansluiten te vereenvoudigen, zijn alle aansluitingen van de AVR conform de nieuwe EIA/CEA-863 op de volgende wijze kleurgecodeerd: Luidsprekers en audio in/uitgangen: wit (links, luid­sprekers front) en rood (rechts, luidsprekers front). Luidsprekers: groen (centrum), blauw (links sur­round) en grijs (rechts surround). Audio uitgang: paars (subwoofer). Composiet video in/uitgangen: geel. Digitale audio in/uitgangen: oranje.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op de CD-ingang
OPMERKING: als de CD-speler zowel een vaste als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat voor reden dan ook in niveau aangepast dient te worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiore­corder met de tape ingang analoge ingangen RECORD/IN met de uitgan­gen Tape uitgang
3. Verbind de digitale uitgang van de bronnen met de juiste ingangen op achterzijde van de AVR. Let erop dat de optisch en Coax digitale ingangen met een Dolby Digital of DTS-bron, dan wel met een PCM-signaal (S/P-DIF) van een traditionele CD-, MD- of LD-speler.
4. Installeer de bij het apparaat geleverde MG kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit deze aan op de schroefklemmen AM en GND
7
L94G
aan.
0
. Verbind de
1
op de AVR.
kunnen worden gebruikt
3
5. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM (75 ohm) ingang
6
. De FM-antenne kan een externe dakantenne, een draadantenne binnenshuis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem. Als de antenne is aangesloten via een lintkabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
6. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en surround luidsprekeruitgangen
Voor een optimale signaaloverdracht naar de luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan worden beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren. Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel.
Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken, vanwege vermogensverlies en de teruggang in prestatie die zich zal voordoen.
Bij het aansluiten van de luidsprekers vooral goed letten op de juiste polariteit. Verbind de "negatieve"/"zwarte" draad met dezelfde aan­sluiting op zowel de receiver als de luidspreker. Op dezelfde manier verbind u de "positieve"/ "rode" draad met de aansluitingen van dezelfde kleur op de AVR en luidsprekers.
.
CD
OPMERKING: hoewel de meeste luidsprekerfa­brikanten zich houden aan de industriële stan­daard waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en optimale prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding van de luidsprekers controleren op de polariteit. Als u niet weet wat de polariteit van uw luidspre­ker is, vraag dan uw leverancier om advies voor­dat u verder gaat met de aansluiting, of raad­pleeg de fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten
.
voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid­sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
7. De subwoofer wordt gewoonlijk aangesloten op de lijnniveau subwooferuitgang
A
en de lijningang van een subwoofer met ingebouwde versterker. Wordt een passieve subwoofer gebruikt, verbind dan deze uitgang met de
2
kan
ingang van een eindversterker, waarop dan één of meer subwoofers worden aangesloten. Wordt een actieve subwoofer gebruikt zonder lijnni­veau ingang, lees dan de instructies die bij de luidspreker zijn gevoegd voor de juiste aanslui­ting.
Opmerking: een luidsprekerset met twee satel­lieten en een passieve subwoofer wordt aange­sloten op de uitgangen front luidsprekers en NIET op de subwooferuitgang
A
C
,
.
8. Verbind de 5.1 uitgangen van een meer ­kanaals audiobron zoals een externe digitale processor/decoder, DVD-Audio of SACD speler, met de 6-Kanaals Directe Ingang
N
.
12 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en aansluiten
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan­gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan- gen met de Video 2 ingangen achterzijde. De audio en video Record/In in - gangen van de VCR worden verbonden met de
Video 1 uitgangen
2. Hoewel op deze ingang elke videobron kan worden aangesloten, raden we u aan de TV op de Audio 1 Audio/Video Ingang sluiten zodat u kunt werken met de voorgepro­grammeerde TV afstandsbedieningscodes voor de Video 1 positie. Om dezelfde reden raden u aan de videorecorder, kabel-TV converter of satellietontvanger op de
Video 2 Audio/Video Ingang
sluiten.
3. Verbind de analoge audio- en video-ingangen van een DVD met DVD
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of HDTV-converter aan op de juiste Optische of Coaxiale digitale ingangen Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1
standaard naar de analoge ingangen hoewel in principe elke digitale bron op elke digitale audio­ingang van de receiver kan worden toegewezen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang op de achterzijde van de receiver met de composiet of S-Video ingang van de televisie of videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide component video aansluitingen hebben, sluit de component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang
zelfs wanneer de component video-aansluitingen gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen of Optische digitale ingangen
4I
L
JK
op de
van de AVR.
2M
aan te
JK
aan te
5C
.
9L4G
hoort. Alle andere gaan
F
5
of op de Coaxiale
.
. Merk op dat
9L
.
B
7. Indien u een ander component video-apparaat ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de
Video 2 component video-ingangen
audio-aansluitingen voor dit apparaat dienen te worden gemaakt op de Video 2 ingangen of op de Coaxiale of Optische digitale ingan­gen
9L
.
8. Indien de component video-ingangen gebruikt worden, sluit dan de Component video-uit-
gangen
gen van uw TV, projector of weergave-apparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind de audio, video en digitale audio uitgangen van dat apparaat dan met de Front Ingangen
4GH
sloten apparaat wordt gekozen als Video 3 ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
ingang. Zie pagina 16 voor nadere informatie over de configuratie van de ingangen.
Opmerkingen over video-aansluitingen:
• Y/Pr/Pb Component, RGB (zie pagina 14) S-Video of Composiet videosignalen kunnen alleen in hun oorspronkelijke vorm worden bekeken en worden niet omgezet naar andere formaten.
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en verbonden met de aansluitingen van overeen­komstige kleur. Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB video­signalen door de bron worden afgegeven, alleen met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder een afzonderlijk sync signaal van de bron.
E
aan op de component video-ingan-
. Een op Video 3 ingangHaange-
4G
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'
8
De
J
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 13
Systeemconfiguratie
Pb
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge­steld en aangesloten, dient het geheugen van de systeem geconfigureerd te worden. De AVR beschikt over twee soorten ge heugens, individu­ele geheugens die verbonden zijn met de gekozen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals de uitgangsniveaus van de luidsprekers of vertragingstijden die door de surround processor gebruikt worden.
In gebruik nemen
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellingen kunnen worden uitgevoerd.
G
1. Steek de stekker van het netsnoer ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar ingedrukt blijft staan. Controleer of de lichtnet-
indicatie
apparaat in standby staat.
3. Verwijder het beschermende plastic van de sensor op het frontpaneel. Doet u dat niet dan kan de reikwijdte van de afstandsbediening negatief worden beïnvloed.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in de afstandsbediening, als in de afbeelding aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby drukken, of met de ingangskeuze voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
AVR keuze Ingangskeuze dicatie
apparaat ingeschakeld is en de display op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de ingangskeuze5om het apparaat in te schakelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze om de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
3
oranje wordt, ten teken dat het
, of op een van de toetsen
5
te drukken. De lichtnetin-
3
wordt nu blauw ten teken dat het
1
in een
zodat deze
2
!
op de
F
te
licht
Aanwijzingen voor gebruik en verwijdering van gebruikte batterijen.
Specificatie van het type batterij.
Deze symbolen (hierboven) afgebeeld op een product, verpakking of losse informatie, dan wel in een handleiding betekenen dat het product zelf, inclusief de batterijen die erbij zijn gevoegd of zijn ingebouwd, nooit met het huisvuil mag worden weggegooid. Zij dienen te worden ingeleverd op de daarvoor aangewezen plaats zodat voor een juiste ver­werking of recycling kan worden gezorgd, in overeenstemming met nationale of plaat­selijke wetgeving, of de Europese Richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
De juiste verwerking van producten en bat­terijen die worden afgedankt bespaart grond­stoffen en voorkomt negatieve effecten op het milieu en/of onze gezondheid.
De batterijen die bij het apparaat zitten kun­nen alkaline zijn, koolstof/zink/mangaan of lithium (knoopcel); alle dienen op de hiervoor beschreven wijze te worden afgevoerd.
Om de batterijen uit de apparatuur of afs­tandsbediening te verwijderen, raadpleegt u de handleiding van het product over het ver­vangen van de batterijen.
Bij producten die zijn voorzien van een bat­terij die de gehele levensduur van het appa­raat meegaat, kan verwijderen voor de gebruiker niet mogelijk zijn. In dat geval dient het recycling- of verwijderingsbedrijf te zor­gen voor demontage en verwijdering van de batterij. Wanneer zo’n batterij om wat voor reden dan ook moet worden vervangen, dient dit te gebeuren door een geautoriseerd ser­vicecenter.
Instellingen per gebruikte ingang
De AVR heeft een zeer modern geheugensysteem waarmee verschillende instellingen gemaakt kun­nen worden voor de luidsprekerconfiguratie, digi­tale ingangen, surround functie, vertragingstijden en de uitgangen voor elke ingang. Zo kunt u het luisteren naar elke bron afzonderlijk instellen en de AVR slaat dat in het geheugen op. Dat bete­kent dat u verschillende surround functies en analoge of digitale ingangen met verschillende bronnen kunt combineren, dan wel verschillende luidsprekerconfiguraties en wijzigingen aan het bas management systeem en het gebruik van de centrum luidspreker. Eenmaal ingesteld worden deze instellingen weer geactiveerd wanneer de ingang wordt gekozen.
De standaard af fabriek instelling voor de AVR is alle ingangen voor een analoge bron (behalve de DVD ingang, waarvoor de Coax Digitale Ingang 1 MUSIC als surround functie, alle luidsprekers ingesteld op “small” (klein) en een aangesloten subwoofer. Voordat u het apparaat in gebruik neemt, wilt u wellicht deze instellingen voor een aantal ingangen wijzigen, bijvoorbeeld voor een juiste configuratie met digitale of analoge ingan­gen, de aangesloten luidsprekers en de surround functies die gekoppeld zijn met de ingangen.
Instelling ingang
De eerste stap bij het configureren van de AVR is het kiezen van een ingang. Doe dat door op de
Ingangskeuze
tot de naam van de gewenste ingang in de
display
naast de ingang van de Ingangskeuze de voorzijde. De ingang kan ook worden gekozen door op de juiste Ingangskeuze afstandsbediening te drukken.
De tweede stap is het koppelen van de digitale ingang met de gekozen bron (indien nodig, anders blijft de analoge gekozen). Druk op digi-
tale ingangskeuze
ning. Binnen vijf seconden kiest u de ingang met de tot de gewenste digitale of analoge ingang in de
display
A
slaan. Nadatr de instelling voor een ingang is gemaakt, herhaalt u het bovenstaande voor alle andere ingangen. Zonodig kan zo'n koppeling later weer worden veranderd; het geheugen van de AVR onthoudt de instellingen tot ze worden veranderd.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre­kers met de AVR worden gebruikt en is belang­rijk. Dit is belangrijk omdat het bepaalt welke luidsprekers lage frequenties (bas) krijgen en of een Centrum luidspreker wordt gebruikt of niet, en wel afzonderlijk per gekozen ingang. Gebruik voor elke instelling hier de positie
9
de standaard is, met Logic 7
!
op de voorzijde te drukken
F
verschijnt en een indicatie oplicht
5
op de afstandsbedie-
⁄/¤
toetsen op de afstandsbediening,
F
verschijnt. Druk vervolgens op OK
om de nieuwe digitale koppeling op te
LARGE
J
op
op de
14 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
(groot) wanneer traditionele luidsprekers worden aangesloten die geschikt zijn voor frequenties beneden 100 Hz. Gebruik de instelling
SMALL
(klein) voor kleinere, satellietachtige luidsprekers die geen frequenties beneden 100 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepassing van kleine luidsprekers voor front links en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het weergeven van de lage frequenties. Onthoud dat elke luidspre­keropzet die afwijkt van de standaard instelling (zie boven) afzonderlijk en per ingang van de AVR dient te worden ingesteld.
Bij ingeschakelde AVR volgt u onderstaande stappen om de luidsprekers te configureren:
1. Druk op Luidspreker diening. De woorden
9
op de afstandsbe-
FRONT SPEAKER
(luidsprekergrootte) verschijnen in de display F.
2. Druk op OK
3. Druk op om
FRONT LARGE (front groot) of
FRONT SMALL (front klein) te kiezen, over-
A
.
¤
/
op de afstandsbediening
eenkomend met de luidsprekers die u voor links front en rechts front gebruikt, conform de omschrijving hiervoor.
Wanneer
SMALL wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de sub­wooferuitgang gestuurd worden. Denk er aan dat bij deze instelling en zonder een subwoofer geen lage tonen van de front kanalen hoorbaar zullen zijn. Deze instelling is niet beschikbaar bij stereo om een zo zuiver mogelijke weergave van de DSP's te garanderen.
Wordt
LARGE gekozen, dan wordt een full-
range signaal naar de linker en rechter front kanalen gestuurd. Afhankelijk van de configuratie van de subwoofer (zie verderop), kan het laag voor front links en rechts ook naar een subwoof­er worden gestuurd.
Belangrijk: bij gebruik van een luidsprekerset met twee front satellieten en een passieve sub­woofer, aangesloten op de front luidspreke-
ruitgangen
kers ingesteld worden op
C
, dan dienen de front luidspre-
LARGE.
4. Als u uw selectie voor het frontkanaal heeft
A
voltooid, drukt u op de OK
op de
¤
/
toetsenop de afstandsbedie-
ning om het display te veranderen in
SPEAKER
.
, en vervolgens
CENTER
5. Druk opnieuw op de OK
¤
/
toetsenop de afstandsbediening, om
A
en gebruik de
de optie te selecteren die het beste uw systeem beschrijft dat gebaseerd is op de definities van de middelste speaker die weergegeven zijn in de vorige sectie.
Wordt
SMALL gekozen, dan zullen de lagen
tonen voor het centrum kanaal naar de front kanalen gestuurd worden, mits deze zijn inge­steld op
LARGE en de subwoofer is uitgescha-
keld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage tonen van het centrum kanaal uitsluitend naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE is gekozen zal het volledige
frequentiebereik naar de centrum luidspreker gestuurd worden, en bij analoge en digitale sur­roundfuncties wordt (behalve in de Pro Logic II Music functie) GEEN signaal van het centrum kanaal naar de subwooferuitgang gestuurd.
Wordt
NONE (geen) gekozen, dan wordt geen
signaal naar het centrum kanaal gestuurd. De receiver werkt nu met een 'fantoom' centrum kanaal, waarbij de informatie voor het centrum kanaal naar de linker en rechter front luidspre­kers wordt gestuurd en het laag naar de sub­woofer, mits SUB L/R+LFE is gekozen op de regel SUBWOOFER regel van dit menu (ziew verderop). Deze functie is noodzakelijk wanneer geen cen­trum luidspreker aanwezig is. Denk er aan dat voor gebruik van de Logic 7C surround functie een centrum luidspreker noodzakelijk is, maar Logic 7M werkt ook uitstekend zonder een cen­trum luidspreker.
6. Wanneer de keuze voor het centrum kanaal is gemaakt, drukt u op de OK
¤
op
/
op de afstandsbediening, tot de
display
SURR SPEAKER aangeeft.
7. Druk nogmaals op de OK
¤
/
op de afstandsbediening en kies de
A
en vervolgens
A
en gebruik
optie die het beste bij uw systeem past en over­eenkomt met de in de voorgaande paragraaf gegeven omschrijving van de surround luidspre­kers.
Wordt
SMALL (klein) gekozen dan wordt, wan-
neer de subwoofer uitgeschakeld is, het laag bij alle digitale surround functies naar de front luid­sprekers gestuurd en wanneer de subwoofer ingeschakeld is, naar de subwoofer. Bij analoge surround functies is dit afhankelijk van de geko­zen functie en de instelling van de subwoofer en de front luidsprekers.
Wanneer
LARGE is gekozen wordt het volledige
frequentiebereik naar de surround kanalen gestuurd (bij alle analoge en digitale surround­functies) en, met uitzondering van de Hall en Theater functies, wordt geen laag van de sur­round kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen links front en rechts front. Merk op dat voor opti­male weergave zonder surround luidsprekers gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo functie i.p.v. Dolby Pro Logic.
8. Wanneer de keuze voor het surround kanaal is gemaakt, drukt u op de OK
¤
op
/
op de afstandsbediening, tot de
display
S-W SPEAKER aangeeft.
9. Druk op de OK
A
A
en vervolgens
en vervolgens op de
/
toetsenop de afstandsbediening om de optie te kiezen die het beste met uw subwoofer­systeem overeenkomt.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de subwoofer worden bepaald door de instellingen voor de andere luidsprekers, vooral de front links en rechts posities. Wanneer de front links/rechts luidsprekers op woofer automatisch op
SMALL staan wordt de sub-
SUB gezet, wat betekent
dat deze actief is.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
LARGE staan, zijn drie opties beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR,
¤
/
druk dan op
tot SUB NONE in de display verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt alle laag informatie naar de front links/rechts ‘hoofdluidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’ luidsprekers het laag in alle gevallen te laten weergeven en de subwoofer alleen te activeren wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale bron die een speciaal Low Frequency Effects, of LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt worden voor het speciale laag van bepaalde films. Om die optie te kiezen drukt u op
tot SUB LFE in de display verschijnt.
⁄/¤
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en deze wordt gebruikt voor de laagweergave in combinatie met de hoofdluidsprekers front links/rechts, ongeacht het type programmabron of de gekozen surroundfunctie, Druk op
tot SUB L/R+LFE in de display
⁄/¤
verschijnt. Is deze optie gekozen dan wordt een 'compleet' signaal naar de linker en rechter front luidsprekers gestuurd, terwijl de subwoofer de lage frequenties voor links en rechts beneden de wisselfrequentie van 80 Hz ontvangt.
¤
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 15
Systeemconfiguratie
LR
C
SL SR
LFE
10. Wanneer alle luidsprekerkeuzes voor de gekozen ingang zijn gemaakt, drukt u tweemaal op OK
A
of u wacht drie seconden tot de dis-
play weer naar normaal terugkeert.
Om u te helpen bij het maken van deze instellin­gen veranderen de indicaties luidspreker/
kanaal functie
sprekertype voor een bepaalde positie kiest. Licht alleen het binnenste symbool op dan is op SMALL ingesteld. Wanneer het middelste vakje en de twee buitenste vakjes met cirkeltjes erin verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE ingesteld. Wanneer geen indicatie voor een luid­sprekerpositie verschijnt, dan is die positie op NONE of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Als voorbeeld zijn in onderstaande afbeelding, de luidsprekers links en rechts vooraf ingesteld op LARGE, de centrum, links surround en rechts sur­round luidsprekers staan op SMALL en de sub­woofer is actief.
Opzet Surround
Zijn de luidsprekers eenmaal ingesteld, dan dient de surroundfunctie die u met elke ingang wilt gebruiken te worden ingesteld. Aangezien de surroundfuncties een kwestie zijn van persoonlij­ke smaak, bent u vrij in uw keuze – die boven­dien later gewijzigd kan worden. Om echter de instelling van de parameters voor de AVR gemak­kelijker te maken is het verstandig de standaard instelling van Logic 7 Music functie voor de meeste analoge ingangen zo te laten en Dolby Digital voor de ingangen die met digitale bron­nen zijn verbonden. Voor ingangen zoals CD-spe­ler, tape deck of tuner kan het best de stereo­functie worden gekozen, wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die voor de standaard stereo­bronnen wordt gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal met surroundcodering zal worden afgespeeld.
Om de gewenste surroundfunctie in combinatie met een ingang in te stellen drukt u op
surroundfunctie
op de afstandsbediening en op gewenste surroundfunctie in de display verschijnt.
Bij het wijzigen van de functie licht een indicatie op naast de functie-aanduiding in de
Surroundfunctie
5
telkens wanneer een luid-
7
op de voorzijde of op
⁄/¤
D
op de voorzijde.
tot de
F
Denk er aan dat Dolby Digital en DTS alleen ver­schijnen wanneer een digitale ingang is gekozen.
Nadat de surroundfunctie met de huidige ingang is gekozen, herhaalt u de instelling met alle ingangen die u wilt gebruiken. De surroundfunctie kan later op elk moment worden veranderd en het geheugen van de AVR onthoudt de gemaakte instelling tot deze wordt veranderd.
Configureren Surround Uit (Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals materiaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analoge Stereo-Direct functie waarbij de digitale signaalbewerking wordt gepasseerd en zo een compleet analoge signaalweg ontstaat en de zui­verheid van het signaal blijft behouden, en een digitale functie waarbij het Bas Management voor optimale verdeling van het laag over kleine­re luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt gekozen door op de Stereo Functiekeuze tot SURROUND OFF in de displayFen de Surround Functie
OFF
direct doorsturen naar de front links en rechts luidsprekers en wordt het digitale gedeelte over­geslagen.
In deze functie worden de front links en rechts luidsprekers automatisch als geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL (klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie) kunt u nog altijd de subwoofer configureren zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig­naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt gestuurd, dan wel deze configureren zodat de subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze
2. Druk op OK te roepen.
3. Druk op om de gewenste optie te kiezen. schakelt de subwoofer uit, terwijl SUB
<L+R>
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
OK
A
J
$
met SURROUND
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal
LARGE (groot)
9
.
A
om het configuratie menu op
¤
/
op de afstandsbediening
SUBNONE
deze inschakelt.
om naar normaal bedrijf terug te gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) func­tie wordt gebruikt, gaat altijd een breedband sig­naal naar de front links/rechts luidsprekers. In dat geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front luidsprekers geen breedband typen zijn maar ‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor stereo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken, maar de functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik te maken van het Bas Management systeem drukt u op Stereofunctie
SURROUND OFF in de display
verschijnt en de DSP en SURR. OFF
Surroundfunctie$beide oplichten. Licht
alleen
SURR. OFF Surroundfunctie
dan staat de AVR in de Stereo-Direct (Bypass) functie.
In deze functie wordt de instelling voor de front links/rechts luidsprekers en de subwoofer ge ­volgd van de specifieke luidspreker configuratie.
Instelling vertraging
Alleen voor de Dolby of DTS functies dient de vertragingstijd ingesteld te worden. Denk er aan dat de vertragingstijd voor andere functies niet instelbaar is.
Vanwege de verschillende afstanden tussen de luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur­round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft om uw oren te bereiken ook verschil­lend. Door gebruik te maken van de vertraging kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en kamerakoestiek in uw luisterruimte of home theater gecompenseerd worden.
De fabrieksinstelling is geschikt voor de meeste luisterkamers, maar in sommige gevallen zijn de afstanden tussen de front en de surround luid­sprekers ongebruikelijk en dat kan tot gevolg hebben dat het geluid van de front kanalen geen eenheid meer vormt met de surround kanalen.
DSP SURROUND OFF
J
tot
F
$
op
16 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Om de front, centrum en surround kanalen opnieuw te synchroniseren, gaat u als volgt te werk:
1. Meet de afstand in meters tussen de luis­ter/kijk-positie tot de front luidsprekers.
2. Meet de afstand tussen de luister/kijkpositie tot de surround luidsprekers.
3. Druk op Vertraging
4. Wanneer
FRONT DELAY in de display
B
.
F
verschijnt drukt u op OKA.
5. Druk op
¤
/
op de afstandsbediening om de afstand van de front links/rechts luidspre­kers tot uw luisterpositie in te voeren. Druk op
OK
A
wanneer dit afgerond is.
¤
/
6. Druk op tot
CENTER DELAY in de display
schijnt en druk op OK
DELAY FRONT R DELAY – front R vertraging)..
7. Druk op
– center vertraging – verschijnt
op de afstandsbediening
A
¤
/
op de afstandsbediening
F
(na CENTER
ver-
om de afstand van de centrum luidspreker tot de luisterpositie in te voeren en druk op OK
8. Druk op tot
SURR DELAY R (surr R vertraging) en
daarna
¤
/
op de afstandsbediening
SURR DELAY L (surr L vertraging)
A
.
in de onderste display regel verschijnt en druk op
OK
A
.
9. Druk op
¤
/
op de afstandsbediening om de afstand van de surround luidsprekers tot de luisterpositie in te voeren en druk op OK
A
10. Nadat alle instellingen zijn gemaakt keert de AVR in vijf seconden naar normaal bedrijf terug.
Nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital die een speciale bewerking gebruikt om het dynamisch bereik en de verstaanbaarheid van het filmgeluid te behouden, terwijl het piekniveau begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotseling pieken anderen storen, zonder dat de impact van de digitale bron al te zeer wordt aangetast. Denk er aan dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is bij de Dolby Digital surroundfunctie.
Om de nachtfunctie in te stellen drukt u op
ingangskeuze
!
op de voorzijde of op
5
op de afstandsbediening en u kiest de ingang die is gekoppeld aan de digitale ingang en de Dolby Digital surroundfunctie.
Druk vervolgens op nachtfunctie
O
afstandsbediening. Zodra op deze toets wordt gedrukt verschijnt
D-RANGE (Dynamic Range
- dynamisch bereik) gevolgd door de huidige instelling (MID, MAX, OFF) in de display Druk binnen vijf seconden op
⁄/¤
gewenste instelling te kiezen:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) in de display
verschijnt is de nachtfunctie uitgeschakeld.
MID (medium): wanneer MID (medium) in de
display staat, wordt een geringe compressie toegepast.
MAX: wanneer MAX in de display staat, wordt
maximale compressie toegepast.
Wanneer u de nachtfunctie wilt gebruiken, raden wij u aan de MID (medium) instelling als uitgangspunt te gebruiken en later zonodig op MAX over te schakelen.
Uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een belangrijk onderdeel van het configuratieproces bij een surround sound product. Het is in het bij­zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste richting en intensiteit wordt weergegeven.
OPMERKING: luisteraars zijn vaak onzeker over werking van de surround kanalen. Sommigen menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen, terwijl er juist voor het merendeel van de tijd weinig of geen geluid uit de surround
.
kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt worden wanneer een regisseur of geluidstechnicus daar specifiek een geluid toe­voegt om een klankbeeld te creëren, een geluids­effect of een actie te laten bewegen van het front van de kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangsniveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat de surround luidsprekers slechts zo nu en dan actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers extra verhogen kan juist de illusie van een omringend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de manier waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
BELANGRIJK: Het uitgangsniveau kan apart worden ingesteld voor elke digitale en analoge surround functie. Daarmee kunnen niveauver­schillen tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en tevens kunnen verschillen afhankelijk van de gekozen surround functie, of het niveau van bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht ver­hoogd of verlaagd worden, afhankelijk van de gekozen surround functie. Denk er aan dat instel­lingen voor elke surround functie effectief zullen zijn voor alle ingangen die gekoppeld zijn aan die surround functie.
op de
F
om de
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan ­gesloten.
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaan-
.
de aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luis­terpositie:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste manier zijn geconfigureerd op LARGE en SMALL als eerder beschreven en schakel zono­dig de in-beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
15 wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display en de display
F
.
Om de uitgangen te kalibreren en in te stellen gaat u als volgt te werk. Het is verstandig voor een optimale instellig, deze te doen vanaf uw favoriete luisterpositie. Daar de instellingen voor elke surround functie gemaakt moeten worden, is het aan te bevelen een ingang te kiezen die gekoppeld is aan een willekeurige Dolby Pro Logic II functie, daarvoor de instellingen te maken en dan alle ingangen die u gebruikt langs te lopen en de daaraan gekoppelde surround­functies. Herhaal zonodig de instellingen voor een nog niet ingestelde surroundfunctie.
1. Kies een willekeurige ingang die is gekoppeld aan een Dolby Pro Logic II surround functie door op Ingangen
!5te drukken tot de
Pro Logic Surround indicatie
play oplicht.
2. Druk op Klankregeling
bediening en houd deze langer dan 3 secon­den vast. De aanduiding
T-T FL 0DB
verschijnt in de displayF.
3. Het testsignaal rouleert dan met de klok mee en blijft twee seconden op elke luidspreker staan. Tijdens het rouleren lichten de indicaties
FL, C, FR, SR, SL (Front Left, Center,
Front Right, Surround Right, Surround Left) in de display
F
op. Als een extra indicatie tij­dens het rouleren wordt de juiste positie ook aangegeven via de luidspreker/
kanaalfunctie
5
met een knipperende let­ter voor het kanaal. Draai nu het volume wat hoger tot u het signaal goed kunt horen.
$
in de dis-
op de afstands-
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 17
Systeemconfiguratie
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel
lager niveau heeft dan normale muziek dient u het volume, na de instelling van alle kanalen, terug te nemen, maar voordat u het testsignaal uitschakelt.
BELANGRIJK: het is verstandig om eerst te controleren of alle luidsprekers correct zijn aan­gesloten. Luister tijdens het rouleren of het geluid uit de luidspreker komt die in de display wordt aangegeven. Is dat NIET het geval schakel de AVR dan met de netschakelaar 1 uit en controleer de aansluitingen van desbetreffende luidspreker.
Nadat de luidsprekerposities gecontroleerd zijn laat u hettestsignaal weer rouleren en u luistert of alle kanalen even luid klinken. Met de front links luidspreker als referentie drukt u op
op de afstandsbediening om alle luidspre-
⁄/¤
kers op hetzelfde niveau te krijgen. Door op een van de toetsen
⁄/¤
te drukken zal het testsig­naal op de luidspreker van dat moment blijven om de instelling te kunnen maken. Vijf seconden na het loslaten van de toets zal het rouleren ver­der gaan.
Ga door met corrigeren tot alle luidsprekers het­zelfde niveau hebben. Let op dat de instellingen uitsluitend gemaakt worden met
⁄/¤
op de afstandsbediening en NIET met de volumere­gelaar.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau hebben, zet u met volume
(7het niveau
op ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna drukt u op Tone
om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJK: de gemaakte instelling is actief voor de nu gekozen surroundfunctie en tevens voor andere ingangen met dezelfde surround­functie. Om de uitgangsniveaus met andere sur­roundfuncties te corrigeren, schakelt u door alle ingangen met ingangskeuze de of de juiste ingangstoets
!
op de voorzij-
5
op de afstandsbediening. Wanneer de indicatie van een surroundfunctie waarvoor de niveaus nog niet zijn gecorrigeerd in de display
F
oplicht,
of de blauw LED licht op in de surround
indicatie
$
, herhaal dan de bovenomschreven instelling. Zo kunt u verschillen in niveaus tussen luidsprekers, die per surroundfunctie kunnen verschillen, compenseren, of het niveau van bepaalde luidsprekers bewust verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instel­lingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt wor­den. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit bij voorkeur te gebeu­ren nadat naar meerdere bronnen is geluisterd met verschillende soorten programmamateriaal. Deze geavanceerde instellingen worden op pag. 21 van deze handleiding beschreven. Bovendien kan elke instelling die u in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd worden. Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen of luidsprekers, of wanneer u de instellingen naar eigen inzicht wilt veranderen, volg dan een­voudig de aanwijzingen voor het veranderen van de parameter als hiervoor beschreven. Denk er aan dat elke wijziging van de instellingen in het geheugen van de AVR opgeslagen worden, ook wanneer deze wordt uitgeschakeld, tenzij een reset wordt uitgevoerd (zie pagina 34).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie van de AVR staat u op het punt het beste in muziek en home theater weergave te beleven. Veel plezier!
18 SYSTEEMCONFIGURATIE
Bediening
90
min80min70min60min50min
40
min
30
min20min10min
OFF
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik worden genomen en kunt u ervan gaan genieten. Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik neemt drukt u netschakelaar paneel in om het apparaat in te schakelen. Het apparaat komt dan in de standby positie, als aan­gegeven door de oranje kleur van de lichtnet -
indicatie
3
. Vanuit de standby positie kan het
apparaat worden ingeschakeld door op standby
2
of op ingangskeuze!op het frontpaneel te drukken, of op AVR keuze de lichtnetindicatie apparaat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron. Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door op één van de ingangskeuze toetsen te drukken op de afstandsbediening.
Opmerking: nadat u op DVD om het apparaat in te schakelen, drukt u op AVR
Keuze
om de afstandsbediening de AVR-
functies te laten bedienen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde van een luistersessie drukt u eenvoudig op
2
standby kelen
op het frontpaneel of op uitscha-
3
op de afstandsbediening.
Als de afstandsbediening gebruikt wordt om het apparaat uit te schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby, als wordt aangegeven door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het verstandig om het apparaat helemaal uit te zet­ten met de netschakelaar
OPMERKING: alle voorkeurposities in het geheugen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat langer dan twee weken spanningloos blijft of de netschakelaar
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor automa ­tische uitschakeling, drukt u op sluimerfunctie
op de afstandsbediening. Telkens wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de tijd tot het uitschakelen verkorten in de volgende reeks:
Wanneer de geprogrammeerde sluimertijd voor­bij is, schakelt het apparaat automatisch uit (naar standby). Denk er aan dat de display naar halve sterkte gaat als de sluimerfunctie is geprogram­meerd. Om de sluimerfunctie te laten vervallen drukt u op Sluimerfunctie vast tot de display weer de normale sterkte heeft en de aanwijzing
F
verschijnt.
SLEEP OFF in de display
1
3
blauw. wordt. Het
5
1
.
1
uit staat.
en houdt deze
op het front-
. Merk op dat
5
heeft gedrukt
3
.
Ingangskeuze
• Om een bron te kiezen drukt u op een van de
ingangskeuze
5
op de afstandsbe-
diening.
Opmerking: nadat u op DVD
5
heeft gedrukt
om het apparaat in te schakelen, drukt u op AVR
Keuze
om de afstandsbediening de AVR-
functies te laten bedienen.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
!
ingangskeuze
op het frontpaneel te drukken. Telkens wanneer u de toets indrukt zal de volgende bron in de reeks beschikbare bronnen gekozen worden.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen schakelt de AVR automatisch naar de digitale ingang (indien gekozen), de surroundfunctie en de luidsprekerconfiguratie die tijdens het configureren voor die bron is geprogrammeerd.
• De Video 3 ingangen
Ingang 3
G
4
, of de Coax Digitale Ingang 3
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om
H
, Optisch Digitale
tijdelijk een videospelletje of een camcorder op het entertainment systeem aan te sluiten.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen, verschijnt de naam van die ingang in de display
F
en een groene LED licht op naast de naam
van de gekozen ingang bij de indicaties
J
op
de voorzijde.
• Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape, 6/8 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft de laatst gebruikte video ingang verbonden met de video 1 en video 2 uitgangen video monitor uitgang
B
4I
en
. Zo kan tegelijkertijd naar verschillende bronnen worden gekeken en geluisterd.
• Wanneer een videobron wordt geselecteerd, zal het audiosignaal naar de luidsprekers gestuurd worden en het videosignaal naar de juiste
Monitor uitgang
B
en kan deze, op een TV monitor die is aangesloten op de AVR, bekeken worden. Indien een component video bron is aangesloten op de Video 1
F
en Video 2
8
componentingangen, dan wordt het signaal doorgegeven naar de Component video-uit-
gang
E
. Zorg ervoor dat uw TV is ingesteld op de juiste ingang om het geschikte videosignaal te zien (composiet, S-video of component video, zie Opmerkingen over S-Video op pag. 13).
Gebruik hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume op het frontpaneel of volume hoger/lager op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
4
druk u op de toets muting
. Dit zal het sig­naal naar alle luidsprekers en de hoofd telefoon onderbreken, maar heeft geen invloed op een lopende opname of kopiëren. Druk nogmaals op
muting
4
om het geluid weer in te schakelen.
(
7
• Tijdens het luisteren kunt u de klankregeling laag en de klankregeling hoog gebruiken het
geluid naar eigen smaak in te stellen of de kamerakoestiek te compenseren. Merk op dat deze regelaars geen invloed hebben bij gebruik van de 6-kanaals directe ingang.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te krijgen en de klankregeling en de balans van de AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
zodat de indicatie TONE OUT tijde-
lijk in de display
F
verschijnt. Om de regeling
weer in te schakelen drukt u nogmaals op
klankregeling in/uit
zodat TONE IN
tijdelijk in de displayFverschijnt.
• Om de lage of hoge tonen in te stellen zo vaak
op Klankregeling 'Treble' in de Display
A
en daarna op A/B
drukken tot 'Bass' of
F
verschijnt. Druk op Set
om de balans in te
stellen. Druk daarna weer op Klankregeling
om het Menu Klankregeling te verlaten.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofd ­telefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op de
hoofdtelefoonuitgang
4
op het front paneel. Merk op dat wanneer de plug van de hoofdtele­foon wordt aangesloten, het woord
PHONE
kort door de displayFloopt en dat
HEAD-
alle luidsprekers uitgeschakeld worden. Wanneer de plug wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer ingeschakeld worden.
• Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u de Dolby Headphone functie gebruiken wat meerruimte geeft aan het luisteren met hoofd -
Q
telefoon. Druk op Dolby Functie
6
Surround Funtiegroep
om te kiezen uit de
of op
drie Dolby Headphone functies.
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de AVR is de mogelijkheid een volledig meerkanaals surround klankbeeld weer te geven van digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde program­ma’s en standaard stereo en zelfs mono programma’s. Alles bij elkaar zijn vijftien luisterfuncties beschikbaar op de AVR.
Het kiezen van de surroundfunctie is in wezen een persoonlijke zaak, net als het soort programma dat u gebruikt. Films, CD's en TV-programma's met de logo's van een van de belangrijke surround processen, zoals Dolby Surround, worden afge­speeld in Dolby Pro Logic II Movie (films) of Music (bij muziek) surround of met de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Movie functie, zodat een breed­bandig en discreet 5.1 kanaals surround signaal van de surround gecodeerde programma's ont­staat met een stereo links/rechts signaal, net als in werkelijkheid. In dat geval hoort u geluid dat van links komt alleen links.
NEDERLANDS
BEDIENING 19
Bediening
Denk er aan dat bij gebruik van Dolby Digital 2.0 signalen (bijvoorbeeld 'D.D. 2.0' nummers van een DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie, binnenkomend via een willekeurige digitale ingang, automatisch Dolby Pro Logic II gekozen zal worden (als aanvulling op de Dolby Digital functie) en ook van deze opnamen een volledig 5.1 surround sound zal decoderen.
Om een breed omringend klankbeeld te creëren en alle bewegingen duidelijk te houden bij ana­loge opnamen kiest u Dolby Pro Logic II Music of de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music functie wat een dramatische verbetering oplevert vergeleken met Dolby Pro Logic I van voorheen.
OPMERKING: wanneer een programma is gecodeerd met matrix surround informatie blijft deze informatie behouden zolang het program­ma in stereo wordt uitgezonden. Films met surround geluid kunnen dus gedecodeerd wor­den met elke analoge surround functie, zoals Pro Logic of Logic 7, wanneer deze door conventio­nele TV-zenders, betaal-TV of satellieten worden uitgezonden. Bovendien worden er steeds meer TV-programma’s, sportuitzendingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met surround geluid. U kunt een overzicht van deze program­ma’s bekijken op het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet wordt aange­geven als drager van standaard surround infor­matie, zult u merken dat de Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Logic 7 functies vaak een omringend surround klankbeeld leveren, gebruik makend van de natuurlijke surround informatie die in alle stereo opnamen aanwezig is.
Druk op Surround Functiekeuze
#
om de specifieke functie binnen de gewenste groep te kiezen (voorbeeld: binnen de Dolby functiegroep zijn de opties Dolby Pro Logic I, Dolby Pro Logic II Music, Dolby Pro Logic II Movies en Dolby 3 Stereo). Om met de afstandsbediening een sur­round functie te kiezen drukt u op één van de toetsen
IJKPQ
tot de gewens­te functie verschijnt. Door op een toets te druk­ken verschijnt de functie in de display
F
. Terwijl de functie verandert licht een blauwe LED op naast de Surround functies
$
op de voor­zijde. Denk er aan dat de gekozen functie aan de ingang gekoppeld blijft tot een andere wordt gekozen.
Opmerking: de naam van elke surround functie loopt door de display
F
terwijl de functies worden gekozen. Om te voorkomen dat het kie­zen van de surroundfunctie onbedoeld wordt ver­laten, drukt u op
/
¤
terwijl de functie
nog zichtbaar is.
Merk op dat de functies Dolby Digital en DTS slechts gekozen kunnen worden wanneer een digitale bron gekozen is. Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een digitale bron automatisch naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onafhankelijk van de tevoren gekozen functie. Voor meer informatie over het kiezen van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Om naar een programma te luisteren in traditio­neel tweekanaals stereo met alleen de front luid­sprekers links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd en geconfigureerd), volgt u de hier­boven gegeven aanwijzingen voor de afstands­bediening tot
SURR OFF in de display
F
ver-
schijnt.
Digitale audioweergave
Digitale audio is een belangrijke vooruitgang ten opzichte van de vroegere analoge matrix surround systemen. Het beschikt over vijf gescheiden kana­len: front links, midden, front rechts, links sur­round en rechts surround. Elk kanaal reproduceert het volledige frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis-afstand. Bovendien heb­ben digitale systemen de mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat speciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u deze systemen beschreven ziet als ‘5.1’ bijvoorbeeld. Het baska­naal is gescheiden van de andere kanalen, maar aangezien de bandbreedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (oorspronkelijk AC-3
®
genaamd) is een standaard deel van DVD, is beschikbaar op satelliet uitzendingen en maakt deel uit van het nieuwe High Definition televisie (HDTV) systeem.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere methoden om de signalen te coderen en hebben daarom andere decoders nodig om de digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulatie) is een ongecompri­meerd digitaal audiosysteem voor compact disc en sommige speciale PCM gecodeerde DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR zijn geschikt voor hoogwaardige digitaal/analoog omzetting en kunnen direct met de digitale audio-uitgangen van uw CD/DVD-speler worden verbonden.
Verbinden met de digitale (optisch of coax)
ingang
9L
op de achterzijde, of op een
digitale ingang
4G
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren eerst de ingang (b.v. CD) kiezen om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV te voeren en een analoog signaal te leveren voor opname.Druk vervolgens op de digitale ingangskeuze en gebruik vervolgens de ⁄/¤
op de
afstandsbediening, tot de gewenste keuze
OPTICAL of COAX in de display
schijnt. Druk op OK
A
om de gewenste keuze
F
ver-
in te voeren.
Wanneer een PCM bron speelt verschijnt kort de aanwijzing PCM in de display
F
. Tijdens PCM­weergave kunt u elke surround functie kiezen, behalve Dolby Digital of DTS.
20 BEDIENING
Bediening
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een digitale bron correct op de AVR te zijn aangeslo­ten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spe­lers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD­spelers aan op de digitale (optisch of coax)
ingang
9L4G
voorzijde. Om ook analoog te kunnen opnemen, dienen de analoge uitgangen van de digitale bron te worden verbonden met de juiste ingangen op de achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de DVD-ingang digitale uitgangen van de bron).
Voor het afspelen van een digitale bron als DVD, kiest u eerst de ingang via de afstandsbediening of op de voorzijde, als in deze handleiding beschreven, om het videosignaal (indien aanwe­zig) naar de TV-monitor te sturen en het analoge audiosignaal voor opname beschikbaar te hebben. Wanneer de digitale ingang van de DVD-speler niet automatisch wordt gekozen (als gevolg van eerder gemaakte instellingen bij de configuratie van het systeem, zie pagina 14), kies dan de digi­tale bron met de digitale ingangskeuze
⁄/¤
gebruik
OPTICAL (OPT) or COAXIAL (COAX)
in de display zal de AVR automatisch signaleren of het om een meerkanaals Dolby Digital, DTS bron of een con­ventioneel PCM signaal, het standaard signaal van CD-spelers gaat.
ingangen te kiezen, als aangegeven
op de achterzijde of op de
5
op de achterzijde, naast de
op de afstandsbediening om de
F
. Speelt een digitale bron, dan
en
Digitale status
Wanneer een digitale bron speelt, herkent de AVR het type bitstream data is. Gebruik makend van deze informatie wordt de juiste surroundfunctie automatisch gekozen. Voorbeeld: bij DTS bitstre­am activeert het apparaat de DTS-decoder en bij Dolby Digital de Dolby Digital decoder. Bij binnen­komst van PCM data van CD's en LD's en sommi­ge muziek DVD's of bepaalde nummers op nor­male DVD's, kan de juiste surroundfunctie met de hand worden gekozen. Daar de beschikbare sur­roundfuncties worden bepaald van het type digita­le data, maakt de AVR gebruik van een aantal indi­caties waaraan u kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit verheldert de keuze van functies en ingangen afhankelijk van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf seconden in de display gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
F
staan waarna de
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een driecijferige indicatie met het aantal kanalen in het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links, centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en rechts signalen aanwezig zijn, maar geen discreet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven voor Dolby Digital bitstream met stereo pro­grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete surround signalen aanwezig zijn.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 program­ma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround informa­tie aanwezig is. Dit verschijnt bij twee kanaals stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1” en is een speciaal kanaal dat alleen maar laag bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig is. Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal be ­schikbaar is. Ook al is er echter geen LFE kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidspre­ker configuratie is ingesteld op de aanwezig­heid van een subwoofer.
De aanwijzing onderste regel van de display dat de digitale datastroom onderbroken of niet langer beschikbaar is. Wanneer dat gebeurt heeft de digitale processor van het apparaat geen sig­naal waarop kan worden ‘gelocked’ en is daar­mee ontkoppeld. Deze aanwijzing kan verschij­nen wanneer een DVD wordt gestart totdat de digitale bitstream op gang komt en de processor kan bepalen welke functie moet worden geko­zen; of op elk moment dat de datastroom weg­valt of wordt onderbroken, zoals bij het bekijken van menu’s bij sommige discs, of wanneer de speler schakelt tussen de verschillende delen van een disc. Ook kan de aanwijzing verschijnen wanneer een satellietontvanger, een set-top box of HDTV-tuner wordt gebruikt en het audiosig­naal tijdelijk wordt onderbroken wanneer een ander kanaal wordt gekozen of wanneer de kabelbox schakelt van een kanaal met digitale datastroom naar een met alleen analoge audio. De
UNLOCK aanwijzing is normaal en duidt
niet op een probleem met uw receiver. Het vertelt u slechts dat de in komende datastroom om een aantal mogelijke redenen onderbroken of niet aanwezig is.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 sig­nalen worden afgespeeld schakelt de AVR auto­matisch naar de juiste surround functie en kan geen andere bewerking worden gekozen. Wanneer een Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround functie kiezen.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaalgegevens te controleren om er zeker van te zijn dat die overeenkomt met de audio logo informatie op de achterzijde van de DVD verpak­king. Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In dat geval is het belangrijk de instellingen van uw DVD-speler of het audiomenu voor de spelen­de disc te controleren om er zeker van te zijn dat het juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
UNLOCK kan verschijnen in de
F
. Dat geeft aan
NEDERLANDS
BEDIENING 21
Bediening
Deze indicaties zijn de letters L/C/R/LS/RS/LFE in de middelste vakjes van de luidspreker/kanaal
indicatie
Wanneer een standaard stereosignaal of matrix surround signaal gebruikt wordt zullen alleen de indicaties ‘L’ en ‘R’ oplichten, aangezien analoge signalen alleen respectievelijk een linker en een rechter kanaal hebben. Dat geldt zelfs bij sur­round opnamen, die de surround informatie alleen in het linker en rechter kanaal dragen. Digitale signalen daarentegen kunnen één tot zes kanalen bevatten, e.e.a. afhankelijk van het programmamateriaal, de uitzendmethode en de manier waarop zij gecodeerd zijn. Wanneer een digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de let­ters oplichten conform het signaal dat wordt ont­vangen. Het is belangrijk op te merken dat hoe­wel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of audionummers op een DVD of ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor
5.1. Het is normaal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties indi­caties oplichten.
De letters zoals gebruikt bij de indicaties luid-
sprekers/kanaal functie
aan te geven wanneer een bitstream onderbro­ken wordt. Dat gebeurt wanneer een digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of wanneer een digitale bron zoals een DVD op pauze staat. De knipperende indicaties wijzen erop dat het afspelen is onderbroken door de afwezigheid van een digitaal signaal en niet door een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale weergave zal hervat worden zodra het afspelen opnieuw gestart wordt.
5
in de displayFop de voorzijde.
5
knipperen ook om
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func­tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volle­dig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwakke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Zo wordt verme­den dat abrupt luide overgangen anderen storen, zonder de impact van de digitale bron te beper­ken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wan­neer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer een Dolby Digital DVD speelt door op nachtfunc-
tie
O
op de afstandsbediening. Druk vervolgens op ⁄/¤om de gematigde of de volledige compressie (medium of full) van de nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te schakelen drukt u op ⁄/¤tot de aanwijzing onderin de video display en de display De nachtfunctie kan ook gekozen worden om altijd op dat compressieniveau te zijn, zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de opties in het nachtfunctie menu. Zie pagina 19 voor nadere informatie over het gebruik van deze optie. Zie hierboven voor informatie over deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat, zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
5
zullen knipperen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met de AVR of met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer op afspelen staat, naar de normale digitale weer­gave terugkeren.
2. Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat sommige toekomstige digitale formaten niet door de AVR verwerkt kunnen worden.
3. Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde programma’s en niet alle audionummers op een DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten. Raadpleeg de handleiding van het programma bij uw DVD om na te gaan welk type audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent automatisch het gebruikte type digitaal surround signaal dat gecodeerd is en stelt zichzelf daar op in.
4. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt is het mogelijk dat u onder bepaalde omstandig­heden enkele van de analoge surroundfuncties niet kunt kiezen, zoals Dolby Pro Logic II, Dolby 3, Stereo, Hall, Theater, 5-kanaals Stereo of Logic 7, tenzij u gebruik maakt van speciale audionum­mers (zie indicatie ‘Dolby Digital’ op de voor­gaande pagina) of gekozen data formaat (zie ‘PCM’ op voorgaande pagina).
5. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kan geen analoge opname worden gemaakt via de
Tape uitgangen
wanneer de bron alleen is verbonden met een digi-
F
D-RANGE OFF.
1
of Video 14uitgangen,
tale ingang op de AVR. Maar het analoge twee ­kanaals signaal van die bron, de ‘mixdown’ naar Stereo of Dolby Surround, kan worden opgenomen door de analoge audio uitgangen met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR, ook wanneer de digitale ingang van de AVR gekozen blijft. Bovendien worden de digitale signa­len worden doorgegeven naar de digitale audio
uitgangen
8
.
Opnemen
Bij normaal gebruik worden de audio en video sig­nalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de opname uitgan­gen. Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt of luistert simpelweg kan worden opgeno­men door recorders aan te sluiten op de uitgan­gen Tape Outputs
1
of Video 14.
Aanpassen uitgangsniveaus
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt ingesteld met behulp van het testsignaal, als beschreven op pagina 17. In sommige gevallen is het wenselijk de weergaveniveaus aan te passen met programmamateriaal waarmee u vertrouwd bent. Bovendien kan het niveau van de subwoof­er alleen via deze procedure gecorrigeerd wor­den.
Om de uitgangen met behulp van program­mamateriaal in te stellen, kiest u eerst de sur­round functie waarvoor u de luidsprekers wilt OK (zie opmerking verderop), door de gewenste ingang te kiezen, gekoppeld aan de gewenste surround functie, start het programmamateriaal en stel het referentieniveau voor de linker en rechter front luidsprekers met de
volumeregelaar
Is het referentieniveau eenmaal ingesteld, druk dan op Kanaalkeuze
FRONT L LEVEL gedurende vijf seconden
in de display veranderen drukt u eerst op OK gens verlaagt of verhoogt u het niveau met
. Gebruik hiervoor NIET de volumeregelaar,
daar deze de referentie zal veranderen.
Zijn de wijzigingen uitgevoerd druk dan op OK
A
en druk op kanaal dat u wilt OK te kiezen. Om het niveau van de subwoofer in te stelle drukt u op
tot WOOFER LEVEL in de display verschijnt. Deze indicatie verschijnt alleen wan­neer de subwoofer tijdens het configureren ook was gekozen. Zie pagina 14.
(7.
en merk op dat
F
verschijnt. Om het niveau te
A
⁄/¤
om het volgende
en vervol-
⁄/¤
⁄/¤
F
22 BEDIENING
Bediening
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in de display
A
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen die u wilt afstellen zijn ingesteld. Druk als alle instellingen zijn uitgevoerd, tweemaal op de OK
A
bediening.
OPMERKING: de uitgangsniveaus kunnen voor iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon­derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus voor een specifieke functie wenst, kies dan die functie en volg stapsgewijs bovengenoemde instructies.
Het veranderen van de niveaus als hiervoor aan­gegeven zal automatisch ook de niveaus die worden aangegeven tijdens de Instelling van het Uitgangsniveau (zie pagina 22) overeenkomstig veranderen en zullen in het geheugen van de AVR bewaard blijven, ook wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Voor wat betreft de Stereo functies, is de hier beschreven procedure de enige methode om een uitgangsniveau in te stel­len.
F
en in beeld verschijnt, op OK
en volg de instructies op.
en de AVR zal terugkeren naar normale
Directe 6-kanaals ingang
De AVR is uitgerust voor uitbreiding in de toe­komst door toepassing van extra, externe adap­ters voor formaten die de AVR niet kan verwer­ken. Wordt er een adapter aangesloten op de directe 6 kanaals ingang door op de 6-kanaals directe ingang drukken. De directe ingang voor de 6-kanalen kan tevens gekozen worden door op ingangs-
keuze
!
op het frontpaneel te drukken. Druk op deze toets tot de aanwijzing CH DIRECT (direct kanaal) in display groene LED naast de indicatie 6CH
DIRECT (6 kanaals) ingangsindicatie
Let op dat bij gebruik van de directe 6 kanaals ingang geen surroundfunctie gekozen kan wor­den, aangezien de externe decoder de bewerking bepaalt. Belangrijk: er verschijnt geen signaal op de opname-uitgangen wanneer de 6-kanalen directe ingang in gebruik is.
N
, dan kiest u die
F
verschijnt en de
te
J
Helderheid display
De displayFop het frontpaneel van de AVR is standaard ingesteld op een helderheidsniveau dat voldoende is om de informatie in een nor­maal verlichte ruimte te kunnen lezen. Het is ech­ter mogelijk dat u onder bepaalde omstandighe­den de helderheid tijdelijk wilt wijzigen, of zelfs geheel wilt uitschakelen.
Ook kan de helderheid van de display worden veranderd door op dimmer bediening te drukken. Denk er aan dat de blauwe LED in de volumeregelaar en de lichnteindica-
tie
2
op normale sterkte blijven branden ten
teken dat het apparaat nog aan staat.
L
op de afstands-
Geheugenbeveiliging
De AVR is uitgerust met een geheugenbeveiliging die de opgeslagen zenders van de tuner en de systeemconfiguratie vasthoudt als het apparaat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit het stopcontact wordt genomen of wanneer de net­spanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 1 weke behouden; daarna dient alle informatie opnieuw te worden ingevoerd.
Gebruik van tuner
De AVR is geschikt voor de ontvangst van MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst van RSD­gegevens. Zenders kunnen met de hand worden afgestemd, of worden opgeslagen als voorkeur­zenders en weer worden opgeroepen uit een geheugen met een capaciteit voor 30 posities.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM ning om de tuner als ingang te kiezen, of door op de voorzijde op ingang tuner geactiveerd is, dan wel door direct op
MG/FM
9
2. Druk nogmaals op MG/FM MG/FM
9
len, tot het gewenste bereik wordt aangegeven.
3. Press the Tuner Mode button remote or hold the Band Selector front panel pressed for 3 seconds to select manual or automatic tuning.
Drukt u op deze toets zodat
play
F
verschijnt dan zal door op Afstemmen
8te drukken de tuner gaan zoeken naar de
eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie
AUTO ST TUNED verschijnt kort wanneer de
tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED indicatie wanneer een MG of
.
een FM mono zender is afgestemd. Druk nog­maals op de afstemtoetsen om naar de eerstvol­gende zender te gaan.
op de afstandsbedie-
!
te drukken tot de
te drukken.
om tussen MG en FM om te schake-
AUTO in de dis-
of op de
on the
8
on the
Wordt op de toets gedrukt zodat de display quentie bij elke druk één stap omhoog of omlaag gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat sterk genoeg is voor goed ontvangst dan verschijnt
MANUAL TUNED in de display
4. Ook kan er op zenders afgestemd worden door eerst op direct gens met de cijfertoetsen van de zender in te voeren. Wanneer het laatste cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt auto­matisch op de gewenste zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van de frequentie een verkeerde toets drukken, druk dan op wissen
D
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit verbeterd door naar mono om te schakelen door op Tunerfunctie of op Ontvangstbereik drukken. Daarop verschijnt kort
display
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen worden opgeroepen via de toetsen op het front­paneel, dan wel via de afstandsbediening. Om een zender in het geheugen op te slaan, stemt u eerst op de zender af door de hierboven beschre­ven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op Geheugen bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
2. Binnen vijf seconden kiest u nu met de cijfer­toetsen
vastleggen. Eenmaal ingevoerd verschijnt het gekozen nummer in de display
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
cijfertoetsen
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen te doorlopen. drukt u op voorkeurposities op de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
E
F
verschijnt zal de afgestemde fre-
om de frequentie opnieuw in te voeren.
op de afstandsbediening
F
en dooft vervolgens.
C
F
.
de positie waarop u de zender wilt
overeenkomend met de
op de afstandsbediening.
MANUAL in
F
.
te drukken en vervol-
de frequentie
9
op de voorzijde te
MANUAL in de
op de afstands -
F
.
)
NEDERLANDS
BEDIENING 23
Bediening
RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data System), dat op FM radio een breed scala aan informatie biedt. RDS is een systeem voor het zenden van zendernamen of netwerkinformatie, een aanduiding van het programmatype van de zender, tekstboodschappen over de zender of muziekspecificaties en de juiste tijd.
RDS-Afstemming
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het signaal bevat RDS-data geeft de AVR automa­tisch de naam van de zender of een programma­service aan in de display
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan informatie die als aanvulling op de zendernaam verschijnt wanneer voor het eerst op de zender wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de display de naam van de zender, zendgemach­tigde of de oproepletters aangeven. Door op
RDS functies
de verschillende soorten informatie schakelen, in deze volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, B.V. de naam van de omroep)
• Zendfrequentie(FREQ)
• Programmasoort (PTY) zoals in onder­staand overzicht aangegeven.
• Radiotekst ( de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien de melding langer is dan de 8 posities van de display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30 seconden duren voordat de melding verschijnt. Zodra RT is gekozen, zal het woord (tekst) knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd zal het woord TIME in display knipperen, wanneer keurigheid van de tijdmelding wordt bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle functies. Worden gegevens voor de gekozen functie niet verzonden, dan zal de display de aanwijzing NO TYPE, NO TEXT, of
NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd) na
enige tijd laten zien.
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend sterk signaal nodig om correct te functioneren.
@Fte drukken kunt u door
RT) met een specifiek bericht via
CT (clock time) gekozen is. De nauw-
F
.
TEXT
F
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de moge­lijkheid programmacodes voor de soort program­ma’s (PTY – Program Type) mee te zenden. Deze codes geven het type programma van de uitzen­ding aan.
Op de volgende wijze kunt u een specifiek programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
display
2. Zodra het PTY aangegeven wordt, drukt u op
voorkeuze hoger/lager
deze toets ingedrukt om door de lijst van beschikbare PTY typen, als hierboven aangege­ven, te schakelen. Om snel en eenvoudig te zoe­ken naar de volgende zender die PTY gegevens uitzendt, kunt u de toets voorkeuze
hoger/lager
(alleen RDS) in de display verschijnt.
ONLY
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
8; de tuner begint de FM-band noor boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen met de gewenste keuze en voldoende sterk is voor kwaliteitsontvangst.
4. Terwijl de PTY in de display knippert, maakt de tuner een complete scan van de gehele FM­band en zoekt naar de eerstvolgende zender het gevraagde PTY type èn een acceptabele ont­vangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden, verschijnt gedurende enkele seconde de melding NONE (geen) en keert de tuner terug naar de zender die gekozen was voordat het zoeken begon.
OPMERKINGEN:
• Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in welk geval de display NONE (geen) aangeeft.
• sommige zenders zenden constant verkeersin­formatie uit. Deze zenders vindt u door TRAFFIC te kiezen. De AVR zoekt dan de juiste zender, ook al is er op dat moment misschien geen ver­keersinformatie.
@Ftot de huidige PTY in de
F
aangegeven wordt.
)E, of houdt
)Egebruiken tot RDS
24 BEDIENING
Problemen
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning • Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar 1wordt ingedrukt. • Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal • Controleer alle aansluitingen geluid en geen beeld • Muting ingeschakeld • Druk op muting
• Volume is geheel teruggedraaid • Draai het volume omhoog
Geluid hoorbaar maar display licht niet op • Display helderheid uitgeschakeld • Volg de aanwijzingen over de helderheid van de display op
pagina 27
Geen enkele luidspreker werkt; • Versterker beveiliging actief, kortsluiting • Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting
standby2rood • Versterker beveiliging actief, intern probleem • Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid uit surround en • Onjuiste surroundfunctie • Kies een andere functie dan stereo centrum luidsprekers • Onjuiste configuratie • Controleer de luidsprekerfunctie
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening • Vervang batterijen de afstandsbediening • Verkeerde apparaat gekozen • Druk op AVR
• Stereo of mono programma • Bij Dolby surroundfuncties kan geen informatie
• Luidsprekers verkeerd aangesloten • Controleer luidspreker aansluitingen eventueel met
Sensor afstandsbediening geblokkeerd door een voorwerp of meubel
%
voor achterkanalen aanwezig zijn
testsignaal
• Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt
4
NEDERLANDS
Intermitterende brom in de tuner • Lokale interferentie • Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
Indicatie in kanaalaanduiding knippert • Digitale audiosignaal pauzeert • Hervat weergave DVD
display
¯
en audio stopt • Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan de oorzaak liggen in een foutieve werking van het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal drie minuten voordat u deze weer in het stop­contact steekt. Controleer nu de werking van het apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan kan een reset noodzakelijk zijn.
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van de AVR inclusief alle instellingen van de tuner, uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de gegevens voor luidsprekercombinaties, verwijderd. Zet eerst het systeem aan met
standby
en houd deze 5 seconden vast.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er aan dat u op deze manier het geheugen heeft gewist en dat alle systeem configuraties, instel­lingen en zenders opnieuw moeten worden ingesteld.
2
. Druk dan op Surroundfunctie
computers, TL-buizen, motoren of andere elektrische apparaten
wordt gestuurd
OPMERKING: het resetten van de processor zal alle instellingen die u heeft gemaakt wissen: uitgangsniveaus van de luidsprekers, de uit­gangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van de digitale ingangen en de opgeslagen radio -
6
zenders. Na het resetten keert het apparaat terug in de fabrieksinstelling en moeten alle instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet goed, dan kan een elektrische ontlading er verantwoordelijk voor zijn dat de processor en/of het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon technische dienst.
PROBLEMEN 25
DVD 28 Digital Versatile Speler
Terminologie
Terminologie
Gezien het feit dat DVD-spelers veel kenmerken en technologie met CD-spelers gemeen hebben, zijn veel van de termen en functies die in een DVD-speler worden gebruikt, gelijk aan wat u kent van CD-spelers en –wisselaars, of zelfs oudere video formaten zoals laserdisc. Wanneer dit echter uw eerste DVD-product is, dan kunnen sommige termen die gebruikt worden bij het omschrijven van de eigenschappen van een DVD­speler, nieuw voor u zijn. Hieronder daarom enige toelichting over DVD die u helpt te genie­ten van alle eigenschappen van het DVD-format en de DVD.
Met de komst van DVD is de opslagcapaciteit van discs drastisch toegenomen. Op een DVD Video disc wordt de meeste ruimte ingenomen door MPEG 2 video en meerkanaals filmgeluid in Dolby Digital en/of DTS. Deze informatie is gecomprimeerd.
Beeldverhouding: geeft de breedte/hoogte verhouding van het beeld aan. Een traditioneel TV-beeld kent een breedte/hoogte verhouding van vier staat tot 3, kortweg 4:3. Bij nieuwere brede beeldbuizen is die beeldverhouding 16:9, waardoor zij meer op een bioscoopscherm lijken. Het programmamateriaal op een DVD kan wor­den opgenomen in beide formaten en daarnaast kunt u de DVD zodanig configureren dat deze in één van de twee formaten afspeelt, afhankelijk van de op een disc vastgelegde eigenschappen.
Component Video: een videosignaal dat een aantal artefacten en bijeffecten van de traditionele composietsignalen niet kent door het signaal te splitsen in een afzonderlijk helder­heidssignaal (het Y-signaal) en twee kleurver­schilsignalen (de Pr en Pb signalen). Met een component videoverbinding wordt de beeldreso­lutie beter en worden bijeffecten zoals moiré patronen in ruitjeskostuums vermeden. Om echter van component video te kunnen profite­ren, is een videomonitor nodig die voorzien is van Y/Pr/Pb video-ingangen. Verbind de compo­nent video-uitgangen van de DVD 28 niet met de standaard composiet of S-video ingangen van een TV of recorder.
HDCP (High-Bandwidth Digital Content Protection): HDCP is de specificatie voor de
beveiliging van digitaal gecodeerd materiaal tegen ongeoorloofd kopiëren bij het overdragen van een DVD-speler (of andere videobron) naar een videomonitor met HDMI of DVI verbindin­gen. Om voordeel te hebben van de hoge resolu­tie uitgang van de DVD 28 via de HDMI-uitgang, dient de monitor voor HDCP geschikt te zijn. Vrijwel alle monitoren met HDMI-ingangen zijn geschikt voor HDCP, maar dat geldt niet voor alle monitoren met DVI. Wanneer u de DVD 28 gebruikt met een extra HDMI > DVI kabel of adapter, raadpleeg dan de handleiding van uw monitor om te zien of deze voor HDCP geschikt is.
HDMI Interface
tiepoort tussen de DVD-speler en de videomoni­tor of audio/videoreceiver. Met een bandbreedte van 5 GHz geschikt voor het doorgeven van niet­gecomprimeerde audio- en high-definition digitale videosignalen via één kabel. Met HDMI is de DVD 28 in staat een hoge resolutie videosig­naal (720p of 1080i) af te geven en 5.1 kanalen Dolby Digital of DTS digitale audio; ook hier het gemak van slechts één kabel.
JPEG bestanden: JPEG staat voor Joint Photographic Experts Group en het is een stan­daard formaat voor gecomprimeerde stilstaande beelden zoals foto’s. JPEG beelden kunnen gemaakt worden op een personal computer door beelden te importeren van een digitale camera, of het scannen van afdrukken. Deze bestanden kunnen op een compact disc worden gekopieerd. De DVD 28 herkent deze JPEG bestanden en u kunt ze op uw videomonitor bekijken.
Titel: bij een DVD wordt een titel gedefinieerd als een hele film of programma. Het aantal hoofdstukken binnen een titel is afhankelijk van hoeveel de producer er in wil opnemen. De meeste discs bevatten slechts één titel, maar dat kunnen er meer zijn, bijvoorbeeld voor een ‘Double Feature’ presentatie.
Hoofdstuk: DVD programma’s zijn verdeeld in hoofdstukken en titels. Daarbij vormen de hoofd­stukken de onderverdeling van een titel op een disc en zijn te vergelijken met de nummers op een audio-CD.
Progressive Scan: dankzij de enorme data opslagcapaciteit van DVD kunnen beelden tegen­woordig progressief worden opgeslagen, dat wil zeggen als één geheel in plaats van interlaced. Op deze manier worden de even en oneven lij­nen tegelijkertijd ‘geschreven’. Harman Kardon Cinema Lounge heeft een echte progressive scan video-uitgang met 40% meer licht dan een con­ventionele TV en een ongelofelijk gedetailleerd hoge definitie beeld zonder zichtbare lijnen en bewegingsartefacten.
WMA bestanden: WMA (Windows Media Audio) is een gecomprimeerd audioformaat ont­wikkeld door de Microsoft gebruik met haar Windows Media Player. WMA bestanden kunnen zelfs kleiner van omvang zijn dan MP3 bestanden en zijn desondanks ver ­gelijkbaar van kwaliteit. De DVD 28 is een DVD­speler die in staat is WMA bestanden weer te geven. Bedenk dat de Windows Media Player andere bestandsformaten gebruikt; de DVD 28 kan alleen bestanden weergeven met de extensie “wma”. Zie pagina 5 voor nadere informatie over WMA-bestanden.
(High Definition Multimedia
): HDMI is een seriële communica-
®
Corporation voor
Meerdere Cameraposities: DVD’s hebben de mogelijkheid om dezelfde scène in een program­ma vanuit verschillende cameraposities te bekij­ken. Wanneer een disc is gecodeerd met deze ‘multiple angle’ informatie, dan kunt u met één druk op ANGLE tussen deze verschillende posities te schakelen. Momenteel maken maar weinig producers van deze mogelijkheid gebruik en wanneer dat het geval is, zijn deze scènes meestal van korte duur. Producers brengen meestal een icoon of logo in beeld om aan te geven dat er meerdere cameraposities beschikbaar zijn.
Reading: een aanwijzing die verschijnt zodra een disc is geladen en de lade is gesloten, om aan te geven dat de speler de inhoudsinformatie van de disc leest en vaststelt of het om een CD dan wel een DVD gaat, het soort programma, talen, beeldverhoudingen, ondertiteling, aantal nummers/titels, enzovoort. Dit duurt een paar seconden en is volstrekt normaal.
Resume: de STOP-toets op de DVD werkt anders dan u gewend bent bij CD’s of CD-spe­lers. Wanneer u op een gewone CD-speler op STOP drukt, dan stopt de speler. Drukt u bij een CD-speler weer op START, dan begint de disc opnieuw. Bij de DVD heeft u echter twee opties bij het afspelen van DVD’s. Drukt u 1x op STOP dan stopt het afspelen, maar de positie wordt onthouden. U kunt de speler uitschakelen en zodra u de volgende keer weer op PLAY drukt, zal de speler verdergaan vanaf het punt waar de vorige keer werd gestopt. Dit noemen we ‘resume’ (vervolgen) en is handig wanneer u een film aan het kijken bent en om een of andere reden moet stoppen, maar later weer wilt verder­gaan waar u gebleven was. Drukt u 2x op STOP, dan wordt het apparaat op de gebruikelijke wijze gestopt en zal de speler de volgende keer weer bij het begin beginnen.
In de resume-functie zal de hoes van de DVD in beeld komen. Is deze niet beschikbaar dan ver­schijnt het Harman Kardon beeld.
DivX
®
DivX is de naam van een revolutionaire video ­code, is gebaseerd op de MPEG-4 compressie standaard voor video. Deze DVD-speler speelt discs af die gemaakt zijn met DivX software. De weergavefuncties voor DivX videodiscs van de DVD-speler wisselen afhankelijk van de DivX software die voor opname van de films werd gebruikt. Meer informatie over de verschillende software versies van DivX vindt u op www.divx.com
26 TERMINOLOGIE
Mogelijkheden, Inhoud van de set
Hoogwaardige Video
• High Definition Multimedia Interface (HDMI) voor een verbinding via één draad met uw HD­voorbereid beeldscherm.
• Hoogwaardige 10-bit MPEG2 videodecoders.
• Directe RGB uitgang via SCART (kiesbaar) voor optimale videoprestaties. SCART aansluiting tevens te configureren voor Composiet video uitgang.
• Testbeeld voor het testen van videoprestaties en de opzet.
• Pure PAL weergave van NTSC discs door NTSC/PAL conversie.
• Geschikt voor dubbellaags DVD’s. Hoogwaardige audio.
• Progressive Scan component video uitgangen (NTSC en PAL).
• Weergave van JPEG plaatjes.
Hoogwaardige Digitale Audio
• Ingebouwde DVD-Audio decoder voor meer muzikaal realisme.
• Door een DTS (Digital Theater Systems) of een Dolby decoder aan te sluiten kunt u van 5.1 digital surround sound genieten van DTS of Dolby Digital discs.
• Met lineair PCM audio op 16 – 24 bits en 44 – 96 kHz (ook via de digitale uitgang, zie tabel op pagina 14) is een audiokwaliteit beter dan CD mogelijk.
• Optisch en coax digitale audio uitgang.
Handige functies
• In-beeld menu iconen voor informatie over de disc en toegang tot alle belangrijke functies van het apparaat.
• Ondertitels in één van de vele talen.*
• De camerapositie functie biedt de mogelijkheid scènes vanuit verschillende posities te bekijken (alleen op DVD’s die op die manier zijn opge­nomen).
• Verschillende opties voor de dialoog taal en het geluidsspoor (alleen op DVD’s die op die wijze zijn opgenomen).
• Gemakkelijk te gebruiken menusysteem.
• Gescheiden toetsen snel vooruit/achteruit zoeken en nummer overslaan.
• 4-Traps Zoom tijdens weergave en pauze.
• Inwendig verlichte en ergonomisch opgezette afstandsbediening.
• Toekomstige opwaardering van de software mogelijk via het Internet. (Zie informatie verderop.)
Het aantal beschikbare talen wordt
bepaald door de producent van de soft­ware.
Geschikt voor zowel CD als DVD
• De DVD 28 is geschikt voor het afspelen van elke gewone Audio CD of opneembare CD (CD­R en wisbare CD (CD-RW), MP3, WMA (v8), plus elke DivX of VCD of DVD/ Video met regiocode 0 of 2.
Discs die door deze speler kunnen worden afgespeeld
Het apparaat kan de volgende discs afspelen (8 en 12 cm diameter):
• DVD-AUDIO
• DVD-R
• DVD-RW
• DVD+R
• DVD+RW
• CD
• CD-R
• CD-RW
• VCD
• WMA (v8)
Opmerking: vanwege verschillen in toepassing bij bepaalde discs kunnen sommige een combinatie van eigenschappen bevatten die door de DVD niet verwerkt kunnen worden. Hoewel de DVD geschikt is voor een groot aantal func­ties, wordt niet op alle discs van alle mogelijkhe­den van het DVD-systeem gebruik gemaakt. Zo is de DVD bijvoorbeeld geschikt voor discs met meerdere cameraposities, maar dat werkt alleen wanneer een discs ook daarmee is opgenomen. Bovendien kan de DVD zowel Dolby Digital als DTS muziek weergeven, maar het aantal en soort nummers varieert van disc tot disc. Raadpleeg de bij de disc gevoegde informatie om er achter te komen of een bepaalde eigenschap of functie beschikbaar is.
n Of weergave van CD-R, CD-RW, WMA, JPEG,
MP3, DivX, VCD/SVCD, DVD-R, DVD+R, DVD­RW en DVD+RW discs mogelijk is, wordt bepaald door de kwaliteit van de disc en de recorder die de disc heeft opgenomen.
n De DVD 28 is geschikt voor de meeste discs
met MP3 of Windows Media 8 bestanden, èn voor JPEG stilstaande beelden. Bedenk echter dat afwijkingen in de codering of de code zelf en/of de bit-rate invloed kunnen hebben op de mogelijkheid van de DVD 28 een specifieke disc af te spelen. Dat betekent dat we niet kunnen garanderen dat alle coderingen en versies afgespeeld kunnen worden. Voor optimale resultaten bevelen we aan de MP3 bestanden te coderen met een bit-rate tussen 32 en 320 kbps. WMA bestanden dienen gecodeerd te worden tussen 64 en 320 kbps. Hoewel de DVD 28 in staat is sommige WMA 9 bestanden af te spelen, worden niet alle functies van versie 9 ondersteund. JPEG bestanden dienen niet groter te zijn dan 5 megapixels en het bestand mag niet groter zijn dan 5 Mb.
De DVD 28 is niet geschikt voor de volgende formaten:
• DVD-discs met een andere regiocode dan 2
• DVD-ROM data discs
• DVD-RAM discs
• CD-I discs
• CD-G discs
• SVCD discs
• Kodak Photo CD™ discs (Kodak Picture CD discs voor consumentengebruik kunnen met de DVD 28 worden afgespeeld).
• Discs bestemd voor gebruik in videospelletjes
• Discs opgenomen in de “VR” functie of op enig andere snelheid dan “SP”.
• High-definition optische discs als WMVHD, HD­DVD en Blu-ray
Opwaarderen via het Internet
De speciale software die de functies van de Harman Kardon DVD bestuurt kan zonodig in de toekomst bij nieuwe ontwikkelingen worden opgewaardeerd. In het geval van nieuwe functies kunnen updates worden gedownload van www.harmankardon.com/International/
U hoeft niets anders te doen dan een CD-R te creëren met de gegevens en deze in de DVD af te spelen voor een automatische opwaardering.
Inhoud van de set
1 – Harman Kardon DVD speler
1 – A/V kabel voor analoge stereo en composiet
video
1 – S-Video kabel
1 – HDMI-kabel
1 – Handleiding
NEDERLANDS
MOGELIJKHEDEN 27
Bedieningsorganen
1 3 4 5 6 7 8
2
Open/Close
DVD 28
AUDIO/VIDEO
Display
1
Standby schakelaar
2
Open/Dicht
3
Weergave
4
Pauze
5
Stop
6
Skip/Zoeken (voorgaande)
7
Skip/Zoeken (volgende)
8
Dimmer
Display: hierin leest u de aanwijzingen en status indicaties die bij het gebruik van de DVD­speler van belang zijn.
1
Standby schakelaar: eenmaal indrukken om de DVD-speler in te schakelen; nogmaals indrukken om terug te gaan naar standby.
2
Open/Dicht: indrukken om de disclade te openen of te sluiten.
3
Weergave: indrukken om weergave te starten, of weergave te hervatten nadat pauze is ingeschakeld.
4
Pauze: indrukken tijdens weergave om te pauzeren. Nogmaals indrukken om verder te gaan. Tijdens het afspelen van een DVD verschijnt dan een stilstaand beeld.
5
STOP: eenmaal indrukken om te stoppen met behoud van positie (resume-functie). Zolang de lade niet wordt geopend en de disc niet wordt verwisseld, zal de DVD vanaf hetzelfde punt verder gaan zodra u op PLAY (weergave) drukt.
6
Skip/Zoeken (voorgaande): indrukken om terug te gaan door de nummers van een muziek CD of de hoofdstukken op een DVD. Houd de toets ingedrukt om achteruit te zoeken op één van de beschikbare snelheden.
7
Skip/Zoeken (volgende): indrukken om verder te gaan door de nummers van een muziek CD of de hoofdstukken op een DVD. Houd de toets ingedrukt om achteruit te zoeken op één van de beschikbare snelheden.
8
Dimmer: indrukken om de helderheid van de display in te stellen. Schakelt in deze volgorde: maximum ‘ medium ‘ uit maximum enzovoort.
28 BEDIENINGSORGANEN
A
L
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
M
N
O
Display
A Disc type B Weergavefunctie C Audio Bitstream D Hoofdstuk/nummer E Tijd
A Disc Type: de CD, DVD, DVD-Audio, VCD,
MP3, WMA of JPEG indicaties geven aan welk type disc momenteel wordt afgespeeld.
B Weergavefunctie: lichten op om de huidige afspeelfunctie aan te geven.
N
Licht op bij normale weergave van een disc.
H
Licht op wanneer de disc snel vooruit scant. De in-beeld aanwijzing geeft dan de gekozen snelheid aan (x2, x4, x8, x20, x100).
1
Licht op tijdens pauze van een disc.
G
Licht op wanneer de disc snel vooruit scant. De in-beeld aanwijzing geeft dan de gekozen snelheid aan (x2, x4, x8, x20, x100).
C Audio Bitstream: bij het afspelen van een
®
Digital, DTS®of lineair PCM digital audio
Dolby signaal licht één van deze indicaties op. DVD­Audio, MP3 en WMA bitstreams worden aange­geven onder Disc Type A.
D Hoofdstuk/nummer: tijdens het afspelen van een DVD wordt hier het nummer van het hoofdstuk aangegeven. Bij een CD wordt hier het nummer aangegeven.
F Titel G Video uit H Herhalen I VCD Weergave J Willekeurig
E Tijd: geeft de verstreken tijd aan van de
lopende DVD. Bij een CD wordt de verstreken tijd van het lopende nummer aangegeven, de resterende tijd ervan, of de totale resterende tijd van de disc.
Opmerking: de tijduitlezing DEF geeft ook tekstberichten weer over de status van de DVD, waaronder ‘ bij het laden van een disc, ‘ (uitgeschakeld) bij uitschakelen en ‘
ERROR
geschikte disc wordt ingelegd in de DVD.
F Titel: deze twee posities in de display geven het nummer van de lopende titel op de DVD aan.
G Video-Off: licht op wanneer de video uit- gang van het apparaat uitgeschakeld is door op V-Off op de afstandsbediening te drukken.
H Herhalen: lichten op wanneer één van de herhaalfuncties in gebruik is.
LOADING’ (wordt geladen)
POWER OFF
DISC
’ (Fout in disc) wanneer een niet
K A-B herhalen L Programma M Camera positie N Kinderslot O Video Uitgang
I VCD Weergave: licht op wanneer de weer-
gavefunctie voor VCD is ingeschakeld.
J Willekeurig: licht op wanneer de willekeurig afspelen functie in gebruik is.
K A-B Herhalen: licht op wanneer een specifieke passage voor herhalen gemarkeerd is.
L Programma: licht op wanneer de programmafunctie in gebruik is.
M Camerapositie: knippert wanneer meerdere cameraposities beschikbaar zijn op de lopende DVD disc.
N Kinderslot: licht op wanneer het kinderslot geactiveerd is om te voorkomen dat iemand zonder code het acceptatieniveau verandert.
O Video Uitgang: wanneer de DVD 28 is verbonden met een videomonitor via de HDMI-
A
uitgang
DVD 28 die aangeeft wat de hoogste video ­resolutie is waartoe deze in staat is en stelt de DVD 28 automatisch de video-uitgang daarop in. Deze resolutie wordt hier aangegeven. U kunt ook de HD Functiekeuze het zelf in te stellen.
stuurt deze informatie naar de
gebruiken om
NEDERLANDS
DISPLAY 29
Opzetten en Aansluiten
1
2
3
5
6
8
9
0
4
7
A
B
0
Optisch digitale uitgang
1
Coax digitale uitgang
2
Netsnoer
3
Composiet video-uitgang
0
Optisch digitale uitgang: verbind deze uitgang met de optisch digitale ingang van een audio/video-receiver of surround processor voor het afspelen van audio in Dolby Digital, DTS of PCM.
1
Coax digitale uitgang: verbind deze uitgang aan op de coax ingang van een audio/ video-receiver of surround processor voor het afspelen van Dolby Digital, DTS of PCM –audio.
Opmerking: hoewel dezelfde cinch plug wordt gebruikt voor analoge audioverbindingen, de coax digitale uitgang alleen op een digitale ingang aansluiten. NOOIT verbinden met een gewone analoge aansluiting.
Verbind de Optisch Digitale Audio-uitgang
0
of de Coax Digitale Audio-uitgang met een geschikte digitale audio-ingang van uw receiver of processor, maar niet allebei.
2
Netsnoer: verbind deze kabel met een wisselstroom stopcontact. Indien dit bediend wordt met een schakelaar, zorg er dan voor dat deze in aan staat.
3
Composiet video-uitgang: verbind deze uitgang met de video-ingang van een TV of videorecorder, of met een video-ingang van een audio/video-receiver of processor indien u een dergelijk apparaat gebruikt voor het schakelen tussen video-ingangen.
4
S-Video uitgang: verbind deze uitgang met de S-Video ingang van een TV of video ­recorder, of met een S-Video ingang van een audio/video-receiver of processor indien u een dergelijk apparaat gebruikt om te schakelen tussen de S-Video ingangen.
5
Component Video Uitgangen: deze uit­gangen voeren het component video signaal voor aansluiting op monitoren met component video ingangen. Sluit standaard analoge TV’s of projectoren met Y/Pr/Pb of Y/Cr/Cb ingangen op deze uitgangen aan. Bezit u een high definition TV of projector die geschikt is voor high scan rate progressive video, verbind deze uitgangen
1
4
S-Video uitgang
5
Component Video uitgangen
6
SCART UIT (TV)
7
Uitgang afstandsbediening
dan met de ‘HD Component’ ingangen. Vergeet niet in dat geval ‘Progressive’ te kiezen in het Video Setup menu om voordeel van de progres­sive scan schakeling te kunnen hebben. Zie pagi­na 19 voor meer informatie over progressive scan video.
Belangrijk: verbind deze aansluitingen NIET met de standaard composiet ingangen!
6
SCART UIT (TV): heeft uw TV een SCART­aansluiting, dan kunt u de SCART-kabel aanslui­ten op uw TV en op uw DVD-speler voor een betere videokwaliteit. De SCART-kabel transpor­teert zowel audio- als videosignalen. U kunt Composiet Video of RGB video kiezen voor het videosignaal van de SCART aansluiting.
7
Uitgang afstandsbediening: verbind deze uitgang met de infrarood ingang van een daarvoor geschikt Harman Kardon product om de bevelen van de sensor van de DVD naar andere compatibele producten te laten door ­sturen.
8
Ingang afstandsbediening: verbind de afstandsbedieningsuitgang van een ander compatibel Harman Kardon product aan op deze ingang. Hierdoor werkt de afstandsbediening ook wanneer de sensor op de voorzijde van de DVD is geblokkeerd. Kan ook gebruikt worden met daartoe geschikte afstandsbedieningssystemen.
9
Analoge audio uitgangen: verbind deze uitgangen met een audio ingang van een audio/video-receiver of surround processor voor het analoog afspelen van muziek of geluid.
A
HDMI-uitgang: wanneer u een voor HDMI geschikte receiver of videomonitor heeft, verbind dan deze uitgang met de HDMI-ingang van de receiver of videomonitor voor de hoogste kwaliteit niet-gecomprimeerde digitale audio en video. Zelfs wanneer uw receiver niet geschikt is voor audiobewerking in het HDMI-formaat, kunt u nog altijd genieten van superieure reproductie van HDMI-video.
8
Ingang afstandsbediening
9
Analoge digitale uitgangen
A
HDMI-uitgang
B
6-Kanalen Autio-uitgangen
Wanneer uw videomonitor een DVI-ingang heeft, kunt u een extra HDMI > DVI kabel of adapter gebruiken voor het aansluiten van het beeldscherm. In alle gevallen dient de monitor voor HDCP geschikt te zijn om de HDMI-uitgang te gebruiken. Voor een optimaal resultaat dient de lengte van de HDMI-verbinding niet groter te zijn dan drie meter.
De volgende audioformaten kunnen via de HDMI-verbinding worden overgebracht:
Audio CD – 2-kanalen PCM of 5.1 kanalen DTS
DVD-Audio – 2-kanalen PCM
DVD-Video – maximaal 5.1 kanalen Dolby Digital of DTS
Opmerking: om het hoge resolutie geluid van DVD-Audio discs te kunnen beluisteren, verbindt
B
A
, Optisch
9
met de
.
u de 6-Kanalen Audio-uitgangen overeenkomstige ingangen van uw receiver of processor. Deze signalen worden niet digitaal afgegeven.
B
6-Kanalen Audio-uitgangen: verbind deze uitgangen met de overeenkomstige analo­ge audio-ingangen van uw receiver of surround sound processor. Deze verbinding is noodzakelijk om naar meerkanalen tracks op DVD-Audio discs te kunnen luisteren. bevat de disc ook line­air PCM, Dolby Digital of DTS tracks, dan kunt u daar naar luisteren via de HDMI
0
of Coax Digitale Audio-uitgang1dan
wel de Analoge Audio-uitgang
Opmerking: meer informatie over alle audio/video aansluitingen vindt u op de volgen­de pagina’s onder ‘Opstellen en Aansluiten’.
30 OPZETTEN EN AANSLUITEN
Opzetten en Aansluiten
TV
E
To Y (green)/ Pb (blue)/ Pr (red) component video connectors
To HDMI or DVI port on TV
To S-video input connectors on the TV
To analog audio input connectors (red/white) on the TV
To video input connectors (yellow) on the TV
To power outlet (AC 230V/50Hz)
D
C
B
A
Belangrijk voordat u de DVD 28 aansluit:
n Zorg ervoor dat de netspanning van dit en de
overige aangesloten apparaten uitgeschakeld is alvorens iets aan de aansluitingen te veranderen.
Voor de best mogelijke kwaliteit raden we u aan, indien aanwezig op uw receiver of proces­sor en/of videomonitor, de HDMI-uitgang te gebruiken. Met één enkele HDMI-verbinding levert HDMI niet-gecomprimeerd high-definition digitale video en digitale audio programmering.
Opmerking: wanneer uw videomonitor een DVI-ingang heeft, kunt u een extra HDMI > DVI kabel gebruiken voor de verbinding met de monitor. In alle gevallen dient de monitor HDCP­geschikt te zijn om de HDMI-uitgang te kunnen gebruiken.
Wanneer uw apparatuur niet geschikt is voor HDMI raden we het gebruik van component video aan voor hoogwaardige beelden.
Gebruikt u een televisie of videomonitor die geschikt is voor high-resolution 576p video ­signalen, gebruik dan indien aanwezig de “HD Component” video-ingangen. Maak ook de benodigde instellingen voor de ingang van de monitor voor gebruik van 576p videosignalen. U dient dan ook de scaninstelling in het Video Setup menu van de DVD 28 te wijzigen van “Interlaced” naar “Progressive”. Zie hierboven.
De video uitgang (geel) voert het composiet sig­naal en stuurt dat via één kabel naar de TV of naar de AV receiver. Gebruik deze video uitgang wanneer uw TV alleen dit type video aansluiting heeft.
Bij de S-Video uitgang zijn de kleur- en helder­heidssignalen (C/Y) gescheiden en worden
n Sluit de ventilatiesleuven van de apparaten
niet af en stel ze zo op dat ze voldoende ventilatie krijgen.
n Raadpleeg de handleiding voordat u
apparatuur aansluit.
onafhankelijk naar de TV overgebracht voor een betere beeldkwaliteit. Gebruik de S-Video kabel bij het aansluiten van een speler op een TV die is voorzien van een S-Video aansluiting voor een betere beeldkwaliteit. Gebruik nooit beide uit­gangen, Composiet en S-Video, naar uw TV of AV Receiver, slechts één van beide.
De meeste Europese TV´s zijn uitgerust met SCART aansluitingen en niet voorzien van een normale video ingang (gele cinch). In het geval dat de SCART aansluiting wordt gebruikt, voert deze ook het audiosignaal. Afzonderlijke analo­ge audioverbindingen naar de TV zijn nodig, wanneer de video of S-video uitgang wordt gebruikt.
Ook kunt u de standaard S-video of composiet video verbinding gebruiken wanneer de TV geen component video-ingangen heeft. De compo­nent en de S-video uitgangen kunnen niet gelijk­tijdig worden gebruikt.
• Moderne audio/video receivers kunnen op allerlei videobronnen worden aangesloten, zoals de DVD 28 en een VCR, kabeltelevisie set-top box, HDTV-tuner en andere. De recei­ver is uitgerust met videomonitor uitgangen voor het aansluiten van uw TV, projector of plasmascherm. Bij het kiezen van een ingang, kiest de receiver de juiste video-ingang en leidt deze naar de juiste videomonitor uitgang voor uw TV. Wij raden u aan één van de video­uitgangen van de DVD 28 met de juiste ingang van uw receiver te verbinden om de
n Let bij het aansluiten van audio- en video -
kabels goed op de kleurcode.
bediening van uw home entertainment sys­teem te vereenvoudigen. Raadpleeg zonodig de handleiding van uw receiver voor nadere informatie.
• Wanneer uw receiver geschikt is voor meer ­kamer gebruik, raden we u aan zowel de component (of HDMI) en composiet video-uit­gangen van de DVD 28 met de receiver te verbinden. Op die manier kunt u van de beste kwaliteit genieten in de hoofdkamer (compo­nent video), terwijl het meerkamersysteem, mits voor video geschikt, wordt gebruikt om het videosignaal naar andere zones te brengen. Raadpleeg de handleiding van uw receiver om te zien of uw receiver die mogelijkheden heeft.
Verbinden met Alleen een TV
Bij aansluiting van de DVD 28 op een TV zonder gebruik van een audioreceiver of processor gaat u als volgt te werk. Leg de Analoge Audio
Verbinding A en één van de Video ver ­bindingen (Composiet Video B, S-video
C, Component Video D). Wanneer uw tele­visie of videomonitor geschikt is voor HDMI, hoeft u alleen maar de verbinding HDMI E te maken, daar deze zowel audio als video ver­werkt. Vergeet niet het lichtnet aan te sluiten.
NEDERLANDS
Naar HDMI of DVI poort op TV
Naar Y (groen)/ Pb (blauw)/Pr (rood) compo­nent video connectoren
Naar S-video ingang op de TV
Naar video­ingang (geel) op de TV
Naar analoge audio­ingangen (rood/wit) op TV
Naar stopcontact (AC 230 V/50 Hz)
OPZETTEN EN AANSLUITEN 31
Opzetten en Aansluiten
EFGHDCBA
To Y (green)/ Pb (blue)/ Pr (red) component video connectors
To S-video input connectors
To coaxial digital audio input connectors
To optical
digital
audio
input
connectors
To analog audio input connectors (red/white) on the TV or receiver (see above)
To 6-channel analog audio inputs on receiver
To video input connectors (yellow)
To power outlet (AC 230V/50Hz)
Dolby Digital/DTS A/V Receiver or Processor
Front Speakers (Left/Right)
Surround Speakers (Left/Right)
Center Speaker
Subwoofer
HDMI, DVI, Component, S-video and/or Composite video monitor outputs
TV
To
HDMI
or DVI
port
Aansluiten op een Receiver/ Versterker met Dolby Digital of DTS Decoder
Eén van de belangrijkste voordelen van het DVD-formaat is dat het werkt met een groot aantal digitale audioformaten voor een optimale geluidsweergave. Om alle voordelen van digitale audio te genieten is een receiver of processor nodig die is voorzien van een digitale audio decoder en waarmee een digitale coax of opti­sche verbinding met de DVD 28 en het home theater systeem gemaakt kan worden. Deze simpele verbinding ziet u hieronder ,et een extra coax of optische kabel. Slechts één van deze verbinding is nodig en er mogen er niet twee tegelijk worden gelegd.
Om volledig profijt te trekken van de hoge reso­lutie van DVD-Audio van de DVD 28 verbindt u
B
de 6-Kanalen Audio Uitgangen overeenkomstige 6-kanalen ingang van de receiver of processor.
Opmerkingen voor Analoge Audio:
• Wanneer u de DVD 28 gebruikt als bron voor een meerkamersysteem, dient de Analoge
9
Audio Uitgang
verbonden te worden met de standaard analoge links/rechts DVD of CD ingangen van de digitale receiver of processor.
• De verbinding van de Analoge Audio
9
Uitgangen
naar de TV is een optie.
met de
• Wanneer het audiosignaal naar een analoge receiver wordt geleid en niet naar een TV, verbind de Analoge Audio Uitgangen
9
dan met een analoge audio-ingang van uw receiver of processor.
• De analoge audioverbinding dient ook gemaakt te worden wanneer u hoge resolutie 96 kHz PCM audiodiscs als uw receiver niet over 96 kHz bewerking beschikt.
Opmerkingen over Video:
n Opmerking: bij meerdere videobronnen kan
het Audio/Video apparaat worden gebruikt om het videosignaal te kiezen en naar de TV te leiden. Verbind de video of S-video uitgang van de DVD-speler (afhankelijk van de situatie) met de video of S-video ingang van het apparaat en vervolgens met de TV. Nadere details vindt u in de handleiding van uw Audio/Video versterker/receiver.
n Opmerking voor Analoge Audio: de verbin-
ding van Audio Out naar de TV is slechts optioneel. Normaal hoort u de luidsprekers van het AV-systeem, draai daarom het geluid van de TV geheel terug. Wilt u de DVD-speler gebruiken zonder het gehele systeem in te schakelen, dan is deze verbinding noodzakelijk en kan het geluid van de TV naar behoefte worden bijgevoegd.
Verbinden met een Receiver
Wanneer u de DVD 28 gebruikt in combinatie met een audio/video receiver of processor sluit u deze als volgt aan. Eerst maakt u een videover­binding (Composiet Video C, S-video D, Component Video E of HDMI H) met de video-ingangen van de A/V receiver en verbindt vervolgens de videomonitor uitgang met de TV. Daarnaast, om te kunnen genieten van hoge resolutie surround sound formaten op DVD­Audio discs, die niet beschikbaar staan via de HDMI verbinding, maakt u een 6-Kanalen Audio Verbinding A naar uw receiver of processor.
In de tweede plaats, wanneer uw receiver of processor niet geschikt is voor HDMI, maakt u of de Optisch Digitale Audio Verbinding G, of de Coax Digitale Audio Verbinding F, naar de receiver of processor.
BELANGRIJK: controleer altijd eerst of elk apparaat inclusief de DVD 28, uw receiver of processor en uw TV of videomonitor, uitge ­schakeld zijn wanneer u verbindingen maakt tussen apparaten.
Front Luidsprekers (links/rechts)
Dolby Digital/DTS A/V Receiver of Processor
Naar
HDMI
of DVI
poort
Belangrijk bij SCART en RGB:
n Uw DVD is uitgerust met een SCART aanslui-
ting voor directe verbinding met uw TV.
n De SCART aansluiting biedt zowel video- als
audiosignalen (stereo L/R).
n De SCART aansluiting voor de TV biedt het
composiet videosignaal of het directe RGB signaal voor een optimaal videobeeld, te kie­zen via het Setup menu.
32 OPZETTEN EN AANSLUITEN
Naar optisch digitale
audio-
ingang
Naar coax digitale audio­ingang
Center Luidspreker
Surround Luidsprekers (links/rechts)
Naar Y (groen)/Pb (blauw)/Pr (rood) compo­nent video ingangen
HDMI, DVI, Com po ­nent, S-video en/of Composiet video monitoruitgangen
Naar analoge audio­ingangen (rood/wit) op TV of receiver (zie boven)
Naar S-video ingang
Subwoofer
Naar video­ingangen (geel)
Om RGB via de TV weer te geven dient een voor RGB geschikte SCART aansluiting op de TV gebruikt te worden en de SCART van de DVD dient op RGB te staan.
TV
Naar 6-kanalen analoge audio­ingang op receiver
Naar stopcontact (AC 230 V/50 Hz)
Denk er aan dat bij gebruik van RGB op de meeste TV’s de kleurverzadiging niet kan wor­den ingesteld.
n Wanneer het RGB-videosignaal wordt
gebruikt, kunnen DVD’s die zijn opgenomen in het NTSC-formaat (met regiocode 0 of 2), ook worden bekeken op TV’s die niet com ­patibel zijn met NTSC.
Digitale Audio Verbindingen
Audiosignaal van de optisch/coax digitale audio-uitgang
Druk de kabel voorzichtig door de ingebouwde afsluiting die de optisch digitale audio-uitgang beschermt en druk de kabel stevig aan zodat de kabel en de connector goed op elkaar aansluiten.
Disc: Opname Optisch/coax
systeem: digitaal signaal
DVD Dolby Digital Dolby Digital Bit stream
(AC-3) (2-5.1 kanalen) of PCM
(2 kanalen, 48 kHz/ 16 bit)*
Linear PCM Linear PCM (48/96 kHz (48/96 kHz 16/20/24 bit) 16/20/24 bit)
DTS DTS-Bitstream of geen
uitgangssignaal *
MPEG (2.0) MPEG bitstream (2kan.)
of lineair PCM (2 kan., 48 kHz)
VCD MPEG-1 of Lineair PCM*
CD-DA
CD Linear PCM Linear PCM
(44.1 kHz sampling)
MP3 MPEG-1
Lineair PCM (44,1 – 48 kHz, afhankelijk van bron, als digitaal uitgangssignaal is gekozen op “Bitstream”) (48 kHz als digitaal uitgangssignaal is gekozen op “PCM”)
WMA Lineair PCM (Windows (32 – 48 kHz) Media Audio)
* Het Digitale Formaat wordt ingesteld op
‘ORIGINAL’ und ‘PCM‘ in het Digital Output menu.
Belangrijk:
n Dolby Digital (AC-3) is een digitale compres-
sie techniek, ontwikkeld door Dolby Laboratories Licensing Corporation. Het ondersteunt 5.1 kanalen surround sound, maar ook stereo (2 kanalen) geluid, waardoor een grote hoeveelheid data op de disc geregistreerd kan worden.
n Lineair PCM is een systeem dat wordt ge -
bruikt bij CD. Terwijl CD’s worden opgenomen met 44,1 kHz/16 bit, worden DVD’s opgenomen met 48 kHz/16 bit tot 96 kHz/24 bit.
n Heeft u een Dolby Digital Pro Logic Surround
decoder aangesloten op de analoge AUDIO OUT uitgangen, heeft u toch het effect als bij Pro Logic en DVD films met 5.1 kanalen Dolby Digital, dankzij de ‘downmix’ functie van de DVD, plus natuurlijk Dolby Digital geluid bij films die met Dolby Surround gecodeerd zijn.
n De DVD is zo ontworpen dat een digitaal
96 kHz-PCM audiosignaal wordt afgegeven met een sampling rate van 96 kHz. Sommige 96 kHz DVD’s bezitten een kopieerbeveiliging waardoor geen digitaal signaal beschikbaar is. Voor optimale weer gave van zulke DVD’s gebruikt u de analoge uitgangen van de DVD.
Belangrijk: wanneer uw surround processor D/A converter geen 96 kHz PCM ondersteunt gebruikt u bij deze discs eveneens de analoge uitgangen van de DVD.
Let op bij optisch/coax digitale uitgangen:
n Bij een optisch/coax digitale verbinding met
een versterker/receiver die geen Dolby Digital (AC-3) of DTS decoder bezit, dient het Digitale Output menu PCM gekozen te wor­den, anders kan het afspelen van DVD’s zo’n hoog ruisniveau geven dat zowel uw luidspre­kers als uw oren beschadigd kunnen worden.
n CD’s worden als gebruikelijk afgespeeld.
Opmerking:
n Sommige DTS decoders van de eerste
generatie die geen DVD-DTS interface bezitten, werken mogelijk niet goed met deze DVD/CD speler.
n Dolby Digital, DTS en PCM-signalen zijn
A
beschikbaar op de HDMI-uitgang gezonderd de DVD-Audio signalen die op de HDMI-uitgang niet ter beschikking staan. Verbind de 6-Kanalen Audio Uitgangen
B
met de overeenkomstige ingangen op de receiver of processor om naar DVD-Audio materiaal te luisteren.
, uit -
Dolby Digital en DTS
Zowel Dolby Digital als DTS zijn audiosystemen die gebruik maken van 5.1 kanaals digitale audiosignalen op film. Beide systemen bieden zes afzonderlijke kanalen: links, rechts, centrum, links achter, rechts achter en een gemeen ­schappelijke subwoofer, de nieuwste
6.1 formaten Dolby Digital EX en DTS ES hebben zelfs één (of twee) extra ‘Surround Achter’ kanalen voor een centrum tussen de achter ­luidsprekers.
Denk er aan dat Dolby Digital of DTS alleen
5.1-kanaals geluid weergeven indien de optische of coax digitale uitgang van de DVD­speler op een DTS of Dolby Digital receiver of decoder is aangesloten en wanneer de disc is opgenomen in Dolby Digital of DTS formaat.
DVD-Audio
Het hoge resolutie signaal van DVD-Audio discs is alleen beschikbaar als analoog signaal. Daarom is het noodzakelijk een directe analoge verbinding te maken tussen de 6-Kanalen
B
Audio Uitgangen
overeenkomstige 6-kanalen ingang op uw receiver of surround processor.
van de DVD 28 en de
NEDERLANDS
DIGITALE AUDIO VERBINDINGEN 33
Weergave
Normaal Afspelen
Voorbereiden
1. Schakel de TV in en kies de video-ingang die is aangesloten op de DVD.
2. Druk op POWER om het apparaat in te schakelen, waarop het Harman/Kardon logo in beeld verschijnt. Verschijnt het logo met storin­gen in beeld, of zonder kleur, ga dan naar en maakt de noodzakelijke instellingen in het Video Instellingen Submenu overeenkomstig uw TV en de gemaakte verbinding tussen uw TV en de DVD.
3. Verschijnt er helemaal geen videosignaal, zelfs geen harman/kardon logo, controleer dan de videoverbinding en –instelling van uw TV (de meeste SCART ingangen van de TV kunnen in het menu van de TV geconfigureerd wor­den).Wanneer dat niet lukt, kies dan een ande­re verbinding met de DVD, b.v. via Composiet (gele aansluiting) of S-Video kabels, in plaats van SCART om de setup menu’s te kunnen zien tot de “Video” instellingen correct zijn.
4. Schakel de netspanning van het A/V-systeem in, wanneer de speler op zo’n systeem is aangesloten.
5. Druk op Open/Dicht om de lade te openen.
6. Leg een disc in de lade.
n Houd de disc bij de rand vast en raak het
oppervlak niet aan en leg deze in met de bedrukte zijde naar boven.
n Let daarbij op de uitsparingvoor 8 cm en voor
12 cm discs.
Druk op PLAY. De lade wordt automatisch gesloten en het afspelen begint.
n Wanneer de disc lade wordt gesloten door op
Open/Dicht te drukken, start het afspelen vanzelf.
n Bij de meeste DVD’s verschijnt een Disc Menu
in beeld. Kies een bepaald menu item met de pijltoetsen op de afstandsbediening en druk op OK.
Afspeelfuncties
Nummers of titels overslaan
Om vooruit of achteruit door de nummers op een CD te schakelen, of door de titels of hoofdstuk­ken van een DVD, drukt u op SKIP op de voorzijde of op PREVIOUS/NEXT op de afstandsbediening.
Versneld Afspelen/Snel Zoeken
1. Om versneld voor- of achteruit door de lopende DVD of de CD te gaan, drukt u op SEARCH op de afstandsbediening. Na op zo’n toets gedrukt te hebben blijft de functie actief tot weer op PLAY wordt gedrukt.
Er zijn vier verschillende snelheden. Telkens wan­neer op SEARCH wordt gedrukt, wordt de snel­heid verhoogd: 2x, 4x, x8, x20, x100, aangegeven door een aantal pijltjes rechts boven in beeld.
2. U kun top elk moment terugkeren naar normale weergave door op PLAY te drukken.
Tijdens het versneld vooruit of achteruit afspelen van DVD’s valt het geluid weg. Dit is normaal bij DVD, aangezien de audio/video-receivers en surround processoren de digitale audiosignalen niet kunnen verwerken bij versneld afspelen. Bij het versneld afspelen van gewone CD’s is er wel geluid.
Stilstaand Beeld en Beeld-voor-Beeld (alleen DVD)
1. Druk op PAUZE tijdens het afspelen van een DVD om een stilstaand beeld te zien.
2. Telkens wanneer u op een van de STEP toetsen drukt (vooruit of achteruit) gaat het beeld een beeld verder of terug.
3. Druk op PLAY om normale weergave te hervatten.
Vertraagde Weergave (alleen DVD)
1. Wanneer een DVD disc op pauze of op stil­staand beeld staat kunt u langzaam op ver­schillende snelheden voor- of achteruit door het programma gaan door op de weergavet­oetsen op de afstandsbediening te drukken. Elke keer als u op de toets drukt gaat u naar de volgende snelheid, aangegeven door een aantal pijltjes rechtsboven in beeld.
2. Druk op PLAY om terug te keren naar normale weergave.
Er is geen geluid bij het langzaam vooruit of ach­teruit afspelen van DVD’s. Dat komt doordat audio/video-receivers en surround processoren de digitale audiosignalen tijdens vertraagd afspelen niet kunnen verwerken. Langzaam afspelen is niet mogelijk bij CD’s.
Opmerkingen: Sommige weergave functies werken niet bij de aan- en aftiteling van een film. Dat is dan de bedoeling van de producer en geen defect van de DVD.
Bij het afspelen van een DVD met 96 kHz/24-bit audio wordt elektronica gebruikt die normaal gesproken voor andere functies wordt gebruikt. Vandaar dat dan de vertraagd achteruit en beeld­voor-beeld vooruit functies niet werken.
Afhankelijk van de structuur van een VCD disc kunnen de functies vertraagd achteruit en beeld-voor-beeld achteruit niet werken, net als 4x/8x versneld (zoeken).
34 WEERGAVE
Weergave
Over DivX Filmbestanden
Deze DVD-speler is geschikt voor DivX discs met de volgende beperkingen:
• de beschikbare resolutie van het DivX bestand dient beneden 720 x 576 (B x H) pixels te liggen.
• Het totaal aantal bestanden en mappen op de disc mag niet hoger zijn dan 999.
• Het aantal beelden per seconden mag niet lager zijn dan 29,97 per seconde.
• De audio- en videostructuur van het op ­genomen bestand dient interleaved te zijn.
De speler is in staat DivX bestanden met de extensie “.avi” af te spelen.
De speler kan bestanden met ondertitels af spelen indien de extensie “.smi”, “.srt”, “.sub (alleen Micro DVD formaat)” of “.ssa”. Andere onderti­tels worden niet weergegeven. De ondertiteling bestanden dienen dezelfde naam te dragen als het filmbestand, maar met één van de boven­staande extensies en ondergebracht in dezelfde map.
Afspelen van een DivX Film Disc
Voordat u een DivX filmdisc afspeelt even uw aandacht voor het volgende:
• Multisessie DVD’s met Windows Media Audio bestanden kunnen soms niet worden afge­speeld.
• Open sessie discs worden niet ondersteund.
• De DVD-speler ondersteunt geen PC data.
• De DVD-speler ondersteunt geen ongefinali­seerde discs met een gesloten sessie.
1. Leg een disc in en sluit de lade.
2. Druk op OSD (in-beeld display) op de afstands-
bediening en kies een map door op hoger/lager te drukkenen druk op OK. Een overzicht van de bestanden in de gekozen map verschijnt. Bent u in een bestandsoverzicht en u wilt terug naar het mappenoverzicht, kies dan met hoger/lager op de afstandsbediening om te markeren en druk op OK.
3. Wilt u een specifiek bestand zien, druk dan op
hoger/lager om een bestand te markeren en druk op PLAY.
Tijdens weergave van een DivX film kunt u de verschillende weergavefuncties zoals vertraagd en versneld voor- en achteruit gebruiken, en ook in stappen voor- of achteruit gaan.
4. Druk op STOP om de weergave te stoppen.
De weergavefuncties voor DivX videodiscs van de DVD-speler wisselen afhankelijk van de DivX soft­ware die voor opname van de films werd gebruikt.
NEDERLANDS
WEERGAVE 35
Systeem Opzet
OPMERKING: Voordat u systeem afstandsbedie-
ning 13828 voor de DVD 28 kunt gebruiken, dient u eerst op Bronkeuze 5 te drukken. Dit acti- veert de secundaire functies van de toetsen met twee functies. Zie functieoverzicht op pagina 7.
Standaardinstellingen
De laatste stap van het installeren betreft het instellen van de standaardwaarden van het systeem. Het is belangrijk hier wat tijd aan te besteden en vertrouwd te raken met deze instellingen, aangezien het nodig kan zijn dat deze zo nu en dan zullen moeten worden aangepast.
Algemene Functies van het In-Beeld Menu
De gehele installatie en bediening van de DVD 28 werkt via een uitgebreid In-Beeld (OSD – On Screen Display) menusysteem. OSD kan geactiveerd worden door op SETUP op de afstands­bediening te drukken. Nogmaals indrukken scha­kelt het menu weer uit.
Het hoofdmenu bestaat uit een menu met SPELER INFORMATIE en een SETUP menu. Het SPELER INFORMATIE menu biedt alle informatie en opties die voor de lopende disc beschikbaar zijn. Het weergave menu geeft alle informatie en opties op de lopende disc aan. Het opzetmenu helpt u alle audio- en video-instellingen te configureren die doorgaans maar eenmaal worden ingesteld.
Elk hoofdmenu heeft weer submenu’s. Deze submenu’s worden aangegeven als ikonen aan de linkerzijde van het menu. Deze kunnen gemarkeerd worden met een wit kader rond het ikoon door de cursor met de pijltoetsen te verplaatsen. Ikonen kunnen geactiveerd worden door op OK te drukken zodra het ikoon gemarkeerd is. Is op OK gedrukt dan wordt het ikoon donkerblauw en u ziet de actuele instellingen van het submenu rechts in het menu verschijnen.
Hoewel elk menu verscheidene submenu’s heeft en instellingen, werkt het navigeren door menu’s, sub­menu’s en instellingen precies hetzelfde. Alle sub­menu’s, instellingen en opties zijn toegankelijk met de pijltoetsen ( bediening.
Om een instelling te wijzigen verplaatst u simpelweg de cursor naar de instelling die u wilt veranderen. Deze instelling wordt lichtblauw gemarkeerd en een korte toelichting verschijnt op de bovenste menuregel onder in beeld. Is een instelling gemarkeerd druk dan op OK op de afstandsbediening om de voor deze instelling beschikbare opties op te roepen in de onderste menuregel onder in beeld. Ga met de pijlen naar de gewenste optie voor deze instelling. Druk op OK om de nieuwe instelling te activeren, en een korte uitleg verschijnt op de Instructieregel onderin beeld.
Druk dan op OK A en er verschijnt een afrol­menu met de beschikbare opties voor die instelling. Druk op optie gemarkeerd is en druk weer op OK A om die optie te kiezen.
KLN M ) en OK op de afstands-
KL Navigatie tot de gewenste
A Menu Titel
B Submenu’s
C Huidige Instellingen
D Instructieregel
De meeste DVD’s zijn zo opgezet dat de setup­menu’s tijdens het afspelen opgeroepen kunnen worden, over het videobeeld heen. Er zijn echter ook discs waarbij dat niet mogelijk is. Wanneer u het symbool in beeld ziet nadat u op
9
Setup op Stop Info
of Info6heeft gedrukt, drukt u
M
en vervolgens weer op Setup of
96
.
Instelmenu
De eerste stap bij het controleren of veranderen van de standaardwaarden van het systeem is het Instelmenu openen. Zorg ervoor dat de DVD cor­rect is aangesloten op een TV of monitor en op het lichtnet. Bij dit proces is het echter niet nodig dat er een disc in de speler ligt.
Vanuit STOP, PAUZE of PLAY drukt u op OSD op de afstandsbediening, waarop het SETUP menu in beeld verschijnt.
Het hoofdmenu en alle volgende menu’s zien er verschillend uit en geven de instellingen aan in verschillende talen, afhankelijk van de eerder gemaakte instellingen. De standaard fabrieks ­instelling voor de taal is Engels, vandaar dat in de handleiding steeds Engels wordt aangegeven.
In het setup menu vindt u submenu’s voor het maken en wijzigen van instellingen en correcties voor zowel Audio als Video van uw DVD 28.
Systeem Instellingen
Het Submenu Systeem Instellingen biedt de volgende instellingen. Volg de aanwijzingen in de bovenste Instructieregel van uw scherm om de instellingen te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer het menu u vraagt om op ENTER te drukken, u daarvoor OK indrukt op de 13828 systeem afstandsbediening.
Displaytaal: kiest de taal waarin de in-beeld menu’s in beeld verschijnen.
Voorkeurtaal Ondertitels: bepaald in welke taal de ondertitels verschijnen. Steeds wanneer een disc wordt afgespeeld waarop de gekozen taal voorkomt, zal deze automatisch worden gekozen. Wanneer de gewenste taal niet in de lijst opties voorkomt, kunt u deze kiezen door OTHER (andere) te markeren. Druk op OK en gebruik de navigatietoetsen om de gewenste taal uit de lijst in beeld te kiezen. Denk er aan dat alleen die talen beschikbaar zijn die daadwerke­lijk staan op de disc die u wilt afspelen. Ook kunt u de voorkeurtaal voor ondertitels op OFF zetten en daarmee uitschakelen. Er verschijnen dan geen ondertitels.
A
36 SYSTEEM OPZET
Systeem Opzet
Display Time-Out: hier stelt u de time-out in
voor de display op de voorzijde. Na de gekozen tijd wordt de display geheel uitgeschakeld.
Statusbalk Time-Out: hier stelt u de time-out in voor de statusbalk. Na de gekozen tijd ver­dwijnt de statusbalk uit het beeld.
Kinderslot: via een kiesbaar wachtwoord kan het kijken naar bepaalde programma’s worden geblokkeerd. Het standaard wachtwoord is 1234. Nadat het standaard wachtwoord is ingevoerd kan het kinderslot worden gekozen, of een nieuw wachtwoord. De vijf standaard Amerikaanse categorieën zijn “G” (algemeen niveau 2), “PG” (ouderlijk toezicht, niveau 4), “PG 13” (ouderlijk toezicht en 13 jaar oud, niveau 4), “R”(geblokkeerd, niveau 6) en “NC 17” (vanaf 17 jaar, niveau 7). De DVD biedt in totaal 8 beperkende stappen, als ingesteld door de makers van de DVD. Deze extra stappen zorgen voor een fijnmaziger beperking van de weergave voor alle kijkers. Niveau 8 wil zeggen dat alle DVD’s afgespeeld kunnen worden. Niveau 7 tot 2: DVD’s voor alle leeftijden en voor kinderen kunnen worden afgespeeld. Niveau 1: alleen DVD’s voor kinderen kunnen worden afgespeeld; die voor volwassenen en alle leeftijden zijn geblokkeerd. Volg de aanwijzingen in beeld om een nieuw wachtwoord in te stellen.
Disc Herkenning: deze instelling stuurt de Disc Herkenning. Wanneer deze is ingeschakeld kunt u een DVD pauzeren, uit de speler verwijderen, een andere disc afspelen en de weergave van de oorspronkelijke disc later weer hervatten vanaf het punt waar u pauzeerde. Denk er aan dat ook al is deze functie geactiveerd, het alleen werkt met pauze en niet met stop en de speler mag in de tussentijd ook niet worden uitgeschakeld. De DVD 28 kan deze informatie van maximaal vijf discs tegelijk onthouden.
PBC Ondersteuning: activeert PBC (Play Back Control) besturing bij VCD discs.
Schermbeveiliging: activeert een ‘screensaver’ om inbranden van het beeldscherm te voorko­men. Gebruikt u de DVD 28 in combinatie met een LCD of plasmascherm, dan raden we u aan deze schermbeveiliging te allen tijde ingescha­keld te laten.
Ikoon Camerapositie: bepaalt of het ‘Angle Icon’ in beeld verschijnt wanneer op een DVD meerdere cameraposities beschikbaar zijn.
Verborgen Tekst: deze instelling roept verbor­gen teksten op die in het videomateriaal verbor­gen kunnen zijn. Dit zijn teksten van de program­madialoog die doorgaans verborgen blijven en bedoeld zijn voor slechthorenden. Kies de instel-
ON (aan) om deze functie in de
ling DVD 28 te activeren zodat de teksten zichtbaar worden.
Audio Instellingen
Het Submenu Audio Instellingen bevat de volgen­de instellingen. Volg de aanwijzingen in de bovenste Instructieregel onder in beeld om de instellingen te veranderen. Zijn de audio instellin­gen veranderd, dan worden deze geactiveerd nadat de speler een keer is gestopt.
Audio Voorkeurtaal: bepaalt welke taal u hoort. Steeds wanneer een disc wordt afgespeeld waarop de gekozen taal voorkomt, zal deze auto­matisch worden gekozen. Wanneer de gewenste taal niet in de lijst opties voorkomt, kunt u deze kiezen door OTHER (andere) te markeren. Druk op OK en gebruik de navigatietoetsen om de gewenste taal uit de lijst in beeld te kiezen. Denk er aan dat alleen die talen beschikbaar zijn die daadwerkelijk op de disc staan die u wilt afspe­len.
Digitale Uitgang: wanneer uw systeem een
5.1 digitale audio surround decoder bevat (Dolby Digital en/of DTS), kies dan BITSTREAM als de digitale uitgang. In dat geval worden alle audio­signalen in het oorspronkelijke formaat afgege­ven. Heeft uw systeem alleen stereo en/of Dolby Pro Logic, kies dan PCM; dan worden alle audio­signalen alleen in PCM afgegeven (bij DTS dus geen signaal!).
PCM Limit: de DVD 28 is geschikt voor zowel 48 kHz als 96 kHz sampling, maar sommige oudere A/V receivers en surround processors zijn dat niet. Wanneer uw A/V receiver of surround processor geen 96 kHz signalen kan verwerken, kiest u de 48 kHz optie. Wanneer uw A/V receiver wel 96 kHz signalen kan verwerken, kies dan de 96 kHz positie om de allerbeste kwaliteit te behalen. Wordt NONE (geen) gekozen wordt het complete signaal doorgestuurd naar de A/V receiver of surround processor. De AVR 138 is geschikt voor 96 kHz signalen.
Vanwege copyrightbeperkingen geeft de DVD 28 geen ongecomprimeerd signaal in PCM formaat af bij discs met 96 kHz/24-bit resolutie, zoals sommige DTS audio-CD’s. Wanneer de instelling van Digital Output in het
AUDIO SETUP
submenu op PCM staat en de PCM Limit instel­ling staat op afgegeven en de aanwijzing
96KHZ, wordt geen audiosignaal
CGMS MUTE ver-
schijnt in de display. “CGMS” staat voor Copy General Management System”. Wanneer deze aanwijzing verschijnt verandert u de PCM Limit instelling naar
48KHZ om het geluid met een
geringere resolutie te kunnen horen.
Dynamisch Bereik: deze instelling maakt gebruik van de op sommige Dolby Digital opna­men aanwezige mogelijkheid het volume van luide passages terug te nemen en toch de ver­staanbaarheid van zachte passages te handha­ven. Dat betekent dat u naar programma’s kunt luisteren op een volume dat de volledige impact handhaaft, maar lager is dan u anders zou gebruiken om te voorkomen dat anderen worden gestoord. De DVD 28 doet dat door het audiosig­naal in meerdere of mindere mate te comprime­ren, afhankelijk van de gekozen instelling. Er zijn drie opties beschikbaar:
MAXIMUM verandert niets aan het oorspron-
• kelijke signaal en wordt gebruikt wanneer u het volume zo luid kunt zetten als u wilt.
MEDIUM geeft een matige compressie zodat
• luide passages iets zachter klinken.
MINIMUM geeft maximale compressie waar-
• door luide passages een stuk zachter klinken.
U kunt op elk gewenst moment experimenteren met deze instellingen. Denk er aan dat wanneer uw receiver of processor ook een instelling voor gereduceerde dynamiek heeft, bekend als de “Nachtfunctie”, het niet nodig is de instelling op de DVD 28 te wijzigen. Laat deze gewoon op
MAXIMUM staan.
NEDERLANDS
SYSTEEM OPZET 37
Systeem Opzet
Ook DVD-Audio wordt alleen in analoge vorm afgegeven, maar veel discs bevatten PCM, Dolby Digital of DTS digitale tracks en kunnen worden afgespeeld via de Digitale Audio Uitgangen
01
.
Vertraging: deze instelling bepaalt de afstand die wordt gebruikt voor het berekenen van de vertragingstijd wanneer het
ADJUSTMENTS menu (audio instellingen) is
AUDIO
geactiveerd. De standaard eenheid is voet (feet), maar u kunt ook omschakelen naar meter.
Bass Management: deze instelling activeert de bass management instellingen van het
ADJUSTMENTS menu om de weergave van
AUDIO
DVD-Audio discs via de Analoge Audio
9B
Uitgangen
te optimaliseren. Er zijn drie
instellingen beschikbaar:
ON (aan): standaard instelling. Wanneer uw
• receiver is voorzien van “directe” 6-kanalen ingangen en de receiver beschikt niet over bass management op die ingangen, laat dan de instelling in de DVD 28 op ga naar het
AUDIO ADJUSTMENTS
ON (aan) staan en
menu om het bass management in te stellen.
BYPASS (passeren): wanneer uw receiver of
processor uitgerust is met 6-kanalen ingangen en in staat is de bass management instellingen te maken (luidsprekergrootte, uitgangsniveau en vertragingstijd) voor de 6-kanalen ingang, dan beveelt Harman Kardon aan dat u deze instelling op
BYPASS (passeren) zet en de
instellingen op de receiver maakt.
STEREO: wanneer uw receiver of processor
• niet is uitgerust met 6-kanalen ingangen, zet deze instelling dan op
STEREO, zodat een
gecombineerd (mixdown) 2-kanalen signaal
9
naar de Analoge Audio Uitgang
wordt gestuurd voor gebruik met een 2-kanalen analoge ingang van de receiver. U kunt dan de analoge surround functie op de receiver kiezen.
Audio Instellingen Submenu
In dit menu kunt u de bass management instellingen maken voor het audiosignaal van de
B
9
voor wat
STEREO
met een
6-Kanalen Audio Uitgangen
betreft luidsprekergrootte, uitgangsniveau en vertragingstijd. De juiste instelling is essentieel voor de optimale reproductie van DVD-Audio discs wanneer de DVD 28 wordt gebruikt in com­binatie met een receiver of processor die geen audio-instellingen heeft voor de directe ingan­gen.
Belangrijk: om audioproblemen te voorkomen wanneer de DVD 28 is aangesloten op een receiver of processor die eigen instellingen heeft voor de bass management parameters van de meer kanalen ingangen, heeft u de optie deze instellingen te gebruiken of die in de receiver. Wilt u die van de receiver gebruiken, vergeet dan
BASS MANAGEMENT instelling in
niet de
AUDIO SETUP menu van de DVD 28 op
het
BYPASS (passeren) te zetten. Wanneer u de
instellingen van de DVD 28 gebruikt, is het belangrijk dat de instellingen van de receiver voor de meerkanalen ingangen uitgeschakeld zijn, of zijn ingesteld op “Large” (groot) voor de luidsprekergrootte en op “0” voor niveau en vertragingstijd, tenzij deze instellingen ook nodig zijn voor de andere ingangen van de receiver, in welk geval u de instellingen laat zoals ze zijn toen u de receiver configureerde. Mocht u daar­over nog vragen hebben, raadpleeg dan de handleiding van de receiver of ga naar de website van de fabrikant.
Wanneer uw receiver of processor geen analoge 6-kanalen ingangen heeft, kies dan voor de BASS MANAGEMENT instelling in
AUDIO SETUP menu. Verbind dan de
het
Analoge Audio Uitgangen
2-kanalen analoge ingang op de receiver.
Voordat u verder gaat met de DVD 28 audio­instellingen, raden we u aan eerst het menusys­teem van uw receiver of processor te gebruiken om de reeds gemaakte instellingen voor “Luidsprekergrootte”, “Uitgangsniveau” en “Vertragingstijd” vast te stellen. Noteer deze instellingen om er tijdens het instellen over te kunnen beschikken.
9
Druk op Setup activeren; gebruik
AUDIO ADJUSTMENTS submenu is
om het setup menu te
KL
Navigatietot het
gemarkeerd met een wit kader en druk op
A
.
OK
De volgende instellingen zijn voor elke luid ­sprekerpositie beschikbaar in het
ADJUSTMENTS menu. Wij bevelen u aan
AUDIO
dat u alle luidsprekerposities doorloopt met de
KLM N
Navigatieom de voor uw sys-
teem correctie instellingen te maken. Door op
A
te drukken verschijnt een afrolmenu
OK
waarin de keuzes staan voor die instelling. Met
KL
Navigatiemarkeert u de gewenste
A
instelling en u drukt op OK
om deze te acti-
veren.
Merk op dat de instellingen voor luidspreker­grootte en afstand (om de vertragingstijd te berekenen) paarsgewijs gegroepeerd zijn voor de front links/rechts luidsprekers en voor de sur­round links/rechts luidsprekers. Door de instelling te wijzigen voor één luidspreker van het paar ver­andert ook die voor de andere. Daarom is het belangrijk voor de luidsprekers per paar identieke luidsprekers te kiezen en stel ze ook op identieke afstanden van de luisterpositie op.
Luidsprekergrootte: de luidsprekergrootte is deel van het bass management systeem wat bepaalt welke frequenties naar een specifieke luidsprekerpositie worden gestuurd en welke naar de subwoofer gaan. De aanwijzing “size” (grootte) slaat niet zozeer op de afmetingen maar op de laagste frequentie die een luidspre­ker kan weergeven. Daarom worden breedband­luidsprekers gezien als “Large” (groot) en die welke geen frequenties beneden 100 Hz kunnen weergeven als “small” (klein). Bij gebruik van een complete luidsprekerset met subwoofer, kiest u over het algemeen luidsprekers. Kies alleen
SMALL voor alle vijf de
LARGE wanneer u
zeker weet dat de luidsprekers in staat zijn extreem lage frequenties weer te geven.
Onder de subwoofer instelling kunt u de frequen­tie instellen waar beneden de lage frequenties naar de Subwoofer Output (subwooferuit- gang) worden gestuurd en het resterende signaal daarboven naar alle andere luidsprekers wordt gestuurd. Bij het maken van deze instelling kiest u de wisselfrequentie die het dichtst ligt bij de laag frequent ondergrens van de luidsprekers die op SMALL zijn ingesteld. Deze frequentie staat normaal gesproken in de handleiding of de technische gegevens van de luidsprekers; vraag eventueel de leverancier advies.
38 SYSTEEM OPZET
Systeem Opzet
Vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur­round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend. Door gebruik te maken van de vertraging kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en kame­rakoestiek in uw luisterruimte of home theater gecompenseerd worden. Meet de afstand van de luisterpositie naar elk van de individuele luidsprekers. Is dat gebeurd, kies dan de luidsprekerafstand die het dichtst bij de gemeten afstand ligt.
Instellen Uitgangsniveau
Het uitgangsniveau is een belangrijk onderdeel van het configureren in elk surround sound systeem. Vooral belangrijk bij DVD-Audio daar de juiste sterkte bepalend is voor de juiste richting en intensiteit van het geluid.
Opmerking: Veel luisteraars hebben geen duidelijk beeld van de functie van de surround kanalen; men denkt dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen, terwijl er meestal weinig of geen geluid uit de surround kanalen zal komen. Dat komt omdat ze alleen gebruikt worden wanneer een producer of geluidstechni­cus van een film of muziekproductie daar geluid registreert voor een bepaald effect, voor actie, of een beweging door de ruimte. Wanneer de niveaus correct zijn ingesteld is het volstrekt normaal dat de surround luidsprekers slechts zo nu en dan meedoen. Door het volume hoger te zetten zal de illusie van een omringend klank­beeld net als in de bioscoop of een concertzaal worden verstoord.
De standaard instelling van de DVD-speler is 0 dB voor alle kanalen. In het geval u vindt dat er correcties noodzakelijk zijn, raden we u aan de instellingen die gebruikt worden in de
5.1 surround functie van de AV receiver over te nemen (bijvoorbeeld die voor Dolby Pro Logic II) in de DVD-speler.
Video Instellingen
Het Submenu Video Instellingen bevat de volgen­de instellingen. Volg de aanwijzingen in de bovenste Instructieregel onder in beeld om de instellingen te wijzigen.
Aspect Ratio: hier wordt het beeldformaat gekozen: conventioneel 4:3 of breedbeeld 16:9, afhankelijk van het gebruikte beeldscherm.
A
Wanneer de HDMI Uitgang wordt de beeldverhouding automatisch voor het gebruikte beeldscherm ingesteld. U kunt echter ook een andere verhouding kiezen.
Video Uitgang: kiest het video uitgangssignaal op Scart of Component. Scart wordt gebruikt bij de meeste TV’s. Component wordt meestal gebruikt voor LCD, Plasma en projectoren.
Video-Uitgang: stel de video-uitgang in op S-Video, Component of Scart. Scart wordt voor de meeste TV’s gebruikt. Component wordt gebruikt voor de meeste LCD, Plasma en projec­toren.
Scan Type: deze instelling kiest tussen progres­sive en interlaced scannen voor de Component
5
Video Uitgang
te krijgen voor het gebruikte beeldscherm. Het signaal op de S-video
3
Video
geschikt is voor elke televisie of video monitor. Er zijn twee mogelijkheden:
Progressive: kies deze optie wanneer u een beeldscherm gebruikt dat geschikt is voor ingangssignalen van 480p of hoger. Beeldschermen die worden aangeduid als “HDTV voorbereid” inclusief vrijwel alle grootbeeld LCD’s en plasmaschermen, zijn geschikt voor progressive scan.
Interlaced: kies deze optie wanneer u een ouder beeldscherm gebruikt voorzien van Y/Pr/Pb component ingangen, maar niet geschikt is voor een hogere scan rate of “HD” signalen.
Opmerkingen:
1. Het type scan kan alleen worden gewijzigd
2. Wanneer de DVD 28 is aangesloten op een
Scart Uitgang: kiest welk type signaal via scart wordt afgegeven. RGB wordt voor de meeste TV’s gebruikt en daarom aanbevolen.
uitgangen is altijd standaard video dat
wanneer de video-uitgang op Component staat.
beeldscherm dat niet geschikt is voor progres­sive scan via de Component (Y/Pr/Pb) Video-
uitgang
op Component en het type scan is op progres­sive gezet, kan het type scan teruggezet wor­den op Interlaced door op Progressive
Scan/Interlaced
knippert om aan te geven dat het type scan teruggezet is in Interlaced.
om een maximale resolutie
4
3
en het videosignaal is onbedoeld
F
wordt gebruikt,
en de Composiet
te drukken. De display
Video-Instellingen: het video instelmenu geeft ook toegang tot het Testbeeld. Stel eerst het video beeldscherm (TV) in met behulp van het testbeeld. Daarna kunnen de instellingen van de speler fijn worden ingesteld met de Brightness (helderheid), Sharpness (scherpte) en Black Level (zwartniveau). Daarna kunnen de uitgangen van de speler worden afgesteld voor kleur, contrast, helderheid, tint en zwartniveau. Om die instellin­gen te veranderen verplaatst u de cursor naar het “+” of “-“ ikoon op dezelfde regel als de instel­ling. Is een ikoon gemarkeerd, dan wordt de waarde van de instelling verhoogd of verlaagd door op OK te drukken, als aangegeven door de balk achter de instelling. Om het Video Instelmenu te verlaten verplaatst u de cursor naar DONE (klaar) en u drukt op OK.
DivX Subtitles: deze instelling kiest de gewens­te taal voor de ondertiteling van DivX films.
Onder de menu items vindt u uw eigen persoon­lijke DivX Video Video opvraagcode (VOD).
Nadere informatie op www.divx.com/vod. Volg de aanwijzingen op en laad een film op een disc voor weergave op dit apparaat. Denk er aan dat alle geladen films van DivX VOD alleen op dit apparaat kunnen worden afgespeeld.
Zodra het DivX icoon oplicht drukt u op OK om uw persoonlijke DivX VOD code.
HDMI Instellingen: deze instelling geeft de eigenschappen van het video uitgangssignaal
A
aan op de HDMI Uitgang DVD 28 is verbonden met een beeldscherm via de HDMI Uitgang informatie naar de DVD 28 die aangeeft wat de hoogst haalbare videoresolutie is en stelt de DVD 28 automatisch de video-uitgang daarop in. Die resolutie wordt hier aangegeven. U kunt deze instelling gebruiken om zelf een lagere resolutie in te stellen. De hier aangebrachte wijzigingen blijven actief tot de DVD 28 of het beeldscherm wordt uitgeschakeld. Wordt één van beide uit- en weer ingeschakeld dan keert de DVD 28 terug naar de standaard instelling van het beeld­scherm. Controleer of uw monitor of videoscha­kelsysteem (zoals een HDMI geschikte receiver) in staat is het HDMI uitgangssignaal van de DVD 28 te verwerken.
A
. Wanneer de
dan stuurt de monitor
NEDERLANDS
SYSTEEM OPZET 39
Testbeeld
Testbeeld
Wanneer u via het in-beeld menu het testbeeld activeert roept u een stilstaand beeld op waar­mee alle instellingen en de videoprestaties van uw TV getest kunnen worden. Met de verticale balken kunt u het volgende testen:
n juiste kleurverzadiging van de TV
n de juiste kleur van elke balk, wat betekent dat
het juiste kleursysteem is gekozen. Deze kleuren zijn, van links naar rechts: zwart, wit, geel, cyaan (turquoise), groen, magenta (purper),
n correcte kleurovergangen, scherpe scheiding
van de balken; S-Video is beter dan composiet en RGB is het beste.
n de prestatie van het kleurfilter in uw TV (met
‘Video’ signalen), de randen van de balken mogen geen verticale trillende stippen bevatten. S-Video en RGB geven hier doorgaans geen problemen.
Met de grijsschaal en de zwart/witte blokken onder de kleuren balken kunnen het contrast en helderheid van het beeld optimaal worden ingesteld, zie de paragraaf ‘TV Beeldinstellingen’ verderop.
Kleuren balken
Grijsschaal
100% Zwart/wit velden
TV Beeldinstelling met Testbeeld
Deze instellingen kunnen ook later worden gemaakt nadat de setup is voltooid.
Helderheidinstelling
1. Draai de kleurinstelling van de TV terug tot de kleurenbalken in zwart/wit worden weer ­gegeven.
2. Draai nu het contrast zover terug tot alle balken nog net afzonderlijk en duidelijk zichtbaar zijn.
3. Corrigeer nu de helderheid tot de balken in de grijsschaal allemaal zichtbaar zijn. De balk geheel links dient zo zwart mogelijk te zijn en niet grijs en duidelijk te onderscheiden van de balk ernaast. Alle balken in de grijsschaal dienen duidelijk en stap-voor-stap van zwart naar wit te gaan, van links naar rechts gezien.
Contrast Instelling
1. Stel het contrast op de TV zo ion dat u een helder witte balk ziet rechtsonder in het beeld en een diepzwarte links. De optimale contrast­instelling hangt af van uw eigen voorkeur en van de lichtomstandigheden in de kamer.
2. Wanneer de helderheid van de witte balk niet verder meer toeneemt door het contrast op te draaien, of wanneer de randen van de tekst ‘harman/kardon’ overstraald raken in de zwarte delen, waardoor de scherpte van de tekst aanzienlijk afneemt, dan staat het con­trast te hoog. Neem het contrast dan terug tot deze effecten verdwijnen en het stilstaand beeld er weer goed uitziet.
3. Kijkt u TV in normaal daglicht draai het con­trast dan zo dat het videobeeld ongeveer dezelfde lichtwaarde heeft als de omgeving in de kamer. Op die manier kunt u ontspannen TV kijken. Deze contrastinstelling kan worden teruggenomen wanneer het omgevingslicht wordt getemperd, wat meestal de scherpte van het videobeeld aanzienlijk doet toenemen.
4. De grijsschaal in het midden dient hetzelfde duidelijke verschil te hebben als voorheen bij de contrastinstelling. Ga eventueel terug naar de helderheidsinstelling en herhaal stap 3 en vervolgens de contrastinstelling, en maak vooral steeds kleine correcties anders is het moeilijk te beoordelen.
Kleurinstelling
1. Wanneer de helderheid en het contrast optimaal zijn ingesteld stelt u het kleurniveau naar eigen smaak in. De voorkeur verdient een duidelijk maar niet overdreven, natuurlijke instelling. Wanneer het niveau te hoog is, afhankelijk van de gebruikte TV, lijken sommige balken breder of de kleurverzadiging neemt niet meer toe als de kleur wordt opgedraaid. Neem de kleurverzadiging in dat geval terug. Test tenslotte de instelling ook met een video­band of DVD, vooral op de natuurlijkheid van huidtinten en buitenopnamen, bloemen enzovoort, voor een optimale instelling van de kleurverzadiging.
2. Wanneer uw TV een Tint instelling heeft (bij de meeste Europese TV’s alleen in de NTSC functie actief en niet bij PAL) gebruikt u de grote witte balk onder de grijsschaal om de kleurtint van het beeld in te stellen. Met deze instelling kan het beeld naar eigen smaak worden ingesteld: warmer of juist koeler van tint. Dit wordt ingesteld met de tint functie van de TV en de witte balk in het testbeeld. Stel de witte balk zo in dat de tint ervan naar uw smaak is.
Scherpte Instelling
In tegenstelling tot wat men zou denken wordt het beeld scherper en helderder met de scherpte, of randen, lager ingesteld dan het maximum. Reduceer zonodig de scherpte instelling op uw TV en de Edges (randen) op de DVD 28 video­instellingen om de witte lijnen tussen de vakken van de grijsschaal in het testbeeld te reduceren.
Convergentie en Randscherpte
Het patroon met gekruiste lijnen dat het test­beeld omgeeft, kan worden gebruikt om de rand­scherpte en de convergentie van front en achter videoprojectie te beoordelen. De instellingen om hier correcties aan te brengen zijn doorgaans niet toegankelijk voor de gebruiker. In elk geval zijn deze instellingen extreem gecompliceerd en vereisen de juiste training en ervaring om te voorkomen dat het resultaat alleen maar ver­slechtert. Daarom raden we u aan dat indien u niet in staat bent het resultaat te verbeteren met de beschikbare instellingen, contact op te nemen met de servicedienst of de leverancier van het video beeldscherm.
Wanneer alle setup- en configuratie-instellingen
KL
zijn gemaakt, markeert u met
de regel “Done” (gereed) onderin het video-
instellingen submenu. Druk op OK
Navigatie
A
om te
kiezen en terug te keren naar het in-beeld menu-
9
systeem. Druk vervolgens op Setup
om het menu uit beeld te verwijderen. Het apparaat keert terug naar normaal gebruik en u kunt gaan genieten van het beste op DVD of CD gebied!
40 TESTBEELD
Weergavemenu
Gebruik van het Weergave Informatie Menu
Het Weergave Informatie Menu (Player Information) van de DVD 28 geeft disc informatie en maakt programmeren van de weergave
6
mogelijk. Druk op Info Informatie menu op te roepen.
Het Weergave Informatie menu heeft twee sub­menu’s die toegankelijk zijn via
om een symbool in het submenu te markeren
en door op OK
A
Deze submenu’s wijken af van de Setup menu’s doordat veel items alleen voor weergave zijn en in het menusysteem niet kunnen worden gewij­zigd.
PLAYBACK INFO Submenu (weergave
info): dit submenu geeft basisinformatie over disc en weergave. De items in dit submenu kunnen niet worden gewijzigd, behalve dat voor herhalen (repeat).
n Disc: deze regel geeft het type disc aan, zoals
DVD-Video.
n Disc ID: wanneer de disc is voorzien van een
identificatie, zoals een filmtitel, verschijnt deze hier.
n Overzicht: voor DVD’s geeft deze regel aan
dat afspelen verloopt in de volorde als op de disc. Programmeerbare overzichten zijn niet beschikbaar wanneer de disc wordt geladen.
n Herhalen: deze regel geeft de huidige her-
haalfunctie aan, dan wel Off (uit) wanneer de functie niet actief is.
om het Weergave
KL
Navigatie
te drukken worden gekozen.
DISC INFO Submenu: dit submenu geeft
gedetailleerde informatie over de inhoud van de disc. In dit submenu kunnen geen wijzigingen worden aangebracht. Via het
SETUP menusys-
teem kunt u als beschreven op pagina 39 de DVD 28 weergave-instellingen voor videoformaat of type scan wijzigen.
n Disc: geeft het type disc aan.
n Disc ID: wanneer de disc is voorzien van een
identificatie verschijnt deze hier.
n Aspect Ratio: deze regel geeft het beeldfor-
maat – aspect ratio – van de inhoud van de disc aan en het formaat waarin het wordt weergegeven conform de instelling in het
VIDEO SETUP Submenu op pagina 39.
Sommige discs bevatten twee versies van het­zelfde programma in breedbeeld op de ene kant en in standaard formaat op de andere zijde van de disc.
n Video Standaard: het formaat van de disc
wordt hier aangegeven. Voor Regio 2 spelers is dat normaal PAL, hoewel sommige DVD’s van een open regio zijn (in alle regio’s afspeelbaar) en in NTSC afspeelbaar. De DVD 28 zet het videosignaal dan om naar het NTSC formaat van uw TV.
n Type Scan: deze regel geeft aan of het video-
programma op de DVD van het type progressi­ve scan dan wel interlaced is. Het geeft ook aan hoe het programma afgespeeld wordt, gebaseerd op de instelling in het
SETUP submenu als aangegeven op pagina
VIDEO
39.
n Audio Resolutie: geeft de sample rate en de
bit rate van het lopende audioformaat aan.
n Audio Formaat: geeft het lopende audiofor-
maat aan, zoals Dolby Digital 5.1 of lineair PCM.
n Video Bit Rate: geeft de video bit-rate aan
tot de limiet van 10 Mbps. Deze waarde kan variëren tijdens het afspelen, afhankelijk van de hoeveelheid compressie die bij het maken van de disc werd gebruikt. Als aangegeven blijft deze regel leeg wanneer de disc stilstaat of in pauze staat.
Wanneer u de disc menu’s heeft bekeken drukt u
6
op Info
om de displays te verwijderen en
naar normaal gebruik terug te keren.
Gebruik In-Beeld Status Display
Tijdens het afspelen van een DVD kunt u op elk
B
moment op Status overzicht van de status van de disc weergave op te roepen. De statusbalk biedt niet alleen een hui­dige status van de speler, maar ook een gemakke­lijke manier om een ander nummer, hoofdstuk of titel te kiezen, dan wel op tijd te zoeken.
Title: geeft de lopende titel links aan en het totaal aantal titels op de disc rechts.
Chapter: geeft het huidige hoofdstuk links aan en het totaal aantal hoofdstukken op de disc rechts.
Play Mode Icon: (weergavefunctie symbool) bijvoorbeeld Weergave
0
.
Stop
Time: geeft de tijdsduur aan van het type als aangegeven onder Time Display Type (soort tijd). De functie Time Search (zoeken op tijd) maakt het mogelijk op elk punt in het program­ma te beginnen. Gebruik om deze regel te markeren en de nummers worden vervangen door punten. Voer dan met de Cijfertoetsen de tijd waarop u wilt beginnen in. Druk op OK de gekozen tijd.
Tijd Balk: een grafische weergave van de vers- treken tijd in deze titel. Terwijl de disc speelt loopt het aantal balken op als een relatieve aanduiding van de tijd die tot dusver is verstre­ken.
Time Display Type: geeft het type informatie aan in de tijd display. Gebruik
Navigatieom de instelling te kiezen en
elke keer dat u daarop op OK de display tussen Verstreken Tijd, Resterende Tijd, Verstreken Hoofdstuk en Resterend Hoofdstuk en weer naar Verstreken Tijd. De tijd in beeld en in de display overeenkomstig.
drukken om snel een
B
, Pauz e1en
M N
Navigatie
A
en de weergave begint op
KLM N
A
verandert dien-
drukt wisselt
NEDERLANDS
PROGRAM Submenu: Het PROGRAM (pro-
gramma) submenu is niet toegankelijk voor DVD’s.
WEERGAVEMENU 41
CD Weergave
Veel functies van de DVD 28 werken op dezelfde wijze voor CD- en voor DVD-weergave; er zijn echter een paar belangrijke verschillen. Wanneer een CD wordt geladen geeft de DVD 28 automa­tisch het Spelermenu weer. Statusbalken zijn bij CD-weer gave niet beschikbaar. Een groot aantal weer gavefuncties is bij CD-weergave beschik­baar, zoals willekeurig en geprogrammeerd afspelen. Deze en andere functies die uniek zijn voor CD-weergave worden hier beschreven.
Gebruik Player Information Menu (Speler informatiemenu)
Het Speler Informatiemenu van de DVD 28 geeft disc informatie en kan de weergave programme-
6
ren. Druk op Info menu op te roepen
Het Speler Informatiemenu heeft three sub­menu’s die toegankelijk zijn via
Navigatiedoor het submenu symbool te
markeren en op OK menu’s wijken af van de Setup menu’s die meest­al voor weergave alleen zijn en in het menusys­teem niet kunnen worden veranderd.
PLAYBACK INFO Submenu: dit submenu
geeft de basis informatie van disc en weergave.
n Disc: deze regel geeft het type disc aan, zoals
CDDA (Compact Disc Digital Audio).
n Audio: deze regel geeft het type audio dat op
de disc staat, meestal Stereo.
n Playlist (overzicht): alleen voor CD’s kunt u
de nummers in volgorde spelen zoals ze op de disc staan, of een lijst samenstellen met enige of alle nummers in de volgorde die u wenst te horen. Deze regel geeft aan welke van beide functies is gekozen. Om deze instelling te wij­zigen dient u het submenu openen als hieronder beschreven.
n Herhalen: wanneer deze regel gemarkeerd is,
drukt u op OK activeren. Telkens wanneer u drukt wisselt de functie van Repeat 1 (nummer herhalen) naar Repeat All (alles herhalen) naar Repeat Off (niet herhalen).
n Random (willekeurig): wanneer deze regel
gemarkeerd is, drukt u op OK keurig afspelen te activeren. Indrukken scha­kelt de functie aan en uit.
om het Speler Informatie -
KL
A
te drukken. Deze sub-
PROGRAM te
A
om de herhaalfunctie te
A
om wille-
n Track Overzicht: een overzicht van de nummers
KL
verschijnt. Gebruik door het overzicht te lopen. Druk op OK
Navigatieom
A
of op WeergaveMterwijl een nummer is gemarkeerd om het afspelen te starten.
Submenu
PROGRAM: in dit submenu kunt u
een programma samenstellen. Dit submenu is alleen toegankelijk voor CD’s.
n Disc: deze regel geeft het type disc aan, zoals
CDDA (Compact Disc Digital Audio).
n Audio: deze regel geeft het type audio dat op
de disc staat, meestal Stereo.
n Playlist (overzicht): wanneer deze regel
A
gemarkeerd is, drukt u op OK
om de volgorde waarin de nummers worden afge­speeld anders dan op de disc (
order), te veranderen in een volgorde die u
kunt programmeren (
order). Een overzicht van programmastap-
Disc’s
Programmed
pen en het nummer dat in elke stap is gepro­grammeerd verschijnt onder in beeld. U kunt
met de Cijfertoetsen invoeren en met
L
nieuw nummer gaan. Gebruik
een nummer
Navigatienaar een
KLM N
Navigatieom de gewenste program-
mastap te kiezen. Denk er aan dat een num­mer niet meer dan één keer in het programma kan voorkomen. U kunt wel de herhaalfunctie gebruiken terwijl het programma wordt afge­speeld. Nadat het programma is samenge­steld, drukt u op Weergave
3Mom de
weergave te starten.
Disc Informatie Submenu: dit beeld
geeft afgekorte nummer- en weergave-informatie en gedetailleerde tijdsaanduiding. Alleen bij CD’s.
De informatie bovenin beeld biedt dezelfde infor­matie over disc type, audioformaat, weergave­instelling, herhalen en willekeurig afspelen als in
PLAYBACK INFO submenu.
het De volgende extra informatie verschijnt daarna.
n Track (nummer): deze regel geeft het
huidige nummer links en het totaal aantal nummers op de disc rechts.
n Play Mode Icon (weergavesymbool): dit
symbool verschijnt rechts van de nummerdis­play en geeft de huidige weergavefunctie aan.
n Time (tijd): hier zijn drie regels:
Track Elapsed: geeft de verstreken of resterende tijd van het lopende nummer.
Disc Elapsed: geeft de verstreken of resterende tijd van de gehele disc.
Elapsed Time Bar: geeft grafisch aan hoeveel procent van de disc is afgespeeld.
KL
Gebruik
Navigatie om Track Elapsed
of Disc Elapsed te markeren en elke druk op OK
A
wisselt tussen verstreken en resterende tijd.
De tijd die rechts wordt aangegeven en in de
Display
op de voorzijde veranderen dien-
overeenkomstig.
Met de functie Time Search (op tijd zoeken) kunt u op elk gewenst punt in het programma starten.
KL
Gebruik te markeren. Gebruik de Cijfertoetsen
Navigatieom de tijddisplay
gevolgd door OKAom een nieuw punt in een nummer te keizen waar de weergave moet beginnen.
Wanneer u de weergavemenu’s heeft gezien,
6
drukt u op Info
om de aanwijzingen uit beeld te laten verdwijnen en naar normale weer­gave terug te keren.
42 CD WEERGAVE
CD Weergave
Kiezen van een nummer
Om een nummer te kiezen controleert u eerst of het Player Information menu in beeld staat.
6
Druk op Info Druk dan op Track Number is gemarkeerd. Voer met de
Cijfertoetsen
druk op OK spelen.
Om op enig moment tijdens weergave een speci­fiek nummer op de CD te kiezen toets u simpel­weg het gewenste nummer in met de
Cijfertoetsen door de nummers schakelen door op Skip Terug/Verder eenmaal op Skip Achteruit
M
dan gaat de speler naar het begin van het lopende nummer; nogmaals indrukken om naar het begin van het voorgaande nummers te gaan.
Opmerking: bij afspelen van JPEG, MP3 of Windows Media discs, verschijnt een speciaal menu.
Herhalen
De DVD 28 heeft verschillende herhaalfuncties voor CD’s die u ook kunt gebruiken bij automa­tisch afspelen:
Programma Herhalen: herhaalt het ingestel-
de programma wanneer Programmed Order is gekozen.
Repeat 1 Nummer: voor CD’s, VCD’s, MP3’s
en WMA’s, herhaalt het lopende nummer tot de speler wordt gestopt. De indicaties Repeat en 1 lichten op in de display en het symbool verschijnt in beeld.
Repeat Disc: voor CD’s, VCD’s, MP3’s, WMA’s
en JPEG’s, herhaalt de gehele disc tot de speler wordt gestopt. De indicaties Repeat en All lichten op in de display en het
ALL symbool verschijnt in beeld.
Repeat Folder: voor MP3’s, WMA’s en JPEG’s,
herhaalt alle nummers in het gekozen bestand tot de speler wordt gestopt. De indicaties Repeat H licht op in de display en het
REPEAT FOLDER symbool verschijnt in
beeld.
Repeat A-B: herhaalt elk geselecteerd deel
van de disc tot de speler wordt gestopt (zie verderop).
Zo kiest u een herhaalfunctie (uitgezonderd A-B):
Tijdens het afspelen van een disc drukt u op
Repeat
haalsymbool verschijnt in beeld en geeft de nieu­we herhaalfunctie aan. Telkens wanneer u op
Herhalen
herhaalfuncties. Om herhalen af te breken drukt u zo vaak op Herhalen zen.
om het zonodig te activeren.
KLM N
A
op de afstandsbediening. Het her-
Navigatietot
het gewenste nummer in en
om het nieuwe nummer af te
. Ook kunt u stap voor stap
67Nte drukken. Drukt u
6
/ Voorgaande
REPEAT 1
REPEAT
schakelt u door de beschikbare
tot Off (uit) is geko-
A-B Herhalen
Met de A-B herhaalfunctie kunt u een willekeurig deel van de CD kiezen en continu herhalen tot het apparaat wordt gestopt.
Om een A-B fragment samen te stellen gaat u als volgt te werk terwijl de disc speelt:
H
1. Druk op A-B Repeat diening op het moment dat de passage waar u wilt beginnen passeert om het beginpunt vast te leggen. Het herhaalsymbool verschijnt rechtsboven in beeld, gevolgd door aangeeft dat het begin van de passage is vast­gelegd.
2. Druk nogmaals op A-B Repeat afstandsbediening om het einde te kiezen. Herhalen A-B is ingesteld en dit fragment wordt continu afgespeeld.
3. Druk nogmaals op A-B Repeat afstandsbediening om A-B herhalen uit te schakelen.
op de afstandsbe-
A- wat
H
op de
H
op de
Willekeurig Afspelen
De functie willekeurig afspelen speelt alle num­mers op een CD in willekeurige volgorde zoals door de DVD 28 gekozen. Nadat alle nummers zijn afgespeeld stopt de speler.
U kiest de functie willekeurig afspelen door op
Random
ken. Door op Random u de functie in en uit. Na inschakeling worden alle nummers in willekeurige volgorde afge­speeld.
De indicatie Random J licht op in de Display
zodra de functie is ingeschakeld.
op de afstandsbediening te druk-
te drukken schakelt
Video Uit Functie
Tijdens CD-weergave kan het een voordeel zijn de videoschakelingen van de DVD 28 uit te scha­kelen. Hoewel het videodeel elektrisch geschei­den is van het audiodeel, prefereren sommigen dat de videodisplays uitgeschakeld worden tij­dens audioweergave om elke denkbare interfe­rentie tussen audio en video uit te schakelen. Ook kunt u de videodisplay uitschakelen als die u stoort tijdens het afspelen van CD’s.
Belangrijk: het wordt dringend aanbevolen dat plasmaschermen worden uitgeschakeld tijdens CD-weergave om inbranden van het scherm te voorkomen.
Om het videobeeld uit te schakelen tijdens het luisteren naar een CD drukt u simpelweg op
Video Uit
videosignaal te herstellen. V-Off G (video uit) licht op om aan te geven dat het videobeeld uit­geschakeld is. Denk er aan dat het videobeeld automatisch wordt geactiveerd wanneer de DVD 28 wordt ingeschakeld.
. Nogmaals indrukken om het
NEDERLANDS
CD WEERGAVE 43
MP3, Windows media en JPEG Weergave
MP3, Windows media en JPEG Weergave
De DVD 28 herkent data op CD-ROM discs opge­nomen in MP3, Windows Media 8 (WMA) of JPEG formaten èn beelden opgeslagen op Kodak Picture CD’s. Ook kunt u discs weergeven met meer dan één van deze drie formaten.
De bestanden die op de DVD 28 kunnen worden afgespeeld zijn:
MP3 Bestanden: MP3 is een populair gecom-
• primeerd audioformaat, ontwikkeld door de Motion Picture Experts Group als onderdeel van het MPEG-1 gecomprimeerd videoformaat. Afhankelijk van de specifieke MP3 coder die wordt gebruikt, wordt het bestand in omvang aanzienlijk gereduceerd waardoor er veel meer op één disc gaat dan met het standaard CD-for­maat. MP3 wordt tevens gebruikt voor het downloaden van audiobestanden naar compu­ters voor gebruik thuis. Bedenk echter dat om een MP3 bestand op de DVD 28 te kunnen afspelen de disc geen enkele codering mag bevatten die dat in de weg staat. Overtuig u er altijd van dat u materiaal heeft of heeft gekocht met de juiste autorisatie voordat u een CD-ROM maakt met MP3 of enig ander gecodeerd for­maat. Vanwege verschillen in de coders en variaties in de MP3 codes is het mogelijk dat niet elke MP3 disc op de DVD 28 afspeelbaar is. Wij kunnen daarom geen algehele compatibili­teit met MP3 discs garanderen, ook niet wan­neer ze op een computer wel afspeelbaar zijn. Dat is helaas normaal en duidt niet op een pro­bleem met de DVD 28. Onthoud ook dat bij het afspelen van een disc met zowel standaard CD­audio als MP3 (of WMA) bestanden, de DVD 28 alleen de standaard CD-audio gedeelten van de disc zal afspelen.
WMA Bestanden: WMA (Windows Media Audio) is een gecomprimeerd audio formaat ontwikkeld door Microsoft gebruik met de Windows Media Player. WMA bestanden bezitten een hogere compressie dan MP3, zonder echter aan audiokwaliteit in te boeten, zodat nog mee muziek op de disc kan worden ondergebracht. Denk eraan dat er ook van Windows Media en de DVD 28 verschillen­de versies zijn en dat de DVD 28 alleen compa­tibel is met bestanden die de extensie “wma” hebben en zijn opgenomen met Windows Media Serie 8 codering.
JPEG Bestanden: (JPEG staat voor Joint Photographic Experts Group) is een afkorting die wordt gebruikt voor gecomprimeerde bestanden met stilstaande die zijn opgenomen conform specificaties vastgesteld door genoemde groep. De bestanden zijn herken­baar aan de extensie “jpg” in de meeste com­puters, kunnen JPEG beelden worden opgeno­men met digitale fotocamera’s, aangepast en gebrand worden op een disc in uw PC, opge-
®
Corporation voor
nomen op een CD-ROM disc van filmbeelden van een fotoprocessor of gescand van fotop­rints in de PC en vervolgens gebrand op een CD-ROM.
Discs met MP3, WMA of JPEG bestanden worden anders genavigeerd en bestuurd dan standaard DVD’s en CD’s. Wanneer een disc met één of meer van deze bestanden in de DVD 28 wordt geladen verschijnt het Speler Informatie menu.
Dit menu laat een overzicht zien van de mappen die op de disc staan. De totaaltijd verschijnt rechtsboven in beeld. Het is onmogelijk de tijd­aanduiding te wijzigen en de functie Zoeken op Tijd is niet beschikbaar.
MP3 of WMA Disc Weergave
MP3 en WMA discs kunnen 200 of meer bestan­den bevatten. Om een optimaal overzicht over alle bestanden op de disc en de titels te krijgen en praktisch te kunnen kiezen, werkt de in-beeld display beter dan de display op de voorzijde. Dat laat alleen de naam en de verstreken tijd zien voor WMA-bestanden.
De ondersteunde bit-rate voor WMA-bestanden ligt tussen 64 en 320 k bits. De ondersteunde bit-rate voor MP3-bestanden ligt tussen32 en 320 k bits.
• Om een bestand (indien aanwezig) te kiezen,
KL
drukt u op gewenste bestand is gemarkeerd en u drukt dan op OK
• Om een bestand te kiezen, drukt u op
Navigatietot het gewenste bestand is
gemarkeerd. Start weergave van het bestand dat is gekozen en druk dan op OK weergave
Bij MP3/WMA weergave werken sommige CD/DVD weergavefuncties als normaal:
• U kunt doorgaan naar het volgende bestand op de disc door op Skip/UP ken.
• U kunt teruggaan naar het voorgaande bestand met Skip/DWN
• Druk op Pause lijk te onderbreken. Druk op Weergave
3Mom verder te gaan. Druk op Stop 5Mom geheel te stoppen.
Navigatie tot het
A
.
3M.
7Nte druk-
6N.
4Mom de weergave tijde-
A
KL
of
• Druk op Vooruit Zoeken
Achteruit Zoeken
bepaald bestand te zoeken. Druk op
Weergave
5Mom het zoeken te stoppen.
• Vertraagd afspelen is bij MP3/WMA niet moge­lijk.
• U kunt een MP3 of WMA disc willekeurig afspelen net als een gewone CD. U kunt de functie willekeurig afspelen activeren tijdens het afspelen van een MP3 of WMA disc door op Willekeurig
• De herhaalfunctie is toegankelijk tijdens weer­gave van een MP3 of WMA disc door op
Herhalen
drukken. Druk herhaaldelijk op Herhalen om door de opties Repeat 1 (1 bestand herha­len), Repeat All (alle bestanden herhalen) of Repeat Folder (alle bestanden in de huidige map herhalen) te schakelen. Nogmaals indruk­ken schakelt herhalen uit. A-B herhalen is niet beschikbaar tijdens MP3/WMA afspelen.
Opmerkingen bij MP3 en WMA Afspelen
• Tijdens weergave geven de tijdindicatie in­beeld boven het overzicht en de display op de voorzijde de verstreken tijd van het lopende nummer aan. Andere tijdindicaties zijn mij MP3/WMA weergave niet beschikbaar.
• De DVD 28 is alleen geschikt voor standaard MP3/WMA gecodeerde discs. Andere gecom­primeerde audioformaten die worden gebruikt voor Internet audio downloads zijn op de DVD 28 niet afspeelbaar.
• Vanwege de verschillen in de diverse MP3 en WMA formaten en de vele verschillen tussen CD-R machines die worden gebruikt voor het opnemen van discs in de computer is het mogelijk dat sommige discs in de DVD 28 niet afspeelbaar zijn, terwijl ze wel werken in een computer. Dat is helaas normaal en duidt niet op een defect van de DVD 28.
• Bij het afspelen van een disc met zowel stan­daard CD-audio als MP3 of WMA bestanden, zal de DVD 28 alleen de standaard CD-audio gedeelten van de disc afspelen. Nummers van de andere bestanden worden aangegeven, maar niet gedecodeerd.
• Wanneer een disc met MP3, WMA en/of JPEG bestanden in meer dan één sessie wordt gemaakt, zal de DVD 28 de bestanden die in latere sessies zijn toegevoegd niet herkennen, zeker niet wanneer de disc na de eerste sessie was gefinaliseerd.
3M, Pauz e4M
op de afstandsbediening te
7Mof op
6M,om naar een
of Stop
te drukken.
44 MP3, WINDOWS MEDIA EN JPEG WEERGAVE
MP3, Windows media en JPEG Weergave
• Wanneer een disc met meerdere mappen wordt afgespeeld kunnen alleen de bestanden van één map worden getoond en afgespeeld. Kies de gewenste map en druk op Weergave
3Mof op OKAom het eerste nummer
te starten. Om de nummers in andere mappen te zien en af te spelen kiest u eerst de map met
KL
Navigatieen u drukt op OK
om die map te openen of te sluiten. Ga dan naar een open map en kies degene die u
A
wenst. Druk op OK en kies het gewenste nummer. Druk dan op
Weergave
• Alleen stereoweergave is bij MP3 en WMA discs beschikbaar.
• Programmeren is bij MP3 en WMA weergave niet mogelijk.
• Gebruik submenu beeld te kiezen en druk op OK activeren. Wanneer de disc ID3 informatie bevat dan verschijnt de huidige MP3 informa­tie: titel, artiest, album, jaar, genre, en eventu­eel commentaar. Bij WMA en JPEG bestanden verschijnt alleen de naam van het bestand.
JPEG Weergave
De DVD 28 kan JPEG stilstaande beelden herken­nen en weergeven. Wordt een disc geladen met JPEG bestanden dan licht JPEG Disc A op in de Display op de disc start direct in de normale volgorde.
Bij het bekijken van JPEG bestanden kan Angle
C
worden gebruikt om het beeld te roteren. Met het bestand in beeld op Angle om de huidige oriëntatie van het beeld op te roe­pen, meestal is dat +0. Druk binnen één seconde nogmaals op Angle de klok mee te draaien. De nieuwe oriëntatie van +90 wordt nu aangegeven. Elke keer dat u op
Angle
met de klok mee toe.
U kunt Zoom te vergroten en het beeld te verschuiven.
3M.
KLM N
DISC INFO symbool links in
. De weergave van de bestanden
C
drukt neemt de draaiing 90 graden
KLM N
om de map te openen
Navigatieom het
A
C
om het beeld 900 met
gebruiken om een JPEG beeld
Navigatieom
om het te
C
A
drukken
U kunt miniaturen (thumbnails) van de beelden in de gekozen map oproepen door op Disc
menu
schijnen kunt u met manoeuvreren om het gewenste beeldje te kie­zen. Druk op OK sie van dat beeldje te zien.
te drukken. Wanneer de beelden ver-
KLM N
A
om een beeldvullende ver-
Navigatie
NEDERLANDS
MP3, WINDOWS MEDIA EN JPEG WEERGAVE 45
Problemen
Problemen
Symptoom Mogelijke Oorzaak Oplossing
Apparaat schakelt niet in • Geen netspanning • Controleer de lichtnetverbinding.
Apparaat speelt niet • Disc verkeerd geladen • Leg de disc in met het etiket naar boven.
• Ongeschikt type disc.
• Geschikt zijn: CD, CD-R, CD-RW, DivX, VCD, MP3, WMA, JPEG, DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW (volgens standaard) DVD-Audio of DVD-Video. Andere typen niet afspeelbaar.
• Ongeldige regiocode.
• Gebruik alleen regio 2 of open regio (0).
• Kinderslot actief.
• Gebruik wachtwoord om kinderslot te openen.
Geen beeld • Onderbroken verbinding • Controleer alle videoverbindingen.
• Verkeerde ingang • Controleer ingang op TV of receiver.
• Progressive scan gekozen • Gebruik Progressive Scan functie alleen met geschikte TV. Druk zonodig op
Progressive Scan/Interlaced
• Video Uit functie actief • Druk op
HDMI Uitgang
een beeldscherm dat niet voor die niet HDCP geschikt zijn. Neem de plug los en kies een andere HDCP geschikt is audio/videoverbinding (zie pagina 31 en 32).
Geen geluid • Onderbroken verbinding • Controleer alle audioverbindingen.
• Onjuiste keuze digitale audio • Controleer alle digitale audio instellingen.
• DVD disc vertraagd of versneld • Geen audioweergave op DVD discs tijdens vertraagd of versneld
• Surround receiver niet compatibel • Gebruik analoge audio-uitgangen.
met 96 kHz PCM audio
• DVD-Audio disc geladen • Gebruik de 6-Kanalen Audio Uitgangen
zonder gebruik te maken van een Analoge Audio Uitgangen analoge audioverbinding
Beeld springt en vervormt tijdens snel • MPEG-2 decodering • Het is normaal dat bij versnelde DVD-weergave het beeld vervormt of heen- of terugspoelen springt.
Sommige toetsen op de afstandsbediening • Functie op dit moment niet mogelijk • Bij de meeste discs zijn sommige functies soms niet beschikbaar werken niet tijdens DVD afspelen; het (skip b.v.) of helemaal niet (direct audio kiezen). symbool verschijnt (zie hieronder)
Het in-beeld menu is in een andere taal • Onjuiste in-beeld taal • Verander de taalkeuze.
Het symbool verschijnt • Gevraagde functie niet beschikbaar • Sommige functies worden door de DVD zelf geblokkeerd tijdens
Het beeld heeft een verkeerd formaat • Beeldformaat komt niet met disc overeen • Wijzig formaatinstelling.
Afstandsbediening werkt niet • Zwakke batterijen • Vervang de batterijen.
• Sensor geblokkeerd • Zorg dat de afstandsbediening vrij zicht heeft op de speler.
Disc kopieert niet naar VCR • Kopieerbeveiliging • Veel DVD’s hebben een kopieerbeveiliging naar VCR.
Wachtwoord niet geaccepteerd • Onjuist wachtwoord gebruikt • Stop afspelen. Druk op
A
is verbonden met • De HDMI UitgangAmag niet gebruikt worden met beeldschermen
Video Off
weergeven.
bepaalde passages.
display knippert. Dit reset het wachtwoord en alle instellingen in de standaard instelling.
om de video weer in te schakelen.
Clear
F
om de juiste functie te kiezen.
B
of de
9
.
D
(wissen) en houd deze vast tot de
46 PROBLEMEN
Technische Gegevens AVR 138
Audio gedeelte
Stereo Continu nominaal vermogen (FTC)
40 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz, @ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
Vijf kanaals surroundfuncties Uitgangsvermogen per kanaal, alle kanalen uitgestuurd
Front L&R kanalen: 30 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal: 30 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround kanalen: 30 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 95 dB
Surround overspraak
Analoge opname 40 dB (Pro Logic, enz.) Dolby Digital (AC-3) 55 dB DTS 55 dB
Frequentiebereik
@ 1 W (+0 dB, -3dB) 10 Hz – 100 kHz
High Instantaneous Current Capability (HCC) ±25 Amps
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 msec
Slew rate 40 V/msec
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/65 dB (DIN) Vervorming Mono/stereo: 0,15/0,3% Stereo kanaalscheiding 35 dB @ 1 kHz Selectiviteit ±400kHz: 70dB Spiegelonderdrukking 80 dB MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 522 – 1620 kHz Signaal/ruis-afstand 45 dB Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8% Selectiviteit ±10kHz: 30dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Video frequentiebereik 10 Hz – 8 MHz (-3 dB)
Algemeen
Lichnetspanning AC 230 V / 50 Hz Opgenomen vermogen 72 W zonder signaal, 580 W maximum
(twee kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm Hoogte 165 mm Diepte 382 mm Gewicht 9,6 kg
NEDERLANDS
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen. Hoogte inclusief voetjes en chassis. Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. ‘Dolby’, ‘Pro Logic’en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories, Inc. Confidential Unpublished Works. ©1992-1999 Dolby Laboratories,Inc. Alle rechten voorbehouden.
Gefabriceerd onder licentie van US patenten nr.: 5.451.942; 5.956.674; 5.974.380;
5.978.762; 6.487.535; 7.003.467 & andere US en wereldwijde patenten, verleend en aangevraagd. DTS, DTS Digital Surround, ES en Neo:6 zijn geregistreerde handelsmer­ken en de DTS logo’s Symbool zijn handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Logic 7 is een geregistreerd handelsmerk van Lexicon, Inc.
TECHNISCHE GEGEVENS 47
Technische Gegevens DVD 28
Bruikbare discs: 12 cm (5") of 8 cm (3") DVD-Video, DVD-Audio, Standaard conform DVD+RW, DVD+R, DVD-R, DVD-RW,
DivX, VCD, CD, CD-R, MP3, WMA, JPEG of CD-RW discs Regio code: DVD Movie disc met uitsluitend Code 2 of 0. DVD-Lagen: Enkelzijdig/Enkellaags, Enkelzijdig/Dubbellaags, Dubbelzijdig/Enkellaags, Dubbelzijdig/Dubbellaags Audioformaten: DVD-Audio MLP lossless, Lineair PCM, MPEG, Windows Media Dolby Digital of DTS Audio discs Stillstaand beeld: JPEG
Videosysteem: PAL/NTSC
HDMI™Output: Video: 576p, 720p, 1080i
HDMI Versie 1.0 geschikt HDCP Versie 1.1 geschikt
Composiet Video Uit: 1 V
S-Video uit: Y/luminantie: 1 V
Component Video Uitgang: Y: 1 V
/ 75 ohm, sync. negatief
tt
/ 75 ohm, sync. negatief
tt
C/chrominantie: 0,286 V
/ 75 ohm, sync. negatief
tt
Cr: 0,7 V
Cb: 0,7 V
/ 75 ohm
tt
/ 75 ohm
tt
tt
Analoog Audio Uit: 2 V RMS max
Frequentiebereik: DVD (Lineair PCM): 2 Hz - 22 kHz (48 kHz sampling)
2 Hz - 44 kHz (96 kHz sampling)
CD: 2 Hz - 20 kHz
Signaal/ruis-afstand (SNR): 105 dB (A-gewogen)
Dynamisch bereik: DVD: 100 dB (18 Bit) / 105 dB (20 Bit)
CD/DVD: 96 dB (16 Bit)
THD/1 kHz: DVD/CD: 0,0025%
Wow & flutter: Onmeetbaar
Netvoeding: 100–240 V / 50~60 Hz
Opgenomen vermogen: 1 watt (Standby) / 13 watt (Max)
Afmetingen (B x H x D): 440 x 50 x 285 mm
Gewicht: 4,0 kg
®
9,
Diepte inclusief knoppen en aansluitingen.
Hoogte inclusief voetjes en chassis.
Wijzigingen voorbehouden. Harman Kardon en Harman International zijn geregistreerde handelsmerken van Harman International Industries, Incorporated.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories, Dolby, Dolby Digital, Pro Logic en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Confidential. Ongepubliceerd werk. © 1992 – 1997 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Gefabriceerd onder licentie van US patenten nr.: 5.451.942 & andere US en wereldwijde patenten, verleend en aangevraagd. DTS en DTS Digital Out zijn geregistreerde handelsmerken en de DTS logo’s Symbool zijn handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Microsoft, Windows en WMAx zijn geregistreerde handelsmerken, dan wel handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
DivX, DivX Gecertificeerd en de bijbehorende logo’s zijn handelsmerken van DivX Networks, Inc en toegepast onder licentie.
Dit product bevat auteursrechten beveiligingstechnologie die beschermd wordt door bepaalde U.S. patenten en andere intellectuele rechten die eigendom zijn van Macrovision Corporation en andere rechthebbenden. Het gebruik van deze beveiligingstechnologie dient door Macrovision Corporation geautoriseerd te zijn en is bedoeld voor gebruik in huis en kleine kring, tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen met Macrovision Corporation. Opheffing en demontage is verboden.
48 TECHNISCHE GEGEVENS
NEDERLANDS
49
250 Crossways Park Drive, Woodbury, New York 11797 www.harmankardon.com Harman Consumer Group, Inc.: 2, route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France © 2007 Harman Kardon, Incorporated Part No.: CQX1A1260Z
Loading...