Harman kardon System 13828 User Manual [nl]

Open/Close
DVD 28
AUDIO/VIDEO
System 13828
AVR 138 Audio/Video Receiver DVD 28 Digital Versatile Disc Speler
NEDERLANDS
Inhoud
2
AVR 138
3 Veiligheid 3 Opstellen & Uitpakken 4 Afstandsbediening (AVR 138/DVD 28)
8 Bedieningsorganen 10 Aansluitingen 12 Installeren en aansluiten 12 Audio-apparatuur 13 Video-apparatuur 14 Systeemconfiguratie 14 In gebruik nemen 14 Instellingen voor
elke gebruikte ingang
14 Instelling ingang 15 Opzet luidsprekers 16 Opzet surround 16 Configureren Surround Uit
(Stereo) Functies
16 Stereo Direct (recht) 16 Stereo Digitale Functie 16 Vertraging 17 Nachtfunctie 17 Uitgangen 19 Bediening 19 Basisbediening 19 Ingangskeuze 19 Gebruik hoofdtelefoon 19 Keuze surroundfuncties 20 Digitale audioweergave 21 Digitale bron kiezen 21 Digitale status 21 Surround Functies 22 Nachtfunctie 22 Opnemen 22 Aanpassen uitgangsniveaus 23 6-Kanaals Directe Ingang 23 Helderheid display 23 Geheugenbeveiliging 23 Gebruik van de tuner 24 RDS 25 Problemen 25 Processor resetten
DVD 28
26 Terminologie 27 Mogelijkheden, Inhoud van de set 28 Aansluitingen op de Voorzijde 29 Display 30 Rear Panel Connections
31 Opzetten en Aansluiten 31 Alleen op de TV aansluiten 31 Op een Dolby Digital/DTS
Versterker/Receiver
33 Digitale Audio Verbindingen 34 Weergave 34 Basisfuncties 34 Weergavefuncties 35 Over DivX Filmbestanden 36 Systeemopzet 36 Standaard Systeeminstellingen 36 Setup Menu
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group, Inc.
2, route de Tours 72500 Château-du-Loir, Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013:2001 + A1:2003 EN 55020:2002 + A1:2003 EN 61000-3-2:2000 EN 61000-3-3:1995 + A1:2001 EN 60065:2002
36 Systeeminstellingen 37 Audio Instellingen 38 Audiocorrecties Submenu 39 Video Instellingen 40 Testbeeld 40 Testbeeld 40 TV Beeldindstelling met Testbeeld 41 Weergavemenu 41 Gebruik Speler Informatie Menu 41 Gebruik In-beeld Statusmenu 42 CD-Weergave 44 MP3, Windows Media en JPEG Weergave 46 Problemen 47 Technische Gegevens 48 Specifications
NOTE: This player is designed and manu factured
for compatibility with Region Management Information that is encoded on most DVD discs. This player is designed only for playback of discs with Region Code 2, or for discs that do not contain Region Code infor mation. If there is any other Region Code on a disc, that disc will not play on the DVD.
2 INHOUD
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group, Inc.
07/08
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedie­ningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een oplichtende indicatie in de display op de voorzijde aan.
1
(cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
0
(cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
(cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
Veiligheid
BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID
1. Lees deze aanwijzingen zorgvuldig.
2. Bewaar ze op een veilige plaats.
3. Houd u aan alle adviezen.
4. Volg alle raadgevingen op.
5. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
water.
6. Schoonmaken uitsluitend met een droge doek.
7. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Houd u bij
de installatie aan de aanwijzingen van de fabrikant.
8. Plaats het apparaat niet in de nabijheid van sterke warmtebronnen zoals radiatoren, kachels, stoven of andere apparatuur (zoals versterkers) die veel warmte produceren.
9. Verwijder nooit de beveiliging van een gepolariseer­de of randaarde stekker. Een gepolariseerde stekker heeft twee platte pennen waarvan de een breder is dan de ander. Een randaarde stekker heeft twee pennen en een zijcontact. De brede pen en het zij­contact zijn bedoeld voor uw veiligheid. Past de stekker niet in uw stopcontact, raadpleeg dan een installateur.
10. Zorg dat er niet op het netsnoer kan worden
getrapt en dat het niet kan beschadigen, vooral bij de stekker, contactdozen en op het punt waar het uit het apparaat komt.
11. Gebruik alleen toebehoren als door de fabrikant
aangegeven.
12. Gebruik ook alleen stands, driepoten,
beugels, tafels e.d. als door de fabri­kant aangegeven. Bij gebruik van een rolwagen opletten dat het apparaat niet omkiept en schade of letsel veroorzaakt.
13. Neem de stekker uit het stopcontact tijdens
onweer en bij langdurige afwezigheid.
14. Laat alle service over aan een gekwalificeerde
technicus. Service is noodzakelijk wanneer het apparaat of het netsnoer op enige manier is
beschadigd, er water, vocht of een voorwerp in is terecht gekomen, het apparaat is blootgesteld aan regen of vocht, niet normaal functioneert of is gevallen.
15. Stel het apparaat niet bloot aan spatwater of druppels en zet ook geen vazen met water o.i.d. op het apparaat.
16. Om het apparaat volledig van het lichtnet te scheiden, neemt u de stekker uit het stopcontact.
17. Zorg dat u de netstekker altijd gemakkelijk kunt bereiken.
18. Stel de batterijen niet bloot aan excessieve warm­te, zonlicht, vuur o.i.d.
De bliksemschicht in de gelijkzijdige drie­hoek waarschuwt de gebruiker voor de
aanwezigheid van ongeïsoleerde gevaarlij­ke spanningen in het inwendige van het product die kunnen leiden tot elektrische schokken.
Het uitroepteken in de gelijkzijdige drie-
hoek waarschuwt de gebruiker dat er bij
de handleiding van het product belangrijke bedienings- en onderhoudsaanwijzingen (service) zijn gevoegd.
WAARSCHUWING: om het risico op brand of elektri­sche schokken te verkleinen, het apparaat niet bloot­stellen aan regen en vocht.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het stopcontact en raad­pleeg een erkende reparateur.
Opstelling
n Plaats het apparaat, om een goede werking te
verzekeren en risico’s te vermijden, op een stevige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op een
schap, controleer dan of het schap en de steunen het gewicht kunnen dragen.
n Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor ven-
tilatie rond het apparaat. Plaatst u dit product in een kast of andere gesloten ruimte, controleer dan of er voldoende ventilatie is. In sommige gevallen kan een ventilator nodig zijn.
n Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
dergelijke ondergrond, daar dan de ventilaties­leuven worden afgesloten.
n Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
koude plaatsen, op een plaats waar het bloot­staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een verwarming.
n Plaats het apparaat niet in een vochtige of stof-
fige omgeving.
n Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de
bovenzijde van het apparaat vrij blijven en plaats er geen voorwerpen op.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een scho­ne, zachte en droge doek. Indien nodig bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en daarna met een doek met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigings middelen met drijfgas­sen, verdunner, alcohol of andere vluchtige midde­len. Gebruik geen schuurmiddelen, want deze kun­nen de afwerking van metalen onderdelen bescha­digen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle verbindingen met andere apparaten losgenomen zijn en dat de stekker van het apparaat zelf uit het stopcontact genomen is.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens trans­port te beschermen, zijn speciaal ontworpen om schokken en trillingen te absorberen. Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u deze plat maken. Dit doet u door het plakband op de bodem helemaal los te maken en de doos plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kunnen op dezelfde manier worden bewaard. Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is het goed te weten dat de doos en het overige ver­pakkingsmateriaal gerecycled kunnen worden. Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op de daarvoor aangewezen plaats.
NEDERLANDS
VEILIGHEID 3
S
E
TUP
138
28
a
q
t
`
z
x
y
p
g
j
k
m
n
o
s
u
w
v
b
d
c
f
r
e
7 8
l
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F
G H I J K L M N O P Q            
   
Inschakelen Niet in gebruik IR-zender Uitschakelen Muting Ingangskeuze Info Volume hoger/lager HD Functiekeuze Luidsprekerkeuze/Setup OK Vertraging/Status Geheugen/Camerapositie Wissen Voorkeuze hoger/lager RDS Keuze/Progressive
Scan/Interlaced Afspeellijst A-B Herhalen DTS Neo:6 Functiekeuze Stereo Functiekeuze Logic 7 Functiekeuze Dimmer Transportfuncties Volgende/vorige Nachtfunctie DTS Functiekeuze Dolby Functiekeuze Herhalen Willekeurig Klankregeling/Testsignaal aan/uit Afstemmen Directfunctie Tunerfunctie/Zoom Cijfertoetsen Digitale Keuze/Audiofunctie Navigeren Kanaalkeuze/Kanaal/Disc Menu Video uit Surroundfunctie/Programma
Terug/Ondertiteling Sluimerfunctie/Programma
Hoger/Audiokeuze Titels 6-Kanaals Directe Ingang MG/FM keuze AVR keuze
4 AFSTANDSBEDIENING
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
DTS Neo:6 MUSIC
DTS Neo:6 CINEMA
Belangrijk: de afstandsbediening van de 13828 heeft een aantal toetsen die meerdere functies besturen. Drukt u op AVR
dan is een reeks functies actief, identiek aan de functies voor CD, Tape, Video 1/2/3. Drukt u op DVD
5
dan veranderen de functies van sommige toetsen als boven de toets is aangegeven en hieronder wordt uitgelegd. Raadpleeg zonodig de functietabel voor een overzicht van de functies in beide posities.
0
Netschakelaar: indrukken om de netspan-
ning voor de AVR of de DVD in te schakelen die
is gekozen met AVR of DVD
1
Deze indicatie is niet actief.
2
IR-zender: richt dit op de sensor van de
of 5.
AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood signalen goed worden ontvangen.
3
Uitschakelen: druk op deze toets om de AVR of een gekozen apparaat in standby te zet­ten. Door de toets langer dan 3 seconden vast te houden gaan zowel de AVR als de DVD in stand­by.
4
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.
5
Ingangskeuze: door een van deze toetsen is te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan wordt de bron gekozen overeenkomend met de
5
ingedrukt toets. Tenslotte schakelt DVD
de toetsen met een dubbelfunctie om naar de DVD­functies. Nadat op DVD is gedrukt, drukt u weer
op AVR Functie
om weer de AVR-functies met de afstandsbediening te bedienen. Denk er aan dat DVD zowel de AVR als de DVD inscha­kelt, waar AVR alleen de AVR inschakelt.
6
Info (DVD): indrukken voor gedetailleerde informatie over de lopende disc (video/audio bit rate, beeldverhouding en andere) plus de huidi­ge instellingen van de speler. Denk er aan dat het apparaat op geen enkele loopwerktoets reageert zolang als het info menu in beeld is. Nogmaals indrukken om het menu te laten ver­dwijnen.
7
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt het afspeelniveau van het systeem.
8
HD Functiekeuze (DVD): wanneer de
DVD-speler is verbonden met een videomonitor
A
via de HDMI-uitgang
stuurt deze informa­tie naar de DVD die aangeeft wat de hoogste video resolutie is waartoe deze in staat is en stelt de DVD automatisch de video-uitgang daarop in. Door op deze toets te drukken kan de resolu­tie van het uitgangssignaal met de hand worden gewijzigd; de keuze wordt onder Video-uit- gang O aangegeven.
De DVD laat niet toe dat er een resolutie wordt gekozen die hoger is dan het gebruikte beeld­scherm en probeert u dat toch, dan verschijnt een in-beeld foutmelding die u wijst op een niet geschikte beeldformaat instelling. Wijzigingen die met deze toets worden ingesteld blijven actief tot de DVD of de monitor worden uitge­schakeld. Wordt één van beide uit- en weer ingeschakeld dan keert de DVD terug naar de standaardinstelling die door de monitor wordt aangegeven.
9
Luidsprekerkeuze/Setup:: indrukken om het Bass Management Systeem van de AVR te configureren op het door u gebruikte luid ­spreker systeem. Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen om het kanaal te kiezen dat u wilt instellen. Druk op OK
A
en kies het type luid­spreker. Zie pagina 17 voor aanvullende infor­matie.
Voor DVD: indrukken om het in-beeld menusys­teem van de DVD 28 op te roepen en de confi­guratie van de speler aan te passen. Denk er aan
6
op Info
te drukken om het Informatie menu van de DVD 28 te openen en gedetaille erde disc informatie te krijgen en de weergavefunctie van de disc te configureren.
A
OK: deze toets wordt gebruikt om instellin­gen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertragingstijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en het uitgangsniveau van de kanalen.
B
Vertraging/Status: druk op deze toets om het instellen van de vertragingstijd in te stellen, die door de AVR bij surround gebruikt. Voer ver­volgens de tijd in door op OK
⁄/¤
dan met op OK
in te stellen. Druk nogmaals
A
om het proces af te ronden. Zie
A
te drukken en
pagina 16 voor aanvullende informatie.
Voor DVD: roept vanuit weergave de balk met in-beeld aanwijzingen op. Kies de gewenste optie met de pijltoetsen. Is een symbool gemar­keerd, activeer de functie dan met OK op de afstandsbediening.
C
Geheugen/Camerapositie: indrukken om een zender in het geheugen van de AVR op te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de
display
F
en u heeft dan vijf seconden om
met de Cijfer toetsen
een positie voor het geheugen te kiezen. Zie pagina 23 voor meer informatie.
Voor DVD: indrukken om verschillende camerapo­sities op een DVD op te roepen. Werkt alleen wanneer de DVD meerdere posities bevat. Ook voor het roteren van JPEG beelden.
D
Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afstands bediening de frequentie van de zender invoert.
E
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de tuner drukt u op deze toets om door het overzicht van de geprogrammeerde zenders in het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de ingangskeuze
5
dan func­tioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit (DVD) of +10 (CD).
F
RDS Keuze/Progressive
Scan/Interlaced: indrukken om de verschillen-
de informaties op te roepen die RDS op de AVR biedt. Zie pagina 24 voor nadere informatie over RDS.
Voor DVD: indrukken om de resolutie van de Component Video Uitgang te wijzigen van stan­daard definitie naar progressive definitie (PAL interlaced en PAL progressive; NTSC interlaced en NTSC progressive).
G
Afspeellijst (DVD): indrukken om de volg-
orde van weergave van de disc te veranderen.
H
A-B Herhalen (DVD): indrukken om een
fragment A-B te herhalen.
I
DTS Neo:6 Functiekeuze: indrukken van deze toets schakelt de AVR door de verschillende DTS Neo:6 functies, waarmee een vijfkanaals signaal wordt gemaakt vanuit een stereosignaal van een PCM of een analoog ingangsignaal. De eerste keer dat u indrukt kiest de laatste DTS Neo:6 surround functie die het laatst werd gebruikt en elke keer dat nog eens wordt gedrukt verschijnen de functies in deze volgorde:
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING 5
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
J
Stereo Functiekeuze: indrukken om een stereo weergavefunctie te kiezen. Is op de toets gedrukt zodat
display
DSP SURR OFF in de
F
verschijnt, werkt de AVR in de passeerfunctie met echte volledig analoge tweekanaals links/rechts stereoweergave, zonder surround processing of bas management, in tegenstelling tot andere functies waarbij digitale processing wordt gebruikt. Verschijnt
SURROUND OFF in de display
F
dan hoort u stereoweergave aangevuld met de voor­delen van bas management. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREO dan wordt het stereosignaal
naar alle vijf de luidsprekers gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 16 voor meer informatie over stereoweergave.
K
Logic 7 Functie: druk op deze toets om één van de beschikbare Logic 7 functies te kie­zen. Zie pagina 19 voor de beschikbare Logic 7 functies.
L
Dimmer: indrukken om de dimmer te acti­veren zodat de helderheid van de display wordt verminderd, of geheel wordt uitgeschakeld. Eenmaal indrukken om de standaardfunctie op te roepen, maximale helderheid en de indicatie
VFD FULL in de display
F
. Nogmaals bin­nen vijf seconden indrukken om de helderheid met 50% terug te nemen; indicatie
. Weer binnen vijf seconden indrukken
HALF
VFD
om de display geheel uit te schakelen. Denk er aan dat deze functie tijdelijk is; bij het inschake­len van de AVR wordt altijd op volle sterkte gestart. Verder blij ven de Lichtnetindicatie en het blauwe attentielicht in de volumeregelaar altijd op volle sterkte, ongeacht de instelling. Dit ten teken dat de AVR nog steeds ingeschakeld is.
M
Transportfuncties: deze toetsen besturen
de DVD-speler.
N
Volgende/vorige (DVD):
(DWN): indrukken om terug te gaan naar het
begin van het lopende nummer. Direct nogmaals indrukken om naar het begin van het voorafgaande nummer te gaan. Na op PAUZE gedrukt te hebben zal het beeld telkens als op deze toets gedrukt wordt een beeldje terug gaan. (UP): indrukken om verder te gaan naar het begin van het volgende nummer. Na op PAUZ E gedrukt te hebben zal het beeld telkens als op deze toets gedrukt wordt een beeldje verder gaan.
O
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in. Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat ook op laag volume de dialoog in het cen­trum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 17 voor nadere informatie.
P
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op deze toets te drukken wordt alleen de gekozen functie aangegeven, afhankelijk van het afge­speelde surround materiaal en de luidspreker­configuratie.
Q
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste Dolby Surround processor functie. Door in te drukken wordt beurtelings een van de functies Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital gekozen. Denk er aan dat de Dolby func­tie alleen beschikbaar is bij een digitale ingang en de andere functies alleen zolang geen Dolby Digital bron wordt gebruikt.
Herhalen (DVD): telkens wanneer u op deze toets drukt, wisselt de weergavefunctie tus­sen het herhalen van een hoofdstuk, een num­mer of de gehele disc. Een herhaalsymbool ver­schijnt rechtsboven in beeld en geeft de gekozen herhaalfunctie aan. Wanneer het Informatiescherm actief is worden de wijzigin­gen in beeld aangegeven.
Willekeurig (DVD): indrukken om alle nummers in willekeurige volgorde af te spelen.
Klankregeling in/uit: de klankregeling en balans worden ingeschakeld door deze toets in te drukken. De indicatie in de display
F
TONE IN verschijnt
en met de instellingen van Bass (laag) en Tre bl e (hoog) hebben invloed op de uitgangssignalen. Staat de indicatie
in de displayF, dan wordt het signaal
OUT
3
‘recht’ weergegeven.
Afstemmen hoger/lager: wanneer de tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik. Heeft u op Tunerfunctie
Afstembereik
AUTO in de display
9
ingedrukt gehouden zodat
F
verschijnt, dan zal de tuner na het indrukken van één van de toetsen de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die met voldoende sterkte voor goede ontvangst binnenkomt. Verschijnt
play
F
dan zal worden afgestemd in enkelvou-
MANUAL in de dis-
dige stappen. Zie pagina 23 voor meer informa­tie.
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de
cijfertoetsen
de frequentie in. Zie pagina
23 voor nadere informatie.
TONE
gedrukt, of
Tunerfunctie/Zoom: indrukken terwijl de tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automa tische afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de onderste regel van de display aanwijzing
MANUAL (met de hand) en door
op Afstemming frequentie in enkele stappen hoger of lager. Is FM gekozen en staat afstemming) in de display op deze toets te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina 27 voor meer informatie.
bij het afspelen van een DVD of VCD drukt u op deze toets om in te zoomen. De zoomfunctie heeft 4 posities, elk groter dan de voorgaande. Schakel door alle zoomfuncties om naar normaal beeld terug te gaan.
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan de frequentie van een radiozender of een programma. Voor DVD kunt u de nummers direct invoeren, gevolgd door OK om naar dat nummer te gaan.
Digitale Functie/Audiofunctie: druk op deze toets om een van de digitale ingangen
4G9L
re informatie over het gebruik van de digitale ingangen. Audiofunctie: bij het bedienen van de DVD kiest u met deze toets de audiofunctie.
Navigeren: worden voor meerdere functies gebruikt, bijvoorbeeld om een surroundfunctie te kiezen. Deze toetsen worden ook gebruikt om de uitgangsniveaus aan te passen bij de configuratie van het apparaat, de luidsprekers voor configura­tie te kiezen, of de digitale ingang te kiezen.
Kanaalkeuze/Disc Menu: hiermee acti­veert u het OK van de uitgangsniveaus van de AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt te hebben kan met de toetsen
⁄/¤
het kanaal worden gekozen, waarna
met OK
A
niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 22 voor aanvullende informatie.
DVD Disc Menu: brengt tijdens afspelen het actuele DVD menu in beeld. Bij het afspelen van discs met JPEG beelden op deze toets drukken om een overzicht (thumbnails) op te roepen.
Video Uit: schakelt de video uitgang uit voor een betere kwaliteit met audio discs. Nogmaals indrukken om weer in te schakelen.
F
de
8te drukken gaat de
AUTO (automatische
F
dan wordt door
te kiezen. Zie pagina 14 voor nade-
en dan opnieuw met de ⁄/¤het
6 AFSTANDSBEDIENING
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
90
min80min70min60min50min
40
min
30
min20min10min
OFF
Surround Functie/Programma
Terug</Ondertiteling: druk op deze toets om de
surroundfunctie te wijzigen. Vervolgens kiest u met de toetsen
⁄/¤
de gewenste surroundfunc-
tie. Zie pagina 20 voor nadere informatie.
Indrukken tijdens het afspelen van een DVD om de ondertitels in of uit te schakelen.
Opmerking: vanwege de verschillende manieren waarop discs zijn opgezet kan het gebeuren dat de talen die met de toets Ondertitels worden opge­roepen, niet alle talen bevatten die op de disc staan. Wij raden u daarom aan daarvoor het menu van de disc zelf te gebruiken.
Sluimerfunctie/Programma
Verder>/Audiokeuze: druk op deze toets om het
apparaat in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal de AVR automatisch in standby gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de sluimerfunctie uit te schakelen. Denk er aan dat deze toets ook wordt gebruikt om een ander kanaal te kiezen op TV, VCR en SAT.
DVD: roept de verschillende talen geluid op (indien op de ingelegde DVD beschikbaar).
bij het afspelen van een disc indrukken om terug te gaan naar de eerste sectie van de disc. Speelt u een DVD-Audio disc die andere formaten bevat die de DVD kan afspelen, zoals lineair PCM of Dolby Digital 5.1 dan kunt u met deze toets van het ene naar het andere formaat omschakelen.
6-Kanaals Directe Ingang: indrukken om de component te kiezen die is verbonden met de
6-Kanaals Directe Ingang
N
. Denk er aan dat wanneer u de Zes Kanaals Directe Ingang wilt gebruiken in combinatie met een videobron u eerst de videobron dient te kiezen met één van de
Ingangskeuzes de 6-Kanaals Directe Ingang
5
. Druk dan op deze toets om
N
als bron te kie-
zen.
MG/FM keuze: druk op deze toets om de tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen MG en FM. Zie pagina 26.
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstands­bediening om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
No. Button Name AVR/TAPE/CD/VID1/VID2/VID3 DVD
AUDIO DVD 1 Power On Power On Power On 2 Power Off Power Off Power Off 5 Mute Mute Mute (AVR)
44 AVR AVR Power On AVR
6 DVD DVD DVD 6 TAPE TAPE TAPE 6 VID1 VID1 VID1
43 AM/FM AM/FM AM/FM
6 CD CD CD
42 6CH 6CH 6CH
6 VID2 VID2 VID2 6 VID3 VID3 VID3
40 Sleep/ Audio Sleep Audio 41 Title Title
8 Info Info 8 Vol Up Vol Up Vol Up
39 Surr./ Subt. Surr. Subtitle 38 V.OFF V.OFF
9 HD-M HD Mode 8 Vol Down Vol Down Vol Down
37 CH. / Disc menu Channel Disc Menu 10 SPKR / Setup Speaker Setup 36 Level+/Up Level+/Up Up 36 Left < Left < Left 11 OK SET Enter 36 Right > Right > Right 36 Level-/Down Level-/Down Down 35 Digital / Audio mode Digital Audio mode 12 Delay / Status Delay Status 34 1 11 34 2 22 34 3 33 34 4 44 34 5 55 34 6 66 34 7 77 34 8 88 33 TUN-M / Zoom TUN-M Zoom 34 9 99 34 0 00 13 MEM / Angle Memory Angle 31 Tuning Up Tuning Up 32 Direct Direct 14 Clear Clear Clear 15 Preset Up Preset Up Slow Up 31 Tuning Down Tuning Down 30 Tone Tone Mode/Test Tone ON-OFF 16 RDS/ P/I RDS P/I 15 Preset Down Preset Down Slow Down 29 Random Random 28 Repeat Repeat 18 A-B A-B 17 Playlist Playlist 27 Dolby Surround Dolby Surround Dolby Surround 28 DTS Surround DTS Surround DTS Surround 19 DTS NEO:6 DTS NEO:6 DTS NEO:6 25 Night Night Night 21 Logic7 Logic7 Logic7 20 Stereo Stereo Stereo 24 Skip Down Skip Down(DVD) Prev Step 24 Skip Up Skip Up(DVD) Next Step 22 DIM Dimmer Dimmer 23 Rew(G) Rew(DVD) REW 23 Play(AB) Play(DVD) Play 23 FF(H) FF(DVD) FF 23 Open/Close Open/Close(DVD) Open/Close 23 Stop Stop(DVD) Stop 23 Pause Pause(DVD) Pause
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING 7
Bedieningsorganen
1
67
G
9
D
F
I
J
C
8
B
H
2
4
A
5
E
3
DIGITAL LOGIC 7
VID 1 DVD
CD
FMAM
TAPE
VID 2
VID 3
PRO LOGIC
3 STEREO DSP
5 CH. STEREO
SURR. OFF
6 CH
1
Netschakelaar
2
Standby
3
Lichtnetindicatie
4
Hoofdtelefoonuitgang
5
Digitale ingang 3 optisch
6
Luidspreker/Kanaal Indicatie
7
Surround Functie Groep Keuze
1
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de oranje LED
3
. Wanneer deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren, deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal gesproken in de positie ON (aan) staan.
8
Afstemmen
9
FM/MG
)
Voorkeurposities
!
Ingangskeuze
@
RDS functies
#
Surround Functiekeuze
$
Surroundfunctie indicaties
2
Standby: wanneer de netschakelaar
1
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om het apparaat uit (standby) te schakelen. De
lichtnetindicatie
3
wordt blauw als het
apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens standby, als teken dat het apparaat gereed is voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon wordt aangesloten, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
5
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti­sche digitale audio uitgang van een audio of video product hierop aan. Wordt de ingang niet gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is afgedekt om te voorkomen dat er stof in de ingang komt.
%
Sensor afstandsbediening
^
Display
&
Digitale ingang 3 coax
*
Video 3 ingang
(
Volume
Ó
Ingangsindicaties
6
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of de configuratie van het binnenkomende signaal. De indicaties voor de luidsprekers links, centrum, rechts, links surround en rechts surround bestaan uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste twee wanneer een grote luidspreker is gekozen. Brandt geen enkel hokje voor de kanalen centrum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 16 voor nadere informatie over het configureren van de luidsprekers. De letter in het middelste hokje geeft een actief kanaal aan. Voor standaard analoge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat een stereo­bron aangeeft. Gaat het om een digitale bron dan geven de indicaties aan welke kanalen op de digitale ingang worden ontvangen. Een knipperende letter geeft een onderbroken digitaal signaal aan. Zie pagina 15 voor nadere informatie over deze indicaties.
8 BEDIENINGSORGANEN
Bedieningsorganen
7
Surround groep: indrukken om de eerste groep surround functies te kiezen. Telkens wan­neer u drukt wordt de volgende groep gekozen in deze volgorde: Dolby functies DTS Digital functies DSP functies Stereo functies Logic 7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de gewenste surround functiegroep in de
Onderste Displayregel Surround Functiekeuze
beschikbare functies te schakelen. Druk hier bij­voorbeeld op om de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan op Surround Functie -
keuze
#
om de verschillende opties te kiezen.
8
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de rechter zijde om naar een hogere frequen­tie te gaan. Wordt een zender met een sterk sig­naal gevonden dan verschijnt
TUNED
(met de hand afgestemd of automatisch afge­stemd). Zie pagina 23 voor meer informatie over afstemmen.
9
tuner als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus­sen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te schakelen tussen stereo en mono, handafstem­ming en automatische afstemming. Zie pagina 23 voor nadere informatie.
of AUTO TUNED in de display
FM/MG keuze: druk op deze toets om
F
en dan drukt u op
#
om door de
MANUAL
F
)
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om voor- of achteruit door het overzicht van de voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 27 voor nadere informatie.
!
Ingangskeuze: druk één of meermaals op deze toets om een andere bron te kiezen.
@ RDS functie: indrukken om de verschillen- de boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner op te roepen. Zie pagina 24 voor nadere informatie over RDS.
#
Surround Functiekeuze: indrukken om te kiezen uit de beschikbare surround functies voor de gekozen functiegroep. De specifieke functies kunnen verschillen op basis van het aantal beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of het om een analoge of een digitale bron gaat. Druk bijvoorbeeld op Surround Functie
Groep Keuze
zen als Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de beschikbare functies te zien. Voor meer informatie omtrent functiekeuze, zie pagina 21.
7
om een functiegroep te kie-
$
Surroundfuncties: geeft aan welke
surround functie momenteel in gebruik is.
%
Sensor afstandsbediening: deze sensor ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een externe sensor is aangesloten.
^
Display: in de display worden aanwijzingen en in de display verschijnen aanwijzingen en indicaties die helpen het apparaat te bedienen.
&
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk gebruikt voor het aansluiten van draagbare digitale audio apparaten, videospelletjes en andere producten die een coax digitale aanslui­ting hebben.
*
Video 3 ingang: deze audio/video aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijde­lijke verbinding met videospelletjes of draagbare audio/video apparaten zoals camcorders en draagbare audio spelers.
(
Volume: draai deze knop naar rechts om het niveau te verhogen, of naar links om het niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt auto­matisch opgeheven zodra de volumeregelaar wordt verdraaid.
Ó
Ingang: geeft aan welke ingang momenteel
als bron van de AVR in gebruik is.
NEDERLANDS
AANSLUITINGEN 9
¢
°
c
B
d
e
¡
b
·
ª
a
§
£
Aansluitingen
0
Tape ingangen
1
Tape uitgangen
2
Video 1 audio ingangen
3
MG antenne
4
Video 1 audio uitgangen
5
DVD audio ingangen
6
FM antenne
7
CD ingang
0
Tape-ingangen: verbind deze ingangen met
de Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
1
Tape-uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/In ingangen van een audiore- corder.
2
Video 1 audio ingangen: verbind deze ingangen met de Play/Out uitgangen van een TV of andere videobron.
3
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG raamantenne aan. Wordt een externe MG­antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij gevoegde aanwijzingen.
8
Video 2 Component video-ingang
9
Coax digitale ingangen
A
Subwoofer uitgang
B
TV/monitor uitgang
C
Front/Centrum luidsprekeruitgangen
D
Surround luidsprekeruitgangen
E
Component video-uitgang
F
Video 1 component video-ingang
4
Video 1 audio uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/Input ingangen van een VCR.
5
DVD audio ingangen: verbind deze ingan­gen met de analoge audio uitgangen op een DVD of andere video bron.
6
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een kabelsysteem.
7
CD-ingang: verbind deze ingang met de analoge uitgangen van een CD-speler of CD­wisselaar.
G
Netsnoer
H
DVD video ingangen
I
Video 1 video uitgangen
J
Video 2 audio ingangen
K
Video 2 video ingangen
L
Optisch digitale ingangen
M
Video 1 video ingangen
N
6-Kanaals Directe Ingang
8
Video 2 Component Video Ingang: ver­bind de Y/Pr/Pb component video uitgang van de HDTV settop converter, satellietontvanger of andere videobron met de component aansluitin­gen van dat apparaat.
9
Coax digitale ingangen: verbind deze ingang met de coax digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM-signaal zijn. Sluit geen RF digitaal signaal van een LD-speler op deze ingang aan.
A
met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij gebruik van een losse subwooferversterker wordt deze uitgang met de ingang van die ver­sterker verbonden.
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang
10 INTRODUCTION
Aansluitingen
B
TV/monitoruitgang: verbind deze uitgang met de composiet en/of S-video ingang van een TV monitor of videoprojector om het signaal van een videobron die met de video keuzeschakelaar op de receiver is gekozen.
C
Front/Centrum luidsprekeruitgangen:
verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de front/centrum luid­sprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 12 voor nadere informatie.
D
Surround luidsprekeruitgangen: verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de linker en rechter surround luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidspre­kers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 12 voor nadere informatie.
E
Monitor Component Video Uitgang:
sluit deze uitgangen aan op de component video-ingangen van een videoprojector of –monitor. Wanneer een bron, aangesloten op een van de twee Component video-ingan-
gen
8F
, wordt geselecteerd dan zal het sig-
naal naar deze aansluitingen gestuurd worden.
F
Video 1 component ingang: sluit de Y/Pr/Pb component video-uitgangen van een DVD-speler aan op deze aansluitingen.
Opmerking: alle component in- en uitgangen kunnen op dezelfde wijze als beschreven voor Y/Pr/Pb signalen ook voor RGB signalen worden gebruikt en verbonden met de aansluitingen van de overeenkomstige kleur. RGB verbinding is niet mogelijk wanneer de bron een afzonderlijk sync signaal afgeeft (zie pagina 13).
G
Netsnoer: verbind de stekker met een ongeschakeld stopcontact.
H
DVD video-ingangen: verbind deze ingan­gen met de composiet of S-video uitgangen van een DVD-speler of andere videobron.
I
Video 1 video uitgangen: verbind deze uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of S-video ingang van een VCR.
J
Video 2 audio ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere videobron.
K
Video 2 video ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een tweede VCR of andere videobron.
L
Optisch digitale ingangen: verbind deze ingang met de optisch digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM-signaal zijn.
M
Video 1 video ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een TV of andere videobron.
OPMERKING: sluit of de Video of de S-Video uitgang van een S-Video bron aan op de AVR, maar nooit beide tegelijk daar dit tot storingen in het beeld kan leiden.
N
6-Kanaals Directe Ingang: deze ingang wordt gebruikt voor het aansluiten van DVD­Audio of SACD spelers met discrete analoge uit­gangen.
NEDERLANDS
INTRODUCTION 11
Installeren en aansluiten
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op een stevige ondergrond en controleer of deze het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de overige audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of veranderen van de verbindingen tussen audio ­apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voor­komen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
Belangrijk: om alle aansluitingen gemakkelijk te kunnen onderscheiden en zo het aansluiten te vereenvoudigen, zijn alle aansluitingen van de AVR conform de nieuwe EIA/CEA-863 op de volgende wijze kleurgecodeerd: Luidsprekers en audio in/uitgangen: wit (links, luid­sprekers front) en rood (rechts, luidsprekers front). Luidsprekers: groen (centrum), blauw (links sur­round) en grijs (rechts surround). Audio uitgang: paars (subwoofer). Composiet video in/uitgangen: geel. Digitale audio in/uitgangen: oranje.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op de CD-ingang
OPMERKING: als de CD-speler zowel een vaste als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat voor reden dan ook in niveau aangepast dient te worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiore­corder met de tape ingang analoge ingangen RECORD/IN met de uitgan­gen Tape uitgang
3. Verbind de digitale uitgang van de bronnen met de juiste ingangen op achterzijde van de AVR. Let erop dat de optisch en Coax digitale ingangen met een Dolby Digital of DTS-bron, dan wel met een PCM-signaal (S/P-DIF) van een traditionele CD-, MD- of LD-speler.
4. Installeer de bij het apparaat geleverde MG kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit deze aan op de schroefklemmen AM en GND
7
L94G
aan.
0
. Verbind de
1
op de AVR.
kunnen worden gebruikt
3
5. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM (75 ohm) ingang
6
. De FM-antenne kan een externe dakantenne, een draadantenne binnenshuis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem. Als de antenne is aangesloten via een lintkabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
6. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en surround luidsprekeruitgangen
Voor een optimale signaaloverdracht naar de luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan worden beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren. Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel.
Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken, vanwege vermogensverlies en de teruggang in prestatie die zich zal voordoen.
Bij het aansluiten van de luidsprekers vooral goed letten op de juiste polariteit. Verbind de "negatieve"/"zwarte" draad met dezelfde aan­sluiting op zowel de receiver als de luidspreker. Op dezelfde manier verbind u de "positieve"/ "rode" draad met de aansluitingen van dezelfde kleur op de AVR en luidsprekers.
.
CD
OPMERKING: hoewel de meeste luidsprekerfa­brikanten zich houden aan de industriële stan­daard waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en optimale prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding van de luidsprekers controleren op de polariteit. Als u niet weet wat de polariteit van uw luidspre­ker is, vraag dan uw leverancier om advies voor­dat u verder gaat met de aansluiting, of raad­pleeg de fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten
.
voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid­sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
7. De subwoofer wordt gewoonlijk aangesloten op de lijnniveau subwooferuitgang
A
en de lijningang van een subwoofer met ingebouwde versterker. Wordt een passieve subwoofer gebruikt, verbind dan deze uitgang met de
2
kan
ingang van een eindversterker, waarop dan één of meer subwoofers worden aangesloten. Wordt een actieve subwoofer gebruikt zonder lijnni­veau ingang, lees dan de instructies die bij de luidspreker zijn gevoegd voor de juiste aanslui­ting.
Opmerking: een luidsprekerset met twee satel­lieten en een passieve subwoofer wordt aange­sloten op de uitgangen front luidsprekers en NIET op de subwooferuitgang
A
C
,
.
8. Verbind de 5.1 uitgangen van een meer ­kanaals audiobron zoals een externe digitale processor/decoder, DVD-Audio of SACD speler, met de 6-Kanaals Directe Ingang
N
.
12 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en aansluiten
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan­gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan- gen met de Video 2 ingangen achterzijde. De audio en video Record/In in - gangen van de VCR worden verbonden met de
Video 1 uitgangen
2. Hoewel op deze ingang elke videobron kan worden aangesloten, raden we u aan de TV op de Audio 1 Audio/Video Ingang sluiten zodat u kunt werken met de voorgepro­grammeerde TV afstandsbedieningscodes voor de Video 1 positie. Om dezelfde reden raden u aan de videorecorder, kabel-TV converter of satellietontvanger op de
Video 2 Audio/Video Ingang
sluiten.
3. Verbind de analoge audio- en video-ingangen van een DVD met DVD
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of HDTV-converter aan op de juiste Optische of Coaxiale digitale ingangen Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1
standaard naar de analoge ingangen hoewel in principe elke digitale bron op elke digitale audio­ingang van de receiver kan worden toegewezen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang op de achterzijde van de receiver met de composiet of S-Video ingang van de televisie of videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide component video aansluitingen hebben, sluit de component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang
zelfs wanneer de component video-aansluitingen gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen of Optische digitale ingangen
4I
L
JK
op de
van de AVR.
2M
aan te
JK
aan te
5C
.
9L4G
hoort. Alle andere gaan
F
5
of op de Coaxiale
.
. Merk op dat
9L
.
B
7. Indien u een ander component video-apparaat ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de
Video 2 component video-ingangen
audio-aansluitingen voor dit apparaat dienen te worden gemaakt op de Video 2 ingangen of op de Coaxiale of Optische digitale ingan­gen
9L
.
8. Indien de component video-ingangen gebruikt worden, sluit dan de Component video-uit-
gangen
gen van uw TV, projector of weergave-apparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind de audio, video en digitale audio uitgangen van dat apparaat dan met de Front Ingangen
4GH
sloten apparaat wordt gekozen als Video 3 ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
ingang. Zie pagina 16 voor nadere informatie over de configuratie van de ingangen.
Opmerkingen over video-aansluitingen:
• Y/Pr/Pb Component, RGB (zie pagina 14) S-Video of Composiet videosignalen kunnen alleen in hun oorspronkelijke vorm worden bekeken en worden niet omgezet naar andere formaten.
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en verbonden met de aansluitingen van overeen­komstige kleur. Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB video­signalen door de bron worden afgegeven, alleen met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder een afzonderlijk sync signaal van de bron.
E
aan op de component video-ingan-
. Een op Video 3 ingangHaange-
4G
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'
8
De
J
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 13
Systeemconfiguratie
Pb
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge­steld en aangesloten, dient het geheugen van de systeem geconfigureerd te worden. De AVR beschikt over twee soorten ge heugens, individu­ele geheugens die verbonden zijn met de gekozen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals de uitgangsniveaus van de luidsprekers of vertragingstijden die door de surround processor gebruikt worden.
In gebruik nemen
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellingen kunnen worden uitgevoerd.
G
1. Steek de stekker van het netsnoer ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar ingedrukt blijft staan. Controleer of de lichtnet-
indicatie
apparaat in standby staat.
3. Verwijder het beschermende plastic van de sensor op het frontpaneel. Doet u dat niet dan kan de reikwijdte van de afstandsbediening negatief worden beïnvloed.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in de afstandsbediening, als in de afbeelding aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby drukken, of met de ingangskeuze voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
AVR keuze Ingangskeuze dicatie
apparaat ingeschakeld is en de display op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de ingangskeuze5om het apparaat in te schakelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze om de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
3
oranje wordt, ten teken dat het
, of op een van de toetsen
5
te drukken. De lichtnetin-
3
wordt nu blauw ten teken dat het
1
in een
zodat deze
2
!
op de
F
te
licht
Aanwijzingen voor gebruik en verwijdering van gebruikte batterijen.
Specificatie van het type batterij.
Deze symbolen (hierboven) afgebeeld op een product, verpakking of losse informatie, dan wel in een handleiding betekenen dat het product zelf, inclusief de batterijen die erbij zijn gevoegd of zijn ingebouwd, nooit met het huisvuil mag worden weggegooid. Zij dienen te worden ingeleverd op de daarvoor aangewezen plaats zodat voor een juiste ver­werking of recycling kan worden gezorgd, in overeenstemming met nationale of plaat­selijke wetgeving, of de Europese Richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
De juiste verwerking van producten en bat­terijen die worden afgedankt bespaart grond­stoffen en voorkomt negatieve effecten op het milieu en/of onze gezondheid.
De batterijen die bij het apparaat zitten kun­nen alkaline zijn, koolstof/zink/mangaan of lithium (knoopcel); alle dienen op de hiervoor beschreven wijze te worden afgevoerd.
Om de batterijen uit de apparatuur of afs­tandsbediening te verwijderen, raadpleegt u de handleiding van het product over het ver­vangen van de batterijen.
Bij producten die zijn voorzien van een bat­terij die de gehele levensduur van het appa­raat meegaat, kan verwijderen voor de gebruiker niet mogelijk zijn. In dat geval dient het recycling- of verwijderingsbedrijf te zor­gen voor demontage en verwijdering van de batterij. Wanneer zo’n batterij om wat voor reden dan ook moet worden vervangen, dient dit te gebeuren door een geautoriseerd ser­vicecenter.
Instellingen per gebruikte ingang
De AVR heeft een zeer modern geheugensysteem waarmee verschillende instellingen gemaakt kun­nen worden voor de luidsprekerconfiguratie, digi­tale ingangen, surround functie, vertragingstijden en de uitgangen voor elke ingang. Zo kunt u het luisteren naar elke bron afzonderlijk instellen en de AVR slaat dat in het geheugen op. Dat bete­kent dat u verschillende surround functies en analoge of digitale ingangen met verschillende bronnen kunt combineren, dan wel verschillende luidsprekerconfiguraties en wijzigingen aan het bas management systeem en het gebruik van de centrum luidspreker. Eenmaal ingesteld worden deze instellingen weer geactiveerd wanneer de ingang wordt gekozen.
De standaard af fabriek instelling voor de AVR is alle ingangen voor een analoge bron (behalve de DVD ingang, waarvoor de Coax Digitale Ingang 1 MUSIC als surround functie, alle luidsprekers ingesteld op “small” (klein) en een aangesloten subwoofer. Voordat u het apparaat in gebruik neemt, wilt u wellicht deze instellingen voor een aantal ingangen wijzigen, bijvoorbeeld voor een juiste configuratie met digitale of analoge ingan­gen, de aangesloten luidsprekers en de surround functies die gekoppeld zijn met de ingangen.
Instelling ingang
De eerste stap bij het configureren van de AVR is het kiezen van een ingang. Doe dat door op de
Ingangskeuze
tot de naam van de gewenste ingang in de
display
naast de ingang van de Ingangskeuze de voorzijde. De ingang kan ook worden gekozen door op de juiste Ingangskeuze afstandsbediening te drukken.
De tweede stap is het koppelen van de digitale ingang met de gekozen bron (indien nodig, anders blijft de analoge gekozen). Druk op digi-
tale ingangskeuze
ning. Binnen vijf seconden kiest u de ingang met de tot de gewenste digitale of analoge ingang in de
display
A
slaan. Nadatr de instelling voor een ingang is gemaakt, herhaalt u het bovenstaande voor alle andere ingangen. Zonodig kan zo'n koppeling later weer worden veranderd; het geheugen van de AVR onthoudt de instellingen tot ze worden veranderd.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre­kers met de AVR worden gebruikt en is belang­rijk. Dit is belangrijk omdat het bepaalt welke luidsprekers lage frequenties (bas) krijgen en of een Centrum luidspreker wordt gebruikt of niet, en wel afzonderlijk per gekozen ingang. Gebruik voor elke instelling hier de positie
9
de standaard is, met Logic 7
!
op de voorzijde te drukken
F
verschijnt en een indicatie oplicht
5
op de afstandsbedie-
⁄/¤
toetsen op de afstandsbediening,
F
verschijnt. Druk vervolgens op OK
om de nieuwe digitale koppeling op te
LARGE
J
op
op de
14 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
(groot) wanneer traditionele luidsprekers worden aangesloten die geschikt zijn voor frequenties beneden 100 Hz. Gebruik de instelling
SMALL
(klein) voor kleinere, satellietachtige luidsprekers die geen frequenties beneden 100 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepassing van kleine luidsprekers voor front links en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het weergeven van de lage frequenties. Onthoud dat elke luidspre­keropzet die afwijkt van de standaard instelling (zie boven) afzonderlijk en per ingang van de AVR dient te worden ingesteld.
Bij ingeschakelde AVR volgt u onderstaande stappen om de luidsprekers te configureren:
1. Druk op Luidspreker diening. De woorden
9
op de afstandsbe-
FRONT SPEAKER
(luidsprekergrootte) verschijnen in de display F.
2. Druk op OK
3. Druk op om
FRONT LARGE (front groot) of
FRONT SMALL (front klein) te kiezen, over-
A
.
¤
/
op de afstandsbediening
eenkomend met de luidsprekers die u voor links front en rechts front gebruikt, conform de omschrijving hiervoor.
Wanneer
SMALL wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de sub­wooferuitgang gestuurd worden. Denk er aan dat bij deze instelling en zonder een subwoofer geen lage tonen van de front kanalen hoorbaar zullen zijn. Deze instelling is niet beschikbaar bij stereo om een zo zuiver mogelijke weergave van de DSP's te garanderen.
Wordt
LARGE gekozen, dan wordt een full-
range signaal naar de linker en rechter front kanalen gestuurd. Afhankelijk van de configuratie van de subwoofer (zie verderop), kan het laag voor front links en rechts ook naar een subwoof­er worden gestuurd.
Belangrijk: bij gebruik van een luidsprekerset met twee front satellieten en een passieve sub­woofer, aangesloten op de front luidspreke-
ruitgangen
kers ingesteld worden op
C
, dan dienen de front luidspre-
LARGE.
4. Als u uw selectie voor het frontkanaal heeft
A
voltooid, drukt u op de OK
op de
¤
/
toetsenop de afstandsbedie-
ning om het display te veranderen in
SPEAKER
.
, en vervolgens
CENTER
5. Druk opnieuw op de OK
¤
/
toetsenop de afstandsbediening, om
A
en gebruik de
de optie te selecteren die het beste uw systeem beschrijft dat gebaseerd is op de definities van de middelste speaker die weergegeven zijn in de vorige sectie.
Wordt
SMALL gekozen, dan zullen de lagen
tonen voor het centrum kanaal naar de front kanalen gestuurd worden, mits deze zijn inge­steld op
LARGE en de subwoofer is uitgescha-
keld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage tonen van het centrum kanaal uitsluitend naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE is gekozen zal het volledige
frequentiebereik naar de centrum luidspreker gestuurd worden, en bij analoge en digitale sur­roundfuncties wordt (behalve in de Pro Logic II Music functie) GEEN signaal van het centrum kanaal naar de subwooferuitgang gestuurd.
Wordt
NONE (geen) gekozen, dan wordt geen
signaal naar het centrum kanaal gestuurd. De receiver werkt nu met een 'fantoom' centrum kanaal, waarbij de informatie voor het centrum kanaal naar de linker en rechter front luidspre­kers wordt gestuurd en het laag naar de sub­woofer, mits SUB L/R+LFE is gekozen op de regel SUBWOOFER regel van dit menu (ziew verderop). Deze functie is noodzakelijk wanneer geen cen­trum luidspreker aanwezig is. Denk er aan dat voor gebruik van de Logic 7C surround functie een centrum luidspreker noodzakelijk is, maar Logic 7M werkt ook uitstekend zonder een cen­trum luidspreker.
6. Wanneer de keuze voor het centrum kanaal is gemaakt, drukt u op de OK
¤
op
/
op de afstandsbediening, tot de
display
SURR SPEAKER aangeeft.
7. Druk nogmaals op de OK
¤
/
op de afstandsbediening en kies de
A
en vervolgens
A
en gebruik
optie die het beste bij uw systeem past en over­eenkomt met de in de voorgaande paragraaf gegeven omschrijving van de surround luidspre­kers.
Wordt
SMALL (klein) gekozen dan wordt, wan-
neer de subwoofer uitgeschakeld is, het laag bij alle digitale surround functies naar de front luid­sprekers gestuurd en wanneer de subwoofer ingeschakeld is, naar de subwoofer. Bij analoge surround functies is dit afhankelijk van de geko­zen functie en de instelling van de subwoofer en de front luidsprekers.
Wanneer
LARGE is gekozen wordt het volledige
frequentiebereik naar de surround kanalen gestuurd (bij alle analoge en digitale surround­functies) en, met uitzondering van de Hall en Theater functies, wordt geen laag van de sur­round kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen links front en rechts front. Merk op dat voor opti­male weergave zonder surround luidsprekers gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo functie i.p.v. Dolby Pro Logic.
8. Wanneer de keuze voor het surround kanaal is gemaakt, drukt u op de OK
¤
op
/
op de afstandsbediening, tot de
display
S-W SPEAKER aangeeft.
9. Druk op de OK
A
A
en vervolgens
en vervolgens op de
/
toetsenop de afstandsbediening om de optie te kiezen die het beste met uw subwoofer­systeem overeenkomt.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de subwoofer worden bepaald door de instellingen voor de andere luidsprekers, vooral de front links en rechts posities. Wanneer de front links/rechts luidsprekers op woofer automatisch op
SMALL staan wordt de sub-
SUB gezet, wat betekent
dat deze actief is.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
LARGE staan, zijn drie opties beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR,
¤
/
druk dan op
tot SUB NONE in de display verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt alle laag informatie naar de front links/rechts ‘hoofdluidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’ luidsprekers het laag in alle gevallen te laten weergeven en de subwoofer alleen te activeren wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale bron die een speciaal Low Frequency Effects, of LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt worden voor het speciale laag van bepaalde films. Om die optie te kiezen drukt u op
tot SUB LFE in de display verschijnt.
⁄/¤
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en deze wordt gebruikt voor de laagweergave in combinatie met de hoofdluidsprekers front links/rechts, ongeacht het type programmabron of de gekozen surroundfunctie, Druk op
tot SUB L/R+LFE in de display
⁄/¤
verschijnt. Is deze optie gekozen dan wordt een 'compleet' signaal naar de linker en rechter front luidsprekers gestuurd, terwijl de subwoofer de lage frequenties voor links en rechts beneden de wisselfrequentie van 80 Hz ontvangt.
¤
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 15
Loading...
+ 35 hidden pages