8 Bedieningsorganen
10 Aansluitingen
12 Installeren en aansluiten
12Audio-apparatuur
13Video-apparatuur
14 Systeemconfiguratie
14In gebruik nemen
14Instellingen voor
elke gebruikte ingang
14Instelling ingang
15Opzet luidsprekers
16Opzet surround
16Configureren Surround Uit
(Stereo) Functies
16Stereo Direct (recht)
16Stereo Digitale Functie
16Vertraging
17Nachtfunctie
17Uitgangen
19 Bediening
19Basisbediening
19Ingangskeuze
19Gebruik hoofdtelefoon
19Keuze surroundfuncties
20Digitale audioweergave
21Digitale bron kiezen
21Digitale status
21Surround Functies
22Nachtfunctie
22Opnemen
22Aanpassen uitgangsniveaus
236-Kanaals Directe Ingang
23Helderheid display
23Geheugenbeveiliging
23Gebruik van de tuner
24RDS
25 Problemen
25Processor resetten
DVD 28
26 Terminologie
27 Mogelijkheden, Inhoud van de set
28 Aansluitingen op de Voorzijde
29 Display
30 Rear Panel Connections
31 Opzetten en Aansluiten
31Alleen op de TV aansluiten
31Op een Dolby Digital/DTS
Versterker/Receiver
33 Digitale Audio Verbindingen
34 Weergave
34Basisfuncties
34Weergavefuncties
35 Over DivX Filmbestanden
36 Systeemopzet
36Standaard Systeeminstellingen
36Setup Menu
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group, Inc.
2, route de Tours
72500 Château-du-Loir,
Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze
handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013:2001 + A1:2003
EN 55020:2002 + A1:2003
EN 61000-3-2:2000
EN 61000-3-3:1995 + A1:2001
EN 60065:2002
36Systeeminstellingen
37Audio Instellingen
38Audiocorrecties Submenu
39Video Instellingen
40 Testbeeld
40Testbeeld
40TV Beeldindstelling met Testbeeld
41 Weergavemenu
41Gebruik Speler Informatie Menu
41Gebruik In-beeld Statusmenu
42 CD-Weergave
44 MP3, Windows Media en JPEG Weergave
46 Problemen
47 Technische Gegevens
48 Specifications
NOTE: This player is designed and manu factured
for compatibility with Region Management
Information that is encoded on most DVD discs.
This player is designed only for playback of discs
with Region Code 2, or for discs that do not
contain Region Code infor mation. If there is any
other Region Code on a disc, that disc will not
play on the DVD.
2 INHOUD
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group, Inc.
07/08
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedieningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een
aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een oplichtende indicatie in de display op de voorzijde aan.
1
(cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
0
(cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
(cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
Veiligheid
BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID
1. Lees deze aanwijzingen zorgvuldig.
2. Bewaar ze op een veilige plaats.
3. Houd u aan alle adviezen.
4. Volg alle raadgevingen op.
5. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
water.
6. Schoonmaken uitsluitend met een droge doek.
7. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Houd u bij
de installatie aan de aanwijzingen van de fabrikant.
8. Plaats het apparaat niet in de nabijheid van sterke
warmtebronnen zoals radiatoren, kachels, stoven of
andere apparatuur (zoals versterkers) die veel
warmte produceren.
9. Verwijder nooit de beveiliging van een gepolariseerde of randaarde stekker. Een gepolariseerde stekker
heeft twee platte pennen waarvan de een breder is
dan de ander. Een randaarde stekker heeft twee
pennen en een zijcontact. De brede pen en het zijcontact zijn bedoeld voor uw veiligheid. Past de
stekker niet in uw stopcontact, raadpleeg dan een
installateur.
10. Zorg dat er niet op het netsnoer kan worden
getrapt en dat het niet kan beschadigen, vooral bij
de stekker, contactdozen en op het punt waar het
uit het apparaat komt.
11. Gebruik alleen toebehoren als door de fabrikant
aangegeven.
12. Gebruik ook alleen stands, driepoten,
beugels, tafels e.d. als door de fabrikant aangegeven. Bij gebruik van een
rolwagen opletten dat het apparaat niet omkiept
en schade of letsel veroorzaakt.
13. Neem de stekker uit het stopcontact tijdens
onweer en bij langdurige afwezigheid.
14. Laat alle service over aan een gekwalificeerde
technicus. Service is noodzakelijk wanneer het
apparaat of het netsnoer op enige manier is
beschadigd, er water, vocht of een voorwerp in is
terecht gekomen, het apparaat is blootgesteld aan
regen of vocht, niet normaal functioneert of is
gevallen.
15. Stel het apparaat niet bloot aan spatwater of
druppels en zet ook geen vazen met water o.i.d.
op het apparaat.
16. Om het apparaat volledig van het lichtnet te
scheiden, neemt u de stekker uit het stopcontact.
17. Zorg dat u de netstekker altijd gemakkelijk kunt
bereiken.
18. Stel de batterijen niet bloot aan excessieve warmte, zonlicht, vuur o.i.d.
De bliksemschicht in de gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de
aanwezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke spanningen in het inwendige van het product die
kunnen leiden tot elektrische schokken.
Het uitroepteken in de gelijkzijdige drie-
hoek waarschuwt de gebruiker dat er bij
de handleiding van het product belangrijke
bedienings- en onderhoudsaanwijzingen (service) zijn
gevoegd.
WAARSCHUWING: om het risico op brand of elektrische schokken te verkleinen, het apparaat niet blootstellen aan regen en vocht.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die
door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij
het openen van de behuizing kunt u een schok
oplopen en wijzigingen aan het product zullen de
garantie ongeldig maken. Mocht water of een
metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of
iets dergelijks in het apparaat terechtkomen, neem
dan de stekker direct uit het stopcontact en raadpleeg een erkende reparateur.
Opstelling
n Plaats het apparaat, om een goede werking te
verzekeren en risico’s te vermijden, op een stevige
en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op een
schap, controleer dan of het schap en de steunen
het gewicht kunnen dragen.
n Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor ven-
tilatie rond het apparaat. Plaatst u dit product in
een kast of andere gesloten ruimte, controleer
dan of er voldoende ventilatie is. In sommige
gevallen kan een ventilator nodig zijn.
n Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
dergelijke ondergrond, daar dan de ventilatiesleuven worden afgesloten.
n Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
koude plaatsen, op een plaats waar het blootstaat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van
een verwarming.
n Plaats het apparaat niet in een vochtige of stof-
fige omgeving.
n Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de
bovenzijde van het apparaat vrij blijven en
plaats er geen voorwerpen op.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een schone, zachte en droge doek. Indien nodig bevochtigt
u een zachte doek met lauw sop en daarna met
een doek met schoon water. Droog het apparaat
onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik
NOOIT benzeen, reinigings middelen met drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchtige middelen. Gebruik geen schuurmiddelen, want deze kunnen de afwerking van metalen onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de
buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren
of alle verbindingen met andere apparaten
losgenomen zijn en dat de stekker van het
apparaat zelf uit het stopcontact genomen is.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat
gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens transport te beschermen, zijn speciaal ontworpen om
schokken en trillingen te absorberen. Wij adviseren
u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren
voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat
ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u
deze plat maken. Dit doet u door het plakband op
de bodem helemaal los te maken en de doos plat
te drukken. De kartonnen hulpstukken kunnen op
dezelfde manier worden bewaard.
Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan
worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is
het goed te weten dat de doos en het overige verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen worden.
Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op de
daarvoor aangewezen plaats.
NEDERLANDS
VEILIGHEID 3
S
E
TUP
138
28
a
q
t
`
z
x
y
p
g
j
k
m
n
o
s
u
w
v
b
d
c
f
r
e
7
8
l
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
Inschakelen
Niet in gebruik
IR-zender
Uitschakelen
Muting
Ingangskeuze
Info
Volume hoger/lager
HD Functiekeuze
Luidsprekerkeuze/Setup
OK
Vertraging/Status
Geheugen/Camerapositie
Wissen
Voorkeuze hoger/lager
RDS Keuze/Progressive
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
DTS Neo:6 MUSIC
DTS Neo:6
CINEMA
Belangrijk: de afstandsbediening van de 13828
heeft een aantal toetsen die meerdere functies
besturen. Drukt u op AVR
dan is een reeks
functies actief, identiek aan de functies voor CD,
Tape, Video 1/2/3. Drukt u op DVD
5
dan
veranderen de functies van sommige toetsen als
boven de toets is aangegeven en hieronder
wordt uitgelegd. Raadpleeg zonodig de
functietabel voor een overzicht van de functies
in beide posities.
0
Netschakelaar: indrukken om de netspan-
ning voor de AVR of de DVD in te schakelen die
is gekozen met AVR of DVD
1
Deze indicatie is niet actief.
2
IR-zender: richt dit op de sensor van de
of 5.
AVR bij het indrukken van een toets, zodat de
infrarood signalen goed worden ontvangen.
3
Uitschakelen: druk op deze toets om de
AVR of een gekozen apparaat in standby te zetten. Door de toets langer dan 3 seconden vast te
houden gaan zowel de AVR als de DVD in standby.
4
Muting: druk hierop om het geluid van de
AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat
gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.
5
Ingangskeuze: door een van deze toetsen
is te drukken gebeuren er drie dingen: staat de
AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan
wordt de bron gekozen overeenkomend met de
5
ingedrukt toets. Tenslotte schakelt DVD
de
toetsen met een dubbelfunctie om naar de DVDfuncties. Nadat op DVD is gedrukt, drukt u weer
op AVR Functie
om weer de AVR-functies
met de afstandsbediening te bedienen. Denk er
aan dat DVD zowel de AVR als de DVD inschakelt, waar AVR alleen de AVR inschakelt.
6
Info (DVD): indrukken voor gedetailleerde
informatie over de lopende disc (video/audio bit
rate, beeldverhouding en andere) plus de huidige instellingen van de speler. Denk er aan dat
het apparaat op geen enkele loopwerktoets
reageert zolang als het info menu in beeld is.
Nogmaals indrukken om het menu te laten verdwijnen.
7
Volume hoger/lager: verhoogt of
verlaagt het afspeelniveau van het systeem.
8
HD Functiekeuze (DVD): wanneer de
DVD-speler is verbonden met een videomonitor
A
via de HDMI-uitgang
stuurt deze informatie naar de DVD die aangeeft wat de hoogste
video resolutie is waartoe deze in staat is en stelt
de DVD automatisch de video-uitgang daarop
in. Door op deze toets te drukken kan de resolutie van het uitgangssignaal met de hand worden
gewijzigd; de keuze wordt onder Video-uit-gang O aangegeven.
De DVD laat niet toe dat er een resolutie wordt
gekozen die hoger is dan het gebruikte beeldscherm en probeert u dat toch, dan verschijnt
een in-beeld foutmelding die u wijst op een niet
geschikte beeldformaat instelling. Wijzigingen
die met deze toets worden ingesteld blijven
actief tot de DVD of de monitor worden uitgeschakeld. Wordt één van beide uit- en weer
ingeschakeld dan keert de DVD terug naar de
standaardinstelling die door de monitor wordt
aangegeven.
9
Luidsprekerkeuze/Setup:: indrukken om
het Bass Management Systeem van de AVR te
configureren op het door u gebruikte luid spreker systeem. Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen om het kanaal te kiezen dat u wilt
instellen. Druk op OK
A
en kies het type luidspreker. Zie pagina 17 voor aanvullende informatie.
Voor DVD: indrukken om het in-beeld menusysteem van de DVD 28 op te roepen en de configuratie van de speler aan te passen. Denk er aan
6
op Info
te drukken om het Informatie menu
van de DVD 28 te openen en gedetaille erde disc
informatie te krijgen en de weergavefunctie van
de disc te configureren.
A
OK: deze toets wordt gebruikt om instellingen in het geheugen van de AVR op te slaan.
Tevens voor het invoeren van de vertragingstijd,
instelling van de luidsprekerconfiguratie en het
uitgangsniveau van de kanalen.
B
Vertraging/Status: druk op deze toets om
het instellen van de vertragingstijd in te stellen,
die door de AVR bij surround gebruikt. Voer vervolgens de tijd in door op OK
⁄/¤
dan met
op OK
in te stellen. Druk nogmaals
A
om het proces af te ronden. Zie
A
te drukken en
pagina 16 voor aanvullende informatie.
Voor DVD: roept vanuit weergave de balk met
in-beeld aanwijzingen op. Kies de gewenste
optie met de pijltoetsen. Is een symbool gemarkeerd, activeer de functie dan met OK op de
afstandsbediening.
C
Geheugen/Camerapositie: indrukken
om een zender in het geheugen van de AVR op
te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de
display
F
en u heeft dan vijf seconden om
met de Cijfer toetsen
een positie voor het
geheugen te kiezen. Zie pagina 23 voor meer
informatie.
Voor DVD: indrukken om verschillende cameraposities op een DVD op te roepen. Werkt alleen
wanneer de DVD meerdere posities bevat. Ook
voor het roteren van JPEG beelden.
D
Wissen: druk op deze toets om verkeerde
instellingen te wissen wanneer u met de
afstands bediening de frequentie van de zender
invoert.
E
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van
de tuner drukt u op deze toets om door het
overzicht van de geprogrammeerde zenders in
het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD
gekozen met de ingangskeuze
5
dan functioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit
(DVD) of +10 (CD).
F
RDS Keuze/Progressive
Scan/Interlaced: indrukken om de verschillen-
de informaties op te roepen die RDS op de AVR
biedt. Zie pagina 24 voor nadere informatie over
RDS.
Voor DVD: indrukken om de resolutie van de
Component Video Uitgang te wijzigen van standaard definitie naar progressive definitie (PAL
interlaced en PAL progressive; NTSC interlaced
en NTSC progressive).
G
Afspeellijst (DVD): indrukken om de volg-
orde van weergave van de disc te veranderen.
H
A-B Herhalen (DVD): indrukken om een
fragment A-B te herhalen.
I
DTS Neo:6 Functiekeuze: indrukken van
deze toets schakelt de AVR door de verschillende
DTS Neo:6 functies, waarmee een vijfkanaals
signaal wordt gemaakt vanuit een stereosignaal
van een PCM of een analoog ingangsignaal. De
eerste keer dat u indrukt kiest de laatste DTS
Neo:6 surround functie die het laatst werd
gebruikt en elke keer dat nog eens wordt
gedrukt verschijnen de functies in deze volgorde:
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING 5
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
J
Stereo Functiekeuze: indrukken om een
stereo weergavefunctie te kiezen. Is op de toets
gedrukt zodat
display
DSP SURR OFF in de
F
verschijnt, werkt de AVR in de
passeerfunctie met echte volledig analoge
tweekanaals links/rechts stereoweergave, zonder
surround processing of bas management, in
tegenstelling tot andere functies waarbij digitale
processing wordt gebruikt. Verschijnt
SURROUND OFF in de display
F
dan
hoort u stereoweergave aangevuld met de voordelen van bas management. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREO dan wordt het stereosignaal
naar alle vijf de luidsprekers gevoerd, voorzover
aanwezig. Zie pagina 16 voor meer informatie
over stereoweergave.
K
Logic 7 Functie: druk op deze toets om
één van de beschikbare Logic 7 functies te kiezen. Zie pagina 19 voor de beschikbare Logic 7
functies.
L
Dimmer: indrukken om de dimmer te activeren zodat de helderheid van de display wordt
verminderd, of geheel wordt uitgeschakeld.
Eenmaal indrukken om de standaardfunctie op
te roepen, maximale helderheid en de indicatie
VFD FULL in de display
F
. Nogmaals binnen vijf seconden indrukken om de helderheid
met 50% terug te nemen; indicatie
. Weer binnen vijf seconden indrukken
HALF
VFD
om de display geheel uit te schakelen. Denk er
aan dat deze functie tijdelijk is; bij het inschakelen van de AVR wordt altijd op volle sterkte
gestart. Verder blij ven de Lichtnetindicatie
en het blauwe attentielicht in de volumeregelaar
altijd op volle sterkte, ongeacht de instelling. Dit
ten teken dat de AVR nog steeds ingeschakeld is.
M
Transportfuncties: deze toetsen besturen
de DVD-speler.
N
Volgende/vorige (DVD):
(DWN): indrukken om terug te gaan naar het
begin van het lopende
nummer. Direct nogmaals indrukken om naar het
begin van het voorafgaande nummer te gaan.
Na op PAUZE gedrukt te hebben zal het beeld
telkens als op deze toets gedrukt wordt een
beeldje terug gaan.
(UP): indrukken om verder te gaan naar het
begin van het volgende nummer. Na op PAUZ E
gedrukt te hebben zal het beeld telkens als op
deze toets gedrukt wordt een beeldje verder
gaan.
O
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in.
Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor
dat ook op laag volume de dialoog in het centrum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 17
voor nadere informatie.
P
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron
gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste
functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op
deze toets te drukken wordt alleen de gekozen
functie aangegeven, afhankelijk van het afgespeelde surround materiaal en de luidsprekerconfiguratie.
Q
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste
Dolby Surround processor functie. Door in te
drukken wordt beurtelings een van de functies
Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby
Digital gekozen. Denk er aan dat de Dolby functie alleen beschikbaar is bij een digitale ingang
en de andere functies alleen zolang geen Dolby
Digital bron wordt gebruikt.
Herhalen (DVD): telkens wanneer u op
deze toets drukt, wisselt de weergavefunctie tussen het herhalen van een hoofdstuk, een nummer of de gehele disc. Een herhaalsymbool verschijnt rechtsboven in beeld en geeft de gekozen
herhaalfunctie aan. Wanneer het
Informatiescherm actief is worden de wijzigingen in beeld aangegeven.
Willekeurig (DVD): indrukken om alle
nummers in willekeurige volgorde af te spelen.
Klankregeling in/uit: de klankregeling en
balans worden ingeschakeld door deze toets in
te drukken. De indicatie
in de display
F
TONE IN verschijnt
en met de instellingen van
Bass (laag) en Tre bl e (hoog) hebben invloed op
de uitgangssignalen. Staat de indicatie
in de displayF, dan wordt het signaal
OUT
3
‘recht’ weergegeven.
Afstemmen hoger/lager: wanneer de
tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen
omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik.
Heeft u op Tunerfunctie
Afstembereik
AUTO in de display
9
ingedrukt gehouden zodat
F
verschijnt, dan zal de
tuner na het indrukken van één van de toetsen
de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender
die met voldoende sterkte voor goede ontvangst
binnenkomt. Verschijnt
play
F
dan zal worden afgestemd in enkelvou-
MANUAL in de dis-
dige stappen. Zie pagina 23 voor meer informatie.
Directfunctie: indrukken wanneer de
tuner actief is om de frequentie van een zender
direct in te toetsen. Voer vervolgens met de
cijfertoetsen
de frequentie in. Zie pagina
23 voor nadere informatie.
TONE
gedrukt, of
Tunerfunctie/Zoom: indrukken terwijl de
tuner actief is om te kiezen tussen hand- of
automa tische afstemming. Ingedrukt verschijnt
er in de onderste regel van de display
aanwijzing
MANUAL (met de hand) en door
op Afstemming
frequentie in enkele stappen hoger of lager. Is
FM gekozen en staat
afstemming) in de display
op deze toets te drukken omgeschakeld naar
mono ontvangst en worden ook zwakke zenders
hoorbaar. Zie pagina 27 voor meer informatie.
bij het afspelen van een DVD of VCD drukt u op
deze toets om in te zoomen. De zoomfunctie
heeft 4 posities, elk groter dan de voorgaande.
Schakel door alle zoomfuncties om naar normaal
beeld terug te gaan.
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen
kan de frequentie van een radiozender of een
programma. Voor DVD kunt u de nummers direct
invoeren, gevolgd door OK om naar dat nummer
te gaan.
Digitale Functie/Audiofunctie: druk op
deze toets om een van de digitale ingangen
4G9L
re informatie over het gebruik van de digitale
ingangen. Audiofunctie: bij het bedienen van
de DVD kiest u met deze toets de audiofunctie.
Navigeren: worden voor meerdere functies
gebruikt, bijvoorbeeld om een surroundfunctie te
kiezen. Deze toetsen worden ook gebruikt om de
uitgangsniveaus aan te passen bij de configuratie
van het apparaat, de luidsprekers voor configuratie te kiezen, of de digitale ingang te kiezen.
Kanaalkeuze/Disc Menu: hiermee activeert u het OK van de uitgangsniveaus van de
AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze
toets gedrukt te hebben kan met de toetsen
⁄/¤
het kanaal worden gekozen, waarna
met OK
A
niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 22 voor
aanvullende informatie.
DVD Disc Menu: brengt tijdens afspelen het
actuele DVD menu in beeld. Bij het afspelen van
discs met JPEG beelden op deze toets drukken
om een overzicht (thumbnails) op te roepen.
Video Uit: schakelt de video uitgang uit
voor een betere kwaliteit met audio discs.
Nogmaals indrukken om weer in te schakelen.
F
de
8te drukken gaat de
AUTO (automatische
F
dan wordt door
te kiezen. Zie pagina 14 voor nade-
en dan opnieuw met de ⁄/¤het
6 AFSTANDSBEDIENING
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 138 en DVD 28
90
min80min70min60min50min
40
min
30
min20min10min
OFF
Surround Functie/Programma
Terug</Ondertiteling: druk op deze toets om de
surroundfunctie te wijzigen. Vervolgens kiest u met
de toetsen
⁄/¤
de gewenste surroundfunc-
tie. Zie pagina 20 voor nadere informatie.
Indrukken tijdens het afspelen van een DVD om de
ondertitels in of uit te schakelen.
Opmerking: vanwege de verschillende manieren
waarop discs zijn opgezet kan het gebeuren dat de
talen die met de toets Ondertitels worden opgeroepen, niet alle talen bevatten die op de disc
staan. Wij raden u daarom aan daarvoor het menu
van de disc zelf te gebruiken.
Sluimerfunctie/Programma
Verder>/Audiokeuze: druk op deze toets om het
apparaat in de sluimerfunctie te zetten. Na de in
de display aangegeven tijd zal de AVR automatisch
in standby gaan. Elke keer dat u op deze toets
drukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de
sluimerfunctie uit te schakelen.
Denk er aan dat deze toets ook wordt gebruikt om
een ander kanaal te kiezen op TV, VCR en SAT.
DVD: roept de verschillende talen geluid op (indien
op de ingelegde DVD beschikbaar).
bij het afspelen van een disc indrukken om
terug te gaan naar de eerste sectie van de disc.
Speelt u een DVD-Audio disc die andere formaten
bevat die de DVD kan afspelen, zoals lineair PCM
of Dolby Digital 5.1 dan kunt u met deze toets van
het ene naar het andere formaat omschakelen.
6-Kanaals Directe Ingang: indrukken om
de component te kiezen die is verbonden met de
6-Kanaals Directe Ingang
N
. Denk er aan dat
wanneer u de Zes Kanaals Directe Ingang wilt
gebruiken in combinatie met een videobron u eerst
de videobron dient te kiezen met één van de
Ingangskeuzes
de 6-Kanaals Directe Ingang
5
. Druk dan op deze toets om
N
als bron te kie-
zen.
MG/FM keuze: druk op deze toets om de
tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op
deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt
omgeschakeld tussen MG en FM. Zie pagina 26.
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstandsbediening om, zodat deze de functies van de AVR
bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze
ingeschakeld.
No.Button NameAVR/TAPE/CD/VID1/VID2/VID3DVD
AUDIODVD
1Power OnPower OnPower On
2Power OffPower OffPower Off
5MuteMuteMute (AVR)
Netschakelaar: druk op deze toets om de
AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt,
dan staat het apparaat in standby, wat wordt
aangegeven door de oranje LED
3
. Wanneer
deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat
niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en
ook de afstandsbediening te blokkeren, deze
schakelaar indrukken zodat deze naar buiten
komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde
van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal
gesproken in de positie ON (aan) staan.
8
Afstemmen
9
FM/MG
)
Voorkeurposities
!
Ingangskeuze
@
RDS functies
#
Surround Functiekeuze
$
Surroundfunctie indicaties
2
Standby: wanneer de netschakelaar
1
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i
n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om
het apparaat uit (standby) te schakelen. De
lichtnetindicatie
3
wordt blauw als het
apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens
standby, als teken dat het apparaat gereed is
voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een
hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen
luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een
standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon
wordt aangesloten, worden de luidsprekers
uitgeschakeld.
5
Digitale ingang 3 optisch: sluit de optische digitale audio uitgang van een audio of
video product hierop aan. Wordt de ingang niet
gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje
is afgedekt om te voorkomen dat er stof in de
ingang komt.
%
Sensor afstandsbediening
^
Display
&
Digitale ingang 3 coax
*
Video 3 ingang
(
Volume
Ó
Ingangsindicaties
6
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan
welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of
de configuratie van het binnenkomende signaal.
De indicaties voor de luidsprekers links, centrum,
rechts, links surround en rechts surround
bestaan uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een
enkel hokje is. Het middelste hokje licht op
wanneer een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de
buitenste twee wanneer een grote luidspreker is
gekozen. Brandt geen enkel hokje voor de
kanalen centrum, surround of subwoofer, dan
zijn er voor die posities geen luidsprekers
gekozen. Zie pagina 16 voor nadere informatie
over het configureren van de luidsprekers. De
letter in het middelste hokje geeft een actief
kanaal aan. Voor standaard analoge bronnen
zullen alleen L en R oplichten, wat een stereobron aangeeft. Gaat het om een digitale bron
dan geven de indicaties aan welke kanalen op
de digitale ingang worden ontvangen. Een
knipperende letter geeft een onderbroken
digitaal signaal aan. Zie pagina 15 voor nadere
informatie over deze indicaties.
8 BEDIENINGSORGANEN
Bedieningsorganen
7
Surround groep: indrukken om de eerste
groep surround functies te kiezen. Telkens wanneer u drukt wordt de volgende groep gekozen
in deze volgorde: Dolby functies ‹ DTS Digital
functies ‹ DSP functies ‹ Stereo functies ‹ Logic
7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de
gewenste surround functiegroep in de
Onderste Displayregel
Surround Functiekeuze
beschikbare functies te schakelen. Druk hier bijvoorbeeld op om de gewenste Dolby functie te
kiezen en druk dan op Surround Functie -
keuze
#
om de verschillende opties te kiezen.
8
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de
toets om naar een lagere frequentie te gaan, of
op de rechter zijde om naar een hogere frequentie te gaan. Wordt een zender met een sterk signaal gevonden dan verschijnt
TUNED
(met de hand afgestemd of automatisch afgestemd). Zie pagina 23 voor meer informatie over
afstemmen.
9
tuner als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal
indrukken hoort u de laatst gebruikte zender;
nogmaals indrukken schakelt heen en weer tussen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te
schakelen tussen stereo en mono, handafstemming en automatische afstemming. Zie pagina
23 voor nadere informatie.
of AUTO TUNED in de display
FM/MG keuze: druk op deze toets om
F
en dan drukt u op
#
om door de
MANUAL
F
)
Voorkeurposities: druk op deze toetsen
om voor- of achteruit door het overzicht van de
voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 27
voor nadere informatie.
!
Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
@ RDS functie: indrukken om de verschillen-
de boodschappen van het RDS-systeem van de
AVR tuner op te roepen. Zie pagina 24 voor
nadere informatie over RDS.
#
Surround Functiekeuze: indrukken om te
kiezen uit de beschikbare surround functies voor
de gekozen functiegroep. De specifieke functies
kunnen verschillen op basis van het aantal
beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of
het om een analoge of een digitale bron gaat.
Druk bijvoorbeeld op Surround Functie
Groep Keuze
zen als Dolby of Logic 7 en dan op deze toets
om de beschikbare functies te zien. Voor meer
informatie omtrent functiekeuze, zie pagina 21.
7
om een functiegroep te kie-
$
Surroundfuncties: geeft aan welke
surround functie momenteel in gebruik is.
%
Sensor afstandsbediening: deze sensor
ontvangt de bevelen van de afstandsbediening.
Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat
de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een
externe sensor is aangesloten.
^
Display: in de display worden aanwijzingen
en in de display verschijnen aanwijzingen en
indicaties die helpen het apparaat te bedienen.
&
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk
gebruikt voor het aansluiten van draagbare
digitale audio apparaten, videospelletjes en
andere producten die een coax digitale aansluiting hebben.
*
Video 3 ingang: deze audio/video
aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelijke verbinding met videospelletjes of draagbare
audio/video apparaten zoals camcorders en
draagbare audio spelers.
(
Volume: draai deze knop naar rechts om
het niveau te verhogen, of naar links om het
niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch opgeheven zodra de volumeregelaar
wordt verdraaid.
Ó
Ingang: geeft aan welke ingang momenteel
als bron van de AVR in gebruik is.
NEDERLANDS
AANSLUITINGEN 9
•
¢
°
¶
c
⁄
B
fi
‚
d
e
¡
™
b
·
‡
fl
›
‹
ª
‹
a
§
£
∞
Aansluitingen
0
Tape ingangen
1
Tape uitgangen
2
Video 1 audio ingangen
3
MG antenne
4
Video 1 audio uitgangen
5
DVD audio ingangen
6
FM antenne
7
CD ingang
0
Tape-ingangen: verbind deze ingangen met
de Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
1
Tape-uitgangen: verbind deze uitgangen
met de Record/In ingangen van een audiore-
corder.
2
Video 1 audio ingangen: verbind deze
ingangen met de Play/Out uitgangen van een
TV of andere videobron.
3
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde
MG raamantenne aan. Wordt een externe MGantenne gebruikt, sluit die dan aan conform de
daarbij gevoegde aanwijzingen.
8
Video 2 Component video-ingang
9
Coax digitale ingangen
A
Subwoofer uitgang
B
TV/monitor uitgang
C
Front/Centrum luidsprekeruitgangen
D
Surround luidsprekeruitgangen
E
Component video-uitgang
F
Video 1 component video-ingang
4
Video 1 audio uitgangen: verbind deze
uitgangen met de Record/Input ingangen van
een VCR.
5
DVD audio ingangen: verbind deze ingangen met de analoge audio uitgangen op een
DVD of andere video bron.
6
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde
FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel
een kabelsysteem.
7
CD-ingang: verbind deze ingang met de
analoge uitgangen van een CD-speler of CDwisselaar.
G
Netsnoer
H
DVD video ingangen
I
Video 1 video uitgangen
J
Video 2 audio ingangen
K
Video 2 video ingangen
L
Optisch digitale ingangen
M
Video 1 video ingangen
N
6-Kanaals Directe Ingang
8
Video 2 Component Video Ingang: verbind de Y/Pr/Pb component video uitgang van
de HDTV settop converter, satellietontvanger of
andere videobron met de component aansluitingen van dat apparaat.
9
Coax digitale ingangen: verbind deze
ingang met de coax digitale uitgang van een
DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of
CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of
standaard digitaal PCM-signaal zijn. Sluit geen
RF digitaal signaal van een LD-speler op deze
ingang aan.
A
met de lijningang van een actieve subwoofer.
Bij gebruik van een losse subwooferversterker
wordt deze uitgang met de ingang van die versterker verbonden.
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang
10 INTRODUCTION
Aansluitingen
B
TV/monitoruitgang: verbind deze uitgang
met de composiet en/of S-video ingang van een
TV monitor of videoprojector om het signaal van
een videobron die met de video keuzeschakelaar
op de receiver is gekozen.
C
Front/Centrum luidsprekeruitgangen:
verbind deze uitgangen met de overeenkomstige
+ en – aansluitingen van de front/centrum luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers
altijd goed op de polariteit: de rode + van de
AVR komt aan de rode + van de luidspreker en
de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte –
van de luidspreker. Zie pagina 12 voor nadere
informatie.
D
Surround luidsprekeruitgangen: verbind
deze uitgangen met de overeenkomstige + en –
aansluitingen van de linker en rechter surround
luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers altijd goed op de polariteit: de rode + van
de AVR komt aan de rode + van de luidspreker
en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte
– van de luidspreker. Zie pagina 12 voor nadere
informatie.
E
Monitor Component Video Uitgang:
sluit deze uitgangen aan op de component
video-ingangen van een videoprojector of
–monitor. Wanneer een bron, aangesloten op
een van de twee Component video-ingan-
gen
8F
, wordt geselecteerd dan zal het sig-
naal naar deze aansluitingen gestuurd worden.
F
Video 1 component ingang: sluit de
Y/Pr/Pb component video-uitgangen van een
DVD-speler aan op deze aansluitingen.
Opmerking: alle component in- en uitgangen
kunnen op dezelfde wijze als beschreven voor
Y/Pr/Pb signalen ook voor RGB signalen worden
gebruikt en verbonden met de aansluitingen van
de overeenkomstige kleur.
RGB verbinding is niet mogelijk wanneer de
bron een afzonderlijk sync signaal afgeeft (zie
pagina 13).
G
Netsnoer: verbind de stekker met een
ongeschakeld stopcontact.
H
DVD video-ingangen: verbind deze ingangen met de composiet of S-video uitgangen van
een DVD-speler of andere videobron.
I
Video 1 video uitgangen: verbind deze
uitgangen met de RECORD/INPUT composiet
of S-video ingang van een VCR.
J
Video 2 audio ingangen: verbind deze
ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een VCR of andere
videobron.
K
Video 2 video ingangen: verbind deze
ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een tweede VCR of
andere videobron.
L
Optisch digitale ingangen: verbind deze
ingang met de optisch digitale uitgang van een
DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of
CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of
standaard digitaal PCM-signaal zijn.
M
Video 1 video ingangen: verbind deze
ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een TV of andere
videobron.
OPMERKING: sluit of de Video of de S-Video
uitgang van een S-Video bron aan op de
AVR, maar nooit beide tegelijk daar dit tot
storingen in het beeld kan leiden.
N
6-Kanaals Directe Ingang: deze ingang
wordt gebruikt voor het aansluiten van DVDAudio of SACD spelers met discrete analoge uitgangen.
NEDERLANDS
INTRODUCTION 11
Installeren en aansluiten
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op
een stevige ondergrond en controleer of deze
het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het
apparaat aangesloten te worden op de overige
audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van
goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang
van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of
veranderen van de verbindingen tussen audio apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit
het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voorkomen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d.
naar de luidsprekers gaat, waardoor deze
beschadigd zouden kunnen worden.
Belangrijk: om alle aansluitingen gemakkelijk
te kunnen onderscheiden en zo het aansluiten te
vereenvoudigen, zijn alle aansluitingen van de
AVR conform de nieuwe EIA/CEA-863 op de
volgende wijze kleurgecodeerd:
Luidsprekers en audio in/uitgangen: wit (links, luidsprekers front) en rood (rechts, luidsprekers front).
Luidsprekers: groen (centrum), blauw (links surround) en grijs (rechts surround).
Audio uitgang: paars (subwoofer).
Composiet video in/uitgangen: geel.
Digitale audio in/uitgangen: oranje.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler
op de CD-ingang
OPMERKING: als de CD-speler zowel een vaste
als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het
beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het
signaal om wat voor reden dan ook in niveau
aangepast dient te worden aan dat van andere
bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van
en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecorder met de tape ingang
analoge ingangen RECORD/IN met de uitgangen Tape uitgang
3. Verbind de digitale uitgang van de bronnen
met de juiste ingangen op achterzijde van de
AVR. Let erop dat de optisch en Coax digitale
ingangen
met een Dolby Digital of DTS-bron, dan wel met
een PCM-signaal (S/P-DIF) van een traditionele
CD-, MD- of LD-speler.
4. Installeer de bij het apparaat geleverde MG
kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit
deze aan op de schroefklemmen AM en GND
7
L94G
aan.
0
. Verbind de
1
op de AVR.
kunnen worden gebruikt
3
5. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM
(75 ohm) ingang
6
. De FM-antenne kan een
externe dakantenne, een draadantenne
binnenshuis zijn, of een aansluiting op het
kabelsysteem. Als de antenne is aangesloten via
een lintkabel van 300 ohm, dient een
300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
6. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum
en surround luidsprekeruitgangen
Voor een optimale signaaloverdracht naar de
luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van
goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken
kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan
worden beïnvloed door de afstand tussen uw
luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers
dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en
andere factoren. Uw leverancier of installateur
kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel.
Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm
voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden
gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een
doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken,
vanwege vermogensverlies en de teruggang in
prestatie die zich zal voordoen.
Bij het aansluiten van de luidsprekers vooral
goed letten op de juiste polariteit. Verbind de
"negatieve"/"zwarte" draad met dezelfde aansluiting op zowel de receiver als de luidspreker.
Op dezelfde manier verbind u de "positieve"/
"rode" draad met de aansluitingen van dezelfde
kleur op de AVR en luidsprekers.
.
CD
OPMERKING: hoewel de meeste luidsprekerfabrikanten zich houden aan de industriële standaard waarbij zwarte aansluitingen voor de
negatieve draad en rode voor de positieve draad
worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten
van deze configuratie afwijken. Om een goede
fase en optimale prestaties te verzekeren, het
typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding
van de luidsprekers controleren op de polariteit.
Als u niet weet wat de polariteit van uw luidspreker is, vraag dan uw leverancier om advies voordat u verder gaat met de aansluiting, of raadpleeg de fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten
.
voor het aansluiten van de luidsprekerparen.
Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround
links en surround rechts, ook als de luidsprekers op
verschillende afstanden van de AVR staan.
7. De subwoofer wordt gewoonlijk aangesloten
op de lijnniveau subwooferuitgang
A
en de
lijningang van een subwoofer met ingebouwde
versterker. Wordt een passieve subwoofer
gebruikt, verbind dan deze uitgang met de
2
kan
ingang van een eindversterker, waarop dan één
of meer subwoofers worden aangesloten. Wordt
een actieve subwoofer gebruikt zonder lijnniveau ingang, lees dan de instructies die bij de
luidspreker zijn gevoegd voor de juiste aansluiting.
Opmerking: een luidsprekerset met twee satellieten en een passieve subwoofer wordt aangesloten op de uitgangen front luidsprekers
en NIET op de subwooferuitgang
A
C
,
.
8. Verbind de 5.1 uitgangen van een meer kanaals audiobron zoals een externe digitale
processor/decoder, DVD-Audio of SACD speler,
met de 6-Kanaals Directe Ingang
N
.
12 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en aansluiten
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aangesloten als audiocomponenten. Het gebruik van
signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk
voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan-
gen met de Video 2 ingangen
achterzijde. De audio en video Record/In in -
gangen van de VCR worden verbonden met de
Video 1 uitgangen
2. Hoewel op deze ingang elke videobron kan
worden aangesloten, raden we u aan de TV op
de Audio 1 Audio/Video Ingang
sluiten zodat u kunt werken met de voorgeprogrammeerde TV afstandsbedieningscodes voor de
Video 1 positie.
Om dezelfde reden raden u aan de videorecorder,
kabel-TV converter of satellietontvanger op de
Video 2 Audio/Video Ingang
sluiten.
3. Verbind de analoge audio- en video-ingangen
van een DVD met DVD
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een
CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of
HDTV-converter aan op de juiste Optische of
Coaxiale digitale ingangen
Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1
standaard naar de analoge ingangen hoewel in
principe elke digitale bron op elke digitale audioingang van de receiver kan worden toegewezen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien
S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang
op de achterzijde van de receiver met de
composiet of S-Video ingang van de televisie of
videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide
component video aansluitingen hebben, sluit de
component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang
zelfs wanneer de component video-aansluitingen
gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog
steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen
of Optische digitale ingangen
4I
L
JK
op de
van de AVR.
2M
aan te
JK
aan te
5C
.
9L4G
hoort. Alle andere gaan
F
5
of op de Coaxiale
.
. Merk op dat
9L
.
B
7. Indien u een ander component video-apparaat
ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de
Video 2 component video-ingangen
audio-aansluitingen voor dit apparaat dienen te
worden gemaakt op de Video 2 ingangen
of op de Coaxiale of Optische digitale ingangen
9L
.
8. Indien de component video-ingangen gebruikt
worden, sluit dan de Component video-uit-
gangen
gen van uw TV, projector of weergave-apparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of
ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan
tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind
de audio, video en digitale audio uitgangen van
dat apparaat dan met de Front Ingangen
4GH
sloten apparaat wordt gekozen als Video 3
ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
ingang. Zie pagina 16 voor nadere informatie
over de configuratie van de ingangen.
Opmerkingen over video-aansluitingen:
• Y/Pr/Pb Component, RGB (zie pagina 14)
S-Video of Composiet videosignalen kunnen
alleen in hun oorspronkelijke vorm worden
bekeken en worden niet omgezet naar andere
formaten.
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook
voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde
wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en
verbonden met de aansluitingen van overeenkomstige kleur.
Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB videosignalen door de bron worden afgegeven, alleen
met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder
een afzonderlijk sync signaal van de bron.
E
aan op de component video-ingan-
. Een op Video 3 ingangHaange-
4G
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'
8
De
J
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 13
Systeemconfiguratie
Pb
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opgesteld en aangesloten, dient het geheugen van de
systeem geconfigureerd te worden. De AVR
beschikt over twee soorten ge heugens, individuele geheugens die verbonden zijn met de
gekozen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere
die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals
de uitgangsniveaus van de luidsprekers of
vertragingstijden die door de surround processor
gebruikt worden.
In gebruik nemen
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste
instellingen kunnen worden uitgevoerd.
G
1. Steek de stekker van het netsnoer
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar
ingedrukt blijft staan. Controleer of de lichtnet-
indicatie
apparaat in standby staat.
3. Verwijder het beschermende plastic van de
sensor op het frontpaneel. Doet u dat niet dan
kan de reikwijdte van de afstandsbediening
negatief worden beïnvloed.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen
in de afstandsbediening, als in de afbeelding
aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die
op de bodem van het batterijvakje staat
aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby
drukken, of met de ingangskeuze
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
AVR keuze
Ingangskeuze
dicatie
apparaat ingeschakeld is en de display
op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van
de ingangskeuze5om het apparaat in te
schakelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze
om de afstandsbediening de AVR te laten
besturen.
3
oranje wordt, ten teken dat het
, of op een van de toetsen
5
te drukken. De lichtnetin-
3
wordt nu blauw ten teken dat het
1
in een
zodat deze
2
!
op de
F
te
licht
Aanwijzingen voor gebruik en verwijdering
van gebruikte batterijen.
Specificatie van het type batterij.
Deze symbolen (hierboven) afgebeeld op een
product, verpakking of losse informatie, dan
wel in een handleiding betekenen dat het
product zelf, inclusief de batterijen die erbij
zijn gevoegd of zijn ingebouwd, nooit met
het huisvuil mag worden weggegooid. Zij
dienen te worden ingeleverd op de daarvoor
aangewezen plaats zodat voor een juiste verwerking of recycling kan worden gezorgd, in
overeenstemming met nationale of plaatselijke wetgeving, of de Europese Richtlijnen
2002/96/EC en 2006/66/EC.
De juiste verwerking van producten en batterijen die worden afgedankt bespaart grondstoffen en voorkomt negatieve effecten op
het milieu en/of onze gezondheid.
De batterijen die bij het apparaat zitten kunnen alkaline zijn, koolstof/zink/mangaan of
lithium (knoopcel); alle dienen op de hiervoor
beschreven wijze te worden afgevoerd.
Om de batterijen uit de apparatuur of afstandsbediening te verwijderen, raadpleegt u
de handleiding van het product over het vervangen van de batterijen.
Bij producten die zijn voorzien van een batterij die de gehele levensduur van het apparaat meegaat, kan verwijderen voor de
gebruiker niet mogelijk zijn. In dat geval dient
het recycling- of verwijderingsbedrijf te zorgen voor demontage en verwijdering van de
batterij. Wanneer zo’n batterij om wat voor
reden dan ook moet worden vervangen, dient
dit te gebeuren door een geautoriseerd servicecenter.
Instellingen per gebruikte ingang
De AVR heeft een zeer modern geheugensysteem
waarmee verschillende instellingen gemaakt kunnen worden voor de luidsprekerconfiguratie, digitale ingangen, surround functie, vertragingstijden
en de uitgangen voor elke ingang. Zo kunt u het
luisteren naar elke bron afzonderlijk instellen en
de AVR slaat dat in het geheugen op. Dat betekent dat u verschillende surround functies en
analoge of digitale ingangen met verschillende
bronnen kunt combineren, dan wel verschillende
luidsprekerconfiguraties en wijzigingen aan het
bas management systeem en het gebruik van de
centrum luidspreker. Eenmaal ingesteld worden
deze instellingen weer geactiveerd wanneer de
ingang wordt gekozen.
De standaard af fabriek instelling voor de AVR is
alle ingangen voor een analoge bron (behalve de
DVD ingang, waarvoor de Coax DigitaleIngang 1
MUSIC als surround functie, alle luidsprekers
ingesteld op “small” (klein) en een aangesloten
subwoofer. Voordat u het apparaat in gebruik
neemt, wilt u wellicht deze instellingen voor een
aantal ingangen wijzigen, bijvoorbeeld voor een
juiste configuratie met digitale of analoge ingangen, de aangesloten luidsprekers en de surround
functies die gekoppeld zijn met de ingangen.
Instelling ingang
De eerste stap bij het configureren van de AVR is
het kiezen van een ingang. Doe dat door op de
Ingangskeuze
tot de naam van de gewenste ingang in de
display
naast de ingang van de Ingangskeuze
de voorzijde. De ingang kan ook worden gekozen
door op de juiste Ingangskeuze
afstandsbediening te drukken.
De tweede stap is het koppelen van de digitale
ingang met de gekozen bron (indien nodig,
anders blijft de analoge gekozen). Druk op digi-
tale ingangskeuze
ning. Binnen vijf seconden kiest u de ingang met
de
tot de gewenste digitale of analoge ingang in de
display
A
slaan. Nadatr de instelling voor een ingang is
gemaakt, herhaalt u het bovenstaande voor alle
andere ingangen. Zonodig kan zo'n koppeling
later weer worden veranderd; het geheugen van
de AVR onthoudt de instellingen tot ze worden
veranderd.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidsprekers met de AVR worden gebruikt en is belangrijk. Dit is belangrijk omdat het bepaalt welke
luidsprekers lage frequenties (bas) krijgen en of
een Centrum luidspreker wordt gebruikt of niet,
en wel afzonderlijk per gekozen ingang. Gebruik
voor elke instelling hier de positie
9
de standaard is, met Logic 7
!
op de voorzijde te drukken
F
verschijnt en een indicatie oplicht
5
op de afstandsbedie-
⁄/¤
toetsen op de afstandsbediening,
F
verschijnt. Druk vervolgens op OK
om de nieuwe digitale koppeling op te
LARGE
J
op
op de
14 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
(groot) wanneer traditionele luidsprekers worden
aangesloten die geschikt zijn voor frequenties
beneden 100 Hz. Gebruik de instelling
SMALL
(klein) voor kleinere, satellietachtige luidsprekers
die geen frequenties beneden 100 Hz kunnen
weergeven. Denk er aan dat bij toepassing van
kleine luidsprekers voor front links en rechts, een
subwoofer onmisbaar is voor het weergeven van
de lage frequenties. Onthoud dat elke luidsprekeropzet die afwijkt van de standaard instelling
(zie boven) afzonderlijk en per ingang van de
AVR dient te worden ingesteld.
Bij ingeschakelde AVR volgt u onderstaande
stappen om de luidsprekers te configureren:
1. Druk op Luidspreker
diening. De woorden
9
op de afstandsbe-
FRONT SPEAKER
(luidsprekergrootte) verschijnen in de display F.
2. Druk op OK
3. Druk op
om
FRONT LARGE (front groot) of
FRONT SMALL (front klein) te kiezen, over-
A
.
⁄
¤
/
op de afstandsbediening
eenkomend met de luidsprekers die u voor links
front en rechts front gebruikt, conform de
omschrijving hiervoor.
Wanneer
SMALL wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de subwooferuitgang gestuurd worden. Denk er aan
dat bij deze instelling en zonder een subwoofer
geen lage tonen van de front kanalen hoorbaar
zullen zijn. Deze instelling is niet beschikbaar bij
stereo om een zo zuiver mogelijke weergave van
de DSP's te garanderen.
Wordt
LARGE gekozen, dan wordt een full-
range signaal naar de linker en rechter front
kanalen gestuurd. Afhankelijk van de configuratie
van de subwoofer (zie verderop), kan het laag
voor front links en rechts ook naar een subwoofer worden gestuurd.
Belangrijk: bij gebruik van een luidsprekerset
met twee front satellieten en een passieve subwoofer, aangesloten op de front luidspreke-
ruitgangen
kers ingesteld worden op
C
, dan dienen de front luidspre-
LARGE.
4. Als u uw selectie voor het frontkanaal heeft
A
voltooid, drukt u op de OK
⁄
op de
¤
/
toetsenop de afstandsbedie-
ning om het display te veranderen in
SPEAKER
.
, en vervolgens
CENTER
5. Druk opnieuw op de OK
⁄
¤
/
toetsenop de afstandsbediening, om
A
en gebruik de
de optie te selecteren die het beste uw systeem
beschrijft dat gebaseerd is op de definities van
de middelste speaker die weergegeven zijn in de
vorige sectie.
Wordt
SMALL gekozen, dan zullen de lagen
tonen voor het centrum kanaal naar de front
kanalen gestuurd worden, mits deze zijn ingesteld op
LARGE en de subwoofer is uitgescha-
keld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de
lage tonen van het centrum kanaal uitsluitend
naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE is gekozen zal het volledige
frequentiebereik naar de centrum luidspreker
gestuurd worden, en bij analoge en digitale surroundfuncties wordt (behalve in de Pro Logic II
Music functie) GEEN signaal van het centrum
kanaal naar de subwooferuitgang gestuurd.
Wordt
NONE (geen) gekozen, dan wordt geen
signaal naar het centrum kanaal gestuurd. De
receiver werkt nu met een 'fantoom' centrum
kanaal, waarbij de informatie voor het centrum
kanaal naar de linker en rechter front luidsprekers wordt gestuurd en het laag naar de subwoofer, mits SUB L/R+LFE is gekozen op de regel
SUBWOOFER regel van dit menu (ziew verderop).
Deze functie is noodzakelijk wanneer geen centrum luidspreker aanwezig is. Denk er aan dat
voor gebruik van de Logic 7C surround functie
een centrum luidspreker noodzakelijk is, maar
Logic 7M werkt ook uitstekend zonder een centrum luidspreker.
6. Wanneer de keuze voor het centrum kanaal is
gemaakt, drukt u op de OK
⁄
¤
op
/
op de afstandsbediening, tot de
display
SURR SPEAKER aangeeft.
7. Druk nogmaals op de OK
⁄
¤
/
op de afstandsbediening en kies de
A
en vervolgens
A
en gebruik
optie die het beste bij uw systeem past en overeenkomt met de in de voorgaande paragraaf
gegeven omschrijving van de surround luidsprekers.
Wordt
SMALL (klein) gekozen dan wordt, wan-
neer de subwoofer uitgeschakeld is, het laag bij
alle digitale surround functies naar de front luidsprekers gestuurd en wanneer de subwoofer
ingeschakeld is, naar de subwoofer. Bij analoge
surround functies is dit afhankelijk van de gekozen functie en de instelling van de subwoofer en
de front luidsprekers.
Wanneer
LARGE is gekozen wordt het volledige
frequentiebereik naar de surround kanalen
gestuurd (bij alle analoge en digitale surroundfuncties) en, met uitzondering van de Hall en
Theater functies, wordt geen laag van de surround kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen
links front en rechts front. Merk op dat voor optimale weergave zonder surround luidsprekers
gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo
functie i.p.v. Dolby Pro Logic.
8. Wanneer de keuze voor het surround kanaal is
gemaakt, drukt u op de OK
⁄
¤
op
/
op de afstandsbediening, tot de
display
S-W SPEAKER aangeeft.
9. Druk op de OK
A
A
en vervolgens
en vervolgens op de
⁄
/
toetsenop de afstandsbediening om de
optie te kiezen die het beste met uw subwoofersysteem overeenkomt.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de
subwoofer worden bepaald door de instellingen
voor de andere luidsprekers, vooral de front links
en rechts posities. Wanneer de front links/rechts
luidsprekers op
woofer automatisch op
SMALL staan wordt de sub-
SUB gezet, wat betekent
dat deze actief is.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
LARGE staan, zijn drie opties beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR,
⁄
¤
/
druk dan op
tot SUB NONE in de
display verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan
wordt alle laag informatie naar de front
links/rechts ‘hoofdluidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR
dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’
luidsprekers het laag in alle gevallen te laten
weergeven en de subwoofer alleen te activeren
wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale
bron die een speciaal Low Frequency Effects, of
LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de
hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt
worden voor het speciale laag van bepaalde
films. Om die optie te kiezen drukt u op
tot SUB LFE in de display verschijnt.
⁄/¤
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en
deze wordt gebruikt voor de laagweergave in
combinatie met de hoofdluidsprekers front
links/rechts, ongeacht het type programmabron
of de gekozen surroundfunctie, Druk op
tot SUB L/R+LFE in de display
⁄/¤
verschijnt. Is deze optie gekozen dan wordt een
'compleet' signaal naar de linker en rechter front
luidsprekers gestuurd, terwijl de subwoofer de
lage frequenties voor links en rechts beneden de
wisselfrequentie van 80 Hz ontvangt.
¤
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 15
Loading...
+ 35 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.