Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke
toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van
deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
ANT®, ANT+®, Garmin®, het Garmin logo, TracBack®, VIRB® en zūmo® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de
Verenigde Staten en andere landen. myGarmin™ en myTrends™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken
mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Het woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie
verkregen. microSD™ is een handelsmerk van SD-3C. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen. Mac® is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. PANDORA®, het Pandora logo en de Pandora imagokenmerken zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van Pandora Media, Inc. Gebruikt met toestemming. SPOTIFY® en het Spotify logo zijn geregistreerde handelsmerken van
Spotify AB. Compatibele digitale mobiele toestellen en premium abonnement vereist, indien beschikbaar. Ga naar www.garmin.com. Dit product is voorzien
van Spotify software, waarop de volgende licenties van derden van toepassing zijn: www.spotify.com/connect/third-party-licenses . Voorzie elke reis van
muziek via Spotify. Speel nummers af van uw favoriete artiesten of laat Spotify u entertainen.
Dit product is ANT+® gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
Garmin® raadt aan dat een ervaren installateur met kennis van
elektrische systemen het toestel installeert. Het onjuist
aansluiten van stroomkabels kan schade toebrengen aan het
voertuig of de accu, en kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Kies een geschikte en veilige plek om het toestel op uw
motorfiets te bevestigen, uitgaande van beschikbare
stroombronnen en veilige kabelbevestiging.
Motorfietshouder
À
12 tot 24 V gelijkstroom (rood) voor systeem met geïntegreerde
Á
zekering
Systeem-aarde (zwart)
Â
Kabelharnas voor motorfietshouder
OPMERKING: De aanbevolen torsie is 50 lbf-in (5,65 N-m).
Gebruik geen torsie van meer dan 80 lbf-in (9,04 N-m).
De stuurhouder installeren op het koppelingshandvat of het
remhandvat
Verwijder de twee fabrieksbouten op uw koppelingshandvat
1
of remhandvat À.
OPMERKING: Er worden zowel standaardbouten van 1/4
inch als M6-bouten meegeleverd. Kies bouten van dezelfde
maat als de fabrieksbouten op het koppelingshandvat of het
remhandvat.
Steek de nieuwe bouten Á door de stuurhouder, de
2
tussenstukjes  en het koppelingshandvat of het
remhandvat.
Draai de bouten aan om de houder vast te zetten.
3
De basisplaat op de motorfietshouder bevestigen
LET OP
Door rechtstreeks, aanhoudend contact met de basisplaat of
enig ander deel van de motorfiets kan de houder na verloop van
tijd beschadigd raken. U kunt dit soort beschadigingen
voorkomen door vulringen te plaatsen tussen de houder en de
basisplaat, en te controleren dat geen deel van het toestel of de
houder de motorfiets raakt.
USB
À
12 tot 24 V gelijkstroom (rood) voor systeem met geïntegreerde
Á
zekering
Systeem-aarde (zwart)
Â
2,5 mm microfoon
Ã
3,5 mm uitgang voor stereo-audio
Ä
3,5 mm ingang voor stereo-audio
Å
De stuurhouder installeren
Bij het toestel worden onderdelen geleverd voor twee
installatiemogelijkheden aan het stuur. Voor aangepaste
houders kunnen extra onderdelen nodig zijn.
De U-bout en stuurhouder installeren
Plaats de U-bout À rond het stuur Á en steek de uiteinden
1
door de stuurhouder Â.
Steek de schroeven van M4 x 20 mm met bolcilinderkop
1
door de ringen Á, de houder, de tussenstukjes  en de
basisplaat Ã.
Draai de moeren aan om de basisplaat vast te zetten.
2
De basisplaat op de stuurhouder bevestigen
Breng de bal van de stuurhouder À en de bal van de
1
basisplaat Á in één lijn met de arm met twee openingen Â.
À
Draai de moeren aan om de houder vast te zetten.
2
Installatie1
Schuif elke bal in de arm met twee openingen.
2
Draai de knop een beetje vast.
3
Pas de positie aan voor optimaal zicht en bediening.
4
Draai de knop aan om de steun vast te zetten.
5
Uw toestel in de motorfietshouder installeren
Plaats de onderkant van het toestel in de houder.
1
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Steek de voertuigvoedingskabel À in de poort Á op de
1
houder.
Verwijder de doorzichtige plastic laag van de zuignap Â.
2
Maak de voorruit en de zuignap schoon en droog met een
3
pluisvrije doek.
Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel à naar
4
achteren, naar de voorruit toe.
Klik de houder Ä vast op de arm van de zuignapsteun.
5
Plaats de onderkant van het toestel in de houder.
6
Kantel het toestel naar achteren totdat het vastklikt.
7
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel van de auto
8
aan op de stroomvoorziening.
Kantel het toestel naar achteren totdat het vastklikt.
2
Als de hendel aan de bovenkant van de houder omhoog blijft
3
staan nadat u het toestel hebt geplaatst, druk de hendel dan
naar beneden.
Uw toestel uit de motorfietshouder nemen
Druk op de ontgrendelingsknop aan de zijkant van de
1
houder.
Haal het toestel uit de houder.
2
Uw toestel in een auto bevestigen
LET OP
Raadpleeg voordat u het toestel monteert de lokale wetgeving
omtrent montage op de voorruit.
Aan de slag
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
• Plaats de batterij (De batterij plaatsen, pagina 3).
• Werk de kaarten en software op uw toestel bij
(Ondersteuning en updates, pagina 3).
• Installeer het toestel en sluit het aan op de voeding
(Installatie, pagina 1).
• Koppel uw Bluetooth® telefoon en headset (Uw telefoon en
headset koppelen, pagina 15) (optioneel).
• Zorg dat u GPS-signalen ontvangt (GPS-signalen ontvangen,
pagina 4).
• Pas de helderheid van het scherm aan (De helderheid van
het scherm aanpassen, pagina 4).
• Navigeer naar uw bestemming (Een route starten,
pagina 6).
WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van
persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van
blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel
buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Gebruik de zuignapsteun niet op een motorfiets.
2Aan de slag
Overzicht van het toestel
Aan-uitknop
À
Mini-USB stroom- en datapoort
Á
Batterijhouder met sleuf voor geheugenkaart voor kaarten en
Â
gegevens
Microfoon
Ã
De batterij plaatsen
Draai de D-ring van de batterijklep linksom en verwijder de
1
batterijklep.
• Kaart- of baanupdates
• Voertuigpictogrammen, stemmen en andere extra's
Kaarten en software bijwerken met Garmin Express
Gebruik Garmin Express software om de nieuwste kaart- en
software-updates voor uw toestel te downloaden en installeren.
Kaartupdates bevatten de meest recente kaartgegevens zodat
uw toestel de routes naar uw bestemmingen accuraat en
efficiënt kan blijven berekenen. Garmin Express is beschikbaar
voor Windows® en Mac® computers.
Ga op de computer naar www.garmin.com/express.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u wilt installeren op een Windows computer, selecteert
u Download voor Windows.
• Als u wilt installeren op een Mac computer, selecteert u
Download voor Mac.
Open het gedownloade bestand en volg de instructies op het
3
scherm om de installatie te voltooien.
Start Garmin Express.
4
Sluit uw Garmin toestel met een USB-kabel aan op de
5
computer.
Klik op Voeg een toestel toe.
Neem de meegeleverde lithium-ionbatterij uit de verpakking.
2
Plaats de batterij met de kabel naar boven.
3
Plaats de batterijconnector À in de batterijpoort Á.
4
Sluit de batterijklep en draai de D-ring van de batterijklep
5
vast.
6
De Garmin Express software detecteert uw toestel.
Klik op Voeg toestel toe.
7
Volg de instructies op het scherm om uw toestel toe te
8
voegen aan de Garmin Express software.
Wanneer de installatie is voltooid, zoekt de Garmin Express
naar kaart- en software-updates voor uw toestel.
Selecteer een optie:
9
• Als u alle beschikbare updates wilt installeren, klikt u op
Installeer alles.
• Als u een enkele update wilt installeren, klikt u op Details
weergeven en selecteert u een update.
Ondersteuning en updates
Garmin Express™ ( www.garmin.com/express ) biedt u
eenvoudig toegang tot deze services voor Garmin toestellen.
• Productregistratie
• Producthandleidingen
• Software-updates
Aan de slag3
De Garmin Express software downloadt en installeert de
updates op uw toestel. Kaartupdates zijn erg groot en dit proces
kan veel tijd in beslag nemen met een langzame
internetverbinding.
Het toestel in- of uitschakelen
• Als u het toestel wilt inschakelen, drukt u op de aan-uitknop,
of sluit u het toestel aan op stroom.
• Als u het toestel in de energiezuinige modus wilt zetten, drukt
u op de aan-uitknop terwijl het toestel is ingeschakeld.
In de energiezuinige modus staat het scherm uit en verbruikt
het toestel zeer weinig stroom, maar kunt u het snel activeren
voor gebruik.
TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de energiezuinige
modus te zetten tijdens het opladen van de batterij.
• Als u het toestel volledig wilt uitschakelen, drukt u op de aanuitknop en houdt u deze vast tot een melding op het scherm
verschijnt. Dan selecteert u Uit.
De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop
loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel
over naar de energiezuinige modus.
GPS-signalen ontvangen
Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPSontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de
actuele locatie bepalen. op de statusbalk geeft de
signaalsterkte van de satelliet weer. De tijd die nodig is om
satellietsignalen te ontvangen verschilt op basis van diverse
factoren, waaronder hoe ver u bent verwijderd van de plek waar
u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht
op de lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het
laatst hebt gebruikt. De eerste keer dat u uw navigatietoestel
inschakelt, kan het enkele minuten duren voordat u
satellietsignalen ontvangt.
Schakel het toestel in.
1
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
2
Ga naar buiten, naar een open gebied, uit de buurt van hoge
3
gebouwen en bomen.
Wanneer groen wordt, ontvangt het toestel satellietsignalen
en is het klaar voor navigatiedoeleinden.
Statusbalkpictogrammen
De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De
pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de
functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u
selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie
weer te geven.
GPS-signaalstatus. Houd vast om de GPS-nauwkeurigheid
en ontvangen satellietinformatie weer te geven (GPS-
signaalstatus weergeven, pagina 25).
Bluetooth status. Selecteer om de Bluetooth instellingen
weer te geven (Bluetooth instellingen, pagina 22).
Verbonden met handsfree bellen. Selecteer om te bellen
(Handsfree bellen, pagina 17).
Actief voertuigprofiel. Selecteer om de instellingen voor voertuigprofiel weer te geven.
Huidige tijd. Selecteer om de tijd in te stellen (De tijd
instellen, pagina 23).
Batterijniveau.
Verbonden met de Smartphone Link app. Selecteer om
verbonden toestel en abonnementsinformatie weer te geven
(Uw telefoon en headset koppelen, pagina 15).
Temperatuur. Selecteer om de weersverwachting weer te
geven (De weersverwachting weergeven, pagina 21).
Brandstofniveau. Selecteer om informatie over brandstofverbruik weer te geven.
Werken met de knoppen op het scherm
Met behulp van schermknoppen kunt u door de pagina's, menu's
en menu-opties van uw toestel navigeren.
• Selecteer om terug te gaan naar het vorige menuscherm.
• Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
• Selecteer of om door lijsten of menu's te bladeren.
• Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.
• Selecteer om een contextmenu met de opties voor het
huidige scherm weer te geven.
Het volume aanpassen
Voordat u het volume kunt aanpassen, moet u uw toestel
aansluiten op een steun met voeding of een headset met
draadloze Bluetooth technologie.
Selecteer Volume.
1
Selecteer een optie:
2
• Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
• Selecteer om het geluid te dempen.
• Selecteer voor extra opties.
De helderheid van het scherm aanpassen
Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid.
1
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
2
Transportmodi
De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van
de gekozen transportmodus. De huidige transportmodus wordt
weergegeven door een pictogram op de statusbalk.
Automodus
Motorfietsmodus
Offroadmodus
Een transportmodus kiezen
Selecteer .
Werken met het schermtoetsenbord
Zie "Taal- en toetsenbordinstellingen" als u de
toetsenbordindeling wilt wijzigen (Taal- en
toetsenbordinstellingen, pagina 23).
• Selecteer om een zoekitem te verwijderen.
• Selecteer als u een teken wilt wissen.
• Selecteer om de taal van het toetsenbord te wijzigen.
• Selecteer om speciale tekens zoals leestekens op te
geven.
• Selecteer om het gebruik van hoofdletters te wijzigen.
4Aan de slag
Het toetsenbord met grote knoppen gebruiken
U kunt extra toetsenbordtalen en -indelingen inschakelen in het
menu voor taal- en toetsenbordinstellingen (Taal- en
toetsenbordinstellingen, pagina 23).
• Selecteer of om meer speciale tekens weer te geven.
• Selecteer om een andere toetsenbordtaal en -indeling te
kiezen.
Functies voor het waarschuwen van
de bestuurder
LET OP
Waarschuwingen voor de bestuurder en aangegeven
snelheidslimieten dienen alleen ter informatie. U bent te allen
tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven
snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer.
Garmin is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of
waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan
geldende verkeersregels en verkeersborden.
Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen
bevorderen en de efficiëntie kunnen verhogen, ook als u in een
bekende omgeving fietst. Het toestel waarschuwt met een
geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing
informatie weer. U kunt het geluidssignaal of bericht voor elk
type waarschuwing in- of uitschakelen. Niet alle
waarschuwingen zijn in alle regio's beschikbaar.
Schoolzone of nabijgelegen school: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft de afstand tot een naderende school
of schoolzone en, indien beschikbaar, de geldende
maximumsnelheid weer.
Maximumsnelheid verlaagd: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft de lagere maximumsnelheid weer
voor de zone die u nadert, zodat u uw snelheid kunt
aanpassen.
Maximumsnelheid overschreden: Het toestel geeft een
geluidssignaal en markeert het pictogram voor
maximumsnelheid met een rode rand als u de aangegeven
maximumsnelheid voor de weg waarop u rijdt, overschrijdt.
Spoorwegovergang: Het toestel geeft een geluidssignaal en
geeft de afstand tot een naderende spoorwegovergang weer.
Dierenoversteekplaats: Het toestel geeft een geluidssignaal en
geeft de afstand tot een naderende dierenoversteekplaats
weer.
Bocht: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand
tot een bocht in de weg weer.
Langzaam verkeer: Het toestel geeft een geluidssignaal en
geeft de afstand tot langzaam verkeer weer als u op hoge
snelheid langzaam verkeer nadert. Voor gebruik van deze
functie moet uw toestel verkeersinformatie ontvangen
(Verkeersinformatie ontvangen via Smartphone Link,
pagina 18).
Vermoeidheidswaarschuwing: Het toestel geeft een
geluidssignaal en suggereert tussenstops op de route als u
langer dan twee uur hebt gereden zonder te stoppen.
Waarschuwingen voor de bestuurder in- of
uitschakelen
U kunt waarschuwingssignalen voor de bestuurder afzonderlijk
uitschakelen. Visuele waarschuwingen worden ook
weergegeven als het waarschuwingssignaal is uitgeschakeld.
Selecteer Instellingen > Kaart/voert. > Hoorbare
1
waarschuwingen voor de bestuurder.
Schakel het selectievakje naast elk waarschuwingssignaal in
2
of uit.
Roodlichtcamera's en flitsers
LET OP
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of
consequenties van het gebruik van, een database met eigen
nuttige punten of flitspaaldatabase.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's
of productmodellen.
Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is
beschikbaar in sommige gebieden voor sommige
toestelmodellen. Ga naar garmin.com/speedcameras om de
beschikbaarheid en compatibiliteit te controleren of een
abonnement of eenmalige update aan te schaffen. U kunt op elk
gewenst moment de gegevens van een nieuwe regio
aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden.
Ga naar mygarmin.com om de cameradatabase op uw toestel
bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest
recente cameragegevens te ontvangen.
Voor sommige toestellen en regio's zijn algemene
roodlichtcamera- of flitspaalgegevens mogelijk al inbegrepen bij
uw toestel. Updates of een abonnement vallen niet onder de
inbegrepen gegevens.
Meldingen over wetgeving omtrent helmen
weergeven
De eerste keer dat uw zūmo toestel verbinding maakt met
satellieten en wanneer uw toestel een locatie nadert met
verkeersregels voor motorfietsen, kunnen er meldingen over
wetgeving omtrent helmen en oogbescherming worden
weergegeven.
LET OP
Garmin raadt fietsers aan om voor de veiligheid altijd een helm
te dragen. Informatie over helmregelgeving dient uitsluitend ter
referentie, kan worden gewijzigd en dient niet te worden
beschouwd als juridisch advies. Informatie over helmregelgeving
is alleen beschikbaar in de V.S. en Canada.
Selecteer de melding om meer informatie weer te geven.
Regelgeving op het gebied van helmen zoeken
U kunt regelgeving op het gebied van helmen per staat of
provincie zoeken.
Selecteer Apps > Gids over helmen.
1
Selecteer een staat of provincie.
2
Navigeren naar uw bestemming
Routes
Een route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer
bestemmingen.
• Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw
bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren,
zoals de modus voor routeberekening (De
routeberekeningsmodus wijzigen, pagina 6) en te
vermijden wegen (Vertragingen, tol en bepaalde gebieden
vermijden, pagina 8).
• Het toestel kan automatisch wegen vermijden die niet passen
bij het actieve voertuigprofiel.
• U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming
navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen (Een route
starten, pagina 6).
• Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de
route aanpassen (Uw route aanpassen, pagina 7).
• U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen
(Een locatie aan uw route toevoegen, pagina 7).
Functies voor het waarschuwen van de bestuurder5
Een route starten
Selecteer Waarheen? en zoek een locatie (Locaties zoeken
1
en opslaan, pagina 10).
Selecteer een locatie.
2
Selecteer Ga!.
3
Selecteer een optie:
4
• Selecteer Ga! om te starten met navigeren via de
aanbevolen route.
• U kunt een alternatieve route kiezen door en vervolgens
een route te selecteren.
Alternatieve routes worden rechts van de kaart
weergegeven.
• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u > Wijzig route
en voegt u routepunten aan de route toe (Uw route
aanpassen, pagina 7).
Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw
bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de
kaart (Uw route op de kaart, pagina 6). Aan de rand van de
kaart wordt een paar seconden een weergave van de
belangrijkste wegen op uw route gegeven.
Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze
locaties aan uw route toevoegen (Een locatie aan uw route
• Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller
worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.
• Selecteer Avontuurlijke route om routes te berekenen
die bij voorkeur gebruikmaken van bochtige wegen.
• Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt
te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.
• Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die
korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden
afgelegd.
Een route maken met Avontuurlijke route
Uw toestel kan routes berekenen met voorkeur voor wegen met
bochten, heuvels en minder snelwegen. Met deze functie kunt u
de rit voor uzelf aangenamer maken, maar bent u mogelijk wel
langer onderweg naar uw bestemming.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op alle modellen
of voor alle kaartregio's.
Gebruik de schuifbalk om meer of minder bochten in te
3
stellen.
Gebruik de schuifbalk om meer of minder heuvels in te
4
stellen.
Gebruik de schuifbalk om meer of minder snelwegen in te
5
stellen.
Een route beginnen (Een route starten, pagina 6).
6
Een route voor een rondreis maken
Het toestel kan een route voor een rondreis maken met behulp
van een opgegeven vetreklocatie en een afstand, duur of
bestemming.
Selecteer in het startscherm Apps > Rondreis.
1
Selecteer Startlocatie.
2
Selecteer een locatie en vervolgens Selecteer.
3
Selecteer Kenmerken van reis.
4
Selecteer een optie:
5
• Selecteer Kies een afstand om uw route te plannen op
basis van afstand.
• Selecteer Kies een duur om uw route te plannen op basis
van tijd.
• Selecteer Kies een bestemming om uw route te plannen
op basis van een bepaalde locatie.
Voer een afstand, duur of bestemming in.
6
Selecteer een optie:
7
• Als u een afstand of duur hebt ingevoerd, selecteert u OK
> Bereken.
• Als u een bestemming hebt geselecteerd, selecteert u
Selecteer.
Selecteer een route en selecteer Ga!.
8
Een route starten op de kaart
U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.
Selecteer Bekijk kaart.
1
Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied
2
weer te geven.
Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt
3
filteren, selecteert u .
Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de
kaart weergegeven.
Selecteer een optie:
4
• Selecteer een locatiemarkering.
• Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of
adres.
Selecteer Ga!.
5
Naar huis navigeren
De eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel
u om uw thuislocatie op te geven.
Selecteer Waarheen? > Naar huis.
1
Voer zo nodig uw thuislocatie in.
2
Uw thuislocatie bewerken
Selecteer Waarheen? > > Stel thuislocatie in.
1
Voer uw thuislocatie in.
2
Uw route op de kaart
Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met
gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Boven aan
de kaart worden instructies weergegeven voor de volgende
afslag of afrit of om een andere handeling uit te voeren.
Volgende actie op de route. Geeft de volgende afslag, afrit of
À
andere actie aan en, indien beschikbaar, de rijbaan waarop u moet
rijden.
Afstand tot de volgende actie.
Á
Naam van de straat of afrit die is verbonden aan de volgende actie.
Â
Op de kaart gemarkeerde route.
Ã
Volgende actie op de route. Pijlen op de kaart geven de plaats van
Ä
volgende acties aan.
6Navigeren naar uw bestemming
Loading...
+ 22 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.