GARMIN ZUMO 346 User Manual [nl]

ZŪMO® 396
Gebruikershandleiding
© 2018 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. zūmo®, Garmin Express™ en TracBack zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android™ is een handelsmerk van Google Inc. Het merk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. Foursquare® is een handelsmerk van Foursquare Labs, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. microSD® is een handelsmerk van SD-3C. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Mac® is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. De Pandora logo's zijn handelsmerken van Pandora Media, Inc. Pandora is alleen in bepaalde landen beschikbaar. Ga naar http://www.pandora.com/legal. TripAdvisor® is een geregistreerd handelsmerk van TripAdvisor LLC. Windows®, Windows Vista® en Windows XP® zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. WiFi® is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance.
®

Inhoudsopgave

Installatie......................................................................... 1
Uw toestel op een motorfiets bevestigen.................................... 1
Motorfietshouder met stroomvoorziening...............................1
De stuurhouder installeren..................................................... 1
De voedingskabels op de motorfietshouder bevestigen........ 1
De basisplaat op de motorfietshouder bevestigen................. 2
De basisplaat op de stuurhouder bevestigen........................ 2
Uw toestel in de motorfietshouder installeren........................ 2
Uw toestel uit de motorfietshouder nemen................................. 2
Uw toestel in een auto bevestigen.............................................. 2
Aan de slag..................................................................... 3
Overzicht van het toestel............................................................ 3
Het toestel in- of uitschakelen.....................................................3
GPS-signalen ontvangen............................................................ 3
Statusbalkpictogrammen............................................................ 3
Werken met de knoppen op het scherm..................................... 3
Het volume regelen.....................................................................3
De audiomixer gebruiken....................................................... 3
De helderheid van het scherm aanpassen................................. 4
Functies voor het waarschuwen van de
bestuurder....................................................................... 4
Waarschuwingen voor de bestuurder in- of uitschakelen........... 4
Roodlichtcamera's en flitsers...................................................... 4
Ongevaldetectie en -meldingen.................................................. 4
Een bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon
instellen.................................................................................. 5
Een ongevalmelding annuleren............................................. 5
Ongevalmeldingen uitschakelen............................................ 5
Meldingen over wetgeving omtrent helmen weergeven............. 5
Regelgeving op het gebied van helmen zoeken......................... 5
Navigeren naar uw bestemming................................... 5
Routes........................................................................................ 5
Een route starten........................................................................ 5
De routeberekeningsmodus wijzigen..................................... 5
Een route maken met Avontuurlijke route.............................. 6
Een route starten op de kaart................................................ 6
Naar huis navigeren............................................................... 6
Uw route op de kaart.................................................................. 6
Geavanceerde rijbaanassistentie.......................................... 6
Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken............................ 6
De gehele route op de kaart weergeven................................ 6
Aankomst bij uw bestemming..................................................... 6
Parkeren bij uw bestemming..................................................7
Uw vorige parkeerplaats vinden.............................................7
Uw actieve route wijzigen........................................................... 7
Een locatie aan uw route toevoegen..................................... 7
Uw route aanpassen.............................................................. 7
Een omweg maken................................................................ 7
De route stoppen........................................................................ 7
Routesuggesties gebruiken........................................................ 7
Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden.................... 7
Files op uw route vermijden................................................... 7
Tolwegen vermijden............................................................... 7
Tolvignetten vermijden........................................................... 8
Punten vermijden op de route................................................ 8
Aangepast vermijden............................................................. 8
Offroad navigeren....................................................................... 8
Brandstofverbruik........................................................................8
Brandstofverbruik inschakelen............................................... 8
Waarschuwing voor laag brandstofpeil instellen.................... 8
De afstand voor de brandstoftank opnieuw instellen............. 9
Dynamische tankstations inschakelen................................... 9
Locaties zoeken en opslaan.......................................... 9
Nuttige punten............................................................................ 9
Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk....................... 9
Een locatie zoeken op categorie................................................ 9
Zoeken binnen een categorie................................................ 9
Navigeren naar nuttige punten binnen een locatie................ 9
Locatiezoekresultaten............................................................... 10
Locatiezoekresultaten weergeven op de kaart.................... 10
Het zoekgebied wijzigen........................................................... 10
Parkeerplaats............................................................................10
Parkeergelegenheid zoeken in de buurt van uw huidige
locatie...................................................................................10
Een parkeerplaats zoeken in de buurt van een opgegeven
locatie...................................................................................10
Betekenis van parkeerkleuren en -symbolen....................... 10
Zoekfuncties............................................................................. 10
Een adres zoeken................................................................ 11
Een kruispunt zoeken.......................................................... 11
Een stad zoeken.................................................................. 11
Een locatie zoeken met behulp van coördinaten................. 11
Foursquare............................................................................... 11
Verbinding maken met uw Foursquare account.................. 11
Foursquare nuttige punten zoeken...................................... 11
Foursquare locatiegegevens weergeven............................. 11
Inchecken bij Foursquare.....................................................11
TripAdvisor®............................................................................. 11
TripAdvisor nuttige punten vinden....................................... 11
Recent gevonden locaties bekijken.......................................... 11
De lijst met recent gevonden locaties wissen...................... 11
De huidige locatiegegevens weergeven................................... 11
Nooddiensten en tankstations vinden.................................. 11
Routebeschrijving naar uw huidige locatie.......................... 12
Een snelkoppeling toevoegen.................................................. 12
Een snelkoppeling verwijderen............................................ 12
Locaties opslaan....................................................................... 12
Een locatie opslaan..............................................................12
Uw huidige locatie opslaan.................................................. 12
Een opgeslagen locatie bewerken....................................... 12
Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen............ 12
Een opgeslagen locatie verwijderen.................................... 12
De kaart gebruiken....................................................... 12
Kaartfuncties............................................................................. 12
Een kaartfunctie weergeven................................................ 13
Kaartfuncties inschakelen.................................................... 13
Verderop................................................................................... 13
Naderende locatie weergeven............................................. 13
De categorieën verderop aanpassen................................... 13
Reisinformatie........................................................................... 13
Reisgegevens op de kaart weergeven................................ 13
De pagina met reisinformatie weergeven............................ 13
Het reislog weergeven......................................................... 13
Reisinformatie herstellen..................................................... 13
Verkeersproblemen op uw route weergeven............................ 13
Verkeersinformatie op de kaart weergeven......................... 13
Verkeersproblemen zoeken................................................. 14
De kaart aanpassen..................................................................14
De kaartlagen aanpassen.................................................... 14
Het kaartgegevensveld aanpassen..................................... 14
Het kaartperspectief wijzigen............................................... 14
Live Services, verkeersinformatie en
smartphonefuncties..................................................... 14
Koppelen met uw telefoon en verbinding maken met
Smartphone Link.......................................................................14
Statuspictogrammen van de Bluetooth functie......................... 14
Garmin Live Services................................................................14
Inhoudsopgave i
Een abonnement nemen op Garmin Live Services............. 15
Uw telefoon en headset koppelen............................................ 15
Een locatie van uw smartphone naar uw toestel verzenden.... 15
Smart Notifications....................................................................15
Meldingen ontvangen.......................................................... 15
De lijst met meldingen weergeven....................................... 16
Handsfree bellen.......................................................................16
Telefoneren.......................................................................... 16
Een oproep ontvangen........................................................ 16
De oproepinfo gebruiken..................................................... 16
De gespreksopties gebruiken.............................................. 16
Een telefoonnummer thuis opslaan..................................... 16
Bluetooth functies instellen voor uw Apple toestel................... 16
Verbinding maken met de Smartphone Link app op uw Apple
toestel.................................................................................. 16
Handsfree bellen uitschakelen voor uw Apple toestel......... 17
Smartphone Link gegevens en smart notifications
uitschakelen voor uw Apple toestel..................................... 17
Bluetooth functies instellen voor uw smartphone met
Android™.................................................................................. 17
Verbinding maken met de Smartphone Link app op uw
Android smartphone.............................................................17
Bluetooth functies uitschakelen voor uw smartphone met
Android.................................................................................17
Verbinding met een Bluetooth toestel verbreken...................... 17
Een gekoppelde telefoon verwijderen...................................... 17
Verkeersinformatie....................................................... 17
Verkeersinformatie ontvangen via Smartphone Link................ 18
Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een
verkeersinformatie-ontvanger................................................... 18
Abonnementen voor verkeersinformatie-ontvanger............. 18
Verkeersinformatie inschakelen................................................18
Verkeersinformatie op de kaart weergeven.............................. 18
Verkeersproblemen zoeken................................................. 18
De apps gebruiken....................................................... 18
De gebruikershandleiding op uw toestel weergeven................ 18
Reisplanner...............................................................................18
Een reis plannen.................................................................. 18
Locaties in een reis wijzigen en de volgorde aanpassen..... 19
Attracties op uw route ontdekken........................................ 19
Routeopties wijzigen............................................................ 19
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis............... 19
Uw actieve route wijzigen en opslaan.................................. 19
Een route delen........................................................................ 19
LiveTrack.................................................................................. 19
Delen en kijkers uitnodigen via LiveTrack instellen............. 19
Delen via LiveTrack starten................................................. 19
Sporen...................................................................................... 20
Spoorgegevens weergeven en opslaan.............................. 20
Mediaspeler.............................................................................. 20
De mediaspelerfunctie toevoegen aan de kaart.................. 20
De mediabron wijzigen.........................................................20
Pandora service................................................................... 20
Het kompas gebruiken.............................................................. 20
TracBack®................................................................................ 20
Uw recente spoor terugvolgen............................................. 20
Uw recente spoor als reis opslaan....................................... 20
De weersverwachting weergeven............................................. 21
Het weer voor een andere plaats weergeven...................... 21
De weerradar weergeven.....................................................21
Weerwaarschuwingen weergeven....................................... 21
De omstandigheden op de weg controleren........................ 21
Een route voor een rondreis maken......................................... 21
photoLive verkeerscamera's..................................................... 21
Beelden van photoLive verkeerscamera’s bekijken en
opslaan................................................................................ 21
photoLive verkeerscamera's op de kaart weergeven
Een verkeerscamera opslaan.............................................. 21
Recente routes en bestemmingen weergeven......................... 22
.......... 21
zūmo instellingen......................................................... 22
Kaart- en voertuiginstellingen................................................... 22
Kaarten inschakelen............................................................ 22
Navigatie-instellingen................................................................22
Instellingen berekenmodus.................................................. 22
Een gesimuleerde locatie instellen...................................... 22
Bluetooth instellingen............................................................... 22
WiFi® instellingen.................................................................... 22
Instellingen hulpsysteem voor de bestuurder........................... 22
Scherminstellingen................................................................... 23
Verkeersinstellingen................................................................. 23
Instellingen voor eenheden en tijd............................................ 23
De tijd instellen.....................................................................23
Taal- en toetsenbordinstellingen.............................................. 23
Toestel- en privacyinstellingen................................................. 23
De instellingen herstellen......................................................... 23
Toestelinformatie......................................................... 23
Informatie over wet- en regelgeving en naleving weergeven... 23
Specificaties..............................................................................23
Het toestel opladen................................................................... 24
Onderhoud van het toestel.......................................... 24
Garmin Support Center.............................................................24
Kaart- en software-updates...................................................... 24
Verbinding maken met een WiFi netwerk........................... 24
Kaarten en software bijwerken via een WiFi netwerk......... 24
Productupdates.................................................................... 24
Toestelonderhoud..................................................................... 25
De behuizing schoonmaken................................................ 25
Het aanraakscherm schoonmaken...................................... 25
Diefstalpreventie.................................................................. 25
Het toestel herstellen................................................................ 25
Het toestel, de steun en de zuignap verwijderen...................... 25
Het toestel van de steun verwijderen................................... 25
De steun van de zuignap verwijderen.................................. 25
De zuignap van de voorruit halen........................................ 25
De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen............... 25
Problemen oplossen.................................................... 26
De zuignap blijft niet op de voorruit zitten................................. 26
Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen............................. 26
Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto........................... 26
De batterij blijft niet erg lang opgeladen................................... 26
Mijn toestel maakt geen verbinding met mijn telefoon of
Smartphone Link.......................................................................26
Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar station op mijn
computer................................................................................... 26
Het toestel verschijnt niet als draagbaar toestel op mijn
computer................................................................................... 26
Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel of als een
verwisselbaar station of volume op mijn computer................... 26
De Smartphone Link app tast het oplaadniveau van de batterij
van mijn smartphone aan......................................................... 26
Appendix....................................................................... 27
Een geheugenkaart installeren voor kaarten en gegevens...... 27
Gegevensbeheer...................................................................... 27
Informatie over geheugenkaarten........................................ 27
Het toestel aansluiten op uw computer................................ 27
Gegevens van uw computer overzetten.............................. 27
De USB-kabel loskoppelen.................................................. 27
GPS-signaalstatus weergeven................................................. 27
Extra kaarten kopen..................................................................27
Accessoires aanschaffen.......................................................... 28
ii Inhoudsopgave
Index.............................................................................. 29
Inhoudsopgave iii

Installatie

Uw toestel op een motorfiets bevestigen

Motorfietshouder met stroomvoorziening

WAARSCHUWING
Garmin® raadt aan dat een ervaren installateur met kennis van elektrische systemen het toestel installeert. Het onjuist aansluiten van stroomkabels kan schade toebrengen aan het voertuig of de accu, en kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Kies een geschikte en veilige plek om het toestel op uw motorfiets te bevestigen, uitgaande van beschikbare stroombronnen en veilige kabelbevestiging.
OPMERKING: Er worden zowel standaardbouten van 1/4
inch als M6-bouten meegeleverd. Kies bouten van dezelfde
maat als de fabrieksbouten op het koppelingshandvat of het
remhandvat.
Steek de nieuwe bouten door de stuurhouder, de
2
tussenstukjes en het koppelingshandvat of het
remhandvat.
Draai de bouten aan om de houder vast te zetten.
3

De voedingskabels op de motorfietshouder bevestigen

Steek de connector van de voedingskabel door de
1
bovenkant van de opening in de motorfietshouder.
Motorfietshouder
12 tot 24 VDC systeemvoeding (rood)
OPMERKING: De rode systeemvoedingskabel kan op sommige toestelmodellen een inline zekering bevatten. Kabels zonder inline zekering worden intern beveiligd.
Systeem-aarde (zwart)

De stuurhouder installeren

Bij het toestel worden onderdelen geleverd voor twee installatiemogelijkheden aan het stuur. Voor aangepaste houders kunnen extra onderdelen nodig zijn.
De U-bout en stuurhouder installeren
Plaats de U-bout rond het stuur en steek de uiteinden
1
door de stuurhouder .
Draai de moeren aan om de houder vast te zetten.
2
OPMERKING: De aanbevolen torsie is 50 lbf-in (5,65 N-m).
Gebruik geen torsie van meer dan 80 lbf-in (9,04 N-m).
De stuurhouder installeren op het koppelingshandvat of het remhandvat
Verwijder de twee fabrieksbouten op uw koppelingshandvat
1
of remhandvat .
Geleid de kabel naar beneden door de onderkant van de
2
opening en trek de kabel terug tot deze strak staat.
Steek de zwarte schroef in de achterkant van de houder
3
en draai deze vast om de kabel op zijn plaats te houden.
Duw de beschermkap door de opening aan de bovenkant
4
en druk deze in het gat.
Installatie 1

De basisplaat op de motorfietshouder bevestigen

Duw de rechterkant van het toestel naar voren totdat het
2
vastklikt.
Als de hendel op de houder omhoog blijft staan nadat u
3
het toestel hebt geplaatst, druk de hendel dan naar beneden.
LET OP
Door rechtstreeks, aanhoudend contact met de basisplaat of enig ander deel van de motorfiets kan de houder na verloop van tijd beschadigd raken. U kunt dit soort beschadigingen voorkomen door vulringen te plaatsen tussen de houder en de basisplaat, en te controleren dat geen deel van het toestel of de houder de motorfiets raakt.
Steek de schroeven van M4 x 20 mm met bolcilinderkop
1
door de ringen , de houder, de tussenstukjes en de basisplaat .
Draai de moeren aan om de basisplaat vast te zetten.
2

De basisplaat op de stuurhouder bevestigen

Breng de bal van de stuurhouder en de bal van de
1
basisplaat in één lijn met de arm met twee openingen .

Uw toestel uit de motorfietshouder nemen

Druk op de ontgrendelingsknop aan de onderkant van de
1
houder.
Haal het toestel uit de houder.
2

Uw toestel in een auto bevestigen

LET OP
Raadpleeg voordat u het toestel monteert de lokale wetgeving omtrent montage op de voorruit.
WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Gebruik de zuignapsteun niet op een motorfiets. Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
OPMERKING: De voertuigsteun wordt niet bij alle toestelmodellen geleverd. Ga naar garmin.com als u optionele accessoires wilt kopen.
Steek de voertuigvoedingskabel in de poort op de
1
houder.
Verwijder de doorzichtige plastic laag van de zuignap .
2
Maak de voorruit en de zuignap schoon en droog met een
Schuif elke bal in de arm met twee openingen.
2
Draai de knop een beetje vast.
3
Pas de positie aan voor optimaal zicht en bediening.
4
Draai de knop aan om de steun vast te zetten.
5

Uw toestel in de motorfietshouder installeren

Plaats de linkerkant van het toestel in de houder.
1
2 Installatie
3
pluisvrije doek.
Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel naar
4
achteren, naar de voorruit toe.
Klik de houder vast op de arm van de zuignapsteun.
5
Plaats een kant van het toestel in de houder.
6
Druk het toestel in de houder totdat het vastklikt.
7
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel van de auto
8
aan op de stroomvoorziening.

Aan de slag

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
• Werk de kaarten en software op uw toestel bij (Productupdates, pagina 24).
• Installeer het toestel en sluit het aan op de voeding.
• Koppel uw Bluetooth® telefoon en headset (Uw telefoon en
headset koppelen, pagina 15) (optioneel).
• Zorg dat u GPS-signalen ontvangt (GPS-signalen ontvangen,
pagina 3).
• Pas de helderheid van het scherm aan (De helderheid van
het scherm aanpassen, pagina 4).
• Navigeer naar uw bestemming (Een route starten,
pagina 5).

Overzicht van het toestel

aan-uitknop
microSD® geheugenkaartsleuf
USB stroom- en datapoort

Het toestel in- of uitschakelen

• Als u het toestel wilt inschakelen, drukt u op de aan-uitknop, of sluit u het toestel aan op stroom.
• Als u het toestel in de energiezuinige modus wilt zetten, drukt u op de aan-uitknop terwijl het toestel is ingeschakeld.
In de energiezuinige modus staat het scherm uit en verbruikt het toestel zeer weinig stroom, maar kunt u het snel activeren voor gebruik.
TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de energiezuinige modus te zetten tijdens het opladen van de batterij.
• Als u het toestel volledig wilt uitschakelen, drukt u op de aan­uitknop en houdt u deze vast tot een melding op het scherm verschijnt. Dan selecteert u Uit.
De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel over naar de energiezuinige modus.

GPS-signalen ontvangen

Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPS­ontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen te ontvangen verschilt op basis van diverse factoren, waaronder hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht op de lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt. De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt,
kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen ontvangt.
Schakel het toestel in.
1
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
2
Ga zo nodig buiten staan, in de open lucht, uit de buurt van
3
hoge gebouwen en bomen.
op de statusbalk geeft de signaalsterkte van de satelliet weer. Als de balken voor ten minste 50% zijn gevuld, is het toestel gereed voor navigatie.

Statusbalkpictogrammen

De statusbalk bevindt zich bovenaan het hoofdmenu. De pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie weer te geven.
GPS-signaalstatus. Houd vast om de GPS-nauwkeurigheid en ontvangen satellietinformatie weer te geven (GPS-signaal-
status weergeven, pagina 27).
Bluetooth status. Selecteer om de Bluetooth instellingen weer te geven (Bluetooth instellingen, pagina 22).
Wi-Fi signaalsterkte. Selecteer om de Wi-Fi instellingen te wijzigen (Wi‑Fi® instellingen, pagina 22).
Verbonden met handsfree bellen. Selecteer om te bellen (Handsfree bellen, pagina 16).
Actieve transportmodus. Selecteer om de transportmodus te wijzigen.
Huidige tijd. Selecteer om de tijd in te stellen (De tijd instellen,
pagina 23).
Batterijniveau.
LiveTrack gegevens delen. Het aantal uitgenodigde volgers wordt weergegeven op het pictogram. Selecteer om de LiveTrack app (LiveTrack, pagina 19) te openen.
Smartphone Link status. Selecteer om verbinding te maken met de Smartphone Link app en live verkeersinformatie en andere Live Services te ontvangen (Koppelen met uw telefoon
en verbinding maken met Smartphone Link, pagina 14). Als
het pictogram blauw is, is het toestel verbonden met de Smart­phone Link app.
Temperatuur. Selecteer om de weersverwachting weer te geven (De weersverwachting weergeven, pagina 21).
Brandstofniveau. Selecteer om informatie over brandstofver­bruik weer te geven (Brandstofverbruik, pagina 8).

Werken met de knoppen op het scherm

Met behulp van schermknoppen kunt u door de pagina's, menu's en menu-opties van uw toestel navigeren.
• Selecteer om terug te gaan naar het vorige menuscherm.
• Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
• Selecteer of om door lijsten of menu's te bladeren.
• Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.
• Selecteer om een contextmenu met de opties voor het
huidige scherm weer te geven.

Het volume regelen

Selecteer Volume.
1
Selecteer een optie:
2
• Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
• Selecteer om het geluid te dempen.
• Selecteer voor extra opties.

De audiomixer gebruiken

U kunt met de audiomixer het geluidsniveau instellen voor verschillende typen audio, zoals navigatieaanwijzingen of
Aan de slag 3
telefoongesprekken. Het niveau voor elk audiotype is een percentage van het hoofdvolume.
Selecteer Volume.
1
Selecteer > Audiomixer.
2
Gebruik de schuifregelaars om voor elk audiotype het volume
3
in te stellen.

De helderheid van het scherm aanpassen

Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid.
1
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
2
Functies voor het waarschuwen van
de bestuurder
LET OP
Waarschuwingen voor de bestuurder en aangegeven snelheidslimieten dienen alleen ter informatie. U bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer. Garmin is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan geldende verkeersregels en verkeersborden.
Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen bevorderen en de efficiëntie kunnen verhogen, ook als u in een bekende omgeving fietst. Het toestel waarschuwt met een geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing informatie weer. U kunt het geluidssignaal of bericht voor elk type waarschuwing in- of uitschakelen. Niet alle waarschuwingen zijn in alle regio's beschikbaar.
Schoolzone of nabijgelegen school: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft de afstand tot een naderende school of schoolzone en, indien beschikbaar, de geldende maximumsnelheid weer.
Maximumsnelheid verlaagd: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft de lagere maximumsnelheid weer voor de zone die u nadert, zodat u uw snelheid kunt aanpassen.
Maximumsnelheid overschreden: Het toestel geeft een
geluidssignaal en markeert het pictogram voor maximumsnelheid met een rode rand als u de aangegeven maximumsnelheid voor de weg waarop u rijdt, overschrijdt.
Spoorwegovergang: Het toestel geeft een geluidssignaal en
geeft de afstand tot een naderende spoorwegovergang weer.
Dierenoversteekplaats: Het toestel geeft een geluidssignaal en
geeft de afstand tot een naderende dierenoversteekplaats weer.
Bocht: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand
tot een bocht in de weg weer.
Langzaam verkeer: Het toestel geeft een geluidssignaal en
geeft de afstand tot langzaam verkeer weer als u op hoge snelheid langzaam verkeer nadert. Voor gebruik van deze functie moet uw toestel verkeersinformatie ontvangen (Verkeersinformatie ontvangen via Smartphone Link,
pagina 18).
Vermoeidheidswaarschuwing: Het toestel geeft een
geluidssignaal en suggereert tussenstops op de route als u langer dan twee uur hebt gereden zonder te stoppen.

Waarschuwingen voor de bestuurder in- of uitschakelen

U kunt waarschuwingssignalen voor de bestuurder afzonderlijk uitschakelen. Visuele waarschuwingen worden ook weergegeven als het waarschuwingssignaal is uitgeschakeld.
Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder >
1
Hoorbare waarschuwingen voor de bestuurder.
Schakel het selectievakje naast elk waarschuwingssignaal in
2
of uit.

Roodlichtcamera's en flitsers

LET OP
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of consequenties van het gebruik van, een database met eigen nuttige punten of flitspaaldatabase.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's of productmodellen.
Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is beschikbaar in sommige gebieden voor sommige toestelmodellen. Het toestel waarschuwt u als u een gerapporteerde flits- of roodlichtcamera nadert.
• Live-informatie over roodlichtcamera’s en flitspalen is
verkrijgbaar op abonnementsbasis bij Garmin Live Services via de Smartphone Link app (Garmin Live Services,
pagina 14).
• U moet een actief abonnement voor uw toestel hebben om
de database met locaties van roodlichtcamera's en flitsers bijgewerkt te houden en om flitspaalgegevens op uw toestel te kunnen downloaden en opslaan. Ga naar garmin.com
/speedcameras om de beschikbaarheid en compatibiliteit te
controleren of een abonnement of eenmalige update aan te schaffen. U kunt op elk gewenst moment de gegevens van een nieuwe regio aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden.
OPMERKING: In sommige regio’s zijn productbundels verkrijgbaar inclusief vooraf geladen informatie over roodlichtcamera’s en flitspalen, waarvoor gratis levenslang updates worden gegeven.
• U kunt de Garmin Express™ software (garmin.com/express)
gebruiken om de op uw toestel opgeslagen cameradatabase bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest recente cameragegevens te ontvangen.

Ongevaldetectie en -meldingen

WAARSCHUWING
Met dit toestel kunt u uw locatie naar een contact voor noodgevallen sturen. Dit is een aanvullende functie en dient niet te worden beschouwd als primaire methode voor het verkrijgen van hulp bij ongelukken. De Smartphone Link app neemt geen contact op met hulpdiensten namens u.
Uw zūmo toestel gebruikt ingebouwde sensors om een mogelijk verkeersongeval te detecteren.
• Als u een bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon
hebt ingesteld, kan het toestel automatisch een sms-bericht sturen naar die contactpersoon wanneer het een ongeval detecteert en uw voertuig tot stilstand is gekomen. Op die manier kan de contactpersoon op uw situatie worden geattendeerd als u niet in staat bent om te bellen of een bericht te sturen. Voor deze functie is een verbinding met Smartphone Link en een ingeschakelde mobiele dataverbinding nodig om een bericht te kunnen verzenden.
• Als u geen bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon
hebt ingesteld, geeft het toestel automatisch het dichtstbijzijnde adres of geografische coördinaten weer wanneer het een ongeval detecteert. Deze functie komt van pas als u uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten. Als u Meer selecteert, wordt de pagina Waar ben ik? weergegeven.

4 Functies voor het waarschuwen van de bestuurder

Een bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon instellen

Voordat u een na detectie van een ongeval te waarschuwen contactpersoon kunt instellen, moet u de volgende taken voltooien:
• Maak met uw toestel verbinding met Smartphone Link (Koppelen met uw telefoon en verbinding maken met
Smartphone Link, pagina 14).
• Selecteer Instellingen > Bluetooth, selecteer de naam van uw telefoon en controleer of de optie Telefoongesprekken is ingeschakeld.
Het toestel moet tijdens het instellen van de bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon toegang hebben tot de Smartphone Link app en het telefoonboek van uw smartphone. Als u uw toestel niet wilt gebruiken om handsfree te bellen, kunt u na het instellen van de bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon de optie Telefoongesprekken uitschakelen.
Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder >
1
Ongevalmelding > Ga door.
Een lijst van de contactpersonen op uw smartphone wordt weergegeven.
Selecteer een contactpersoon en vervolgens Volgende.
2
Controleer het telefoonnummer van de contactpersoon en
3
selecteer Volgende. Voer uw naam of bijnaam in en selecteer OK.
4
Controleer het voorbeeldbericht om bij ongevallen te
5
verzenden en selecteer Volgende. Volg de instructies op het scherm om uw contactpersoon te
6
informeren dat u hem of haar hebt toegevoegd als bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon.
OPMERKING: Het ongevalmeldingsbericht bevat de naam of bijnaam die u hebt opgegeven, maar wordt niet verzonden vanaf uw telefoonnummer. Het bericht wordt verzonden via een externe service en u dient uw bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon ervan op de hoogte te stellen dat het ongevalmeldingsbericht wordt verzonden vanaf een onbekend nummer.
Selecteer OK.
7
Controleer de informatie en selecteer Sla op.
8

Een ongevalmelding annuleren

Als het toestel een ongeval detecteert, wordt u via een bericht en een gesproken mededeling gewaarschuwd dat een melding wordt gestuurd naar uw bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon. Zodra een ongeval wordt gedetecteerd, wordt een timer gestart die 60 seconden aftelt. Als de timer is gestopt, stuurt het toestel de melding automatisch. Als u de melding niet wilt verzenden, kunt u deze annuleren.
Selecteer Annuleer voordat de timer afloopt.

Ongevalmeldingen uitschakelen

Als ongevalmeldingen zijn uitgeschakeld, stuurt het toestel geen SMS-melding wanneer het een ongeval detecteert.
Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder >
1
Ongevalmelding. Schakel het selectievakje Sms ongevaldetectie uit.
2

Meldingen over wetgeving omtrent helmen weergeven

De eerste keer dat uw zūmo toestel verbinding maakt met satellieten en wanneer uw toestel een locatie nadert met verkeersregels voor motorfietsen, kunnen er meldingen over wetgeving omtrent helmen en oogbescherming worden weergegeven.
LET OP
Garmin raadt fietsers aan om voor de veiligheid altijd een helm te dragen. Informatie over helmregelgeving dient uitsluitend ter referentie, kan worden gewijzigd en dient niet te worden beschouwd als juridisch advies. Informatie over helmregelgeving is alleen beschikbaar in de V.S. en Canada.
Selecteer de melding om meer informatie weer te geven.

Regelgeving op het gebied van helmen zoeken

U kunt regelgeving op het gebied van helmen per staat of provincie zoeken.
Selecteer Apps > Gids over helmen.
1
Selecteer een staat of provincie.
2

Navigeren naar uw bestemming

Routes

Een route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer bestemmingen.
• Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren, zoals de modus voor routeberekening (De
routeberekeningsmodus wijzigen, pagina 5) en te
vermijden wegen (Vertragingen, tol en bepaalde gebieden
vermijden, pagina 7).
• U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen (Een route
starten, pagina 5).
• Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de route aanpassen.
• U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen.

Een route starten

Selecteer Waarheen? en zoek een locatie.
1
Selecteer een locatie.
2
Selecteer een optie:
3
• Selecteer Ga! om te starten met navigeren via de
aanbevolen route.
• U kunt een alternatieve route kiezen door en vervolgens
een route te selecteren. Alternatieve routes worden rechts van de kaart
weergegeven.
• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u > Wijzig route
en voegt u routepunten aan de route toe.
Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart (Uw route op de kaart, pagina 6). Aan de rand van de kaart wordt een paar seconden een weergave van de belangrijkste wegen op uw route gegeven.
Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze locaties aan uw route toevoegen.

De routeberekeningsmodus wijzigen

Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller
worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.
• Selecteer Garmin Adventurous Routing™ om routes te
berekenen die bij voorkeur gebruikmaken van bochtige wegen.
• Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt
te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.
Navigeren naar uw bestemming 5
• Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die
korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden afgelegd.

Een route maken met Avontuurlijke route

Uw toestel kan routes berekenen met voorkeur voor wegen met bochten, heuvels en minder snelwegen. Met deze functie kunt u de rit voor uzelf aangenamer maken, maar bent u mogelijk wel langer onderweg naar uw bestemming.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op alle modellen of voor alle kaartregio's.
Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus >
1
Garmin Adventurous Routing™ > Sla op. Selecteer Garmin Adventurous Routing™.
2
Gebruik de Meer bochten schuifbalk om meer of minder
3
bochten in te stellen. Gebruik de Meer heuvels schuifbalk om meer of minder
4
heuvels in te stellen. Gebruik de Vermijd grote snelwegen schuifbalk om meer of
5
minder snelwegen in te stellen. Een route beginnen (Een route starten, pagina 5).
6

Een route starten op de kaart

U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.
Selecteer Bekijk kaart.
1
Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied
2
weer te geven. Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt
3
filteren, selecteert u . Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de
kaart weergegeven. Selecteer een optie:
4
• Selecteer een locatiemarkering.
• Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of adres.
Selecteer Ga!.
5

Naar huis navigeren

De eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel u om uw thuislocatie op te geven.
Selecteer Waarheen? > Naar huis.
1
Voer zo nodig uw thuislocatie in.
2
Uw thuislocatie bewerken
Selecteer Waarheen? > > Stel thuislocatie in.
1
Voer uw thuislocatie in.
2

Uw route op de kaart

Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Boven aan de kaart worden instructies weergegeven voor de volgende afslag of afrit of om een andere handeling uit te voeren.
Volgende actie op de route. Geeft de volgende afslag, afrit of andere actie aan en, indien beschikbaar, de rijbaan waarop u moet rijden.
Afstand tot de volgende actie.
Naam van de straat of afrit die is verbonden aan de volgende actie.
Op de kaart gemarkeerde route.
Volgende actie op de route. Pijlen op de kaart geven de plaats van volgende acties aan.
Voertuigsnelheid.
Naam van de weg waarop u rijdt.
Geschatte aankomsttijd.
TIP: Raak dit veld aan om de getoonde informatie te wijzigen.

Geavanceerde rijbaanassistentie

Wanneer u bepaalde afslagen, afritten of kruispunten op uw route nadert, wordt naast de kaart een gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven, indien beschikbaar. Een gekleurde lijn geeft de juiste rijbaan voor de afslag aan.

Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken

Tijdens het navigeren van een route kunt u naderende afslagen, rijbaanwisselingen en andere richtingaanwijzingen op uw route bekijken.
Selecteer een optie op de kaart:
1
• Selecteer > Koerswijzigingen om naderende afslagen
en richtingaanwijzingen te bekijken. De kaartfunctie geeft de volgende vier afslagen of
richtingaanwijzingen naast de kaart weer. De lijst wordt automatisch bijgewerkt terwijl u de route navigeert.
• Als u de volledige lijst van afslagen en richtingaanwijzingen voor de hele route wilt bekijken, selecteert u de tekstbalk boven aan de kaart.
Selecteer een afslag of richtingaanwijzing (optioneel).
2
Gedetailleerde informatie wordt weergegeven. Voor knooppunten op hoofdwegen kan een afbeelding van een knooppunt worden weergegeven, indien beschikbaar.

De gehele route op de kaart weergeven

Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een
1
route. Selecteer .
2

Aankomst bij uw bestemming

Wanneer u uw bestemming nadert, geeft het toestel informatie om u te helpen uw route te voltooien.
geeft de locatie van uw bestemming aan op de kaart en een gesproken mededeling geeft aan dat u uw bestemming nadert.
• Wanneer u bepaalde bestemmingen nadert, vraagt het toestel u automatisch om een parkeerplaats te zoeken. U kunt Ja selecteren om nabijgelegen parkeerterreinen te zoeken (Parkeren bij uw bestemming, pagina 7).
• Wanneer u op uw bestemming stilstaat, beëindigt het toestel de route automatisch. Als het toestel uw aankomst niet
6 Navigeren naar uw bestemming
Loading...
+ 26 hidden pages