Garmin Monterra Quick Start Guide [nl]

Page 1
Monterra
Snelstartgids
September 2013 190-01601-55_0B Gedrukt in Taiwan
Page 2

Inleiding

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.

Overzicht van het toestel

Camera
À
Microfoon
Á
Aan-uitknop
Â
LED-flitser
Ã
Volumeknoppen
Ä
D-ring van de batterijklep
Å
Waterbestendige luidspreker
Æ
Poort voor hoofdtelefoon (onder beschermkap)
Ç
Mini-USB-poort (onder beschermkap)
È

Batterijgegevens

WAARSCHUWING
De temperatuurgrenzen van het toestel kunnen hoger/lager liggen dan de temperatuurgrenzen van sommige batterijen. Alkalinebatterijen kunnen bij hoge temperaturen barsten.
Gebruik nooit een scherp voorwerp om de batterijen te verwijderen.
Druk de batterij op zijn plaats.
4
Plaats de batterijklep terug en draai de D-ring met de klok
5
mee.
Het batterijpak opladen
WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
KENNISGEVING
U voorkomt corrosie door de mini-USB-poort, de beschermkap en de omringende delen grondig af te drogen voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
Gebruik het toestel niet om een batterij op te laden die niet is geleverd door Garmin®. Pogingen om een batterij op te laden die niet is geleverd door Garmin, kan schade toebrengen aan het toestel en de garantie doen vervallen.
Voordat u de connector van de USB-kabel op uw toestel kunt aansluiten, moet u mogelijk optionele bevestingingsaccessoires verwijderen.
OPMERKING: Opladen is alleen mogelijk binnen een temperatuurbereik van 0° tot 50°C (32° tot 122°F).
OPMERKING: Opladen is alleen mogelijk binnen een temperatuurbereik van 0° tot 45°C (32° tot 113°F).
U kunt de batterij opladen via een standaard stopcontact of een USB-poort op uw computer.
Trek de beschermkap À van de mini-USB-poort Á omhoog.
1
LET OP
Neem contact op met uw gemeente voor informatie over het hergebruik van de batterijen.
KENNISGEVING
Alkalinebatterijen verliezen een groot gedeelte van hun capaciteit wanneer de temperatuur afneemt. Gebruik daarom lithiumbatterijen wanneer u het toestel bij temperaturen onder nul gebruikt.

Het batterijpak plaatsen

WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Draai de D-ring tegen de klok in en trek de D-ring omhoog
1
om de klep te verwijderen. Zoek de metalen contactpunten aan het uiteinde van de
2
lithium-ionbatterij. Plaats de batterij in het compartiment door eerst de
3
contacten tegen elkaar te plaatsen.
2
Sluit de kleine connector van de USB-kabel aan op de mini-
2
USB-poort. Steek de USB-connector van de kabel in de netadapter of in
3
de USB-poort van een computer. Steek de netadapter in een stopcontact.
4
Als u het toestel op een voedingsbron aansluit, wordt het toestel ingeschakeld.
Laad de batterij volledig op.
5
Het batterijpak verwijderen
WAARSCHUWING
Gebruik nooit een scherp voorwerp om de batterijen te verwijderen.
Page 3
Draai de D-ring tegen de klok in en trek de D-ring omhoog
1
om de klep te verwijderen. Trek het batterijpak omhoog aan de kant die zich het dichtst
2
bij de aan-uitknop bevindt.

AA-batterijen plaatsen

In plaats van het batterijpak (pagina 2) kunt u alkaline-, NiMH­of lithiumbatterijen (AA) gebruiken. Dat is handig wanneer u onderweg bent en niet in staat bent het batterijpak op te laden. Gebruik NiMH- of lithiumbatterijen voor het beste resultaat.
OPMERKING: Standaard alkalinebatterijen worden niet aanbevolen bij gebruik van de camerafunctie.
Draai de D-ring tegen de klok in en trek de D-ring omhoog
1
om de klep te verwijderen. Plaats drie AA-batterijen met de contacten in de juiste
2
richting.
Plaats de batterijklep terug en draai de D-ring met de klok
3
mee.

Het toestel inschakelen

Selecteer .

Het toestel instellen

Als u het toestel de eerste keer inschakelt, moet u de basisinstellingen voor het toestel instellen. U kunt ook accounts instellen.
Schakel het toestel in.
1
Volg de instructies op het scherm.
2

Het aanraakscherm gebruiken

• Sleep of veeg met uw vinger over het scherm om het scherm te schuiven of te scrollen.
• Knijp twee vingers samen om uit te zoomen.
• Spreid twee vingers om in te zoomen.
• Voer elke selectie op het aanraakscherm als aparte handeling uit.
• Selecteer om terug te keren naar de vorige pagina.
• Selecteer om terug te keren naar het startscherm.
• Selecteer om aanvullende opties weer te geven voor de pagina die u bekijkt.

Startscherm

Veeg omlaag om meldingen weer te geven.
À
Voer tekst in om te zoeken.
Á
Veeg naar links en rechts om te wisselen tussen pagina's.
Â
Houd ingedrukt om snelkoppelingen, widgets of achtergrond aan te passen.
Houd ingedrukt om snelkoppelingen naar en uit het dock te slepen.
Ã
Tik om alle geïnstalleerde apps weer te geven.
Ä

Meldingen weergeven

Veeg vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden.
1
De lijst met meldingen wordt weergegeven. Selecteer een optie:
2
• Selecteer de melding om de hierin vermelde handeling of app te starten.
• Veeg de melding naar rechts om weg te halen.

GPS inschakelen

Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com
/aboutGPS.
Selecteer Instellingen > Locatieservices > GPS-
satellieten.

Verbinding maken met een draadloos netwerk

Selecteer Instellingen > Wi-Fi.
1
Selecteer indien nodig de knop om Wi-Fi in te schakelen.
2
Selecteer indien nodig Scannen om te zoeken naar
3
beschikbare netwerken. Selecteer een draadloos netwerk.
4
Voer indien nodig de coderingssleutel in.
5
Het toestel maakt verbinding met het draadloze netwerk. Het toestel onthoudt de netwerkinformatie van deze locatie en maakt in de toekomst automatisch verbinding.

De software van het toestel bijwerken

U moet verbinding hebben met een draadloos netwerk om de toestelsoftware te kunnen bijwerken.
Het toestel controleert regelmatig op software-updates als het is verbonden met een draadloos netwerk. Er wordt een melding weergegeven als er een software-update beschikbaar is. U kunt ook handmatig op updates controleren.
Selecteer een optie:
1
• Als er een melding wordt weergegeven, veegt u vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden en selecteert u Nieuwe software-update beschikbaar.
• Als u handmatig op updates wilt controleren, selecteert u Instellingen > Over Monterra > Systeemupdates.
Het toestel controleert op beschikbare updates. Dit kan enkele minuten duren.
Selecteer Downloaden en volg de instructies op het scherm.
2

Het aanraakscherm vergrendelen en ontgrendelen

U kunt het scherm vergrendelen om te voorkomen dat u per ongeluk op het scherm tikt en functies activeert.
Houd de aan-uitknop ingedrukt.
1
Selecteer Vergrendel scherm om de schermvergrendeling
2
in of uit te schakelen.

Via-punten

Via-punten zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.

Een via-punt maken

U kunt uw huidige locatie als via-punt opslaan.
Selecteer Markeer via-punt.
1
Selecteer indien nodig Wijzig om de naam of andere
2
gegevens van het via-punt te wijzigen.
3
Page 4
Selecteer Sla op.
3

Sporen

Een spoor is een registratie van uw route. Het spoorlog bevat informatie over de punten langs de vastgelegde route, inclusief de tijd, de locatie en de hoogtegegevens voor ieder punt.

Sporen vastleggen onderbreken

Veeg vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden.
1
De lijst met meldingen wordt weergegeven. Selecteer naast Sporen vastleggen ingeschakeld.
2

Uw spoorlog aanpassen

U kunt de manier waarop uw toestel sporen weergeeft en vastlegt aanpassen.
Selecteer Instellingen > Sporen.
1
Selecteer Opnemen om sporen vastleggen in of uit te
2
schakelen. Selecteer Toon op kaart om het spoorlog op de kaart in of
3
uit te schakelen. Als deze functie is ingeschakeld, geeft een lijn op de kaart
uw spoor weer. Selecteer Kleur en kies een kleur voor het spoorlog op de
4
kaart. Selecteer Opnamemethode.
5
Selecteer een optie:
6
• Als u de sporen automatisch en optimaal wilt laten vastleggen, met variabele intervallen, selecteert u Auto.
• Als u de sporen op basis van een opgegeven afstand wilt vastleggen, selecteert u Afstand.
• Als u de sporen op basis van een opgegeven tijd wilt vastleggen, selecteert u Tijd.
Selecteer Interval.
7
Voer een van onderstaande handelingen uit:
8
• Als u Auto hebt geselecteerd als Opnamemethode, selecteert u een optie om sporen vaker of minder vaak vast te leggen.
OPMERKING: De optie Vaakst geeft de meest gedetailleerde sporen weer, maar neemt de meeste geheugenruimte in het toestel in beslag.
• Als u Afstand of Tijd hebt geselecteerd als
Opnamemethode, voert u een waarde in en selecteert u OK.

Navigeren naar een bestemming

Selecteer Waarheen?.
1
Selecteer een categorie.
2
Selecteer een bestemming.
3
Selecteer Ga.
4
De kaart wordt geopend en uw route wordt aangegeven met een magenta lijn.
Navigeer met de kaart (pagina 4) of het kompas
5
(pagina 4).

Navigeren met de kaart

Start de navigatie naar een bestemming (pagina 4).
1
Selecteer Kaart.
2
Uw locatie wordt op de kaart aangegeven met een blauwe driehoek. Terwijl u zich verplaatst, verplaatst de blauwe driehoek zich ook en laat een spoorlog (route) achter.
Voer een van de volgende handelingen uit:
3
• Versleep de kaart om andere gebieden weer te geven.
• Selecteer en om in en uit te zoomen op de kaart.
• Selecteer een locatie op de kaart en tik op de informatiebalk boven in het scherm om informatie weer te geven over de geselecteerde locatie (herkenbaar aan de pin).

Navigeren met het kompas

Tijdens het navigeren naar een bestemming wijst naar uw bestemming, ongeacht in welke richting u zich verplaatst.
Start de navigatie naar een bestemming (pagina 4).
1
Selecteer Kompas.
2
Blijf draaien tot naar de bovenkant van het kompas wijst en
3
volg die richting om naar uw bestemming te gaan.

Uw spoorlog volgen

Tijdens het navigeren kunt u terug navigeren naar het begin van uw spoorlog. Dat kan handig zijn als u de weg naar een kamp of het begin van een wandelroute wilt terugvinden.
Selecteer Sporenbeheer > Huidig spoor > Bekijk kaart >
1
TracBack.
Op de kaart wordt uw route van begin- tot eindpunt aangegeven met een magenta lijn.
Navigeren met de kaart of het kompas.
2

Stoppen met navigeren

Selecteer op de kaart of in het kompas > Stop navigatie.

Camera en foto's

U kunt foto's en video's maken met uw toestel. De geografische locatie wordt automatisch opgeslagen in de foto- of video­informatie als deze optie is ingeschakeld. U kunt dan naar de locatie navigeren.

Een foto maken

Selecteer Camera.
1
Draai het toestel horizontaal of verticaal om de oriëntatie
2
voor de foto te bepalen. Selecteer indien nodig een of meerdere opties om de foto
3
aan te passen:
• Selecteer om opnameopties te wijzigen, zoals flitser, belichting, witbalans, opnamemodus of locatie-informatie.
• Gebruik de schuifregelaar om in of uit te zoomen.
• Selecteer een deel van de foto om de scherpstelling te wijzigen.
Er wordt scherpgesteld op het gebied binnen de vierkante haakjes. Als de foto is scherpgesteld, worden de vierkante haakjes groen.
Selecteer om een foto te maken.
4

Geocaches downloaden

Sluit uw toestel met de USB-kabel op een computer aan.
1
Ga naar www.opencaching.com.
2
Maak, indien nodig, een account.
3
Meld u aan.
4
Volg de instructies op het scherm om geocaches te zoeken
5
en naar uw toestel te downloaden.

Het toestel aanpassen

De helderheid van de schermverlichting aanpassen

Langdurig gebruik van de schermverlichting kan de gebruiksduur van de batterijen aanzienlijk bekorten. U kunt de helderheid van de schermverlichting aanpassen om de levensduur van de batterijen te verlengen.
OPMERKING: De helderheid van de schermverlichting is beperkt als de batterij bijna leeg is.
4
Page 5
Selecteer > Instellingen > Scherm > Helderheid.
1
Gebruik de schuifregelaar om de schermverlichting aan te
2
passen.
Het toestel kan warm aanvoelen als de schermverlichting is ingesteld op hoog.

Een snelkoppeling of widget toevoegen aan het startscherm

Veeg in het startscherm naar links of rechts om een pagina
1
te selecteren. Selecteer .
2
Veeg indien nodig naar links of rechts om extra apps en
3
widgets weer te geven. Houd een app of widget ingedrukt en sleep deze naar de
4
gewenste locatie op het startscherm.
Wijzigingen op het startscherm worden opgeslagen in het geselecteerde profiel (pagina 5).

Profielen

Een profiel is een verzameling instellingen waarmee u het gebruiksgemak van het toestel kunt optimaliseren. Voor bijvoorbeeld jagen zijn de instellingen en weergaven anders dan wanneer u het toestel gebruikt voor geocaching.
Als u een profiel gebruikt en u instellingen zoals gegevensvelden of maateenheden wijzigt, worden de wijzigingen automatisch in het profiel opgeslagen.

Een profiel selecteren

Als u van activiteit verandert, kunt u de instellingen van het toestel aanpassen door een ander profiel te selecteren.
Selecteer Instellingen > Profielen.
1
Selecteer een profiel.
2
Selecteer Maak actief.
3
Selecteer desgewenst de schakelknop om vanuit de
4
meldingen naar een ander profiel te kunnen overschakelen. Dit is een handige functie als u regelmatig van profiel
verandert.

Een aangepast profiel maken

U kunt uw startscherm, instellingen en de gegevensvelden voor een bepaalde activiteit of route aanpassen.
Selecteer > Instellingen > Profielen.
1
Selecteer .
2
Voer een naam in en selecteer OK.
3
Het nieuwe profiel wordt opgeslagen en wordt het actieve profiel.
Pas uw startscherm, instellingen en gegevensvelden aan.
4

Het toestel registreren

Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter kunnen helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek.

Meer informatie

Meer informatie over dit product vindt u op de website van Garmin.
• Ga naar www.garmin.com/outdoor.
• Ga naar www.garmin.com/learningcenter.
• Ga naar http://buy.garmin.com of neem contact op met uw Garmin dealer voor informatie over optionele accessoires en vervangingsonderdelen.

De gebruikershandleiding downloaden

U kunt de meest recente gebruikershandleiding downloaden op internet.
Ga naar www.garmin.com/support.
1
Selecteer Handleidingen.
2
Volg de instructies op het scherm om uw product te
3
selecteren.
5
Page 6
www.garmin.com/support
913-397-8200 1-800-800-1020
+32 2 672 52 54 +45 4810 5050 +358 9 6937 9758 + 331 55 69 33 99
+49 (0)180 6 427646 + 39 02 36 699699
00800 4412 454 +44 2380 662 915
0808 238 0000 +44 870 850 1242
+ 35 1214 447 460 + 34 93 275 44 97 + 46 7744 52020
Garmin International, Inc.
1200 East 151st Street
Olathe, Kansas 66062, VS
Garmin (Europe) Ltd.
Liberty House, Hounsdown Business Park
Southampton, Hampshire, SO40 9LR, Verenigd Koninkrijk
Garmin Corporation
No. 68, Zhangshu 2nd Road, Xizhi Dist.
New Taipei City, 221, Taiwan (Republiek China)
1-866-429-9296 +43 (0) 820 220 230
0800 - 023 3937 035 - 539 3727
+ 47 815 69 555
Garmin®, het Garmin logo en TracBack® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Monterra™ is een handelsmerk van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Het merk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. microSD™ en het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Google en andere merken zijn handelsmerken van Google, Inc. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
© 2013 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Loading...