Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin
behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of
organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Deze handelsmerken mogen niet
worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Garmin DriveLuxe™, Garmin Express™, myTrends™, nüMaps Guarantee™, en nüMaps Lifetime™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken
mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android™ is een handelsmerk van Google Inc. Apple® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de logo's van
Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van dit woordmerk of deze logo's door Garmin is een licentie verkregen. Foursquare® is een handelsmerk van Foursquare
Labs, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. microSD® en het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. TripAdvisor® is een geregistreerd handelsmerk van TripAdvisor
LLC. Windows®, Windows Vista® en Windows XP® zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Inhoudsopgave
Aan de slag..................................................................... 1
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
• Update de kaarten en software op uw toestel (Kaart- en
software-updates, pagina 22).
• Installeer het toestel in uw voertuig en sluit het aan op de
voeding (Het Garmin DriveLuxe toestel in uw voertuig
bevestigen en aansluiten, pagina 1).
• Zorg dat u GPS-signalen ontvangt (GPS-signalen ontvangen,
pagina 1).
• Pas het volume (Het volume regelen, pagina 2) en de
helderheid aan (De helderheid van het scherm aanpassen,
pagina 2).
• Navigeer naar uw bestemming (Een route starten,
pagina 3).
Garmin DriveLuxe 51 toesteloverzicht
Druk de steun Á op de zuignap  totdat de steun vastklikt.
2
Het Garmin® logo op de steun dient rechtop te staan.
Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel à naar
3
achteren, naar de voorruit toe.
Plaats de achterzijde van het toestel tegen de magnetische
4
steun.
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
5
stroomvoorziening in uw auto.
Het toestel in- of uitschakelen
• Als u het toestel wilt inschakelen, drukt u op de aan-uitknop,
of sluit u het toestel aan op stroom.
• Als u het toestel in de energiezuinige modus wilt zetten, drukt
u op de aan-uitknop terwijl het toestel is ingeschakeld.
In de energiezuinige modus staat het scherm uit en verbruikt
het toestel zeer weinig stroom, maar kunt u het snel activeren
voor gebruik.
TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de energiezuinige
modus te zetten tijdens het opladen van de batterij.
• Als u het toestel volledig wilt uitschakelen, drukt u op de aanuitknop en houdt u deze vast tot een melding op het scherm
verschijnt. Dan selecteert u Uit.
De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop
loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel
over naar de energiezuinige modus.
Aan-uitknop
À
USB stroom- en datapoort
Á
Geheugenkaartsleuf voor kaarten en gegevens
Â
Microfoon voor spraakopdrachten of handsfree bellen
Ã
Het Garmin DriveLuxe toestel in uw voertuig
bevestigen en aansluiten
WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van
persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van
blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel
buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Het toestel en de steun bevatten magneten. Onder bepaalde
omstandigheden kunnen magneten storingen veroorzaken bij
bepaalde medische apparatuur, waaronder pacemakers en
insulinepompen. Houd het toestel en de steun uit de buurt van
dergelijke medische apparatuur.
LET OP
Het toestel en de steun bevatten magneten. Onder bepaalde
omstandigheden kunnen magneten schade veroorzaken aan
bepaalde elektronische apparaten, waaronder harde schijven in
laptopcomputers. Wees alert als het toestel of de steun zich in
de buurt van elektronische apparaten bevindt.
Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op
te laden.
Steek de voertuigvoedingskabel À in de USB-poort op de
1
steun.
GPS-signalen ontvangen
Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPSontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de
actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen
te ontvangen verschilt op basis van diverse factoren, waaronder
hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw
navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht op de
lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt
gebruikt. De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt,
kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen
ontvangt.
Schakel het toestel in.
1
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
2
Ga zo nodig buiten staan, in de open lucht, uit de buurt van
3
hoge gebouwen en bomen.
op de statusbalk geeft de signaalsterkte van de satelliet
weer. Als de balken voor ten minste 50% zijn gevuld, is het
toestel gereed voor navigatie.
Statusbalkpictogrammen
De statusbalk bevindt zich bovenaan het hoofdmenu. De
pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de
functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u
selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie
weer te geven.
GPS-signaalstatus. Houd vast om de GPS-nauwkeurigheid
en ontvangen satellietinformatie weer te geven (GPS-
signaalstatus weergeven, pagina 25).
Bluetooth® status. Selecteer om de Bluetooth instellingen
weer te geven (Instellingen voor draadloos netwerk,
pagina 20).
Aan de slag1
Wi-Fi signaalsterkte. Selecteer om de Wi-Fi instellingen te
wijzigen (Instellingen voor draadloos netwerk, pagina 20).
Verbonden met handsfree bellen. Selecteer om te bellen
(Handsfree bellen, pagina 14).
Huidige tijd. Selecteer om de tijd in te stellen (De tijd
instellen, pagina 21).
Batterijniveau.
LiveTrack gegevens delen. Het aantal uitgenodigde volgers
wordt weergegeven op het pictogram. Selecteer om de
LiveTrack app te openen (LiveTrack, pagina 18).
Smartphone Link status. Selecteer om verbinding te maken
met de Smartphone Link app en live verkeersinformatie en
andere Live Services te ontvangen (Koppelen met uw
telefoon en verbinding maken met Smartphone Link,
pagina 12). Als het pictogram blauw is, is het toestel
verbonden met de Smartphone Link app.
Temperatuur. Selecteer om de weersverwachting weer te
geven (De weersverwachting weergeven, pagina 18).
Werken met de knoppen op het scherm
Met behulp van schermknoppen kunt u door de pagina's, menu's
en menu-opties van uw toestel navigeren.
• Selecteer om terug te gaan naar het vorige menuscherm.
• Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
• Selecteer of om door lijsten of menu's te bladeren.
• Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.
• Selecteer om een contextmenu met de opties voor het
huidige scherm weer te geven.
Het volume regelen
Selecteer Volume.
1
Selecteer een optie:
2
• Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
• Selecteer om het geluid te dempen.
• Selecteer voor extra opties.
Automatisch volume inschakelen
Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op
basis van achtergrondgeluiden.
Selecteer Volume > .
1
Selecteer Automatisch volume.
2
De audiomixer gebruiken
U kunt met de audiomixer het geluidsniveau instellen voor
verschillende typen audio, zoals navigatieaanwijzingen of
telefoongesprekken. Het niveau voor elk audiotype is een
percentage van het hoofdvolume.
Selecteer Volume.
1
Selecteer > Audiomixer.
2
Gebruik de schuifregelaars om voor elk audiotype het volume
3
in te stellen.
De helderheid van het scherm aanpassen
Selecteer Instell. > Scherm > Helderheid.
1
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
2
Functies voor het waarschuwen van
de bestuurder
LET OP
Waarschuwingen en aangegeven snelheidslimieten dienen
alleen ter informatie. U bent te allen tijde zelf verantwoordelijk
voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en
veilige deelname aan het verkeer. Garmin is niet
verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u
ontvangt als u zich niet houdt aan geldende verkeersregels en
verkeersborden.
Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen
bevorderen en de efficiëntie kunnen verhogen, ook als u in een
bekende omgeving rijdt. Het toestel waarschuwt met een
geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing
informatie weer. U kunt het geluidssignaal voor sommige
bestuurderswaarschuwingen in- of uitschakelen. Niet alle
waarschuwingen zijn in alle regio's beschikbaar.
Schoolzone of nabijgelegen school: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft de afstand tot een naderende school
of schoolzone en, indien beschikbaar, de geldende
maximumsnelheid weer.
Maximumsnelheid verlaagd: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft de lagere maximumsnelheid weer
voor de zone die u nadert, zodat u uw snelheid kunt
aanpassen.
Maximumsnelheid overschreden: Het toestel geeft een
geluidssignaal en markeert het pictogram voor
maximumsnelheid met een rode rand als u de aangegeven
maximumsnelheid voor de weg waarop u rijdt, overschrijdt.
Verkeerde rijrichting op een straat met eenrichtingsverkeer:
Het toestel speelt een bericht af en geeft een waarschuwing
weer op het hele scherm als u van de verkeerde kant een
straat met eenrichtingsverkeer inslaat. Het scherm wordt
omgeven door een rode rand en bovenaan blijft een
waarschuwing staan tot u de straat met eenrichtingsverkeer
verlaat of uw rijrichting corrigeert.
Spoorwegovergang: Het toestel geeft een geluidssignaal en
geeft de afstand tot een naderende spoorwegovergang weer.
Dierenoversteekplaats: Het toestel geeft een geluidssignaal en
geeft de afstand tot een naderende dierenoversteekplaats
weer.
Bocht: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand
tot een bocht in de weg weer.
Langzaam verkeer: Het toestel geeft een geluidssignaal en
geeft de afstand tot langzaam verkeer weer als u op hoge
snelheid langzaam verkeer nadert. Voor gebruik van deze
functie moet uw toestel verkeersinformatie ontvangen
(Verkeersinformatie, pagina 16).
Vermoeidheidswaarschuwing: Het toestel geeft een
geluidssignaal en suggereert tussenstops op de route als u
langer dan twee uur hebt gereden zonder te stoppen.
Waarschuwingssignalen voor de bestuurder
in- of uitschakelen
U kunt het geluidssignaal voor sommige
bestuurderswaarschuwingen in- of uitschakelen. De visuele
waarschuwing wordt ook weergegeven als het geluidssignaal is
uitgeschakeld.
Selecteer Instell. > Hulp bestuurder >
1
Audiowaarschuwingen.
Schakel het selectievakje naast elk waarschuwingssignaal in
2
of uit.
Roodlichtcamera's en flitsers
LET OP
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of
consequenties van het gebruik van, een database met eigen
nuttige punten of flitspaaldatabase.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's
of productmodellen.
Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is
beschikbaar in sommige gebieden voor sommige
2Functies voor het waarschuwen van de bestuurder
toestelmodellen. Het toestel waarschuwt u als u een
gerapporteerde flits- of roodlichtcamera nadert.
• Live informatie over roodlichtcamera’s en flitspalen is
verkrijgbaar op abonnementsbasis bij Garmin Live Services
via de Smartphone Link app (Garmin Live Services,
pagina 13).
• U moet een abonnement nemen om flitspaalgegevens op uw
toestel te kunnen downloaden en opslaan. Ga naar
garmin.com/speedcameras om de beschikbaarheid en
compatibiliteit te controleren of een abonnement of
eenmalige update aan te schaffen. U kunt op elk gewenst
moment de gegevens van een nieuwe regio aanschaffen of
een bestaand abonnement uitbreiden.
• In sommige regio’s zijn productbundels verkrijgbaar inclusief
vooraf geladen informatie over roodlichtcamera’s en
flitspalen, waarvoor levenslang updates worden gegeven.
• U kunt de Garmin Express™ software (garmin.com/express)
gebruiken om de op uw toestel opgeslagen cameradatabase
bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest
recente cameragegevens te ontvangen.
Ongevaldetectie en -meldingen
Uw Garmin DriveLuxe toestel gebruikt ingebouwde sensors om
een mogelijk verkeersongeval te detecteren.
• Als u een bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon
hebt ingesteld, kan het toestel automatisch een sms-bericht
sturen naar die contactpersoon wanneer het een ongeval
detecteert en uw voertuig tot stilstand is gekomen. Op die
manier kan de contactpersoon op uw situatie worden
geattendeerd als u niet in staat bent om te bellen of een
bericht te sturen. Voor deze functie is een verbinding met
Smartphone Link en een ingeschakelde mobiele
dataverbinding nodig om een bericht te kunnen verzenden.
• Als u geen bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon
hebt ingesteld, geeft het toestel automatisch het
dichtstbijzijnde adres of geografische coördinaten weer
wanneer het een ongeval detecteert. Deze functie komt van
pas als u uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten. Als u
Meer selecteert, wordt de pagina Waar ben
ik? weergegeven.
Een bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon
instellen
Voordat u een na detectie van een ongeval te waarschuwen
contactpersoon kunt instellen, moet u de volgende taken
voltooien:
• Verbind uw toestel met Smartphone Link (Koppelen met uw
telefoon en verbinding maken met Smartphone Link,
pagina 12).
• Selecteer Instell. > Draadl. netwerken, selecteer de naam
van uw telefoon en controleer of de optie
Telefoongesprekken is ingeschakeld.
Het toestel moet tijdens het instellen van de bij ongevallen te
waarschuwen contactpersoon toegang hebben tot de
Smartphone Link app en het telefoonboek van uw smartphone.
Als u uw toestel niet wilt gebruiken om handsfree te bellen, kunt
u na het instellen van de bij ongevallen te waarschuwen
contactpersoon de optie Telefoongesprekken uitschakelen.
Een lijst van de contactpersonen op uw smartphone wordt
weergegeven.
Selecteer een contactpersoon en vervolgens Volgende.
2
Controleer het telefoonnummer van de contactpersoon en
3
selecteer Volgende.
Voer uw naam of bijnaam in en selecteer OK.
4
Controleer het voorbeeldbericht om bij ongevallen te
5
verzenden en selecteer Volgende.
Volg de instructies op het scherm om uw contactpersoon te
6
informeren dat u hem of haar hebt toegevoegd als bij
ongevallen te waarschuwen contactpersoon.
OPMERKING: Het ongevalmeldingsbericht bevat de naam of
bijnaam die u hebt opgegeven, maar wordt niet verzonden
vanaf uw telefoonnummer. Het bericht wordt verzonden via
een externe service en u dient uw bij ongevallen te
waarschuwen contactpersoon ervan op de hoogte te stellen
dat het ongevalmeldingsbericht wordt verzonden vanaf een
onbekend nummer.
Selecteer OK.
7
Controleer de informatie en selecteer Sla op.
8
Een ongevalmelding annuleren
Als het toestel een ongeval detecteert, wordt u via een bericht
en een gesproken mededeling gewaarschuwd dat een melding
wordt gestuurd naar uw bij ongevallen te waarschuwen
contactpersoon. Zodra een ongeval wordt gedetecteerd, wordt
een timer gestart die 60 seconden aftelt. Als de timer is gestopt,
stuurt het toestel de melding automatisch. Als u de melding niet
wilt verzenden, kunt u deze annuleren.
Selecteer Annuleer voordat de timer afloopt.
Ongevalmeldingen uitschakelen
Als ongevalmeldingen zijn uitgeschakeld, stuurt het toestel geen
SMS-melding wanneer het een ongeval detecteert.
Schakel het selectievakje Sms ongevaldetectie uit.
2
Navigeren naar uw bestemming
Routes
Een route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer
bestemmingen.
• Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw
bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren,
zoals de modus voor routeberekening (De
routeberekeningsmodus wijzigen, pagina 6) en te
vermijden wegen (Vertragingen, tol en bepaalde gebieden
vermijden, pagina 6).
• U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming
navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen (Een route
starten, pagina 3).
• Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de
route aanpassen (Uw route aanpassen, pagina 5).
• U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen
(Een locatie aan uw route toevoegen, pagina 5).
Een route starten
Selecteer Waarheen? en zoek een locatie (Locaties zoeken
1
en opslaan, pagina 7).
Selecteer een locatie.
2
Selecteer een optie:
3
• Selecteer Ga! om te starten met navigeren via de
aanbevolen route.
• U kunt een alternatieve route kiezen door en vervolgens
een route te selecteren.
Alternatieve routes worden rechts van de kaart
weergegeven.
• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u > Wijzig route
en voegt u routepunten aan de route toe (Uw route
aanpassen, pagina 5).
Navigeren naar uw bestemming3
Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw
bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de
kaart (Uw route op de kaart, pagina 4). Aan de rand van de
kaart wordt een paar seconden een weergave van de
belangrijkste wegen op uw route gegeven.
Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze
locaties aan uw route toevoegen (Een locatie aan uw route
toevoegen, pagina 5).
Een route starten op de kaart
U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.
Selecteer Bekijk kaart.
1
Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied
2
weer te geven.
Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt
3
filteren, selecteert u .
Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de
kaart weergegeven.
Selecteer een optie:
4
• Selecteer een locatiemarkering.
• Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of
adres.
Selecteer Ga!.
5
Naar huis navigeren
De eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel
u om uw thuislocatie op te geven.
Selecteer Waarheen? > Naar huis.
1
Voer zo nodig uw thuislocatie in.
2
Uw thuislocatie bewerken
Selecteer Waarheen? > > Stel thuislocatie in.
1
Voer uw thuislocatie in.
2
Uw route op de kaart
Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met
gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Boven aan
de kaart worden instructies weergegeven voor de volgende
afslag of afrit of om een andere handeling uit te voeren.
Volgende actie op de route. Geeft de volgende afslag, afrit of
À
andere actie aan en, indien beschikbaar, de rijbaan waarop u moet
rijden.
Afstand tot de volgende actie.
Á
Naam van de straat of afrit die is verbonden aan de volgende actie.
Â
Op de kaart gemarkeerde route.
Ã
Volgende actie op de route. Pijlen op de kaart geven de plaats van
Ä
volgende acties aan.
Voertuigsnelheid.
Å
Naam van de weg waarop u rijdt.
Æ
Geschatte aankomsttijd.
Ç
TIP: Raak dit veld aan om de getoonde informatie te wijzigen (Het
kaartgegevensveld aanpassen, pagina 12).
Geavanceerde rijbaanassistentie
Wanneer u bepaalde afslagen, afritten of kruispunten op uw
route nadert, wordt naast de kaart een gedetailleerde simulatie
van de weg weergegeven, indien beschikbaar. Een gekleurde
lijn À geeft de juiste rijbaan voor de afslag aan.
Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken
Tijdens het navigeren van een route kunt u naderende afslagen,
rijbaanwisselingen en andere richtingaanwijzingen op uw route
bekijken.
Selecteer een optie op de kaart:
1
• Selecteer > Koerswijzigingen om naderende afslagen
en richtingaanwijzingen te bekijken.
De kaartfunctie geeft de volgende vier afslagen of
richtingaanwijzingen naast de kaart weer. De lijst wordt
automatisch bijgewerkt terwijl u de route navigeert.
• Als u de volledige lijst van afslagen en
richtingaanwijzingen voor de hele route wilt bekijken,
selecteert u de tekstbalk boven aan de kaart.
Selecteer een afslag of richtingaanwijzing (optioneel).
2
Gedetailleerde informatie wordt weergegeven. Voor
knooppunten op hoofdwegen kan een afbeelding van een
knooppunt worden weergegeven, indien beschikbaar.
De gehele route op de kaart weergeven
Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een
1
route.
Selecteer .
2
Aankomst bij uw bestemming
Wanneer u uw bestemming nadert, geeft het toestel informatie
om u te helpen uw route te voltooien.
• geeft de locatie van uw bestemming aan op de kaart en
een gesproken mededeling geeft aan dat u uw bestemming
nadert.
• Wanneer u bepaalde bestemmingen nadert, vraagt het
toestel u automatisch om een parkeerplaats te zoeken. U
kunt Ja selecteren om nabijgelegen parkeerterreinen te
zoeken (Parkeren bij uw bestemming, pagina 4).
• Wanneer op grotere afstand van uw bestemming moet
parkeren of stoppen, kunt u te voet uw weg naar uw
bestemming vervolgen met behulp van uw Garmin DriveLuxe
toestel of een compatibel Garmin horloge met Connect IQ
(Uw bestemming vinden met behulp van uw Garmin horloge,
pagina 5).
• Wanneer u op uw bestemming stilstaat, beëindigt het toestel
de route automatisch. Als het toestel uw aankomst niet
automatisch detecteert, kunt u Stop selecteren om uw route
te beëindigen.
Parkeren bij uw bestemming
Uw toestel kan u helpen een parkeerplaats te vinden bij uw
bestemming. Wanneer u bepaalde bestemmingen nadert, vraagt
het toestel u automatisch om een parkeerplaats te zoeken.
Selecteer een optie:
1
• Als het toestel u vraagt om een parkeerplaats in de buurt
te zoeken, selecteert u Ja.
™
4Navigeren naar uw bestemming
• Als het toestel u dit niet vraagt, selecteert u Waarheen? >
Categorieën > Parkeerplaats en vervolgens > Mijn
bestemming.
Selecteer Filter parkeerplaatsen en daarna een of meer
2
categorieën om parkeerplaatsen te filteren op
beschikbaarheid, type, tarief of betalingsmethoden
(optioneel).
OPMERKING: Gedetailleerde parkeerinformatie is niet
beschikbaar in alle gebieden of voor alle parkeerlocaties.
Selecteer een parkeerlocatie en vervolgens Ga! > Voeg toe
3
als volgende stop.
Het toestel geeft u richtingsaanwijzingen naar de parkeerplaats.
Nadat u uw voertuig hebt geparkeerd, kunt u te voet uw weg
naar uw bestemming vervolgen met behulp van uw Garmin
DriveLuxe toestel of een compatibel Garmin horloge met
Connect IQ (Uw bestemming vinden met behulp van uw Garmin
horloge, pagina 5). Uw toestel of Garmin horloge kan u ook
de weg terug wijzen naar deze parkeerplaats (Uw vorige
parkeerplaats vinden, pagina 5).
Uw bestemming vinden met behulp van uw Garmin
horloge
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u Watch Link
installeren Watch Link (Watch Link instellen, pagina 17) .
U kunt uw compatibele Garmin horloge gebruiken om vanaf de
locatie van uw voertuig te navigeren naar uw bestemming of
vanaf uw bestemming terug naar uw voertuig. Deze functie is
vooral handig om een locatie te vinden binnen een groot
complex of wanneer u op enige afstand van uw bestemming
moet parkeren en de rest van de weg te voet moet navigeren.
OPMERKING: GPS-technologie vereist vrij zicht op de lucht. De
Watch Link app kan in overdekte complexen, zoals winkelcentra
of luchthavens, mogelijk geen richtingaanwijzingen geven.
Start de Watch Link app op uw horloge en selecteer Zoek
1
mijn bestemming.
Uw horloge vangt een GPS-signaal op en begint u
richtingaanwijzingen te geven naar uw bestemming.
Loop in de richting van uw bestemming.
2
De bestemmingsindicator À geeft de richting naar uw
bestemming aan ten opzichte van uw looprichting Á. Als de
bestemmingsindicator wordt weergegeven aan de bovenkant
van de cirkel, loopt u in de richting van uw bestemming. De
resterende afstand naar uw bestemming  wordt onder de
cirkel weergegeven. De voortgangsbalk à geeft aan hoever u
uw bestemming bent genaderd.
Uw vorige parkeerplaats vinden
Als u uw Garmin DriveLuxe toestel loskoppelt van de
stroomtoevoer in uw voertuig, wordt uw huidige locatie
opgeslagen als parkeerplaats.. Als u Watch Link hebt
geïnstalleerd, geeft uw toestel de locatie van de parkeerplaats
door aan uw compatibele Garmin horloge (Watch Link instellen,
pagina 17). U kunt naar uw parkeerplaats terugnavigeren met
behulp van uw Garmin DriveLuxe toestel of de Watch Link app
op uw horloge.
TIP: Als uw Garmin DriveLuxe toestel is aangesloten op een
met de contactschakelaar bediend voedingspunt van uw
voertuig, wordt de locatie van uw parkeerplaats opgeslagen elke
keer dat u uw voertuig uitschakelt. Als uw toestel is aangesloten
op een voedingspunt dat niet wordt bediend met de
contactschakelaar, moet u de voertuigvoedingskabel
ontkoppelen om te zorgen dat de locatie wordt opgeslagen als
parkeerplaats.
• Start de Watch Link app op uw horloge, selecteer Zoek mijn auto en loop in de richting van uw parkeerplaats.
De bestemmingsindicator À geeft de richting naar uw
bestemming aan ten opzichte van uw looprichting Á. Als de
bestemmingsindicator wordt weergegeven aan de bovenkant
van de cirkel, loopt u in de richting van uw bestemming. De
resterende afstand naar uw bestemming  wordt onder de
cirkel weergegeven. De voortgangsbalk à geeft aan hoever u
uw bestemming bent genaderd.
Uw actieve route wijzigen
Een locatie aan uw route toevoegen
Voordat u een locatie aan uw route kunt toevoegen, moet u een
route starten (Een route starten, pagina 3).
U kunt in uw route of aan het einde van uw route locaties
toevoegen. U kunt bijvoorbeeld een tankstation toevoegen als
volgende stopplaats op uw route.
TIP: Voor het plannen van complexe routes met meerdere
stopplaatsen of geplande tussenstops kunt u de reisplanner
gebruiken. Daarmee kunt u uw route plannen, wijzigen en
opslaan (Een reis plannen, pagina 19).
Selecteer op de kaart > Waarheen?.
1
Zoek een locatie (Locaties zoeken en opslaan, pagina 7).
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer Ga!.
4
Selecteer een optie:
5
• Als u de locatie wilt toevoegen als volgende stopplaats op
uw route, selecteert u Voeg toe als volgende stop.
• Als u de locatie wilt toevoegen aan het eind van uw route,
selecteert u Voeg toe als laatste stop.
• Als u de locatie wilt toevoegen en de volgorde van
stopplaatsen op uw route wilt wijzigen, selecteert u Voeg toe aan route.
Het toestel herberekent de route, inclusief de toegevoegde
locatie, en leidt u in de juiste volgorde naar de stopplaatsen.
Uw route aanpassen
Voordat u uw route kunt vormgeven, moet u een route starten
(Een route starten, pagina 3).
U kunt uw route handmatig aanpassen om de loop ervan te
wijzigen. U kunt op die manier de route verleggen via een
bepaalde weg of een bepaald gebied zonder een stopplaats aan
de route toe te voegen.
Selecteer een willekeurig punt op de kaart.
1
Selecteer .
2
De routeaanpassingsmodus wordt gestart.
Navigeren naar uw bestemming5
Selecteer een locatie op de kaart.
3
TIP: U kunt selecteren om op de kaart in te zoomen en
een exactere locatie te selecteren.
Het toestel berekent de route opnieuw, waarbij de
geselecteerde locatie in de nieuwe route wordt opgenomen.
Selecteer indien nodig een optie:
4
• Als u meer routepunten aan de route wilt toevoegen,
selecteert u meer locaties op de kaart.
• Als u een routepunt wilt verwijderen, selecteert u .
Als u klaar bent met het aanpassen van de route, selecteert u
5
Ga!.
Een omweg maken
U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand
op de route of over bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld
wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen.
Selecteer op de kaart > Wijzig route.
1
TIP: Als de functie Wijzig route niet voorkomt in het menu
kaartfuncties, kunt u deze toevoegen (Kaartfuncties
inschakelen, pagina 11).
Selecteer een optie:
2
• Als u een bepaalde afstand wilt omrijden, selecteert u
Omrijden over afstand.
• Als u wilt omrijden om een bepaalde weg op de route te
vermijden, selecteert u Omrijden via weg.
• Selecteer Omrijden om een nieuwe route te vinden.
De routeberekeningsmodus wijzigen
Selecteer Instell. > Navigatie > Berekenmodus.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller
worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.
• Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt
te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.
• Selecteer Less Fuel om routes te berekenen waar u
minder brandstof verbruikt.
• Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die
korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden
afgelegd.
De route stoppen
Selecteer op de kaart > Stop.
Routesuggesties gebruiken
U dient ten minste één locatie op te slaan en de functie
reisgeschiedenis in te schakelen voordat u deze functie kunt
gebruiken (Toestel- en privacyinstellingen, pagina 22).
Bij gebruik van de functie myTrends™ voorspelt uw toestel uw
bestemming op basis van uw reisgeschiedenis, dag van de
week en tijd van de dag. Nadat u een aantal malen naar een
opgeslagen locatie bent gereden, wordt de locatie mogelijk
weergegeven in de navigatiebalk op de kaart, samen met de
verwachte reisduur en verkeersinformatie.
Selecteer de navigatiebalk om een routesuggestie voor de
locatie te bekijken.
Vertragingen, tol en bepaalde gebieden
vermijden
Files op uw route vermijden
Om files te kunnen vermijden moet u verkeersinformatie
ontvangen (Verkeersinformatie ontvangen via Smartphone Link,
pagina 16).
Het toestel berekent standaard de optimale route om files
automatisch te vermijden. Als u deze optie hebt uitgeschakeld in
de verkeersinstellingen (Verkeersinstellingen, pagina 21), kunt
u handmatig verkeersinformatie bekijken en files vermijden.
Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo.
1
Selecteer Alternatieve route, indien beschikbaar.
2
Selecteer Ga!.
3
Tolwegen vermijden
Uw toestel kan zorgen dat uw route niet door tolgebieden loopt
waarvoor u tolgeld moet betalen, zoals tolwegen, tolbruggen of
congestiezones. Als er geen redelijk begaanbare alternatieve
routes zijn, kan het voorkomen dat het toestel toch een
tolgebied in uw route opneemt.
Selecteer Instell. > Navigatie.
1
Selecteer een optie:
2
OPMERKING: Het menu verandert op basis van uw regio en
de kaartgegevens op uw toestel.
• Selecteer Tolwegen.
• Selecteer Tol en kosten > Tolwegen.
Selecteer een optie:
3
• Als u wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt
steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.
• Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden,
selecteert u Vermijd.
• Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert
u Sta toe.
Selecteer Sla op.
4
Tolvignetten vermijden
OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
De kaartgegevens op uw toestel bevatten mogelijk
gedetailleerde informatie over tolvignetten voor sommige
landen. U kunt tolvignetten voor elk land vermijden of toestaan.
Selecteer Instell. > Navigatie > Tol en kosten >
1
Tolvignetten.
Selecteer een land.
2
Selecteer een optie:
3
• Als wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt
steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.
• Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden,
selecteert u Vermijd.
• Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert
u Sta toe.
Selecteer Sla op.
4
Punten vermijden op de route
Selecteer Instell. > Navigatie > Te vermijden.
1
Selecteer de wegonderdelen die u niet op uw routes wilt
2
tegenkomen en selecteer Sla op.
Milieuzones vermijden
Uw toestel kan gebieden vermijden waarin milieu- of
uitstootbeperkingen gelden die van toepassing zijn op uw
voertuig.
Selecteer Instell. > Navigatie > Milieuzones.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u wilt dat uw toestel voordat u een milieuzone inrijdt
steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.
• Als het toestel milieuzones altijd moet vermijden,
selecteert u Vermijd.
• Als het toestel milieuzones altijd moet toestaan, selecteert
u Sta toe.
Selecteer Sla op.
3
6Navigeren naar uw bestemming
Aangepast vermijden
Aangepast vermijden biedt u de mogelijkheid om bepaalde
gebieden of weggedeelten te selecteren die u wilt vermijden. Als
het toestel een route berekent, worden deze gebieden en
weggedeelten vermeden, tenzij er geen andere redelijke route
beschikbaar is.
• Selecteer om alle eigen te vermijden punten te
verwijderen.
• Als u een eigen te vermijden punt wilt verwijderen,
selecteert u het te vermijden punt en vervolgens > Wis.
Offroad navigeren
Als u niet de normale wegen wilt gebruiken, kunt u de Offroadmodus gebruiken.
Selecteer Instell. > Navigatie.
1
Selecteer Berekenmodus > Offroad > Sla op.
2
De volgende route wordt berekend als een rechte lijn naar de
locatie.
Locaties zoeken en opslaan
Op de kaarten op uw toestel staan locaties, bijvoorbeeld
restaurants, hotels, garages en gedetailleerde straatgegevens.
Het menu Waarheen? helpt u uw bestemming te vinden door
verschillende methoden te bieden om door deze informatie te
bladeren en locaties te vinden en op te slaan.
• Door zoektermen in te voeren kunt u alle locatiegegevens
snel vinden (Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk,
pagina 7).
• U kunt nuttige punten op categorie zoeken of doorbladeren
(Nuttige punten, pagina 7).
• U kunt Foursquare® nuttige punten zoeken en u inchecken
(Foursquare nuttige punten zoeken, pagina 9).
• Met behulp van zoekfuncties kunt u specifieke locaties
vinden, zoals adressen, kruisingen of geografische
coördinaten (Zoekfuncties, pagina 9).
• U kunt locaties zoeken in de buurt van een andere stad of
wijk (Het zoekgebied wijzigen, pagina 8).
• U kunt uw favoriete locaties opslaan om ze later snel te
kunnen terugvinden (Locaties opslaan, pagina 10).
• U kunt ook terugkeren naar recent gevonden locaties
(Recent gevonden locaties bekijken, pagina 10).
Nuttige punten
Een nuttig punt is een plek met een voor u nuttige of
interessante functie. Nuttige punten worden gegroepeerd in
categorieën en omvatten bekende reisdoelen als tankstations,
restaurants, hotels en entertainmentcentra.
Een locatie zoeken met behulp van de
zoekbalk
U kunt de zoekbalk gebruiken om locaties te zoeken door een
categorie, merk, adres of plaatsnaam in te voeren.
Selecteer Waarheen?.
1
Selecteer Voer zoekopdr. in in de zoekbalk.
2
Voer de zoekterm gedeeltelijk of helemaal in.
3
Onder de zoekbalk worden zoeksuggesties weergegeven.
Selecteer een optie:
4
• Als u een type bedrijf wilt zoeken, voer dan een categorie
in (bijvoorbeeld "bioscoop").
• Als u een specifiek bedrijf wilt zoeken, voer dan de naam
van het bedrijf gedeeltelijk of helemaal in.
• Als u een adres bij u in de buurt wilt zoeken, voert u een
straatnaam en een huisnummer in.
• Als u een adres in een andere plaats wilt zoeken, voert u
een straatnaam, het huisnummer, de plaats en de
provincie in.
• Als u een plaats wilt zoeken, voer dan de plaats en de
provincie in.
• Als u op coördinaten wilt zoeken, voer dan de breedte- en
lengtecoördinaten in.
Selecteer een optie:
5
• Als u een zoeksuggestie wilt gebruiken, dient u deze te
selecteren.
• Als u wilt zoeken met de door u ingevoerde tekst,
selecteer dan .
Selecteer, indien nodig, een locatie.
6
Een locatie zoeken op categorie
Selecteer Waarheen?.
1
Selecteer een categorie of selecteer Categorieën.
2
Selecteer indien nodig een subcategorie.
3
Selecteer een locatie.
4
Zoeken binnen een categorie
Nadat u naar een nuttig punt hebt gezocht, worden er mogelijk
bepaalde categorieën in een snelzoeklijst weergegeven met de
laatste vier bestemmingen die u hebt geselecteerd.
Selecteer Waarheen? > Categorieën.
1
Selecteer een categorie.
2
Selecteer een optie:
3
• Selecteer een bestemming in de lijst met
snelzoekresultaten aan de rechterkant van het scherm.
De snelzoeklijst bevat recent gevonden locaties in de
geselecteerde categorie.
Locaties zoeken en opslaan7
Loading...
+ 23 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.