Garmin Dashcam Tandem User manual

GARMIN DASH CAM™ TANDEM
Gebruikershandleiding
© 2019 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Garmin Dash Cam™, Garmin Drive™ en Garmin Express™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Het woordmerk en de logo's van BLUETOOTH® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. microSD® en het microSD logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. WiFi® is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance Corporation.
M/N: A03817
IC: 1792A-03817

Inhoudsopgave

Aan de slag..................................................................... 1
Aandachtspunten bij de montage............................................... 1
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding.................................. 1
Koppelen met uw smartphone.................................................... 2
Overzicht van het toestel............................................................ 2
Opnemen met de dashcam............................................ 3
Geluidsopname in- of uitschakelen............................................ 3
Ongevaldetectie.......................................................................... 3
Video's en foto's opslaan............................................................ 3
Video en foto's bekijken en exporteren........................ 3
De live-beelden van de camera bekijken.................................... 3
Video's en foto's weergeven op uw smartphone........................ 4
Een video bijsnijden en exporteren............................................ 4
De camera aansluiten op uw computer...................................... 4
Spraakbediening............................................................ 4
De taal voor spraakbediening instellen....................................... 5
De camera bedienen met spraakopdrachten............................. 5
Tips voor spraakbesturing.......................................................... 5
Cameranetwerk met meerdere camera's...................... 5
Picture-in-Picture video's maken met meerdere camera's......... 5
Instellingen..................................................................... 5
Camera-instellingen in de Garmin Drive app.............................. 5
Resolutie-instellingen voor video's............................................. 6
De naam van een camera wijzigen............................................ 6
Toestelinformatie........................................................... 6
Geheugenkaartspecificaties....................................................... 6
De cameralenzen reinigen.......................................................... 6
De camerasteun van de voorruit halen....................................... 6
Uw toestel bijwerken via de Garmin Drive app........................... 7
Productupdates...........................................................................7
Specificaties................................................................................7
Appendix......................................................................... 7
Parkeervideo opnemen...............................................................7
Problemen oplossen...................................................... 7
Mijn camera voelt warm aan tijdens gebruik...............................7
Mijn geheugenkaart is versleten en moet worden vervangen.... 8
Mijn video-opnamen zijn wazig................................................... 8
Mijn video-opnamen zijn schokkerig of niet volledig................... 8
Index................................................................................ 9
Inhoudsopgave i

Aan de slag

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Als u een geheugenkaart van derden gebruikt, moet u de
1
geheugenkaart plaatsen en formatteren (Een geheugenkaart
installeren, pagina 6).
Kies een montagelocatie op de voorruit en monteer de
2
camera (Aandachtspunten bij de montage, pagina 1). Sluit de camera aan op een voedingsuitgang in uw voertuig
3
(Het toestel aansluiten op voertuigvoeding, pagina 1). Koppel de camera met uw smartphone en Garmin Drive™ app
4
(Koppelen met uw smartphone, pagina 2). Maak uzelf vertrouwd met de camera (Overzicht van het
5
toestel, pagina 2).

Aandachtspunten bij de montage

De camera wordt met de meegeleverde plaksteun op de voorruit bevestigd. De plaksteun is moeilijk te verwijderen nadat deze is geïnstalleerd. Bepaal van te voren nauwkeurig waar u de steun wilt plaatsen voordat u deze bevestigt.
• Bevestig de camera niet op plaats waar deze het zicht van de bestuurder op de weg of de omgeving belemmert.
• Kies een locatie waar de camera een duidelijk, onbelemmerd zicht op de passagiersruimte heeft.
• Plaats de camera niet achter of zeer dicht bij de achteruitkijkspiegel, parkeerstickers of andere voorwerpen die het zicht binnen kunnen belemmeren.
• Kies een montageplaats die de camera een duidelijk zicht geeft op de weg vóór u.
• Controleer of het gebied van de voorruit vóór de camera niet door de ruitenwissers wordt gehinderd.
• Plaats de camera niet achter een getint gedeelte van de voorruit.

De camera op uw voorruit bevestigen

LET OP
De plaksteun is bedoeld voor langdurige montage en is mogelijk moeilijk te verwijderen. Bepaal van te voren nauwkeurig waar u de steun wilt plaatsen voordat u deze bevestigt.
de achteruitkijkspiegel, parkeerstickers of andere voorwerpen die het zicht binnen kunnen belemmeren.
Nadat u een bevestigingsplaats met duidelijk zicht hebt
3
geselecteerd, verwijdert u de beschermfolie van de plaksteun.
Plaats de steun ter hoogte van de bevestigingsplaats.
4
TIP: De plaklaag is bijzonder plakkerig. Zorg dat de plaklaag
niet tegen de voorruit komt tot de steun zich op de juiste plaats bevindt.
Druk de steun vervolgens stevig op de voorruit en houd de
5
steun 30 seconden op de voorruit gedrukt. Zo zorgt u ervoor dat de plaksteun voldoende contact heeft
met de voorruit.
Voordat u plaksteun op de voorruit kunt aanbrengen, dient u de aandachtspunten voor de montage op de voorruit door te nemen (Aandachtspunten bij de montage, pagina 1).
Voor de beste resultaten moet de omgevingstemperatuur tussen de 21° en 38°C (70° tot 100°F) zijn bij het plaatsen van de camera op de voorruit. De plaklaag hecht mogelijk niet goed als de temperatuur buiten dit bereik ligt. Als u de camera bij lagere temperaturen plaatst, moet u alle sneeuw, ijs en vocht van de voorruit verwijderen en de voorruit verwarmen met de ontdooier voordat u de camera installeert.
De camera wordt met de meegeleverde plaksteun aan de voorruit bevestigd.
Maak de binnenkant van de voorruit schoon met water of
1
alcohol en een pluisvrije doek. De voorruit moet vrij zijn van stof, was, olie of coatings. Houd de camera op de gewenste montageplaats op de
2
voorruit en controleer of de camera duidelijk, onbelemmerd zicht heeft.
Controleer of de voorste lens vrij zicht heeft op de weg en of de lens die naar binnen is gericht vrij zicht heeft op de ruimte in het voertuig. Plaats de camera niet achter of zeer dicht bij
Aan de slag 1

Het toestel aansluiten op voertuigvoeding

Steek de voertuigvoedingskabel in de USB-poort op de
1
camera. U kunt een van de meegeleverde kabels gebruiken om de
camera van stroom te voorzien. De langere kabel van 4 m (13 ft.) wordt aangesloten op de kabel die naar boven is gericht. De kortere kabel van 1,5 m (5 ft.) wordt aangesloten op de kabel die naar beneden is gericht.
Loading...
+ 9 hidden pages