Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin
behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of
organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo en VIRB® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Garmin Dash Cam™, Garmin
Express™, en Travelapse™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van
Garmin.
microSD™ en het microSD logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Wi‑Fi® is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance Corporation.
M/N: A03110, AA3110
Page 3
Inhoudsopgave
Aan de slag..................................................................... 1
De geheugenkaart installeren..................................................... 1
Overzicht van het toestel............................................................ 1
De steun op uw voorruit bevestigen........................................... 1
De Garmin Dash Cam installeren en instellen............................ 1
De cameraplaatsing instellen......................................................2
Het toestel handmatig inschakelen............................................. 2
Het toestel handmatig uitschakelen............................................ 2
Opnemen met de dashcam............................................ 2
Een video-opname opslaan........................................................ 2
Een foto maken...........................................................................2
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
De geheugenkaart installeren
De camera vereist een microSD™ of microSDHC geheugenkaart
met een opslagcapaciteit tot 64 GB en snelheidsklasse 10 of
hoger. U kunt de meegeleverde geheugenkaart gebruiken of u
kunt in een elektronicawinkel een compatibele geheugenkaart
kopen.
Plaats de geheugenkaart À in de sleuf Á.
1
Druk op de kaart totdat deze vastklikt.
2
De geheugenkaart verwijderen
LET OP
Als u de geheugenkaart verwijdert terwijl het toestel is
ingeschakeld, kan dit leiden tot gegevensverlies of
beschadigingen aan het toestel.
U kunt de plaksteun op uw voorruit bevestigen bij een
omgevingstemperatuur tussen 21° en 38°C (tussen 70° en
100°F).
TIP: U kunt het toestel op een stroomvoorziening aansluiten en
het toestel voor de gewenste locatie houden om te controleren
wat het beeldveld van de camera op die locatie is.
Maak de voorruit schoon met water of alcohol en een
1
pluisvrije doek.
De voorruit moet vrij zijn van stof, was, olie of coatings.
Verwijder de beschermende folie van de zelfklevende steun.
2
Plaats de steun ter hoogte van de bevestigingsplaats.
3
TIP: De lijm is bijzonder plakkerig. Zorg dat de lijmlaag niet
tegen de voorruit komt totdat de steun zich op de juiste
bevestigingsplaats bevindt.
Druk de steun vervolgens stevig op de voorruit en houd de
4
steun 30 seconden op de voorruit gedrukt.
Schakel het toestel uit.
1
Druk op de kaart tot deze vastklikt.
2
Laat de kaart los.
3
De sleuf werpt de kaart uit.
Overzicht van het toestel
À
Á
Â
Ã
Druk in om het toestel in te schakelen.
Houd 3 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Selecteer om terug te keren naar de vorige pagina.
Selecteer om door menu's of pagina's te bladeren.
Selecteer om door menu's of pagina's te bladeren.
Selecteer in de zoeker om een foto op te slaan.
Houd ingedrukt om een videoclip op te slaan.
Selecteer om een optie te kiezen in een menu.
De steun op uw voorruit bevestigen
LET OP
De plaksteun is zeer moeilijk te verwijderen nadat deze is
geïnstalleerd. Bepaal van te voren nauwkeurig waar u de steun
wilt plaatsen voordat u deze bevestigt.
Trek de camera en steun weg van de voorruit.
5
De metalen schijf blijft aan de voorruit bevestigd.
Druk gedurende 30 seconden stevig met een vinger op de
6
schijf.
Zo zorgt u ervoor dat de plakstrip van de schijf voldoende
contact heeft met de voorruit.
Wacht 24 uur alvorens de Garmin Dash Cam te installeren.
7
De lijm moet 24 uur drogen voordat deze goed aan de
voorruit gehecht is.
De Garmin Dash Cam installeren en instellen
LET OP
Voordat u de Garmin Dash Cam installeert, moet u de steun
bevestigen en de plakstrip gedurende 24 uur op de voorruit
laten hechten. Als u de plakstrip niet lang genoeg laat hechten,
kan de steun loskomen van het oppervlak en kan het product of
de steun beschadigd raken.
Aan de slag1
Page 6
Plaats de camera en de steun op de metalen schijf.
1
Steek de voertuigvoedingskabel in de USB-poort op het
2
toestel.
Leid de voedingskabel naar de stroomvoorziening van uw
3
voertuig.
De meegeleverde voedingskabel is ontworpen om buiten
zicht te blijven. De kabel is lang genoeg om deze in de
meeste voertuigen langs de rand van de voorruit te leiden. U
kunt de dunne kabel verbergen langs of achter de bekleding
van het plafond.
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
4
stroomvoorziening in uw auto.
Start zo nodig het voortuig om de stroomvoorziening in uw
5
voertuig van stroom te voorzien.
Het toestel wordt ingeschakeld.
Volg de instructies op het scherm om het toestel voor de
6
eerste keer in te schakelen.
De cameraweergave wordt getoond.
Wijzig de positie van de camera zodat het gewenste
7
beeldveld wordt vastgelegd.
De cameraplaatsing instellen
U kunt het toestel aan de linker- of rechterkant of in het midden
van uw voorruit plaatsen. Voor een optimale werking dient u de
functie Plaatsing van de camera in te stellen om de plaats van
uw toestel in het voertuig aan te geven.
Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder >
1
Plaatsing van de camera.
Selecteer Horizontale plaatsing en selecteer de horizontale
2
plaatsing van de camera.
Selecteer Voertuighoogte.
3
Selecteer een optie:
4
• Als u in een groot voertuig rijdt, zoals een busje of een
vrachtwagen, selecteert u Groot.
• Als u in een auto rijdt, selecteert u Normaal.
Het toestel handmatig inschakelen
OPMERKING: Als het toestel is aangesloten op een
voertuigvoeding die met de contactsleutel wordt ingeschakeld,
wordt het toestel automatisch ingeschakeld als u het voertuig
start.
Selecteer .
Het toestel wordt ingeschakeld.
Het toestel handmatig uitschakelen
OPMERKING: Als het toestel is aangesloten op een
voertuigvoeding die met de contactsleutel wordt uitgeschakeld,
wordt het toestel automatisch uitgeschakeld als u de motor
uitschakelt.
Houd 3 seconden ingedrukt.
Het toestel wordt uitgeschakeld.
Opnemen met de dashcam
LET OP
In sommige rechtsgebieden is het gebruik van dit toestel
verboden of gereguleerd. Het is uw verantwoordelijkheid op de
hoogte te zijn van en te handelen in overeenstemming met
toepasselijke wetten en regels over privacy in rechtsgebieden
waar u dit toestel wilt gaan gebruiken.
De dashcam neemt video op de geheugenkaart van de camera
op (De geheugenkaart installeren, pagina 1). Het toestel start
standaard automatisch met de opname wanneer het wordt
ingeschakeld en blijft opnemen totdat het weer wordt
uitgeschakeld. Als de geheugenkaart vol is, verwijdert het
toestel automatisch de oudste niet-opgeslagen video om ruimte
te creëren voor nieuwe video.
Wanneer de optie Promptly Delete is geselecteerd, verwijdert
het toestel steeds opgeslagen videobeelden die meer dan drie
minuten oud zijn en verwijdert het alle niet-opgeslagen
videobeelden als het toestel wordt uitgeschakeld. Deze functie
is alleen beschikbaar voor bepaalde regio's en is standaard
ingeschakeld voor sommige van deze regio's. Wanneer de
camera is ingesteld op een ondersteunde regio, kunt u deze
functie in de camera-instellingen in- of uitschakelen (Camera-
instellingen, pagina 5).
U kunt de opgenomen videobeelden opslaan om te voorkomen
dat deze worden overschreven of verwijderd.
Een video-opname opslaan
Het toestel gebruikt standaard een sensor om een mogelijk
ongeval te detecteren en videobeelden van vóór, tijdens en na
het gedetecteerde ongeval automatisch op te slaan. U kunt
videobestanden ook op elk gewenst moment handmatig
opslaan.
Houd ingedrukt.
Het toestel slaat videobeelden van vóór, tijdens en na het
selecteren van op.
De geheugenkaart heeft beperkte opslagruimte. Na het opslaan
van een video-opname moet u de opname overbrengen naar uw
computer of een andere externe locatie voor permanente opslag
(Video's en foto's op uw computer, pagina 3).
Een foto maken
Met dit toestel kunt u een foto maken.
Selecteer in de zoeker.
Het toestel slaat de foto op de geheugenkaart op.
Ongevaldetectie
Het toestel gebruikt standaard een sensor om mogelijke
ongevallen te detecteren en videobeelden van vóór, tijdens en
na het gedetecteerde ongeval automatisch op te slaan. De
videobeelden krijgen een stempel met de tijd, datum en locatie
van het ongeval.
Video's en foto's bekijken
OPMERKING: Het toestel stopt met opnemen en geeft geen
waarschuwingen als u video's of foto's bekijkt.
Selecteer > Galerie.
1
Selecteer een optie:
2
OPMERKING: Niet-opgeslagen video's en Travelapse
video's zijn niet beschikbaar als de optie om direct nietopgelagen video's te verwijderen is ingeschakeld (Camera-
instellingen, pagina 5).
™
2Opnemen met de dashcam
Page 7
• Als u opgeslagen video's wilt bekijken, selecteert u
Opgeslagen video's.
• Als u opgeslagen parkeervideo's wilt bekijken, selecteert u
Parkeervideo's.
• Als u opgeslagen foto's wilt bekijken, selecteert u Foto's.
• Als u Travelapse video's wilt bekijken, selecteert u
Travelapse.
• Als u recente videobeelden die nog niet zijn opgeslagen
wilt bekijken, selecteert u Niet-opgeslagen video's.
Selecteer een video of foto.
3
Het toestel aansluiten op uw computer
U kunt video's en foto's op uw computer bekijken met een microUSB-kabel.
Steek het smalle uiteinde van de micro-USB-kabel in de
1
poort op het toestel.
Steek het bredere uiteinde van de micro-USB-kabel in een
2
USB-poort op uw computer.
Het toestel wordt op uw computer weergegeven als
verwisselbaar station of verwisselbaar volume, dit is
afhankelijk van het besturingssysteem.
Het toestel koppelen met de Garmin® VIRB
®
app
U kunt foto's en video-opnamen opslaan door uw smartphone of
tablet te koppelen via de gratis Garmin VIRB app. Als u de
Garmin VIRB app wilt downloaden of meer informatie wilt, gaat
u naar garmin.com/VIRBapp.
Installeer de Garmin VIRB app via de App Store op uw
1
mobiele toestel.
Vanuit het hoofdmenu op de Dash Cam selecteert u Galerie
2
> Deel Galerie.
De Garmin Dash Cam toont de netwerknaam en het
netwerkwachtwoord.
Selecteer het Dash Cam Wi‑Fi® netwerk op uw mobiele
3
toestel.
Voer het netwerkwachtwoord in.
4
Uw Dash Cam deelt opgeslagen foto's en video's met uw
mobiele toestel.
Start de Garmin VIRB app op uw mobiele toestel.
5
De camera bijwerken via de Garmin VIRB app
U kunt de camerasoftware bijwerken met de Garmin VIRB app.
Nadat u de app met uw camera hebt gekoppeld, controleert de
app automatisch op updates en geeft deze een bericht weer als
er een update beschikbaar is.
Als er een update beschikbaar is, selecteert u Download in
1
de Garmin VIRB app.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de update te
2
voltooien.
Een video of foto verwijderen
• Selecteer tijdens het bekijken van een video > Wis > Ja.
• Selecteer tijdens het bekijken van een foto > Ja.
De video's en foto's zijn in verschillende mappen ingedeeld.
OPMERKING: Niet-opgeslagen video's en Travelapse video's
zijn niet beschikbaar als de optie om direct niet-opgelagen
video's te verwijderen is ingeschakeld (Camera-instellingen,
pagina 5).
100EVENT: Bevat video's die automatisch worden opgeslagen
als het toestel een incident detecteert.
101PHOTO: Bevat foto's.
102SAVED: Bevat video's die handmatig zijn bewaard door de
gebruiker.
103PARKM: Bevat video's die zijn opgeslagen tijdens het
parkeren.
104TLPSE: Bevat Travelapse video's.
105UNSVD: Bevat niet-opgeslagen videobeelden. Het toestel
overschrijft de oudste niet-opgeslagen video wanneer de
opslagruimte voor niet-opgeslagen video's vol zit.
Resolutie-instellingen voor video's
U kunt de videoresolutie op uw camera wijzigen. De resolutie is
de hoogte van de video in pixels. Bij een hogere videoresolutie
is er meer ruimte op de geheugenkaart vereist dan bij een
lagere resolutie.
Selecteer Instellingen > Camera > Resolutie.
1440p, 30 fps: Neemt video op in een resolutie van 1440p met
30 frames per seconde.
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar voor het
Garmin Dash Cam 55 productmodel.
1080p, 60 fps: Hiermee neemt u een video op in een resolutie
van 1080p met 60 frames per seconde.
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar voor het
Garmin Dash Cam 55 productmodel.
1080p, 30 fps, HDR: Hiermee neemt u een video op in een
resolutie van 1080p met 30 frames per seconde en high
dynamic range (HDR). HDR neemt meerdere
belichtingsniveaus op voor elk frame en kan de helderheid
van de video verbeteren voor opnames met hoog contrast of
weinig licht.
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar voor het
Garmin Dash Cam 55 productmodel.
1080p, 30 fps: Hiermee neemt u een video op in een resolutie
van 1080p met 30 frames per seconde.
720p, 30 fps: Hiermee neemt u een video op in een resolutie
van 720p met 30 frames per seconde.
Travelapse
De functie Travelapse legt een snel bewegende video van uw
reis vast, waarmee u een korte video kunt delen van alle
plaatsen waar u geweest bent. Als u Travelapse opneemt, wordt
de dashcam-opname niet gestopt.
OPMERKING: Travelapse opname is niet beschikbaar wanneer
de optie om niet-opgeslagen video direct te verwijderen is
ingeschakeld (Camera-instellingen, pagina 5)
Video's en foto's op uw computer
OPMERKING: Sommige mediaspelers kunnen mogelijk geen
media met hoge resolutie afspelen.
Video's en foto's worden opgeslagen in de map DCIM op de
geheugenkaart van de camera. Video's worden opgeslagen in
de indeling MP4 en foto's in de indeling JPG. U kunt foto's en
video's bekijken en verplaatsen door de geheugenkaart of het
toestel aan te sluiten op uw computer (Het toestel aansluiten op
uw computer, pagina 3).
Travelapse3
OPMERKING: De functie spraakbesturing is niet beschikbaar
voor het model Garmin Dash Cam 45.
Met de spraakbesturingsfunctie kunt u uw camera bedienen
door middel van gesproken woorden en opdrachten in het
Engels.
OPMERKING: De functie voor spraakbesturing is niet voor alle
talen beschikbaar. U kunt deze functie gebruiken terwijl de
interface is ingesteld op een niet-ondersteunde taal, maar de
opdrachten moeten in het Engels worden uitgesproken.
Spraakbesturing
Page 8
De camera bedienen met spraakopdrachten
OPMERKING: De functie spraakbesturing is niet beschikbaar
voor het model Garmin Dash Cam 45.
Zeg OK, Garmin om de spraakbesturingsfunctie te activeren.
1
De camera laat een geluid horen en luistert naar een
opdracht.
Spreek een opdracht uit:
2
• Als u een video wilt opslaan, zegt u Sla video op.
• Als u een foto wilt maken, zegt u Maak een foto.
• Als u video met audio wilt opnemen, zegt u
Geluidsopname.
• Als u video zonder audio wilt opnemen, zegt u Stop audio.
• Als u Travelapse wilt starten, zegt u Start Travelapse.
• Als u Travelapse wilt stoppen, zegt u Stop Travelapse.
De camera laat een geluid horen wanneer de opdracht wordt
herkend.
• Spreek op normale toon in de richting van het toestel.
• Verminder het achtergrondgeluid om de nauwkeurigheid van
de spraakherkenning te vergroten.
• Zeg voor elke opdracht OK, Garmin.
• Luister naar het geluid om te bevestigen dat de camera een
opdracht heeft herkend.
Roodlichtcamera's en flitsers
• In sommige regio’s zijn productbundels verkrijgbaar inclusief
vooraf geladen informatie over roodlichtcamera’s en
flitspalen, waarvoor levenslang updates worden gegeven.
• U kunt de Garmin Express™ software (garmin.com/express)
gebruiken om de op uw toestel opgeslagen cameradatabase
bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest
recente cameragegevens te ontvangen.
Waarschuwingssysteem voor
botsingen
WAARSCHUWING
De FCWS-functie (waarschuwingssysteem voor botsingen) dient
alleen ter informatie en u bent te allen tijde zelf verantwoordelijk
voor het in de gaten houden van de weg- en rijomstandigheden,
opvolgen van verkeersregels en veilige deelname aan het
verkeer. Het FCWS-systeem gebruikt de camera om een
hoorbare waarschuwing te geven bij naderende voertuigen en
biedt daarom bij beperkt zicht mogelijk een beperkte
functionaliteit. Ga voor meer informatie naar garmin.com
/warnings.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar in alle gebieden
of voor alle toestelmodellen.
Het waarschuwingssysteem voor kop-staartbotsingen
waarschuwt u als het toestel detecteert dat u geen veilige
afstand bewaart tussen uw voertuig en het voor u rijdende
voertuig. Het toestel bepaalt de snelheid van uw voertuig via
GPS en berekent op basis daarvan een zo veilig mogelijke
volgafstand. Het waarschuwingssysteem wordt geactiveerd bij
een snelheid boven 48 km/u (30 mph).
Als het toestel detecteert dat u te dicht op het voor u rijdende
voertuig rijdt, geeft het een waarschuwingssignaal en wordt op
het scherm een waarschuwing weergegeven.
LET OP
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of
consequenties van het gebruik van, een database met eigen
nuttige punten of flitspaaldatabase.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's
of productmodellen.
Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is
beschikbaar in sommige gebieden voor sommige
toestelmodellen. Het toestel waarschuwt u als u een
gerapporteerde flits- of roodlichtcamera nadert.
• U moet een abonnement nemen om de database met
locaties van roodlichtcamera's en flitsers bijgewerkt te
houden en om flitspaalgegevens op uw toestel te kunnen
downloaden en opslaan. Ga naar garmin.com/speedcameras
om de beschikbaarheid en compatibiliteit te controleren of
een abonnement of eenmalige update aan te schaffen. U
kunt op elk gewenst moment de gegevens van een nieuwe
regio aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden.
Tips voor optimale werking van het FCWSwaarschuwingssysteem voor botsingen
De werking van het FCWS-waarschuwingssysteem voor
botsingen wordt door verschillende factoren beïnvloed. In
sommige omstandigheden kan het FCWS-systeem een voor u
rijdend voertuig niet detecteren.
• De FCWS-functie wordt alleen geactiveerd bij een snelheid
boven 50 km/u (30 mph).
• De FCWS-functie kan een voor u rijdend voertuig mogelijk
niet detecteren als het zicht van de camera op het voertuig
wordt belemmerd door regen, mist, sneeuw, zonlicht,
koplampen van tegemoet rijdend verkeer of duisternis.
• De FCWS-functie werkt mogelijk niet goed als de camera
verkeerd is gericht (De cameraplaatsing instellen, pagina 2).
• De FCWS-functie kan voertuigen op een afstand van meer
dan 40 m (130 ft.) of binnen een afstand van 5 m (16 ft.)
mogelijk niet detecteren.
• De FCWS-functie werkt mogelijk niet goed als de
plaatsinstellingen van de camera niet de juiste hoogte van uw
voertuig of plaats van uw toestel in het voertuig aangeven
(De cameraplaatsing instellen, pagina 2).
4Roodlichtcamera's en flitsers
Page 9
Waarschuwingssysteem voor
wisselen van rijbaan
WAARSCHUWING
De LDWS-functie (waarschuwingssysteem voor wisselen van
rijbaan) dient alleen ter informatie en u bent te allen tijde zelf
verantwoordelijk voor het in de gaten houden van de weg- en
rijomstandigheden, opvolgen van verkeersregels en veilige
deelname aan het verkeer. Het LDWS-systeem gebruikt de
camera om u te attenderen op rijbaanmarkeringen en biedt
daarom bij beperkt zicht mogelijk een beperkte functionaliteit.
Ga voor meer informatie naar garmin.com/warnings.
De LDWS-functie waarschuwt u als het toestel detecteert dat u
mogelijk per ongeluk een rijbaanmarkering overschrijdt.
Bijvoorbeeld als u over de doorgetrokken witte rijbaanstreep
heen rijdt of op de rijbaan van tegemoetkomend verkeer
terechtkomt. De LDWS-functie wordt alleen geactiveerd bij een
snelheid boven 64 km/u (40 mph). De waarschuwing wordt aan
de linker- of rechterkant van het scherm weergegeven om aan
te geven welke rijbaanstreep u hebt overschreden.
OPMERKING: Voor een optimale werking van het LDWSsysteem dient u de functie Plaatsing van de camera in te stellen
om de plaats van uw toestel in het voertuig aan te geven.
Tips voor optimale werking van het LDWSwaarschuwingssysteem
De werking van het LDWS-waarschuwingssysteem voor
wisselen van rijbaan wordt door verschillende factoren
beïnvloed. In sommige omstandigheden kan het LDWS-systeem
rijbaanwisselingen mogelijk niet detecteren.
• De LDWS-functie wordt alleen geactiveerd bij een snelheid
boven 65 km/u (40 mph).
• De LDWS-functie geeft geen waarschuwingen op bepaalde
typen wegen, zoals op- en afritten en invoegende rijbanen.
• De LDWS-functie werkt mogelijk niet goed als de camera
verkeerd is gericht.
• De FCWS-functie werkt mogelijk niet goed als de
plaatsinstellingen van de camera niet de juiste hoogte van uw
voertuig of plaats van uw toestel in het voertuig aangeven
(De cameraplaatsing instellen, pagina 2).
• De LDWS-functie vereist continu duidelijk zicht op de
belijning tussen rijbanen.
◦ Rijbaanwisselingen worden mogelijk niet gedetecteerd als
de belijning door regen, mist, sneeuw, extreme
schaduwen, zonlicht of koplampen van tegemoetkomend
verkeer, wegwerkzaamheden of andere obstakels aan het
zicht wordt onttrokken.
◦ Rijbaanwisselingen worden mogelijk niet gedetecteerd als
de belijning onjuist is, ontbreekt of sterk versleten is.
• De LDWS-functie detecteert mogelijk geen
rijbaanwisselingen op extreem brede, smalle of kronkelige
wegen.
gaat rijden. Deze waarschuwing wordt alleen gegeven als het
voorliggende voertuig al een stukje heeft gereden en uw
voertuig nog steeds stilstaat. Dit kan van pas komen bij
stoplichten of opstoppingen. Deze functie maakt gebruik van de
dashcam om het stilstaande of optrekkende voertuig te
detecteren en vereist goed zicht op de weg.
Garmin Dash Cam instellingen
Camera-instellingen
Selecteer > Instellingen > Camera.
Resolutie: Hiermee past u de videoresolutie aan.
Ongevaldetectie: Hiermee schakelt u ongevaldetectie in of uit
(Ongevaldetectie, pagina 2).
Geluidsopname: Hiermee schakelt u audio-opnamen in of uit.
Deze functie is niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle
toestelmodellen.
Gegevensprojectie: Hiermee past u aan welke gegevens
worden weergegeven op uw video's en foto's.
Niet-opgeslagen video's: Deze functie is niet in alle regio's
beschikbaar.
Bepaalt wanneer het toestel niet-opgeslagen videobeelden
verwijdert. Wanneer de optie Verwijder indien vol is
geselecteerd, verwijdert het toestel de oudste nietopgeslagen videobeelden wanneer de geheugenkaartopslag
vol is. Wanneer de optie Verwijder direct is geselecteerd,
verwijdert het toestel steeds opgeslagen videobeelden die
meer dan drie minuten oud zijn en verwijdert het alle nietopgeslagen videobeelden als het toestel wordt uitgeschakeld.
Dit is nuttig voor bescherming van gegevensprivacy. Als de
optie Verwijder direct wordt geselecteerd, kunt u geen
Travelapse video's opnemen of niet-opgeslagen
videobeelden in de galerij bekijken.
Opnemen na stroomstoring: Hiermee stelt u in hoelang het
toestel blijft opnemen nadat de stroom wordt uitgeschakeld.
Geparkeerd opnemen: Hiermee kunt u de camera een video
laten opnemen terwijl het voertuig geparkeerd is en de motor
uit staat, en instellen hoelang de camera actief blijft als de
auto geparkeerd is. Deze functie is alleen beschikbaar als de
Dash Cam kabel voor de parkeermodus is aangesloten op de
camera (Video's opnemen tijdens parkeren, pagina 6).
LET OP
Als gevolg van de privacywet, is deze functie niet in alle
regio's beschikbaar. Het is uw verantwoordelijkheid op de
hoogte te zijn van en in overeenstemming te handelen met
toepasselijke wetten en regels over privacy in uw
rechtsgebied.
Formatteer kaart: Hiermee wordt de geheugenkaart
geformatteerd en worden alle video's, foto's en gegevens op
de kaart verwijderd.
Rijwaarschuwing
De rijwaarschuwing geeft een geluidssignaal en toont een
melding wanneer verkeer dat voor uw voertuig is gestopt, weer
Waarschuwingssysteem voor wisselen van rijbaan5
Instellingen hulpsysteem voor de bestuurder
Selecteer > Instellingen > Hulp voor de bestuurder.
Page 10
Plaatsing van de camera: Hiermee kunt u de plaatsing van uw
toestel in het voertuig aangeven (De cameraplaatsing
instellen, pagina 2).
Botsingen aan de voorzijde: Hiermee past u de gevoeligheid
van de FCWS-functie aan.
Rijwaarschuwing: Schakel de rijwaarschuwing en
geluidsmeldingen wanneer het verkeer op gang komt in of uit
(Rijwaarschuwing, pagina 5).
Wisselen van rijbaan: Hiermee past u de instellingen voor
rijbaanmarkering aan (Waarschuwingssysteem voor wisselen
van rijbaan, pagina 5).
Gevarenzonealarm: Hiermee past u de geluidsmeldingen voor
gevarenzones aan.
Systeeminstellingen
Selecteer > Instellingen > Systeem.
Volume: Hiermee past u het volume van
camerawaarschuwingen en het afspelen van video's aan.
Helderheid: Hiermee past u de helderheid van de zoeker aan.
Kleurmodus: Hiermee stelt u de dag- of nachtkleurmodus in.
Als u de optie Auto selecteert, schakelt het toestel
automatisch over naar dag- of nachtkleuren op basis van de
tijd van de dag.
Time-out voor scherm: Hiermee kunt u instellen dat u het
scherm aan wilt laten staan als de camera van stroom wordt
voorzien of het scherm na één minuut inactiviteit wilt
uitschakelen.
Stel in: Hiermee kunt u de eenheden instellen voor afstand, tijd
en taal, en ze terugzetten op de standaardwaarden.
Over: Hiermee geeft u het versienummer van de software, het
id-nummer van het toestel en informatie over verschillende
andere softwarefuncties weer.
Regelgeving: Hiermee wordt informatie over regelgeving en
naleving weergegeven.
Toestel instellen
LET OP
Verwijderde of overschreven bestanden kunnen niet worden
hersteld.
Selecteer > Instellingen > Systeem > Stel in.
Eenheden: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in.
Tijd: Hiermee stelt u de tijd, datum en de indeling voor de
datumstempel in.
Taal voor tekst: Hiermee wijzigt u de taal voor alle tekst op het
scherm in de geselecteerde taal.
Herstel: Hiermee zet u alle instellingen van het toestel terug op
de fabriekswaarden.
Toestelinformatie
Ondersteuning en updates
Garmin Express (garmin.com/express) biedt u eenvoudig
toegang tot deze services voor Garmin toestellen.
• Productregistratie
• Producthandleidingen
• Software-updates
Garmin Express instellen
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
1
Ga naar www.garmin.com/express.
2
Volg de instructies op het scherm.
3
Informatie over regelgeving en naleving
weergeven
Selecteer Regelgeving vanuit de systeeminstellingen.
Het toestel herstellen
U kunt het toestel herstellen als het niet meer reageert.
Houd de aan-uitknop 12 seconden ingedrukt.
Specificaties
Bedrijfstemperatuurbereik Van -20° tot 55°C (van -4° tot 131°F)
LaadtemperatuurbereikVan 0° tot 45°C (van 32° tot 113°F)
GeheugenkaartKlasse 10 of hogere microSDHC tot 64 GB
Appendix
De zekering in de voertuigvoedingskabel
vervangen
LET OP
Bij het vervangen van zekeringen moet u ervoor zorgen dat u
geen onderdeeltjes verliest en dat u deze op de juiste plek
terugplaatst. De voertuigvoedingskabel werkt alleen als deze op
juiste wijze is samengesteld.
Als het toestel in het voertuig is aangesloten maar niet kan
worden opgeladen, moet u mogelijk de zekering aan het
uiteinde van de voertuigadapter vervangen.
Draai de dop À linksom om deze los te maken.
1
TIP: U dient wellicht een munt te gebruiken om de dop te
verwijderen.
Verwijder de dop, het zilverkleurige pinnetje Á en de
2
zekering Â.
Plaats een nieuwe snelle zekering met hetzelfde voltage,
3
zoals 1 A of 2 A.
Plaats het zilverkleurige pinnetje in de dop.
4
Plaats de dop terug en draai de dop rechtsom om deze weer
5
te bevestigen op de voertuigvoedingskabel Ã.
Video's opnemen tijdens parkeren
LET OP
Als gevolg van de privacywet, is deze functie niet in alle regio's
beschikbaar. Het is uw verantwoordelijkheid op de hoogte te zijn
van en in overeenstemming te handelen met toepasselijke
wetten en regels over privacy in uw rechtsgebied.
Voordat u een video kunt opnemen als u bent geparkeerd, moet
u uw camera aansluiten op de Dash Cam kabel voor de
parkeermodus (Aansluitschema kabel voor de parkeermodus,
pagina 7).
Met de functie parkeervideo opnemen kunt u de camera
automatisch video laten opnemen terwijl uw auto geparkeerd
staat.
Selecteer > Instellingen > Camera > Geparkeerd opnemen.
Wanneer u de motor van uw auto uitzet, gaat de camera in de
parkeeropnamemodus en wordt er automatisch video
opgenomen wanneer de camerasensor beweging detecteert.
6Toestelinformatie
Page 11
Aansluitschema kabel voor de parkeermodus
OnderdeelDraadkleurDraadfunctie
À
Á
Â
ZwartAarding
GeelBatterij 12 V
RoodAccessoire 12 V
De kabel voor parkeermodus aansluiten op een
stroomvoorziening
VOORZICHTIG
Garmin raadt aan dat een ervaren installateur met kennis van
elektrische systemen het toestel installeert. Het onjuist
aansluiten van stroomkabels kan schade toebrengen aan het
voertuig of de accu, en kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Leid de kabel naar een locatie in het voertuig met
1
ononderbroken stroomvoorziening, geschakelde
stroomvoorziening en een aardverbinding.
Sluit de draad BATT aan op een ononderbroken
2
stroomvoorziening.
Sluit de draad ACC aan op een geschakelde
3
stroomvoorziening.
Sluit de draad GND aan op het metaal van het chassis van
4
het voertuig met een bestaande bout of schroef.
Sluit de kabel voor parkeermodus aan op de USB-poort van
5
de camera.
Problemen oplossen
Mijn camera voelt warm aan tijdens het
gebruik
Het is normaal dat de camera warm aanvoelt bij normaal
gebruik, zeker wanneer deze video-opnames maakt in hoge
resolutie of een Wi‑Fi signaal uitzendt.
Problemen oplossen7
Page 12
Index
A
aan-uitknop 2
aanpassen, instellingen 6
B
bevestigen, voorruit 1
C
camera's
dashcam 1
flitser 4
rood licht 4
computer, verbinden 3
D
dashcam, geheugenkaart 1
F
flitsers 4
foto, weergeven 3
G
Garmin Express 6
software bijwerken 6
toestel registreren 6
geavanceerd hulpsysteem voor bestuurders
(ADAS) 4, 5
geheugenkaart 1
installeren 1
H
herstellen, toestel 6
I
instellen 1
instellingen 3, 5
K
kabel voor parkeermodus 6, 7
M
maken, foto 2
microSD kaart 1
O
ongevaldetectie 2
overzicht van het toestel 1
P
plaatsing van de camera 2
problemen oplossen 7
productregistratie 6