Dit product kan worden gebruikt
door kinderen vanaf 8 jaar en
ouder evenals door personen met
verminderde lichamelijke, sensorische of
mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis, wanneer zij onder toezicht
staan of m.b.t. het veilige gebruik van het
product werden geïnstrueerd en de daaruit voortvloeiende risico’s begrijpen. Kinderen mogen niet met het product spelen.
Kinderen mogen het product niet zonder
toezicht reinigen of onderhouden. Wij
adviseren jongeren het product pas vanaf
16 jaar te gebruiken. Gebruik het product
nooit wanneer u moe of ziek bent of wan-
neer u onder invloed bent van alcohol,
drugs of geneesmiddelen.
Gebruik volgens de voorschriften:
De GARDENA pompen zijn geschikt voor privé gebruik
rondom huis en tuin. Ze kunnen gebruikt worden voor het
ontwateren bij overstromingen, voor het rond- en leegpompen van reservoirs, voor het afnemen van water uit
bronnen en schachten, voor het leegpompen van boten en
jachten evenals voor de tijdelijke waterverversing en -circulatie.
Doorvoervloeistof:
Tot de transportmedia van de GARDENA pompen behoren
schoon en verontreinigd water (max. korreldiameter –
dompelpompen = 5 mm / vuilwaterpompen = 30 mm) en
chloorhoudend water (voorwaarde is de dosering van
additieven volgens de voorschriften). Vuil water met vaste
deeltjes zoals zand of steentjes leidt tot slijtage van de
turbine en de pompvoet.
De pompen kunnen volledig ondergedompeld worden
(waterdicht afgesloten)en kunnen tot max. 7 m diepte in de
doorvoervloeistof gedompeld worden.
LET OP! De GARDENA pompen zijn niet voor langdurig gebruik (bijv. permanente circulatiemodus) in de
vijver geschikt ; de levensduur van de pompen wordt
bij dergelijk gebruik aanzienlijk verkort. De volgende
stoffen mogen niet verpompt worden: bijtende,
licht ontvlambare of explosieve stoffen (bijv. benzine,
petroleum, nitroverdunning), vetten, olie, zout water
en afvalwater uit toiletten en urinoirs. De temperatuur van de doorvoervloeistof mag niet hoger zijn
dan 35 °C.
1. VEILIGHEID
BELANGRIJK!
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en bewaar
deze om naderhand nog eens te kunnen nalezen.
Elektrische veiligheid
GEVAAR!
Risico op letsel door een elektrische schok.
Het product moet worden gevoed via een aardlekschakelaar (RCD) met een nominale aardlekstroom van maximaal
30 mA.
De pomp mag niet worden gebruikt wanneer zich personen in het water bevinden.
v Neem s.v.p. contact op met uw elektrospeciaalzaak.
Netaansluitingssnoeren mogen volgens DIN VDE 0620
geen kleinere diameter hebben dan rubbersnoeren met
het kenmerk H05RN-F (voor art. 1783 / 1797) resp.
H07RN-F (voor art. 1785 / 1799). De snoerlengte moet
10 m bedragen.
22
Aanduidingen op het typeplaatje moeten overeenkomen
met de gegevens van het stroomnet.
v Overtuig uzelf ervan dat de elektrische steekverbindin-
gen niet met water in aanraking kunnen komen.
v Bescherm de stekker tegen vocht.
Stekker en aansluitkabel tegen, hitte, olie en scherpe
randen beschermen.
GEVAAR! Elektrische schok!
Wanneer u de stekker afknipt, kan er via het snoer vocht
in het elektrisch gedeelte komen en kortsluiting veroorzaken.
v Knip nooit de stekker af (bijv. om het snoer door
een muur te steken).
v Trek de stekker niet aan de kabel, maar aan de stekker
uit het stopcontact.
v Wanneer het netsnoer van dit apparaat beschadigd
wordt, moet het door de fabrikant of diens service-
dienst of een dergelijke gekwalificeerde persoon worden vervangen om risico’s te voorkomen.
Pomp niet aan de aansluitkabel of vlotterschakelaar dragen of ophangen. Voor het onderdompelen resp. omhoog
halen en vastzetten van de pomp moet een koord aan de
draaggreep van de pomp bevestigd worden.
Verlengsnoeren moeten voldoen aan DIN VDE 0620.
In Oostenrijk
In Oostenrijk moet de elektrische aansluiting voldoen aan
ÖVE-EM 42, T2 (2000)/1979 § 22 conform § 2022.1.
Volgens deze bepalingen mogen pompen voor gebruik
bij zwembaden en vijvers alleen via een scheidingstransformator van stroom worden voorzien.
v Informeer bij een elektro-installatiebedrijf.
In Zwitserland
In Zwitserland moeten verplaatsbare apparaten die buiten
worden gebruikt, worden aange sloten via aardlekschakelaars.
Visuele controle
v De pomp (in het bijzonder stroomkabel en stekker) voor
ieder gebruik controleren.
v Houd de minimale waterstand en maximale doorvoer-
hoogte in de gaten conform de pompgegevens
(zie 7. TECHNISCHE GEGEVENS).
GEVAAR! Elektrische schok!
Een beschadigde pomp mag niet gebruikt worden.
v Bij schade, pomp altijd door GARDENA technische
dienst of de bevoegde vakman laten controleren.
Handmatig gebruik
Bij handmatig gebruik moet de pomp direct uitgeschakeld
worden als geen vloeistof meer wordt gepompt.
v Pomp bij handmatig gebruik voortdurend in de gaten
houden.
Gebruikstips
Drooglopen leidt tot verhoogde slijtage en dient te worden
voorkomen. Bij handmatig gebruik moet de pomp na het
uitblijven van de doorvoervloeistof direct uitgeschakeld
worden.
Pomp niet langer dan 10 minuten tegen gesloten drukzijde laten lopen.
Zand en andere schurende stoffen in de doorvoervloeistof
leiden tot snellere slijtage en capaciteitsvermindering van
de pomp.
De pomp moet zo geplaatst worden dat de inloopopeningen op de zuigvoet niet door vervuiling helemaal of
gedeeltelijk geblokkeerd worden.
In de vijver moet de pomp bijv. op een tegel gezet
worden.
De doorvoervloeistof kan verontreinigd worden door
weglekkend smeermiddel.
Aanwijzing voor de dompelpomp
Bij de levering zijn de draaivoetjes op vlakafzuiging
(1 mm) ingesteld.
v Voor normaal gebruik de draaivoetjes 180° op 5 mm
draaien.
De pomp wordt 5 mm opgetild.
v Voor ingebruikname drukleiding vrijmaken.
Thermische veiligheidsschakelaar
Bij overbelasting wordt de pomp door de in gebouwde
thermische motorbeveiliging uitgeschakeld. Na voldoende
te zijn afgekoeld, slaat de motor vanzelf weer aan
(zie 6. STORINGEN VERHELPEN).
Automatische ontluchtingsinrichting [ afb. S1 ]:
De ontluchtingsinrichting verwijdert eventueel in de pomp
aanwezige luchtbellen.
Wanneer de pomp niet helemaal onder water staat, kan
er water via de ontluchtingsopeningen
stromen.
Dit is geen defect aan de pomp, maar dient voor de automatische ontluchting.
GEVAAR!
Dit product genereert tijdens de werking een elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden invloed hebben op de werkwijze van actieve of passieve medische implantaten. Om het gevaar van situaties
die kunnen leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen
uit te sluiten, dienen personen met een medisch implantaat hun arts en de fabrikant van het implantaat te raadplegen alvorens dit product te gebruiken.
GEVAAR!
Kleinere onderdelen kunnen gemakkelijk worden ingeslikt.
De polyzak vormt een verstikkingsgevaar voor kleine
kinderen. Houd kleine kinderen tijdens de montage uit te
buurt.
naar buiten
1
NL
2. INGEBRUIKNAME
Slangdiameter13 mm (¹⁄₂")
Slangverbinding van de universele
aansluiting
Slangaansluiting
[ afb. I1 ]
2
16 mm (⁵⁄₈")
19 mm (³⁄₄")
[ afb. I2 ][ afb. I3 ][ afb. I4 ]
Bovenste nippel er bij
afsnijden.
25 mm (1")38 mm (1 ¹⁄₂")
Geen nippel weghalen.
<
Beide bovenste nippels bij y
afsnijden.
23
Voor de slangdiameter van 13 mm tot 19 mm zijn de
volgende aansluitsets nodig:
13 mm (¹⁄₂"): GARDENA pompaansluitsetart. 1750
16 mm (⁵⁄₈"): GARDENA kraanstuk
NL
19 mm (³⁄₄"): GARDENA pompaansluitsetart. 1752
Een optimale benutting van de capaciteit wordt bereikt bij
gebruik van een 38 mm (1 ¹⁄₂")-slang.
Slang aansluiten [ afb. I5 ]:
Met de universele aansluiting
van alle slangen uit de tabel hierboven.
1. Niet-benodigde nippels van de universele aansluiting
conform de slangverbinding weghalen.
2. Alleen voor dompelpompen art. 1783 / 1785:
meegeleverde terugslagklep
naar boven in de universele aansluiting
GARDENA slangstuk
is de aansluiting mogelijk
2
V
met het opschrift UP
ß
art. 18202 en
art. 18216
plaatsen.
2
3. BEDIENING
3. Universele aansluiting
4. Slang met de universele aansluiting
Wij raden 38 mm (1 ¹⁄₂")- en 25 mm (1")-slangen aan,
samen met een GARDENA slangklem art. 7192
(voor 25 mm) en art. 7193 (voor 38 mm) om te bevestigen.
Alleen voor dompelpompen art. 1783 / 1785:
Voor het vlakzuigen raden wij 13 mm (¹⁄₂")- of 16 mm (⁵⁄₈")slangen aan. De terugslagklep
water terug door de slang stroomt. De maximale opvoerhoogte wordt alleen bereikt zonder terugslagklep.
Alleen voor vuilwaterpomp art. 1797 / 1799 met
13 mm (¹⁄₂")-slang:
Opdat na het pompen de inhoud van de persslang niet
2
weer door de pomp wegloopt, kan de universele aan-
van een GARDENA reguleerventiel art. 977
sluiting
2
voorzien worden die bij uw GARDENA handelaar verkrijgbaar is.
op de pomp schroeven.
2
verbinden.
2
V
verhindert dat het
ß
Automatische werking [ afb. O1 ]:
Wanneer het water tot de ON-sensor 3 komt, schakelt
de pomp automatisch aan. Afhankelijk van de hoeveelheid water en de omgeving kan het 1 tot 3 minuten
duren voordat het wegpompen start.
Een sneller opstarten is mogelijk bij een inschakelhoogte van de ON-sensor:
• vanaf 5 mm bij art. 1783 / 1785 zonder terugslagklep
• vanaf 30 mm bij art. 1783 / 1785 avec clapet anti-retour
• vanaf 95 mm bij art. 1797 / 1799
Zodra het waterpeil onder de OFF-sensor 4 valt,
schakelt de pomp automatisch uit (na ongeveer
10 seconden).
1. Pomp stevig opstellen
– of –
de pomp met een door het gat in de draaggreep
bevestigd touw in een bron of schacht laten zakken.
2. Netstekker van de aansluitkabel
steken.
In- en uitschakelhoogte instellen [ afb. O2 ]:
De in- en uitschakelhoogte (zie 7. TECHNISCHE
GEGEVENS) kunnen worden ingesteld zodat de pomp
automatisch werkt. Elke sensorpen bepaalt de hoogte
van de waterstand.
Inschakelhoogte ON instellen:
v Schuif de ON-sensor
hoogte.
Inschakelhoogte van de pomp bij automatische werking.
op de gewenste inschakel-
3
in een stopcontact
6
5
Uitschakelhoogte OFF instellen:
v Schuif de OFF-sensor
hoogte.
Uitschakelhoogte van de pomp bij automatische
werking.
Handmatig gebruik [ afb. O3 / O4 ]:
De pomp draait permanent. De ON-sensor 3 wordt op
de handmatige positie ingeklikt, het contact
overbrugd.
1. Schuif de OFF-sensor
naar onder, zodat de ON-sensor
raakt.
2. Pomp stevig in het water opstellen
– of –
de pomp met een door het gat in de draaggreep
bevestigd touw in een bron of schacht laten zakken.
3. Netstekker van de aansluitkabel
steken.
Alleen voor dompelpompen:
Vlakafzuigen / Normaal gebruik [ afb. O5 ]:
Vlakafzuigen [ afb. O6 ]:
v De 3 draaivoetjes
Normaal gebruik [ afb. O7 ]:
v De 3 draaivoetjes
De restwaterhoogte van ca. 1 mm wordt alleen bij het
vlakafzuigen tijdens handmatig gebruik bereikt.
op de gewenste uitschakel-
4
en ON-sensor 3 volledig
4
180° op 1 mm draaien.
8
180° op 5 mm draaien.
8
het contact 7
3
in een stopcontact
6
7
wordt
5
24
Loading...
+ 9 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.