ETNA CM644Ti User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG INSTRUCTIONS FOR USE
MAGNETRON OVEN
FOUR MICRO ONDES MIKROWELLENHERD MICROWAVE OVEN
NL Gebruiksaanwijzing NL 3 - NL 27 FR Mode d’emploi FR 3 - FR 27 DE Bedienungsanleitung DE 3 - DE 27 EN Instructions for use EN 3 - EN 27
NL 2
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés - Benutzte Piktogramme Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir - Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp
INHOUD
Inleiding 4
Algemeen 10
Uw combi-magnetron
Bedieningspaneel 5 Toestelbeschrijving 6
Vóór gebruik
Vóór het eerste gebruik 7 De klok instellen 7 Magnetron gebruik 8
Bediening
Oven en magnetron standen 11 Magnetronfuncties 13 Ovenfuncties 14 Combi-functies 15 Automatische kookprogramma’s 16 Voorverwarmen 18 Kinderslot 19 Pauze 19
Kooktips
Kooktips 20
Onderhoud
Houd uw toestel mooi 24
Storingen
Wat moet ik doen als... 25
Technische specificaties
Productspecificaties 26
Uw oven en het milieu
Afvoer van het apparaat en de verpakking 27
NL 3
UW COMBI-MAGNETRON
Inleiding
Koken in uw nieuwe combi-magnetron is veilig en comfortabel. U zet binnen een handomdraai de lekkerste gerechten op tafel. Het toestel is uiterst simpel te bedienen, mede dankzij de automatische kook- en ontdooiprogramma’s.
In deze handleiding vindt u informatie over de installatie, veiligheid, bediening en het onderhoud van uw combi-magnetron.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het apparaat gaat gebruiken!
Lees deze gebruikershandleiding door voordat u het apparaat in gebruik neemt, en berg de handleiding daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
NL 4
UW COMBI-MAGNETRON
Bedieningspaneel
01 02 04 05 06 07 09 10 110803
1. Magnetron functietoets
2. Ontdooitoets
3. Oven functietoets
4. Automenutoets
5. Combi functietoets (magnetron + oven)
6. Snel voorverwarmen toets
7. Kloktoets
8. Selectietoetsen
9. Insteltoets (temperatuur/vermogen/gewicht)
10. Stoptoets (stop/pauze/kinderslot)
11. Starttoets
NL 5
UW COMBI-MAGNETRON
Toestelbeschrijving
1
2
3
4
2
1
5
6
1. Bedieningspaneel
2. Grillelement
3. Verlichting
4. Inschuifniveau’s
5. Glasruit magnetrondeur
6. Deurscharnier
De volgende toebehoren worden bij uw oven geleverd:
• Rond rooster; wordt voornamelijk gebruikt voor ovenfuncties.
Te gebruiken voor het bakken van gerechten.
• Draaiplateau met aandrijving;
Gebruik de combi-magnetron alleen met het draaiplateau. Te gebruiken voor het verwarmen en ontdooien van gerechten.
NL 6
• Inlegrooster; wordt gebruikt in combinatie met de glazen schaal.
Gebruik het inlegrooster met glazen schaal voor het grillen en braden van gerechten.
• Glazen schaal; wordt gebruikt voor het bakken en braden van
gerechten.
VÓÓR GEBRUIK
Vóór het eerste gebruik
• Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en controleer de combi-magnetron op beschadigingen.
• Gebruik de combi-magnetron niet als deze beschadigd is, maar neem contact op met uw leverancier.
• Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.
• Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige doek. Gebruik geen schuurmiddel of sterk geurende schoonmaakmiddelen.
• Leg het draaiplateau in het midden van de ovenruimte met de uitsparing voor de aandrijving naar beneden.
• De magnetron mag niet gebruikt worden zonder draaiplateau.
De klok instellen
Wanneer het toestel voor de eerste keer op het elektrici teitsnet wordt aangesloten, moet u eerst de klok instellen. In de display knippert ‘00:00’. De klok loopt zolang de combi-magnetron op netspanning is aangesloten.
1. Stel met de selectietoetsen de tijd in (tussen 00:00 en 23:59).
Na het instellen hoort u een geluidssignaal en de tijd stopt met
knipperen. De klok is ingesteld.
Opmerkingen
• Als u op een later tijdstip de tijd wilt wijzigen, moet u eerst lang op de kloktoets drukken. De actuele tijd knippert.
• Stel met de selectietoetsen de tijd in en druk vervolgens weer op de kloktoets ter bevestiging.
NL 7
VÓÓR GEBRUIK
Magnetron gebruik
Microgolven zijn hoogfrequente elektromagnetische golven. De energie maakt het mogelijk om voedsel te garen of op te warmen zonder de vorm of kleur aan te tasten.
De magnetron wordt gebruikt bij:
• Magnetronfunctie
• Combi-functie
Kookprincipe
1. De microgolven die door de magnetron worden gegenereerd, worden gelijkmatig verspreid door middel van een distributiesysteem. Het voedsel wordt zo gelijkmatig gegaard.
2. De microgolven worden tot een diepte van ongeveer 2,5 cm door het voedsel geabsorbeerd. Het garen gaat dan door, omdat de warmte in het voedsel wordt verspreid.
3. De bereidingstijden variëren en hangen af van de schaal die u gebruikt en de eigenschappen van het voedsel:
▷ Hoeveelheid en dichtheid ▷ Watergehalte ▷ Begintemperatuur (wel of niet gekoeld)
NL 8
Belangrijk
Het voedsel wordt van binnen gegaard door middel van warmteverspreiding. Het garen gaat door, zelfs als u het voedsel uit de oven hebt gehaald. Rusttijden in recepten en in dit boekje moeten daarom worden aangehouden om te zorgen voor:
• Gelijkmatige verwarming tot binnen in het voedsel.
• Gelijke temperaturen in alle delen van het voedsel.
Richtlijnen voor magnetronkookgerei
Kookgerei dat u voor de magnetronfunctie gebruikt, mag de microgolven niet blokkeren. Metalen zoals roestvrij staal, aluminium en koper weerkaatsen microgolven. Gebruik daarom geen metalen kookgerei. Kookgerei waarop staat aangegeven dat het magnetronbestendig is, kan veilig worden gebruikt. Raadpleeg voor meer informatie over geschikt kookgerei de volgende richtlijnen en gebruik altijd de glazen bakplaat op niveau 1 als u de magnetronfunctie gebruikt.
VÓÓR GEBRUIK
Kookgerei
Aluminiumfolie
Porselein en aardewerk
Wegwerpservies van polyester of karton
Fastfoodverpakkingen
Polystyreenbekers
Papieren zakken of krantenpapier
Gerecycled papier of metalen randjes
Glaswerk
Ovenschalen
Fijn glaswerk
Glazen potten
Metaal
Magnetron­bestendig
37
3
3
3
7
7
3
7
Opmerkingen
Kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt om te voorkomen dat bepaalde delen van het voedsel te gaar worden. Vonkontlading kan voorkomen als de folie zich te dicht bij de ovenwand bevindt of als er te veel folie wordt gebruikt.
Porselein, aardewerk, geglazuurd aardewerk en ivoorporselein zijn doorgaans geschikt, tenzij ze zijn voorzien van een metalen randje.
Soms worden diepvriesmaaltijden verpakt in wegwerpservies.
Kan worden gebruikt voor het verwarmen van voedsel. Bij oververhitting kan het polystyreen smelten.
Kan vlam vatten.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Kan worden gebruikt, tenzij voorzien van een metalen randje. Kan worden gebruikt voor het verwarmen van voedsel of vloeistoffen. Dun glas kan breken of barsten bij plotselinge verhitting. Het deksel moet worden verwijderd. Alleen geschikt voor verwarmen.
Kan vonkontlading of brand veroorzaken.
Papier
Borden, bekers, keukenpapier
Gerecycled papier
Kunststof
3 : Aanbevolen 37 : Voorzichtig 7 : Onveilig
3
7
3
Voor korte bereidingstijden en verwarmen. Voor het absorberen van overtollig vocht.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Met name hittebestendig thermoplastisch materiaal. Andere soorten plastic kunnen kromtrekken of verkleuren bij hoge temperaturen. Gebruik geen melamineplastic. Kan worden gebruikt om vocht vast te houden. Mag het voedsel niet aanraken. Wees voorzichtig wanneer u de folie verwijdert; er kan hete stoom ontsnappen. Alleen indien kook- of ovenbestendig. Mag niet luchtdicht zijn. Indien nodig inprikken met een vork.
NL 9
BEDIENING
Algemeen
Magnetronvermogens
In onderstaande tabel ziet u uit welke vijf magnetronvermogens u kunt kiezen en voor welke gerechten de vermogens geschikt zijn. Tijdens gebruik is het mogelijk het vermogen te wijzigen door op de desbetreffende toets te drukken.
Vermogen Gerecht
900 W - Water koken, opwarmen
- Koken van kip, vis en groenten
700 W - Opwarmen
- Koken van paddestoelen en schaaldieren
- Koken van gerechten die ei en kaas bevatten 450 W - Koken van rijst en soep 300 W - Ontdooien
- Chocola en boter smelten 100 W - Ontdooien van gevoelige/kwetsbare gerechten
- Ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten
- Consumptie-ijs zacht maken
- Laten rijzen van deeg
Temperatuur wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk de temperatuur te wijzigen. De status van de temperatuur is af te lezen in de LED-balk. De ingestelde temperatuur is bereikt als alle blokjes van de LED-balk verlicht zijn.
NL 10
Kookduur wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk de kookduur te wijzigen. De stappen voor het instellen van de kookduur zijn als volgt (de maximale kookduur is afhankelijk van de gekozen modus):
Instellen 0 - 1 min. 1 - 5 min. 5 - 15 min. 15 - 60 min. 60 min.+ Stap 1 sec. 10 sec. 30 sec. 1 min. 5 min.
BEDIENING
Oven en magnetron standen
Raadpleeg onderstaande tabel voor het kiezen van de juiste ovenstand. Lees ook de instructies op de verpakking voor het bereiden van het gerecht.
Functie Modus
Magnetron Magnetron Magnetron
Oven Hetelucht Hetelucht
Grill met ventilator
Hetelucht + Onderwarmte
Grill Grill
• Gebruik de magnetronfunctie om groenten, aardappelen, rijst, vis en vlees te koken en op te warmen.
• Met de hetelucht oven kunt u gerechten bereiden op dezelfde manier als in een traditionele oven. De magnetron wordt hierbij niet gebruikt.
• U wordt geadviseerd de oven voor te verwarmen tot de juiste temperatuur voordat u het gerecht in de oven plaatst.
Grill + Ventilator
• Gebruik deze functie om gerechten gelijkmatig te braden en tegelijkertijd een bruin korstje te geven.
Hetelucht + Onderwarmte
• Deze functie wordt gebruikt voor het bakken van pizza, vochtig gebak, vruchtentaarten, bladerdeeg en kruimeldeeg.
• De grill is uitermate geschikt voor het bereiden van dunne stukken vlees en vis.
NL 11
BEDIENING
Functie Modus
Magnetron + Oven
Hetelucht Magnetron + Hetelucht
• Gebruik deze functie om snel gerechten te braden.
Grill + Ventilator
Hetelucht + Onderwarmte
Grill Magnetron + Grill
Auto­programma’s
Ontdooien d01 + d02
P01 - P13
Magnetron + Grill + Ventilator
• Gebruik deze combinatie voor kleinere porties vlees, vis en groenten.
• Het bereiden gaat snel en het voedsel krijgt een lekker bruin, knapperig korstje.
Magnetron + Hetelucht + Onderwarmte
• Gebruik deze combinatie voor gerechten die snelle garing nodig hebben en waarvan de bodem extra verwarmd moet worden.
• Deze functie is ideaal om snel gerechten te koken en tegelijkertijd een bruin korstje te geven. Boven dien kunt u er ook mee gratineren.
• De magnetron en de grill functioneren gelijktijdig. De magnetron kookt en de grill braadt.
Automatische kook programma’s
• Automatische kookprogramma’s kunnen gebruikt worden voor het braden van alle
soorten vlees.
• Er zijn 13 Auto-programma’s te kiezen.
• Kies het programma en het gewicht van het gerecht.
Ontdooien
• Er zijn 2 ontdooiprogramma’s te kiezen.
• Kies het programma en het gewicht van het gerecht.
NL 12
Opmerking
Zie hoofdstuk ‘Kooktips’ voor informatie over gerechten.
BEDIENING
Magnetronfuncties
• Waarschuwing! Verhitting van vloeistoffen in de magnetron kan
resulteren in kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof pas na verwijdering uit de magnetron heftig kan gaan koken met het risico dat u zich brandt. Het effect van kookpuntvertraging kunt u opheffen door een kunststof of glazen lepeltje in de vloeistof te zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de magnetron.
• Waarschuwing! Let op met babyvoeding: ▷ Let op! Schud of roer de inhoud van babyflesjes of potjes
babyvoeding na verwarming.
Let op! Controleer de temperatuur van de voeding zorgvuldig
vóór consumptie om brandwonden te voorkomen.
Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kunnen heet zijn na gebruik van de magnetron.
1. Druk op de magnetronfunctie toets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
’900’ knippert in de display en het magnetronfunctie icoon is
zichtbaar. Indien niet binnen 10 seconden op een toets wordt
gedrukt, wordt automatisch het vermogen geselecteerd.
2. Druk op de Insteltoets om het magnetronvermogen in te instellen.
3. Stel met de selectietoetsen het magnetronvermogen in
(tussen 100 W en 900 W).
4. Druk ter bevestiging nogmaals op de Insteltoets of wacht totdat
het vermogen in de display stopt met knipperen.
U hoort een geluidssignaal.
5. Druk op de kloktoets om de kookduur in te stellen.
6. Stel met de selectietoetsen de kookduur in.
De maximale kookduur is afhankelijk van het ingestelde vermogen.
7. Druk op de Starttoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen.
De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de Starttoets gedrukt wordt, schakelt de combi­magnetron na 15 minuten automatisch uit.
NL 13
BEDIENING
Ovenfuncties
1. Druk op de oven functietoets om de ovenfunctie in te schakelen.
Het ‘heteluchtsymbool’ knippert. Tijd en temperatuur verschijnen in
de display en het ovenfunctie icoon is zichtbaar.
2. Kies met de selectietoetsen een ovenmodus.
Als het symbool stopt met knipperen, is de gekozen modus actief.
3. U kunt nu bij elke modus (indien gewenst) de tijd en/of de
temperatuur wijzigen (bij de grill; stand 1, 2 of 3, waarbij 3 de hoogste stand is). Hiervoor drukt u op de kloktoets of de insteltoets. De tijd of temperatuur (stand) gaat knipperen. Met de selectietoetsen stelt u vervolgens de gewenste tijd en/of temperatuur in. Druk ter bevestiging nogmaals op de kloktoets of de Insteltoets.
De in te stellen tijd en/of temperatuur is afhankelijk van de gekozen modus.
4. Druk op de starttoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen.
De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de starttoets gedrukt wordt, schakelt de combi­magnetron na 15 minuten automatisch uit.
NL 14
BEDIENING
Combi-functies
1. Druk op de combi-functietoets om de combi-magnetronfunctie in
te schakelen.
Het ‘heteluchtsymbool’ knippert. Tijd en temperatuur verschijnen in
de display en het magnetronfunctie icoon en ovenfunctie icoon zijn
zichtbaar.
2. Kies met de selectietoetsen een modus (zie hoofdstuk
‘Ovenfuncties tabel’). Als het symbool stopt met knipperen, is de gekozen modus actief.
3. U kunt nu bij elke modus (indien gewenst) het vermogen, de tijd
en/of de temperatuur wijzigen (bij de grill; stand 1, 2 of 3, waarbij 3 de hoogste stand is). Hiervoor drukt u op de insteltoets, of de kloktoets. Het vermogen, de tijd of temperatuur (stand) gaat knipperen. Met de selectietoetsen stelt u vervolgens het gewenste vermogen, de gewenste tijd en/of temperatuur/stand in. Druk ter bevestiging nogmaals op de insteltoets of de kloktoets.
Het in te stellen vermogen en de in te stellen tijd/temperatuur is afhankelijk van de gekozen modus.
4. Druk op de starttoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen.
De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de starttoets gedrukt wordt, schakelt de combi­magnetron na 15 minuten automatisch uit.
NL 15
BEDIENING
Automatische kookprogramma’s
Er zijn 13 automatische kookprogramma’s en 2 automatische ontdooiprogramma’s te kiezen. U hoeft alleen maar het programma te kiezen en vervolgens het gewicht in te stellen. In het gekozen programma zijn het vermogen, de tijd en de temperatuur al vastgelegd.
Programma Categorie Item
P01**
P02**
P03*
P04
P05*
P06*
P07*
P08**
P09**
P10**
P11*
P12*
P13*
d01 (ontdooien)**
d02 (ontdooien)**
Groenten Verse groenten Bijgerechten Gekookte aardappelen (geschild) Bijgerechten Gebakken aardappelen
Kip/vis Stukjes kip/vis
Deegwaren Cake Deegwaren Appeltaart Deegwaren Quiche Verwarmen Drinken/soep Verwarmen Bord eten Verwarmen Saus/stamppot/ovenschotel Kant en klaar Diepvries pizza Kant en klaar Bevroren ovenfriet
Kant en klaar Bevroren lasagne Vlees, kip/vis U hoort een geluidssignaal, waarna
Brood, gebak en fruit
U hoort een geluidssignaal. Draai de aardappelen om. De combi­magnetron schakelt automatisch door naar de volgende fase.
U hoort een geluidssignaal. Draai de stukjes kip om. De combi-magnetron schakelt automatisch door naar de volgende fase.
U hoort een geluidssignaal. Draai de ovenfriet om. De combi-magnetron schakelt automatisch door naar de volgende fase.
de combi-magnetron stopt. Draai het gerecht om en druk op de Starttoets om het ontdooiprogramma te vervolgen.
NL 16
Let op!
• Bij de automatische kookprogramma’s wordt gebruik gemaakt van
de magnetron functie. Gebruik geen metalen voorwerpen.
• Bij de programma’s met een * wordt het toestel voorverwarmd.
Tijdens het voorverwarmen staat de kookduur stil en brandt het voorverwarmsymbool.
BEDIENING
• Na het voorverwarmen klinkt er een geluidsignaal en knippert het
voorverwarmsymbool.
• Plaats het gerecht op de glazen bakplaat in de oven op
inschuifniveau 1 en druk op de starttoets.
• Bij de programma’s met ** wordt alleen gebruik gemaakt van de
magnetronfunctie.
1. Druk op de automenutoets of de ontdooitoets.
Tijd, gewicht en P01 of d01 verschijnen in de display.
2. Kies met de selectietoetsen een automatisch kookprogramma.
Als het symbool stopt met knipperen, is het gekozen programma
actief.
3. Druk op de insteltoets om het gewicht in te instellen.
Het gewicht knippert in de display.
4. Met de selectietoetsen stelt u vervolgens een gewicht in. Druk ter
bevestiging nogmaals op de insteltoets.
Het in te stellen gewicht is afhankelijk van het gekozen programma.
5. Druk op de starttoets om het automatische kookprogramma te
starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit. Indien niet op de starttoets gedrukt wordt, schakelt de combi­magnetron na 15 minuten automatisch uit.
NL 17
BEDIENING
Voorverwarmen
De voorverwarmfunctie kan ingeschakeld worden vanuit de volgende functie’s:
Modus Voorverwarmen
Magnetronfuncties
Ovenfuncties
Combi-functies
Magnetron Hetelucht Grill met Hetelucht Hetelucht + Onderwarmte Grill Magnetron + Hetelucht
7
3
3
3
7
3
Magnetron + Grill met
3
ventilator Magnetron + Onderwarmte
3
+ Hetelucht Magnetron + Grill
7
• De voorverwarmfunctie werkt alleen indien één van bovenstaande
functies reeds gekozen is. Tijdens het voorverwarmen werkt de magnetron niet.
• U kunt de rest van de instellingen voor of na het kiezen van de
voorverwarmfunctie aanpassen.
1. Druk op de snel voorverwarmen toets.
Het voorverwarm icoon verschijnt in de display.
2. Druk op de starttoets om het voorverwarmen te starten.
Wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is hoort u driemaal een
geluidssignaal.
• Het voorverwarmen kan gestopt worden door de ovendeur te
openen of op de stoptoets te drukken.
3. Druk op de starttoets om het vooraf ingestelde kookproces te
starten.
NL 18
Indien niet op de starttoets gedrukt wordt, schakelt de combi­magnetron na 15 minuten automatisch uit.
BEDIENING
Kinderslot
U kunt uw combi-magnetron ‘op slot’ zetten, zodat het ongewenst starten van de combi-magnetron wordt voorkomen.
Let op:
• Het kinderslot kan alleen ingeschakeld worden als de combi-
magnetron uitgeschakeld is.
De (huidige) tijd is zichtbaar in de display.
In werking stellen van het kinderslot:
• Druk op de Stoptoets en houd deze ingedrukt totdat er een
geluidssignaal klinkt
In de display verschijnt een sleutel icoon. Alle bedieningsfuncties
zijn buiten werking gesteld.
Uitschakelen van het kinderslot:
• Druk op de stoptoets en houd deze ingedrukt totdat er een
geluidssignaal klinkt
In de display verdwijnt het sleutel icoon. De combi-magnetron kan
weer normaal worden gebruikt.
Pauze
Als uw combi-magnetron in werking is, kunt u het toestel ‘op pauze’ zetten.
1. Druk op de stoptoets.
Het symbool van de ingestelde modus gaat knipperen.
2. Druk op de starttoets om het proces weer door te laten gaan.
Het symbool van de ingestelde modus stopt met knipperen.
3. Druk nogmaals op de stoptoets om het proces te stoppen.
NL 19
KOOKTIPS
Opwarmen en koken
• De combi-magnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit.
Hoe meer u in de combi-magnetron plaatst, des te langer de kooktijd.
• Vlakke en platte gerechten zijn sneller warm dan smalle, hoge
gerechten.
• Gerechten afdekken met combi-magnetronfolie of een passende
deksel voorkomt spetteren, verkort de gaartijd en helpt de vochtigheidsgraad te behouden. Na afloop de folie of het deksel voorzichtig verwijderen.
• Let op! De vrijkomende stoom kan zeer heet zijn!
• Gerechten die snel uitdrogen eventueel bevochtigen.
Zet aardappels en groenten eerst even in koud water voordat u ze in de combi-magnetron plaatst. Hiermee voorkomt u dat er zich een velletje op vormt.
• Voor een gelijkmatig resultaat kunt u het beste gerechten één- tot
tweemaal roeren of keren.
• Kies voor het opwarmen van reeds bereide gerechten altijd de
hoogste combi-magnetronstand.
• Bij het koken hoeft u maar weinig water, zout en kruiden te
gebruiken. Zout kunt u het beste na afloop toevoegen. Hiermee voorkomt u dat het vocht aan het gerecht wordt onttrokken.
• Nadat de combi-magnetron is uitgeschakeld gaart het gerecht nog
enige tijd na. Houd hier rekening mee door het gerecht niet te lang op te warmen.
Let op! Plaats, bij het opwarmen van kleine hoeveelheden
poedervormige producten (zoals bij het drogen van kruiden), altijd een bekertje water in de combi-magnetron. Anders bestaat er, door de geringe hoeveelheid, kans op zelfontbranding.
NL 20
Ontdooien
Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van het
ontdooiprogramma. Doordat het gerecht geleidelijk en gelijkmatig ontdooit, loopt u niet de kans dat de buitenkant uitdroogt terwijl de kern nog bevroren is.
Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt aanbevolen
om het gerecht na enige tijd in stukken te verdelen.
KOOKTIPS
Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een
pauze in.
Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt u
dunne delen na de helft van de ontdooitijd afdekken of omwikkelen met aluminiumfolie.
Gebruik bij voorkeur het ovenrooster voor het bereiden van
gerechten. Plaats koude (diepvries) gerechten nooit direct op het glazen draaiplateau. Door temperatuurverschillen kan deze barsten!
Factoren die van invloed zijn op het kookproces
De temperatuur van ingrediënten is van invloed op de
bereidingstijd. Een koude maaltijd heeft een langere kooktijd nodig dan een maaltijd op kamertemperatuur.
Lichte, poreuze gerechten garen sneller dan zware en massieve
gerechten, zoals stoofgerechten of rollades. Let op bij het bereiden van lichte, poreuze gerechten. De randen worden snel droog en taai.
Kleine gerechten worden gelijkmatiger verwarmd als u ze los van
elkaar, liefst cirkelvormig, in de combi-magnetron plaatst.
Plaats, bij gebruik van de magnetron-/combi-magnetronfuncties,
eerst het ronde rooster op het draaiplateau. Plaats daarna het gerecht op het rooster. Op deze manier kan de warmte goed circuleren en is uw gerecht snel klaar.
Botten en vet geleiden hitte beter dan vlees. Aluminiumfolie
blokkeert de combi-magnetrongolven. Door dunnere gedeelten van gerechten (zoals kippenpoten en -vleugeltjes) af te dekken voorkomt u dat ze te snel garen.
Combimagnetrongolven dringen tot ongeveer 3 cm in het gerecht
door. De kern van dikke gerechten wordt verhit doordat de warmte zich van het verwarmde deel (de buitenkant) naar binnen verspreidt.
Vlees en gevogelte dat langer dan een minuut of 15 in de combi-
magnetron gekookt wordt, bruint lichtjes. Gerechten die korter bereid worden kunt u van te voren insmeren met een ‘bruinende’ saus, zoals Worcestershire saus, sojaolie of barbecue saus.
Vetvrij papier voorkomt spetteren en helpt warmte vast te houden.
NL 21
KOOKTIPS
Basistechnieken
• Plaatsen
▷ Plaats dikkere stukken aan de buitenkant op het draaiplateau.
Gerechten die aan de buitenkant op het draaiplateau geplaatst worden ontvangen de meeste microgolven.
• Roeren
▷ Door gerechten regelmatig te roeren verspreidt u de opgeslagen
warmte. Roer altijd van buiten naar binnen, aangezien de buitenkant van het gerecht altijd het eerste warm wordt.
• Omdraaien
▷ Grote, dikke gerechten regelmatig omdraaien. Ze garen dan
regelmatiger en sneller.
• Prikken
▷ Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers, schaaldieren
en fruit, barsten open in de combi-magnetron. Voorkom dit door er van te voren enkele keren met een vork of satéprikker in te prikken.
• Controleren
▷ Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal
gerechten net voordat ze gaar zijn uit de combi-magnetron.
• Nagaren
▷ Laat gerechten, nadat u ze uit de combi-magnetron hebt
gehaald, over het algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan. De gerechten garen dan na. Gerechten met een droge korst, zoals cake, niet afdekken.
NL 22
KOOKTIPS
Koken van groente
Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat slap
zijn geworden doordat ze te lang gelegen hebben kunt u ze een tijdje in koud water leggen, zodat ze zich weer vol kunnen zuigen.
Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de
schaalbodem bedekt wordt met een niet al te dikke laag.
Kook groente bij voorkeur met aanhangend water.
Dek de schaal altijd af met een deksel of combi-magnetronfolie.
Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige zouten
geven meestal voldoende smaak. Indien u toch zout toe wilt voegen, doe dat dan na het koken.
Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.
Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.
Koken van vis
• Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne vissen,
vette vissen of kleine porties het vermogen in op 30%. In andere gevallen kunt u het vermogen gerust iets hoger instellen. Houd wel rekening met nagaren. Vis is gaar als het vlees ondoorschijnend is geworden.
NL 23
ONDERHOUD
Houd uw toestel mooi
• Neem de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing voor onderhoud en
• Zout is erg agressief. Wanneer dit zich in de ovenruimte afzet,
• Scherpe sauzen zoals ketchup en mosterd of gezouten gerechten,
• GEBRUIK GEEN schuurmiddelen of metalen schrapers voor het
• GEBRUIK GEEN hogedruk- of stoomreiniger om de combi-
• Als de afdichting van de combi-magnetron sterk is vervuild, sluit de
• Reinig de binnen- en buitenzijde regelmatig; gebruik een sopje van
• Reinig de binnenzijde direct na gebruik. Verwijder overgekookt
• Reinig het toebehoren regelmatig; gebruik een sopje van
• Geurtjes verdwijnen als u een glas azijn of water met citroen in
reiniging in acht.
kunnen plaatselijk roestplekken ontstaan.
bijv. pekelvlees, bevatten ingrediënten die het oppervlak kunnen aantasten. Na gebruik moet u de ovenruimte altijd schoon maken.
reinigen van de glazen ovendeur. Het oppervlak raakt hierdoor bekrast, waardoor het glas kan barsten.
magnetron schoon te maken.
deur niet goed. De aangrenzende voorzijden van meubels kunnen worden beschadigd. Houd de afdichting schoon.
afwasmiddel en maak de oven met een droge doek goed droog. Zorg dat de afdekking van de microgolfverdeler (rechterzijde van de ovenruimte) schoon is. Vervuiling van de afdekking kan leiden tot vonkvorming.
vocht en voedsel resten met een vochtige doek. Achtergebleven kruimels en vocht absorberen microgolven en verlengen de kooktijd.
afwasmiddel met een borstel en maak het toebehoren met een droge doek goed droog. Het toebehoren mag ook in de vaatwasmachine.
de ovenruimte zet. Schakel de combi-magnetron gedurende twee minuten in op vol vermogen. Daarna afnemen met een vochtige doek.
NL 24
Verlichting
Alleen een erkend installateur mag de verlichting vervangen.
STORINGEN
Wat moet ik doen als...
Als de kookresultaten niet naar wens zijn, er vonken overspringen in de combi-magnetron, de combi-magnetron niet start etc., probeer dan eerst zelf de oorzaak van de storing te vinden voordat u de servicedienst belt.
Controleer:
• Zit de stekker in het stopcontact?
• Is de deur goed gesloten?
• Is het vermogen en de bereidingsduur goed ingesteld?
• Staan er voorwerpen in de combi-magnetron die er niet thuishoren?
• Is het juiste keukengerei gebruikt?
• Is het draaiplateau in de combi-magnetron?
• Zijn de ventilatieopeningen niet geblokkeerd?
• Is het voedsel voldoende ontdooid?
• Is het voedsel tijdens de bereiding gekeerd of geroerd?
• Is het kinderslot ingeschakeld?
NL 25
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Op het gegevensplaatje aan de binnenzijde van het toestel worden de totale aansluitwaarde, de vereiste spanning en de frequentie aangegeven.
Productspecificaties
Afmetingen toestel (bxdxh) 593-595 mm x 545 mm* x 460 mm Inbouwmaten 560 mm x 550 mm x 450 mm Combimagnetron inhoud 44 liter Diameter draaiplateau 360 mm Netvoeding 220-230 V ~ / 50 Hz Aansluitwaarde 3350 W Combimagnetronvermogen 900 W
* Diepte is exclusief 20 mm dikte van het dashboard.
NL 26
UW OVEN EN HET MILIEU
Afvoer van het apparaat en de verpakking
Dit product is gemaakt van duurzame materialen. Aan het einde van zijn nuttige leven moet het apparaat echter op een verantwoorde manier worden afgevoerd. De overheid kan u hierover informeren.
De verpakking van het apparaat kan worden gerecycled. Er is gebruikgemaakt van de volgende materialen:
• karton
• polyethyleenfolie (PE)
• CFC-vrij polystyreen (hard PS-schuim)
Gooi deze materialen op een verantwoorde manier weg conform de wettelijke bepalingen.
Op het product staat een pictogram van een afvalcontainer met een kruis erdoor. Dit geeft aan dat huishoudelijke apparatuur afzonderlijk moet worden afgevoerd. Het apparaat mag aan het einde van zijn nuttige leven dan ook niet worden verwerkt via de normale afvalstroom. U moet het inleveren bij een gemeentelijk afvalinzamelingspunt of bij een verkooppunt dat dit voor u aanbiedt.
Door huishoudelijke apparatuur afzonderlijk in te zamelen, wordt voorkomen dat het milieu en de volksgezondheid schade wordt berokkend. De materialen die bij de vervaardiging van dit apparaat zijn gebruikt, kunnen worden hergebruikt en dat betekent een aanzienlijke besparing in energie en grondstoffen.
Verklaring van overeenstemming
Wij verklaren hierbij dat onze producten voldoen aan de betreffende Europese richtlijnen, normen en voorschriften, alsook aan alle vereisten in de normen waarnaar wordt verwezen.
NL 27
NL 28
INDICE
Votre four à micro-ondes multicuisson
Introduction 4 Panneau de commande 5 Description de l’appareil 6
Avant utilisation
Avant la première utilisation 7 Programmation de l’horloge 7 Utilisation micro-ondes 8
Opération
Général 10 Fonctions du four à micro-ondes 13 Fonctions du four 14 Fonctions du four à micro-ondes multicuisson 15 Programmes de cuisson automatiques 16 Préchauffage 18 Sécurité enfants 19 Pause 19
Conseils de cuisson
Conseils de cuisson 20
Entretien
Entretien de votre appareil 24
Pannes
Que faire si... 25
Instructions d’installation
Specifications de produit 26
Votre four et l’environnement
Que faire de l’emballage et de l’appareil usé 27
FR 3
VOTRE FOUR À MICRO-ONDES MULTICUISSON
Introduction
Cuisiner avec votre nouveau four à micro-ondes multicuisson est simple et sûr. Vous servirez en un tour de main des plats délicieux. Le four est ultrasimple à utiliser, grâce aux programmes de cuisson et de décongélation automatiques.
Vous trouverez dans ce manuel des informations à propos de l’installation, des mesures de sécurité, de l’utilisation et de l’entretien de votre four à micro-ondes.
Veuillez lire les consignes de sécurité fournies séparément avant d’utiliser l’appareil !
Avant d’utiliser l’appareil, lisez attentivement cette notice d’utilisation et rangez-la en lieu sûr pour vous y référer ultérieurement.
Les instructions d’installation sont livrées séparément.
FR 4
Loading...
+ 78 hidden pages