eQ-3 ESA 2000 User guide [nl]

Bestnr. 12 35 56
eQ-3
Energiebesparingsdisplay met kleurensignaal
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 2010 by CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Internet: www.conrad.nl of www.conrad.be
1e uitgave Duits 01/2010 Documentatie ©2010 eQ-3 Ltd. Hongkong Alle rechte onder voorbehoud. Zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant mag niets uit dit handboek gereproduceerd worden of door toepassing van elektronische, mechanische of chemische procedures verveelvoudigd of verwerkt worden. Eventueel is het mogelijk dat dit handboek nog druktechnische mankementen of drukfouten opwijst. De gegevens in dit handboek worden echter regelmatig gecontroleerd en correcties worden in de volgende uitgave verwerkt. Voor technische of drukfouten en de gevolgen hiervan zijn wij niet aansprakelijk. Alle handelsmerken of octrooirechten zijn officieel toegelaten. Printed in Hongkong Wijzigingen i.v.m. technische verbeteringen kunnen zonder vooraf aan te kondigen uitgevoerd worden. EM-Dis-1-TW-BS-R2, V1.1, 856-78
Inhoudsopgave
1. Displayweergaven 4
2. Bedieningselementen en functie van de toetsen 5
3. Aanwijzingen voor de handleiding 6
4. Gebruik waarvoor het product bedoeld is 6
5. Veiligheidsaanwijzingen 7
6. Aanwijzingen voor de verwijdering 7
7. Algemene functies 8
8. Batterijen plaatsen (vervangen) 9
9. Display monteren 11
10. Sensor aanleren 12
11. Instellingsmenu: openen/sluiten 13
12. Instellingsmenu 1: basisinstellingen 14
12.1 Datum instellen 14
12.2 Tijd instellen 14
12.3 Basisbedrag v.d. energieleverancier instellen 15
12.4 Stroomkosten per kilowattuur instellen 15
12.5 CO2- uitstoot per kilowattuur instellen 16
12.6 Voorgaande jaarverbruik in kilowattuur instellen 17
12.7 Streefverbruik in kilowattuur instellen 18
13. Instellingsmenu 2: afrekeningsperiode 19
13.1 Afrekeningdatum invoeren 19
13.2 Startdatum (ingebruikneming v.h. display) invoeren 20
13.3 Verschilverbruik invoeren 20
14. Instellingsmenu 3: weergaven aanpassen 21
14.1 Zelfleerfunctie in- en uitschakelen 21
14.2 Weergave som –afrekeningsjaar/actuele maand 21
14.3 Kleurensignaal- trappen instellen 22
14.4 Kleurensignaal- referentie – actuele verbruik/afrekeningjaar 23
14.5 Kleurensignaal- instelling actueel: actuele periode 24
14.6 Kleurensignaal actueel: voorgaande jaarperiode 24
15. Display in de standaardwerking 25
16. Instellingsmenu's en display- afkortingen 27
17. Gebruikersgegevens wissen 28
18. Fabrieksinstelling terugzetten 28
19. Opmerkingen over radiografische werking 29
20. Zendgedrag en verhelpen van storingen 29
21. Onderhoud en reiniging 31
22. Technische eigenschappen 32
2
1. Overzicht display
A Zendcirkel: volgende ontvangst van de sensor
B Zendtorensymbool: display en sensor zijn gesynchroniseerd (zie hoofdstuk 20)
C Batterijsymbool: batterijen voor display/ sensor (S) vervangen
D Energie- kleurensignaal: stroomverbruik in vergelijking tot het voorgaande jaar (groen = minder verbruikt, rood = meer verbruikt)
E Energie- efficiëntie: percentage van het stroomverbruik in vergelijking tot het voorgaande jaar
F Weergave totale som: verbruik van het laatste afrekeningjaar of de actuele maand in Euro (), kilowattuur (kWh) of uitstoot kooldioxide (kg CO2)
G Dagkosten: stroomkosten vandaag, gisteren en eergisteren
3
2. Bedieningselementen en toetsenfuncties
A
B
C
Kort op de toets drukken Lang op de toets drukken
Totaalweergave wisselen/ Keuze naar boven OK/ Keuze bevestigen Totaalweergave wisselen/ Keuze naar beneden
Bij de bediening wordt verschil gemaakt tussen een korte of lange druk op de toets. Als u de toets langer dan 3 seconden ingedrukt houdt en daarna loslaat, wordt de functie voor de lange toetsdruk uitgevoerd.
Voor een gedetailleerde beschrijving over de inhoud van het display en de bediening in de standaardwerking vindt u in hoofdstuk 15.
Aanleermodus starten Menu openen/ sluiten Aanleermodus starten
4
3. Aanwijzingen voor deze gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing eerst zorgvuldig door, voor de gebruikneming van het apparaat. Bewaar deze handleiding voor latere raadpleging.
Let op! Dit symbool wijst op gevaar.
Aanwijzing: Dit symbool wijst op extra belangrijke informatie.
4. Gebruik waarvoor het product bedoeld is
Het energiebesparing- display dient voor de weergave en omrekening van de gemeten energiedata. De meetgegevens worden radiografisch door de sensor die bij het systeem behoort naar het display gestuurd.
Gebruik het apparaat alleen binnenshuis en vermijdt invloeden van vocht, stof alsook zon- en warmtestraling.
Een ander gebruik dan beschreven in deze gebruiksaanwijzing mag niet toegepast worden en leidt tot het verlies van garantie en aansprakelijkheid. Dit geldt eveneens voor het ombouwen of veranderen van het product.
De apparaten zijn uitsluitend bedoeld voor privé gebruik.
5
5. Veiligheidsaanwijzingen
Open het apparaat in geen geval, binnenin zijn er geen onderdelen die door de gebruiker zelf dienen te worden onderhouden. Laat verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Plastic folie/ -zakken, piepschuim enz. zouden voor kinderen gevaarlijk speelgoed kunnen zijn.
De apparaten horen niet in kinderhanden. Er bevinden zich kleine onderdelen aan het apparaat die ingeslikt kunnen worden. Bij een storing of beschadiging stuurt u het apparaat naar een servicedienst.
6. Aanwijzingen voor de verwijdering
Dit apparaat mag niet met het gewone huishoudelijke afval verwijdert worden!
Elektronische apparaten mogen niet als huishoudafval worden behandeld. Als het apparaat aan het eind van zijn levensduur is, dient u het te verwijderen volgens de geldende wettelijke voorschriften. Breng het naar een plaats waar elektrische en elektronische apparatuur worden gerecycled.
Batterijen afvoeren, let op de voorschriften!
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege en defecte batterijen en accu’s in te leveren; batterijen/accu’s mogen niet met het huisvuil meegegeven worden!
De CE- markering is een kenmerk voor de vrije handel , d.w.z. het voldoet aan bepaalde Europese richtlijnen, echter zijn de eigenschaften van het product daardoor niet gegarandeerd.
6
7. Algemene functies
Het energiebesparing- display zal u helpen het overzicht over uw stroomverbruik in de gaten te houden en daardoor energie te besparen. Op het display wordt het energieverbruik weergegeven (kWh) en ook omgerekend in Euro () of de veroorzaakte CO2- uitstoot.
Het energiebesparing- display kan de radiografisch gestuurde gegevens van een stroomsensor ontvangen, berekenen en weergeven. Het display is bedoeld voor het weergeven van het verbruik van een hoofdelektriciteitsmeter. Het kleurensignaal en de weergave van de som hebben betrekking op de afrekeningperiode van uw energieleverancier. Alternatief kan ook een tussenstekker- stroomsensor bij het display aangeleerd worden.
Op het display worden drie hoofdinformaties weergegeven: (1) Het kleurensignaal toont het stroomverbruik van een afrekeningsperiode in verhouding met het voorgaande jaar of een ingevoerd streefverbruik voor een jaar. (2) Het totaalverbruik van de actuele afrekeningperiode of een maand wordt d.m.v.
cijfers in , kWh of kg CO2 weergegeven; (3) Het verbruik van de laatste drie dagen (vandaag, gisteren, eergisteren) wordt in en via een balkdiagram aangeduid.
Om de kosten- en de CO2- weergave met uw verbruik overeenkomt, kunt u de waarden van uw energieleverancier invoeren (kosten per kilowattuur, CO2- uitstoot per kilowatt uur).
Het display slaat dagelijks het door de sensor ontvangen verbruik in kilowattuur op. Na een meettijd van een jaar, wordt dan uw werkelijke verbruik op dagbasis vergeleken. Voor de periode daarvoor kan het voorgaande jaarverbruik ingesteld worden, welke volgens een gemiddeld verbruiksprofiel op dagbasis en volgens seizoen is.
7
8. Plaatsen van de batterijen
Klap de voetjes op de achterkant open.
Open daarna het batterijvak
Plaats 2 nieuwe LR03- batterijen (potlood/AA) met de juiste polariteit in het batterijvak.
Plaats daarna het deksel van het batterijvak weer terug tot deze inklinkt.
Na het plaatsen van de batterijen wordt u gevraagd de datum en tijd opnieuw in te stellen, lees hiertoe de paragrafen 12.1 en 12.2.
Nieuwe alkaline- batterijen gaan ongeveer twee jaar mee. Een batterijsymbool geeft aan wanneer de batterijen vervangen moeten worden. Het gebruik met oplaadbare batterijen (accu’s) is niet mogelijk. Op het display wordt eveneens aangeven wanneer de batterij van een aangeleerde sensor vervangen moet worden. In dit geval verschijnt boven het batterijsymbool een (S).
Na het vervangen van de batterijen moet het display en de sensor opnieuw radiografisch gesynchroniseerd worden. Het opnieuw ontvangen van de gegevens kan dan tot 24 uur duren. Om de radiografische verbinding direct
te herstellen kan de aanleerprocedure (zie hoofdstuk 10) herhaald worden.
8
Waarschuwing! Explosiegevaar bij onvakkundig vervangen van de batterijen.
Normale batterijen mogen nooit opgeladen worden. Er bestaat explosiegevaar.
Batterijen niet in het vuur gooien! Batterijen niet kortsluiten!
Verbruikte batterijen horen niet bij het gewone huishoudelijke afval! Ze vallen onder klein chemisch afval en dienen milieuvriendelijk verwijderd te worden. U kunt ze deponeren in de daarvoor
bestemde verzamelbakken in winkels of inleveren bij KCA-depots!
9
9. Montage van het display
U kunt het display met de uitklapbare voetjes neerzetten of door middel van het ophangoog op de achterzijde aan een wand ophangen. Controleer voordat u het display monteert of er op deze plek de signalen van de sensor ontvangen kunnen worden. Lees bij twijfel eerst hoofdstuk 20.
Voor het monteren aan een wand handelt u als volgt:
Voor de bevestiging bevindt zich op de achterzijde een
ophangoog (a).
Markeer het te boren gat op de wand.
Boor bij een stenen muur een gat van 5 mm en
gebruik de meegeleverde plug. Bij een houten wand
kan een gaatje van 1,5 mm voorgeboord worden,
zodat de schroef makkelijker indraait.
Draai de schroef in. Zorg dat deze ca. 0,5 cm nog naar
buiten steekt om het display op te hangen.
10
10. De sensor aanleren
De radiografische componenten moeten aangeleerd worden zodat deze met elkaar kunnen communiceren. Om de radiografische gegevens van een tot het systeem behorende sensor door het display te ontvangen, handelt u als volgt:
Eerst moet het apparaat, dus de sensor, in werking zijn. Lees hiertoe de
gebruiksaanwijzing voor het desbetreffende apparaat.
Daarna moet bij het display de aanleermode geactiveerd worden. Druk hiertoe
een van de twee pijltoetsen op de achterzijde ongeveer 3 seconden in.
Als de aanleermodus geactiveerd is
verschijnt “AnLE” op het display met de
resterende aanleertijd. De teller op het
display loopt vanaf 200 omlaag. Iedere 120
tot 184 seconden stuurt de sensor een
signaal, het display zal dus in deze tijd een
signaal van de sensor ontvangen.
Nadat het aanleren met succes is
uitgevoerd, wordt op het display kort de
apparaatherkenning van de aangeleerde
sensor aangeduid en het overeenkomstige
kenmerk, of een hoofdelektriciteitsmeter- sensor (SZ) of een tussenstekker-
sensor (ST).
Na het aanleren ontvangt het display alle 120 tot 184 seconden door de sensor de actueel gemeten verbruikswaarden. Het zendsymbool geeft aan wanneer het volgende gegevenspakket van de sensor te verwachten is (volle cirkel). Bovendien wijst het zendtorensymbool op een regelmatige zendverkeer tussen het display en de sensor (zie ook hoofdstuk 20).
11
11. Instellingsmenu: openen/sluiten
Het display functioneert onafhankelijk de ingevoerde tijd en datum alsook het aanleren van een sensor. U kunt de weergegeven waarden voor uw stroomleverancier en de afrekeningsperiode aanpassen. Bovendien kan de weergave van de waarden volgens uw wensen aangepast worden. De instellingen in het display zijn samengevat in drie menu’s, die in de volgende hoofdstukken punt voor punt verklaard worden. Een overzicht van de menu’s en de op het display gebruikte afkortingen vindt u in hoofdstuk 16.
Voor het openen van de menu’s handelt u als volgt:
Druk zo lang op de menutoets tot er
verschijnt.
Vervolgens kunt u met de pijltoetsen een van
de drie instellingsmenu’s kiezen. In ons
voorbeeld is het instellingsmenu 1
gekozen.
De menukeuze wordt bevestigd met de OK-
toets.
Vervolgens kunt u de verder beschreven menupunten met de pijltoetsen selecteren, veranderen en met OK opslaan. Met opnieuw lang op de menutoets te drukken gaat u terug naar het voorgaande menuniveau of het menu wordt afgesloten. Als er 60 seconden lang geen activiteit is, wordt het menu automatisch beëindigd.
“EInS. 1”
“EInS. 1”
12
12. Instellingsmenu 1: basisinstellingen
In het instellingsmenu 1 worden de basisinstellingen uitgevoerd, zoals bijv. datum, tijd of de stroomkosten per kilowattuur van uw energieleverancier.
12.1 Datum instellen
De datum voor het display moet ingesteld worden zodat de opgeslagen energiewaarden aan de juiste dag toegewezen kunnen worden.
Na het openen van instellingsmenu 1 “EInS. 1”
selecteert u de optie “dAt” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen eerst het
jaar, daarna de maand en als laatste de dag in,
bevestig telkens met de OK-toets.
12.2 Tijd instellen
De tijd voor het display moet ingesteld worden zodat de opgeslagen energiewaarden aan de juiste dag toegewezen kunnen worden.
Na het openen van instellingsmenu 1
selecteert u de optie “ZEIt” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen eerst de
minuten en daarna het uur in, bevestig telkens
met de OK-toets.
“EInS. 1”
13
12.3 Basisbedrag van de energieleverancier instellen
Bij de stroomleverancier moet vaak een vast bedrag per jaar, bijv. voor de elektriciteitsmeter, betaald worden. Dit vast bedrag kan door het display op de elektriciteitskosten omgeslagen worden.
Als u bijvoorbeeld 25 per jaar als basisbedrag moet betalen, kunt u deze waarde reeds invoeren en het display telt elke dag 1/365 van dit bedrag bij de verbruikskosten.
Na het openen van het instellingsmenu 1
(EInS. 1)
selecteert u de optie “Gru” met de
pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen het
jaarlijkse vast bedrag in. Vanaf fabriek is
0,00 vooraf ingesteld.
Bevestig uw instelling met de OK-toets.
12.4 Elektriciteitstarief per kilowattuur instellen
Het tarief voor elektriciteit, die de consument aan zijn energieleverancier moet betalen, kan heel verschillend zijn. Vanaf fabriek is er reeds een waarde van 0,20 per kilowattuur (kWh) ingesteld. Het actuele elektriciteitstarief per kWh vindt u in uw elektriciteitsafrekening of via uw elektriciteitsleverancier, bijv. via zijn website.
Na het openen van instellingsmenu 1
(EInS. 1)
selecteert u de optie “Str” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen het Euro-
tarief per kWh in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
14
Op het display wordt uw elektriciteitsverbruik als kWh- totaal voor iedere dag opgeslagen. Voor de weergave van de Euro- waarden worden de kilowattsommen telkens met de ingevoerde Eurofactor vermenigvuldigd.
12.5 CO2- uitstoot per kilowattuur instellen
Het display kan voor u uitrekenen en weergeven hoeveel CO2 volgens uw elektriciteitsverbruik uitgestoten werd. Het CO2- uitstoot per kilowattuur is per energieleverancier en per contractskeuze anders. De actuele waarde g/CO2 per kilowattuur kunt u bij uw energieleverancier opvragen of eventueel op zijn website opzoeken. In het display is de waarde van 370 g/kWh vooraf ingesteld.
Na het openen van instellingsmenu 1 (EInS. 1)
selecteert u de optie “CO2” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen de CO2-uitstoot per kilowattuur in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
15
12.6 Verbruik voorgaande jaar in kilowattuur instellen
Het display heeft voor het weergeven van de kleurengrafiek vergelijkingswaarden nodig, hiertoe moet na de ingebruikneming of na een reset het voorgaande jaarverbruik ingesteld worden. Het verbruik van het voorgaande jaar vindt u op uw energieafrekening. In het apparaat is al vanaf fabriek een verbruik van 3000 kWh per jaar ingesteld.
Het invoeren van deze waarde is vooral bij de eerste ingebruikneming of na een reset te gebruiken, omdat het apparaat nog geen voorgaande verbruikswaarden geregistreerd heeft.
Let er op, als het display reeds in werking was, worden alle gemeten waarden door deze functie overschreven. Daarom wordt u voordat u de nieuwe waarde opslaat uit veiligheidsoverweging eerst gevraagd.
Na het openen van instellingsmenu 1
(EInS. 1)
selecteert u de optie “JAH” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen uw vorig
jaarverbruik in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
Na de verandering en bevestiging wordt u eerst
gevraagd of u wilt opslaan zodat niet per
ongeluk uw reeds opgeslagen gegevens
overschreven kunnen worden.
Selecteer met de pijltoetsen de optie “Ja” of
“Nein” als u niet wilt opslaan.
16
Het jaarverbruik wordt volgens een ingevoerd gemiddeld jaarbelastingscurve op 365 dagen verdeeld. Zodoende zijn na het invoeren van het voorgaande jaarverbruik niet voor elke dag dezelfde kilowattuurwaarde opgeslagen, maar gebaseerd op een typische lastverdeling op dagbasis die seizoengebonden berekend werd.
12.7 Streefverbruik in kilowattuur instellen
Bijkomend tot het voorgaande jaarverbruik kan ook nog een streefverbruik ingevoerd worden. Zodoende kunt u dagelijks zien of een bepaalde besparingsdoel bereikt is.
Na het openen van instellingsmenu 1
(EInS. 1)
selecteert u de optie “ZIE” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen het
streefverbruik in kWh in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
Als u het verbruik in vergelijking met het streefverbruik wilt laten weergeven, moet u dit nog, zoals beschreven in paragraaf 14.1, activeren.
17
13. Instellingsmenu 2: afrekeningsperiode
Opdat de weergegeven som van uw stroomverbruik aan het eind van een afrekeningsperiode zo goed als mogelijk overeenkomt met de afrekening van uw energieleverancier, kan de stand van de stroommeter en het afrekeningtijdstip met het display afstemmen. Opdat het display de juiste totaalwaarden kan weergeven, moet u invoeren wanneer het laatste afrekeningtijdstip was, wanneer u het display of de sensor in bedrijf heeft genomen en hoeveel stroom u verbruikt heeft in de tijd tussen het afrekeningdatum en de ingebruikneming.
13.1 Datum van de afrekening invoeren
De weergegeven som in het bovenste gebied van het display toont het verbruik voor de actuele afrekeningsperiode of maand. Met deze functie kunt u in het display instellen wanneer het laatste afrekeningtijdstip van uw energieleverancier was.
Bij ingebruikneming wordt hier eerst de actuele datum ingevoerd.
Na het openen van instellingsmenu 2 (EInS. 2)
selecteert u de optie “Ab.dAt” met de
pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen het laatste
afrekeningdatum in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
18
13.2 Startdatum (dag van ingebruikneming van het display) invoeren
Met deze functie kan de datum van de ingebruikneming van het display ingesteld worden. Bij de ingebruikneming wordt eerst de actuele datum ingesteld.
Na het openen van instellingsmenu 2 (EInS.
2) selecteert u de optie “St.dAt” met de
pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen het
startdatum in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
13.3 Het verbruiksverschil invoeren
Om de juiste som- waarde van uw afrekeningsperiode weer te geven, kunt u het verbruiksverschil (in kWh), vanaf de afrekeningsdatum tot de ingebruikneming van het display invoeren. Het display telt deze waarde op bij de som van de afrekeningsperiode (kWh, en kg CO2).
Na het openen van instellingsmenu 2 (EInS.
2) selecteert u de optie “dIF” met de
pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u via de pijltoetsen het
verbruiksverschil in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
Voor de bepaling van het verbruiksverschil moet u van de actuele meterstand (op de dag van de ingebruikneming, startdatum) de meterstandwaarde van uw laatste stroomafrekening aftrekken. Het resultaat
moet u hier invoeren.
19
Het verbruiksverschil heeft alleen effect op de weergave van het totaal, wanneer het startdatum tussen afrekeningsdag en het actuele datum ligt. In het tweede jaar zou deze waarde bijvoorbeeld niet meer bij opgeteld
worden.
14. Instellingsmenu 3: weergave aanpassen
In het instellingsmenu 3 kunnen instellingen uitgevoerd worden om de weergave voor de opgeslagen waarden op het display aan te passen.
14.1 Zelfleerfunctie in- /uitschakelen
De displayweergave heeft normaalgesproken betrekking op het voorgaande jaarverbruik. Daarbij worden elke dag de individuele verbruiksgegevens opgeslagen. Als er een streefverbruik is ingesteld moet de zelfleerfunctie deactiveert worden, omdat anders de gemeten waarden (of het voorgaande jaarverbruik) als referentie dienen en niet het streefverbruik dat ingevoerd is. De zelfleerfunctie is vanaf fabriek geactiveerd. Voor het deactiveren handelt u als volgt:
Na het openen van instellingsmenu 3 (EInS. 3)
selecteert u de optie “SELbS” met de
pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens selecteert u via de pijltoetsen
"AUS" (uit) voor het deactiveren. "An" (aan) is
voor het activeren van de zelfleerfunctie, resp.
een deactiveerde streefwaardefunctie.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
14.2 Totaalweergave – afrekeningsjaar / actuele maand
De totaalweergave (verbruikssom, zie hoofdstuk 15) heeft in de basisinstelling steeds betrekking op het actuele afrekeningsjaar. Zodoende zou op de 365 dag van uw afrekeningsperiode uw jaarverbruik op het display staan. Op de volgende dag zou de weergave dan weer bij 0 beginnen.
20
Alternatief kan ook het totaal van de actuele maand weergegeven worden.
Voor het veranderen van de instelling handelt u als volgt:
Na het openen van instellingsmenu 3 (EInS. 3)
selecteert u de optie “Sum” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens selecteert u via de pijltoetsen "MO"
voor de maandweergave of "JAH" voor de
jaarweergave.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
14.3 Kleurensignaal- trapsgewijze overgang instellen
De overgang tussen de afzonderlijke kleuren is vanaf fabriek ingesteld op 20%. Om de kleurenovergang sneller te laten reageren kan deze ook gevoeliger ingesteld worden (minder dan 20%). De trapsgewijze overgang gebeurt in 1%-stappen.
Voor het veranderen van de instelling handelt u als volgt:
Na het openen van het instellingsmenu 3
(EInS. 3) selecteert u de optie “A.Pro” met
de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u met de pijltoetsen het
gewenste percentage in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
Het ingestelde percentage heeft betrekking
op de trapsgewijze overgang tussen de
afzonderlijke kleuren. Als de weergave op
geel staat, betekent dit hetzelfde verbruik
als vorig jaar, de verandering is dus 0%. De
volgende lagere trap zou bij een instelling van 20% lichtgroen zijn met –20% of bij
een hoger verbruik oranje met + 20%
21
14.4 Kleurensignaal- referentie – actuele verbruik /afrekeningsjaar
Het kleurensignaal is ingesteld op het actuele energieverbruik in huis . Alternatief kan het verbruik in verhouding tot dezelfde periode van het voorgaande jaar weergegeven worden.
Vergelijking actueel verbruik (act):
er wordt het gemiddelde verbruik van de laatste 60 minuten berekend en daarna vergeleken met het gemiddelde verbruik over 2 weken van het voorgaande jaar. Deze instellingen kunnen gewijzigd worden (paragraaf 14.5 en 14.6).
Vergelijking van de afrekeningperioden (JAH):
er wordt alleen het verbruik van de actuele meetperiode met dezelfde periode van het voorgaande jaar vergeleken. Als de afrekening bijv. op 15 december 2009 heeft plaatsgevonden en vandaag is het 16 december, dan wordt alleen de 16 december 2009 met de 16 december 2008 vergeleken. Op de volgende dag worden dan het totaal van 2 dagen uit deze jaren vergeleken. Op 15 december van het daaropvolgende jaar zou dan eenmalig 365 dagen met de beide jaren vergeleken worden
Voor het veranderen van de instelling handelt u als volgt:
Na het openen van het instellingsmenu 3 (EInS.
3) selecteert u de optie “A.rEFE” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens kiest u met de pijltoetsen de optie
"Act" voor een actuele vergelijking of "JAH" voor een vergelijking van de afrekeningsperioden.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
22
14.5 Kleursignaal instelling actueel: actuele periode Als het kleurensignaal het actueel gemiddelde verbruik met het voorgaande jaar zal vergelijken (zie ook paragraaf 14.4) kan de vergelijkingstijd voor de momentele dag ingesteld worden. Vanaf fabriek is dit op 60 minuten ingesteld, maar kan verandert worden van 10 tot 120 minuten.
Na het openen van het instellingsmenu 3 (EInS. 3) selecteert u de optie “Act 1” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u met de pijltoetsen de
vergelijkingstijd in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
14.6 Kleurenindicatie- instelling actueel: periode voorgaande jaar
Als het actuele gemiddelde verbruik met het voorgaande jaar vergeleken zal worden (zie ook paragraaf 14.4) kan de vergelijkingsperiode van het voorgaande jaar ingesteld worden. Vanaf fabriek is deze op 2 weken ingesteld, zodat eventuele verbruikspieken gecompenseerd worden. U kunt deze periode individueel van 1 tot 52 weken instellen.
Na het openen van het instellingsmenu 3
(EInS. 3) selecteert u de optie “Act 2” met de pijltoetsen.
Bevestig dit met de OK-toets.
Vervolgens stelt u met de pijltoetsen de vergelijkingsperiode van het voorgaande jaar in.
Bevestig uw keuze met de OK-toets.
23
15. Display in de standaardwerking
Het display laat drie verschillende informatievakken zien:
Totaalverbruik:
In dit vakje wordt de opgesomde waarde (in kWh, of kg CO2) van de afrekeningsperiode of een actuele maand weergegeven. Bij een afrekeningsperiode wordt vanaf de dag van de laatste tot de volgende afrekening uw stroomverbruik opgesomd. Het vastbedrag (zie paragraaf 12.3) wordt op dagbasis meegerekend.
Als de actuele maand bekeken wordt, is het totaal elke 1e van de maand op 0 teruggezet, zodat u elke maand een overzicht heeft. Zie voor meer details ook paragraaf 14.2.
In de standaardweergave kunt u het totaal (kWh, of kg CO2) via de pijltoetsen overschakelen.
24
Verbruik voorgaande jaar:
Het kleurensignaal is ingesteld op het actuele energieverbruik in huis en kan met een gemiddeld verbruik uit het voorgaande jaar vergeleken worden. Alternatief kan het verbruik in verhouding tot dezelfde periode van het voorgaande jaar weergegeven worden. Bij geel is het verbruik hetzelfde als het voorgaande jaar. Als het groene gebied aangewezen wordt, heeft u minder verbruikt dan in de vergelijkingsperiode. De percentage toont dit overeenkomstig (bijv. –18%). Bij een hoger verbruik in vergelijking tot het voorgaande jaar, wisselt het kleurensignaal in het rode gebied en geeft de overeenkomstige percentage aan (bijv. +8%). Lees voor meer details de paragraaf 14.4).
Dagverbruik:
Het dagverbruik geeft het totaal van de laatste dagen (vandaag, gisteren, eergisteren) weer. Het gemeten kilowattuur- verbruik wordt hierbij op dagbasis in Euro omgerekend.
25
16. Instellingsmenu en display- afkortingen
Afkortingen Omschrijving EInS.1 Instellingsmenu 1 (zie hoofdstuk 12)
DAt Actuele datum instellen ZEIt Actuele tijd instellen Str Stroomkosten per kilowattuur (kWh) JAH Verbruik voorgaande jaar in kilowattuur (kWh) ZIE Streefverbruik invoeren in kilowattuur (kWh)
EInS. 2 Instellingsmenu 2 (zie hoofdstuk 13)
Ab.dAt Afrekeningdatum van de energieleverancier St.dAt Datum ingebruikneming/meetbegin dIF Verschil verbruik: verschil verbruik (kWh) van de laatste afrekening tot de ingebruikname van het display
EInS. 3 Instellingsmenu 3 (zie hoofdstuk 14)
SELbS Zelfleerfunctie in-/uitschakelen Sum. Cumulatief verbruik afrekeningsperiode (JAH) of de actuele maand (Mo) weergeven A.PrO Kleurensignaal percentage trapsgewijs instellen A.rEFE Kleurensignaal- referentie: de Kleurensignaal toont het actuele (Act) verbruik in vergelijking tot het voorgaande jaar of er wordt de totale afrekeningsperiode vergeleken (Abr) Act 1 Voor Kleurensignaal actueel (Act): instelling van de minuten in de actuele periode
Act 2
van de voorgaande jaarperiode
AnLE Aanleermodus actief, de resterende aanleertijd loopt parallel CALC Het display berekend het totaal opnieuw CLEAr Bevestiging bij herstelling van de fabrieksinstellingen of wissen van de gebruikersdata InIt Geheugen- initialiseren bij de ingebruikneming LOESC Bevestiging bij verwijdering van de opgeslagen sensordata door de gebruiker rESET Veiligheidsvraag bij een reset – herstelling van de fabrieksinstellingen
Voor Kleurensignaal actueel (Act): instelling van de vergelijkingsweken
26
17. Gebruikersgegevens wissen
De door de sensor gemeten en in het display opgeslagen verbruiksgegevens kunnen handmatig gewist worden. Alle data gaat hierbij onherroepelijk verloren. Voor het terugzetten van het geheugen handelt u als volgt:
De wisfunctie wordt via een toetscombinatie geactiveerd. Druk hiertoe beide pijltoetsen tegelijkertijd meer dan 3 seconden in.
Op het display verschijnt daarna "LOESC".
Om het wissen van de gegevens uit te voeren,
moeten opnieuw beide pijltoetsen lang ingedrukt worden tot op het display "CLEAr" verschijnt.
Alle handmatige instellingen blijven hier behouden.
18. Terugzetten naar de fabrieksinstelling
De leveringstoestand van het display kan handmatig teruggezet worden. Daarbij gaan alle gemeten verbruikswaarden en alle handmatige instellingen verloren. De gegevens worden onherroepelijk gewist. Eveneens is een aangeleerde sensor door deze reset niet meer aangeleerd. Bij een nieuwe ingebruikneming moet dus de sensor opnieuw aangeleerd worden.
Voor het terugzetten naar de fabrieksinstelling handelt u als volgt:
Open het batterijvak en verwijder een van de
batterijen.
Wacht ca. 1 minuut en plaats de batterij weer terug.
Vervolgens drukt u tegelijkertijd beide pijltoetsen in tot er op het display "rESEt" verschijnt.
27
Om deze reset te bevestigen drukt u opnieuw tegelijkertijd op beide pijltoetsen tot
"CLEAr" op het display verschijnt, het geheugen wordt gewist en het apparaat start opnieuw op.
Door het terugzetten naar de fabrieksinstellingen gaan alle handmatig ingevoerde instellingen en alle opgeslagen meetwaarden onherroepelijk verloren.
Als na het verschijnen van "rESEt" 15 seconden geen toets aangeraakt wordt zal de reset- modus automatisch beëindigen en het invoeren van de datum verschijnt.
19. Opmerkingen over de radiografische werking
De radiografische overdracht gebeurt via een niet exclusieve overdrachtsweg, zodat storingen niet uitgesloten kunnen worden.
Storende invloeden kunnen o.a. veroorzaakt worden door schakelprocessen, elektromotoren of defecte elektrische apparaten. Het zendbereik in gebouwen kan sterk afwijken van die in het vrije veld. Behalve het zendvermogen en de ontvangsteigenschappen van de ontvangers spelen milieu- invloeden, zoals luchtvochtigheid naast bouwkundige omstandigheden een belangrijke rol. Hiermede verklaart de eQ-3 Entwicklung GmbH, dat het apparaat in overeenstemming met de principiële eisen en andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG bevindt. De volledige conformiteitverklaring vindt u op www.eQ-
3.de.
20. Zendgedrag en verhelpen van problemen
Het energiebesparingsdisplay en de aangeleerde sensor wisselen regelmatig gegevens uit. De zendcirkel geeft aan wanneer het volgende datapakket van de sensor verwacht wordt (volle cirkel).
28
Als er zendstoringen optreden, waardoor de regelmatige communicatie van het display met de zender onderbroken wordt, gaat de zogenoemde radiografische synchronisatie van beide apparaten verloren Een bestaande synchronisatie, die voor de gegevensoverdracht noodzakelijk is, wordt aangegeven met een zendtoren- symbool. Het zendtorensymbool gaat uit, zodra een verwachte datapakket van de sensor niet ontvangen werd. Zolang de zendcirkel nog aangeduid wordt, probeert het display de sensor te zoeken. Als ook het zendcirkel uitgaat, zal de volgende poging voor een synchronisatie pas om 24:00 uur plaatsvinden.
Gaat een synchronisatie verloren, proberen display en zender regelmatig zich via de radiografische verbinding te zoeken. Dit gebeurt om 24: 00. Er
kan gebeuren dat pas na 24 uur de synchronisatie weer hersteld is. Om handmatig de synchronisatie te herstellen kan een aanleerprocedure (hoofdstuk 10) opnieuw uitgevoerd worden.
Hieronder vindt u mogelijke oorzaken, die een juiste radiografische communicatie tussen display en sensor kunnen belemmeren:
Geen ontvangst – de afstand tussen de zender en ontvanger is te groot/klein.
De afstand tussen display en sensor moet groter zijn dan 0,5 m. In het vrije veld kan een maximale reikwijdte van 100 m bereikt worden.
Geen ontvangst – sterk afgeschermde materialen tussen zender en ontvanger (dikke muren, gewapend beton,…)
Zoek een andere positie voor de zender en/of ontvanger.
29
Zender wordt door stoorbronnen gehinderd (radiografische apparaten, radiografische hoofdtelefoon/-luidsprekers).
Verwijder de stoorbronnen of zoek een andere plaats voor de zender en ontvanger. Vaak zijn storingen alleen tijdelijk (radiotelefonie) of ze zijn heel eenvoudig te verwijderen. Als in uw huis of bij de buren bijv. radiografische hoofdtelefoons, of radiografische babyfoons of dergelijke apparaten op hetzelfde frequentieband gebruikt, is de gebruiksduur van deze vaak alleen tijdelijk. De meeste van deze apparaten kunnen op een andere storingsvrije frequentie ingesteld worden. Daardoor kunnen storingen effectief vermeden worden.
21. Onderhoud en reiniging
Het product is voor u, afgezien het eventueel vervangen van de batterijen, onderhoudsvrij. Laat een onderhoud of reparatie alleen uitvoeren door een gekwalificeerd vakman. Maak het product schoon met een zachte, schone, droge en niet pluizende doek. Voor het verwijderen van erge vervuiling kunt u het doek iets vochtig maken. Gebruik geen oplosmiddelen voor het schoonmaken, hierdoor kan de kunststof­behuizing en de opschrift aangetast worden.
30
22. Technische eigenschappen
Voedingsspanning: 2 x 1,5 V LR03 (potlood/AAA) Levensduur batterij: ca. 2 jaar Aantal externe sensors: 1 Ondersteunde sensors: energiebesparing- sensor WZ Energiebesparing- sensor SO Energiebesparing- sensor LED Energiebesparing- sensor ZS Vrije veld reikwijdte: typisch 100 m Ontvangstfrequentie: 868,35 MHz Overdrachtsinterval van de sensoren: 120 tot 184 seconden Max. ondersteunde energieverbruik: 65 kWh per dag Afmeting behuizing (bxhxd): 110 x 100 x 15 mm Montagemogelijkheden: wandmontage, opstelvoetjes
Technische wijzigingen, t.b.v. verbeteringen, onder voorbehoud.
31
Montage- en bedieningshandleiding
Energiebesparing - sensor WZ
32
1e uitgave Duits 9/2009 Documentatie ©2009 eQ-3 Ltd. Hongkong Alle rechte onder voorbehoud. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant mag niets uit dit handboek reproduceert worden in welke vorm dan ook of door toepassing van elektronische, mechanische of chemische procedures verveelvoudigd of verwerkt worden. Eventueel is het mogelijk dat dit handboek nog druktechnische mankementen of drukfouten opwijst. De gegevens in dit handboek worden echter regelmatig gecontroleerd en correcties worden in de volgende uitgave verwerkt. Voor technische of drukfouten en de gevolgen hiervan zijn wij niet aansprakelijk. Alle handelsmerken of octrooirechten zijn officieel toegelaten. Printed in Hongkong Wijzigingen i.v.m. technische verbeteringen kunnen zonder vooraf aan te kondigen uitgevoerd worden. 90467, V1.00, EM-I-TX-WM-W-R2, EM-Sen-IR-WM-W-R2, EM-BaP-O-WM-B
33
Inhoudsopgave
1. Beschrijving en functies 4
2. Gebruik waarvoor het product bedoeld is 5
3. Veiligheidsbepalingen 6
4. Weergaven- en bedieningselementen 6
4.1 Overzicht 6
4.2 Weergavenelementen 7
4.3 Bedieningselementen 8
5. Ingebruikneming van de sensor 9
6. Aanleren 14
7. Werking 14
8. Vervangen van de batterij/zekering 15
9. Aanwijzingen voor de zendwerking 16
10. Onderhoud en reiniging 17
11. Afvalverwijdering 17
12. Technische gegevens 18
Lees deze handleiding volledig door voordat u het product in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding voor latere raadpleging. Als u het product doorgeeft aan derde, dient u deze bedieningshandleiding bij te voegen.
34
1. Beschrijving en functies
De energiebesparing- sensor WZ dient voor het registreren van het energieverbruik aan draai-/wisselstroommeters met ferrarisschijf en voor de radiografische overdracht van de gegevens naar het bij het systeem behorende display.
De hoofdmeter is meestal verzegelt en eigendom van de energieleverancier. Verbreken van de zegel is principieel verboden.
Als er meetsystemen aangebracht worden mogen deze de meter niet beïnvloeden en moeten zonder sporen restloos verwijdert kunnen worden. De sensorunit is zo vervaardigd, dat hij aan deze eisen voldoet. Door een aanrakingsvrije, opto­elektronische meetdata- registratie is geen ingreep aan de meter of het stroomnet nodig.
Huishoudelijke stroommeters bevinden zich vaak in de kelder of in een meterkast. Alleen daar kan geregistreerd worden, hoeveel stroom in de gehele huishouding verbruikt wordt.
De sensor- lichtsluis herkent het lopen van de rode markering op de draaischijf (Ferrarisschijf) van de meter en geeft de gegevens radiografisch door naar het display van het systeem.
Voor een optimale positie bevindt zich de sensor in een kleine behuizing, die met behulp van een gemakkelijk verwijderbare plakstrip direct voor de draaischijf van de stroommeter bevestigd wordt.
Via een aansluitkabel wordt de sensor- lichtsluis met de zendunit verbonden. Omdat de meterkast vaak uit metaal is, kan de zender via de verbindingskabel op een zendtechnisch gunstige plaats buiten de meterkast aangebracht worden.
35
Omdat in de buurt van de meter vaak geen stopcontacten aanwezig zijn, wordt de zendunit met een batterijbox geleverd. Alternatief kan de voeding ook via een netvoeding gerealiseerd worden.
2. Gebruik waarvoor de sensor bedoeld is
De energiebesparing- sensor WZ is bedoeld voor het contactloze, opto­elektronische registreren van energieverbruikgegevens aan draai- en wisselstroommeters met Ferrarisschijf.
Het gebruik is alleen toegestaan met de meegeleverde, voorzien van een zekering, batterijbox voor 4 LR6- batterijen (penlite/ AA) of met een gestabiliseerde 6-V­netvoeding, waarvan het uitgangsvermogen niet hoger mag zijn dan 15 W.
Voor een juiste werking moeten de aanwijzingen in deze handleiding in acht worden genomen.
Voor de gevolgen bij onjuist gebruik is de fabrikant/handelaar niet aansprakelijk, bovendien vervalt het recht op garantie.
De fabrikant resp. de verkoper van deze sensor- en zendunit is niet aansprakelijk bij onjuist gemeten en doorgestuurde waarden en de gevolgen die hierdoor kunnen ontstaan.
Dit product is uitsluitend bedoeld voor privé- gebruik en niet geschikt voor commerciële doeleinden.
36
3. Veiligheidsaanwijzingen
Maak het apparaat nooit open, binnen in het apparaat bevinden zich geen onderdelen die door u een onderhouden moeten worden. Stuur het apparaat bij onjuiste werking naar uw leverancier. Gebruik het apparaat alleen in binnenruimtes en vermijdt invloeden van vochtigheid, stof en directe zonnestraling . Let op de aanwijzingen betreffende de voeding – gebruik nooit een andere voeding dan in deze handleiding aangegeven! Het apparaat is geen speelgoed. Plaats het op een plek die door kinderen niet bereikt kan worden.
4. Weergaven- en bedieningselementen
4.1 Overzicht
A Status LED zendunit E sensor- aansluiting B Bedieningstoetsen F Status LED sensorunit C Spanningsverzorging G Spanningsverzorging D Display H Sensor- aansluitkabel
37
4.2 Displayelementen
De sensor en de zendunit zijn uitgerust met een LED. De LED van de sensor gaat oplichten, wanneer de rode markering van de Ferrarisschijf geregistreerd werd. De LED van de zendunit gaat oplichten, wanneer een radiografische overdracht plaatsvindt.
De zendunit beschikt bovendien over een LC-display:
A Gemiddelde aansluitvermogen, Meterconstante
B Watt voor gemiddelde aansluitvermogen
In de standaardwerking wordt hier het gemiddelde aansluitvermogen tijdens de laatste omwenteling van de Ferrarisschijf weergegeven (bijv. 653 Watt).
Bij de instelling van de aftastgevoeligheid wordt op het display de overeenkomstige percentage weergegeven (bijv. +99%).
Bij de instelling van de meterconstante wordt op het display de overeenkomstige waarde weergegeven. In dit voorbeeld is dit een meterconstante van 96 omw./kWh.
38
4.3 Bedieningselementen
De sensor en de zendunit hoeven in de basiswerking niet bediend te worden. Voor het instellen van de aftastgevoeligheid en de meterconstante kunnen de toetsen "". "Mode" en "" gebruikt worden.
Mode (kort op de toets drukken, < 2 seconden)
(lang op de toets drukken, < 2 seconden)
Toets

Mode

Bedieningsfunctie
Instelling wijzigen (aftastgevoeligheid, meterconstante)
Aftastgevoeligheid instellen
Meterconstante instellen
Instelling wijzigen (aftastgevoeligheid, meterconstante)
39
5. Ingebruikneming van de sensor
Stap 1: Markeren van de positie ter bevestiging van de sensorunit
Plaats de meegeleverde sjabloon voor de bevestigingsposities van de sensor op de voorzijde van de stroommeter, zodat de rode markering van de meterschijf in het midden en in een rechte lijn loopt.
In deze positie (let er op dat u de sjabloon niet
beweegt) markeert u met een geschikte pen de vier gaten op het glas van de meter.
Stap 2: Powerstrips op de sensor bevestigen
In de daarvoor aanwezige gleuven op de
onderzijde van de sensorbehuizing bevestigt
u twee powerstrips.
40
Stap 3: Sensor op de voorzijde van de meter plakken
Plak met behulp van de powerstrips de sensor op
de metervoorzijde. De vier markeringen moeten overeenkomen met de inkervingen aan de sensor. Deze inkervingen bevinden zich op alle vier zijden van de sensor.
Stap 4: Zendunit monteren
Verbind de western-modular-stekker van de
sensor met de bijhorende bus van de zendunit.
Voor een wandmontage zijn op de achterzijde
twee ophanggaten aanwezig.
Markeer de gaten op de wand, er moet een afstand van 7,9 cm tussen de gaten zijn.
Boor bij een stenen wand twee 5 mm gaten en
gebruik de meegeleverde pluggen. Bij een houten wand kunt u twee gaten van 1,5 mm voorboren. Zodat de schroeven gemakkelijk in te draaien zijn.
Draai de schroeven in en laat ze ca. 0,5 cm uitsteken zodat de zendunit hieraan
opgehangen kunnen worden.
41
Stap 5: Voeding/ batterijbox monteren
De voeding kan op de sensor of de zendunit aangesloten worden. Sluit de voeding niet gelijktijdig op beide apparaten aan. Naar keuze kan de meegeleverde batterijbox met 4 LR6-batterijen (penlite/AA) of een netvoeding met gestabiliseerde gelijkspanning van 6 V gebruikt worden.
Gebruik met netvoeding – a.u.b. opletten! Om de elektrische veiligheid te waarborgen moet de netvoeding een
veiligheid- laagspanning zijn. Bovendien moet deze voedingsbron een begrensd vermogen bezitten en mag niet meer dan 15 W leveren. Meestal voldoen stekkernetvoedingen tot 500 mA stroombelasting aan beide eisen.
Gebruik met batterijbox
Het gebruik met batterijen is uitsluitend toegestaan met de meegeleverde batterijbox. Deze is uitgerust met een zekering en is daardoor geschikt voor permanent gebruik zonder toezicht.
Voor het openen van de batterijbox moet het
bovenstuk aan beide lange zijden ingedrukt worden. Hierdoor gaat het deksel uit de vergrendeling en kan afgehaald worden.
Plaats 4 LR6-batterijen (penlite/AA) met de juiste polariteit in de batterijbox en plaats het deksel terug op zijn plaats.
42
Via de twee ophangogen op de achterzijde kan de batterijbox bevestigd worden.
De batterijbox kan horizontaal of verticaal opgehangen worden.
Markeer twee gaten op de beoogde wand met een afstand van 8 cm tussen de
gaten.
Boor bij een stenen wand twee 5 mm gaten en gebruik de meegeleverde
pluggen. Bij een houten wand kunt u twee gaten van 1,5 mm voorboren, zodat de schroeven gemakkelijk in te draaien zijn.
Draai de schroeven in en laat ze ca. 0,5 cm uitsteken zodat de batterijbox hieraan opgehangen kunnen worden.
Stap 6: Aftastgevoeligheid instellen
Omdat de energieleveranciers verschillende stroommeters handhaven die zich mechanisch onderscheiden, kan een aanpassing van de sensor op de Ferrarisschijf noodzakelijk zijn. Hiertoe kan de aftastgevoeligheid ingesteld worden. Bij een juiste aftastgevoeligheid zal elke doorloop van de rode markering op de Ferrarisschijf herkent worden en aangeduid via de controle- LED op de sensor. Als de markering niet of alleen af en toe herkent wordt, kan de aftastgevoeligheid aangepast worden.
Voor het aanpassen van de optimale aftastgevoeligheid drukt u kort op de toets
"Mode" op de zendunit, waardoor de actueel ingestelde drempel van –99% tot +99% weergegeven wordt.
Met de toetsen "<" en ">" kan de aftastgevoeligheid verandert worden. Door een
wijziging van de instelling naar boven (tot +99) wordt de aftasting ongevoeliger en een wijziging naar beneden (tot –99) gevoeliger.
Voor het opslaan van de ingestelde aftastgevoeligheid en om de instelmode te
verlaten drukt u kort op de toets "Mode".
43
Als er geen toets aangeraakt wordt zal het apparaat na 30 seconden automatische teruggaan naar de standaardmode (weergave van het verbruik). De nieuwe gevoeligheid wordt dan automatisch opgeslagen.
Stap 7: Meterconstante instellen
Voor een juiste meting moet de op de meter aangegeven meterconstante ingesteld worden. De meterconstante geeft aan hoeveel omwentelingen de draaischijf (Ferrarisschijf) bij een energieverbruik van 1 kWh maakt.
Bij 3-fasen-draaistroommeters zijn meterconstanten van 75 omw/kWh en 96 omw/kWh normaal en bij de 1-fase-wisselstroommeter de meterconstante tot 600 omw/kWh kan zijn.
Meestal staat de meterconstante op de elektriciteitsmeter, anders moet u deze bij uw energieleverancier opvragen.
Om de instelmode voor de meterconstante op te roepen, drukt u langer dan 2 seconden op de toets "Mode", tot op het display de actueel ingestelde meterconstante verschijnt en de status- LED op zendunit gaat branden.
Met de toetsen "<" en ">" kan de gewenste meterconstante ingesteld worden. Door de toets ingedrukt vast te houden wordt een snelle doorloop activeert.
Voor het opslaan drukt u kort op de toets "Mode" en het apparaat gaat terug naar de weergavenmodus, waarbij de ingestelde waarde automatisch opgeslagen wordt.
44
Als er geen toets aangeraakt wordt zal het apparaat na 30 seconden automatische teruggaan naar de weergavenmodus.
6. Aanleren
Opdat de radiografische componenten met elkaar kunnen communiceren, moeten deze eerst op elkaar afgestemd worden.
Nadat de zender met de voeding verbonden is, zend hij automatisch een aanleer­signaal uit. Voor het direct aanleren kan eerst de ontvanger (bijv. display) in de aanleermode gezet worden. Anders zal de zender elke 120 tot 184 seconden een radiografisch signaal uitzenden. Lees voor het aanleren de gebruiksaanwijzing voor de ontvanger.
7. In bedrijf
In bedrijf toont de LED van de sensor voor 10 minuten na de laatste toetsdruk op de zendunit elke herkende doorloop van de Ferrarisschijf door kort op te lichten. De LED van de zendunit toont voor 10 minuten na de laatste druk op de toets elk zendproces door kort op te lichten.
45
Vervolgens wordt er geen signaal getoond om de batterijen te sparen. Om de LED's voor 10 minuten te activeren, drukt u willekeurig op een toets op de zendunit.
8. Vervangen van de batterijen / zekering
Batterijen vervangen
Als de batterijen leeg zijn verschijnt "bAt" (steeds wisselend met de standaard­weergave) op het display van de zendunit.
Voor het vervangen van de batterijen handelt u als volgt:
Voor het openen van de batterijbox moet het bovenstuk aan beide lange zijden ingedrukt worden. Hierdoor gaat het deksel uit de vergrendeling en kan afgehaald worden.
Plaats 4 nieuwe LR6-batterijen (penlite/AA) met de juiste polariteit in de batterijbox en plaats het deksel terug op zijn plaats.
De levensduur van nieuwe alkaline- batterijen bedraagt ca. 2 jaar. Het gebruik met accu's is niet mogelijk.
Normale batterijen mogen nooit opgeladen worden. Er bestaat explosiegevaar.
Werp nooit batterijen en het vuur! Batterijen mogen nooit kortgesloten worden!
De zendunit en de ontvanger (bijv. het display) zijn na het vervangen van de batterijen niet meer radiografisch gesynchroniseerd. De synchronisatie wordt echter automatisch hersteld, dit kan eventueel een paar uur duren. Voor een
onmiddellijke synchronisatie kan het aanleerproces opnieuw uitgevoerd worden.
46
Vervangen van de zekering
In de batterijbox bevindt zich een zekering en is zodoende geschikt voor gebruik zonder toezicht.
Koppel voordat u de zekering vervangt de batterijbox af van de zendunit of de sensor.
Verwijder de batterijen uit de houder.
Plaats uitsluitend een nieuwe zekering van het volgende type: 0,5A/250 V, traag
(T), 5x20 mm.
Vervang de zekering pas als de oorzaak voor het doorslaan van de zekering verholpen is!
9. Opmerkingen over de radiografische werking
De radiografische overdracht gebeurt via een niet exclusieve overdrachtsweg, zodat storingen niet uitgesloten kunnen worden. Storende invloeden kunnen o.a. veroorzaakt worden door schakelprocessen, elektromotoren of defecte elektrische apparaten.
Het zendbereik in gebouwen kan sterk afwijken van die in het vrije veld. Behalve het zendvermogen en de ontvangsteigenschappen van de ontvangers spelen milieu­invloeden, zoals luchtvochtigheid naast bouwkundige omstandigheden een belangrijke rol.
Hiermede verklaart de eQ-3 Entwicklung GmbH, dat het apparaat zich in overeenstemming met de principiële eisen en andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG bevindt. De volledige conformiteitverklaring vindt u op www.eQ-3.de.
47
10. Onderhoud en reiniging
Het product is voor u onderhoudsvrij. Laat een onderhoud of reparatie alleen uitvoeren door een gekwalificeerd vakman. Maak het product schoon met een zachte, schone, droge en niet pluizende doek. Voor het verwijderen van erge vervuiling kunt u het doek iets vochtig maken met lauwwarm water. Gebruik geen oplosmiddelen voor het schoonmaken, hierdoor kan de kunststof- behuizing en de opschrift aangetast worden. Een netvoeding moet eerst van het stroomnet afgekoppeld worden voordat het gereinigd wordt.
11. Aanwijzingen voor de verwijdering
Dit apparaat niet via het huishoudelijke afval verwijderen!
Elektronische apparaten moeten volgens de geldende wettelijke voorschriften verwijdert worden. Breng het naar een plaats waar elektrische en elektronische apparatuur worden gerecycled.
Aanwijzingen voor batterijen!
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege en defecte batterijen en accu’s in te leveren; batterijen/accu’s mogen niet met het huisvuil meegegeven worden!
48
12. Technische gegevens
Aftastgevoeligheid (instelbaar): -99 tot +99%
Meterconstante (instelbaar): 10 tot 2500 omw/kWh
Radiografische overdrachtsinterval (dynamisch): 120 tot 184 seconden
Ontvangstfrequentie: 868,35 MHz
Modulatie: AM
Reikwijdte in het vrije veld: 100 m
Omgevingstemperatuur: 0 tot 50 °C
Afmeting zender (bxhxd): 46 x 105 x 23 mm Afmeting sensor (bxhxd): 40 x 30 x 14 mm Afmeting batterijbox (bxhxd): 71 x 30 x 123 mm
Stroomverbruik: ca. 140 µA
Levensduur batterij: ca. 2 jaar (gebaseerd op een stroomverbruik van 3000 kWh/jaar
Voedingsspanning: 6 VDC Stekkerbus 1,5 mm, 4x LR6 batterijen (penlite/AA) of gestabiliseerde 6-V-netvoeding
49
Loading...