Epson EB-D6250 User's Guide [nl]

Gebruikershandleiding

Gebruikte Symbolen en Tekens

Veiligheidssymbolen
De documentatie en de projector gebruiken grafische symbolen om te tonen hoe u de projector veilig kunt gebruiken. Leer en respecteer deze waarschuwingssymbolen om letsel aan personen en beschadiging van eigendom te voorkomen.
Waarschuwing
Algemene informatiesymbolen
Let op
a
s Dit geeft aan op welke pagina meer informatie over een onderwerp kan worden gevonden.
g
[Naam] Dit verwijst naar de naam van een knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel.
"(Menunaam)" Dit verwijst naar de naam van een item in het menu Configuratie.
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, kan resulteren in persoonlijk letsel of zelfs de dood als gevolg van foutief handelen.
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, kan resulteren in persoonlijk letsel of fysieke schade als gevolg van foutief handelen.
Dit geeft aan dat de beschreven handeling tot schade of letsel kan leiden als er onvoldoende voorzichtigheid in acht wordt genomen.
Dit geeft aan dat er nuttige extra informatie volgt over een bepaald onderwerp.
Dit geeft aan dat de onderstreepte term die gevolgd wordt door dit symbool in de woordenlijst te vinden is. Zie "Woordenlijst" onder "Bijlage".
s "Woordenlijst" pag.140
Bijvoorbeeld: de knop [Esc]
Bijvoorbeeld: Selecteer Helderheid onder Beeld. Beeld - Helderheid

Inhoudsopgave

3
Gebruikte Symbolen en Tekens ...................... 2
Inleiding
Kenmerken van de Projector ................................. 8
Handige functies en betrouwbaarheid ................................8
Projectiefuncties...............................................8
Twee beelden simultaan projecteren (Split Screen) .....................8
Aansluiten op een netwerk en het beeldscherm van de computer projecteren
.........................................................8
Makkelijke verbinding met een computer via Quick Wireless ............... 9
Beveiligingsfuncties .............................................9
Namen van Onderdelen en Functies ......................... 10
Voorzijde/Bovenzijde ........................................... 10
Achterkant.................................................. 11
Onderkant..................................................13
Bedieningspaneel .............................................14
Afstandsbediening ............................................15
De batterijen van de afstandsbediening vervangen.................... 17
Bedieningsbereik van de afstandsbediening.........................18
De projector voorbereiden
De projector installeren .................................... 20
Installatiemethoden ............................................20
Installeren................................................20
Schermgrootte en geschatte projectieafstand ..........................21
De draadloze LAN-eenheid installeren...............................29
De kabelbedekking vastmaken en verwijderen ......................... 29
Aanbrengen............................................... 29
Verwijderen...............................................30
Basisgebruik
Beelden projecteren ....................................... 32
Van installatie tot projectie .......................................32
Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld
wijzigen (Bron zoeken) .......................................... 33
Met de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld...............34
Geprojecteerde beelden bijstellen .......................... 35
Keystone-vervorming (trapeziumvormige vertekening) corrigeren............35
H/V-Keystone..............................................35
Quick Corner ...............................................36
De beeldgrootte bijstellen .......................................38
De beeldpositie bijstellen ........................................38
Scherpstellen................................................38
Het volume bijstellen ........................................... 39
De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)..................39
Autom. iris instellen ............................................ 40
De Hoogte-breedteverhouding Wijzigen.............................41
Methode wijzigen...........................................41
De hoogte-breedteverhouding wijzigen (alleen EB-D6155W) ..............41
De hoogte-breedteverhouding wijzigen (alleen EB-D6250/EB-D6150) ........42
Nuttige Functies
Apparatuur aansluiten ..................................... 22
Een computer aansluiten ........................................22
Beeldbronnen aansluiten ........................................23
USB-apparaten aansluiten ....................................... 26
Externe apparaten aansluiten .....................................27
Een LAN-kabel aansluiten ........................................ 28
Projectiefuncties .......................................... 45
Twee beelden simultaan projecteren (Split Screen) .......................45
Invoerbronnen voor projectie met Split Screen .......................45
Projecteren met Split Screen .................................... 45
Het geprojecteerde beeld wijzigen ...............................46
Wisselen tussen de linker- en rechterschermen .......................46
Inhoudsopgave
4
Wisselen tussen de beeldgroottes links en rechts ......................47
Audio wijzigen............................................. 48
Split Screen beëindigen ....................................... 49
Beperkingen tijdens Split Screen Projectie ...........................49
Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen)..............49
Het beeld bevriezen (Bevriezen) ...................................50
Aanwijzerfunctie (Aanwijzer) ......................................50
Een gedeelte van het beeld weergeven (E-Zoom) ........................51
De muisaanwijzer bedienen met de afstandsbediening (Draadloze muis).......52
De ID instellen en de afstandsbediening gebruiken ......................53
De Projector-id Instellen .......................................54
De afstandsbediening-id instellen ................................ 55
Kleurcorrectie bij projectie met meerdere projectors ..................... 56
Overzicht van de correctieprocedure..............................56
Corrigeren................................................56
Een gebruikerslogo opslaan ...................................... 57
Beveiligingsfuncties ....................................... 59
Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging) ..........................59
Manieren van Wachtwoordbeveiliging .............................59
Wachtwoordbeveiliging instellen................................59
Wachtwoord invoeren ........................................60
Bediening beperken (Toetsvergrendeling)............................61
Antidiefstalvergrendeling ........................................62
Het draadslot installeren.......................................62
Configuratiemenu
Het menu Configuratie gebruiken ........................... 64
Lijst met Functies .......................................... 65
Tabel van het Configuratiemenu ...................................65
Menu Beeld ................................................. 67
Menu Signaal ................................................68
Menu Instellingen .............................................70
Menu Uitgebreid ..............................................71
Menu Netwerk ............................................... 73
Opmerkingen over het gebruik van het menu Netwerk .................. 73
Bediening met softwarematig toetsenbord ..........................74
Menu Basis ................................................75
Menu Draadl. LAN...........................................76
Menu Beveiliging...........................................77
Vast netwerk-menu ..........................................79
Menu E-mail ............................................... 80
Menu Overige.............................................. 81
Menu Resetten.............................................82
Menu Informatie (alleen weergave).................................83
Menu Resetten...............................................84
Problemen Oplossen
De Help-functie gebruiken ................................. 86
Problemen oplossen ....................................... 87
De indicatielampjes aflezen ...................................... 87
Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden.......................... 92
Problemen met het beeld ........................................ 93
Geen beeld ................................................93
Bewegende beelden worden niet weergegeven (alleen het deel met bewegend
beeld wordt zwart)..........................................93
De projectie stopt automatisch ..................................94
De melding "Niet ondersteund." wordt weergegeven. ................... 94
De melding "Geen signaal." wordt weergegeven. ......................94
Vaag, vervormd of onscherp beeld ................................95
Interferentie of vervormd beeld ..................................95
Afgevlakt (lang) of kort beeld of onjuiste verhoudingen................. 96
De beeldkleuren zijn niet juist ...................................97
Donker beeld..............................................97
Problemen bij het starten van de projectie ............................98
De projector gaat niet aan ..................................... 98
Overige problemen ............................................98
Geen geluid of zwak geluid .....................................98
De afstandsbediening werkt niet .................................99
Er wordt niets weergegeven op de externe monitor ................... 100
Inhoudsopgave
5
Ik wil de taal van meldingen en menu's wijzigen ......................100
Er wordt geen e-mail ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de projector
........................................................100
Over Event ID ............................................ 101
Onderhoud
Reinigen ................................................. 103
Het oppervlak van de Projector Reinigen .............................103
Het beschermglas van de lens reinigen ..............................103
Reinigen van het luchtfilter...................................... 103
Luchtfilter reinigen ......................................... 103
Verbruiksmateriaal Vervangen ............................ 106
De Lamp Vervangen ...........................................106
Vervangingsperiode projectorlamp .............................. 106
Het vervangen van de projectorlamp ............................. 106
Resetten van de lampuren .................................... 109
De luchtfilter Vervangen ........................................109
Vervangingsperiode luchtfilter ................................. 109
Procedure voor het vervangen van de luchtfilter ..................... 110
Controle en bediening . . . . . ............................... 118
Over EasyMP Monitor ..........................................118
Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole) .................118
Configuratie van de projector .................................. 119
Het scherm Webcontrole openen................................ 119
Het scherm Web Remote openen ................................119
Problemen rapporteren via een E-mailmelding ........................ 121
Inhoud van een foutmelding in een e-mail ......................... 121
Beheer via SNMP ............................................. 122
ESC/VP21-opdrachten ......................................... 122
Lijst met Opdrachten........................................ 122
Kabelindelingen ........................................... 122
Info over PJLink ..............................................123
Over Crestron RoomView
De projector vanaf een computer bedienen ......................... 124
...................................... 124
®
Optionele Accessoires en Verbruiksmateriaal ............... 129
Optionele Accessoires ......................................... 129
Verbruiksmateriaal............................................129
Schermgrootte en Projectieafstand ........................ 130
Projectieafstand voor EB-D6155W ................................. 130
Projectieafstand voor EB-D6250/EB-D6150 ........................... 131
Bijlage
Dia show ................................................. 113
Projecteren zonder een computer (Dia show) ..........................113
Specificaties voor bestanden die in een Dia show kunnen worden geprojecteerd
........................................................113
Voorbeelden van een Dia show ................................. 113
Dia show gebruiken ......................................... 114
De geselecteerde afbeelding projecteren .......................... 115
De beeldbestanden in een map achter elkaar projecteren (Dia show)....... 116
Weergave-instellingen voor beeldbestanden en bewerkingsinstellingen van een
Dia show................................................ 117
Ondersteunde Monitorbeeldschermen ..................... 133
Ondersteunde Resoluties ....................................... 133
Computersignalen (RGB analoog)............................... 133
Componentvideo .......................................... 133
Composite Video ...........................................133
Ingangssignaal vanaf de HDMI-ingang ............................ 134
Technische Gegevens ..................................... 135
Algemene Specificatie van de Projector............................. 135
Afmetingen .............................................. 138
Woordenlijst ............................................. 140
Algemene Opmerkingen .................................. 142
Inhoudsopgave
Betreffende de benamingen ..................................... 142
Algemene opmerking: ......................................... 142
Index .................................................... 160
6

Inleiding

In dit hoofdstuk worden de kenmerken en de namen van onderdelen van de projector besproken.

Kenmerken van de Projector

8

Handige functies en betrouwbaarheid

Afsluitbare luchtafvoer voorkomt dat stof in de projector komt.
Door een groot filter is de projector beter bestand tegen stof.
Een ingebouwde functie laat u weten wanneer het filter moet worden
gereinigd.
Gewoon even aansluiten op het stopcontact en de projector staat aan.

Projectiefuncties

Twee beelden simultaan projecteren (Split Screen)
U kunt beelden van twee verschillende bronnen tegelijk projecteren. Dat vergroot het aantal toepassingen, zoals het projecteren van presentatiemateriaal tijdens een videoconferentie.
s "Twee beelden simultaan projecteren (Split Screen)" pag.45
Aansluiten op een netwerk en het beeldscherm van de computer projecteren
U kunt met de meegeleverde toepassing EasyMP Network Projection de projector aansluiten op een netwerkcomputer en het beeldscherm van de computer projecteren.
sBedieningshandleiding voor EasyMP
Network Projection
Kenmerken van de Projector
Makkelijke verbinding met een computer via Quick Wireless
U kunt de optionele Quick Wireless Connection USB Key op uw computer aansluiten om zo een draadloze verbinding te maken tussen projector en computer en via draadloze communicatie het beeldscherm van de computer te projecteren. (Alleen Windows)

Beveiligingsfuncties

Wachtwoordbeveiliging om het aantal gebruikers te beperken en te beheren
s
"Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)" pag.59
Bedieningsvergrendeling beperkt de knopbediening op het bedieningspaneel
s
"Bediening beperken (Toetsvergrendeling)" pag.61
9
Het apparaat is uitgerust met verschillende antidiefstalbeveiligingen
s
"Antidiefstalvergrendeling" pag.62

Namen van Onderdelen en Functies

10

Voorzijde/Bovenzijde

Naam Functie
Luchtafvoerventiel
A
(Afsluitbaar luchtafvoerventiel)
Afvoerventilator voor lucht die is gebruikt voor het afkoelen van het binnenste van de projector.
Let op
Houd tijdens de projectie gezicht noch handen voor de luchtuitlaat; plaats evenmin voorwerpen die door de warmte kunnen vervormen of bescha‐ digd raken in de buurt van de uitlaat.
Naam Functie
Indicatielampjes
B
Externe receiver
C
Zoomstelring/
D
scherpstelring
Hendel voor instellen
E
voet
Instelbare voet aan
F
voorzijde
Beschermglas van de
G
lens
Luidspreker
H
Luchttoevoerventilat
I
or (luchtfilter)
Draadloos LAN-
J
indicatielampje
Zoomstelring
K
Scherpstelring
L
Kabeldeksel
M
Bedieningspaneel
N
Geeft de projectorstatus weer. s "De indicatielampjes aflezen" pag.87
Hiermee worden signalen vanaf de afstandsbediening ontvangen.
Alleen openen wanneer u de zoom- of scherpstelring wilt gebruiken. Normaal gesproken gesloten houden om te voorkomen dat stof in de projector komt.
Druk op de hendel voor het instellen van de voet om de voet aan voorzijde uit te schuiven en in te trekken.
s "De beeldpositie bijstellen" pag.38
Als de projector op een plat oppervlak is geplaatst, bv. op een tafel, kunt u de voet uitschuiven om de beeldpositie aan te passen.
s "De beeldpositie bijstellen" pag.38
Beschermt de lens van de projector.
Geeft het geluid weer.
Voert lucht in om de projector intern te koelen. s "Reinigen van het luchtfilter" pag.103
Geeft de toegangsstatus weer van de optionele draadloze LAN-eenheid.
Hiermee wordt de beeldgrootte ingesteld. s "De beeldgrootte bijstellen" pag.38
Hiermee wordt de beeldscherpte ingesteld. s "Scherpstellen" pag.38
Dekt het gedeelte met aansluitingen aan de achterzijde af. s "De kabelbedekking vastmaken en verwijderen"
pag.29
Hiermee bedient u de projector. s "Bedieningspaneel" pag.14
Namen van Onderdelen en Functies
11
Lampdeksel
O
Naam Functie
Open deze deksel als u de projectorlamp wilt vervangen. s "De Lamp Vervangen" pag.106

Achterkant

Naam Functie
Installatiegedeelte
A
draadloze LAN­eenheid
Installeer hier de optionele draadloze LAN-eenheid. Verwijder de pal tijdens de installatie.
s "De draadloze LAN-eenheid installeren" pag.29
Schroefgaten om de
B
kabeldeksel vast te zetten
RS-232C-poort
C
Monitor Out-uitgang
D
Schroefgaten om de kabeldeksel op zijn plaats te bevestigen.
s "De kabelbedekking vastmaken en verwijderen"
pag.29
Als u de projector vanaf een computer bedient, sluit de computer dan aan met een RS-232C-kabel. Deze poort dient voor besturing en wordt normaliter niet gebruikt.
s "ESC/VP21-opdrachten" pag.122
Verstuurt analoge RGB-signalen van de Computer1­ingang naar een externe monitor. U kunt geen ingangssignalen van andere ingangspoorten versturen noch componentvideosignalen.
Namen van Onderdelen en Functies
12
Naam Functie
Audio Out-uitgang
E
Voedingsingang
F
Kabelhouder
G
Beveiligingssleuf
H
Installatiepunt van
I
beveiligingskabel
LAN-poort
J
USB (TypeA)-ingang
K
Zendt het geluid van het geprojecteerde beeld naar de externe luidsprekers.
Hierop sluit u het netsnoer van de projector aan. s "Van installatie tot projectie" pag.32
Steek hier de meegeleverde kabelklem in, die ervoor zorgt dat de HDMI-kabel en de voedingskabel er niet uitvallen.
U vindt meer informatie over de installatieprocedure in: s Introductiehandleiding
De beveiligingssleuf is compatibel met het door Kensington geproduceerde Microsaver Security System.
s "Antidiefstalvergrendeling" pag.62
Een in de handel verkrijgbaar draadslot ter voorkoming van diefstal kan door het installatiepunt worden geleid om de projector aan een bureau of pilaar te bevestigen.
s "Antidiefstalvergrendeling" pag.62
Hier sluit u een netwerkkabel aan om de projector te verbinden met een netwerk.
Sluit een USB-opslagapparaat of een digitale camera aan en projecteert afbeeldingen in een Dia show. s "Projecteren zonder een computer (Dia show)"
pag.113
Hierlangs sluit u de optionele Documentcamera aan.
Naam Functie
Computer1-ingang
O
Audio1
P
Audio-L/R-
Q
ingangspoort
S-Video-ingang
R
Video-ingang
S
HDMI-ingang
T
Trigger out-uitgang
U
Voor analoge RGB-signalen van een computer en componentvideosignalen van andere videobronnen.
Ingang voor geluidssignalen van apparatuur die op de Computer1-ingang is aangesloten.
Ingang voor geluidssignalen van apparatuur die op de S­Video- of Video-ingang is aangesloten.
Ingang voor S-Video-signalen van videobronnen.
Ingang voor Composite Video-signalen van videobronnen.
Ingangen voor videosignalen van met HDMI compatibele videoapparatuur en computers. Deze projector is compatibel met
Wanneer de projector wordt ingeschakeld, wordt via deze uitgang een signaal van 12 volt gelijkstroom afgegeven. Wanneer de projector wordt uitgeschakeld of wanneer de projector in een abnormale status gaat, komt er 0 volt uit deze uitgang. Zo weten externe apparaten of de projector aan of uit is.
Als u deze uitgang wilt gebruiken, zet u Trigger Uit in het configuratiemenu op Aan.
s Uitgebreid - Bewerking pag.71
HDCPg-signalen.
USB (TypeB)-ingang
L
Computer2-ingang
M
Audio2
N
Hierlangs sluit u de projector via een USB-kabel uit de handel aan op een computer om de Draadloze muis te gebruiken.
s "De muisaanwijzer bedienen met de afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.52
Voor analoge RGB-signalen van een computer en componentvideosignalen van andere videobronnen.
Ingang voor geluidssignalen van apparatuur die op de Computer2-ingang is aangesloten.
Namen van Onderdelen en Functies
13

Onderkant

Naam Functie
Instelbare voet aan
C
voorzijde
Als de projector op een plat oppervlak is geplaatst, bv. op een tafel, kunt u de voet uitschuiven om de beeldpositie aan te passen.
s "De beeldpositie bijstellen" pag.38
Naam Functie
Bevestigingspunten
A
ophangbeugel (voor ophangbeugel ELPMB22: vier punten)
Bevestigingspunten
B
ophangbeugel (voor ophangbeugel ELPMB23: drie punten)
Bevestig de optionele plafondbeugel hier als u de projector aan het plafond wilt ophangen.
s "De projector installeren" pag.20 s "Optionele Accessoires" pag.129
Namen van Onderdelen en Functies
14

Bedieningspaneel

Naam Functie
[t]-knop
A
[Source Search]-knop
B
[w][v]-knoppen
C
Hiermee schakelt u de projector in of uit. s "Van installatie tot projectie" pag.32
Schakelt over naar het beeld van de ingangspoort die videosignalen ontvangt.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)"
pag.33
Hiermee voert u een verticale keystonecorrectie uit. s "Keystonevervorming in verticale richting corrigeren" pag.35
Als het Configuratiemenu of de Help wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menuopties en instellingswaarden selecteren.
s "Het menu Configuratie gebruiken" pag.64 s "De Help-functie gebruiken" pag.86
[<][>]-knoppen
D
[Help]-knop
E
[Esc]-knop
F
[Enter]-knop
G
[Menu]-knop
H
Naam Functie
Hiermee voert u een horizontale keystonecorrectie uit.
s "Keystonevervorming in horizontale richting corrigeren" pag.35
Als het Configuratiemenu of de Help wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menuopties en instellingswaarden selecteren.
s "Het menu Configuratie gebruiken" pag.64 s "De Help-functie gebruiken" pag.86
Druk op deze knop om het hulpscherm weer te geven en te sluiten. Het hulpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen.
s "De Help-functie gebruiken" pag.86
Hiermee wordt de huidige functie gestopt.
Als deze knop wordt ingedrukt terwijl het
Configuratiemenu wordt weergegeven, geeft de projector het vorige menu weer. s "Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Als het Configuratiemenu of het Help-scherm wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat verder naar het volgende niveau.
Indien ingedrukt tijdens de projectie van analoge RGB­signalen van de Computer1- of Computer2-ingang, kunt u Tracking, Sync. en Positie automatisch optimaliseren.
Hiermee wordt het Configuratiemenu weergegeven en gesloten.
s "Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Namen van Onderdelen en Functies
15

Afstandsbediening

Naam Functie
[t]-knop
A
[Computer]-knop
B
[Video]-knop
C
[Split]-knop
D
Numerieke knoppen
E
[A/V Mute]-knop
F
Hiermee schakelt u de projector in of uit. s "Van installatie tot projectie" pag.32
Telkens als u op deze knop drukt, schakelt de invoer van beelden over tussen de Computer1-ingang en de Computer2-ingang.
Telkens als op de knop wordt gedrukt, wisselt het beeld tussen de ingangspoorten van S-Video, Video en HDMI.
Druk op deze knop om het scherm in twee te verdelen en projecteer twee beelden simultaan.
s "Twee beelden simultaan projecteren (Split Screen)"
pag.45
Gebruik deze knoppen om wachtwoorden op te geven en de ID van de afstandsbediening in te stellen.
"De afstandsbediening-id instellen" pag.55
s s "Wachtwoordbeveiliging instellen" pag.59
Gebruik deze knoppen om getallen in te voeren in de
Netwerk instellingen van het Configuratiemenu.
Hiermee schakelt u video en audio in en uit. s "Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V
dempen)" pag.49
[Freeze]-knop
G
[Auto]-knop
H
[Aspect]-knop
I
Druk op deze knop om het beeld te pauzeren of te hervatten.
"Het beeld bevriezen (Bevriezen)" pag.50
s
Indien ingedrukt tijdens de projectie van analoge RGB­signalen van de Computer1- of Computer2-ingang, kunt u Tracking, Sync. en Positie automatisch optimaliseren.
Bij iedere druk op deze knop verandert de hoogte­breedteverhouding.
s "De Hoogte-breedteverhouding Wijzigen" pag.41
Namen van Onderdelen en Functies
16
Naam Functie
[Page]-knoppen
J
[Up] [Down]
[E-Zoom]-knoppen
K
[z][x]
[Menu]-knop
L
M
[ ][ ]
][ ]-knoppen
[
Hiermee schakelt u naar een andere pagina over, bv. in PowerPoint-bestanden, wanneer u gebruik maakt van de volgende projectiemethoden.
Als u de Draadloze muis gebruikt
s "De muisaanwijzer bedienen met de afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.52
Als op een netwerk wordt aangesloten
Wanneer u beelden projecteert met Dia show, geeft u met deze knoppen de vorige/volgende afbeelding weer.
Vergroot of verkleint het beeld zonder de projectiegrootte te wijzigen.
s "Een gedeelte van het beeld weergeven (E-Zoom)"
pag.51
Hiermee wordt het Configuratiemenu weergegeven en gesloten.
s "Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Als het menu Configuratie of het hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingen selecteren. s "Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Tijdens de projectie van een Dia show, kunt u met deze knoppen de vorige/volgende afbeelding weergeven, de afbeelding draaien enz. s "Dia show gebruiken" pag.114
Tijdens het gebruik van de Draadloze muis-functie wordt de muisaanwijzer verplaatst in de richting waarin de knop wordt geduwd. s "De muisaanwijzer bedienen met de afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.52
Naam Functie
[Enter]-knop
N
[Esc]-knop
O
[Volume]-knoppen
P
[a][b]
[Pointer]-knop
Q
[Help]-knop
R
[Color Mode]-knop
S
Als het Configuratiemenu of het Help-scherm wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat verder naar het volgende niveau. s "Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Als u de Draadloze muis functie gebruikt, werkt de knop als linkermuisknop. s "De muisaanwijzer bedienen met de afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.52
Druk op deze knop om de huidige functie te stoppen.
Als deze knop wordt ingedrukt terwijl het
Configuratiemenu wordt weergegeven, geeft de projector het vorige niveau weer. s "Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Als u de Draadloze muis functie gebruikt, werkt de knop als rechtermuisknop. s "De muisaanwijzer bedienen met de afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.52
[a] Verlaagt het volume. [b] Verhoogt het volume.
"Het volume bijstellen" pag.39
s
Druk op deze knop om de schermaanwijzer te activeren. s "Aanwijzerfunctie (Aanwijzer)" pag.50
Druk op deze knop om het hulpscherm weer te geven en te sluiten. Het hulpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen.
s "De Help-functie gebruiken" pag.86
Telkens u op deze knop drukt verandert de kleurmodus. s "De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus
selecteren)" pag.39
[Num]-knop
T
Houd deze knop ingedrukt en gebruik de numerieke knoppen om wachtwoorden en cijfers in te voeren.
s "Wachtwoordbeveiliging instellen" pag.59
Namen van Onderdelen en Functies
17
Naam Functie
[ID]-knop
U
[User]-knop
V
[USB]-knop
W
[LAN]-knop
X
[Source Search]-knop
Y
Houd deze knop ingedrukt en gebruik de numerieke knoppen om de ID van de afstandsbediening in te stellen.
s "De afstandsbediening-id instellen" pag.55
Selecteer een veelgebruikt item uit de vijf beschikbare items uit het Configuratiemenu en wijs het toe aan deze knop. Wanneer u op de knop User drukt, wordt het geselecteerde menu-item/aanpasscherm weergegeven, zodat u snel instellingen/aanpassingen kunt opgeven.
s "Menu Instellingen" pag.70 Testpatroon is aangewezen als standaardinstelling.
Schakelt over naar het volgende beeld. Beelden van het apparaat dat op de USB (TypeA)-ingang
is aangesloten
Schakelt over naar de beelden die worden geprojecteerd met EasyMP Network Projection. Tijdens projecties met de optionele Quick Wireless Connection USB Key schakelt u met deze knop over naar dat beeld.
Schakelt over naar het beeld van de ingangspoort die videosignalen ontvangt.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)"
pag.33
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
Als de afstandsbediening niet meer snel reageert of als de afstandsbediening niet meer werkt nadat deze enige tijd niet meer is gebruikt, betekent dit waarschijnlijk dat de batterijen leeg zijn. Vervang in dat geval de batterijen. Zorg dat u twee mangaan- of alkalinebatterijen van AA-formaat bij de hand hebt. Het is niet mogelijk om andere batterijen dan mangaan- of alkaline batterijen van AA-formaat te gebruiken.
Let op
Lees de volgende handleiding voordat u aan de slag gaat met de batterijen. s Veiligheidsvoorschriften
a
Verwijder de batterijklep.
Houd het haakje van het batterijcompartiment ingedrukt en til de klep omhoog.
LED
Z
afstandsbediening
Zendt signalen van de afstandsbediening naar de projector.
Vervang de oude batterijen door nieuwe.
b
Namen van Onderdelen en Functies
Let op
Plaats de batterijen aan de hand van de plus- (+) en mintekens (-) in de batterijhouder.
18
c
Bedieningsbereik van de afstandsbediening
Zet de batterijklep terug.
Druk de klep goed aan tot hij vastklikt.

De projector voorbereiden

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de projector installeert en er projectiebronnen op aansluit.

De projector installeren

20

Installatiemethoden

De projector ondersteunt vier verschillende projectiemethoden. Gebruik de juiste installatiemethode voor uw omstandigheden.
Beelden projecteren met de pro‐ jector vóór het scherm. (Projec‐ tie aan Voorkant)
Hang de projector aan het pla‐ fond op en projecteer de beel‐ den door de projector voor een scherm te plaatsen. (Projectie aan Voor/bovenkant)
Beelden projecteren met project‐ or achter een doorzichtig scherm. (Projectie aan Achter‐ kant)
Hang de projector aan het pla‐ fond op en projecteer de beel‐ den door de projector achter een doorzichtig scherm te plaat‐ sen. (Projectie aan Achter/bo‐ ven)
Waarschuwing
Als u de projector aan het plafond wilt ophangen (met ophangbeugel), dan moet u de projector op een speciale manier monteren. Als u de projector niet goed monteert, kan hij naar beneden vallen en letsel veroorzaken.
Als u tape plakt op de Bevestigingspunten ophangbeugel om te voorkomen dat deze losraken, of als u bijvoorbeeld smeermiddel of olie op de projector aanbrengt, kan de behuizing van de projector breken waardoor deze uit de ophangbeugel kan vallen. Hierdoor kan iemand die zich onder de ophangbeugel bevindt, ernstig gewond raken en kan de projector worden beschadigd. Als u de ophangbeugel monteert of afstelt, gebruik dan geen tape om te voorkomen dat de schroeven los gaan zitten en gebruik geen olie, smeermiddel of iets dergelijks.
Let op
Zet de projector bij gebruik niet op zijn kant. Dit kan tot defecten leiden.
Dek de luchtin- en -uitlaten van de projector niet af. Als een
ventilatieopening afgedekt wordt, kan de binnentemperatuur stijgen en brand veroorzaken.
Als u de projector aan het plafond wilt ophangen, hebt u de
a
optionele ophangbeugel nodig. s "Optionele Accessoires" pag.129
U kunt de instelling als volgt wijzigen door de knop [A/V Mute] op de afstandsbediening ongeveer vijf seconden ingedrukt te houden.
VoorkantWVoor/bovenkant Stel Achterkant of Achter/boven in vanuit het Configuratiemenu. s Uitgebreid - Projectie pag.71
Installeren
Installeer de projector parallel met het scherm.
De projector installeren
Als de projector niet evenwijdig met het scherm wordt geïnstalleerd, treedt in het geprojecteerde beeld keystonevervorming op. U vindt meer informatie over de correctie van keystonevervorming in:
s
"Keystone-vervorming (trapeziumvormige vertekening) corrigeren"
pag.35
21
EB-D6155W
16:10 Schermgrootte
Plaats de projector op een vlak oppervlak (niet gekanteld).
a

Schermgrootte en geschatte projectieafstand

De projectiegrootte wordt bepaald door de afstand van de projector tot het scherm. Aan de hand van de volgende illustraties kunt u de positie selecteren die het beste past bij de schermgrootte. In de illustraties worden bij benadering de kortste afstanden weergegeven bij maximale zoom. U vindt meer informatie over de projectieafstand in:
s
"Schermgrootte en Projectieafstand" pag.130
Door de correctie van keystonevervorming kan het geprojecteerde
a
beeld worden verkleind.
EB-D6250/EB-D6150
4:3 Schermgrootte

Apparatuur aansluiten

De naam van de ingang, de locatie, en de oriëntatie van de connector zijn afhankelijk van de bron die wordt aangesloten.

Een computer aansluiten

Om beelden van een computer te projecteren, sluit u de computer op een van de volgende manieren aan:
22
AB
C
Als de meegeleverde computerkabel wordt gebruikt
Sluit de schermuitgang van de computer aan op de Computer1- of Computer2-ingang van de projector.
Als een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel wordt gebruikt
Sluit de HDMI-uitgang van de computer aan op de HDMI-ingang van de projector.
a
Om geluid weer te geven via de luidspreker van de projector, sluit u een in de handel verkrijgbare audiokabel aan.
Apparatuur aansluiten

Beeldbronnen aansluiten

Om beelden van DVD-spelers of VHS-videoapparatuur enz. te projecteren, sluit u deze op een van de volgende manieren op de projector aan:
23
A
B
CD
E
Als een in de handel verkrijgbare videokabel wordt gebruikt
Sluit met een in de handel verkrijgbare videokabel de video-uitgang van de beeldbron aan op de Video-ingang van de projector.
Als een in de handel verkrijgbare S-videokabel wordt gebruikt
Sluit met een in de handel verkrijgbare videokabel de video-uitgang van de beeldbron aan op de S-Video-ingang van de projector.
Als de optionele componentvideokabel wordt gebruikt
s "Optionele Accessoires" pag.129
Sluit de componentuitgang van de beeldbron aan op de Computer1- of Computer2-ingang van de projector.
Als een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel wordt gebruikt
Sluit met een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel de HDMI-uitgang van de beeldbron aan op de HDMI-ingang van de projector.
Apparatuur aansluiten
24
Let op
Als de gegevensbron reeds aan staat wanneer u de projector aansluit, kan dit voor een storing zorgen.
Als de oriëntatie of vorm van de stekker anders is, mag u deze niet proberen te forceren. Het toestel kan erdoor beschadigd worden of defect raken.
Apparatuur aansluiten
Om geluid weer te geven via de luidspreker van de projector, sluit u een in de handel verkrijgbare audiokabel aan.
a
Als de bron die u wilt aansluiten een vreemd gevormde uitgang heeft, gebruikt u de kabel die bij het toestel werd geleverd of een optionele kabel om op de projector aan te sluiten.
Als u een in de handel verkrijgbare audiokabel met 2RCA(L/R)/stereo mini-aansluiting gebruikt, controleer dan of er "No resistance" (Geen weerstand) op is aangegeven.
25
Apparatuur aansluiten

USB-apparaten aansluiten

U kunt verschillende apparaten aansluiten zoals een USB-geheugen, de optionele Documentcamera en USB-compatibele harde schijven en digitale camera's.
Gebruik de USB-kabel die bij het USB-apparaat werd geleverd om het USB-apparaat aan te sluiten op de USB (TypeA)-ingang van de projector.
26
Zodra het USB-apparaat is aangesloten, kunt u beeldbestanden projecteren vanaf het USB-geheugen of digitale camera via Dia show.
s
"Dia show" pag.113
Als de documentcamera tijdens de projectie van beelden vanuit een andere ingangspoort wordt aangesloten, drukt u op de [USB]-knop op de afstandsbediening of op de [Source Search]-knop op het bedieningspaneel om over te schakelen naar beelden van de documentcamera.
s
"Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.33
Wanneer u beelden van een USB-apparaat projecteert en een audiotoestel wilt aansluiten, sluit dit toestel dan aan op Audio2.
a
Apparatuur aansluiten
Let op
Als u een USB-hub gebruikt, is het mogelijk dat de verbinding niet goed werkt. Apparaten zoals een digitale camera of een USB-apparaat moeten direct op de projector worden aangesloten.
Als u een USB-compatibele harde schijf aansluit en gebruikt, zorg dan dat de met de harde schijf geleverde lichtnetadapter is aangesloten.
Sluit een digitale camera of harde schijf op de projector aan met de USB-kabel die is meegeleverd met of gespecificeerd voor het apparaat.
Gebruik een USB-kabel die minder dan 3 m lang is. Als de kabel langer is dan 3 m, werkt Dia show mogelijk niet goed.
USB-apparaten verwijderen
Verwijder de USB-apparaten na afloop van het projecteren uit de projector. Apparaten zoals digitale camera's of harde schijven moeten worden uitgeschakeld voordat ze van de projector worden losgekoppeld.

Externe apparaten aansluiten

U kunt beelden en geluid weergeven door een externe monitor of luidspreker aan te sluiten.
Als beelden worden weergegeven op een externe monitor
A
Sluit met de kabel die bij de externe monitor werd geleverd de externe monitor aan op de Monitor Out-poort van de projector.
Als geluid wordt weergegeven op een externe luidspreker
B
Sluit met een in de handel verkrijgbare audiokabel de externe luidspreker aan op de Audio Out-poort van de projector.
27
Apparatuur aansluiten
Als u de Stand-by modus instelt op Communicatie aan, kunt u de volgende handeling nog uitvoeren zelfs als de projector in stand-by staat.
a
- Beelden weergegeven op een externe monitor s Uitgebreid - Stand-by modus pag.71
Alleen analoge RGB-signalen van de Computer1-ingang kunnen naar een externe monitor worden verstuurd. U kunt geen ingangssignalen van andere ingangspoorten versturen noch componentvideosignalen.
Instellingsregelaars voor functies als Keystone, het menu Configuratie of hulpschermen worden niet uitgevoerd op de externe monitor.
Als de aansluiting van de audiokabel in de Audio Out wordt geplaatst, wordt audio niet langer uitgevoerd via de ingebouwde luidsprekers van de projector en
wordt overgeschakeld op externe uitvoer.

Een LAN-kabel aansluiten

Sluit met een in de handel verkrijgbare 100BASE-TX of 10BASE-T LAN-kabel de LAN-poort van een hub of andere apparatuur aan op de LAN-poort van de projector.
28
a
Voorkom storingen en gebruik een afgeschermde LAN-kabel van categorie 5.
Apparatuur aansluiten

De draadloze LAN-eenheid installeren

29
a
b
Verwijder het schroefje waarmee de pal vastzit en verwijder vervolgens de pal van de draadloze LAN-eenheid.

De kabelbedekking vastmaken en verwijderen

Door de kabelbedekking aan te brengen kunt u orde brengen in alle kabels (de projector van de illustratie hangt aan het plafond).
Installeer de draadloze LAN-eenheid.
Aanbrengen
Bundel de kabels met een lint dat in de handel beschikbaar is.
a
c
Breng de pal aan boven de draadloze LAN-eenheid en zet de pal vast met de bijgeleverde schroef. Zo raakt u de eenheid niet kwijt.
b
Plaats de kabelbedekking achter op de projector.
Apparatuur aansluiten
30
Verwijderen
Maak de twee schroeven van de kabelbedekking los en verwijder dan de kabelbedekking.
c
Draai de twee schroeven voor de kabelbedekking vast.

Basisgebruik

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u beelden projecteert en aanpast.

Beelden projecteren

32

Van installatie tot projectie

In dit gedeelte wordt de procedure uitgelegd voor de aansluiting van de projector op een computer door middel van de meegeleverde computerkabel en voor de projectie van beelden.
Sluit de voedingskabel van de projector aan op een stopcontact.
a b
Sluit de projector aan op de computer door middel van de computerkabel.
De methode voor het wijzigen hangt af van welke computer
a
Als het beeld niet wordt geprojecteerd, kunt u op een van de volgende manieren het geprojecteerde beeld wijzigen.
Druk op het bedieningspaneel of de afstandsbediening op [Source Search].
s
"Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het
geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.33
Druk op de afstandsbediening de knop voor de doelingang in.
s
"Met de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld"
pag.34
a
wordt gebruikt. Raadpleeg daarvoor de meegeleverde documentatie bij uw computer.
Na projectie van de afbeelding past u indien nodig het beeld aan. s "Keystone-vervorming (trapeziumvormige vertekening) corrigeren"
pag.35
s "Scherpstellen" pag.38
c d e
Zet de projector aan.
Zet de computer aan.
Wijzig de output van het computerscherm.
Als u een laptop gebruikt, moet u de schermoutput van de computer wijzigen.
Houd de Fn-toets (functietoets) ingedrukt en druk op de b- toets.
Beelden projecteren
33

Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)

Druk op de [Source Search]-knop om het beeld te projecteren van de ingang die op dat ogenblik een beeldsignaal ontvangt.
Omdat alleen beelden worden geprojecteerd van ingangen die een beeldsignaal ontvangen, kunt u snel het gewenste beeld projecteren.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
Als er twee of meer apparaten zijn aangesloten, druk dan op de knop [Source Search] totdat het gewenste beeld wordt geprojecteerd.
Als uw videoapparatuur is aangesloten, start het afspelen dan voordat u het ingangssignaal wijzigt.
a
Onderstaand scherm wordt weergegeven als alleen het momenteel weergegeven beeld beschikbaar is of als er geen beeldsignaal is gevonden. U kunt de ingangspoort van het apparaat dat u wilt gebruiken selecteren. Als u binnen 10 seconden niets selecteert, wordt het scherm gesloten.
Beelden projecteren

Met de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld

U kunt het beeld dat u wilt weergeven direct oproepen door op de volgende knoppen op de afstandsbediening te drukken.
Afstandsbediening
Iedere keer als u op deze knop drukt, worden de volgende beelden
A
doorlopen:
Computer1-ingang
Computer2-ingang
Iedere keer als u op deze knop drukt, worden de volgende beelden
B
doorlopen:
S-Video-ingangspoort
Video-ingangspoort
HDMI-ingang
Schakelt over naar het volgende beeld.
C
Beelden van het apparaat dat op de USB (TypeA)-ingang is aangesloten
Schakelt over naar de beelden die worden geprojecteerd met EasyMP
D
Network Projection. Tijdens projecties met de optionele Quick Wireless Connection USB Key schakelt u met deze knop over naar dat beeld.
34

Geprojecteerde beelden bijstellen

35

Keystone-vervorming (trapeziumvormige vertekening) corrigeren

U kunt keystonevervorming op een van de volgende manieren corrigeren.
H/V-Keystone Vertekening in horizontale en verticale richting afzonderlijk van elkaar corrigeren. Met deze functie kunt u gemakkelijk correcties aanbrengen.
Quick Corner De vier hoeken afzonderlijk van elkaar corrigeren. Met deze functie kunt u meer nauwkeurige keystonecorrecties aanbrengen.
H/V-Keystone
Vertekening in horizontale en verticale richting afzonderlijk van elkaar corrigeren.
Keystonevervorming in verticale richting corrigeren
U kunt verticale keystone corrigeren door de projector in verticale richting maximaal 30˚ op te tillen ten opzichte van het scherm.
Druk op de knop [
][ ] op het bedieningspaneel.
a
Keystonevervorming in horizontale richting corrigeren
U kunt horizontale keystone corrigeren door de projector in het horizontale vlak maximaal 30˚ te verzetten.
Door de correctie van keystonevervorming kan het geprojecteerde beeld worden verkleind.
Geprojecteerde beelden bijstellen
Druk op de knop [ ][ ] op het bedieningspaneel.
36
U kunt H/V-Keystone instellen in het menu Configuratie.
a
Quick Corner
Hiermee kunt u handmatig elk van de vier hoeken van het geprojecteerde beeld bijstellen.
a
s Instellingen - Keystone - H/V-Keystone pag.70
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
c
Selecteer Quick Corner en druk op de [Enter]-knop.
b
Selecteer Keystone onder Instellingen.
Geprojecteerde beelden bijstellen
37
d
Met de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] op de
afstandsbediening of de knoppen [
bedieningspaneel selecteert u de te corrigeren hoek, en vervolgens drukt u op de [Enter]-knop.
], [ ], [ ] en [ ] op het
e
Met de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] op de
afstandsbediening of de knoppen [
bedieningspaneel corrigeert u de positie van de hoek.
Als u op de [Enter]-knop drukt, wordt het in stap 4 getoonde scherm weergegeven.
Als de driehoek in de richting waarin u de vorm aanpast, grijs wordt, zoals weergegeven in de schermweergave hieronder, dan kunt u de vorm niet verder in die richting aanpassen.
], [ ], [ ] en [ ] op het
f g
Herhaal procedure 4 en 5 als u nog meer hoeken wilt aanpassen.
Druk na afloop op de [Esc]-knop om het correctiemenu af te sluiten.
Omdat Keystone werd gewijzigd in Quick Corner wordt het hoekselectiescherm uit stap 3 geopend wanneer u de volgende keer
op de knoppen [
drukt. Wijzig Keystone opnieuw in H/V-Keystone als u horizontale en verticale correcties wilt uitvoeren met de knoppen [
[
] en [ ] van het bedieningspaneel.
s
Instellingen - Keystone - H/V-Keystone pag.70
], [ ], [ ] en [ ] van het bedieningspaneel
], [ ],
Geprojecteerde beelden bijstellen
38
Als u de [Esc]-knop ongeveer twee seconden ingedrukt houdt
a
tijdens het corrigeren met Quick Corner, wordt het volgende scherm weergegeven.
Quick Corner-reset: maakt de Quick Corner-correcties ongedaan.
Wijzigen in H/V-Keystone: wisselt de correctiemethode naar H/V-Keystone.
s "Menu Instellingen" pag.70

De beeldgrootte bijstellen

Wijzig het formaat van het geprojecteerde beeld met de zoomring.
De zoomstelring bevindt zich onder het schuifje.

De beeldpositie bijstellen

Druk op de hendel voor het instellen van de voet om de voet aan voorzijde uit te schuiven en in te trekken. U kunt de beeldpositie bijstellen door de projector tot 10 graden te kantelen.
Hoe groter de kantelhoek, des te moeilijker wordt het om scherp te
a
stellen. Installeer de projector zo dat hij maar een kleine kantelhoek hoeft.

Scherpstellen

U kunt de focus corrigeren met de scherpstelring.
De scherpstelring bevindt zich onder het schuifje.
Geprojecteerde beelden bijstellen
39

Het volume bijstellen

U kunt het volume op een van de volgende manieren corrigeren.
Druk op de afstandsbediening op de [Volume]-knoppen om het volume bij te stellen.
Afstandsbediening
[a] Verlaagt het volume. [b] Verhoogt het volume.
Pas het volume aan in het configuratiemenu.
s
Instellingen - Volume pag.70
Let op
Begin niet met een hoog volume. Een plotseling extreem hard volume kan doofheid veroorzaken. Verlaag het volume altijd voordat u het apparaat uitschakelt, zodat u kunt inschakelen en dan het volume langzaam kunt opvoeren.
Modus Toepassing
Dynamisch
Presentatie
Theater
*1
Foto
*2
Sport
sRGB
Schoolbord
Whiteboard
Op maat
Deze modus is ideaal voor goed verlichte kamers. Dit is de helderste modus die goed schaduwtinten weergeeft.
Deze modus is ideaal voor het geven van presentaties met kleurmateriaal in goed verlichte kamers.
Ideaal voor het kijken naar films in een donkere kamer. Geeft de beelden een natuurlijke toon.
Ideaal voor het projecteren van stilstaande beelden, zoals foto´s, in een goed verlichte kamer. De beelden zijn goed belicht en hebben een goed contrast.
Ideaal voor het kijken naar tv-programma´s in een goed verlichte kamer. De beelden zijn goed belicht en levensecht.
Ideaal voor beelden die voldoen aan de kleurenstandaard.
Bij deze instelling krijgen beelden ook bij projectie op een (groen) schoolbord een natuurlijke toon, net als op een scherm.
Ideaal voor het geven van presentaties met een whiteboard.
Selecteer Op maat als u de instellingen voor R, G,
B, C, M en Y wilt aanpassen in het submenu Kleuraanpassing van het Configuratiemenu.
sRGBg-

De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)

Voor optimale beeldkwaliteit selecteert u de instelling die het beste past bij de omgeving waarin u projecteert. De helderheid van het beeld is afhankelijk van de geselecteerde modus.
*1 Deze keuze is alleen beschikbaar met RGB als ingangssignaal, of wanneer de
invoerbron USB of LAN is.
*2 Die kan worden geselecteerd bij componentvideosignalen, S-videosignalen of
samengestelde videosignalen.
Geprojecteerde beelden bijstellen
40
Bij iedere druk op de knop [Color Mode] wordt de naam van de Kleurmodus weergegeven en wijzigt de Kleurmodus.
Afstandsbediening
U kunt de Kleurmodus vanuit het configuratiemenu instellen.
a
s Beeld - Kleurmodus pag.67

Autom. iris instellen

Door de luminantie automatisch overeenkomstig de helderheid van het weergegeven beeld in te stellen, geniet u van diepe en volle beelden.
a
Druk op de [Menu]-knop.
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
Selecteer Autom. iris onder Beeld.
b
c
d
Selecteer Aan.
De instelling wordt opgeslagen voor elke Kleurmodus.
Druk op de knop [Menu] om de instelprocedure te stoppen.
Geprojecteerde beelden bijstellen
41
Autom. iris kan alleen worden ingesteld als de Kleurmodus is
a
Dynamisch, Theater, of Op maat.

De Hoogte-breedteverhouding Wijzigen

Als videoapparatuur is aangesloten op de projector, kunt u beelden die zijn opgenomen op digitale video of dvd bekijken in 16:9 breedbeeldformaat door de u computerbeelden wilt projecteren op volledige grootte.
Welke hoogte-breedteverhoudingen beschikbaar zijn, hangt af van het beeld dat op dat ogenblik wordt geprojecteerd.
De wijzigingsmethodes en types van hoogte-breedteverhoudingen zijn de volgende.
Methode wijzigen
Bij iedere druk op de knop [Aspect] wordt de naam van de beeldverhouding weergegeven en verandert de hoogte-breedteverhouding.
Hoogte-breedteverh.g te wijzigen. Wijzig deze verhouding wanneer
Afstandsbediening
De hoogte-breedteverhouding wijzigen (alleen EB-D6155W)
Beelden projecteren van videoapparatuur of van de HDMI-poort
Telkens wanneer u op de afstandsbediening de [Aspect]-knop indrukt, verandert de hoogte-breedteverhouding in de volgorde Normaal of Automatisch, 16:9, Volledig, Zoom en Bronformaat.
Normaal of Automatisch
A
16:9
B
Volledig
C
Zoom
D
Bronformaat
E
a
U kunt de hoogte-breedteverhouding vanuit het Configuratiemenu instellen.
Signaal - Hoogte-breedte pag.68
s
Afbeeldingen projecteren vanaf een computer
In wat volgt ziet u projectievoorbeelden van elke hoogte-breedteverhouding.
Geprojecteerde beelden bijstellen
42
Hoogte-
breedtever-
houding
Normaal/Au­tomatisch*
16:9
Volledig
Zoom
Ingangssignaal
XGA 1024x768 (4:3) WXGA 1280x800 (16:10)
Als delen van het beeld ontbreken, stelt u de instelling Resolutie in op
a
Breed of Normaal in het menu Configuratie, afhankelijk van de grootte van het computerscherm.
s Signaal - Resolutie pag.68
De hoogte-breedteverhouding wijzigen (alleen EB-D6250/EB­D6150)
Afbeeldingen projecteren van videoapparatuur
Telkens wanneer u op de afstandsbediening de [Aspect]-knop indrukt, verandert de hoogte-breedteverhouding in de volgorde 4:3 en 16:9.
Wanneer een 720p/1080i-signaal wordt ontvangen en de hoogte­breedteverhouding is ingesteld op 4:3, wordt een zoom van 4:3 toegepast (de rechter- en linkerkant van de afbeelding worden afgesneden).
Bronformaat
* Alleen beschikbaar als bron HDMI is.
4:3
A
16:9
B
Beelden projecteren van de HDMI-poort
Telkens wanneer u op de afstandsbediening de [Aspect]-knop indrukt, verandert de hoogte-breedteverhouding in de volgorde Automatisch, 4:3 en 16:9.
Geprojecteerde beelden bijstellen
43
Auto
A
4:3
B
16:9
C
Afbeeldingen projecteren vanaf een computer
Elke keer als u de knop [Aspect] op de afstandsbediening indrukt, wijzigt de hoogte-breedtemodus van Normaal naar Automatisch, 4:3 en 16:9.
In wat volgt ziet u projectievoorbeelden van elke hoogte-breedteverhouding.
Hoogte-
breedtever-
houding
Normaal/Au­tomatisch
*
XGA 1024x768 (4:3) WXGA 1280x800 (16:10)
Ingangssignaal
Hoogte-
breedtever-
houding
16:9
* Alleen beschikbaar als bron HDMI is.
Als delen van het beeld ontbreken, stelt u de instelling Resolutie in op
a
Breed of Normaal in het menu Configuratie, afhankelijk van de grootte van het computerscherm.
s Signaal - Resolutie pag.68
XGA 1024x768 (4:3) WXGA 1280x800 (16:10)
Ingangssignaal
4:3

Nuttige Functies

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op nuttige functies voor het geven van presentaties en op de Beveiligingsfuncties.

Projectiefuncties

45

Twee beelden simultaan projecteren (Split Screen)

Met Split Screen kunt u het scherm verdelen in een linkerscherm (A) en een rechterscherm (B) en kunt u twee beelden simultaan projecteren.
Invoerbronnen voor projectie met Split Screen
De combinaties van invoerbronnen die op een split screen kunnen worden geprojecteerd (links en rechts), zijn hieronder opgesomd.
Com­pu­ter1
Com­pu­ter1
Com­pu­ter2
--
S-vi­deo
Video HDMI USB LAN
Projecteren met Split Screen
Druk op de knop [Split] op de afstandbediening als de projector projecteert.
De invoerbron die geselecteerd is wanneer u Split Screen start, wordt weergegeven op het linkerscherm.
Het beeld van de invoerbron van de vorige Split Screen-combinatie wordt rechts weergegeven.
Het split screen kunt u ook starten vanaf Split Screen op het
a
configuratiemenu. s Instellingen - Split Screen pag.70
Com­pu­ter2
S-vi­deo
Video
HDMI
USB
LAN
--
--
--
-
--
--
Projectiefuncties
46
Het geprojecteerde beeld wijzigen
a
Druk op de [Menu]-knop tijdens het projecteren met Split Screen.
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
Split Screen inst. wordt weergegeven.
Het scherm Bron (stap 3) wordt weergegeven als de
a
knop [Source Search] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel wordt ingedrukt of als er een bronknop op de afstandsbediening wordt ingedrukt.
c
Selecteer de bron voor Links en Rechts.
Hierna ziet u welke combinatie van invoerbronnen kan worden geprojecteerd.
s
"Invoerbronnen voor projectie met Split Screen" pag.45
Selecteer Uitvoeren en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
d
Wisselen tussen de linker- en rechterschermen
b
Selecteer Bron.
Projectiefuncties
47
a
b
Druk op de [Menu]-knop tijdens het projecteren met Split Screen.
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
Selecteer Omwisselen Schermen en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
De beelden op de linker- en rechterschermen zullen worden omgewisseld.
Wisselen tussen de beeldgroottes links en rechts
a
Druk op de [Menu]-knop tijdens het projecteren met Split Screen.
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
Selecteer Schermgrootte.
b
c
Druk op de knop [Menu] om de instelprocedure te stoppen.
c
Selecteer de beeldgrootte voor de weergave en druk op de [Enter]-knop.
Projectiefuncties
48
Audio wijzigen
Gelijk Links groter
Rechts groter
a
b
Druk op de [Menu]-knop tijdens het projecteren met Split Screen.
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
Selecteer Audiobron.
d
a
Druk op de knop [Menu] om de instelprocedure te stoppen.
U kunt niet op hetzelfde moment de beelden op zowel het linker- als het rechterscherm vergroten.
Als één beeld vergroot wordt, wordt het andere verkleind.
Afhankelijk van de videosignalen die worden ingevoerd is het
mogelijk dat de beelden aan de linker- en de rechterkant niet in hetzelfde formaat verschijnen, zelfs al is Gelijk ingesteld.
c
Selecteer de audio-uitgang en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Wanneer Automatisch is geselecteerd, wordt de audio van het grootste scherm weergegeven.
Wanneer de schermen even groot zijn, wordt het geluid van het linkerscherm weergegeven.
Projectiefuncties
Beperkingen met het beeld
De standaardwaarden voor het menu Beeld zijn toegepast op het beeld op het rechterscherm. De instellingen voor het beeld op het linkerscherm worden echter toegepast op het beeld op het rechterscherm voor de Kleurmodus, Abs. kleurtemperatuur en Kleuraanpassing.
Autom. iris werkt niet.
s
"Menu Beeld" pag.67
49
d
Druk op de knop [Menu] om de instelprocedure te stoppen.
Split Screen beëindigen
Beëindig het gebruik van Split Screen op een van de volgende manieren.
Druk op de knop [Split] op de afstandsbediening.
Selecteer het menu Split Screen afsl. in de Split Screen inst. en druk
dan op de [Enter]-knop.
Druk op de [Esc]-knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel.
Beperkingen tijdens Split Screen Projectie
Beperkingen in bediening
De volgende handelingen kunt u niet uitvoeren tijdens het gebruik van Split Screen.
Het configuratiemenu instellen
E-zoom
De hoogte-breedtemodus wijzigen
Handelingen met de knop [User] op de afstandsbediening
Er kan alleen hulp worden weergegeven als er geen beeldsignalen
worden ingevoerd of als er een fout- of waarschuwingsmelding is weergegeven.
Het gebruikerslogo wordt niet weergegeven.
Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen)
U kunt deze functie gebruiken als u de aandacht van het publiek wilt richten op wat u zegt of als u bij presentaties vanaf een computer geen informatie wilt tonen terwijl u bestanden wisselt.
Telkens wanneer u op de [A/V Mute]-knop drukt, wordt A/V dempen in­of uitgeschakeld.
Afstandsbediening
Projectiefuncties
50
Als u deze functie gebruikt terwijl u bewegende beelden projecteert,
a
worden de beelden en het geluid niet stopgezet en kunt u niet terugkeren naar het punt waar A/V dempen werd ingeschakeld.
U kunt selecteren welk scherm wordt weergegeven wanneer de [A/V Mute]-knop wordt ingedrukt in het configuratiemenu.
s Uitgebreid - Weergeven - A/V dempen pag.71
De lamp blijft branden tijdens A/V dempen, dus de lampuren blijven oplopen.

Het beeld bevriezen (Bevriezen)

Als de functie Bevriezen wordt ingeschakeld tijdens bewegend beeld, blijft het bevroren beeld geprojecteerd worden en kunt u een bewegend beeld frame voor frame, als foto projecteren. U kunt de functie Bevriezen ook gebruiken om tussentijds handelingen uit te voeren, bijvoorbeeld als u tijdens presentaties vanaf een computer bestanden wilt wisselen zonder beeld te projecteren.
Elke keer dat u op de knop [Freeze] drukt, wordt de bevriesfunctie in- of uitgeschakeld.
Afstandsbediening
Het afspelen van de audio stopt niet.
a
Bij bewegende beelden zullen de beelden nog steeds afgespeeld worden als het scherm bevroren is U kunt de projectie dus niet hervatten vanaf het punt waar het scherm was bevroren.
Als u op de knop [Freeze] drukt terwijl het Configuratiemenu of een hulpscherm wordt afgebeeld, wordt het weergegeven menu of scherm gesloten.
De bevriesfunctie (Bevriezen) werkt ook als E-Zoom wordt gebruikt.

Aanwijzerfunctie (Aanwijzer)

U kunt de aanwijzer op het geprojecteerde beeld verplaatsen en zo de aandacht vestigen op het onderwerp waarover u spreekt.
a
De aanwijzer weergeven.
Elke keer dat u op de [Pointer]-knop drukt, verschijnt de aanwijzer of verdwijnt hij.
Afstandsbediening
Projectiefuncties
51
b
Verplaats het aanwijzerpictogram ( ).
Afstandsbediening
Bij het tegelijkertijd indrukken met de nabijgelegen knoppen
[
worden verplaatst.
a
], [ ], [ ] en [ ] kan de aanwijzer diagonaal
Met Aanwijzervorm kunt u de vorm van de aanwijzer instellen. s Instellingen - Aanwijzervorm pag.70

Een gedeelte van het beeld weergeven (E-Zoom)

Met deze functie kunt u het beeld vergroten om het in detail te kunnen bekijken. Dit kan vooral handig zijn bij grafieken en tabellen.
Start E-Zoom.
a
z
Druk op de [
Afstandsbediening
]-knop om het kruis ( ) weer te geven.
Projectiefuncties
52
b
c
Verplaats het ( ) naar het gebied van het beeld dat u wilt
vergroten.
Afstandsbediening
Bij het tegelijkertijd indrukken met de nabijgelegen knoppen
[
worden verplaatst.
Vergroten.
], [ ], [ ] en [ ] kan de aanwijzer diagonaal
Afstandsbediening
[z]-knop: Vergroot het gebied telkens als deze wordt ingedrukt. U kunt versneld vergroten door de knop ingedrukt te houden.
[x]-knop: Verkleint afbeeldingen die reeds werden vergroot.
[Esc]-knop: Annuleert E-Zoom.

De muisaanwijzer bedienen met de afstandsbediening (Draadloze muis)

Als de USB-poort van een computer en de USB (TypeB)-poort van de projector worden verbonden met een in de handel verkrijgbare USB-kabel, kunt u de afstandsbediening gebruiken om de muisaanwijzer te besturen.
Dit is mogelijk wanneer u beelden projecteren vanaf een computer die is aangesloten op de Computer1-, Computer2- of HDMI-ingang.
De volgende besturingssystemen zijn compatibel met de draadloze muis:
Windows Mac OS
Besturingssys­teem
Windows 98 Windows 98SE Windows Me Windows 2000 Windows XP Windows Vista Windows 7
Mac OS X 10.3.x Mac OS X 10.4.x Mac OS X 10.5.x Mac OS X 10.6.x
a
De vergrotingsverhouding verschijnt in beeld. Het geselecteerde gebied kan in 25 stappen 1 tot 4 keer worden vergroot.
Druk tijdens een uitvergrote projectie op de knoppen
[
bladeren.
], [ ], [ ] en [ ] om door het beeld te
Het is mogelijk dat de functie voor de Draadloze muis niet werkt onder sommige versies van de besturingssystemen.
Projectiefuncties
53
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, kunt u de muisaanwijzer als volgt bedienen.
De muisaanwijzer verplaatsen
[ ][ ][ ][ ]-knoppen:
Verplaatst de muisaanwijzer.
Muisklikken
[Enter]-knop: Klikken met de linkermuisknop. Klik tweemaal om te dubbelklikken.
[Esc]-knop: Klikken met de rechtermuisknop.
Slepen en neerzetten
Houd de [Enter]-knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knoppen [
[
Laat de [Enter]-knop los om het gesleepte item op de gewenste positie neer te zetten.
], [ ] of [ ].
],
Bij het tegelijkertijd indrukken met de nabijgelegen knoppen
a
[
worden verplaatst.
Als de muisknopinstellingen op de computer zijn omgekeerd, dan worden ze automatisch ook omgekeerd op de afstandbediening.
U kunt Draadloze muis niet gebruiken als de volgende functies worden gebruikt.
-Terwijl het configuratiemenu wordt weergegeven
- Als een hulpscherm wordt weergegeven
- Terwijl de functie E-Zoom wordt gebruikt
- Terwijl het gebruikerslogo wordt opgenomen
- Terwijl de aanwijzerfunctie wordt gebruikt
- Terwijl het geluidsvolume wordt aangepast
- Terwijl een Testpatroon wordt weergegeven
- Terwijl Kleurmodus wordt ingesteld
- Terwijl de naam van de Kleurmodus wordt weergegeven
- Terwijl de bronnaam wordt weergegeven
- Terwijl van invoerbron wordt gewisseld
- Terwijl Message Broadcasting wordt weergegeven
], [ ], [ ] en [ ] kan de aanwijzer diagonaal

De ID instellen en de afstandsbediening gebruiken

Wanneer een id is opgegeven voor de projector en afstandsbediening, kunt u de afstandsbediening alleen gebruiken voor een projector met de juiste id. Dis is handig wanneer u met verschillende projectors werkt.
Pagina omhoog/omlaag
[Up]-knop: Hiermee gaat u terug naar de vorige pagina.
[Down]-knop: Hiermee gaat u naar de volgende pagina.
Stel voor de projector een id in tussen "1" en "9". De standaardwaarde is Uit.
Projectiefuncties
54
Stel voor de afstandsbediening een id in tussen "0" en "9". De standaardwaarde is "0" . De volgende tabel toont de mogelijke combinaties van Projector-id en afstandsbediening-id.
Bewer-
king
Mogelijk
Mogelijk
Mogelijk
Combinaties Beschrijvingen
Projector-id: 1 De Projector-id en de
Afstandsbediening-id zijn hetzelfde, daarom kunt u de
Afstandsbediening-id: 1
Projector-id: Uit Als de Projector-id Uit is, dan
Afstandsbediening-id: 1
Projector-id: 1 Als de id van de
Afstandsbedieni ng-id: 0
projector met de afstandsbediening bedienen.
kunt u de projector via de afstandsbediening bedienen ongeacht de id van de afstandsbediening.
afstandsbediening "0" is, dan kunt u de projector via de afstandsbediening bedienen ongeacht de id van de afstandsbediening.
De Projector-id Instellen
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
Selecteer Projector-id onder Uitgebreid.
b
Niet mo‐ gelijk
Projector-id: 1 De Projector-id en de
afstandsbediening-id zijn niet hetzelfde, daarom kunt u
Afstandsbediening-id: 3
de projector niet met de afstandsbediening bedienen.
c
Kies de id die u wilt instellen en druk op de [Enter]-knop.
Projectiefuncties
55
d
Druk op de knop [Menu] om de instelprocedure te stoppen.
De afstandsbediening-id instellen
Stel de id op de afstandsbediening telkens in wanneer u de projector inschakelt. Als de projector wordt ingeschakeld, wordt de id van de afstandsbediening ingesteld op "0" (d.w.z. dat u de projector met de afstandsbediening kunt bedienen, ongeacht de Projector-id).
a
b
Richt de afstandsbediening op de ontvanger van de afstandsbediening van de projector die u wilt bedienen en druk op de knop [ID] op de afstandsbediening.
Als u op de ID-knop drukt, wordt de huidige projector-id op het projectiescherm weergegeven. Het verdwijnt na ongeveer drie seconden.
Afstandsbediening
Houd de [ID]-knop ingedrukt en druk op de cijfertoets die overeenkomt met de id van de te bedienen projector.
Nadat deze instelling is uitgevoerd, kunnen alleen de opgegeven projectors via de afstandsbediening worden bediend.
Als de projector wordt uitgeschakeld, wordt de Afstandsbediening-id
a
weer ingesteld op "0" (d.w.z. dat u de projector met de afstandsbediening kunt bedienen, ongeacht de Projector-id).
Projectiefuncties
56

Kleurcorrectie bij projectie met meerdere projectors

Als u meerdere projectors wilt gebruiken voor een presentatie, kunt u de helderheid en kleurtint van het beeld van elke projector met de kleuraanpassing voor multischermen instellen, zodat de kleuren van de beelden van elke projector vrijwel overeenkomen.
Het is mogelijk dat de helderheid en kleurtint ook na aanpassing niet
a
Overzicht van de correctieprocedure
Wanneer u meerdere projectors gebruikt en correcties wilt aanbrengen, gebruik dan de volgende procedure om steeds één projector per keer te corrigeren.
1. Stel de id van de projector en afstandsbediening in.
2. Corrigeer het kleurverschil.
volledig overeenkomen.
Stel een Projector-id voor de doelprojector in en vervolgens dezelfde id voor de afstandsbediening, zodat u de bewerking tot één doelprojector kunt beperken.
s "De ID instellen en de afstandsbediening gebruiken" pag.53
U kunt de kleuren corrigeren wanneer u projecteert met meer dan één projector. U kunt in vijf stappen (niveau 1 t/m 5) de kleur zwart in wit veranderen. Per niveau zijn de volgende twee aanpassingen mogelijk.
Helderheid corrigeren U kunt de helderheid van het beeld corrigeren zodat alle beelden hetzelfde zijn.
Corrigeren
Nadat u de projectors hebt ingesteld, past u de helderheid en kleurtoon van elke projector aan om eventuele verschillen weg te werken.
a
Druk op de [Menu]-knop.
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Selecteer Multischerm onder Uitgebreid.
b
c
Selecteer het niveau dat moet worden aangepast onder Aanpassingsniveau.
Telkens wanneer u een niveau selecteert, wordt het patroon van het geselecteerde niveau weergegeven.
U kunt vanaf elk niveau het beeld corrigeren. Meestal kunt u het beeld donkerder of lichter maken door het van 1 tot 5 of van 5 tot 1 aan te passen.
Kleur corrigeren U kunt de kleur van het beeld corrigeren zodat een grotere over‐ eenstemming wordt bereikt.
d
De helderheid aanpassen met Helderheid corr.
Projectiefuncties
57
Als u Niveau 5 selecteert, wordt de instelling van de projector
met de donkerste beeldinstelling door de andere projectors overgenomen.
Als u Niveau 1 selecteert, wordt de instelling van de projector
met de lichtste beeldinstelling door de andere projectors overgenomen.
Als u Niveau 2 t/m Niveau 4 selecteert, wordt de instelling van
de projector met het middenbereik helderheid beeldinstelling door de andere projectors overgenomen.
Omdat telkens wanneer u op de [Enter]-knop drukt de weergave
tussen testbeeld en normaal beeld wisselt, kunt u het resultaat van uw aanpassingen direct in beeld controleren en eventueel correcties aanbrengen.
Corrigeer de instellingen Kleur corr. (G/R) en Kleur corr. (B/Y).
e f
Herhaal procedure 3 t/m 5 totdat u klaar bent met corrigeren.
g
Als alle correcties af zijn, drukt u op de [Menu]-knop om het maken van de instellingen af te sluiten.

Een gebruikerslogo opslaan

U kunt het beeld dat momenteel wordt geprojecteerd als gebruikerslogo opslaan.
Als het gebruikerslogo eenmaal is opgeslagen, kunt u het standaardlogo
a
a
niet meer terugzetten.
Projecteer het beeld dat u als gebruikerslogo wilt gebruiken en druk vervolgens op de [Menu]-knop.
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
b
Selecteer Gebruikerslogo onder Uitgebreid.
Projectiefuncties
58
c
d
Als Gebr. logo beveil. onder Wachtwoordbeveiliging is
a
Als de melding "Dit beeld kiezen als gebruikerslogo?" wordt weergegeven, selecteer dan Ja.
a
Verplaats het kader om het deel van het beeld dat u als gebruikerslogo wilt gebruiken, te selecteren.
U kunt dezelfde handelingen uitvoeren vanaf het bedieningspaneel van de projector.
ingesteld op Aan, wordt er een melding weergegeven en kan het gebruikerslogo niet worden gewijzigd. U kunt wijzigingen doorvoeren nadat u Gebr. logo beveil. op Uit hebt gezet.
s "Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)" pag.59
Als Gebruikerslogo wordt geselecteerd terwijl Keystone, E- Zoom of Hoogte-breedte wordt uitgevoerd, wordt de nu uitgevoerde functie geannuleerd.
Als u op de [Enter]-knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel drukt, is het mogelijk dat de beeldschermgrootte verandert overeenkomstig de resolutie van het beeldsignaal.
Afstandsbediening
e
f
g
Als u op de [Enter]-knop duwt en de melding "Dit beeld kiezen?" wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Selecteer de zoomfactor in het instellingsvenster voor zoom.
Als de melding "Dit beeld opslaan als gebruikerslogo?" wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Het beeld wordt opgeslagen. Nadat het beeld is opgeslagen, wordt de melding "Voltooid." weergegeven.
Als een gebruikerslogo wordt opgeslagen, wordt het vorige
a
gebruikerslogo gewist.
Het opslaan van het gebruikerslogo neemt ongeveer 15 seconden in beslag. Gebruik de projector of andere aangesloten apparatuur niet terwijl het beeld wordt opgeslagen, omdat er anders storingen kunnen optreden.
a
U kunt een beeld opslaan met een afmeting van 400x300 beeldpunten.

Beveiligingsfuncties

59
De projector beschikt over de volgende geavanceerde beveiligingsfuncties.
Wachtwoordbeveiliging U kunt het aantal gebruikers van de projector beperken.
Toetsvergrendeling U kunt voorkomen dat personen zonder toestemming de instellingen op
de projector wijzigen.
s
"Bediening beperken (Toetsvergrendeling)" pag.61
Antidiefstalvergrendeling De projector is uitgerust met de volgende antidiefstalbeveiliging.
s
"Antidiefstalvergrendeling" pag.62

Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)

Als Wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld kunnen personen die het wachtwoord niet kennen de projector niet gebruiken voor het projecteren van beelden, zelfs niet als de projector is ingeschakeld. Bovendien kan het gebruikerslogo dat wordt weergegeven als u de projector inschakelt, niet worden gewijzigd. Dit heeft een antidiefstalfunctie omdat de projector ook na diefstal niet kan worden gebruikt. Bij aanschaf van de projector is Wachtwoordbeveiliging niet ingeschakeld.
Gebr. logo beveil.
Iemand die het gebruikerslogo wil wijzigen dat door de eigenaar van de projector is vastgelegd, zal merken dat dit niet gaat. Als Gebr. logo beveil. is ingeschakeld (Aan), zijn de volgende instellingswijzigingen voor het Gebruikerslogo niet toegankelijk.
Een gebruikerslogo opnemen
Instellingen voor Achtergrond weerg., Opstartscherm en A/V
dempen onder Weergeven
s
Uitgebreid - Weergeven pag.71
Netwerkbeveil.
Als Netwerkbeveil. op Aan staat, kunnen er geen instellingen worden gewijzigd voor Netwerk.
s
"Menu Netwerk" pag.73
Wachtwoordbeveiliging instellen
Gebruik de volgende procedure om de wachtwoordbeveiliging in te stellen.
a
Houd tijdens het projecteren de [Freeze]-knop ongeveer vijf seconden ingedrukt.
Het instellingenmenu voor Wachtwoordbeveiliging wordt weergegeven.
Manieren van Wachtwoordbeveiliging
Er zijn drie manieren om wachtwoordbeveiliging in te stellen, afhankelijk van het gebruik van de projector.
Inschakelbeveiliging
Als Inschakelbeveiliging Aan is, dient u een vooraf ingesteld wachtwoord in te voeren nadat de projector is aangesloten en aangezet (dit geldt tevens voor Dir. Inschakelen). Als het verkeerde wachtwoord wordt ingevoerd, zal de projectie niet starten.
Afstandsbediening
Beveiligingsfuncties
60
b
Als Wachtwoordbeveiliging al is ingeschakeld, moet u het
a
Selecteer het type van wachtwoordbeveiliging dat u wilt instellen en druk op de [Enter]-knop.
wachtwoord invoeren. Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het instellingenmenu voor Wachtwoordbeveiliging weergegeven.
s "Wachtwoord invoeren" pag.60
Als het wachtwoord is ingesteld, plak dan de Beveiligd-met­wachtwoord-sticker als extra afschrikmiddel op een zichtbare plaats op de projector.
(3) Houd de [Num]-knop ingedrukt en voer met de numerieke knoppen een
getal van vier cijfers in. Het ingevoerde nummer wordt weergegeven als "* * * *". Als u het vierde cijfer invoert, wordt het bevestigingsscherm weergegeven.
Afstandsbediening
(4) Voer het wachtwoord opnieuw in.
De melding "Het nieuwe wachtwoord is opgeslagen." wordt weergegeven.
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een melding dat u het wachtwoord opnieuw moet invoeren.
Wachtwoord invoeren
Als het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven, voer dan met de numerieke knoppen op de afstandsbediening het wachtwoord in.
c
d
Selecteer Aan en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Als u op de [Esc]-knop drukt, wordt het in stap 2 getoonde scherm opnieuw weergegeven.
Het wachtwoord instellen.
(1) Selecteer Wachtwoord en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
(2) De melding "Wachtwoord wijzigen?" wordt weergegeven. Selecteer Ja en
druk vervolgens op de [Enter]-knop. Het standaardwachtwoord is "0000". Wijzig dit in het door u gekozen wachtwoord. Als u Nee selecteert, wordt het in stap 2 getoonde scherm opnieuw weergegeven.
Houd de [Num]-knop ingedrukt en voer met de numerieke knoppen het wachtwoord in.
Beveiligingsfuncties
61
Zodra het correcte wachtwoord is ingevoerd, wordt de wachtwoordbeveiliging tijdelijk opgeheven.
Let op
Als u drie keer achter elkaar een onjuist wachtwoord invoert, wordt de melding "De projector wordt vergrendeld." ongeveer vijf minuten lang weergegeven, waarna de projector in stand-by modus gaat. Als dit gebeurt, haal dan de voedingskabel van de projector uit het stopcontact, steek de kabel er vervolgens weer in en schakel de projector weer in. De projector geeft het wachtwoordinvoerscherm opnieuw weer zodat u het juiste wachtwoord kunt invoeren.
Als u het wachtwoord bent vergeten, schrijf dan het nummer dat achter "Code opvragen: xxxxx" op het scherm verschijnt op en neem contact op met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Als u bovenstaande handeling blijft herhalen en het onjuiste wachtwoord dertig keer achter elkaar invoert, dan wordt de volgende melding weergegeven en zal de projector geen wachtwoorden meer accepteren. "De projector wordt vergrendeld." "Neem contact op met Epson - zie de documentatie."
Adressenlijst Epson Projector
s
Dit is nuttig op evenementen of shows waar u alle knoppen wilt deactiveren tijdens projectie, of op scholen waar u de knopbediening wilt beperken. De projector kan nog steeds bediend worden met de afstandsbediening.
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
s
"Het menu Configuratie gebruiken" pag.64
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
Selecteer Toetsvergrendeling onder Instellingen.
b

Bediening beperken (Toetsvergrendeling)

Ga als volgt te werk om de knoppen op het bedieningspaneel te blokkeren.
Voll. vergrend. Alle knoppen op het bedieningspaneel zijn geblokkeerd. U kunt de
projector via het bedieningspaneel niet meer bedienen, inclusief in- en uitschakelen.
Toetsvergrend. Alle knoppen op het bedieningspaneel, behalve de [ vergrendeld.
t
]-knop, zijn
c
Kies ofwel Voll. vergrend. of Toetsvergrend. afhankelijk van uw bedoeling.
Beveiligingsfuncties
d
Selecteer Ja als het bevestigingsbericht wordt weergegeven.
De knoppen op het bedieningspaneel worden geblokkeerd volgens de door u gekozen instellingen.
Er zijn twee manieren om de blokkering van het
a
bedieningspaneel op te heffen.
Selecteer Uit onder Toetsvergrendeling.
s Instellingen - Toetsvergrendeling pag.70
Houd de [Enter]-knop op het bedieningspaneel ongeveer zeven seconden ingedrukt. Vervolgens verschijnt er een melding en wordt de vergrendeling opgeheven.

Antidiefstalvergrendeling

De projector is uitgerust met de volgende soorten antidiefstalbeveiliging.
Beveiligingssleuf De beveiligingssleuf is compatibel met het door Kensington geproduceerde Microsaver Security System. U vindt meer informatie over het Microsaver Security System op:
s
http://www.kensington.com/
Installatiepunt van beveiligingskabel Een in de handel verkrijgbaar draadslot ter voorkoming van diefstal kan
door het installatiepunt worden geleid om de projector aan een bureau of pilaar te bevestigen.
Het draadslot installeren
Leid een draadslot ter voorkoming van diefstal door het installatiepunt.
Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd met het draadslot voor instructies bij het vastzetten.
62

Configuratiemenu

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik van het Configuratiemenuen de daarin opgenomen functies.

Het menu Configuratie gebruiken

64
In dit gedeelte wordt ingegaan op het gebruik van het Configuratiemenu.
Hoewel de stappen worden uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening, kunt u dezelfde handelingen ook via het bedieningspaneel uitvoeren. In de help bij het menu vindt u uitleg bij de beschikbare knoppen.
Open het configuratiemenu.
a
Selecteer een item uit een hoofdmenu.
b
c
Selecteer een item uit een submenu.
Wijzig de instellingen.
d
e
Druk op de [Menu]-knop om af te sluiten.

Lijst met Functies

65

Tabel van het Configuratiemenu

De instelbare items hangen af van het gebruikte model en het beeldsignaal en de beeldbron die wordt geprojecteerd.
Naam hoofdmenu Naam submenu Instelwaarden
Menu Beeld s pag.67
Menu Signaal s pag.68
Kleurmodus Dynamisch, Presentatie, Theater,
Foto, sRGB, Schoolbord, Whiteboard en Op maat
Helderheid -24 - 24
Contrast -24 - 24
Kleurverzadiging -32 - 32
Tint -32 - 32
Scherpte -5 - 5
Abs. kleurtemperatuur 5000K tot 10000K
Kleuraanpassing Rood: -16 tot 16
Groen: -16 tot 16 Blauw: -16 tot 16 R: -64 tot 64 G: -64 tot 64 B: -64 tot 64 C: -64 tot 64 M: -64 tot 64 Y: -64 tot 64
Autom. iris Aan en Uit
Autom. configuratie Aan en Uit
Resolutie Automatisch, Breed en Normaal
Tracking Varieert afhankelijk van het
ingangssignaal.
Sync. 0 - 31
Naam hoofdmenu Naam submenu Instelwaarden
Positie Omhoog, Omlaag, Links en
Rechts
Progressief Uit, Video en Film/Automatisch
Ruisvermindering Uit, NR1 en NR2
Videobereik HDMI Automatisch, Normaal en
Uitgebreid
Ingangssignaal Automatisch, RGB en
Component
Videosignaal Automatisch, NTSC, NTSC4.43,
PAL, M-PAL, N-PAL, PAL60 en SECAM
Hoogte-breedte Normaal, Automatisch, 4:3, 16:9,
Volledig, Zoom en Bronformaat
Overscannen Automatisch, Uit, 4% en 8%
Menu Instellingen s pag.70
Keystone H/V-Keystone en Quick Corner
Split Screen -
Toetsvergrendeling Voll. vergrend., Toetsvergrend.
en Uit
Aanwijzervorm Aanwijzer 1, Aanwijzer 2,
Aanwijzer 3
Stroomverbruik Normaal en ECO
Volume 0 - 20
Externe receiver Voor/achter, Voorkant,
Achterkant en Uit
Knop gebruiker Menu Stroomverbruik,
Informatie, Progressief, Testpatroon, Multischerm en Resolutie
Testpatroon -
Lijst met Functies
66
Naam hoofdmenu Naam submenu Instelwaarden
Menu Uitgebreid s pag.71
Menu Netwerk s pag.73
Weergeven Bericht, Achtergrond weerg.,
Opstartscherm en A/V dempen
Gebruikerslogo -
Projectie Voorkant, Voor/bovenkant,
Achterkant en Achter/boven
Bewerking Dir. Inschakelen, Sluimerstand,
Tijd sluimerstand, Trigger Uit en Hoogtemodus
Stand-by modus Communicatie aan en
Communicatie uit
Inst. Luchtfilter Reinigingsbericht, Tijd
reinigingsber.
Projector-id Uit en 1 tot 9
Multischerm Aanpassingsniveau, Helderheid
corr., Kleur corr. (G/R) en Kleur corr. (B/Y)
Taal 14 of 34 talen
Netwerkinfo - Draad‐ loos
Netwerkinfo - Vast -
-
*
Naam hoofdmenu Naam submenu Instelwaarden
Videosignaal -
Vernieuwingssnelh. -
Sync. info -
Status -
Serienummer -
Event ID -
Menu Resetten s pag.84
* Het aantal ondersteunde talen verschilt afhankelijk van de regio waar de
projector wordt gebruikt.
Alle standaardw. -
Lampuren terugzetten -
Menu Informatie s pag.83
Netwerkconfiguratie Basis s pag.75
Draadl. LAN s pag.76 Beveiliging s pag.77 Vast netwerk s pag.79 E-mail s pag.80 Overige s pag.81 Resetten s pag.82
Lampuren -
Bron -
Ingangssignaal -
Resolutie -
Lijst met Functies
67

Menu Beeld

De instelbare items hangen af van het beeldsignaal en de beeldbron die wordt geprojecteerd. De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal opgeslagen.
s
"Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde
beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.33
Submenu Functie
Kleurmodus
Helderheid
Contrast
Kleurverzadi­ging
Stel hier de beeldkwaliteit in die bij uw omgeving past. s "De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)"
pag.39
Stel hier de helderheid van het beeld in.
Stel hier het verschil in tussen licht en donker in het beeld.
(Deze instelling is alleen beschikbaar als componentvideo, composietvideo of S-video wordt doorgegeven.)
Stel hier de kleurverzadiging voor het beeld in.
Submenu Functie
Tint
Scherpte
Abs. kleurtem­peratuur
Kleuraanpassing
Autom. iris
Resetten
(Aanpassing is mogelijk wanneer componentvideo wordt doorgegeven. Als composietvideo of S-video wordt doorgegeven, is aanpassing alleen mogelijk wanneer het een NTSC-signaal betreft.)
Stel hier de kleurschakering in.
Stel hier de scherpte van het beeld in.
(Dit item kunt u niet selecteren als Kleurmodus is ingesteld op sRGB g.)
U stelt hier de algehele kleurschakering voor het beeld in. U kunt tinten in 10 fasen instellen van 5000 K tot 10000 K. Een hoge waarde geeft het beeld een blauwe tint; een lage waarde geeft het beeld een rode tint.
(Dit item kunt u niet selecteren als Kleurmodus is ingesteld op sRGB g.)
Als de Kleurmodus op een andere waarde is ingesteld dan Op maat:
U kunt de kleurintensiteit afzonderlijk instellen voor Rood, Groen en Blauw.
Als de Kleurmodus is ingesteld op Op maat: U kunt de Tint, Verzadiging en Helderheid voor R (rood), G (groen), B (blauw), C (cyaan), M (magenta) en Y (geel) afzonderlijk instellen.
(Dit item kunt u alleen selecteren als Kleurmodus is ingesteld op Dynamisch, Theater of Op maat.)
Stel in op Aan als u de iris wilt aanpassen voor een optimale belichting van de geprojecteerde beelden.
De instelling wordt opgeslagen voor elke Kleurmodus. s "Autom. iris instellen" pag.40
Hier kunt u alle correctiewaarden die u hebt ingesteld in het menu Beeld herstellen naar hun standaardwaarden. U vindt meer informatie over het herstellen van de standaardwaarden voor de menu-items in:
s "Menu Resetten" pag.84
Lijst met Functies
68

Menu Signaal

De instelbare items hangen af van het beeldsignaal en de beeldbron die wordt geprojecteerd. De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal opgeslagen.
U kunt de instellingen niet instellen in het menu Signaal als de invoerbron USB of LAN is.
s
"Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde
beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.33
Submenu Functie
Autom. configu­ratie
(Alleen beschikbaar wanneer een analoog RGB-signaal van een computer wordt doorgegeven.)
Stel dit in op Aan om het beeld automatisch aan de optimale status aan te passen als het ontvangen signaal verandert.
Submenu Functie
Resolutie
Tracking
Sync.
Positie
Progressief
(Alleen beschikbaar wanneer een analoog RGB-signaal van een computer wordt doorgegeven.)
Stel dit in op Automatisch om automatisch de resolutie van het ontvangen signaal te bepalen. Als het beeld in de stand Automatisch niet goed wordt geprojecteerd (er ontbreekt bijvoorbeeld een deel van het beeld), gebruik dan Breed voor breedbeeld of Normaal voor schermen met een verhouding van 4:3 of 5:4 naargelang van de aangesloten computer.
(Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer een analoog RGB­signaal van een computer wordt doorgegeven.)
Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als er verticale strepen in het beeld verschijnen.
(Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer een analoog RGB­signaal van een computer wordt doorgegeven.)
Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als het beeld flikkert of wazig is, of als er interferentie optreedt.
(Deze instelling is niet beschikbaar als de signaalbron HDMI is.) Hier kunt u de positie van het venster naar boven, naar beneden,
naar links en naar rechts bijstellen als een deel van het beeld niet wordt geprojecteerd.
(Deze instelling is beschikbaar als composietvideo of S-video wordt doorgegeven.) Bij invoer van componentvideo of RGB­video kan deze instelling alleen worden aangepast wanneer een 480i/576i/1080i-signaal wordt ingevoerd.)
Geïnterlinieerdg (i) signaal wordt omgezet naar Progressief (p). (IP-conversie)
Uit: Ideaal voor beelden met veel beweging. Video: Dit is ideaal voor het weergeven van algemene
videobeelden. Film/Auto: Dit is ideaal voor films, computerbeelden en
animatie.
g
Lijst met Functies
69
Submenu Functie
Ruisverminde­ring
Videobereik HDMI
Ingangssignaal
(Dit kan niet worden ingesteld wanneer een digitaal RGB-signaal wordt ontvangen, of wanneer een geïnterlinieerd signaal wordt weergegeven met Progressief ingesteld op Uit.)
Hiermee worden beelden met ruis 'opgeschoond'. Er zijn twee modi. Selecteer uw favoriete instelling. Het wordt aanbevolen deze optie in te stellen op Uit bij het bekijken van beeldbronnen met weinig ruis, zoals dvd's.
(Beschikbaar als de signaalbron HDMI is.) Wanneer op de HDMI-ingang van de projector een dvd-speler is
aangesloten, wordt het videobereik van de projector ingesteld op basis van het videobereik van die dvd-speler.
Met Automatisch wordt het videobereik van het ingangssignaal automatisch bepaald. Dit gebeurt wel alleen als de HDMI-ingang van het aangesloten apparaat aangesloten is op de HDMI-ingang van de projector.
U kunt het invoersignaal selecteren van de Computer1- of Computer2-ingang.
Als hier Automatisch is geselecteerd, wordt het ingangssignaal automatisch volgens het aangesloten apparaat ingesteld.
Als de kleuren niet juist worden weergegeven bij de instelling Automatisch, selecteer dan het signaal van het aangesloten apparaat.
Submenu Functie
Overscannen
Resetten
(Deze instelling kan alleen worden ingesteld als componentvideo of RGB-video wordt doorgegeven.)
Wijzigt de beeldverhouding (het bereik van het geprojecteerde beeld). U kunt bijsnijden instellen op Uit, 4% of 8%. Voor een HDMI-bron is Automatisch beschikbaar. Als Automatisch is geselecteerd, verandert dat automatisch in Uit of 8% naargelang van het ontvangen signaal. Dit gebeurt wel alleen als de HDMI­ingang van het aangesloten apparaat aangesloten is op de HDMI­ingang van de projector.
U kunt hier alle functies die u in het menu Signaal hebt ingesteld herstellen naar hun standaardwaarden, behalve Ingangssignaal.
U vindt meer informatie over het herstellen van de standaardwaarden voor de menu-items in:
"Menu Resetten" pag.84
s
Videosignaal
Hoogte-breedte
U kunt het ingangssignaal van de S-Video- of Video-ingang selecteren. Als hier Automatisch is geselecteerd, worden videosignalen automatisch herkend. Als de instelling Automatisch leidt tot problemen zoals interferentie of het ontbreken van beeld, selecteer dan het signaal van het aangesloten apparaat.
U kunt hier de beelden instellen.
"De Hoogte-breedteverhouding Wijzigen" pag.41
s
Hoogte-breedteverh.g voor geprojecteerde
Lijst met Functies
70

Menu Instellingen

Submenu Functie
Keystone
Split Screen
Toetsvergrende­ling
U kunt keystonevertekening corrigeren.
Als H/V-Keystone is geselecteerd: Pas V-Keystone en H-Keystone aan om horizontale en verticale keystonevervorming te corrigeren.
Als Quick Corner is geselecteerd: Selecteer en corrigeer de vier hoeken van het geprojecteerde beeld. s "Quick Corner" pag.36
U kunt het scherm in twee schermen splitsen. s "Twee beelden simultaan projecteren (Split Screen)" pag.45
U kunt dit gebruiken om het gebruik van het bedieningspaneel van de projector te beperken.
s "Bediening beperken (Toetsvergrendeling)" pag.61
Submenu Functie
Aanwijzervorm
Stroomverbruik
Volume
Externe receiver
Knop gebruiker
U kunt hier de vorm van de aanwijzer selecteren.
Aanwijzer 1:
Aanwijzer 2:
Aanwijzer 3:
s "Aanwijzerfunctie (Aanwijzer)" pag.50
U kunt hier de helderheid van de projectorlamp op een of twee manieren regelen.
Selecteer ECO als de geprojecteerde beelden te helder zijn zoals bijvoorbeeld wanneer de geprojecteerde beelden in een donkere kamer of op een klein scherm worden geprojecteerd. Als ECO wordt geselecteerd, wordt het energieverbruik als volgt gewijzigd, terwijl ook de ventilatorruis afneemt.
Elektriciteitsverbruik: een vermindering van ongeveer 18 - 25%
U kunt hier het volume aanpassen. De instelwaarden worden voor elke bron opgeslagen.
U kunt de ontvangst van het werkingssignaal van de afstandsbediening begrenzen.
Als deze is ingesteld op Uit, kunt u de afstandsbediening niet gebruiken. Als u de afstandsbediening toch wilt gebruiken, houdt u op de afstandsbediening of het bedieningspaneel de [Menu]-knop ten minste 15 seconden ingedrukt om de instelling terug te zetten naar de standaardwaarde.
U kunt in het menu Configuratie een item selecteren en toewijzen aan de [User]-knop op de afstandsbediening. Wanneer u op de knop [User] drukt, wordt de geselecteerde menuoptie of het geselecteerde aanpassingsscherm weergegeven, zodat u snel instellingen/aanpassingen kunt opgeven. U kunt een van de volgende items toewijzen aan de knop [User].
Menu Stroomverbruik, Informatie, Progressief, Testpatroon, Multischerm en Resolutie
Lijst met Functies
71
Submenu Functie
Testpatroon
Resetten
Als de projector wordt ingesteld, verschijnt een testpatroon zodat u de projectie kunnen bijstellen zonder andere apparatuur aan te sluiten. Terwijl het testpatroon wordt weergegeven, kunt u een keystonecorrectie aanbrengen en de zoom en scherpte instellen.
Druk op [Esc] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel om het testpatroon te annuleren.
U kunt hier alle functies die u in het menu Instellingen hebt ingesteld herstellen naar hun standaardwaarden, behalve Knop gebruiker.
U vindt meer informatie over het herstellen van de standaardwaarden voor de menu-items in:
s

Menu Uitgebreid

"Menu Resetten" pag.84
Submenu Functie
Weergeven
Gebruikerslo-
*1
go
Projectie
Hier kunt u instellingen vastleggen voor het venster van de projector.
Bericht: Indien ingesteld op Uit, worden de volgende items niet weergegeven.
Itemnamen wanneer Bron, Kleurmodus of Hoogte­breedteverh. wordt gewijzigd, berichten indien geen signaal wordt ontvangen, en waarschuwingen zoals Waarsch.: hoge temp.
Achtergrond weerg.
op Zwart, Blauw of Logo als er geen signaal wordt ontvangen.
Opstartscherm
weer te geven bij de start van de projectie.
A/V dempen scherm dat uw wilt weergeven instellen op Zwart, Blauw of Logo.
U kunt het Gebruikerslogo wijzigen dat als achtergrond wordt weergegeven bij Achtergrond weerg., A/V dempen enz.
s "Een gebruikerslogo opslaan" pag.57
Selecteer een van de volgende projectiemethoden afhankelijk van hoe de projector is geïnstalleerd.
Voorkant, Voor/bovenkant, Achterkant, Achter/boven U kunt de instelling als volgt wijzigen door de knop [A/V
Mute] op de afstandsbediening ongeveer vijf seconden ingedrukt te houden.
VoorkantWVoor/bovenkant AchterkantWAchter/boven
s "Installatiemethoden" pag.20
*1
: U kunt hier de schermstatus instellen
*1
: Stel in op Aan om het Gebruikerslogo
*1
: Tijdens [A/V Mute] (dempen) kunt u het
Lijst met Functies
72
Submenu Functie
Bewerking
Stand-by modus
Inst. Luchtfilter
Dir. Inschakelen: Als u dit instelt op Aan wordt de projector ingeschakeld wanneer u de stekker insteekt.
Als de voedingskabel is aangesloten, moet u er rekening mee houden dat de projector automatisch opnieuw wordt ingeschakeld nadat bijvoorbeeld een stroomstoring is verholpen.
Sluimerstand: Wanneer deze functie op Aan staat, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld als er geen signaal meer binnenkomt en het apparaat verder ook niet wordt gebruikt gedurende een bepaalde duur.
Tijd sluimerstand: Wanneer Sluimerstand is ingesteld op Aan, kunt u instellen na hoeveel tijd de projector wordt
uitgeschakeld binnen een bereik van 1 tot 30 minuten. Trigger Uit: Als dit op Aan is ingesteld, wordt een signaal
van 12 volt gelijkstroom afgegeven. Zo weten externe apparaten of de projector aan of uit is.
Hoogtemodus: Stel de hoogtemodus in op Aan als u de projector op een hoogte van 1.500 m of meer gaat gebruiken.
Als u de Communicatie aan instelt, kunt u de volgende handelingen nog uitvoeren zelfs als de projector in stand-by staat.
De projector controleren en beheren via het netwerk. s "Controle en bediening" pag.118
Beelden weergeven op een externe monitor.
Reinigingsbericht: Als dit op Aan is ingesteld, wordt een bericht weergegeven wanneer het tijd is om het luchtfilter te reinigen.
Tijd reinigingsber.: Stel hier de tijd in voor het reinigingsbericht.
Submenu Functie
Multischerm
Taal
Resetten
Als Gebr. logo beveil. is ingesteld op Aan in Wachtwoordbeveiliging, kunnen
*1
de instellingen voor het gebruikerslogo niet worden gewijzigd. U kunt wijzigingen doorvoeren nadat u Gebr. logo beveil. op Uit hebt gezet.
"Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)" pag.59
s
*2 Dit geldt niet voor de "Hoogtemodus".
Als er meerdere projectors zijn opgesteld om te projecteren, kunt u de kleurtoon en de helderheid van elk geprojecteerde beeld instellen.
Aanpassingsniveau: U kunt instellen van zwart tot wit in vijf stadia genaamd Niveau 1 t/m 5, en in elk van deze 5 niveaus kunt u Helderheid corr. en Kleur corr. aanpassen.
Helderheid corr.: Corrigeert het verschil in helderheid van de verschillende producten.
Kleur corr. (G/R) / Kleur corr. (B/Y): U kunt hier het kleurverschil van elke projector corrigeren.
s "Kleurcorrectie bij projectie met meerdere projectors"
pag.56
U kunt hier de taal voor meldingen en menu's instellen.
U kunt Weergeven op hun standaardinstellingen zetten via het menu Uitgebreid.
U vindt meer informatie over het herstellen van de standaardwaarden voor de menu-items in:
"Menu Resetten" pag.84
s
*1
, Bewerking*2 en Inst. Luchtfilter weer
Projector-id
Stel de id in op een nummer tussen 1 en 9. Uit geeft aan dat er geen id is ingesteld.
"De Projector-id Instellen" pag.54
s
Lijst met Functies
73

Menu Netwerk

Als Netwerkbeveil. is ingesteld op Aan onder Wachtwoordbeveiliging, wordt er een melding weergegeven en kunnen de instellingen niet worden gewijzigd. Zet Netwerkbeveil. Uit en configureer dan het netwerk.
s
"Wachtwoordbeveiliging instellen" pag.59
Submenu Functie
Netwerkinfo ­Draadloos
Hier wordt de volgende statusinformatie over de netwerkinstellingen gegeven.
Aansluitmodus
Antenneniveau
Projectornaam
SSID
DHCP
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
MAC-adres
Regiocode
*
Submenu Functie
Netwerkinfo ­Vast
Netwerkconfigu­ratie
* Geeft de beschikbare regio-informatie weer voor de Draadloze LAN-eenheid
die wordt gebruikt. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier of het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector voor meer informatie.
s Adressenlijst Epson Projector
De functies van de projector kunnen worden ingesteld en de projector
a
kan worden beheerd via een computer met een webbrowser die is aangesloten in het netwerk. Dit wordt webcontrole genoemd. U kunt gemakkelijk tekst invoeren met een toetsenbord om instellingen (bijvoorbeeld voor de beveiliging) op te geven voor Webcontrole.
"Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
s
pag.118
Hier wordt de volgende statusinformatie over de netwerkinstellingen gegeven.
Projectornaam
DHCP
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
MAC-adres
De volgende menu's zijn beschikbaar voor netwerkinstellingen.
Basis, Draadl. LAN, Beveiliging, Vast netwerk, E-mail, Overige, Resetten en Installatie voltooid
Opmerkingen over het gebruik van het menu Netwerk
De procedures voor het selecteren uit het hoofdmenu en uit submenu's en het wijzigen van geselecteerde opties zijn dezelfde als in het Configuratiemenu.
Ga na afloop naar het menu Installatie voltooid en selecteer Ja, Nee of Annul. Met Ja of Nee keert u terug naar het menu Configuratie.
Lijst met Functies
Ja: Slaat de instellingen op en sluit het menu Netwerk af.
Nee: Slaat de instellingen niet op en sluit het menu Netwerk af.
Annul.: U blijft in het menu Netwerk.
Bediening met softwarematig toetsenbord
Het menu Netwerk bevat opties waarvoor invoer van alfanumerieke tekens vereist is tijdens het instellen. In dat geval wordt het volgende
softwarematige toetsenbord weergegeven. Met de knoppen [
74
Telkens wanneer de CAPS-knop wordt geselecteerd en op de [Enter]- knop wordt gedrukt, worden afwisselend hoofdletters en kleine letters gebruikt.
Telkens wanneer de SYM1/2-knop wordt geselecteerd en op de [Enter]- knop wordt gedrukt, wijzigen de symbooltoetsen voor het omkaderde gedeelte.
],
[
[
gewenste toets, druk dan op de [Enter]-knop om de alfanumerieke waarde in te voeren. Voer cijfers in door de knop [Num] op de afstandsbediening ingedrukt te houden en op de cijfertoetsen te drukken. Druk na uw invoer op Finish op het toetsenbord ter bevestiging. Druk op Annul. op het toetsenbord om uw invoer te annuleren.
], [ ] en [ ] op de afstandsbediening of de knoppen [ ],
], [ ] en [ ] op het bedieningspaneel verplaatst u de cursor naar de
Lijst met Functies
75
Menu Basis
Submenu Functie
Projectornaam
De naam waarmee de projector wordt geïdentificeerd in een netwerk.
U kunt maximaal 16 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren.
Submenu Functie
Trefwoord pro­jector
Wanneer deze functie op Aan staat, moet u een trefwoord invoeren wanneer u de projector probeert te verbinden met een computer in het netwerk. Op deze manier kan onderbreking van presentaties door een computer die verbinding maakt, worden voorkomen. Deze functie dient normaal gesproken op Aan te staan.
s Bedieningshandleiding voor EasyMP Network Projection
Wachtwoord PJLink
Wachtwoord webctrl
Voer hier een wachtwoord in om te gebruiken wanneer u toegang wilt tot de projector met compatibele PJLink-software.
U kunt maximaal 32 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren.
Voer hier een wachtwoord in om te gebruiken wanneer u toegang wilt tot de projector via Webcontrole. Voer niet meer dan acht enkelbyte alfanumerieke tekens in. Webcontrole is een computerfunctie waarmee u de projector kunt instellen en beheren via de webbrowser op een computer die op een netwerk is aangesloten.
s "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.118
Lijst met Functies
76
Menu Draadl. LAN
Submenu Functie
Voeding draadl.LAN
Zet op Aan als de projector via een draadloos LAN op de computer wordt aangesloten.
Als u niet via draadloos LAN wilt verbinden, zet dit dan Uit om ongeoorloofde toegang door anderen te voorkomen.
De standaardinstelling is Aan.
Submenu Functie
Kanaal
Draadl. LAN­syst.
Autom. SSID­inst.
SSID
(Dit kan alleen worden ingesteld als de Aansluitmodus is ingesteld op Snel.)
Selecteer de frequentieband die door het draadloos LAN wordt gebruikt uit 1ch, 6ch en 11ch.
De standaardinstelling is 11ch.
Stel het draadloos LAN-systeem in op 802.11b/g of
802.11b/g/n. De standaardwaarde is 802.11b/g/n.
Stel in op Aan om de zoektijd in te korten die de projector nodig heeft wanneer hij verbinding maakt met een netwerk aan de hand van Snel onder Aansluitmodus.
Stel in op Uit voor een simultane verbinding met meerdere projectors.
De standaardinstelling is Aan.
Voer een projector deel uitmaakt beschikt over een SSID, voert u de SSID in.
U kunt maximaal 32 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren.
SSIDg in. Als het draadloze LAN-systeem waarvan de
Aansluitmodus
Selecteer Snel wanneer u een computer rechtstreeks op de projector aansluit.
Selecteer Geavanceerd wanneer u een computer via een toegangspunt met de projector verbindt.
Zet deze functie op Geavanceerd wanneer u meerdere computers aansluit of wanneer u de projector bedient via een netwerk.
De standaardinstelling is Snel. s "Controle en bediening" pag.118
Lijst met Functies
77
Submenu Functie
IP-instellingen
SSID-weergave
Weergave IP­adres
U kunt netwerkinstellingen opgeven. DHCP: Stel in op Aan om netwerkinstellingen te maken met
DHCPg. Als deze functie op Aan staat, kunt u geen adressen meer invoeren.
IP-adres: U kunt het de projector. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x een getal is van 0 t/m 255)
Subnetmasker: U kunt het invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende subnetmaskers kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 255.255.255.255 Gateway-adres: U kunt het IP-adres voor de gateway voor de
projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende echter niet worden gebruikt.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x een getal is van 0 t/m 255)
Om te vermijden dat de netwerk wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
Om te vermijden dat het het netwerk wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
IP-adresg invoeren dat is toegewezen aan
SSIDg op het stand-by-scherm van het
IP-adresg op het stand-by-scherm van
Subnetmaskerg voor de projector
Gateway-adresseng kunnen
Menu Beveiliging
Alleen beschikbaar als de optionele draadloze LAN-eenheid is geïnstalleerd.
Submenu Functie
Beveiliging
WEP-codering
Selecteer een van de beveiligingstypen uit de vermelde opties. Volg de aanwijzingen van de beheerder van het netwerksysteem
waartoe u toegang wilt voor het instellen van de beveiliging.
U kunt hier de codering voor WEP-codering instellen.
128Bit: werkt met 128-bits (104-bits) codering. 64Bit: werkt met 64-bits (40-bits) codering.
Indeling
Sleutel-ID
U kunt de invoermethode voor de WEP-coderingssleutel instellen.
ASCII: tekstinvoer. HEX: invoer in hexadecimalen.
Selecteert de WEP-coderingssleutel-ID.
Lijst met Functies
78
Submenu Functie
Coderingssleu­tel 1/Coderings­sleutel 2/Code­ringssleutel 3/ Coderingssleu­tel 4
Type verificatie
PSK
U kunt de sleutel voor WEP-codering invoeren. Voer de sleutel in enkelbyte tekens in volgens de aanwijzingen van de netwerkbeheerder voor het netwerk waarvan de projector deel uitmaakt. Het type tekens en het aantal dat kan worden ingevoerd, is afhankelijk van de instellingen voor WEP-
codering en Indeling. 128Bit - ASCII: single-byte alfanumerieke tekens, 13 tekens. 64Bit - ASCII: single-byte alfanumerieke tekens, 5 tekens. 128Bit - HEX: 0 t/m 9 en A t/m F, 26 tekens. 64Bit - HEX: 0 t/m 9 en A t/m F, 10 tekens.
Stelt het WEP-verificatietype in.
Open: Gebruikt open systeemverificatie. Shared: Gebruikt gedeelde sleutelverificatie.
(Dit kan alleen worden ingesteld als WPA-PSK of WPA2-PSK is geselecteerd onder Beveiliging.)
U kunt een Pre-Shared Key (coderingssleutel) in enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren. Voer ten minste 8 en maximaal 32 tekens in.
Beveiligingstypen
WPA
Dit is een coderingsstandaard die de zwakke beveiliging van WEP verbetert. Hoewel er diverse WPA-coderingsmethoden zijn, gebruikt deze projector TKIP en AES.
Hierdoor is de code in vergelijking met WEB, dat een vaste coderingssleutel gebruikt, moeilijker te breken. WPA-verificatie biedt twee methoden, met een authenticatieserver of door verificatie tussen een computer en een toegangspunt zonder server. Deze projector ondersteunt de laatste methode, zonder een server.
Volg de aanwijzingen van de netwerkbeheerder van uw netwerk voor
a
de instellingen.
Wanneer de optionele draadloze LAN-eenheid is geïnstalleerd en deze wordt gebruikt bij Geavanceerd verbinding, dan wordt sterk aangeraden de beveiliging in te stellen. Selecteer een van de volgende beveiligingsmethoden.
WEP
Gegevens worden versleuteld met een codesleutel (WEP key). Dit mechanisme voorkomt communicatie tenzij de coderingssleutels voor het toegangspunt en de projector overeenkomen.
Lijst met Functies
79
Vast netwerk-menu
Submenu Functie
IP-instellingen
Hier kunt u instellingen uitvoeren met betrekking tot de volgende adressen.
DHCPg: Stel in op Aan om het netwerk te configureren met DHCP. Als deze functie op Aan staat, kunt u geen adressen meer invoeren.
IP-adresg: U kunt het IP-adres dat is toegewezen aan de projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x een getal is van 0 t/m 255)
Subnetmaskerg: U kunt het subnetmasker voor de projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende subnetmaskers kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 255.255.255.255 Gateway-adresg: U kunt het IP-adres voor de gateway voor de
projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende gateway-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x een getal is van 0 t/m 255)
Weergave IP­adres
Om te vermijden dat het IP-adres bij Netwerkinfo in het netwerkmenu en op het stand-byscherm voor het LAN wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
Lijst met Functies
80
Menu E-mail
Wanneer deze functie is ingesteld, krijgt u een e-mailbericht als er een probleem is met de projector of als de projector een waarschuwing geeft.
s
"Problemen rapporteren via een E-mailmelding" pag.121
Submenu Functie
E-mailmelding
Stel in op Aan om een e-mailbericht te versturen naar de vooraf ingestelde adressen wanneer zich een probleem voordoet of een melding wordt gegeven met betrekking tot een projector.
Submenu Functie
Instelling adres 1/Instelling adres 2/Instel­ling adres 3
Voer het e-mailadres in van de bestemming waar de e­mailmelding heen moet. U kunt maximaal drie bestemmingen registreren. U kunt tot 32 enkelbyte alfanumerieke tekens voor de e-mailadressen invoeren.
U kunt instellen bij welke problemen of waarschuwingen een e­mailmelding wordt gestuurd. Als het probleem of de waarschuwing optreedt in de projector, wordt een e-mailbericht gestuurd naar het opgegeven Bestemmingsadres met de mededeling dat zich een probleem of waarschuwing heeft voorgedaan. U kunt meerdere van de vermelde opties selecteren.
SMTP-server
Poortnummer
U kunt het invoeren.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x een getal is van 0 t/m 255)
U kunt het poortnummer voor de SMTP-server invoeren. De standaardwaarde is 25. U kunt een getal van 1 t/m 65535 invoeren.
IP-adresg voor de SMTP-server voor de projector
Lijst met Functies
81
Menu Overige
Submenu Functie
SNMP
Stel in op Aan om de projector te monitoren via SNMP. Om de projector te monitoren, moet u het SNMP-
beheerprogramma op uw computer installeren. SNMP moet door een netwerkbeheerder worden beheerd.
De standaardwaarde is Uit.
Submenu Functie
RoomView
Stel dit alleen op Aan in bij controle of beheer van de projector over het netwerk door middel van Crestron RoomView functie wordt doorgaans op Uit ingesteld.
s "Over Crestron RoomView Als dit op Aan is ingesteld, zijn de volgende functies niet
beschikbaar.
webcontrole
Message Broadcasting (invoegtoepassing van EasyMP
Monitor)
" pag.124
®
. Deze
®
Trap IP Adres 1/ Trap IP Adres 2
Gateway met pri­oriteit
AMX Device Dis­covery
U kunt maximaal twee IP-adressen aanmelden voor de melding van SNMP-traps. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden. 127.x.x.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x een getal is van 0 t/m 255)
U kunt de gateway met prioriteit instellen op een Vast netwerk of een Draadl. LAN.
Als deze instelling is ingesteld op Aan en de projector is aangesloten op een netwerk, kan de projector worden gedetecteerd via Uit als u niet bent aangesloten op een omgeving waarin een controller van AMX of AMX Device Discovery wordt gebruikt.
AMX Device Discoveryg. Zet deze instelling op
Lijst met Functies
Menu Resetten
Hiermee stelt u alle netwerkinstellingen opnieuw in.
82
Submenu Functie
Netwerkinstel­lingen resetten.
Om alle netwerkinstellingen opnieuw in te stellen, selecteert u Ja.
Lijst met Functies
83

Menu Informatie (alleen weergave)

Hier kunt u de status van de beeldsignalen die worden geprojecteerd en de status van de projector controleren. Welke items kunnen worden weergegeven is afhankelijk van de bron die wordt geprojecteerd. Afhankelijk van het gebruikte model, worden sommige invoerbronnen niet ondersteund.
s
"Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde
beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.33
Submenu Functie
Videosignaal
Vernieuwings­snelh.
Sync. info
Status
Serienummer
Event ID
De totale gebruikstijd van de projectorlamp wordt voor de eerste 10 uur
*
weergegeven als "0H". 10 uur en meer wordt weergegeven als "10H", "11H" enzovoort.
Hier kunt u de instellingen weergeven van Videosignaal zoals die in het menu Signaal zijn ingevoerd.
U kunt de
Hier kunt u de informatie over het beeldsignaal weergeven. Deze informatie kan van belang zijn als u technische
ondersteuning nodig hebt.
Dit betreft informatie over fouten die zich hebben voorgedaan met de projector.
Deze informatie kan van belang zijn als u technische ondersteuning nodig hebt.
Hiermee wordt het serienummer van de projector weergegeven.
Hiermee geeft u het foutenlogboek van de toepassing weer. s "Over Event ID" pag.101
Vernieuwingssnelh.g weergeven.
Submenu Functie
Lampuren
Bron
Ingangssignaal
Resolutie
U kunt de totale brandduur van de lamp weergeven Als de lamp aan vervanging toe is, worden de tekens geel
weergegeven.
Hier kunt u de bronnaam weergeven van het apparaat vanaf waar momenteel wordt geprojecteerd.
Hier kunt u de inhoud weergeven van Ingangssignaal zoals die in het menu Signaal is ingesteld afhankelijk van de bron.
U kunt de Resolutie weergeven.
*
.
Lijst met Functies

Menu Resetten

Submenu Functie
Alle standaardw.
84
Hier kunt u alle items uit het configuratiemenuterugzetten naar hun standaardwaarden.
De volgende onderdelen worden niet teruggezet naar hun standaardwaarden: Ingangssignaal, Gebruikerslogo, alle items in het menu Netwerk, Lampuren, Taal, Wachtwoord, Knop gebruiker en Multischerm.
Lampuren terug­zetten
Wist de totale gebruiksduur van de lampen. Herstel de waarde als u de projectorlamp vervangt.

Problemen Oplossen

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen kunt opsporen en hoe u ze kunt oplossen.

De Help-functie gebruiken

86
Als er een probleem optreedt met de projector, kunt u gebruikmaken van de Help-functie om het probleem op te lossen. Hiertoe drukt u op de Help-knop. U kunt een probleem oplossen door antwoord te geven op de vragen.
a
Druk op de [Help]-knop.
Het Help-scherm wordt weergegeven.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
Selecteer een menuoptie.
b
c
Bevestig de selectie.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
Vragen en oplossingen worden op het onderstaande scherm weergegeven.
Druk op de [Help]-knop om de Help af te sluiten.
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
a
Als de Help-functie geen oplossing biedt voor uw probleem, vindt u meer informatie in:
"Problemen oplossen" pag.87
s

Problemen oplossen

Als u een probleem hebt met de projector, controleer dan eerst de indicatielampjes op de projector en raadpleeg "De indicatielampjes aflezen" verderop in deze handleiding voor meer informatie.
Zie onderstaande als de indicatielampjes niet duidelijk maken wat het probleem is.
s
"Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden" pag.92

De indicatielampjes aflezen

De projector is uitgerust met vier indicatielampjes die de bedrijfsstatus van de projector aangeven.
87
Voedingsindicatielampje Geeft de bedrijfsstatus weer.
A
Standby Als u op de [t]-knop drukt en de projector is in standby-modus, dan start de projectie.
Netwerkcontrole voorbereiden of bezig met afkoelen Alle knoppen zijn uitgeschakeld terwijl het lampje knippert.
Opwarmen Het opwarmen duurt ongeveer 30 seconden. Als het opwarmen is afgerond, knippert het
indicatielampje niet meer. De knop [t] is uitgeschakeld tijdens het opwarmen.
Projecteren
Indicatielampje projectorlamp Geeft de status van de projectorlamp weer.
B
Problemen oplossen
Temperatuurindicatielampje Geeft de interne temperatuur van de projector weer.
C
Filterindicatielampje Geeft de status van het luchtfilter weer.
D
Raadpleeg de tabel op de volgende pagina voor informatie over de betekenis van de indicatielampjes en hoe u de door deze lampjes aangegeven problemen kunt oplossen.
Als geen van de indicatielampjes brandt, controleer dan of de voedingskabel op de juiste manier is aangesloten en of de stroomvoorziening normaal verloopt.
88
Als u de voedingskabel loskoppelt, is het mogelijk dat het
t-lampje nog even blijft branden. Dit duidt niet op een defect.
: Brandt : Knippert : Uit : Is afhankelijk van de status van de projector
Status Oorzaak Oplossing of status
Interne fout Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het
dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector. s Adressenlijst Epson Projector
Fout: ventilator Fout: sensor
Fout: hoge temp. (oververhitting)
Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
De projectorlamp wordt automatisch uitgeschakeld en de projectie stopt. Wacht ongeveer vijf minuten. Na ongeveer vijf minuten schakelt de projector over in standby-modus. Controleer daarom de twee volgende punten.
Controleer of het luchtfilter en de luchtafvoerventilator schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
Als het luchtfilter verstopt is, reinig het dan of vervang het.
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.103,"De luchtfilter Vervangen" pag.109
Als de fout zich blijft voordoen nadat u de bovenstaande punten hebt gecontroleerd, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Als u de projector op een hoogte van 1.500 m of hoger gebruikt, stel dan Hoogtemodus in op Aan. s "Menu Uitgebreid" pag.71
Problemen oplossen
Status Oorzaak Oplossing of status
Fout: lamp Lamp defect
89
Controleer de volgende twee punten.
Haal de projectorlamp uit de projector en controleer of hij gebroken is.
s "De Lamp Vervangen" pag.106
Reinig het luchtfilter.
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.103
Indien de lamp niet stuk is: Plaats de lamp dan terug en zet de stroom weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen: Vervang de projectorlamp door een nieuwe en schakel de projector in. Als het probleem zich blijft voordoen: Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op
met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector. s Adressenlijst Epson Projector
Indien de lamp stuk is: Neem dan contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector. (Er kunnen geen beelden worden geprojecteerd zolang de lamp niet werd vervangen.)
s Adressenlijst Epson Projector
Als u de projector op een hoogte van 1.500 m of hoger gebruikt, stel dan Hoogtemodus in op Aan. s "Menu Uitgebreid" pag.71
Fout: autom. iris Fout:voed. (ballast) Fout afsluitbare luchtaf‐
voer
Fout: luchtsensor De luchtsensor is defect. Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw
Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
De afsluitbare luchtafvoer is defect als de afvoer niet opengaat wanneer de projector wordt ingeschakeld of wanneer de afvoer niet dichtgaat wanneer de projector wordt uitgeschakeld. Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector. s Adressenlijst Epson Projector
Problemen oplossen
Status Oorzaak Oplossing of status
Fout luchtfilter Controleer de volgende twee punten.
Waarsch.: hoge temp. (Dit is niet abnormaal. Als de temperatuur echter opnieuw te hoog wordt, stopt de projectie automatisch.)
Lamp vervangen Vervang de projectorlamp door een nieuwe.
90
Controleer of het luchtfilter en de luchtafvoerventiel schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
Als het luchtfilter verstopt is, reinig het dan of vervang het.
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.103, "De luchtfilter Vervangen" pag.109
Als de fout zich blijft voordoen nadat u de bovenstaande punten hebt gecontroleerd, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Controleer of het luchtfilter en de luchtafvoerventilator schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
Als het luchtfilter verstopt is, reinig het dan of vervang het.
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.103, "De luchtfilter Vervangen" pag.109
s "De Lamp Vervangen" pag.106
Als u de lamp blijft gebruiken nadat de vervangingsperiode is afgelopen, neemt de kans toe dat de lamp kan exploderen. Vervang de projectorlamp zo snel mogelijk door een nieuwe.
Luchtstroom laag Controleer de volgende twee punten.
Controleer of het luchtfilter en de luchtafvoerventiel schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
Als het luchtfilter verstopt is, reinig het dan of vervang het.
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.103, "De luchtfilter Vervangen" pag.109
Als de fout zich blijft voordoen nadat u de bovenstaande punten hebt gecontroleerd, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Geen luchtfilter Controleer of het luchtfilter goed is geïnstalleerd.
s "De luchtfilter Vervangen" pag.109
Problemen oplossen
Status Oorzaak Oplossing of status
Melding luchtfilter "Tijd om luchtfilter te reinigen. Reinig of vervang het luchtfilter." wordt weergegeven. Reinig het luchtfilter.
Zie onderstaande als de projector niet naar behoren werkt, zelfs al geven alle indicatielampjes aan dat alles normaal is.
a
s "Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden" pag.92
Als de fout niet wordt weergegeven in deze tabel, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
91
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.103 De indicatielampjes of berichten met betrekking tot Melding luchtfilter worden uitsluitend weergegeven als Reinigingsbericht is ingesteld op
Aan bij Inst. Luchtfilter in het configuratiemenu . s Uitgebreid - Inst. Luchtfilterpag.71
Problemen oplossen
92

Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden

Als een van hieronder beschreven problemen zich voordoet en de indicatielampjes geen oplossing bieden, raadpleeg dan de betreffende pagina.
Problemen met het beeld
Geen beeld
De projectie start niet, het projectiegebied is geheel zwart, of het projectiegebied is geheel blauw.
Geen bewegende beelden
De door de computer doorgegeven bewegende beelden worden zwart weergegeven en er wordt niets geprojecteerd.
De projectie stopt automatisch s
De melding "Niet ondersteund." wordt weergegeven s
De melding "Geen signaal" wordt weergegeven s
Vaag, vervormd of onscherp beeld s
Interferentie of vervormd beeld s
s
pag.93
s
pag.93
pag.94
pag.94
pag.94
pag.95
pag.95
Problemen bij het starten van de projectie
De projector gaat niet aan s
Overige problemen
Geen geluid of zwak geluid s
De afstandsbediening werkt niet s
Ik wil de taal van meldingen en menu's wijzigen s
Er wordt geen e-mail ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de
projector
pag.98
pag.98
pag.99
pag.100
s
pag.100
Afgevlakt (lang) of kort beeld of onjuiste verhoudingen
Slechts een deel van het beeld wordt weergegeven, of de hoogte­breedteverhouding van het beeld is onjuist.
De beeldkleuren zijn niet juist
Het hele beeld heeft een paarsachtige of groenachtige kleur, de beelden zijn zwart-wit, of de kleuren zijn mat.
Donker beeld s
s
pag.96
s
pag.97
pag.97
Problemen oplossen

Problemen met het beeld

Geen beeld
Controleer Oplossing
Hebt u op de [t]-knop gedrukt? Druk op de [t]-knop om de projector in te schakelen.
Zijn de indicatielampjes uitgeschakeld? De voedingskabel is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening.
Sluit de voedingskabel van de projector correct aan.
"Van installatie tot projectie" pag.32
s
Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
Is A/V dempen ingeschakeld? Druk op de [A/V Mute]-knop op de afstandsbediening om A/V dempen te annuleren.
s "Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen)" pag.49
Zijn de instellingen in het configuratiemenu correct? Herstel alle standaardinstellingen.
s Resetten - Alle standaardw. pag.84
93
Is het geprojecteerde beeld volledig zwart? Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Is de instelling voor het beeldsignaal juist? Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Wordt Windows Media Center weergegeven op volledig scherm? (Alleen met een netwerkverbinding.)
Wordt een toepassing weergegeven die gebruik maakt van de Windows-functionaliteit DirectX?
(Alleen met een netwerkverbinding.)
Sommige beelden die worden doorgegeven, zoals schermbeveiliging, kunnen geheel zwart zijn.
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat. s Signaal - Videosignaal pag.68
Als Windows Media Center wordt weergegeven op volledig scherm, kunt u niet projecteren met een netwerkverbinding. Verlaag de schermgrootte.
Bij toepassingen die gebruik maken van de DirectX functie worden beelden wellicht niet correct weergegeven.
Bewegende beelden worden niet weergegeven (alleen het deel met bewegend beeld wordt zwart)
Controleer Oplossing
Wordt het beeldsignaal van de computer op het LCD-scherm en de monitor weergegeven?
Alleen als er beelden van een laptopcomputer of een computer met ingebouwd LCD-scherm worden geprojecteerd
Stel het beeldsignaal van de computer op uitsluitend externe uitvoer in. Kijk dit na in de documentatie bij uw computer of neem contact op met de computerfabrikant.
Problemen oplossen
De projectie stopt automatisch
Controleer Oplossing
Is Sluimerstand ingesteld op Aan?Druk op de [t]-knop om de projector in te schakelen. Als u Sluimerstand niet wilt gebruiken, wijzig de instelling dan in
Uit. s Uitgebreid - Bewerking - Sluimerstand pag.71
De melding "Niet ondersteund." wordt weergegeven.
Controleer Oplossing
Is de instelling voor het beeldsignaal juist? Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat. s Signaal - Videosignaal pag.68
94
Komen de resolutie van het beeldsignaal en de verversingsfrequentie overeen met de modus?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Raadpleeg de bij de computer geleverde documentatie voor informatie over het wijzigen van de resolutie van het beeldsignaal en verversingsfrequentie van de computer.
s "Ondersteunde Monitorbeeldschermen" pag.133
De melding "Geen signaal." wordt weergegeven.
Controleer Oplossing
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten.
s "Van installatie tot projectie" pag.32
Is de juiste poort geselecteerd? Druk op de knop [Source Search] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel om het beeld te wijzigen.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.33
Is de computer of het videoapparaat ingeschakeld? Schakel het apparaat in.
Worden de beeldsignalen doorgegeven naar de projector? Alleen als er beelden van een laptopcomputer of een computer met
ingebouwd LCD-scherm worden geprojecteerd
Als de beeldsignalen alleen naar de LCD-monitor van de computer of naar de extra monitor worden doorgegeven, moet u de instellingen zodanig wijzigen dat het signaal zowel naar een externe bestemming als naar de computermonitor wordt doorgeven. Als bij sommige computermodellen de beeldsignalen extern worden uitgevoerd, worden zij niet langer weergegeven op de LCD-monitor of de extra monitor.
Als u de externe apparatuur aansluit terwijl de projector of computer al is ingeschakeld, is het mogelijk dat de [Fn]­functietoets waarmee u het beeldsignaal van de computer naar een extern apparaat kunt verplaatsen, niet werkt. Zet de computer en de projector uit en vervolgens weer aan.
s "Van installatie tot projectie" pag.32 s Documentatie van de computer
Problemen oplossen
Vaag, vervormd of onscherp beeld
Controleer Oplossing
Is de keystone juist ingesteld? Regel het geprojecteerde beeld bij.
s "H/V-Keystone" pag.35, "Quick Corner" pag.36
Is de scherpte juist ingesteld? Draai aan de scherpstelring om de scherpte aan te passen.
s "Scherpstellen" pag.38
Is de projector op de juiste afstand opgesteld? Staat de projector niet op de juiste afstand?
Stel de projector op binnen het aanbevolen bereik. s "Schermgrootte en Projectieafstand" pag.130
Is de keystonecorrectiewaarde groot? Verminder de projectiehoek om de keystonecorrectiewaarde te verminderen.
s "De beeldpositie bijstellen" pag.38
Heeft zich condens op de lens gevormd? Als u de projector plotseling van een koude omgeving naar een warme omgeving verplaatst, of als de
omgevingstemperatuur plotseling verandert, kan er condensvorming op de lens optreden. Hierdoor kan het beeld vaag overkomen. Plaats de projector ongeveer één uur voordat u hem wilt gebruiken in de kamer. Als zich condens op de lens vormt, schakelt u de projector uit en wacht u totdat de condens is verdwenen.
95
Interferentie of vervormd beeld
Controleer Oplossing
Is de instelling voor het beeldsignaal juist? Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten.
Gebruikt u een verlengsnoer? Als u een verlengsnoer gebruikt kunnen de signalen door elektrische interferentie worden vervormd. Gebruik de met de
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd? Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat.
s Signaal - Videosignaal pag.68
s "Apparatuur aansluiten" pag.22
projector meegeleverde kabels om te controleren of de kabels die u gebruikt het probleem veroorzaken.
Stel de computer zodanig in dat de uitgevoerde signalen compatibel zijn met de projector. s "Ondersteunde Monitorbeeldschermen" pag.133
Documentatie van de computer
s
Problemen oplossen
Controleer Oplossing
Zijn de instellingen voor Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Sync.g en Trackingg juist ingesteld?
Afgevlakt (lang) of kort beeld of onjuiste verhoudingen
Controleer Oplossing
Wordt er een breedbeeldsignaal van de computer geprojecteerd? Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Wordt het beeld nog steeds vergroot door E-Zoom? Druk op de knop [Esc] op de afstandsbediening om E-Zoom te annuleren.
Is de beeldpositie juist ingesteld? Druk op de [Auto]-knop op de afstandsbediening of de [Enter]-knop op het bedieningspaneel om de instellingen van het
Druk op de knop [Auto] op de afstandsbediening of de knop [Enter] op het bedieningspaneel om de instellingen automatisch te laten uitvoeren. Als de beeldinstellingen na deze automatische instelling toch niet goed zijn, kunt u ze ook in het configuratiemenu instellen.
s Signaal - Tracking, Sync. pag.68
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat.
s Signaal - Resolutie pag.68
s "Een gedeelte van het beeld weergeven (E-Zoom)" pag.51
geprojecteerde computerbeeld automatisch te laten uitvoeren. Als de beeldinstellingen na deze automatische instelling toch niet goed zijn, kunt u ze ook in het configuratiemenu instellen.
Naast de beeldsignalen van de computer kunt u terwijl u projecteert ook andere signalen bijstellen in het configuratiemenu.
s Signaal - Positie pag.68
96
Kunnen er op de computer twee beeldschermen worden aangesloten?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd? Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Indien het gebruik van twee beeldschermen is geactiveerd in Eigenschappen voor beeldscherm van het Configuratiescherm van de computer, wordt slechts de helft van het beeld op het computerscherm geprojecteerd. Als u het gehele beeld op het computerscherm wilt weergeven, schakel dan de instelling voor het gebruik van twee beeldschermen uit.
s Documentatie bij videostuurprogramma van computer
Stel de computer zodanig in dat de uitgevoerde signalen compatibel zijn met de projector. s "Ondersteunde Monitorbeeldschermen" pag.133
Documentatie van de computer
s
Problemen oplossen
De beeldkleuren zijn niet juist
Controleer Oplossing
Komen de instellingen van de invoersignalen overeen met de signalen van het aangesloten apparaat?
Is de helderheid van het beeld juist ingesteld? Pas de instelling voor Helderheid aan in het configuratiemenu.
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten.
Is het
Contrastg juist ingesteld? Pas de instelling voor Contrast in het Configuratiemenu aan.
Is de Kleuraanpassing juist? Pas de instelling voor Kleuraanpassing in het Configuratiemenu aan.
Wijzig de volgende instellingen overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat.
Als het beeld van een apparaat komt dat op de Computer1- of Computer2-ingang is aangesloten.
s Signaal - Ingangssignaal pag.68
Als het beeld van een apparaat komt dat op de S-Video- of Video-ingang is aangesloten.
s Signaal - Videosignaal pag.68
s Beeld - Helderheid pag.67
s "Apparatuur aansluiten" pag.22
s Beeld - Contrast pag.67
s Beeld - Kleuraanpassing pag.67
97
Zijn de instellingen voor kleurverzadiging en tint juist ingesteld? Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Pas de instellingen voor Kleurverzadiging en Tint in het Configuratiemenu aan. s Beeld - Kleurverzadiging, Tint pag.67
Donker beeld
Controleer Oplossing
Is de helderheid van het beeld juist ingesteld? Pas de Helderheid en Stroomverbruik-instellingen aan in het configuratiemenu.
s Beeld - Helderheid pag.67
Instellingen - Stroomverbruik pag.70
s
Is het
Contrastg juist ingesteld? Pas de instelling voor Contrast in het Configuratiemenu aan.
s Beeld - Contrast pag.67
Is het tijd om de lamp te vervangen? Als de projectorlamp aan vervanging toe is, wordt het beeld donkerder en de kleurkwaliteit slechter. Vervang in dat geval
de projectorlamp door een nieuwe. s "De Lamp Vervangen" pag.106
Problemen oplossen

Problemen bij het starten van de projectie

De projector gaat niet aan
Controleer Oplossing
Hebt u op de [t]-knop gedrukt? Druk op de [t]-knop om de projector in te schakelen.
Zijn de indicatielampjes uitgeschakeld? De voedingskabel is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening.
Koppel de voedingskabel los en sluit deze vervolgens opnieuw aan.
"Van installatie tot projectie" pag.32
s
Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
98
Gaan de indicatielampjes aan en uit als de voedingskabel wordt aangeraakt?
Is Toetsvergrendeling ingesteld op Voll. vergrend.? Druk op de knop [t] op de afstandsbediening. Als u Toetsvergrendeling niet wilt gebruiken, wijzigt u de instelling in
Is de juiste instelling voor de externe receiver geselecteerd? Controleer de instelling voor Externe receiver in het Configuratiemenu.
Is de stroomkabel onmiddellijk na Direct uitschakelen weer aangesloten, of is de verzekering uitgeschakeld?
Er is waarschijnlijk een los contact in de voedingskabel of de voedingskabel is defect. Sluit de voedingskabel opnieuw aan. Als het probleem hiermee niet is opgelost, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Uit.
s Instellingen - Toetsvergrendeling pag.70
s Instellingen - Externe receiver pag.70
Als de bewerking links is uitgevoerd indien Dir. Inschakelen is ingesteld op Aan, is het mogelijk dat de stroom niet opnieuw wordt ingeschakeld. Druk op de [t]-knop om de projector opnieuw in te schakelen.

Overige problemen

Geen geluid of zwak geluid
Controleer Oplossing
Controleer of de beeld-/geluidskabel goed vastzit aan zowel de projector als de audiobron.
Trek de kabel uit de Audio-ingang en sluit de kabel vervolgens opnieuw aan.
Problemen oplossen
Controleer Oplossing
Is het volume ingesteld op het laagste niveau? Pas het volume aan zodat er geluid hoorbaar is.
s Instellingen - Volume pag.70 s "Het volume bijstellen" pag.39
Is A/V dempen ingeschakeld? Druk op de [A/V Mute]-knop op de afstandsbediening om A/V dempen te annuleren.
s "Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen)" pag.49
Is de waarde voor de audiokabel "No resistance" (Geen weerstand)? Als u een reguliere audiokabel gebruikt, controleer dan of er "No resistance" (Geen weerstand) op is aangegeven.
Is het apparaat aangesloten met een HDMI-kabel? Als u geen geluid hoort wanneer het apparaat met een HDMI-kabel is aangesloten, moet u de aangesloten apparatuur het
geluid laten uitvoeren in de vorm van PCM.
De afstandsbediening werkt niet
Controleer Oplossing
Wijst de LED van de afstandsbediening naar de afstandsbedieningsontvanger op de projector als deze wordt bediend?
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningsontvanger. s "Bedieningsbereik van de afstandsbediening" pag.18
99
Is de afstandsbediening te ver van de projector verwijderd? De afstandsbediening heeft een bereik van ongeveer 6 m.
s "Bedieningsbereik van de afstandsbediening" pag.18
Schijnt er rechtstreeks zonlicht of fel licht van tl-lampen op de afstandsbedieningsontvanger?
Is de juiste instelling voor de Externe receiver geselecteerd? Controleer de instelling voor Externe receiver in het Configuratiemenu.
Zijn de batterijen leeg of verkeerd geplaatst? Controleer of de batterijen op de juiste manier zijn geplaatst of vervang de batterijen indien nodig.
Past de id van de afstandsbediening bij de Projector-id? Zorg ervoor dat de id van de projector die u wilt bedienen en de id van de afstandsbediening overeenstemmen. Om alle
Plaats de projector op een locatie waar geen fel licht op de afstandsbedieningsontvanger schijnt. Of stel de externe receiver in op Uit onder Externe receiver in het Configuratiemenu.
s Instellingen - Externe receiver pag.70
s Instellingen - Externe receiver pag.70
s "De batterijen van de afstandsbediening vervangen" pag.17
projectors met de afstandsbediening te bedienen ongeacht de id-instelling, stelt u de id van de afstandsbediening in op "0".
s "De afstandsbediening-id instellen" pag.55
Problemen oplossen
Er wordt niets weergegeven op de externe monitor
Controleer Oplossing
Worden er beelden ontvangen van een andere ingang dan Computer1?
Ik wil de taal van meldingen en menu's wijzigen
Controleer Oplossing
Wijzig de instelling bij Taal. Pas de taalinstelling aan in het Configuratiemenu.
Er wordt geen e-mail ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de projector
Controleer Oplossing
Is Stand-by modus ingesteld op Communicatie aan? Om de functie E-mailmelding te kunnen gebruiken als de projector stand-by staat, schakelt u Communicatie aan in
Op een externe monitor kan alleen een analoog RGB-signaal van de Computer1-ingang worden weergegeven.
s Uitgebreid - Taal pag.71
onder Stand-by modus in het Configuratiemenu. s Uitgebreid - Stand-by modus pag.71
100
Is er een fatale fout opgetreden waardoor de projector er plotseling mee ophield?
Is de projector ingeschakeld? Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
Is de functie E-mailmelding goed ingesteld in het Configuratiemenu?
Als de abnormale toestand blijft voortduren, neem dan contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
E-mailmelding van problemen gebeurt volgens de instellingen bij E-mail in het Configuratiemenu. Controleer of deze instelling correct is.
s"Menu E-mail" pag.80
Loading...